Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Gods gaven vinden altijd hun plaats

Door William Marrion Branham

1 Goedenavond, vrienden. Ik ben net thuis gekomen en ik dacht eraan even langs te komen om u allen een gezegend kerstfeest toe te wensen.

2 En dus wist ik niet dat ik dit grote voorrecht zou hebben tot u te spreken over het Woord des Heren. Broeder Neville vroeg mij dus en ik had verscheidene kleine kerstteksten die ik heb gebruikt, een ervan in Phoenix en ginds in Tucson, op verschillende plaatsen daar in de buurt, een gebruikelijke kerstboodschap. En ik dacht dat ik hier vanavond zou spreken over iets wat de Here onlangs in mijn gedachten bracht, toen ik ginds in Colorado was.

3 En ik dacht aan iets over de kersttijd en ik heb hier ongeveer vijf of zes aantekeningetjes neergeschreven, Schriftplaatsen en zo... Ik denk dat broeder Neville en alle predikers dat doen. Je... Het lijkt alsof er iets tot je komt en je noteert het. Je wacht even en je schrijft het op. Ik noteer het in een notitieboekje, gewoon in een notitieboekje. Wanneer ik dan een keer opgeroepen word, kijk ik het weer door en zeg: "Wat was dit ook weer, wat ik te pakken had?" Op die manier gaat het, wanneer wij echt snel geroepen worden, weet u.

4 Vroeger toen ik jonger was, kon ik eenvoudig... mijn geheugen was zo, dat ik er direct op kon komen; ik hoefde niet te wachten; ik dacht: "Tien dagen geleden was ik ergens op een bepaalde plaats. Dat is de tekst. Hier is het en daar gaat hij."

5 Weet u, sinds ik enkele mijlpalen gepasseerd ben, broeder Higginbotham, en enkele rivieren ben overgestoken... het komt gewoon niet langer op die wijze, wanneer we een beetje verder op de weg komen. Maar het is zoals broeder Neville een poosje geleden zei: "Wij komen dichter, dichter bij huis."

6 Het is goed om weer thuis te zijn. Op de terugweg was het vreselijk sneeuwachtig. En er is... en ik hoorde van veel ongelukken en dingen op de weg en mensen die omkwamen. En dan te bedenken hoeveel honderden nu hun leven zullen verliezen, tussen vanavond en Nieuwjaar, hoeveel Amerikanen zullen sterven! En weet u, sommigen van ons hier zouden het zelfs vanavond kunnen zijn. En dan hangt het er dus vanaf hoe onze toestand nú is voor God. Het is een trieste natie, zoals de broeder zei, droefheid overal. En onze vlag hangt nu al dertig dagen halfstok, allemaal vanwege de zonde en de mensen, die Gods manier van dingen niet willen aanvaarden.

7 Zelfs als wij het met een persoon oneens zijn, maar het evenwel niet op een broederlijke wijze kunnen doen, dan... Ziet u, als Christus in het hart is, dan doet het er niet toe hoezeer u het met de man oneens bent, u hebt nog steeds liefde en respect voor hem. Ik ben het vele malen met menigeen oneens. Maar nog steeds heb ik nimmer iemand gezien met wie ik het oneens was, waar ik ooit anders over gedacht heb dan: mijn arm om hem heen te slaan en hem "mijn broeder" te noemen, om hem zo goed mogelijk te helpen. Ik ben het niet met hem eens omdat ik misschien denk dat, wat betreft het oneens zijn, dat hij... Wat hij gelooft, dat ik niet precies zoals hij zou kunnen geloven, maar... enzovoort. Maar nu zou ik kunnen proberen mijn visie aan hem toe te lichten zoals hij de zijne aan mij toelicht en ze samenvatten en uitzuiveren, en zien wat wij hebben gekregen, zonder onenigheid zoals dat. Als het zover komt dat... Wij zouden nooit boos moeten worden of willen kwetsen of vernietigen of zoiets. Wij zouden altijd moeten proberen op te bouwen.

8 Wij hebben hier een koudegolf gekregen, nietwaar? Toen ik Tucson verliet, was het 23 graden en toen de zon onderging en het donker werd, was het nog steeds 20. Dus toen ik hier terugkwam, rilde ik gewoon over heel mijn lichaam, weet u. Heel die besneeuwde weg en onder nul en ijs en alles; ik moest er weer helemaal aan wennen. Het is zo eigenaardig hoe men zo snel aan een klimaat gewend kan raken. Sinds ik u verliet, had ik nauwelijks een kans om op verhaal te komen. Ik kreeg iets als een voorhoofdsholteontsteking door het weer hier en daar ik ouder word... En ik werd hier geboren, groeide hier op. Maar ziet u, wanneer je jong bent, heb je iets gekregen waarmee je het kunt afschudden; maar wanneer je ouder wordt, wel, dan begin je te ontdekken dat er iets ontbreekt. Het was zo, dat je het als het ware kon vergeten. Er is daar iets wat het niet meer zo gemakkelijk afschudt, als toen je een kind was. Ik ontdekte dus op die manier dat ik... dat een warm klimaat voor een oude man wel een beetje helpt.

9 Ik herinner mij als jongen dat ik van die 'Utica Pike' afkwam (7, 8, 10, 12, 14 jaar oud), geen schoenen aan (tennisschoenen) en acht of tien graden onder nul en tennisschoenen waarbij de tenen er uitstaken. En geen... Nu, dat is niet de straat afwandelen zoals hier, maar door de sneeuw baggeren. Er waren geen auto's die reden, er zou misschien hier of daar een wagenspoor zijn. Ik kwam op een morgen die hoofdweg af, een kleine, oude jas aan, geen hemd en het was zo vastgespeld, niet meer dan wat ik nu precies aan heb; kletsnat tot mijn knieën ging ik er zo doorheen en besteedde er geen aandacht aan. Kijk, ik had nauwelijks een verkoudheid. Maar dat was ongeveer vijfenveertig jaar geleden. Er is dus een hele hoop verzwakking; heel wat mijlen zijn genomen en op de kilometerteller opgeteld, weet u. Wij incasseren het niet meer zoals we gewend waren.

10 Ik zag broeder Capps zijn hoofd opheffen. U bent te jong om die gedachten nu te denken. Wacht maar tot u geraakt waar broeder Neville en ik zijn, dan zult u over heel wat dingen anders denken; het maakt je wat zwakker.

11 Wel, wij hebben geweldige tijden in de Here gehad. De Here heeft ons enorm gezegend en ik ben zo dankbaar. Als ik terugkom - ik denk volgende zondag, als de Here wil - indien broeder Neville het niet erg vindt, dan wil ik de... Ik heb in ieder geval zondagmorgen een dienst, en misschien zondagavond, misschien een genezingsdienst voor zondagavond. Zondagmorgen heb ik een belangrijke boodschap, indien de Here mij toestaat haar door te geven. Ik heb mijn tekst nog niet overdacht... niet meer dan dat ik mijn tekst weet, geen samenhang ervan, omdat ik... zonder enige openbaring van de Here, weet u, maar gewoon in mijzelf. Ik wil zondag iets uitdrukken dat, naar ik hoop, een beetje zal helpen langs deze wegen.

12 Ik moet nu het veld opgaan en bijna elke dag is bezet. Ik denk dat Billy mij vertelde dat ik twee of drie dagen had in april dat ik naar huis kan komen, nadat ik hier vertrek en terugga naar Tucson, en dat legt het dan zo ongeveer vast. En dan verder tot aanstaande november, oktober, wanneer ik weer van overzee in deze richting terugkom.

13 Nu, nog twee dagen tot Kerst. Nog een dag, nietwaar? Dat zouden er twee zijn. Maandag... Is dinsdag de vooravond van Kerst? Dinsdag is de vooravond van Kerst. Is het niet afschuwelijk om te zien dat deze grote feestdag die wij naderen, wordt benaderd op de wijze dat het wordt benaderd? Het is zo'n jammerlijk iets, zo'n onbezonnen iets, te bedenken dat konijnen en een mythe, de "Kerstman" (Sinterklaas) genoemd en van alles, de werkelijke waarde van wat Kerstmis is, heeft weggenomen.

14 Nu, wij... we weten het niet en ik geloof stellig niet... Ik was net op weg hier naartoe, mijn vrouw zit daarginds en ik... op weg hier naartoe, luisterde ik naar een sterrenkundige; dat zij juist nu op het idee zijn gekomen wat een astronoom mij vele, vele jaren geleden vertelde toen ik pas jachtopziener was hier in Indiana. Toen men mij vertelde dat... hoe deze sterren samenkwamen en zich vormden, precies zoals die eerste astronoom zei, waarvan men zei dat het een natuurlijk iets is, wat elke (ik geloof dat hij vanavond zei) elke achthonderd jaar of zoiets gebeurt. En het vormt zichzelf weer opnieuw met Saturnus en Jupiter en ik ben vergeten... Mars; nee, ik... dat is verkeerd. Het is iets over de sterren hoe zij zich voortbewegen wanneer zij hun banen kruisen in lijn met de aarde. En deze astronoom probeerde vanavond te vertellen dat het eigenlijk iets natuurlijks was. Ik aanvaard dat niet. Ik geloof dat het een bovennatuurlijk iets was, wat God deed. Bij God zijn de dingen bovennatuurlijk. Hij is bovennatuurlijk.

15 En bij het terugblikken besef ik dat ik nu in april – zo de Here mij toestaat zolang te leven – vijfenvijftig jaar oud zal worden. Ziet u? En ik weet... Maar terugkijkend op mijn leven, vraag ik mij af waar het gebeurde. Vanaf de eerste kleine kerstfeestvieringen, toen wij onze sokken ophingen en mamma zou... Wij zouden waarschijnlijk een sinaasappel krijgen en twee of drie kleine stukjes gestreept suikergoed en dat was een groot kerstfeest voor ons. Maar weet u, kinderen kijken uit naar die geschenken. Wij ontdekken dat Kerst hoofdzakelijk voor de kinderen is, die er heden ten dage naar uitkijken. Het is op kinderen gericht. Maar het zouden werkelijk de volwassenen moeten zijn; zij zouden hun kinderen moeten leren wat echt Kerstmis is.

16 En ik geloof absoluut niet dat Christus geboren zou kunnen zijn op een vijfentwintigste dag van december, in Judéa, omdat het daar kouder is dan hier nú. Ziet u? O, en hoe zouden de herders hun kudden 's nachts hebben kunnen hoeden? En dan de belastingbetaling en alles, en Maria die van zo ver moest komen van ginds vandaan van Bethlehem naar Judéa, op naar Jeruzalem liever, voor de belastingen. Ik zou dat nauwelijks kunnen geloven. Zij kwam, geloof ik, naar Nazareth en dus... Hoe zou dat kunnen worden gedaan? Het kon niet worden gedaan, maar ik geloof dat Christus in het voorjaar werd geboren, omdat Hij in elk opzicht een Lam was. Ziet u? En merk op dat Hij geboren werd in een schuur en niet in een huis.

17 En toen zij Hem naar het kruis brachten (de anderen), werd er voor zover wij weten, nimmer over gesproken dat Hij hen leidde, maar dat zij Hem leidden. Wist u dat een lam of een schaap naar de slachting moet worden geleid? Hij zal niet naar de slachting gaan. U moet hem er naartoe leiden. En gewoonlijk is het een bok, die de schapen leidt. In de slachthuizen hebben zij een bok. En de bok zal dit gangpad oplopen tot hij de schapen ertoe krijgt het gangpad op te lopen om gedood te worden en dan zal de bok eruit springen. Maar wanneer men ertoe komt de geitenbok te doden, dan gaat hij goed tekeer als hij erin moet gaan en dat kunt u hem niet kwalijk nemen. Maar het is een feit dat een schaap geleid moet worden. En Hij werd naar de slachting geleid, zij leidden Hem. Hij was een Lam. En ik geloof op die manier dat het alles de natuur is en lammeren worden geboren in maart, april, omstreeks die tijd, niet later dan mei. En ik geloof niet dat het iets voor maart en iets na mei was, maar ergens daar tussenin.

18 Maar toen de kerk, het Christendom, met het Romanisme trouwde, werd op het Concilie van Nicéa, toen zij accepteerden... de Romeinse natie aanvaardde het Christendom en maakte wat men de universele religie noemde, wat het Christendom was. Zij maakten de universele godsdienst en zij aanbaden afgoden en zij hadden een zonnegod.

19 En precies nu, van de eenentwintigste tot de vijfentwintigste, staat de zon bijna in haar zelfde baan wanneer zij passeert. Wat is de benaming ervoor? Ik dacht dat ik het wist, maar ik kan er niet opkomen. Wanneer de zon is... zij wint zoveel tijd en verliest zoveel tijd tot de eenentwintigste, tussen de eenentwintigste en de vijfentwintigste december. O, ik ben vergeten hoe men het noemt. Wat? [Iemand uit de samenkomst zegt: "Zonsverduistering?"] Neen, de zonsverduistering is als zij voorbijgaat, de zon en de maan samen voorbijgaan. Het is iets daar binnen, o, ik... ik... ik kan het bijna zeggen, maar het gaat nu niet. Het is echter die stilstand van de zon welke door de Romeinen (dit is toen het circus aan de gang was) – wat de geboortedag van de zonnegod genoemd werd. Zij vierden het van de eenentwintigste tot de vijfentwintigste december.

20 Dus toen werd dit herleid en in Rome werd het Christendom aanvaard op de Roomse wijze, toen men zei: "Wij zullen er dezelfde viering van maken en het de geboortedag van de Zoon van God noemen." Ziet u? De zonnegod, Jupiters geboortedag, dan de geboortedag van de Zoon van God, de vijfentwintigste december, en dat...

21 Maar wat maakt het uit? Ziet u, wanneer wij vandaag... Zelfs als het... als zij het in juli of augustus deden of wanneer het ook moge zijn, het is nog steeds de heiligheid van het gedenken dat God ons de hoop gaf die wij in ons hebben.

22 En nu zegt u: "Wel, de rest ervan is allemaal Sinterklaas en zo, zoals zij doen; wel, wij kunnen het evengoed doen." Beslist niet! Neen, dit is geen heidense viering voor ons, dit is een heilig uur. Indien er geen Kerst was geweest, zou er geen opstanding zijn geweest. Als er geen Kerst was geweest: zou er geen liefde zijn geweest, zou er geen vrede zijn geweest, zou er voor de gelovige geen hiernamaals zijn; als er geen Kerst was geweest.

23 En nu zegt u: "Als de rest van de wereld dus..." Wel, ziet u, de gevorkte bliksem aan de zwart bewolkte hemel toont aan dat er licht kan zijn in tijd van duisternis. Deze lampen vanavond bewijzen dat er licht kan zijn in tijd van duisternis. En wanneer schijnt licht op zijn best? In duisternis. U doet deze lampen overdag aan; als de zon naar binnen schijnt, zult u nauwelijks opmerken dat zij aan zijn. Maar één zwak lichtje zal echt helder schijnen in een tijd van duisternis. En de duisternis is juist nu, wanneer elke Christen een getuigenis zou moeten geven van de hoop die in hem is, van Jezus Christus, de Zoon van God; niet een kerstman, die daarginds geboren werd, weet u, op een of andere boom die op een nacht vlam vatte en door het bos ging, een of ander verdichtsel zonder enig bewijs. Maar wij geloven stellig in het beloofde Woord van God van een komende Messias en Hij werd geboren op kerstdag, twintig... aardig dicht bij de 2000 jaar geleden, naar wij geloven.

24 Dus vanavond gaan wij er een beetje op een andere manier over spreken. Ik denk dat uw voorganger reeds gesproken heeft en waarschijnlijk woensdagavond opnieuw spreekt, omdat ik weet dat hij een tekst of zoiets teruglegde om mij vanavond dit podium te geven. En ik wil dat hij het brengt; ik wil naar hem luisteren. Maar laten wij voor wij dit nu doen, onze hoofden opnieuw buigen voor een moment van gebed.

25 Hemelse Vader, dit grootse, heilige ogenblik, wanneer wij hier aan de verschillende dingen in de Schrift denken, die, waar wij ook teruggaan in het Oude Testament, spreken over die dag wanneer God Zijn Zoon zal zenden. Hoe aan die profeten daarginds hun tijd was toebedeeld voor de profetie van het Woord van God om tot hen te komen. En zij profeteerden in hun dagen en voorzegden de dingen die zouden gebeuren en we zien dat het allemaal samenkwam in Bethlehem, die nacht toen God de wereld zo lief had dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf. Wij danken U daarvoor.

26 En nu, Here, zoals wij hier rustig bijeen zijn om over Uw Woord te spreken. En het is zo heilig, Heer; dit is de reden dat wij graag eerst tot U willen spreken. En wij vragen of U ons verstand wilt openen voor Uw Woord. In Jezus' Naam vragen wij het. Amen.

27 Nu, ik wil hier enige Schriftplaatsen lezen, slechts een normaal kerstverhaal, met de Schriftplaats gevonden in Matthéüs, het tweede hoofdstuk. En terwijl u dat opslaat, ook Johannes 3:16.

28 En onlangs 's avonds in Phoenix... Als u banden-mensen hier naar de banden luistert, zou ik willen dat u naar deze luistert: "Waarom Jezus naar Bethlehem moest komen." Waarom moest Hij dat doen? En die symbolen hier van David, die daar op de berg ligt te wachten en naar beneden kijkt en ziet dat het Filistijnse leger in garnizoen ligt. En ik vergeleek dat met wat het vandaag is en ontdekte dat Bethlehem... wat het betekent.

29 En Christus is ons Bethlehem en ik zou kunnen bewijzen dat elke persoon die uit God geboren is, in Bethlehem geboren is, omdat Christus Bethlehem is. En dat is wat Hij was, het Brood des levens. En Beth, B-e-t-h betekent "huis", E-l is "God" en e-l-h-e-m is elhem wat "brood" betekent: "Huis van Gods brood." En Jezus Christus was het "Huis van Gods brood", brood van eeuwig leven. En elke persoon die in Christus geboren is, is geboren in Bethlehem, "Gods broodhuis". En hoe liggen de raden van deze kerken vandaag niet in garnizoen, zoals de Filistijnen, om de mensen ervan weg te houden.

30 En hoe dat die dappere mannen, die wisten dat David gezalfd was en op een dag koning zou worden... toen zeer impopulair, omdat hij een vluchteling was onder zijn volk, maar op een dag kwam zijn roeping. Er waren dappere mannen bij hem. En bedenk dat deze mannen heidenen waren; nagenoeg ieder van hen was een heiden, een zeer mooi beeld van vandaag. En één man was zo dapper dat hij 800 man doodde met zijn speer, hij alleen, op één dag. Een ander stond in een linzenveld en een leger kwam op, een afdeling, en zij vluchtten allemaal en hij stond daar en doodde die mannen tot zijn arm vermoeid was. En toen een ander, hoe hij in een put sprong en een leeuw doodde op een sneeuwachtige dag, met zijn blote handen. En een Egyptenaar rende achter hem aan met een lange speer en hij pakte een stok en sloeg deze speer uit zijn hand, nam de speer en doodde de Egyptenaar zelf. En een ander doodde 300 hoofdlieden.

31 Grote mannen! David riep uit: "Als ik toch nog eens uit die bron kon drinken!" (Ziet u, waar hij gewoon was zijn schapen te drenken als hij 's morgens naar buiten ging, uit de kraal, hij wilde dat water drinken.) En deze mannen trokken hun zwaarden en vochten zich een weg van vijftien mijl door de mensen heen en brachten dit water terug.

32 En David zei: "Het zij verre, dat ik het drinke." En hij goot het uit op de grond als een plengoffer voor de Here. Wat een prachtig type van dezelfde zaak in Johannes 3:16 vanavond... "Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft..."

33 En wat deed Christus? Het leven dat Hij had om eeuwig te leven, goot Hij uit op de grond uit Zijn aderen. Zijn natuurlijk leven op de grond als een zondoffer voor ons. En hoe de heidenen vandaag, mannen van eer, mannen, grote mannen, het zwaard nemen en daar staan en zich een weg er doorheen hakken om een frisse slok water te halen voor Christus (onze David), Die vandaag zeer impopulair is. Maar onze David, waarvan wij weten dat Hij in kracht zal komen, zal elke natie zo onder Zijn voeten vertreden en over hen heersen met een ijzeren staf. En echte dappere mannen staan met het Woord van God en hakken onbevreesd van links naar rechts, omdat wij weten dat Hij in kracht zal komen. Amen.

34 Laten we nu, na het lezen van Johannes 3:16, laten wij lezen over het bezoek van de Magiërs in Matthéüs, het tweede hoofdstuk:

     Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judéa, in de dagen van de koning Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.

     Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben Zijn ster gezien in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.

     De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem met hem.

     En bijeenvergaderd hebbende al de overpriesters en Schriftgeleerden van het volk, vroeg van hen, waar de Christus zou geboren worden.

     En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judéa gelegen; want alzo is geschreven door de profeet:

     En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israel weiden zal.

     Toen heeft Herodes de wijzen heimelijk geroepen, en vernam naarstig van hen de tijd, wanneer de ster verschenen was;

     En hen naar Bethlehem zendende, zeide: Reist heen, en onderzoekt naarstig naar dat Kindeke, en als gij Het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat ik ook kome en Dat aanbidde.

     En zij, de koning gehoord hebbende, zijn heengereisd; en ziet, de ster, die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken was.

     Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.

     En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeke met Maria, Zijn moeder, en neervallende hebben zij Het aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre.

     En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in de droom, dat zij niet zouden weerkeren tot Herodes, vertrokken zij door een andere weg weer naar hun land.

35 Zeer eigenaardig hier hoe God op een mindere wijze... God spreekt echt door dromen tot de mensen. Ik geloof het. Maar waarom God in dit geval een indirecte wijze gebruikte...

36 Nu, een droom is als hij juist uitgelegd wordt, hetzelfde als een visioen; als het een droom is en wordt uitgelegd. God gebruikte het reeds ver terug in het Oude Testament en door de eeuwen heen, en beloofde het in de laatste dagen opnieuw te gebruiken. Nu, mensen kunnen teveel eten enzovoort en nachtmerries krijgen en dat zijn geen echte, geestelijke dromen, het heeft geen weerklank wanneer u het leest. En sommige ervan schijnen juist te zijn, maar toch zijn er echte, geestelijke dromen. En wij weten hier in de Tabernakel dat God mensen dromen geeft en ze worden uitgelegd en ze komen uit en zijn echt. Maar het is een indirecte wijze van handelen. Ziet u?

37 Nu, de reden dat het toen gedaan werd, was omdat er in die tijd geen profeet in het land was om de droom uit te leggen. Ziet u? Er was geen profeet om de dromen uit te leggen, zoals Jozef en Daniël en die profeten vanouds. Men had gedurende 400 jaar geen profeet gehad en God gebruikte een droom voor het welzijn van Zijn eigen Kind.

38 Hij vertelde het Jozef omdat hij rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen en van zins was in stilte van haar te scheiden. Zonder twijfel heeft zij hem van het bezoek van Gabriël, enzovoort, verteld en wat hij had gezegd; maar toen hij haar moeder zag worden was het te ongewoon. Weet u, het was totaal iets anders. En weet u, dat is wat er vandaag aan de hand is. God doet ongewone dingen en het is zo ongewoon dat zelfs rechtschapen mensen het niet kunnen zien.

39 Jozef kon het niet begrijpen; het was te ongewoon. Hij was een goede man, er was niets verkeerds met hem. Hij was een goede man, een rechtschapen man, maar het was te ongewoon. Ziet u, Jozef was waarschijnlijk 40 of 45 jaar oud, zoiets dergelijks, naar men beweert, toen hij en Maria verloofd waren. Maar hier vinden wij iets wat nooit eerder gebeurd was: een vrouw die ondertrouwd was met deze man en toch was ze al zwanger! En het was zo ongewoon dat Jozef van plan was haar weg te zenden. Maar precies op het kritieke moment zond God Zijn engel, en verscheen aan hem in een droom en zei: "Schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de Heilige Geest."

40 Wat een herboren geloof moet Jozef hebben gehad toen hij daarna opstond! Kijk, hij had geen enkele uitlegging nodig, de droom was niet in symbolen. Het was gewoon recht op de man af: "Schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de Heilige Geest." Er was geen profeet om de uitlegging te geven, dus moest het rechtstreeks komen, precies zo regelrecht van God tot Jozef. Nu... en God nam die indirecte weg.

41 Wat leert het ons hier voor wij tot onze tekst komen? Hier is wat het ons leert: dat God elk vermogen van ons wezen kan gebruiken als het aan Hem opgedragen is... overgegeven is. Hij kan ons verstand gebruiken, onze dromen, ons onderbewustzijn, ons bewustzijn, onze spraak, onze liederen, onze ogen, ons... Alles wat wij hebben kan door God gebruikt worden, indien het aan God is toegewijd. Ziet u, wijd alles wat u bent toe aan God. Hij zal elke uiting gebruiken en elk deel van u; Hij zal het gebruiken ongeacht wat het is, Hij zal het gebruiken indien het is geheiligd tot Zijn doel en roeping.

42 Nu, vanavond gaan wij spreken over gaven. En ik wil dit betitelen, als... ik schreef, noteerde daar ergens iets toen broeder Neville tegen me zei... Gods gaven hebben altijd... Gods gaven vinden altijd hun plaats. Gods gaven worden altijd geweigerd, maar zij vinden werkelijk hun plaats wanneer...

43 Nu, let op de gaven die deze wijze mannen Hem brachten... Vandaag zien wij dat wij geschenken uitwisselen. Iedereen moet een geschenk krijgen en men tracht uit te vissen wat de ander hem zal geven, zodat hij hem iets kan geven wat ermee te vergelijken is. En als het niet zo is, wel, op Nieuwjaar voelt hij dat hij het moet aanvullen. En iedereen denkt na en piekert en ijsbeert, de miljonairs, hoe men het moet klaarspelen. Zij geven zoveel aan deze en die, terwijl het al met al verkeerd is. Het is al met al... Kerst...

44 Hier: er is slechts één gave die u kunt geven en dat is uzelf. Geef uzelf aan God, omdat Hij u reeds Zijn Gave gegeven heeft. Nu, er is slechts één ding dat u aan God verschuldigd bent: dat is uzelf aan Hem geven.

45 Nu, en vele malen zijn er namen in de Bijbel. Wij letten er vandaag niet meer op. Wij... U hebt mij vaak die naam horen verachten, om kinderen zo te noemen... of mensen die hun kinderen "Ricky" noemen. Nu, "Ricky" is een afschuwelijke naam! Ziet u? En het is een... U moet hen zo niet noemen. Als u een kind "Ricky" hebt genoemd, in 's hemelsnaam, verander het in iets anders. Ricky of Elvis of zoiets. Ricky betekent "een rat". Ziet u? En dus gaat u... En zoals u een persoon noemt, zo bestempelt u hem. Een kleine dame onlangs had een jongetje daarginds dat "Ricky" heette en zijn naam was James Ricky. En omdat het zo populair was (Ricky) noemde men hem "Ricky". Ik zei: "Verander die naam!"

46 Ik zie dat hier nu juist enige mensen zitten die een kleinzoontje hebben en zijn naam is... de ene kleine jongen is een lief, prettig kereltje, en de ander is Ricky, en dat is wat hij is. Let u maar op hem; zijn aard is gewoon zo, en hij... Ik zei tegen een van zijn grootouders of iemand: "Zeg tegen de moeder de naam van die jongen te veranderen; verander gewoon die naam en let op wat er met de kleine gebeurt." Ziet u, u mensen wilt dat niet geloven. Wij denken dat wij voor zoiets te lang hebben geleefd.

47 Als er niets in een naam zit, waarom was Jakob dan zoals hij was zolang hij "Jakob" werd genoemd, wat "verdringer, bedrieger" betekent? Maar toen hij de hele nacht met God worstelde en de Here zijn naam veranderde... toen hij ongeveer 60 jaar oud was. Hij veranderde zijn naam van Jakob in Israël, "een vorst voor God", en dat is wat hij was. Waarom werd Abram... moest hij "Abraham" genoemd worden voordat de baby kon worden geboren? Waarom werd Saraï "Sara" genoemd voor de baby geboren kon worden? Waarom was Paulus... zijn naam was Saulus, maar toen hij Jezus ontmoette, veranderde Hij hem van Saulus in "Paulus".

     Simon werd veranderd van Simon in Petrus wat "kleine steen" betekent. En al hun namen werden veranderd, omdat uw naam er iets mee te maken heeft. Wanneer u iets zegt... Ik wil daar niet op ingaan omdat dit volgende zondagavond aan de orde komt, ziet u, over de vereenzelviging met een woord. En... maar nu, wij ontdekken dat deze dingen zo waar zijn.

48 Nu let op, God... Wat een eigenaardig iets is het vanavond om te zien dat deze mannen, Magiërs, geleerde mannen, grote mannen uit het Oosten kwamen, wat Babylon was, wat India was. En zij kwamen nimmer gedurende één enkele nacht binnen om op de ene avond te vertrekken en de volgende aan te komen, maar ze waren ongeveer twee jaar onderweg. Zij kwamen nimmer naar een kleine baby in een kribbe. Zij kwamen naar een jong kind, een jong kind. En Herodes doodde de kinderen tot twee jaar oud. Ziet u, als hij wist dat het een kleine zuigeling was, die in een wieg lag, zou hij gewoon alle zuigelingen moeten doden. Maar hij doodde de jonge kinderen, opdat hij zeker zou zijn Hem te krijgen, overal vanaf twee jaar en jonger. Hij stelde de tijd vast, zodat hij door dit te weten, er niet teveel zou doden, hen allemaal, omdat zij zoiets als slaven voor hem waren. Hij wilde zeker zijn Hem te krijgen; hij zei dus: "Het kind zal ongeveer twee jaar oud zijn. Dus dood alles van twee jaar en daaronder." Ziet u?

     En dat heeft teweeggebracht wat de profeet zei: "Een geschrei is te Rama gehoord, geween en bitter geklaag: het is Rachel, wenend om haar kinderen, omdat zij niet meer zijn."

49 Nu, hebt u opgemerkt dat deze wijze mannen, grote mannen, toen zij ginds in Babylon waren en Zijn ster zagen, ze zeiden: "Wij hebben Zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem te aanbidden"? Zij kwamen uit het Oosten, waar zij de ster zagen, die naar het Westen ging. Omdat India west, noordwestelijk van Palestina ligt. En zij kwamen regelrecht naar de Tigris en staken de vlakten over, kwamen in Bethlehem waar zij de Baby vonden. En bedenk dat Jozef en de zijnen daar niet waren vertrokken; zij gingen regelrecht naar Nazareth en brachten het kind daar groot.

50 Nu, wij zien hier dat zij vertegenwoordigen... Deze mannen, die astronomen waren en de sterren bestudeerden, zij zagen deze geheimzinnige hemelse lichten daarginds verschijnen en ze wisten dat er iets gebeurde; zij wisten dat dit de Messias was, dat de Heerser van hemelen en aarde geboren zou worden. En zij kwamen, wetend dat Goddelijkheid zou worden omgeven, gehuisvest in een menselijk wezen; want om u hun getuigenis te tonen... U weet dat uw leven zoveel luider spreekt dan uw woorden, dat ongeacht wat u zegt, de mensen weten wat u bent door wat u bent.

51 En let op deze mensen, deze Magiërs; zij brachten Hem... Let op de gaven die zij voor Hem meebrachten, die bewezen wat zij dachten dat Hij was. Zij brachten Hem goud, wierook en mirre. En let nu op wat deze symbolen, waarover ik nu wil spreken, inhouden. Nu, ik heb hier enige Schriftplaatsen opgeschreven die wij, zo de Here wil, zo dadelijk zullen gaan lezen.

     Nu: goud, wierook en mirre.

52 Nu, goud in de Bijbel... hoe treffend past het bij Christus, omdat goud spreekt van de Godheid. Goud is "Godheid". Wij zullen er in een ogenblik toe komen. Wierook spreekt van "dienst". En mirre is "dood". God, Godheid in dienst om te sterven. En dat is wat Hij was. De dingen die zij brachten identificeerden wat zij dachten dat Hij was.

53 En ik zeg dat tegen ons vandaag: "De dingen die wij Hem brengen, identificeren wat onze gedachten over Hem zijn." Begrijpt u wat ik bedoel? Ziet u? Als uw... Als u het met heel uw hart gelooft, ieder woord ervan, zult u het bewijzen door het alles te geven wat u hebt. Ziet u? Maar als u gelooft dat het een goede plaats is om met betere mensen om te gaan, in de gemeente, en dergelijke dingen, dan is dat zo ongeveer wat u geeft (slechts enkele uren van gemeenschap met iemand van de samenkomst of zoiets). Maar als u het echt gelooft met heel uw hart, dan geeft u het alles wat in u is. Ziet u? En het identificeert u, dat u werkelijk de Boodschap gelooft, dat u gelooft dat het de waarheid is.

54 Zoveel mensen zeggen: "Ik kan tot zover geloven. Ik kan zó geloven." De discipelen... Ik geloof dat ik er de laatste keer hier over sprak: "Gelovigen, schijngelovigen en ongelovigen." Was het dat niet? Sprak ik daar niet over? Ziet u? En let op elk persoon wat zijn categorie betreft. Ziet u, het zal tot een plaats komen waar zij er zoveel van kunnen nemen en de rest niet kunnen nemen.

55 Nu, hoe passend waren deze gaven voor de reis van Christus op aarde, als Baby hier op aarde geboren. En deze gaven die de wijze mannen Hem brachten, pasten precies bij Zijn opdracht van God en Zijn reis op aarde.

56 Nu het eerste: God. Dit was God, Jezus was God in de vorm van een mens. Dit is moeilijk voor de mensen om dat te slikken, zelfs vandaag, dat "Hij God was". En Hij... Dat is wat Hij was... Hij was niets minder dan God. Hij was God gemanifesteerd in vlees. Hij was de Schepper in Zijn eigen schepping. Nu, dat... Hij was de Schepper in Zijn schepping, door de schepping, voor de schepping. Hij was de Schepper in Zijn schepping, door Zijn schepping, voor Zijn schepping. Alles komt terug tot God, de hele zaak. Ziet u het niet? De volheid van God! Hij was de Schepper, zodanig dat Hij God was. En Hij was een Wezen op aarde (een wezen van tijd), wat betekent dat Hij een begin moet hebben gehad; daarom schiep Hij voor Zichzelf een lichaam om in te leven. God, Zelf, schiep een lichaam voor Zichzelf. Ziet u? Opdat door deze schepping, Hij de verloren schepping, die Hij geschapen had, zou kunnen redden.

57 Er is niets dat de mens kan vernietigen, er is niet één ding. U kunt niets doen om iets volledig te vernietigen. U kunt een stuk papier nemen en het verbranden, u kunt een gebouw plat branden, u kunt een boom verbranden; u vernietigt hem niet. U... die hitte daar binnen, dat vuur dat verteert, dat zijn slechts chemicaliën die barsten. Zij keren terug tot wat zij in het begin waren. Zij zijn niet vernietigd. Bijvoorbeeld, als u een stuk hout verbrandt in de wereld... Als wij in eeuwigheid leefden zoals God, en die chemicaliën van dat hout en dat vuur gingen terug naar zijn originele oorsprong, in wat het ook was, het breken van de atomen, enzovoort; en de wereld zou miljoenen jaren standhouden, dan zou dit regelrecht weer terug kunnen komen en een andere boom worden, precies zoals het was.

58 U kunt niets vernietigen, omdat het een gesproken Woord van God is. Amen! O, dat doet mij me nu religieus voelen. Ziet u? Wat God zegt, houdt voor eeuwig stand. Amen! Ziet u, u kunt niet vernietigen. Wij zijn een deel van deze aarde en wij kunnen nimmer volledig vernietigd worden. Beslist niet. De zonde (de ziel) zal vernietigd worden, wij beseffen dat. Maar het lichaam waarin wij leven kan niet vernietigd worden. Ziet u?

59 Nu, daarom schiep God voor Zichzelf een lichaam. Hij was de Schepper en schiep Zijn eigen schepping, opdat Hij door deze schepping degenen zou kunnen redden die in Zijn schepping verloren waren (dat zijn u en ik, wezens van tijd).

60 Zijn Woord toont precies dat... Hij en zijn werken bewezen dat Hij niets minder dan de Schepper was. Hij nam een stuk brood en brak het en bleef dat ene stuk brood breken en voedde er vijfduizend mensen mee; en haalde zeven manden vol overgebleven brokken op en iedereen was daar volledig met brood verzadigd.

61 Hij nam een vis en brak die vis in stukken. Nu, als wij beseffen dat Hij die vis in het begin schiep. Hij schiep dat brood in het begin. Maar Hij nam die vis en brak een stuk van die vis af. Het was een levende vis geweest en toen gekookt of gebakken; en telkens wanneer Hij ervan afbrak, wat het ook was (gekookt of gebakken), groeide het er weer aan in hetzelfde ogenblik dat Hij het ervan afbrak; opnieuw weer een gekookte of gebakken vis. Is het niet wonderlijk? Dat toonde aan dat Hij niets minder was dan Jehova. Amen. En dat Hij de Schepper was die Zijn eigen schepping kon nemen en door Zijn schepping kon uitdrukken Wie Hij was. Halleluja! Dit bewees dat Hij was wat Hij was. Hij was de Godheid. Dus goud was passend voor Hem in de offergave bij Zijn geboorte. Hij was de Godheid vleesgemaakt.

62 Ik kan misschien iets zeggen... Er zijn geen vreemden onder ons vanavond, veronderstel ik, dus... in deze gebedssamenkomst. Maar laat mij iets zeggen. Deed Jezus toen Hij hier was...? Nu, dit is om te overdenken, niet voor... voor onderzoek. Merk op, slechts om te overdenken: Jezus zei in Johannes 14:12: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen, en nog grotere dan deze, want Ik ga tot Mijn Vader." Hebt u dit opgemerkt? Let nu op, dat was de Zoon van God Die aan de gelovige belooft dat grotere dingen dan Hij deed, (in deze laatste dagen) dat de gelovige grotere dingen zou doen dan Hij deed. Johannes, het veertiende hoofdstuk, het twaalfde vers. Is dat juist? Gelooft u dat Jezus dat zei?

63 Merk op, toen Jezus brood schiep; nam Hij een stuk brood en schiep brood dat reeds brood was geweest. Toen Hij vis schiep, nam Hij een vis die eerst als vis geschapen was en bracht er een andere vis uit voort. Is dat juist? Hij nam water, dat potentieel wijn zou zijn geworden, en maakte er wijn uit. Is dat juist? Maar wij hebben Hem in ons midden gezien, in deze laatste dagen, dingen rechtstreeks scheppend, zonder dat er iets stond! Is dat juist? Om een eekhoorn te scheppen waar geen eekhoorns zijn. Juist! O, Hij blijft God. Hij is evenzeer de Godheid vandaag als Hij toen was en altijd was of voor immer zal zijn. Hij is nog steeds God en daagt harten uit het te geloven: "Grotere dingen dan deze zult u doen, zonder iets vast te houden en er vanaf te breken. Spreek het en het zal zo zijn."

64 Let nu op, wij ontdekken dat Hij identificeerde... De werken die Hij deed, identificeerden dat Hij de Godheid was, toonden aan dat Hij het was. Want Hij zei: "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet."

65 En zou de Christen vandaag niet kunnen zeggen: "Als ik de werken van mijn Redder niet doe, geloof mij dan niet?" Ziet u?

66 "Zoals de Vader Mij zond, zo zend Ik u." En als u de werken doet, scheppingswerken van de Vader die Hem zond, dan doet Christus (de Schepper), Die ons zendt, de werken van Christus de Schepper. Ziet u? "Zoals de Vader Mij zond, zo zend Ik u. En als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet."

67 Dan moet de Christen vandaag het leven leiden dat Christus leidde, anders hebben wij een recht om te zeggen: "Het is niet zo."

68 Merk nu op dat Zijn werken Hem identificeerden de Schepper te zijn. Zijn werken die Hij deed, bekroonden het getuigenis van Zijn leven, dat Hij de Schepper was; geen manier om eraan te ontkomen. Daarom, toen zij hun gaven offerden van goud, waren zij perfect in harmonie met God, met hun gaven. Zij gaven Hem goud, wat Hem vereenzelvigde als de Godheid. Altijd een kroon, de gouden kroon... het gouden hoofd van koning Nebukadnezar. Alles, ziet u... altijd wordt de Godheid vertegenwoordigd door goud.

69 Nu: wierook. Wij willen dit snel behandelen. Wierook is het offer van de dienst aan Jehova. Nu, als u de Schriftplaatsen wilt noteren, Leviticus 2:2 en Leviticus 16:6–15. We ontdekken dat het de regel is voor het priesterschap om een offer voor Jehova te brengen. Wanneer hij het offer bereidde, moest het klaargemaakt worden en gemengd met wierook als zondoffer. Zij namen verschillende dingen en mengden het voor het meeloffer; voor het wuifoffer werd wierook toegevoegd. Omdat het voor Jehova aanvaardbaar was als het gezalfd was met wierook, wat betekent dat het een dienst is voor Jehova, God. En nu ontdekken we dat Hij Goddelijk is. En zij brachten Hem wierook, wat een type was dat Hij in dienst was voor Jehova. Jezus is Jehova's Dienstknecht.

70 Nu, in Matthéüs 12:15–21, ontdekken wij dat Hij Jehova's Dienstknecht was: "Zie, Mijn dienstknecht, in wie Ik Mijn welbehagen heb", en Hij was het, "en Ik leg Mijn kracht op Hem." Dus Zijn leven was gezalfd met wierook voor Jehova's dienst. Wat een gave die deze wijze mannen schonken! Ziet u, het was iets om te... de gift die zij gaven, was iets om aan te tonen dat Jezus Jehova's Dienstknecht was.

71 Nu, als wij dat slechts zouden kunnen doen, ons leven vereenzelvigen. Ziet u, om met ons leven te laten zien dat wij Jehova's dienstknechten zijn. Daar was de wierook voor; dat maakte Hem Jehova's Dienstknecht.

72 Nu: mirre, met m-i-r-r-e werden de doden gezalfd. Wij ontdekken in Johannes, het negentiende hoofdstuk, het negenendertigste vers, toen Maria en anderen heengingen voor de begrafenisdienst van Jezus, dat zij deze mirre meenamen om Hem ermee te zalven; omdat Hij de Dienstknecht van de dood moest zijn voor Jehova. Ziet u? Iemand moest sterven. Dat was een dienst die voor God moest worden gedaan, en niemand was waardig om het te doen behalve God Zelf. Dus door de mirre te brengen werd Godheid aangetoond, samen met de dienst, waarom Hij ook met mirre werd gezalfd, omdat deze Godheid ter dood moest worden gebracht ten einde de onvolmaakte te redden. O, wat een geweldige zaak!

73 De hele schepping was verloren. Wij namen het juist door in de zeven zegels. Ziet u, de hele schepping was verloren, alles verloren. Het behoorde allemaal aan Satan. Hij werd er erfgenaam van en hij bezit het nog steeds. Dat doet hij zeker. Dat is de reden waarom wij strijden en al deze last hebben. Hij heerst over elk koninkrijk; Satan doet dat. Elke regering, elke koning, elk koninkrijk wordt bestuurd door Satan. De hele wereld wordt beheerst en bestuurd door Satan. Dit is de reden waarom wij de moeilijkheden hebben, die wij hebben. Iedere Bijbelstudent, of wie dan ook, kan u vertellen dat Satan... Wel, de Bijbel zelf zegt het, ziet u, dat hij de wereld bestuurt. Maar Christus zal er erfgenaam van worden, want Hij is nu onze Verlosser. En Hij kwam om de hele schepping te verlossen en niets kon het doen dan God Zelf.

74 Dit is de reden dat God niets doet buiten een mens om. Hij werkt altijd door een mens omdat Hij een mens moest gebruiken. Hij moest een mens gebruiken om Zijn attribuut van Redder ten toon te stellen. Hij moest hem naar Zijn beeltenis maken, hem iets maken zoals Hij en hem op een vrije morele basis plaatsen en hem laten handelen op elke manier die hij maar wilde. Hij kon zijn keuze maken. En hij wist dat de mens, door hem deze keus te geven, zou vallen. Daar het zo was dat Hij dit moest doen, keert Hij zich weer om en maakt de mens een partner van Hem en doet niets tenzij Hij het doet door een mens!

75 Het hele verlossingswerk kwam door een Man! Halleluja! De dood kwam door de eerste man, leven kwam door de tweede Adam. Ziet u? Daar hebt u het; Hij doet niets, omdat Hij daarvoor een Man moest gebruiken; want Hij gebruikt een Man om weer terug te verlossen. De Godheid wordt dus Jehova of Jehova... Hij is de Godheid en Hij werd een Kind. Hij kwam in de vorm van zonde, opdat Hij de zondaar zou kunnen redden. Ziet u, daar is de hele zaak.

76 Nu, kijk wat... hoe prachtig die gaven bij Jezus Christus pasten; ziet u, goud, sprekend van Zijn Godheid. Nu, het waren geen heidenen. Zij waren door God geïnspireerd. Zij beeldden zich niets in. Dat bewijst daar precies dat zij, zelfs de Magiërs, het bovennatuurlijke echt zagen. Omdat hun eigen gave, die zij offerden, bewees en duidelijk sprak van hun getuigenis dat zij het bovennatuurlijke leven zagen. Waarom? Het is volmaakt duidelijk. Zij brachten goud, "de Godheid". Zij brachten wierook, "dienst". En zij brachten mirre, voor Zijn "dood", toen Hij een Baby was, amen, aantonend dat de Godheid in het vlees ter dood gebracht zou worden, amen, opdat Hij de gevallen mens zou kunnen verlossen. Hoe kunnen de mensen dit afwijzen?

77 Beseft u wat wij hier doen? Waar we vandaan komen? Om welke reden we hier zijn? Wij werden hier niet zomaar toevallig geplaatst; wij werden hier gesteld voor een doel en wij moeten dat doel dienen. Maar nog steeds zijn wij hier op basis van vrije morele keuze, waarmee wij Hem kunnen dienen of het afwijzen, precies zoals Adam in het begin deed.

78 Ik kijk naar die meisjes hier, broeder... Wat is...? Ik geloof dat het de jongedame is die de piano bespeelde en ik luisterde naar hen toen ze zongen. Wij spraken over hen, op de weg hierheen. Er is een klein gezin dat hun hele leven en alles aan Christus heeft toegewijd. Kijk naar dat gezin hoe ordelijk het is. [Leeg gedeelte op de band – Vert] Kijk naar die meisjes. Zij stonden hier boven, het zijn voorbeelden van jonge vrouwelijkheid, de tienerleeftijd. En ongeacht...

79 Enkele weken geleden ging ik binnen... Ik weet niet wat de naam van de plaats daarginds is, het is in New York, waar ze alleen maar huizenblokken vol met beatniks hebben. Hoe die meisjes daarginds met nauwsluitende tricots aan en een bikini (zoals met het noemt) daar bovenaan. En o, wat een opeenhoping... Zij doen alles wat in hun gedachten opkomt. Ongeacht wat het is, dat... wel, zij zijn beatniks. Zij kunnen gewoon van alles doen. Als zij willen neerliggen en niet opstaan, liggen zij gewoon neer en staan niet op. Als zij een bepaald iets willen gaan doen, doen zij het, als zij het niet willen, doen zij het niet! Maar hun gedachten hebben de vrije loop! En waar denkt het onbekeerde verstand aan? U hebt geen recht om dat te doen, omdat u niet van uzelf bent, u bent gekocht door de Godheid, Jezus Christus, de Zoon van God, Die vleesgemaakt werd. Maar ziet u de opeenhoping van zonde!

80 En u ziet dat een stel van dergelijke jonge meisjes standvastig is; wel, voor mij betekent het licht in de tijd van duisternis. Het is een gevorkt licht van de zigzag zweep van God in de hemel om te tonen dat er licht kan zijn! Er kan gerechtigheid zijn temidden van zonde!

81 Maria, de moeder van Jezus, kwam uit de stad Nazareth, de gemeenste stad die er in het land was, maar daaruit koos God een kleine dame om Zijn Zoon te baren; een broedmachine, een baarmoeder waardoor een baby moest worden geboren. Hij nam zo'n persoon om dat te doen. God werkt door menselijke wezens om menselijke wezens te verlossen. Hij kan u nemen, door u werken, om de mensheid te verlossen, indien u alles wat u bent volledig zult toewijden.

82 Als u een jonge vrouw bent, draag uw zedelijk gedrag op. Bent u een jongeman, draag uw moraal op, draag uw verstand op, draag uw denken op, draag uw hart op, draag uw ziel op, draag al wat u bent op! En laat Christus er doorheen werken. Wat een glorieus iets! U moet enkele rivieren oversteken, u dient bruggen over te gaan, u hebt de doornstruikplekjes, u hebt de struikgewassen, u hebt de bossen, u hebt de donkere plaatsen, u hebt de hoge heuvels, u hebt de steile hellingen. En wat doet u? Op een dag zult u moeten stilstaan en terugkijken; zien waar u vandaan komt en u zult geoordeeld worden over de koers die u neemt. Richt geheel uw verstand en uw gedachten op die Noordster (het centrum van God) en wijk er niet vanaf. Blijf er pal bij. Het zal u rechtstreeks, zoals het de wijzen deed, rechtstreeks naar de Christus brengen.

83 In orde. Men zalfde Hem met mirre. Wij ontdekken nu in Johannes 12:1 en 7 dat dit precies was wat Hij deed. Hij was de perfecte Dienstknecht van God en Hij had Hem gezalfd met al Zijn Goddelijke gaven. Hij was gezalfd met al Gods gaven, omdat Hij God was. Hij was God. Ziet u, zij brachten Hem gaven.

84 Nu, wij zullen... Ik wens... De mensen hier, de meeste van hen, weet u, zenden je iets. Nu, als het tijd is om iets terug te sturen, dan zou ik het niet kunnen. Ziet u? Het is over de hele wereld. Ik zou het eenvoudig niet kunnen doen. En ik waardeer kleine dingen en dingen die mensen doen om zichzelf en hun dankbaarheid, enzovoort, uit te drukken.

85 Nu, dit is wat deze rijke mannen deden. Deze mannen waren Magiërs; zij brachten goud, zuiver goud. Zij brachten wierook, de beste die zij konden vinden. Zij brachten mirre, de beste die zij konden vinden.

86 Wij beseffen hier, in Johannes 12, we ontdekken dat deze vrouw – als wij tijd hadden om het te lezen, maar ik wil u niet te lang houden, ziet u, omdat ik weet dat het morgen maandag is en dat sommigen van u moeten gaan werken. Kijk, zij brachten... Deze vrouw bracht die mirre, die kostelijke zalfolie, om de doodslucht weg te nemen. En zij brak deze albasten kruik en goot het uit over het hoofd van Jezus. En Judas zei: "Wat, dit had aan de armen gegeven moeten worden." Maar dit zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde, maar omdat hij van oorsprong een dief was, hij droeg het geld. En hij zei: "Dit had verkocht moeten worden, in plaats van het te..."

87 Jezus dan zeide: "Laat haar begaan! Want ze deed dit..." Zij zalfde Hem voor Zijn begrafenis. Ziet u? Deze vrouw was zo dankbaar dat haar zonden vergeven waren dat zij al het geld dat zij had uitgaf, en een albasten kruik nam en deze brak en de olie uitgoot, wat de kamer vulde met de fijne geur van deze mirre, waarmee zij Hem gezalfd had voor Zijn dood. Nu, ziet u, zij deed de dienst, niet wetende wat zij deed, maar zij was zo dankbaar jegens God.

88 En als u zo dankbaar om Kerstmis bent, zeg dan niet: "Ik geef die van Jones een geschenk en zij geven mij er een terug; ik zal zien wat ik morgenochtend krijg." Waarom opent u uw hart niet en kijkt wat daarin is: ontdek wat u hier binnenin hebt. En accepteer... wanneer we het leeg vinden, met alleen ingebeelde geloofsbelijdenissen en zorgen van de wereld, waarom Christus niet vragen het vanavond te vullen? Vanavond, zodat u de werkelijke betekenis van Kerstmis kunt krijgen. Het is Christus in u; God, wonend in het menselijk hart. Dat is wat echte Kerst betekent.

89 Maar ziet u, vandaag worden we zo negatief. Het is de duivel die ons daardoor pakt (er zijn gekleurde lollies en een rendier en een man met bakkebaarden, die als een vliegtuig door de lucht vliegt en de hele wereld bezoekt en elk huis, met een zak speelgoed op zijn rug, en ieder kind) en het is gewoon een leugen! Het is ronduit een leugen. Zie? Nu, ziet u? Maar waarom? De duivel deed dit zodat hij de gedachten van de mensen kon verdraaien.

90 De commerciële wereld haakt er op in en men... Wel, zij verdienen zoveel in de kersttijd dat zij de rest van het jaar bijna met pensioen kunnen gaan. Ik sprak onlangs met een koopman en hij zei: "Geeft u mij deze twee weken en als ik hier niet mijn connecties moest aanhouden, zou ik wachten tot de volgende Kerst; ik zou kunnen gaan vissen, wat ik ook maar wil doen tot de volgende Kerst." Hij zei: "Maar ik houd de jongens bezig, houd hen hier bezig, net voldoende om mijn zaak open te houden en het houdt... het dekt de rekeningen en zaken." Zei: "Ik verdien niets tot de kersttijd weer aanbreekt." U ziet dat het een groot commercieel iets geworden is, terwijl het een aanbidding behoorde te zijn; aanbidding.

91 Nu, God zalfde Jezus zó met de volheid van Zichzelf dat de... Hij was Gods geschenk aan de wereld, zodat de wijzen duidelijk vereenzelvigd waren toen zij Hem hun gave offerden; het toonde aan dat zij in hun hart wisten Wie Hij was en wat Hij voor hen ging doen. Dus geen wonder dat het eerste wat zij deden was dat zij neervielen, volkomen in stijl, en Hem aanbaden. Voor zij het zelfs maar konden begrijpen, vielen ze neer en aanbaden Hem en boden toen hun gaven aan. Dat is de manier om echt Kerst te hebben: Hem aanbidden, dan uw gave aanbieden; uw lichaam aanbieden als een levende offerande, heilig en aanvaardbaar voor God.

92 Maar weet u wat er gebeurde, nadat de wijzen dat deden? De vader en moeder van Christus, de pleegvader (natuurlijk) en pleegmoeder ook, omdat God zowel Zijn vader als moeder was... Maar we ontdekken dat zij deze gaven van deze wijze mannen aanvaardden. Geen wonder dat ze wijze mannen genoemd werden. Zij waren wijs. Zij hadden werkelijk wijsheid. Als de mens vandaag maar zo wijs zou willen zijn, net zo wijs! Er is een wijs man voor nodig om tot Christus te komen. Een mens die zich van Hem afkeert is een onwijs mens. Maar er is een wijs man voor nodig om tot Christus te komen.

93 Let nu op! En nadien bewezen de wijzen aan Hem wat Hij zou zijn en wij vinden door de Schrift heen dat het precies was wat Hij was: de Godheid in dienst voor de dood. Waarvoor? De Godheid in dienst voor God voor de dood. Jezus was de Godheid in dienst voor de dood om de wereld te verlossen. Maar wat deed de wereld ermee? Men weigerde het. Men verwierp het. Waarom? Sommigen van hen, een groot deel van hen, deden dit hierom: omdat Hij echt stierf! Zij zeiden: "Hij kon niet de Godheid zijn en sterven." De mens (het lichaam) was de Godheid niet, maar de Godheid was in het lichaam. Dit lichaam moet vergaan. De ware Christus Die in u is, is het enige wat u kan doen opstaan. Dat is de Godheid, God in u.

94 Nu, merk op! Nu, hetzelfde als nu; zij verwerpen de geïdentificeerde Godheid. Vat u het? Zij zullen zeker hun naam in een kerkboek zetten en zeggen: "Ik zal naar deze geloofsbelijdenis proberen te leven." Zij zullen daarbij een eed zweren. Maar wanneer het erop aankomt de Godheid te aanvaarden en om dezelfde soort gave tot uitdrukking te brengen zoals zij toen deden... dat u wordt vereenzelvigd met uw gave, dat u uw hele wezen er aan overgeeft, om Godheid te identificeren. Want u identificeert uzelf met de Godheid door alles van uzelf te geven, wat u bent; aan de Godheid Zelf.

95 Nu, in deze dag waarin wij nu leven, identificeert Christus nog steeds Zichzelf: de Godheid onder de mensen. Hij is nog steeds de Godheid, omdat Hij het Woord is. En wanneer wij het Woord Zelf zien leven, dan weten wij dat de mens dit niet kan doen. Het is de Godheid, het Woord, dat door de mens wordt gemanifesteerd. En Jezus zei Zelf: "De Zoon kan niets doen uit Zichzelf. Ik kan niets doen, Ik ben een Mens," zei Jezus, "maar Mijn Vader Die in Mij woont, toont Mij alle dingen die Hijzelf doet." Amen! Daar hebt u het! Wat is het? Godheid die vereenzelvigd wordt in de mens. Nu, hetzelfde is er vandaag; die Godheid, het beloofde Woord voor deze dag, kan Zich in u vereenzelvigen. Amen! Geeft u dan alles van uzelf daaraan over? Bewijs dat u er in gelooft. Geef het de Godheid: geloof het, dien, wees bereid om af te sterven aan uzelf en uw eigen gedachten. Maar vandaag wordt het verworpen zoals het toen werd.

96 Merk op dat God de Magiërs met hun gaven leidde. Gedurende ongeveer twee jaar volgden zij die ster. Ziet u? En dit toont aan dat het niet een van de natuurlijke dingen kon zijn die gebeurden, zie? Omdat, als de sterren die hun banen volgen deze zouden hebben gekruist, het zou hebben aangetoond dat er iets anders was. Omdat... want die Magiërs zagen het lange tijd voor het gebeurde en wisten dat zij op die manier moesten kruisen; ziet u, in de banen waarin zij kwamen. En zij passeerden op die tijd precies boven Bethlehem en ze vertrokken vandaar, van te voren, omdat ze wisten dat deze hemellichamen zich in die richting bewogen.

97 Nu, God leidde de Magiërs, omdat zij de juiste gaven hadden. God leidde deze wijze mannen, omdat zij de juiste geïdentificeerde gave hadden om Zijn Zoon te identificeren. O my! Begrijpt u het? Wijze mannen vandaag, wijs in de Naam des Heren, niet met een of ander denkbeeldig iets, maar met de gave die God voor deze dag beloofde: God zal u begeleiden om vast te stellen dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. Daar hebt u het: wijze mannen!

98 God begeleidde die gaven, omdat het de gaven waren om Hem te identificeren. Het zijn wijze mannen die zich vandaag kunnen afwenden van kerkelijkheid en alle dingen van de wereld naar het levende Woord van God! En God zal Zijn Zoon identificeren door Zijn Woord, want dat is wat Hij is. "Ik en Mijn Vader zijn één." En: "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons." En hetzelfde Woord vandaag: Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig. En een wijs man volgt dat omdat dat hetgeen is waarvoor God zorgdraagt om Zichzelf door te identificeren. Amen! Een gave! Een echt geïdentificeerd geschenk van God; God brengt dat dwars door alles heen, om Zichzelf erdoor te identificeren.

99 En zó werd Christus geïdentificeerd: door goud, mirre en wierook, door die mannen die in voorafschaduwing en in type toonden wat Zijn leven ging zijn. Ziet u? De Godheid gemanifesteerd voor dienst om te sterven opdat Hij de natie kon verlossen, opdat Hij "Zijn volk van hun zonden zou redden". Niet de wereld redden, Zijn volk redden van hun zonden. De Bijbel zei hier: "Want op Zijn Naam zullen de heidenen hopen." Ziet u? De heidenen zullen op Zijn Naam vertrouwen. Amen! Met andere woorden, de bruid, de uitgeroepenen uit de heidenen, zullen vertrouwen op de Naam van Jezus Christus: "Op Zijn Naam zullen de heidenen hopen." Nu, God leidde hen, want zij waren... de geschenken die zij gaven, pasten bij de tijd.

100 Merk op! Zoals ik heb gezegd, heeft God... Hij deelde Zijn Woord toe in het begin, in Genesis. Ik kan Genesis nemen en u elk tijdperk in de Bijbel tonen, tot aan dit tijdperk hier. Al de godsdiensten en dingen die we vandaag hebben, kan ik u precies laten zien waar zij in Genesis waren, zie.

101 God gaf Zijn Woord: zoveel hier, zoveel daar, zoveel hier, voor elk tijdperk. En dan zond Hij er een profeet naartoe, gezalfd om dat Woord te laten geschieden en om de andere die zou komen te ondersteunen. Kijk, zoals bij de Messias: altijd ondersteund. Iedere profeet die kwam, vervulde in zijn eigen leven, door zijn eigen wezen, het Woord dat voor die dag werd gegeven, hij vervulde dat geschreven Woord en voorzegde wat de ander zou gaan zijn. En ieder van hen sprak van Hem (amen) omdat Hij de volheid was, Hij was het Hoofd van de profeten; Hij was het Woord van God, Hij was de profeten. Amen! Daar is Hij. Merk op! Hoe wonderbaar wat Hij was: elk van deze profeten.

102 Toen Hij dan kwam, was Hij de volheid van alle profeten gemanifesteerd, omdat zij het Woord des Heren waren en Hij zei Zelf: "Als u hen goden noemt, tot wie het Woord des Heren komt, hoe kunt u Mij dan veroordelen wanneer Ik zeg: 'Ik ben de Zoon van God'?" Ziet u, zelfs diegenen in dat tijdperk werden geïdentificeerd als goden; God Zelf noemde hen 'goden'. Wat waren zij? Ze waren manifestaties van Zijn Woord. En hier was Hij, de volheid van het Woord, de belichaamde Godheid, de Godheid gemanifesteerd in het vlees.

103 Let op. Want deze gaven, die deze mannen brachten, hadden niet tot een profeet kunnen worden gebracht. Het zou niet juist zijn geweest. Ziet u? Die geschenken konden niet naar Elia gegaan zijn, niet naar Mozes; zij moesten naar Hem gaan. En overmits die gaven precies voor die dag bedoeld waren en door deze gaven moest worden geïdentificeerd Wie Hij was, kwam God langs en beschermde hen en bewaarde hen daar twee jaar tot zij het perfecte licht hadden gevonden. Hoe passend!

104 Hetzelfde vandaag. Wij hebben vandaag mensen die echte loyale, fijne mensen zijn, oprechte mensen. Maar, ziet u, daar binnen zal iets tevoorschijn komen – dat heeft God altijd gedaan – om déze dag te identificeren. Dit is de dag waarin deze dingen die gesproken zijn, moeten gebeuren. Er zullen er niet veel zijn, slechts erg, erg weinig die gered zullen worden. De Bijbel zei het zo. Er zal slechts een handvol van zijn.

105 Jezus Zelf zei: "Zoals het was in de dagen van Noach, waarin acht zielen werden gered." Acht zielen uit een generatie die lijkt op deze. "Zoals het was in de dagen van Noach." Wat was het? Geweldig beschaafde mensen, grote werkers, grote bouwers, alles wat ze hadden was groot. Waarschijnlijk was hun beschaving ook zo, met de geweldige dingen die ze hadden. "En zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Ziet u? En God had Noach om Zijn beloofde Woord te betuigen. Het was zeer passend. De ark paste bij het Woord van God toen Hij sprak dat Hij de mens zou vernietigen. Maar Hij redde wat Hij redden kon.

106 Nu, deze wijze mannen die hun geschenken brachten, identificeerden iets. Hun geschenken identificeerden wat het was en dat is de reden dat God deze geschenken beschermde bij elke beweging die zij maakten. Hij beschermde het totdat zij met die gaven aankwamen, omdat zij passend waren voor de tijd. Begrijpt mijn gemeente dat? Dat is wat er nu gebeurt! Ik hoop dat het niet over uw hoofden heengaat. Ik moet het bijna in een gelijkenis spreken, ziet u. Maar begrijpt u het? Het zijn de dingen die gebeuren, die passen voor deze dag, Laodicéa. Het is de passende tijd; dat is de reden dat God het beschermd heeft. Ziet u, Hij bracht het er recht doorheen om Zichzelf te identificeren. Gaven – alhoewel het een sterven kost – het brengt een struikelblok op hun weg. Het is een passende tijd, dat is juist, passend voor de dag. Om die reden heeft God het beschermd, op de wijze waarop Hij het deed. Hij zal het beschermen tot het Zijn doel heeft gediend.

107 O, ik heb een verhaal over iets dergelijks gelezen, dat niet lang geleden in mijn gedachten kwam. Het was in een grote stad hier in deze natie, New York. En het was op de avond voor Kerst. En er was een arm klein gezin. De vader had tbc en zijn vrouw had tbc. Zij waren minder bevoorrecht en hij was wat zwakjes en daarom wilde niemand hem in dienst nemen. Hij had geen scholing gehad en de mensen wilden hem niet.

108 Hij was een verschoppeling, werd een zwerver. U weet wat een zwerver is: gewoon langslopen en iets oprapen en er mee venten en krijgen wat je kunt; een kleine verdienste die men kan maken, waar men van probeert te leven. Zoals een... als een marskramer of zoiets op straat, die wat spelden en naalden en vingerhoeden gaat kopen en wat hij maar kan. En neemt dat en koopt misschien een pak voor een stuiver en verkoopt het dan voor een dubbeltje, en maakt per pak 5 centen winst en dat misschien in de loop van een dag. U zegt: "Dat is een groot winstpercentage." Maar bedenk, wat hij slechts op een dag zou kunnen verkopen. Misschien verdiende hij 20, 30 cent per dag, en hij had een gezin.

109 En de kleine vrouw die zwak was, stierf.

110 En de kersttijd naderde. En het kleine meisje werd ziek... door ondervoeding, doordat ze het juiste voedsel en zo niet kreeg. Zij kreeg ook tbc. En zij was een klein ding van ongeveer 8, 9 jaar oud, 10. En zij had nog nooit een pop voor Kerst gehad. En dat was wat zij wilde als geschenk: een pop.

111 En de vader, niet in staat haar de medische verzorging te geven, enzovoort, zag dat het kleine meisje snel achteruit ging en hij probeerde zijn best te doen om genoeg geld bij elkaar te krijgen om haar een pop voor Kerst te geven; als hij maar genoeg kon krijgen om voor haar een kleine pop te kopen! En zo kwam de kersttijd eraan; het slechte weer begon en het kleine meisje kreeg een soort longontsteking, o, net enkele weken voor Kerst. En de vader, natuurlijk met een gebroken hart, ging naar zijn kleine tinnen kan en haalde het geld eruit. En hij dacht aan zijn kleine meisje, want zij wilde een pop zoals andere kleine meisjes. Ziet u, het is een kleine moeder die opgroeit.

112 Merkt u op hoe een klein meisje naar een pop toegaat, omdat zij... dat is haar natuur, zij is een aankomende moeder. Zij zal op een dag, als zij leeft, moeder zijn, en zo. Weet u, haar natuur; dat is de reden waarom een klein meisje van een kleine pop houdt; zij wil ervoor zorgen omdat zij uiteindelijk, potentieel, een kleine moeder is.

113 En zij wilde een kleine pop en zij had er nooit een gehad. En pappa had alles wat hij kon gespaard om voor haar een kleine pop te kopen. En zij stierf.

114 En de vader kreeg een soort geheugenverlies. Zijn vrouw was weggenomen, zijn kleine meisje, en zijn verstand was tot een plaats gekomen dat hij... hij ging nog steeds elke avond naar bed en praatte tegen zijn kleine meid, hoewel zij al begraven was. Maar hij dacht dat hij tegen haar sprak en vertelde haar: "Nu, schat, het zal niet lang duren en pappa zal die kleine pop voor jou voor de Kerst halen. En pappa heeft je de pop beloofd en ik zal haar kopen."

115 Tenslotte kwam Kerst. En natuurlijk, u weet hoe het is. De rijken hadden hun geweldige feestjes; de kaarsen brandden en er waren grote hoogmissen in de kerken en men sprak over Jezus, enzovoort, (de kerken deden dat) en het was allemaal een soort routine met mis en zang en kerstliederen en zo meer. Hoe weinig wist men van wat er gebeurde achterin die steeg, achter dit alles.

116 Deze kleine kerel daar raakte buiten zichzelf. Hij wilde zozeer dat dit kleine meisje die pop zou hebben, omdat zij zo om deze kleine pop had gebedeld. Hij ging dus naar buiten en kocht een kleine lappenpop voor haar, een klein ding, waarschijnlijk ongeveer 30 cent; een klein vuil ding had hij gekocht, daar aan de straatkant. En het was een echte, koude nacht; de sneeuwstorm woedde; het sneeuwt daar hard, want New York ligt precies aan de kust.

117 En de straten vulden zich; mensen in hun geweldig grote limousines. En drinkgelagen, met drank de geboorte van Christus vierend en met deze dingen waarover wij vanavond spreken. Terwijl ze proberen te denken dat dit de juiste manier is om hun oude zorgen en dingen weg te drinken en dat dit de wijze is om het te doen. Allemaal...

118 Ik stond onlangs in de winkel en een vrouw sprak over wat... Twee meisjes ontmoetten elkaar en zij wilden weten wat de ander voor haar vader had gekocht. En een van hen zei: "Wel, hij..." Zij had voor hem een slof van een bepaald soort sigaretten gekocht. En de andere zei dat ze voor hem een kruikje whisky had gekocht en een spel kaarten. Nu, als dat niet het geven van een herdenkingsgeschenk is voor de geboorte van de Here Jezus Christus! En zo gaat het, ziet u: het is slechts een grote hoop klatergoud. Het heeft totaal geen Kerst in zich.

119 En zo ontdekken wij dat deze kleine man rondzwierf. En hij wist in zijn hart dat zijn kleine meid was heengegaan, maar hij ging heen en kocht toch de pop. En hij dacht: "Ik zal gewoon beginnen te lopen. Ik zal haar ergens vinden. Zij zal hier ergens op straat zijn en ik zal haar vinden." En hij begon te lopen.

120 Hij kon zichzelf niet voor de gek houden; zij was daar niet meer in de kleine keet en in het kleine, haveloze, vuile bed; maar zij was begraven. Dus hij wist het. Hij dacht dat hij haar op straat zou vinden. Hij zei: "Ik zal gewoon blijven lopen." En hij liep door de steegjes, terwijl zij hun liederen zongen en getier maakten. En terwijl hij door het steegje liep, droeg hij deze kleine, vuile pop, hield haar in zijn jas vlakbij zijn hart en dacht aan zijn kleine meid.

121 En tenslotte gebeurde het dat een politieman hem zag; en de agent had zelf wat drank op en hij liep het steegje in en greep de oude man vast en draaide hem rond. Hij zei: "Wat doet u hier met zo rond te hangen?"

122 Hij zei: "Ik breng deze kleine pop naar mijn kleine meisje, meneer."

123 Hij zei: "Wel, waar woont u?" En hij zei hem waar hij woonde. Hij zei: "Wel, u gaat van die plaats vandaan, u bent dronken. Ga terug de andere kant op."

124 Hij zei: "Meneer, ik ben niet dronken. Ik beloofde mijn kleine meisje dat ik haar een geschenk voor Kerst zou geven; en een geschikt geschenk voor een klein meisje is een kleine pop."

125 En hij zei: "Laat me het eens zien." Hij toonde hem dus een kleine, vuile lappenpop, en hij hield het dicht bij zijn boezem, de kleine pop vasthoudend alsof hij... De agent dus, zelf halfdronken, duwde hem opzij en begon verder te gaan. De oude man ging het steegje door en het begon harder te sneeuwen.

126 En tenslotte hielden de nachtfuiven op. De volgende morgen was het sneeuwen opgehouden en de zon kwam tevoorschijn. En zo moest men... Al de mensen hadden na hun grote, vrolijke feestjes ijszakken op hun hoofd vanwege het teveel drinken en het vieren van de geboorte van Christus. En velen van hen waren hees van het tekeergaan, van al het feesten.

127 Maar ginds in de steeg vond men de oude man. En toen men hem omdraaide, hield hij de kleine pop tegen zijn hart aan. Ik veronderstel dat hij zijn geschenk naar haar heeft toegebracht. Hij vond haar in een land dat hier niet is. Hij, hij... bracht het geschenk. Het was een geschikt geschenk. (God, barmhartig.) Toch kostte het hem zijn dood. Er was geen andere manier in de wereld waarop hij haar het geschenk had kunnen geven, daar zij begraven was. Maar de enige manier waarop hij het kon doen, zou op deze manier moeten zijn. De kleine pop betekende niet teveel denk ik, de kleine, vuil uitziende pop, maar het... wat deed hij ermee? Het vervulde een belofte die hij had gedaan. Ongeacht hoe de mensen erover dachten, zijn vuile handen op een kleine, vuile pop, maar toch vervulde het een belofte aan zijn kleine meid.

128 Soms beschouwt men het Evangelie als zingen, spelen; men wilde het niet toen God het bracht, maar het vervulde een belofte dat Hij Zijn Zoon zou geven. En weet u wat? Zij verlieten Hem ook, om net als een verschoppeling op straat te sterven. Dat is precies juist; ze hebben Hem verlaten om als een verschoppeling op straat te sterven. En vandaag behandelt men Hem als een verschoppeling op straat, maar Hij vervulde wat Hij verondersteld werd te doen. Hij was de Gave die God aan de wereld had beloofd.

129 Laat ik Hem vanavond als Mijn Redder in mijn hart nemen. Laat mij zó wandelen in het aangezicht van mijn dood of wat het ook is. Ik beloofde mijn leven aan Hem. Ik zal het naar Hem toebrengen. Ongeacht waar ik heen moet gaan, indien ik door de dood moet gaan, als ik moet worden neergeschoten, wat er ook moge gebeuren, of uitgelachen moet worden, of "gek" genoemd worden, van alles, buitengesloten van de rest van de Christelijke kerken, enzovoort. Het is een geschenk van God dat ik in mijn hart vasthoud. Hij gaf het; ik wil het naar Hem toebrengen.

     Laten wij een ogenblik onze hoofden buigen.

130 Ik sprak over geschikte geschenken; het was een geschikt geschenk omdat het kleine meisje... zij was een klein meisje, een moedertje (zou zij zijn geweest) en de kleine pop was een geschikt geschenk. Een geschikt geschenk dat God, de Schepper, aan Zijn schepping zou kunnen geven, zou een Redder zijn, om haar te redden uit de toestand waarin zij was. Ik vraag mij vanavond af, terwijl wij nu Kerstmis naderen en ik veronderstel dat het de laatste boodschap zou kunnen zijn die wij horen tussen nu en Kerst, tenzij we de radioboodschap van iemand horen.

131 Ik vraag mij vanavond af of wij de gave die God ons heeft beloofd, aanvaard hebben: eeuwig leven door in Christus te geloven en de Heilige Geest te ontvangen. Als u het niet hebt, en u zou Gods echte ware kerstgeschenk willen aanvaarden, zou u dan uw hand willen opsteken? Zeg: "Broeder Branham, ik weet het niet, ik heb het soms geloofd. En ik heb erop gelet welke dingen ik doe. En ik ben een beetje in twijfel." Betwijfel het niet meer, vrienden.

132 Ziet u, het is nu te laat om het te gaan betwijfelen. Laten we er werkelijk zeker van zijn. Zeg: "Bid voor mij, broeder Branham, en ik wil... Gods geschenk aan de wereld is Jezus Christus. Ik wil dat dit een echte Kerst zal zijn. Ik aanvaard de Heilige Geest in mijn hart. Dat zou mij door alle levensstormen heen kunnen dragen en op een dag kan ik met deze gave van eeuwig leven in Zijn tegenwoordigheid komen. Hij zal mij op die basis aanvaarden, dat is de enige manier waarop Hij het zal doen."

133 Wel, hebt u het juiste geschenk vanavond? De juiste soort houding? "Vader, ik zal U volgen waarheen U ook gaat. Wat U ook zegt te doen, ik zal het doen. Wat Uw Woord mij ook zegt te doen, ik zal het doen. Zeker, het kan me niet schelen wat iemand anders zegt, ik ga het doen, omdat ik Uw geschenk wil; het is leven en Christus is het Woord."

134 Als u niet heel het Woord kunt geloven en zegt: "Wel, ik weet het niet, ik geloof dit, ik geloof dat, maar ik kan gewoon zo niet gaan, ik kan het niet." U bent zoals de zeventig die weggingen. Zij kunnen niet het hele Woord accepteren en Christus ontvangen in de volheid van Zijn Goddelijkheid en Zijn dienst; en bereid zijn om te sterven zoals Hij voor u deed.

135 Zou u dan slechts uw hand willen opsteken, met uw hoofd gebogen, en zeggen: "Bid voor mij?" God zegene u. En God zegene u. God zegene u, God zegene je, klein meisje. O, God zegene u. Ja, ik zie uw hand. De Heer zegene u; zeker. Dit kleine geschenk, Christus, Die God naar de wereld zond; en het identificeerde door... De Magiërs betuigden het, Zijn eigen leven betuigde het, Zijn dood betuigde het, Zijn opstanding betuigde het, uw aanvaarding betuigde het, en Hij vereenzelvigt Zich met u, zodat u de Zijne bent en Hij de uwe. Als u niet werkelijk... Ziet u, de reactie van de Geest Gods die in u werkt in deze kersttijd, moge het nu tot u komen.

136 Hemelse Vader, zoals wij wankelen als de zwerver op straat... Niemand had enige aandacht voor hem getoond. De wereld ging gewoon door met hun dwaze vieringen en zo doen zij dat vanavond, Here. Maar soms voelen wij ons zoals die zwerver, maar wij accepteerden een geschenk. Wij bidden dus, Vader, dat U van ons een gave wilt maken, om een licht te zijn voor deze stervende wereld. Velen hier hebben hun handen opgestoken omdat zij de Gave van God willen, die Hij van Zichzelf moest geven: Zijn enig geboren Zoon kwam neer en werd mens. Hij vernederde Zich zo laag dat zij zelfs niet... Hij kwam zo eenvoudig en nederig dat Hij zelfs geen bed had om in geboren te worden. Een koe of een paard of iets moest zijn kribbe afstaan, terzijde stappen (een dier). Menselijke wezens waren in zo'n toestand geraakt. Hij kwam naar beneden in een kribbe, een kleine oude stal in een grot aan de zijkant van de heuvel daar in Bethlehem, waar de zoon van een hoer vele jaren geleden de stad had gesticht.

137 En nu, Here, ontdekken we dat er op een avond, een koude avond, tot Hem gezegd werd: "Rabbi, wij willen vanavond met U naar huis gaan."

138 En Hij zei: "Welnu, de vogels hebben nesten en de vossen hebben holen, maar Ik heb zelfs geen plaats om Mijn hoofd neer te leggen." En dat is de wijze waarop men Hem liet sterven; zoals een zwerver op straat.

139 Hemelse Vader, kan de Christen, kunnen de mensen vandaag zien dat dit het grote Geschenk is? En velen hier vanavond, meer dan een dozijn, denk ik, staken hun handen op omdat zij de Heilige Geest willen ontvangen. Mogen zij zijn als de wijzen, terwijl misschien niemand van de rest van de samenkomst zelfs ziet wat er gebeurt. En deze ster, dit mystieke licht, passeerde de observatoria gedurende twee jaar, waarmee de mensen toen zelfs de tijd bijhielden (de wakers); zij hielden de tijd bij door de sterren. Niemand, geen historicus schreef erover. Niemand wist er iets over en toch was het daar. En deze wijzen, met hun geschikte gaven, werden er rechtstreeks naartoe geleid. Moge datzelfde licht in elk hart dat hier vanavond aanwezig is, neerkomen. Er zal misschien geen emotie, er zal misschien dit niet zijn, dat niet zijn en misschien zou niemand anders het weten, net als bij de wijzen. Maar moge er iets zo worden vastgezet in de harten van deze mannen, vrouwen, jongens en meisjes vanavond, dat die Gave van God hun leven zal zalven, zodat zij vanaf deze avond veranderd zullen zijn. Ze zullen niet meer zijn zoals ze geweest zijn. Zij zullen van nu af aan een veranderd schepsel zijn. Mogen zij, zoals de wijzen, zich omkeren en niet teruggaan naar de modes van deze wereld – Herodes, het paleis van de koning – "Maar gewaarschuwd zijnde door God, namen zij een andere weg." Sta het toe, Here.

140 Vanavond bid ik dat elke verstandige man, jongen of meisje, hier binnen vanavond... Mannen en vrouwen die verstandig genoeg zijn om zich vanavond af te wenden van de dingen van de wereld en na deze dag niet meer teruggaan. Laten zij na het voorbijgaan van deze dag en avond niet meer teruggaan naar de dingen van de wereld, maar mogen zij wijs zijn. En deze kleine mystieke stem, die veroorzaakte dat zij hun hand opstaken en zeiden: "Ja, ik wil Gods Gave."... Moge datzelfde, wat veroorzaakte dat zij hun hand opstaken, hen vanavond vereenzelvigen met Zijn dood, begrafenis en opstanding, door hun de Heilige Geest te geven. Mogen zij zich afwenden.

141 Mogen deze vrouwen hier vanavond, Here, die zo'n moeilijke tijd hebben gehad om niet mee te doen met de wereld, hun haar laten groeien en zich kleden als dames en deze make-up en spul wegdoen, die kunstmatigheid, wat toont... het ziet er min of meer uit of zij niet gezond zijn, dat zij... dat er iets verkeerd is. En mogen zij vanavond, door dit kleine mystieke licht, Here, wat veroorzaakte dat zij hun handen opstaken, zeggen: "Here, ik wend mij vanavond af van de dingen van de wereld."

142 Deze mannen die niet het werkelijke in zich hebben, dat ze tot hun vrouwen zouden willen spreken en maken dat zij zich zouden veranderen; en de dingen die zij doen. Mogen wij allen gezamenlijk, Heer, ons vanavond afwenden, gewaarschuwd zijnde door God, door de vreemde, kleine boodschap van het licht van God dat onze harten treft. Mogen wij ons vanavond omkeren en de rest van onze dagen voor U leven, met U naar huis gaan langs een andere weg dan waarop wij gereisd hebben. Sta het toe, Heer. Maak van ons betere Christenen, elke Christen hier vanavond, Vader, die U geaccepteerd heeft en in U gelooft. En zij hebben geprobeerd een christelijk leven te leven, maar mogen zij zich vanavond omkeren en dat Geschenk ontvangen.

143 O God, het is een verachte weg. Vrouwen zullen ouderwets worden genoemd; zij zullen van alles worden genoemd. En mannen zullen "fanatici" worden genoemd. Maar wij zijn bereid, Heer.

144 Heilige Geest, doe ons omkeren, nú. Keer mij om, Here. Ik zou zelfs geen enkele weg willen nemen die mij van U vandaan zou leiden, Here; ik wil slechts de weg gaan die U mij wilt laten gaan. Ik wil dat het geschenk van mijn hart zo perfect is, dat het U op aarde zal identificeren, Heer, dat U niet dood bent, U lééft.

145 U bent de God der levenden, niet de God van de doden. De dood is helemaal bedekt met vliegen, vleesvliegen, die kiemen scheppen voor meer vleesvliegen; zoals de man die zijn eerste dronk neemt, zijn eerste sigaret rookt, zijn eerste leugen vertelt, voor de eerste keer uitgaat zonder zijn vrouw, of de vrouw die uitgaat zonder de echtgenoot of de dingen doet die verkeerd zijn, net alsof een vleesvlieg hen gestoken heeft en... zij hopen zich op... gaan op in de maden en de vuiligheid, omdat het op een dode ziel is aan de binnenkant. Boze geesten gaan er op af en... De ene boze geest veroorzaakt dat hij iets anders doet; en een andere komt, zegt hem iets anders te doen, omdat zij dit deden.

146 God, mogen zij zich afwenden en tot leven komen. Mogen zij opstaan en de engelen van God naar beneden komen met de gaven van eeuwig leven, Heer, om van overwinning naar overwinning te gaan. Sta het toe, Vader. Wij wenden ons vanavond af van de dingen van de wereld en de zorgen van de wereld, door God gewaarschuwd dat de tijd nabij is, dat Jezus naar de aarde terugkomt. En moge de grote Heilige Geest ons vanavond dat eeuwige leven geven waar wij naar uitkijken. Sta het toe, Heer. Wij bidden slechts dat U ons deze zegeningen zult toestaan wanneer wij ze vragen in Jezus Christus' Naam.

     Met onze hoofden gebogen:

147 Wijzen kwamen er lang geleden naartoe, volgden dat licht tot zij het perfecte licht vonden. En moge het kleine licht vanavond dat u uw hand deed opsteken, of misschien deed u het zelfs niet... Het trof u, maar u hebt uw hand zelfs niet opgestoken; moge dat licht u regelrecht verder leiden naar dat perfecte licht.

     Laten we allemaal gaan staan voor een kleine toewijdingsdienst.

148 Laten we hier vanavond van ons kleine hart een woonplaats voor Christus maken. Herinner u vanavond mijn eigenaardig verhaaltje van de zwerver. Vanavond is Jezus Christus werkelijk die zwerver op straat. Dat is juist. Hij was een verschoppeling op straat. O ja, wij zeggen: "Wij dienen Hem." Zeker. De schittering en glans, dat is Hem niet. Dat is Hem niet. Hij moest sterven om u dit geschenk te brengen, geen pop maar leven. Hij moest sterven teneinde het te doen, om tot u te komen, de enige wijze waarop Hij tot u kon komen. Hij kon niet hier komen en een perfecte Man zijn, zoals Hij was, en zo tot u komen. Hij zou het zo niet kunnen doen. Hij moest sterven om het te doen, om de gave van God bij u te krijgen. Zoals de zwerver moest sterven om de kleine pop aan zijn meisje te geven, zo moest Christus sterven om God aan u te geven. Wij willen het vanavond aanvaarden. En ik geloof, met onze hoofden gebogen... en laten wij onze handen tot God opheffen en ons leven opnieuw toewijden, nu hier vanavond.

149 O genadige God, wij willen Uw Geschenk. Ik ben hier, met deze kersttijd, Heer, en ik besef als ik op de aarde kijk en de schittering en de bekoring zie van de dag, dan kan ik daarginds, zoals de Bijbel zei, dit Laodicéatijdperk zien; U staat buiten Uw kerk. U bent verworpen, een vluchteling voor Uw eigen kerk en voor Uw eigen volk. U bent verworpen. Een vluchteling is iemand die is afgewezen en U bent afgewezen in Uw eigen kerk. U bent afgewezen onder Uw volk. Zij willen U niet, Heer, en zij hebben U verlaten, zoals de zwerver op straat. God, U ging door en stierf hoe dan ook, opdat U ons de gave van God mocht brengen. En wij aanvaarden het nederig, Heer. Ik bid dat U ons hart en leven wilt vullen. En doe ons vanaf deze avond omkeren en mogen wij geheel de Uwe zijn als wij onszelf aan U toewijden.

150 Ontvang mij, Heer. Vele zijn de levensfouten die ik heb gemaakt. En dierbare God, zoals ik hier sta op deze heilige plek waar het Evangelie is gepredikt en waar wij U hebben gezien, zelfs in een groot licht dat op ons scheen. En wij zijn hier zo dankbaar voor, Heer. Ik wijd mijzelf toe bij deze Kerst, niet zoals de wereld zou doen, of om nieuwe bladzijden om te slaan. Heer, ik wil slechts Uw Zoon aanvaarden. Ik wil Uw Geschenk accepteren, Heer.

151 Ik wil de gave van eeuwig leven door Christus aannemen. En ik aanvaard werkelijk de gave van Christus voor mij, om te proberen anderen voor Hem te winnen. Ga met eenieder.

152 Maak de kleine huisvrouw zo zacht en nederig dat zij in staat zal zijn anderen naar U te leiden. De gave die U haar gaf, dat vrouwelijke, kleine damesachtige... Moge zij zo'n dame zijn dat de buren haar zullen zien en willen zijn zoals zij.

153 Maak de man, de winkelbediende, wie hij ook is, Heer, laat hem nederig leven zoals Christus, opdat anderen het mogen zien. Wij weten niet waar die mensen daarbuiten zich bevinden, Vader, maar wij willen nimmer de gewaardeerde oude hoofdweg verlaten; maar wij zullen achterwaarts en voorwaarts reiken, hoever het ook is om een ziel te bereiken. Breng dat binnen ons bereik, Heer, dat bidden wij. En geef ons het leven dat mensen doet verlangen zo te willen leven, terwijl wij onszelf vanavond aan U toewijden. In de Naam van Jezus Christus. Amen.

     Nu, als u uw hoofden opnieuw wilt buigen, wil ik ieder van u een zeer fijne Kerst toewensen.

154 Moge het grote Kerstgeschenk, het eerste en het enige en het originele en het enige dat er is, Jezus Christus, nieuw in uw hart zijn vanavond. Moge de Heilige Geest tot u komen en u gaven geven om te dienen en dingen van God brengen, opdat u... een gave waardoor u een beter leven kunt leven. Dat is wat ik wil. Ik zou liever het leven van Christus in mij willen hebben om lieflijk en overwinnend te leven dan dat ik alle gaven van genezing, de gaven van profeteren, al die andere gaven zou hebben; geef mij slechts Jezus. Laat mij het leven leven; het is het leven, dat ik wil leven. Ik wil leven opdat anderen het zullen weten. Dat is mijn verlangen met Kerstmis en ik bid dat het uw verlangen is. En ik bid dat God ons Zijn verlangen wil geven.

155 Laat nu de herder nog iets zeggen en dan eindigen. En God zegene u. Wij zullen u woensdagavond weerzien.