Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Ik ben de Opstanding en het Leven

Door William Marrion Branham

1 Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere (mensen), die geen hoop hebben.

     Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem.

     Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan.

     Want de Here Zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan;

     daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen.

     Vermaant elkander dus met deze woorden.

2 Ik las uit I Thessalonicensen het vierde hoofdstuk. Ik zal nu uit het boek Job het veertiende hoofdstuk van Job lezen.

     De mens, uit een vrouw geboren, is kort van dagen en zat van onrust.

     Als een bloem ontluikt hij en verwelkt, als een schaduw vliedt hij heen en houdt geen stand.

     En op zulk een vestigt Gij nog uw oog; Gij daagt mij voor U in het gericht.

     Komt ooit een reine uit een onreine – niet één.

     Indien zijn dagen vastgesteld zijn, het getal zijner maanden bij U bepaald is, Gij zijn grenzen gesteld hebt, die hij niet zal overschrijden,

     wend dan uw blik van hem af, opdat hij rust vinde, zodat hij als een dagloner behagen scheppe in zijn dag.

     Want voor een boom blijft er nog hoop; wordt die omgehouwen, hij loopt weer uit, en zijn nieuwe scheuten blijven niet achterwege.

     Wanneer zijn wortel in de aarde veroudert en zijn tronk in de grond afsterft,

     dan bot hij weer uit, zodra hij water ruikt, en schiet twijgen als een jonge plant.

     Maar wanneer een man sterft, dan ligt hij krachteloos neer; geeft een mens de geest, waar is hij gebleven?

     Zoals water verdampt uit een meer en een rivier verloopt en uitdroogt,

     zo legt een mens zich neer en staat niet weer op; totdat de hemelen niet meer zijn, ontwaken zij niet en worden niet wakker uit hun slaap.

     Och, of Gij mij in het dodenrijk wildet versteken, mij verbergen, totdat uw toorn geweken was; dat Gij mij een tijd steldet en dan weer aan mij dacht.

     Als een mens sterft, zou hij herleven? Dan zou ik hoop hebben al de dagen van mijn zware dienst, totdat mijn aflossing zou komen.

     Gij zoudt roepen en ik zou U antwoorden, naar het maaksel uwer handen zoudt Gij verlangen.

     Dan zoudt Gij, al teldet Gij mijn schreden, geen zonde bij mij waarnemen,

     mijn overtreding zou in een buidel verzegeld zijn, en mijn ongerechtigheid zoudt Gij toepleisteren.

     Gelijk een ineenstortende berg in gruis valt, en een rots gerukt wordt uit haar plaats,

     het water stenen afslijpt, zijn stromen het stof der aarde wegspoelen, zo vernietigt Gij des mensen hoop.

     Gij overweldigt hem voor altijd en hij gaat heen, Gij verandert zijn gelaat en zendt hem weg.

     Zijn zonen mogen tot ere komen, maar hij weet het niet; of komen zij tot lage staat, hij bemerkt niets van hen.

     Slechts over hemzelf lijdt zijn vlees smart, en zijn ziel treurt over hemzelf.

     Dit beëindigt het veertiende hoofdstuk van het boek van Job.

3 We hebben hier deze namiddag met iets te maken dat nergens en op geen enkel moment welkom is. Ongeacht hoe toebereid we er voor zijn, het is altijd een niet welkom geheten gast die ongetwijfeld elk huis zal bezoeken. En hij is harteloos. Ik weet zeker dat als ik de dood was geweest, dat ik er niet aan zou hebben gedacht om naar het huis te willen komen waar deze dood gekomen is, naar deze jonge Christen waarvan we zijn lichaam hier voor ons hebben liggen, die we kennen als onze broeder Garnett.

     En we zijn hier vandaag samen gekomen om deze jonge dappere Christen de laatste eer te geven. Het is het laatste wat we voor hem op deze aarde kunnen doen, ook al hoort hij ons niet. Maar we denken aan diegenen die dit nog vóór zich hebben liggen. Er moet rekening mee worden gehouden op een dag. We moeten het onder ogen zien. Jong of oud, vroeg of laat, het zal tot ons allemaal gaan komen.

4 Ongeacht wat ik over Garnett zou zeggen zoals ik hem gekend heb, het zou onze mening onveranderd laten. Zijn leven, en zijn getuigenis onder u allen spreekt luider dan iets wat ik zou kunnen zeggen.

     Ik heb hem persoonlijk leren kennen door zijn moeder. Op een avond toen de samenkomst van mijn gemeente afgelopen was, kwam zij naar mij toe. Zij had een zoon die met polio op sterven lag. Ik meen dat ze de hoop voor hem om nog langer te kunnen leven hadden opgegeven. Wel we hebben met vele zulke oproepen te maken. Ze zijn gewoonweg een routinezaak. Maar toen ik er naartoe ging om deze jonge vriend te bezoeken lag hij aan een kunstlong. Er was iets met hem. Toen ik voor de eerste keer mijn ogen op hem richtte, had ik hem lief. Tot de dag van vandaag terwijl ik nu naar hem kijk, houd ik van hem, en zal het altijd blijven doen.

     Hij was een dappere jonge man. En het leek erop dat hij iets in zijn leven had wat meer te betekenen had dan bij een gewone andere jongen, dan bij een tiener die u eens tegenkomt. Hij had min of meer een helder begrip over zaken.

5 Ik bad voor hem dat hij niet zou sterven. Uiteindelijk haalden ze hem van de kunstlong en werd hij naar huis toe gebracht, en werd hij in een soort zacht bewegend bed gelegd waar zij hem aan het ademen hielden.

     Ik ging Garnett opzoeken. Wat een lieflijk Christen had dat leven ontwikkeld, een jongen waar elke ouder trots op zou zijn.

     Per slot van rekening is onze reis hier op aarde daarvoor bedoeld. Daar is het voor bedoeld, om ons voor te bereiden om het te verlaten.

     En Garnett heeft zeker en gewis deze voorbereiding gemaakt: de dappere jonge man, vol van de Geest en het leven van Christus dat regelrecht door hem heen reflecteerde.

6 Ik woon in Tucson, Arizona. Enige tijd geleden werd de jonge knaap ziek, en hij was erg ziek. En wat een uiting van zijn geloof om van zo ver weg te bellen en... Toen ik eindelijk in mijn huis kwam en aan de telefoon voor de kleine jongen bad, tjonge, toen kwam de genade van God tot hem, en overwon hij het. Keer op keer, telkens wanneer hij iets verkeerds had, belde hij op. We baden dan samen via de telefoon. En ik denk niet dat onze hemelse Vader zijn verzoek ooit afgewezen heeft, want hij kwam over wat hij had heen.

7 Afgelopen herfst bezocht ik hier in de buurt vrienden. Op een dag... De laatste keer dat ik Garnett in dit leven gezien heb, kwamen we onverwachts zijn prachtige kleine huis binnen. Hij verbleef er met zijn familie. En wat troffen we er aan... Het zou een echt voorbeeld zijn voor elke Christelijke prediker om dit gezien te hebben. Hij zat rechtop, buiten het schommelende bed, en hield zijn armen in een kleine ring. En toen we naar het huis toe liepen, want we waren altijd welkom, was daar Garnett. En vóór hem lag de Bijbel. En de kleine dame die voor hem zorg droeg zat er tegenover op een klein bankje, en zij hielden Bijbelstudie.

8 En ik keek hem aan, en mijn hart smolt. En ik zei tegen hem, ik stelde hem een vraag. Ik zei: "Garnett, misschien... Wat als dit nooit met jou gebeurd was?" En ik zei: "Je zou... Ik werd opgeroepen, laten we zeggen, hier vanavond, en er zou een jonge knaap genaamd Garnett Peake zijn die hierbuiten op de snelweg met zijn auto gedood werd, en de jongen was dronken, en zijn ziel had hem verlaten om God te ontmoeten. Of zou je liever de situatie houden zoals die er is?"

     Hij zei: "Laat het maar zijn zoals het is. Zolang ik Jezus ken op de wijze dat ik Hem nu ken," zei hij, "is het meer dan het leven, ook al moet ik hier heel mijn leven in deze toestand blijven. Maar", zei hij, "ik wil u laten zien, broeder Branham, dat het veel beter met mij gaat."

     Hij kon zijn armen bewegen, enzovoorts. Met grote verwachting keek hij uit naar de tijd dat hij beter zou zijn, zodat hij zou kunnen rondwandelen.

     Ik ben een oude man. Ik heb veel in mijn leven gezien. Ik geloof niet dat ik ooit een jongen ontmoet heb met een dapperder geest dan Garnett. Er was veel hoop voor hem

9 Een paar avonden geleden werd mij verteld dat hij zoiets als buikgriep had opgelopen. En het... Toen hij zich realiseerde dat hij aan het heengaan was, belde hij me op. En hij wist op die tijd niet dat ik in New York was, in de arena. En toen ik uit de arena kwam, werd het telegram of de boodschap aan mij gegeven. Ik haastte me met spoed naar een telefoon om te bellen. Maar de lieflijke broeder die voor hem zorgdroeg, zei: "Broeder Branham, Garnett is om zes uur heengegaan om Jezus te ontmoeten."

     Hij is van ons heengegaan. Wij beseffen dat. Maar ik vraag me werkelijk af of dit het einde er van is. Wij zijn ons er allen van bewust dat de jongen van ons is weggegaan, zijn leven. Maar laten we eraan denken wat erop volgt. Is er iets dat we zouden kunnen zeggen? Zouden we hem ooit weer opnieuw kunnen zien? Is dit het laatste wat we van Garnett gaan zien?

10 Daarover wil ik de volgende paar minuten met u spreken. Kunnen jullie er zeker van zijn dat we hem opnieuw zullen zien? Job stelde deze vraag, het oudste boek in de Bijbel. Hij zei: "Als een man sterft, zal hij weer leven?" Is er dan enig bewijs dat dit waar is? Zouden we een lichamelijk bewijs kunnen hebben dat deze opstanding waar is? Ja, ik zou denken van wel.

     Als we opmerken dat we de Schepper aan het dienen zijn, dan realiseren we ons dat we niet hier konden zijn tenzij er Iets was dat ons gemaakt heeft. Wij kunnen niet slechts zijn wat we zijn, alsof we er zomaar zijn, net zomin als mijn horloge alleen maar zou kunnen zijn zoals hij is met al z'n stenen en de bepaling van de tijd. Er zit een soort meesterbrein achter die dat horloge gemaakt heeft. En denk alleen maar aan wat een menselijk wezen is die het horloge maakt. Hoe onmogelijk zou het zijn dat het horloge zomaar ontstaan was. En hoeveel te meer is het onmogelijk dat wij zomaar ontstonden.

11 Als prediker die rond de wereld gereisd heeft, ik ben inmiddels zeven keer rond de wereld geweest... En dan denk ik aan het zien van de verschillende religies van de wereld, en elk ervan met zijn filosofieën, en wat ze denken. En vele ervan geloven in reïncarnatie enzovoorts. Maar het Christelijke geloof is het enige geloof dat de waarheid bevat, omdat de hele schepping van het Christendom spreekt.

     Job zei: "Als een boom sterft, dan is er hoop dat hij weer zal leven. En als een bloem sterft, dan is er hoop dat hij opnieuw zal gaan leven. Maar", zei hij, "een mens legt zich terneer, en geeft de geest, en waar is hij dan?" Job was een man van aanzien. Hij was een beroemd filosoof voor zijn dag, en een gelovige, en hij bezat veel wijsheid. En Satan wenste hem te ziften en te verzoeken. En alle Christenen en gelovigen worden verzocht. Elke zoon die tot God komt moet getest worden, gekastijd.

12 Dus Job wist dat de Schepper Zijn hele schepping gemaakt had. Hij bemerkte dat er in de schepping een opstanding van botanisch leven enzovoorts was. Maar hij zei: "Een man legt zich terneer, geeft de geest, hij vergaat, en waar is hij dan?" Wat gebeurde er met hem?

     En daarna zag hij door een visioen de komst van de Rechtvaardige. Hij wist dat hij een zondaar was, en er... De reden dat de mens moest gaan neerliggen en niet meer opstaan, was omdat er niets was dat voor hem spreken kon. Hij wist dat de bloem niets verkeerds gedaan had. Hij werd voor een doel hierheen gebracht, en het diende Gods doel. En daarom zou de bloem opnieuw kunnen opstaan nadat hij afgestorven was.

13 Maar een mens had gezondigd. En er was voor hem geen enkele manier om ooit in de tegenwoordigheid van zijn Maker op te staan. En dus werd hem door God in deze toestand toegestaan om de Rechtvaardige te zien komen: een Man die Zijn handen op een zondig mens en op een heilig God kon leggen, en de weg kon overbruggen: de Zoon van God.

     Vervolgens toen de Geest op de profeet was, schreeuwde hij uit: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft, en in de laatste dagen zal Hij op de aarde staan: En hoewel mijn huidwormen mijn lichaam vernietigen, zal ik toch in mijn vlees God aanschouwen... voor mij zelf, mijn ogen zullen het aanschouwen, en niet een ander."

14 Het hele Christendom is gebaseerd op de opstanding. Dat is onze hoop. Laten we nu gaan ontdekken waarom. De Schepper heeft het zodanig geordend, dat als we zelfs de Bijbel niet zouden hebben, we nog steeds zouden weten dat het Christendom juist is.

     Opstanding is geen vervanging. Opstanding is het weer naar boven brengen van dat wat naar beneden ging. Als ik de Bijbel van het statief op de grond zou laten vallen, en een andere Bijbel zou pakken om hem te vervangen, dan is dat een vervanging. Maar opstanding is het naar boven halen van dezelfde Bijbel die naar beneden ging. En dat is wat opstanding betekent: namelijk om opgewekt te worden.

15 En God, de grote Schepper, heeft Zichzelf door Zijn hele schepping uitgedrukt. En wij zijn een deel van Zijn schepping, net zoals die bloemen, net zoals de bomen en al het andere van de natuur. Wij zijn een deel van Zijn schepping.

     God is een God van verscheidenheid. Hij heeft niet alles precies hetzelfde. Hij heeft niet alleen maar overal bergen. Hij heeft woestijnen, vlakten, grazige velden. En Hij heeft gele bloemen, witte, blauwe, roze, verschillende kleuren. Hij heeft lange mensen, kleine mensen, en donkere, bruine en rode van huidskleur. Hij is de God van verscheidenheid, omdat alles er is om Zijn doel te dienen. Hij heeft alles om Zijn doel te dienen. En alles wat Zijn doel op juiste wijze dient, daar hoort een opstanding bij.

16 Nou, dat mag moeilijk zijn om in één keer te overdenken of te vatten. Maar laten we er aan denken, in de wetenschap dat we dit hier vóór ons hebben deze middag.

     Hier staan de bloemen. Zij drukken uit waar ze hier op aarde voor gekomen zijn, namelijk om de weemoedige ruimte, waar deze liefdevolle jonge broeder ligt te slapen, deze middag te helpen opvrolijken. En die bloemen, we merken dan op...

     Net zoals jullie vrouwen hier in Kentucky... Ik kom zelf ook hier vandaan. En het valt me op dat u uw bloemen rond uw huis plant, en in de zomerperiode bloeien ze zó mooi en vrolijken ze jullie huizen op. En daarna, misschien al in de herfstperiode, slaat opeens de vorst toe. Dat betekent de dood. Of de kroonbladen al aan het afvallen zijn, of als het nog maar jonge bloemen zijn, of wat ze ook mogen zijn, wanneer de vorst toeslaat dan doodt het ze allemaal. Dat betekent de dood. Zonder aanzien des persoons, bekwaamheid, leeftijd. Het slaat gewoon toe. En waar het toeslaat, neemt het het leven weg. Het valt ons dan op dat ook de kroonbladen van de kleine jonge bloem afvallen. En uit de bloem valt een klein zwart zaadje.

     En nu, dit moge kinderachtig lijken, maar dat is de manier waarop u God vindt, namelijk in de eenvoudige dingen, niet in de ingewikkelde dingen. God heeft het eenvoudig gemaakt, als we het alleen maar konden zien.

17 God heeft een begrafenisdienst voor die bloem: dat lijkt vreemd. Maar het kleine zaadje ligt op de grond. Vervolgens komen de herfstregens als tranen uit de hemel vallen, om op dit kleine zaadje neer te komen totdat het begraven is. Vervolgens komt de koude winter aanzetten. De kroonbladen zijn verdwenen; de steel is verdwenen; de bloembol zit in de grond, de wortels zijn verschrompeld; het is oud. Het zaad... wanneer de winter vorst brengt, dan bevriest het zaad; het doet het zaad open barsten. Het vruchtvlees lekt eruit. Nu komen we ergens uit in februari of maart. Er is geen kroonblad meer, geen steel, geen zaadje, geen vruchtvlees, helemaal niets meer.

     Betekent dat het einde van die bloem? Op geen enkele wijze. Daar zit ergens binnenin dat zaad een kleine levenskiem die... U mocht de aarde in uw handen krijgen en het naar het laboratorium brengen, om de wetenschapper het door en door te laten onderzoeken, en hij zal die kiem van leven nooit vinden. God heeft het verborgen.

18 Maar dan zodra de wereld om het zonnestelsel heen geslingerd is, totdat zij rond gegaan is tot waar de zon de aarde weer begint te raken, dan kunt u dat leven niet verbergen. Als u een betonnen pad in uw tuin bovenop het gras zou leggen, waar zal zich de volgende zomer dan het meeste gras bevinden? Precies aan de rand van het pad. Waarom? Het is dat leven dat onder dat beton lag. En zodra het lente wordt, zal, ook al ligt er een steen bovenop, deze het niet kunnen verbergen. Dat leven zal zijn weg er regelrecht doorheen kronkelen. Dat veroorzaakt zoveel gras aan de rand van het pad.

     U kunt leven niet verbergen. Het moet te voorschijn komen, omdat God de zon, z-o-n, over dit plantenleven geplaatst heeft, en die regelt het plantenleven. Nou, als Hij de z-o-n over het plantenleven geplaatst heeft, dan plaatst Hij Zijn Z-o-o-n over het eeuwig leven. Dus als er een opstanding voor de bloem is omdat zij Gods doel diende, hoeveel te meer heeft Hij voor de mens een weg gemaakt? Ja! Er is een weg voor de mens. Hij moet ook te voorschijn komen.

19 Wanneer het tijd wordt voor de Z-o-o-n van God; niet de z-o-n, die brengt het plantenleven te voorschijn, omdat het dat regelt. U kunt het niet verbergen. Het moet te voorschijn komen. En dan is er een Z-o-o-n van God die het menselijk leven onder controle heeft, eeuwig leven. En als wij Gods doel als zonen en dochters van God dienen, wanneer de tijd daar is dat de Z-o-o-n van God moet komen, dan kunt u dat leven niet verbergen. Heel de natuur spreekt er over.

20 Wij zijn hier in de herfst aanbeland, hier nu in Kentucky, waar prachtige bomen zijn die dit jaar hun bladeren te voorschijn hebben laten komen. En vervolgens, voordat we zelfs ook maar enige vorst of zoiets gehad hebben... Is het u opgevallen in uw tuinen en om u heen, hoe de bladeren al een hele tijd geleden in het begin van augustus zijn begonnen te vallen? Waarom? Wat liet die bladeren vallen? Het is omdat het leven uit het blad wegging. En waar ging het heen? Helemaal naar beneden in de wortel van de boom. Welke intelligentie zorgde ervoor dat dit leven het blad verliet en naar beneden de grond in ging? Omdat, als het hier boven zou blijven dan zou het de boom doen sterven. Het ging naar beneden naar de wortel van de boom, om zich te verbergen totdat de winter voorbij is. De volgende lente brengt het opnieuw leven voort en brengt het een ander blad te voorschijn.

     Er moet een intelligentie zijn die dat doet. De boom heeft geen intelligentie. Het is slechts een botanisch leven. Maar een grote Intelligentie zegt tegen de boom voordat de vorst hem treft, tegen het leven dat daar in is: "Ga naar beneden de wortel van de boom in en verberg je daar." En vervolgens, wanneer de zon begint weg te gaan... Hoe weet dat blad dat de zon zich weg beweegt en dat de winter eraan komt? Het is een Intelligentie die hem dat vertelt. Het is God.

21 Wat een symbool. Wat zien we daar? Precies zoals we in de bloem zien: het leven, dood, begrafenis, opstanding. En zelfs laat God de bloemen uitkomen, zodat de bladeren bruin worden, en een boeket op de boezem van de aarde maakt zodra die bloemen sterven. De rode, en groene, en al de kleuren, net zoals deze hier vanmiddag er uit zien.

     God is niet gecompliceerd. Mensen willen Hem soms ingewikkeld maken. Maar Hij, God wordt gekend in eenvoud. Wij kijken over Hem heen terwijl we Hem proberen te vinden. Hij is zo eenvoudig. Hij maakt Zichzelf op die wijze. Dat maakt Hem zo geweldig.

22 Merk op dat dit leven dat in de boom was, dat zijn doel diende, naar beneden ging, het graf in om er tot de lente te blijven. Een Intelligentie moet het opnieuw naar boven brengen, om terug te komen met de appels en wat de boom nog meer draagt, zijn bladeren enzovoort. Het komt weer opnieuw naar boven.

     Job zei hier: "Oh, dat U mij een poos in het graf zou verbergen, totdat Uw toorn voorbij is." Ziet u wat de Schrift zei? Wij worden in het graf verborgen totdat de toorn voorbij is, om dan weer naar boven te komen. "Ik weet dat mijn Verlosser leeft, en in de laatste dagen zal Hij op de aarde staan: ook al vernietigen de huidwormen dit lichaam, toch zal ik in mijn vlees God zien."

23 Hij had gezien dat de opstanding op een dag door een Mens teweeggebracht zou worden, en dat met het zondevraagstuk afgerekend zou worden wanneer die Rechtvaardige, de Zoon van God, zou komen om voor zondaren te sterven. Er was in die tijd geen mens op aarde, en geen mens sindsdien, die ooit de weg tussen een heilig God en een zondig mens kon overbruggen. Maar Job zag Zijn dood, begrafenis en Zijn opstanding, vierduizend jaar vóór Zijn komst; en Zijn rechtvaardiging die door de opstanding kwam, en de absolute zekerheid van de opstanding van de gelovige. Wat een troost is het om te weten dat die dingen waar zijn. Het is geen verzonnen verhaal.

24 Kijk hier naar buiten. Kijk naar de zon. De zon komt op in de morgen. Het is als een pasgeboren baby. God stuurde hem omhoog. Het is om Gods doel te dienen. En om negen uur in de ochtend gaat hij naar school. Hij is een tiener. En dan tegen twaalf uur wordt hij volledig volwassen. Na twaalf uur zijn vijftig jaar voorbij, het is half gedaan, en hij begint naar beneden te gaan, wordt zwakker, ouder. Hij werd sterker tot deze tijd. Daarna begint hij zwakker te worden, net zoals wij. We gaan sterk van start en worden... Totdat we tot onze volle wasdom gekomen zijn, worden we sterker. Dan op een bepaalde leeftijd, zijn we op ons best. Vervolgens beginnen we zwakker te worden, heel de tijd achteruit gaand.

     Ten slotte, na een poos, gaat hij onder boven de westelijke horizon, een prachtig licht. Hij diende Gods doel. Hij sterft. De aarde koelt af, het wordt 's nachts koud. Is dat dan nu het einde van die zon? Is dat de laatste keer dat u hem ooit weer zou zien? Nee. De volgende ochtend staat zij weer op in de opstanding. God legt ons elke dag getuigenis af dat daar een leven is, dood, begrafenis, opstanding.

25 Alles waar u naar kijkt drukt hetzelfde uit: leven, dood, begrafenis, en opstanding. Dan dient het Zijn doel. Het zou eens kunnen gebeuren dat deze bloem alleen maar een bloem is die nooit meer opnieuw zal leven. Daar is het punt dat ik wil... En als Garnett vanmiddag met mij zou kunnen praten, dan zou dit zijn wat hij mij zou willen laten vertellen, omdat hij in de tegenwoordigheid van God is. Als dat zaad...

     Velen van u mannen hier vanmiddag zijn boeren, of leven hier in de buurt waar u de boerderijen en de natuur kunt zien. Als het zaad geplant wordt, en als dat zaad niet kiemkrachtig is, zal, ongeacht hoe fijn dat zaad eruit ziet, het niet gaan leven. Het zal de grond in gaan, en zal gaan rotten, en dat is dan het einde ervan. Er is geen enkele mogelijkheid... Er is daar niets om weer tot leven te komen. Dat zaad moet in het stuifmeel bij zijn maatje zijn geweest, anders zal het niet opnieuw opstaan.

     En daar hebben we weer onze zekerheid van de opstanding. Zoals Jezus ons verteld heeft: "Tenzij een mens wederom geboren is, kan hij het Koninkrijk van God niet zien." Wij zijn hier geplaatst om een keuze te maken.

26 En die prachtige bloem, ongeacht hoe mooi zij is, en hoe aardig en rond het zaad is... Vergelijk het met een verbasterd graan. We zouden bastaard graan kunnen planten. Het zal niets uitwerken. Het is een aardig zaad, maar zonder leven. Zijn leven is verdraaid. En ieder verdraaid leven van God kan niet opnieuw leven. Wij moeten opnieuw geboren worden. Maar zo zeker als dat zaad bevrucht is, zo zeker zal het opnieuw opstaan. Er is geen enkele manier om het opnieuw opstaan te verhinderen. Het moet gebeuren omdat het bevrucht werd, en zijn botanisch leven zit er in.

     Een gelovige heeft het leven van Christus binnen in zich, Die eerst voor onze rechtvaardiging opstond, om te bewijzen dat er opstanding van menselijk leven is, van een menselijk lichaam, dat we opnieuw leven omdat we bevrucht werden, met andere woorden, wederom geboren door de Heilige Geest. En alles wat we in de natuur zouden kunnen zien...

27 Ik sta hier, en heb vele dingen hier op een stuk papier geschreven waar ik graag met u over zou willen spreken. Maar dat zou voldoende moeten zijn om u te laten weten dat u niet naar buiten kunt kijken zonder het bewijs te zien van dood, begrafenis, en opstanding. Waar u ook heen gaat, waar u ook naar kijkt, het is onmogelijk om eraan voorbij te gaan: dood, begrafenis, opstanding.

     En dan ontdekken we opnieuw dat een opstanding alleen komt wanneer het Gods doel gediend heeft. Als het Gods doel niet dient, ongeacht hoe mooi het is, hoe knap het er uit ziet, en hoeveel beter het eruit ziet vergeleken met een ander zaad dat bevrucht is, het zal dan nooit opstaan. Het leeft dit leven en daar blijft het bij. Maar als het bevrucht werd, dan moet het weer opstaan. Zo is het mijn vrienden, wij, die deze middag hier zijn om te zien wat de dood onze broeder heeft aangedaan.

     Het moet bevrucht worden. Wij mogen dan bij een kerk horen. Wij mogen dan fijne mensen zijn. Wij mogen dan in de omgeving een goed karakter hebben, een fijne vader, moeder, zoon, of dochter zijn. Maar tenzij we bevrucht worden met de Geest van God, zullen we nooit in de opstanding opstaan. Dan is het afgelopen.

28 Het spreekt met ons over deze dingen. De natuur roept het uit, dag in, dag uit. De zon gaat op en weer onder; de maan en sterren komen te voorschijn, hetzelfde. Alles in de natuur draait om één ding: dood, begrafenis, opstanding; dood, begrafenis, opstanding. Elke dag van ons leven getuigt iets tot ons, van dood, begrafenis, opstanding. We lopen er vele keren regelrecht overheen. Laten we dat niet doen. Daarom is het hier niet geplaatst en daarom is de wereld op die wijze geordend. Het is vanwege eeuwig leven, dat wij het weten zullen. En als we de zaden bezien, als zij niet bevrucht worden en het doel van God dienen, dan kunnen ze niet opstaan. Evenmin zullen wij opstaan, hoewel wij goede mensen zijn, hoewel wij kerkleden zijn, hoewel wij galante buren zijn, fijne mensen, opgeleid, slim.

29 De wetenschap vertelt over wat er geweest is. De wetenschap kan geen leven geven. Leven behoort alleen aan God toe, en Hij is de Enige die voor leven zorgt. Dus moeten we tot die plek komen om door het Woord van God bevrucht te worden, anders zullen we nimmer opstaan. Ons leven is anders helemaal beëindigd wanneer we dit leven hier afronden. Dan is het totaal afgelopen als we niet door het Woord van God of door het leven van God bevrucht worden.

30 Dit kleine koude lichaam dat hier ligt... Niemand van ons kan iets anders zeggen dan dat hij een deel van deze geweldige maatschappij van Gods schepping is. Hij is een deel van Gods schepping. Hij is een man, een menselijk wezen dat God geschapen heeft. Hij ligt nu te slapen. Waar het nu om draait is, als hij Gods doel in zijn leven diende, dan moet er een opstanding zijn voor Garnett. Er is geen manier om daar omheen te kunnen. Dit is niet het einde van Garnett. Tja, wij moeten allemaal deze weg door het leven heen nemen. Wij komen erin vanuit de duisternis, en komen er op gelijke wijze binnen. En een ieder van ons, gaat op de een of andere manier door de schaduw, door de vallei van de schaduw des doods. Maar de zaak waarvoor wij hier geplaatst zijn, is om de wereld te verlichten.

31 Jezus zei: "U kunt niet God en de mammon dienen." Mammon is de wereld. U kunt niet God en de wereld tegelijkertijd dienen. Wij hebben onze keuze. Wij kunnen door God bevrucht worden, door Zijn Heilige Geest, en dan hebben wij eeuwig leven. Als we het niet doen, dan was dat alles, wanneer we sterven. We zijn dan gereed voor het oordeel: namelijk waarom we het niet gedaan hebben, en vervolgens de straf die erop volgt voor het verwerpen ervan.

     Maar ik ben zo blij dat, voor zover ik weet binnen het bereik van mijn inzicht door het Woord van God en door het getuigenis van de Heilige Geest, deze jongen aan die voorwaarde voldaan heeft. Hij was uit de Geest van God wedergeboren, een veranderd mens. De Geest van God was op deze kleine kerel. Hij was een trouw Christen. Hij diende Gods doel.

32 Misschien was het maar voor een korte tijd, maar soms traint God mannen jarenlang om maar een paar dagen dienst uit hem te krijgen. Johannes de Doper was dertig jaar op zichzelf in de woestijn voor zes maanden dienst. Jezus Christus was dertig jaar oud voor drie jaar van dienst, voor de kruisiging. God traint mannen, en brengt ze te voorschijn. Het is Zijn doel. Tijd is bij de mens; eeuwigheid is bij God.

     Ik geloof dat God deze kleine jongen hier voor een doel op de aarde gebracht heeft. En als u wilt opmerken, regelrecht in de periode van zijn ziekte en dergelijke, sloeg dit hem voor een doel. God had de jongen gezond en wel kunnen maken. Maar wat deed Hij? In plaats van zijn leven te nemen, liet Hij hem opstaan, zodat hij niet zou gaan sterven. En ook doodde polio hem niet. Hij stierf niet door polio. Geen enkele andere ziekte doodde hem waar we voor gebeden hadden, hij en ik en de overige Christenen hier in de omgeving van Campbellsville die voor hem gebeden hebben. Dat heeft het nooit gedaan. Zie, het was Garnetts tijd om te gaan. Hij moest... Hij had zijn doel gediend. Hij was tot Christus gekomen, werd bevrucht.

     Wat als hij voor deze tijd gestorven was? Polio had hem naar God toe gedreven. Hij wilde voorheen een veilingmeester van tabak worden, dat had hij in gedachten. Dat was hélemaal niet zijn doel. Wij wisten dat. Zijn doel was om een Christen te zijn.

33 Een tabakveilingmeester... Iemand zou kunnen zeggen, misschien over vijfenzeventig jaar, als de wereld zo lang zou blijven bestaan: "Garnett, hij was een geweldige veilingmeester." Misschien zou dat alles zijn wat een prediker bij zijn begrafenis had kunnen zeggen. Hij was een fantastische veilingmeester. Maar wat kunnen we vandaag zeggen? Hij is een Christen. Als hij een veilingmeester zonder het zaad des levens was, en alleen maar in de herinnering van die generatie, dan zou hij alleen maar voor een paar mensen verdwenen zijn. En nu is hij onder de onsterfelijken. Hij moet in de opstanding te voorschijn komen. Er bestaat geen mogelijkheid om hem er vandaan te houden. Hij moet komen, omdat hij Zijn doel gediend heeft.

     Hij werd bevrucht met de Heilige Geest van God, met eeuwig leven, dat binnenin de jongen lag, zodanig dat als hij zei: "Als ik wist..." De laatste keer dat ik met hem sprak, zei hij: "Als ik wist dat ik gezond zou kunnen worden, sterk zoals die andere jongens, en de wegen op en af zou rijden met mijn sportwagen, over de wegen rijden, en ik zou drinken, en als ik dit niet zou weten wat ik weet," zei hij, "zou ik dit niet willen inruilen voor tienduizenden van zulke levens."

34 Een jonge achttienjarige jongen, een fijne knap uitziende jonge man, zou waarschijnlijk een vast doelwit voor de duivel geweest zijn. Maar God moest hem in die toestand werpen om uit hem te krijgen dat hij het doel zou dienen. Kijk naar zijn geduld, zijn getuigenissen onder u, buren. Kijk eens wat hij was, hoe zijn kleine leven tot velen van u gesproken heeft, dat op de dag van het oordeel, zelfs zonder dat, zijn leven regelrecht tegen u zal getuigen. Hij was een voorbeeld van wat God wilde dat hij zou zijn. Hij diende Gods doel.

     Als hij Gods doel diende en bevrucht werd, zoals heel de natuur bevrucht moet worden, met een belofte dat hij opnieuw zal opstaan, hoe zouden we ooit de opstanding van het weerzien van Garnett kunnen betwijfelen? Tjonge, het zou totaal krankzinnig zijn om te zeggen dat hij niet kan opstaan.

35 Als Garnett niet opstaat, dan was er nooit een zon die ooit opstond en onder ging en weer op kwam. Als Garnett niet opstaat, dan sterft de bloem ook nooit om opnieuw te leven. Het kwam in aanraking met Gods doel. Het diende Gods doel. Hij werd bevrucht met leven, en het kwam opnieuw voort.

     Nou, het zou een verschrikkelijke zaak zijn, een vermetele uitspraak, om te zeggen dat er geen opstanding is, wanneer we er regelrecht naar kijken en de bedoeling van de opstanding zien, en wat we moeten zijn om een opstanding te krijgen. Garnett zal weer leven. Hij is nu levend. Hij is in een andere wereld. En hij zal opnieuw opstaan, net zo zeker als een bloem weer opkomt. Hij zal opstaan zo zeker als de maan, zon, of sterren weer opstaan. Hij zal opstaan.

36 Maar kijk, zij staan alleen op voor een ander sterfelijk leven, om getuigenis te geven aan een ander tijdperk. Wanneer híj opstaat, zal het aan het einde van het tijdperk zijn. Er zal geen getuigenis meer zijn. Hij heeft eeuwig leven. Dat betekent oneindig leven. Het moet met oneindig leven bevrucht worden om het opnieuw te doen opstaan voor oneindig leven. Hij werd bevrucht met eeuwig leven, en wanneer hij weer opstaat, dan is er geen dood meer. Hij leeft voor eeuwig.

37 Ik heb in mijn leven al duizenden begrafenissen rondom de wereld gepredikt. Ik wenste dat ik bij vele begrafenissen die ik heb gepredikt de woorden had kunnen zeggen die ik over Garnett kon zeggen, en over de hoop die ik in Garnett heb, en de wetenschap dat God hem zal doen laten opstaan, omdat hij aan elke vereiste voldeed waarvan ik weet dat God het vereist. En zijn leven toonde de bloem van de Heilige Geest binnen in hem, namelijk dat God binnen in hem leefde. Die jongen was een veranderde jongen. Daar is helemaal geen twijfel over. Zijn leven legde er getuigenis van af. Hij was veranderd.

     Indien wij zouden zeggen dat er helemaal geen opstanding meer is, en dat dit het einde van Garnett is, en dat alles wat we ooit nog zullen zien alleen dat is wanneer we hem vanmiddag daar buiten zullen afdekken, wat zal er dan in zijn voordeel spreken? Als iemand zou zeggen: "Oh, dat weet ik nog zo net niet. Ik weet het niet. Ik heb het nog nooit zien gebeuren." Natuurlijk niet. Het einde der tijden is nog niet gekomen. Maar wanneer u dat zegt, dan is het eerste wat u moet doen...

38 Het Woord van God getuigt vóór Garnett. Het Woord van God zegt: "Wij die levend zijn en achterblijven tot de komst van de Here, zullen niet vóór gaan degenen die ontslapen zijn. Want de bazuin van God zal klinken en de doden in Christus zullen eerst opstaan; en wij die levend achter zijn gebleven zullen samen met hen opgenomen worden om de Here in de lucht te ontmoeten. Hij die in Mij gelooft, al ware hij dood, toch zal hij leven." De Schriften! "Ik ben de Opstanding en het Leven", zegt God. Ziet u?

     U zou moeten getuigen tegen het Woord van God. Het Woord van God getuigt vóór deze jongen. En wat kan méér afdoende zijn dan Gods eigen Woord, want Hij is Zijn Woord. Het Woord is God. En God Zelf legt getuigenis af dat Garnett zal opstaan. Garnett zal weer opstaan. De hele schepping... Anders zouden we moeten zeggen dat de zon niet op gaat. "Nee, God maakte een vergissing. De zon... Wij zien de zon niet." Ziet u, het zou iets krankzinnigs zijn.

39 De zon zegt dat hij weer zal opstaan. De bloem zegt dat hij zal opstaan. Het Woord zegt dat hij weer zal opstaan. Alles uit de natuur, de hele schepping zegt dat hij weer zal opstaan. Het draaien van de aarde zegt dat hij weer zal opstaan. Alles wat u ziet, zelfs het Woord van God! En uw eigen... De Heilige Geest binnenin mijn boezem en andere Christengelovigen hier klopt nu met geloof dat zegt dat hij weer zal opstaan. En u zult dan anders aan uw geloof voorbij gaan, u zult aan het Woord van God voorbij gaan, u zult aan de schepping voorbij gaan, u zult overal overheen stappen (Ziet u?), wanneer u zegt dat hij niet zal opstaan.

     Dit is niet het einde van Garnett. Dit is het einde van zijn doel op aarde, maar hij zal weer opstaan. Kijk, de hele zaak... Hij zal weer opstaan. Dus waarom zijn wij... Waar is onze moeite?

40 Natuurlijk, wij zien die jonge man daar niet graag liggen, hij ziet er uit als in de bloei van zijn leven. Maar, weet u, wanneer God... Wanneer u een bloem uit uw bloementuin plukt, dan neemt u niet altijd de oudere bloemen eruit. Soms hebt u er een nodig die nog in de knop staat. Een knop die je van dienst moet zijn in een boeket. Misschien wilde God wel een knop hebben. En dat is wat Hij hier uitgezocht heeft, een knop voor Zijn altaar in heerlijkheid, met een garantie, waarbij alles getuigenis aflegt dat hij weer zal opstaan.

     Ons geloof zegt dat hij weer zal opstaan. Het Woord zegt dat hij weer zal opstaan. De maan zegt dat hij weer zal opstaan. De sterren zeggen dat hij weer zal opstaan. De zon, de bloemen, de natuur, alles zegt dat hij weer zal opstaan, omdat allen die Garnett kenden, dit wisten, dat hij een Christen was. U kon niet in zijn buurt komen zonder te weten dat er een verandering in die jongen had plaatsgevonden. Hij is door het leven bevrucht geraakt.

41 Mijn gebed is dat wij, die deze middag levend zijn, het voorbeeld zullen zien van wat God doet, en voorbereidingen zullen treffen. En als wij dit zaad van eeuwig leven niet hebben, terwijl we weten dat we dezelfde weg zullen moeten gaan als die hij ging, laat ons dan bevrucht raken. Laten we Christus in onze harten ontvangen en wederom geboren worden, omdat, broeder, zuster, ieder van ons dit onder ogen krijgt. Ongeacht wie u bent, in hoeveel zaken u betrokken bent, hoe oud of jong u bent, u zult het moeten gaan ontmoeten. U moet het gaan ontmoeten. En waag het niet te doen zonder dat u eerst door Christus bevrucht geraakt bent zodat u eeuwig leven hebt. Want dan pas zal de dood verzwolgen worden tot overwinning.

42 Garnett zal weer opstaan. Heel de natuur... In de omgeving kende iedereen die jongen. Iedereen die ooit met hem in contact gekomen is weet dat hij een Christen was. Het Woord van God en heel de natuur zegt dat hij weer zal opstaan. Zijn moeder, zijn vader, al zijn familieleden, wie het ook moge zijn, u mensen hier die naar hem kijkt... Als een dienstknecht van het Evangelie, als zijn broeder, zie ik niets in het Woord van God staan, of iets in de natuur...

     De reden dat ik dit uitkoos om te zeggen, is omdat misschien iemand niet al te veel naar de kerk zou gaan om het te kunnen vatten. Ik dacht dat op deze wijze iedereen het zou begrijpen. Een beetje op een eenvoudige manier, door in de natuur te kijken, en te zien wat er gebeurt. Garnett voldeed aan Gods specificatie. Hij diende Gods doel. Hij is niet dood. Hij is voor eeuwig levend, en wacht alleen maar een poosje tot wij ook komen.

     U die Garnett in het leven gekend hebt, als vader, moeder, broer, zussen, en wat u ook maar was, familieleden, u kende hem. U had hem lief. U kon niet in contact komen met Garnett zonder hem lief te hebben. Ziet u? U was hier bij hem. Wat nu met het leven hierna? Laten we ons voorbereiden, zodat ook wij hem in de opstanding zullen ontmoeten.

43 "Als een mens sterft," zegt de tekst, "kan hij dan weer opnieuw leven? Al de toegewezen dagen van mijn leven zal ik wachten totdat mijn verandering komt. Hij zal roepen, en ik zal antwoorden." "De bazuin van God zal klinken, en de doden in Christus zullen eerst opstaan; daarna zullen wij, die levend overgebleven zijn, tezamen met hen opgenomen worden in de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten, en om voor eeuwig met de Here te zijn." Dit is een beproevingstijd, een onderzoekingstijd.

     Garnett voldeed aan de vereisten die God gesteld heeft. En vandaag is Garnett niet dood. Hij slaapt bij Degene die hij meer dan iets anders ter wereld lief had, meer dan alles wat hij lief had... Hoezeer hij zijn ouders ook lief had... Hij hield van iedereen met wie hij in contact kwam. Toch was Jezus Christus Degene die hij het allermeeste liefhad. Hij is heengegaan om bij Hem te zijn. Moge u, die zijn minder hoge liefde gedeeld heeft, mogen wij ons allemaal toebereiden om hem bij die grote opstanding te ontmoeten.

44 Laten we voor een ogenblik onze hoofden buigen. Terwijl onze hoofden gebogen zijn... Ik heb niet geprobeerd om te veel over Garnett te vertellen. Hij is een Christen; zijn eigen leven legt aan de dag wat hij is. Maar de zaak die ik u, geliefden, heb proberen te vertellen is dat hij weer zal opstaan, om aan u te bewijzen dat dit niet het einde is. Daar is de zekerheid dat hij opnieuw zal opstaan, uitgeschreven door het Bloed van de Zoon van God. Nu, laten we nu onze harten toebereiden, dat wanneer wij ook naar zo'n plaats als deze gebracht worden, naar een zekere rouwkamer, dat onze geliefden zich kunnen herinneren dat wij toebereid waren om ook te gaan. En moge de vader, moeder, geliefden van deze jonge jongen... De geweldigste zaak...

45 Weet u, ik weet hoeveel leed u hebt. Ik heb ook een kind moeten opgeven, een klein meisje. Ik weet hoe uw harten bloeden. Maar weet u, als Garnett verloren was, dan zou het pas werkelijk een verschrikkelijke tijd voor u geweest zijn. Maar wat is het een heerlijk uur voor u om te weten dat uw jongen met Christus was. En hij zou op een keer moeten gaan. En op het einde van de rit bleef hij bij zijn geloof, en God heeft hem vandaag. Aan jullie die neven en nichten zijn, en familie van hem, denk er gewoon even aan hoe hij was. En wat als hij de andere richting gekozen had? We hoeven ons nergens zorgen over te maken. Garnett is bij Jezus. Laten we ons voorbereiden om ook met hem te gaan.

46 God vol van genade, geweldige eeuwige Jehova, Die over de wateren bewoog en zei: "Laat er licht zijn." U die de wereld in bestaan gesproken hebt door Uw Woord, en beloofd hebt door datzelfde Woord dat wij opnieuw zullen opstaan. Wij willen U, Vader, deze middag aanbieden... Terwijl ik samen met deze jonge broeder in het leven was, en hoe de onsterfelijke liefde tussen hem en mij...

     Ik veronderstel dat zolang ik hier leef, ik me altijd die dappere kleine soldaat zal herinneren, die op dat bed heen en weer schommelde, in de kunstlong, die tussen het ademen door de Here God prees. Hij was een voorbeeld voor mij, van geduld, nooit klagend, alleen maar: de wil van God geschiede. U hebt hem vóór ons geplaatst. En nu hebt U hem uit onze tegenwoordigheid weggehaald. Here God, moge ieder van ons deze middag, wij die levend zijn... En ik voel het wellicht als iets dat Garnett graag zou willen dat ik zeggen zou. Als wij niet toebereid zijn, mogen we toebereidselen treffen, en zoals ik het al verwoord heb, Vader, bevrucht raken om hem te ontmoeten, door dezelfde Heilige Geest die hij ontving, het leven dat in Christus was.

47 Zegen deze dierbare moeder, en zijn vader, en de ouders, en de geliefden, wie het ook allemaal mogen zijn. Laat Uw heilige tegenwoordigheid met hen zijn, Vader.

     Moge dit een tijd zijn dat ze meer dan ooit eraan denken waarvoor dit kleine leven geleefd werd. Het was een getuigenis, om een voorbeeld te zijn voor de jonge mannen die met hem omgingen, als klein jochie, om te zien wat hij ervóór en vervolgens wat hij erná was. Moge zijn leven een prediking voor hen zijn. Vader, dat ook zij zich mogen voorbereiden om hun kleine vriend aan de andere zijde te ontmoeten, waar geen dood of verdriet meer zal zijn, geen zielesmart. Sta het toe, Here.

     En wij oudere mensen, die neerwaarts zien op deze jonge man die regelrecht in de bloei van zijn leven was, en die hem zagen veranderen en komen vanuit een stervend leven naar een levend leven... Sta het toe, Here, dat wij deze middag mogen zien dat door de eenvoud van het gebruik van voorbeelden uit de natuur, wij het vervolgens terug plaatsen in het Woord van God tot een belofte.

     En U zei: "Het Woord van God is een zaad." En een zaad moet voortbrengen naar zijn aard. En ik bid dat U deze mensen zult zegenen en vertroosten. Laat hen weten dat deze kleine jongen hier als een prediking werd neergezet. Hij heeft zijn preek gepredikt. Het boek is gesloten. Maar wij zullen hem opnieuw zien. Sta toe, Vader, dat wij daar allemaal in de schoonheid van Christus zullen staan waar we eeuwig leven hebben. Houdt ons tot die tijd altijd gecentreerd in Uw wil. Wij bidden dit in Jezus' Naam. Amen.