Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Schriftuurlijke tekenen van de tijd

Door William Marrion Branham

1 ...en dat zal ongeveer dertig of vijfendertig minuten duren. Zullen wij opstaan terwijl wij Mattheüs 12 opslaan, het 12e hoofdstuk van Mattheüs, beginnend bij het 38e vers, terwijl wij eerbiedig onze harten buigen.

     Toen antwoordden sommigen der Schriftgeleerden en Farizeeën, zeggende: Meester! wij willen van U wel een teken zien.

     Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jona, de profeet.

     Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van de walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde.

     De mannen van Ninevé zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen het veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en ziet, meer dan Jona is hier!

     De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht, en het veroordelen; want zij is gekomen van het einde der aarde, om te horen de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier!

     Ziet, meer dan Salomo is hier. Laten wij bidden.

2 Heer, 'zien' betekent: "Opkijken naar, aandacht schenken." Laat ons deze woorden gedenken, dat een Meerdere dan allen hier is: de Here Jezus Christus, de Zoon van God. Wij vragen deze zegening, dat Hij deze woorden zal nemen en ze zalven voor de harten van de mensen, opdat zij geloof mogen hebben, en Zichzelf voorts levend zal betonen zoals Hij beloofde te zijn. "Zie, Ik ben altijd met u, zelfs tot het einde der wereld", of de voleinding. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

3 Wij zullen gedurende enkele minuten spreken over: "Schriftuurlijke tekenen van de tijd". Nu, Jezus berispte hier die generatie omdat zij Zijn Schriftuurlijke teken niet geloofd hadden. Let op die Farizeeën. Zij kwamen tot Hem en zeiden: "Meester, wij willen van U een teken." Let op hun blindheid. Het teken was reeds gedaan en zij herkenden het niet. Weet u, ik geloof dat op een dag de Opname zal plaats vinden, en dat de mensen er niets over zullen weten! Jezus zei in Mattheüs, het 11e hoofdstuk, toen Johannes was gekomen... zijn discipelen waren gekomen om Hem te zien en zij keerden weer terug, en Hij zei: "Wat zijt gij uitgegaan om te zien? Een riet bewogen door de wind of een man in fijn gewaad? Of ging u om een profeet te zien? Ik zeg u, inderdaad een profeet. Nu, als u het kunt ontvangen, wel, deze is het van wie door de profeet gesproken werd, zeggende: 'Ik zend Mijn boodschapper voor Mijn aangezicht.'"

4 Op een dag vroegen de discipelen Hem, toen Hij erover sprak dat Hij de Zoon des mensen was; er werd gezegd: "Waarom is het dan dat de Schriftgeleerden zeggen dat Elias eerst moet komen?" Nu kijk, in Maleachi, het 3e hoofdstuk, staat er: "Ik zal Mijn boodschapper voor Mijn aangezicht uitzenden." Jezus verwees naar die Schriftplaats.

5 Niet Maleachi 4 nu; dat is een andere tijd. Ziet u, Maleachi 3 was het ene tijdstip: "Ik zal Mijn boodschapper voor Mijn aangezicht uitzenden." Maleachi 4, wanneer hij komt, dan zal de aarde verbrand worden en de rechtvaardigen wandelen op de as in het millennium (duizendjarig rijk). En wij deden dat nooit na de komst van Johannes. Maar het zal zijn na de komst van de laatste-dag boodschapper, die de harten van de mensen zal doen terugkeren naar het oorspronkelijke Evangelie, het geloof van de vroege vaderen, het soort dat zij hadden in de nieuwe gemeente te Jeruzalem. En dat zal hersteld worden in de laatste dagen door de... Het zal in een minderheidsgroep zijn, maar het zal precies eenzelfde soort karakter zijn als Elia en Johannes, beiden wildernis-liefhebbers, vrouwenhaters enzovoort en denominatievervloekers. En het zal precies eenzelfde soort persoon zijn, maar hij zal de waarheid hebben, een betuigde, geïdentificeerde waarheid. Het is beloofd.

6 Nu, wij weten dat Jezus Zich omkeerde en tot hem zei: "Elia is reeds gekomen en u wist het niet." Nu, zou het niet erg droevig zijn indien wij een dezer dagen de gemeente daar in de verdrukkingsperiode vinden?

7 Nu, ik ben hier niet om een leerstelling te prediken. Ik doe dat niet. Ik respecteer mijn broeders. Maar als u mij wilt vergeven, laat mij dit dan even tussenvoegen. Ik voor mijzelf geloof dat de gemeente door de verdrukkingsperiode gaat; maar de bruid niet. De bruid gaat naar huis. Ziet u, God brengt een bruid uit een kerk, zoals Hij in Egypte een natie uit een natie bracht. Ziet u? De bruid...

8 Dat is het overblijfsel van het vrouwenzaad. De uitverkorene – het is Zijn zaak waar Hij het patroon legt. Maar het overblijfsel is wat van het patroon is afgesneden. Het vrouwenzaad gaat in de buitenste duisternis, juist, maar niet de uitverkoren Gemeente. Zij is reeds geoordeeld en gereinigd, omdat zij in Christus is. Zij hoeft niet door iets anders heen te gaan. De anderen moeten door het oordeel heengaan, omdat zij er niet in waren.

9 Nu, een dezer dagen, die kleine minderheid... "Zoals het was in de dagen van Noach waarin acht zielen gered werden door water, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen. In de dagen van Lot, waarin drie zielen gered werden van het vuur, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Men kijkt uit naar een enorm groot universeel iets, wanneer het zelfs niet in de Schrift is. Ziet u?

10 Eén dezer dagen zal men zeggen: "Wel, ik dacht dat de Bijbel zei dat de gemeente aan dit alles zou ontkomen?" De bruid ontkomt eraan. Bedenk dat nadat Noach... "zoals het was in de dagen van Noach..." Noach ging de ark binnen en de deur werd gesloten. Hij ging binnen op de 17e mei en de deur werd gesloten en het regende nooit gedurende zeven dagen nadat hij in de ark was. "En zij wisten het niet." God sloot de deur.

11 En op een dag zal de deur van genade gesloten worden, en mensen zullen gewoon voortgaan te denken dat zij gered worden, en prediken enzovoort en de genade is voor de laatste keer met verachting afgewezen. En men weet het niet tot het gemist wordt. Bedenk dat er elke dag honderden mensen over de hele wereld vermist worden, die wij niet kunnen vinden of een verklaring voor hen kunnen geven. "Er zal één in het veld zijn, Ik zal er één nemen. Eén... twee in het bed, Ik zal er één nemen." Universeel, dus zullen er niet erg veel nodig zijn om die ontsnapte, opgenomen bruid te vormen.

12 Herinner u de tekenen. Israël heeft zich altijd verlaten op hun tekenen, in plaats van intellectuele toespraken. Zij werden verondersteld... God zond hun profeten. De profeten gaven tekenen. En tekenen, altijd wanneer er een teken is, een Schriftuurlijk teken, dan moet er een Schriftuurlijke stem zijn die op dat Schriftuurlijke teken volgt. En het moet allemaal Schriftuurlijk zijn, beloofd.

     Dus, ziet u, u komt in een richting: zoals Luther met rechtvaardiging. Dat is wat hij wist; dat is alles. Zij stelden er zich tevreden mee en gingen regelrecht in hun leerstelling. Hier kwam Wesley met heiligmaking; ging daaraan voorbij. Vervolgens werd het georganiseerd. Pinksteren kwam met het herstel van de gaven en zij organiseerden zich. En God beweegt steeds verder, verder door, heel de tijd, ziet u, door elke tijd, elk gemeentetijdperk.

13 We hebben daar vanavond een verbazingwekkende foto, die in dat boek komt, van drie jaar geleden, hoe de Here het me heeft laten uittekenen op een bord, en me liet aantonen hoe de gemeentetijdperken zouden falen en wanneer; en hoe zij op en neer zouden gaan. En zodra dat beëindigd was, kwam die grote engel des Heren, dat Licht, voor nagenoeg evenveel mensen als hier zitten, kwam recht naar de kant van de muur, en stond daar (en mensen bezwijmden), en Hij tekende het uit, met Zichzelf, op de muur.

14 Drie jaar later verduisterde de maan en ging gewoon uit, precies op de dag, net voor de paus, de eerste paus, heenging naar Rome. En wanneer de kerk en de oecumenische raad gereed zijn... O, broeder, zuster, laat mij daar niet over beginnen. Wij zijn hier aan het einde, elk teken, alles ligt precies juist.

15 God geeft tekenen, Schriftuurlijke tekenen, Schriftuurlijke tekenen van een stem. Herinner u toen Mozes... Waarvoor wordt een teken gegeven? Het is om aandacht te trekken. Een teken is om aandacht te trekken. Als het teken dan geen enkele stem heeft, dan is het teken niet juist. En als het teken dezelfde oude kerkelijke stem geeft, is dat teken niet van God. Als die stem geen verandering heeft gekregen... En die verandering moet een Schriftuurlijk teken zijn, moet een Schriftuurlijke stem zijn.

16 Laten wij bijvoorbeeld zeggen, dat de denominatiestem een bepaald teken volgde. God zond dat nooit. Wij hebben al deze jaren denominatie gehad. Het moet iets anders zijn. Het moet ZO SPREEKT DE HERE in de Schrift zijn. God moet het door het Woord beloven. En dan moet een teken de aandacht van de mensen erop vestigen. En dan volgt de stem het teken. Dat is de leerstelling die erbij gaat.

17 Jezus was een Man waarover goed gedacht werd. Hij was een jonge rabbi, de profeet van Galilea. Hij was een groot Man toen Hij de zieken genas, enzovoort. Maar op een dag ging Hij zitten en Hij begon te spreken en hun te vertellen: "Ik en de Vader zijn één." Dat was de stem die erop volgde. O nee, dat wilde men niet. Zij waren gereed voor het teken, maar zij wilden de stem niet. "Wanneer u de Zoon des mensen ziet opvaren naar waar Hij vandaan kwam..." Zij konden dat helemaal niet begrijpen. Ziet u? Maar toen de stem het teken begon te volgen, wilden zij er niets mee te maken hebben. Altijd een teken en een stem!

18 De reden dat Mozes zijn schoenen uitdeed, was dat het teken zijn aandacht trok. Hij keek daarheen en zag die struik in vuur. Nu, hij was een chemicus. Hij was een groot wetenschapper. Hij was onderwezen in al de wijsheid der Egyptenaren. En zij deden dingen die wij vandaag niet kunnen doen in de wetenschap: een piramide bouwen, sfinxen; zij hadden een balsemvloeistof die wij niet hebben, verfstoffen die wij niet hebben. Het was een grotere beschaving en meer opgeleid dan wij vandaag zijn.

19 En Mozes was een meester over hen. En toen hij die boom zag branden zonder af te branden, zei hij zonder twijfel: "My!" In zijn hart zou hij dit gezegd kunnen hebben: "Ik zal er naar toegaan en een paar van die bladeren oprapen en ze meenemen naar het laboratorium om te zien met welke chemische stof zij besproeid werden." Als hij dat gedaan zou hebben, zou de Stem nooit tot hem gesproken hebben.

20 U kunt God niet becijferen. U moet aan Zijn zijde gaan zitten en het bespreken. Uw schoenen uitdoen, als het ware, uw opleiding neerleggen, recht in Zijn Woord kijken en zeggen: "Ik geef er niet om wat iemand anders zegt. U hebt het hier beloofd voor deze dag en het is de waarheid."

21 Mozes deed zijn schoenen uit. Let op de stem die er vandaan kwam. Als het geen Schriftuurlijke stem was geweest, zou Mozes het niet geloofd hebben. Het teken trok de aandacht. En het teken moést de aandacht van de profeet trekken.

22 Een profeet zelf is een teken. Wanneer God een profeet zendt, kijk uit, oordeel volgt erop. Het heeft het altijd gedaan en het zal het altijd doen. Er is geen weg omheen. En het gaat over de hoofden van de mensen heen en zij weten het niet tot het te ver is. Geen wonder dat Jezus zei: "Gij bouwt de graven der profeten en kalkt ze wit, en gij zijt degenen die hen daarin brengt. Zoals uw vaderen deden, zo zult gij doen." En zij deden het.

23 Nu, wij zien het op het toneel komen nu; wij zien Mozes hier opkomen. En hij zag die struik en naderde hem. En een stem kwam er vandaan en zei: "Doe uw schoenen uit want de grond waarop u staat is heilig." Hij deed zijn schoenen uit en knielde neer.

24 En Hij zei: "Ik ben de God van Abraham, Izaäk en Jakob." Daar kwam een Schriftuurlijke stem. "En Ik herinner Mij Mijn belofte en ik zie de moeilijkheden van mijn volk. Ik herinner Mij Mijn belofte en Ik zend u daarheen om het te doen. En Ik maak u tot Mijn stem, en Ik zal u twee tekenen geven. En het ene zal in uw hand zijn. En u zult een staf in een slang veranderen." En het volgende is zijn hand in zijn boezem steken en Goddelijke genezing.

25 Hij zei: "Als zij de stem van het eerste teken niet zullen geloven, dan zullen ze de stem van het tweede teken geloven. En als zij het niet doen, neem water uit de rivier, giet het uit op de grond en het zal bloed worden."

26 Dat is dan hun bloed dat er reeds in gedrenkt is. Het is gedaan met Egypte. Wij hebben het eerste gehad, en kregen het tweede. Ik vraag mij af of het volgende niet een drenken van het bloed is. Ik vraag mij af waar wij vanavond staan. Stemmen en tekenen, God geeft hun tekenen. Nee, bedenk slechts, dat de dingen die wij hebben zien doen – Schriftuurlijke stemmen, uitlegging.

27 Nu, in dit grote schijnsel waarin de mensen liggen, werden hun ogen verblind: "Ik behoor hiertoe, ik behoor daartoe." Dat heeft niet meer met God te doen dan iets anders, helemaal niet. In elke generatie heeft God Zijn teken gezonden. Jezus zei dat Hij voor Zijn komst tekenen zou tonen, voor Zijn komst. Mensen moeten er altijd aan herinnerd worden Schriftuurlijke tekenen te geloven. Het moeten geïdentificeerde Schrifttekenen zijn.

28 Zoals ik gisteravond zei, de gemeente haalt de dingen door elkaar en dooft uit. Dan zalft Hij een persoon. Elk mens verschilt van de ander. Hij zalft er één. God is één. Dus zalft Hij een persoon; Hij gebruikt nooit een groep. Hij gebruikt er altijd één, heeft het altijd gedaan. Hij verandert nooit Zijn koers. Hij gebruikt er één. En Hij zendt die uit, predikt de boodschap, het wordt bot afgewezen. Maar allen die zullen komen, zullen komen uit die generatie. Eerste wake, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, dan de zevende; en dan komt de Bruidegom. En wij zijn in de zevende.

29 En wij zien dat deze denominatiekerken rennen... Ik was beschaamd over deze... u Christen Zakenlieden, onlangs, om in dat boek, (dat Zakenliedenboek) "Heilige Vader Zus-en-zo", te zetten. Weet u niet, Pinkstermensen, dat wij niet verondersteld worden een man "Vader" te noemen op deze aarde? Dat toont aan dat een soort van schittering uw ogen heeft verblind. Ja. En die mensen beseffen niet, dat de Bijbel zegt wanneer dat overblijfsel, de slapende maagd, komt om olie te kopen, dat ze het niet zullen krijgen. Zij mogen gedanst hebben in de Geest, in tongen gesproken. Maar ik heb duivels dat zien doen. Dat heeft er niets mee te maken. Ik spreek over de Heilige Geest, de Bijbelse Heilige Geest.

30 Ik heb ze zien tekeergaan op de velden der heidenen. Ik ben zevenmaal rondom de wereld geweest, tussen allerlei soorten heidenen, en rondom honderdduizenden, zoveel als een honderdvijftigduizend mensen... ja... of vijftigduizend mensen in één keer tezamen vergaderd; en dan ontdekken hoe toverdokters en alles u uitdaagt. U kunt dan maar beter weten waarover u spreekt. U kunt dan beter geen intellectueel praatje houden. U kunt dan beter door God in staat zijn te ondersteunen waarover u spreekt, of niet op dat veld daar komen. Zij zullen u beschaamd doen staan.

31 Maar bedenk, onze God is nog steeds de God van Elia. Hij is nog steeds de God die Hij ooit was. Hij is nog steeds dezelfde God. Hij beweegt in dezelfde cyclus, Hij doet hetzelfde. Hij is dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig. Ik heb hen sprakeloos zien staan, verlamd en van het veld weggenomen. God blijft nog steeds God.

32 Merk op. Jezus vertelde ons dat deze dingen in de laatste dagen zouden gebeuren en wij bemerken ze, exact de tekenen van Zijn komst. Alles... Wij zullen het er allen mee eens zijn dat wij aan het eind van de wereld zijn. Maar wanneer het begint neer te komen naar de gemeente en de dingen die Hij voor de gemeente, het lichaam, zal doen, de bruid in de laatste dagen, dan halen wij onze neus op en wandelen weg. Ziet u, het moet gewoon zo zijn. De wereld haalt de neus ervoor op. Zij proberen het te negeren.

     Kijk naar deze televisieprogramma's hier waarvoor teveel Pinkstermensen op woensdagavond thuisblijven, om "We love Suzie" te bekijken, een of andere immorele handeling van een vrouw die vier- of vijfmaal gehuwd is, of een man, en men heeft dat meer lief dan uw Christus.

33 Geen wonder dat wij geen opwekking kunnen hebben. Geen wonder dat wij zoiets niet hebben, wanneer de liefde van de wereld groter is dan de liefde van God die in uw hart is... O, wij kunnen naar voren gaan en een beslissing nemen, onze naam in het boek zetten en naar buiten gaan en met de wereld leven – dat is wat de wereld wil. Dat is wat de kerk wil. Het wil haar belijdenis handhaven en geloven dat zij christenen zijn, en toch leven op elke wijze dat zij willen. Wees niet bezorgd. U zult het gaan krijgen, in de oecumenische raad. Men zal u alles laten doen wat u maar wil.

34 Maar herinner u dat de bruid een uitgeroepene zal zijn, afgescheiden en anders, vervuld, Heilige Geest-geboren, gewassen in het bloed van het Lam. Zij zal zich onthouden van alles wat vuil is rondom haar Echtgenoot. Zij is een reine maagd, zuiver door het Woord. Het Woord en zij zijn precies zoals een man en zijn vrouw één worden in eenheid. Zo doet de echte waarachtige gemeente van God. Wanneer zij in Christus komt, wordt de Bijbel, elke belofte, bekrachtigd met een 'amen'.

35 Het maakt geen enkel verschil wat de denominatie zegt, de ziel, die in de gelovige is, beaamt het, omdat het het Woord in hem is dat het uitspreekt. "Het Woord is scherper dan een tweesnijdend zwaard, een onderscheider van de gedachten en bedoelingen van het hart." De Bijbel zegt het. Zo wordt het betuigd en gekend.

36 Merk op, mijn broeder. Merk op, het is te erg dat wij deze dingen niet zien. Jezus sprak ervan. Hij was hun Schriftuurlijke teken en zij herkenden Hem niet. Hij was het Schriftuurlijke teken precies. Hij zei hun dat Hij het was. Hij zei: "Onderzoekt te Schriften. Daarin denkt gij eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. Als ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof het niet."

     Iedereen heeft zijn eigen privé-uitleg gekregen. Elke denominatie heeft deze seminaries, die een stel broedmachine-predikers uitbroeden. Ik voelde altijd medelijden met een broedmachine-kuiken; het had geen mamma. Ongeacht hoezeer het piepte, het werd niet bemoederd. Dat is de wijze waarop deze machines 'geestelijken' uitbroeden, die soms niet meer over God weten dan een Hottentot weet over Egyptische ridders of een konijn weet hoe hij sneeuwschoenen aan moet trekken.

37 Wat wij nodig hebben is een prediker met de ervaring dat hij achterin de woestijn is geweest, tot hij in die plaats bleef onder God, tot de Vuurkolom voor hem neerkwam zoals Hij bij Mozes deed. En niemand kan dat van hem wegnemen. Hij was daar toen het gebeurde. Nu, dat is waar. Terug naar God en terug naar Zijn Bijbel!

38 Jezus zei: "Indien gij Mij gekend zoudt hebben, zoudt gij Mijn dag gekend hebben." Iedereen heeft zijn eigen uitleg. De Methodisten hebben de hunne. De Baptist, Presbyteriaan, de Pinkstermensen, alle overigen hebben hun eigen uitlegging. Maar de Bijbel zegt dat het Woord van God geen eigenmachtige uitlegging toelaat. Wat is dan de uitlegging ervan? Hij doet Zijn eigen uitlegging.

39 Hij zei: "Er zij licht", en er was licht. Dat behoeft geen uitleg. Hij zei: "Een maagd zal zwanger worden." En zij werd het. Dat behoeft geen enkele uitleg. Hij zei dat Hij in de laatste dagen Zijn Geest zou uitstorten op alle vlees, en Hij deed het. Dat behoeft geen uitleg. Het is reeds gedaan, recht in het gezicht van de critici die zeiden dat het niet gedaan zou kunnen worden. God deed het hoe dan ook, omdat Hij Zijn Woord uitlegt. Hij sprak het. "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn in de eindtijd wanneer de Zoon des mensen geopenbaard wordt", en Hij deed het. Daar is geen behoefte aan enige uitleg. Het legt Zichzelf uit.

40 Al deze beloften die Hij deed: Hij zei: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, de dingen die Ik doe, zal hij ook doen." Dat behoeft geen enkele uitleg. Hij doet het gewoon. dat is alles. Als... "Ik ben de Wijnstok en gij zijt de ranken." Hetzelfde leven dat in de wijnstok is, is in de ranken, dezelfde rank die voortkwam op de Pinksterdag.

41 Ik stond onlangs en zag een mysterieus gezicht. Een goede vriend van mij, en een vriend van Jack Moore, John Sharrit... De Here zegende hem, het eerste deel van de bediening. Hij had geen kinderen. Hij werkte voor vijfentwintig cent per uur, beton openbrekend op straat. Hij kwam naar de samenkomst, de Heer zegende hem. Hij kreeg vijf kinderen en nu bezit hij de helft van Phoenix. Elk jaar geeft hij ongeveer twee à drie miljoen aan de Heer.

42 Niet lang geleden stond ik op zijn boerderij, één ervan, waar hij vijftienhonderd Mexicanen had die er altijd werken; en een heel gebied van niets dan katoen, aardappelen, streek na streek, die hij zelf bezit. Vijftien jaar geleden kreeg hij een kwartdollar per uur voor het openbreken van beton. Hij vertrouwde God.

43 Ik keek naar één van zijn bomen, en hij had zoveel verschillende soorten vruchten er aan. Hij had enorme citrus-boomgaarden. En ik zei: "Broeder Sharrit, wat is er met die boom daar?'

     Hij zei: "Broeder Branham, die heeft allerlei vruchten eraan."

     Ik zei: "Wel, hij heeft citroenen, hij heeft mandarijntjes, tangerines, tangelo. Ik zie citroenen, grapefruit en sinaasappelen." Ik zei: "Wat voor boom is dat?"

     Hij zei: "Een sinaasappelboom."

     Ik zei: "Sinaasappel? Met die er allemaal aan?"

     Hij zei: "Ja. Dat is geënt. Het is daarin gestoken."

     En ik zei: "O, ik begrijp het. Dat is wat je 'enten' noemt?"

     Hij zei: "Ja, broeder Branham." Hij legde uit hoe men het deed op bepaalde tijdstippen van het jaar, hoe zij die takken enten.

     Ik zei: "Nu, volgend jaar, zullen er geen mandarijntjes zijn, zullen er geen tangelo's zijn, zal er helemaal geen vruchtsoort zijn, behalve sinaasappelen."

     Hij zei: "O nee. Nee, nee. De grapefruit zal voortbrengen, de tak van de grapefruit zal grapefruit voortbrengen, een grapefruit. De mandarijn zal een mandarijn voortbrengen. De citroen zal een citroen voortbrengen."

     "Wel", zei ik, "wat voor een soort boom is het?"

     Hij zei: "Een sinaasappelboom." Hij zei: "Maar als die sinaasappelboom ooit een andere tak voortbrengt..."

     Ik vroeg: "Wat zal hij voortbrengen?" Hij zei: "Een sinaasappelboom."

     Ik zei: "Ik begrijp het." O ja! Waarom? Het zijn allemaal citrusvruchten.

44 Wij beweren allemaal in Christus te zijn. Maar wanneer wij daarin komen met een denominatie-geloofsbelijdenis, leven wij daardoor. Dat is juist. Maar als die boom ooit een nieuwe tak voortbrengt, zal het een ander Boek van Handelingen zijn, dat erna wordt geschreven. Het zal zijn zoals de eerste rank was, die tevoorschijn kwam. Het zal Heilige Geest vervuld zijn, Heilige Geest geïnspireerd, Heilige Geest! Er zal geen geloofsbelijdenis voor zijn. Het zal het Woord zijn.

45 Velen van u nemen mijn banden, u kreeg mijn boodschap over "De Bruidsboom." De vrucht is helemaal in de top voor de avondlichten om te rijpen. Nu, en de Avondlichten rijpen de vrucht op dit tijdstip.

46 Nu, wij vinden dat zij Hem behoorden te hebben gekend, maar zij kenden Hem niet. Zo is het in onze tijd. Men kent Hem niet. Jezus verwees hier... Snel nu zodat wij tot de boodschap komen. Jezus verwees terug, en Hij had tekenen gedaan, hen aantonend dat hij de Messias was, precies wat de Messias werd verondersteld te doen, het Messiaanse teken doende.

47 O, velen van hen geloofden het. Wij namen het gisteravond door. Wij komen erachter dat de vrouw bij de bron niet opgeleid was. Zij was slecht bekend. Maar zodra zij dat teken zag, zei zij: "Heer, ik bemerk dat Gij een profeet zijt. En ik weet dat wanneer de Messias komt Hij dit zal doen."

     Hij zei: "Ik ben Hem, die tot u spreekt."

     En toen zij de stad Sichar binnenging, vertelde zij hun al de dingen die Hij gedaan had. Ze zei: "Kom, zie een Man die mij vertelde wat ik gedaan heb. Is dit niet de ware Messias?"

48 En de Bijbel zei... Hij deed het niet meer, maar zij geloofden in Hem wegens het getuigenis van een vrouw van slechte zeden. Nu, over het opstaan in de dagen van Jona en het veroordelen van deze generatie gesproken!

     Merk op, wij ontdekken dan Nathanaël, Petrus en anderen, die geloofden. Wij zien de blinde Bartimeüs. Wij zien kleine Zacheüs in een boom, verborgen. "Jezus", zei hij, zal mij hier boven nooit zien."

     En Jezus stond precies onder de boom en keek omhoog en zei: "Zacheüs, kom naar beneden."

49 Hij was het Woord en het Woord onderscheidt de gedachte die in het hart is. En de Farizeeërs en geleerden van die dag veroordeelden het omdat het niet de gepolijste glans van het kerkelijke erin had. Het had niet het opleidingsstandpunt dat het zou moeten hebben. Het had niet het klatergoud en het spul dat het kerkelijke zou moeten hebben, een enorme kap op, een omgekeerde boord en iets anders, met een soort van... woorden die men kon spreken die over het hoofd van gewone mensen heengaan. En de Bijbel zei: "De gewone mensen hoorden Hem graag." Hij sprak de gewone taal. Hij leefde het leven van een gewoon mens.

50 Dan zien wij dat door dit te doen, wij zien wat er gebeurde. Nu, zij konden het niet geloven en zeiden: "Deze Man is Beëlzebub. Hij is een onreine geest." Met andere woorden: "Of Hij heeft mentale telepathie, of Hij is een soort waarzegger, en iedereen weet dat dit van de duivel is, en het is een nabootsing." En zo ontdekken wij dat zij Hem veroordeelden. Toen stond hij daar en zei: "Meester, toon ons een teken."

51 Waarmee wendde Hij Zich tot hen? Hij zei: "Een goddeloos en overspelig geslacht zoekt naar tekenen." Let nu op. "Een goddeloos en overspelig geslacht." Hij profeteerde. Hij zei: "En zij zullen het ontvangen", het goddeloos en overspelig geslacht. En als dat niet de generatie is waarin wij leven, dan weet ik het niet meer.

52 Bedenk dat alle profetie een meervoudige betekenis heeft. Sla op in Mattheüs, het 3e hoofdstuk, waar staat: "Uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen." Ga de referentie na en u ontdekt dat Hij over Jakob sprak, zijn zoon. Maar ook Zijn grotere Zoon, Jezus, riep Hij uit Egypte.

53 Nu, wij vinden daarin: "Een goddeloos en overspelig geslacht zoekt naar een teken, en zij zullen het krijgen. Want het goddeloze en overspelige geslacht zal het teken van de opstanding zien." Zoals Jona gedurende drie dagen en drie nachten in de buik van de walvis was, zo moet de Zoon des mensen in het hart van de aarde zijn." Dan zal Hij opstaan. Het heeft tweeduizend jaar geduurd en wij hebben weer een goddeloos en overspelig geslacht. En zij ontvangen een teken van de opgestane Christus, levend onder ons, na negentienhonderd jaren! Hij is Dezelfde, gisteren, vandaag en voor eeuwig.

54 Jona, wij kennen hem; wij weten dat hij een profeet was. Velen verwijzen naar hem als een soort vagebond. Hij was het niet. De voetstappen der rechtvaardigen zijn verordineerd door de Here. Niet lang geleden las ik een boek. Hij ging naar Tarsis – ging op weg – in plaats van naar Ninevé. Maar dat was allemaal in Gods plan. De voetstappen der rechtvaardigen... omdat u soms kwaad overkomt, of zoiets.

55 Zo was het met Job. Hij was niet... In zijn dagen was Job de beste man in het land, de beste man die God kon vinden. En kijk toch wat er met hem gebeurde. Hij kastijdde hem niet; Hij beproefde hem. Hij bewees Satan dat Hij iemand had die Hem zou geloven in het zicht van moeite.

     Met Jona was het precies zo. Wij vinden hem op weg naar Ninevé en hij nam een schip naar Tarsis en hij... En de zee kwam op, en hij was in slaap. Hij zei hun: "Bind mijn handen en voeten en werp me uit, want ik ben er de oorzaak van." En toen zij hem uitwierpen zwom een grote walvis vlakbij door de wateren, die op prooi uit was en hij verzwolg deze profeet.

56 Ik herinner mij niet lang geleden in Louisville, Kentucky, waar ik vroeger aan de overkant van de rivier woonde in Indiana. Men had een walvis daarginds op een platte wagen. Een of andere kleine Ricky, die meer intelligentie had dan hij baas kon, zei: "Nu, u hebt wel van die oude fabel gehoord van de walvis die Jona verzwolg." Hij had een honkbal, bracht hem naar de slokdarm van de walvis en zei: "Kijk hier. Het is zo dat een honkbal er zelfs niet doorheen zal gaan." Hij zei: "De oude fabel van Jona die verzwolgen werd door de walvis; het is maar een fabel." Dat was te veel voor mij om te kunnen verdragen. Ik zei: "Even een ogenblikje, meneer." Hij legde net uit hoe onmogelijk het was voor een mens om door die keel te komen. Ik zei: "U leest de Schrift niet goed, meneer. En dat is geen fabel. Het is de Waarheid."

     Hij keek naar me en zei: "Wie bent u?"

     Ik zei: "Ik ben Rev. Branham, van juist over de rivier."

     Hij zei: "O, ik begrijp het, een prediker die dat gelooft."

     Ik zei: "Met heel mijn hart, met heel mijn hart."

     En hij zei: "Wel, weet u, kijk hier meneer, niet om erover te twisten. Ik bewonder uw standpunt, enzovoort", zei hij, "maar wetenschappelijk zou u nauwelijks de hand van een mens door zijn keel kunnen steken."

57 Ik zei: "Meneer, u leest de Schrift niet juist. De Bijbel zei dat dit een speciaal toebereide vis was. Dat is juist. God zei dat Hij een vis toebereidde. Hij is een speciale. Ik geloof dat wat God zegt de waarheid is. Dit is een speciale." Hij haalde zijn neus op en neer, met zijn bril op, twee of driemaal en ging voort met zijn betoog. En iedereen lachte. "Zijn speciale vis." God bereidde een vis om Jona te verzwelgen. My! Ik geloof het met heel mijn hart.

58 Nu, wij ontdekken dat op zijn... Hij verzwolg hem. Alles... een vis, nadat hij eet, gaat regelrecht naar de bodem. Voed uw kleine goudvis en let op wat er gebeurt. Zij gaan recht naar beneden in het aquarium waarin u hem hebt, en ze rusten met hun buikvinnen op de bodem. Hun buik is vol, dus gaan zij naar beneden om te rusten. Toen dus deze grote vis Jona opvrat, moet hij naar beneden zijn gegaan om te rusten, buiten de golven en buiten de storm.

     Hij keek rond door de opwekking om te zien wat hij kon vinden – de opwekking op zee, weet u, het op en neer zwiepen, de winden en hij vond deze prediker en slokte hem op en ging naar de bodem.

59 Nu, hier is Jona beneden in de buik van de walvis, met zijn handen en voeten gebonden, lag in het braaksel van de walvis. Nu, ik heb vaak mensen horen zeggen: "Gisteravond werd er voor mij gebeden en mijn hand is niet beter. Hij is nog steeds kreupel. Ik heb nog steeds die maagkwaal. Mijn ogen, ik zie nog niet goed." O my! En dan neerkijken op Jona? My! Als er iemand iets van symptomen had, had hij het wel. Als hij die kant opkeek, zag hij de buik van de walvis; keek hij die kant op, zag hij de buik van de walvis. Overal waar hij keek was de buik van de walvis en zijn handen waren achter hem gebonden.

60 Hij was in de buik van de walvis, op de bodem van de zee, waarschijnlijk veertig vadem diep, op de bodem van de zee. Nu, over symptomen gesproken! En dan noemt u hem teruggevallen. Maar weet u wat hij zei: "Zij zijn liegende ijdelheden. Ik zal zelfs niet naar ze kijken. Maar eens te meer zal ik naar Uw heilige tempel kijken, Heer!"

     Nu, Jona wist dat toen Salomo de tempel inwijdde, hij bad en zei: "Heer, als Uw volk ergens in moeite is en naar deze heilige plaats kijkt, hoor dan van de hemel." En hij had zoveel vertrouwen in het gebed van een man die terugviel, die een gebed uitsprak! Hoeveel temeer... Er is niemand van ons in die toestand vanavond. Er is niemand van ons met zulke symptomen. En dan kijken wij naar onze symptomen?

61 Wel, als hij zoveel vertrouwen kon hebben in een gebed van een man die terugviel... En ons wordt gevraagd om naar de hemel te kijken waar Jezus zit aan de rechterhand van de Majesteit in de hoge, in een tempel niet met handen gemaakt. Daarbinnen wordt van Hem verwacht dat Hij bemiddelt op uw belijdenis. Hoeveel temeer zouden wij onze symptomen moeten negeren en zeggen: "Eens temeer zal ik kijken naar Uw heilige belofte, Heer!" O my, wanneer wij God op het toneel zien!

62 Nu, wij zien dat Jona... Er wordt gezegd dat deze walvis hem droeg gedurende drie dagen en drie nachten, hem de hele weg mee terugnam, de koers terug volgde, en erheen ging.

63 Nu waren de mensen van Ninevé geworden zoals men nu in de rest van de wereld is. Hun grote commerciële wereld... Hun industrie was de visserij en al de mannen visten. En zij aanbaden afgoden en de walvis was de zeegod. En op een dag omstreeks elf uur, terwijl zij daar allen buiten aan het vissen waren kwam hun zeegod binnen en stak zijn tong uit, en de profeet wandelde de loopplank af. Geen wonder dat zij zich bekeerden!

64 Ziet u! Dat was een teken. Dat was een teken. Wat was de stem? Wat was de stem? "Ziet u, jongens, wat ik kan doen?" Nee. "Bekeert u of binnen veertig dagen zal God de plaats vernietigen." Teken en de stem. De stem die het teken volgde. "Bekeert u", zei hij. En die mensen, die de rechterhand van de linkerhand niet konden onderscheiden, bekeerden zich op de prediking van Jona en meer dan Jona is hier.

65 En Hij zei: "De koningin van het zuiden zal opstaan met deze generatie en haar veroordelen, omdat zij kwam van de uiterste delen der aarde om de wijsheid van Salomo te horen en meer dan Salomo is hier."

66 Nu, wanneer... Afsluitend zeg ik dit: Wanneer God een gave naar de aarde zendt, een teken-gave en de mensen geloven het, is dat een van de meest glorieuze tijdperken dat mensen ooit leefden. Maar wanneer Hij een teken zendt en het wordt afgewezen gaat die generatie de chaos binnen. Zo is het altijd gebeurd. Wat als de mensen van Amerika vanavond het teken van God in deze laatste dagen zouden willen ontvangen?

67 Wel, wij spreken erover om naar Fort Knox te gaan en de regering daarheen te verplaatsen, en ondergronds onder te brengen. Wel, die Russische bommen gaan misschien een honderd, tweehonderd meter diep de grond in en blazen het rondom honderdvijftig mijl op; wel, de explosie gaat regelrecht tot in de lava. U bent nergens veilig op deze aarde. De enige veiligheid is in de armen van Jezus Christus. Hij is onze schuilplaats.

68 Maar wat als wij vanavond, als Amerikanen, allemaal in de gave vertrouwden die God ons geeft in de laatste dagen, de Heilige Geest? Wel, elke natie zou ons vrezen, zoals men deed in de dagen van Salomo. God gaf Salomo een gave om alles te weten en de gehele gemeente, iedereen, geloofde het. Dat was een millennium voor de Joden. Dat was het Oudtestamentische millennium, in de dagen van Salomo, een voorafschaduwing van het Duizendjarig Rijk dat komt. Het gouden tijdperk van de Joden.

69 Merk op dat niemand met hen de oorlog begon. Men vreesde hen, omdat men wist dat hun God echt was, omdat zij Hem in hun tegenwoordigheid hadden. En de mensen waren allen één van hart en één van ziel. Wel, de roem ging overal heen. Overal, en u hoorde: "O, wat een geweldig, wat een grote God heeft Israël, de levende God!" En zijn faam ging uit tot in Scheba. Meet maar eens op de kaart hoever het is.

70 Er was een kleine koningin daar die in haar hart hongerde naar God. Telkens als één van de karavanen langs zou komen, hoorde zij iemand erover; zij zou zeggen: "Bent u door Palestina geweest?"

     "Ja."

     "Vertel me eens over die grote opwekking die men daarginds heeft."

     En iedereen zou zeggen: "O, het is machtig!"

     "Zag u het?"

     "Ja."

     "Hoe is het?"

71 "O, die grote God die zij dienen, is naar beneden gekomen en leeft in één van Zijn dienstknechten en men maakte hem koning. Wel, hij kan onderscheiden. Hij kent de gedachten die in uw hart zijn. En weet u, zij zeggen dat God het Woord is en het Woord is God en het Woord onderscheidt de gedachten die in hun hart zijn. En de wijsheid van die man overtreft alles wat u ooit hoorde. Hij kan onderscheiden en weet zelfs de gedachten waarover u denkt. O, het is een wonderbare opwekking die men daarginds heeft."

72 En u weet: Geloof komt door het horen, het Woord van God te horen, de belofte van God. En deze kleine koningin begon te hongeren en zij wilde naar deze opwekking gaan. Nu, zij had heel wat om daar het hoofd te bieden. Nu, ten eerste was zij een heidense. Zij zou naar haar priester moeten gaan om te vragen of zij kon vertrekken. Zij was een koningin. Zij was waardig en een hooggeplaatst persoon.

     Nu, ongetwijfeld ging zij naar de hogepriester toe en zei: "Grote heilige vader, ik begrijp dat er een opwekking ginds in Israël is en dat men daar een grote tijd heeft. En hun God leeft. Hij doet grote tekenen en wonderen; wij hebben nooit iets dergelijks gezien of zoiets gehoord. Ik doe navraag bij elke karavaan en men zegt dat het wonderbaar is. Zou ik van mijn denominatie toestemming krijgen om er een bezoek te brengen?"

     Ik kan mij indenken: "Wij werken niet mee in die samenkomst, blijft u er maar beter vandaan." Ziet u? U weet dat mensen sterven, maar geesten niet. Ziet u?

     Dan zien wij dat: "Nee, u zou er maar beter vandaan kunnen blijven. Wij werken daarin niet mee."

     "Welnu, kijk, heilige vader, ik begrijp..."

     "Nu, kijk eens! Als er iets gaande was, zou het bij ons moeten zijn. Onze gemeente zou het hebben." O my! "En ja, hier is het, hier. Wij zouden het hier precies hebben."

     Ik kan die kleine koningin horen zeggen, terwijl ze opstond... Ik houd van haar moed. Zij stond op en zei: "Ik heb deze afgoden hier al jaren zien staan. Ik heb u horen prediken achter de kansel, u predikte over een god die was, een god die was... (Mijn betovergrootmoeder hoorde hetzelfde verhaal) en er was geen beweging al die tijd. Men vertelt mij dat zij een levende God hebben die onder hen leeft, iets wat echt is. Ik wil dat zien."

     "Nu kijk! Als u gaat, weet u wat u dan zult doen? U associeert uzelf met een groep mensen, weet u. U weet dat zij al dit openen van de Rode Zee hebben gehad en al dat soort dingen. U zou er beter niet naartoe kunnen gaan, want als u toch gaat..."

     "Wel, ik ga toch."

     "Wij zullen uw naam direct uit het boek halen."

     "Wel, haal 'm maar uit het boek."

     Wanneer een persoon gaat hongeren en dorsten naar God is er geen boek ter wereld dat hen kan vasthouden, omdat zij naar een boek jagen.

     "Haal mijn naam eruit als u het wilt doen. Ik ga hoe dan ook. Ik hoor dat dat een levende God is, die realiteit heeft. Ik ga om het uit te zoeken. U kunt dus net zo goed mijn naam uit het boek schrappen." Nu, zij had heel wat waartegen zij het hoofd moest bieden.

73 Nu bedenk, zij nam haar besluit. Zij nam al de Schriftrollen om te lezen wie Jehovah was. Nu, daar is een verstandige vrouw. Neem niet de veronderstelling van iemand anders; neem wat de Bijbel zegt dat Hij is. Neem wat Hij zegt dat Hij is. Ontdek wie Hij is, of Hij leeft of niet. Niet wat een geleerde erover gezegd heeft, maar wat Hij zei, Zelf, over Zichzelf, wat Hij beloofde. En zij begon te lezen.

74 Nu zij had een echt goed idee. Ze zei: "Ik zal een hoop gaven inpakken en ik zal ze meenemen. En als het de waarheid is, zal ik het ondersteunen. Als het niet de waarheid is, kan ik mijn geld mee terugnemen."

75 Zij zou Pinkstermensen iets kunnen leren! Radioprogramma's die de gek steken met wat u gelooft en toch ondersteunt u het. Laat uw... Wel, ik zal er stil over blijven. U weet, hoe dan ook, genoeg daarover. Dat is de zaak van uw predikers. Merk op. Maar dat is een schande.

     Ze zei: "Als het niet echt is zal ik mijn gaven mee terugbrengen." Zij laadde deze op een kameel.

76 Bedenk, kijk waar ze doorheen moest. Zij moest een lange afstand. Weet u hoe lang dat duurt? Zij moest per kameel gaan. Weet u hoe lang het duurt? Er zijn negentig dagen voor nodig, drie maanden, op de rug van een kameel; niet in een Cadillac met airconditioning. Nee, nee. Drie dagen op de rug van een kameel. Geen wonder dat Jezus zei: "Zij zal in het oordeel met deze generatie opstaan en haar veroordelen." Er zijn mensen in Birmingham die de straat niet willen oversteken om hetzelfde te zien. Bussen, trams, vliegtuigen en al het andere in onze dag! Geen wonder dat zij deze generatie zullen veroordelen wanneer zij opstaan! Jazeker. Want meer dan Salomo is hier, de Heilige Geest Zelf.

77 Merk op, wij ontdekken dan dat er nog een andere gedachte is. Kijk nu. De kinderen van Ismaël waren in de woestijn en zij waren zwervende ruiters en rovers. Wel, zij had al dat geld daar! Wat? Haar kleine groep eunuchen, bewakers die zij had en enkele dienstmaagden... Zij zouden ze gewoon doden, hen direct neerhakken, en die schat afnemen en in het niets verdwijnen.

78 Maar, weet u, er is iets mee, wanneer uw hart begint te hongeren om het wezen van God te vinden, dan bestaat er geen gevaar op de weg. U ziet geen enkel gevaar. U ziet geen enkele mislukking. U zegt: "Wel, zal ik gezond worden?" Er is geen vraag in uw gedachten. Waarachtig geloof verankert zich, er is niets wat het zal bewegen. Het blijft precies daar. Zij dacht nooit na over het gevaar dat in het vooruitzicht lag.

79 Er was één ding dat zij had, één doelstelling; één ding dat zij wilde bereiken. En haar motieven waren juist. Zij ging heen om het te bereiken want haar hart hongerde en dorstte. "Gezegend zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid want zij zullen verzadigd worden." Dat is juist.

80 Let nu op haar hoe ze de woestijn gaat oversteken, waarschijnlijk 's nachts reizend en overdag rustend in een oase, en die Schriften lezend. Tenslotte arriveerde zij bij de zuilengang van Salomo. Toen zij aankwam, buiten de... In het binnenhof laadde zij haar kamelen af en zette zij haar tent op.

     Nu zij kwam niet zoals sommige mensen vandaag. Zij is geen... Hier is een 1964-versie ervan. "Ik hoor dat zij... Men zegt dat de Heer dit doet. Ik zal er heengaan en bij het eerste woord dat er gezegd wordt tegen wat ik geloof, zal ik regelrecht de deur uitgaan." Ziet u?

81 Maar zij niet. Zij bracht het Woord en ging zitten. Zij zou daar blijven tot zij werkelijk overtuigd was. Zij ging haar eigen ideeën niet vergelijken. Zij ging het Woord onderzoeken. Zij kwam dus binnen. Ik kan me indenken dat zij de eerste dag daar helemaal achteraan zat. En de bazuinen klonken, de klokken luidden en al de zangers maakten zich gereed om te zingen. De Ark des Verbonds was daar ter plaatse, en voorganger Salomo kwam eraan, ging zitten.

     Zij zei: "Nu, ik zal zien of God in de man is of niet."

82 Zij hield het dus in het oog, en elke zaak kwam in beweging. O, wat een wonderbaar iets! Niets was verborgen. Zij haalde haar gebedskaart, weet u, en wachtte. Dus toen zij tenslotte naar voren kwam in de rij... Dag na dag wachtte zij. Naargelang de opwekking voortging kreeg zij steeds meer interesse, my, haar hart hongerde! Na een poosje, kwam zij voor Salomo en de Bijbel zei: "Er was niets dat Salomo niet aan haar openbaarde." Onderscheiding!

     En hier stond Jezus, de God van Salomo (meer dan Salomo is hier), en zij zeiden: "Toon ons een teken, Meester."

     Meer dan Salomo is hier. "En de koningin van het zuiden kwam van de uiterste delen der aarde om de wijsheid van Salomo te horen en zie, meer dan Salomo is hier." En wij hebben 2000, ja 2800 jaren gehad sedert die tijd in de Bijbelgeschiedenis. En vanavond is meer dan Salomo hier, met het beloofde Woord van deze dag. En nog lopen wij eraan voorbij. Geen wonder dat zij op de dag des oordeels zal opstaan en Birmingham, Verenigde Staten, zal veroordelen, en de overigen, met haar getuigenis; want haar hart hongerde om God te zien en zij bleef tot het voorbij was.

83 Wat zei zij dan nadat zij de zaak werkelijk zag gebeuren? Weet u wat zij zei? Nadat Salomo haar openbaarde wat er in haar hart was, zei ze: "Al wat ik ooit hoorde en zelfs meer dan dat..." Waarom? Het was toen bij haar gedaan. Zij had gezien wat iemand anders erover zei, maar toen was het haar beurt. Haar geheim was geopenbaard. En ze zei: "Het is groter." En ze zei: "Gezegend zijn zelfs de lieden die met u zijn, die dit heel de tijd zien. De lieden die hier staan en heel de tijd deze dingen zien, zijn gezegend."

     Zij zag de wijze waarop hij in het huis des Heren ging. Zij werd een gelovige.

     En haar is beloofd op te staan in de laatste dagen en deze generaties te veroordelen zoals het was in de dagen van Salomo en als in de dagen van Jona, enzovoort. Zij zal in deze dag opstaan en in de opstanding de mensen die in deze dag geleefd hebben veroordelen, want meer dan Salomo is hier.

84 De Heilige Geest Zelf is hier. De Schepper van de hemelen en de aarde is hier, Zichzelf identificerend met Zijn volk, met dezelfde soort gave, precies zoals het was in Christus; Hij deed het. Zoals het was in Salomo; Hij deed het. Zoals het was in de profeten; en Hij deed het. Zoals geprofeteerd voor de laatste dagen; Wij hebben het niet gehad gedurende honderden en honderden jaren. En zoals het was vlak voor Zijn eerste komst...

85 Men had geen onderscheiding gedurende honderden jaren, en daar kwam het op het toneel. En iemand introduceerde de Messias en beloofde dat het volgende direct zou komen – in de laatste dagen, zoals het toen was. Hier zijn wij in de laatste dagen. Tekenen waarvan Hij beloofde dat zij zouden gebeuren: de wereldsituatie precies zoals zij verondersteld wordt te zijn; de immoraliteit van de wereld, en alles wat wij hebben, gewoon in positie, en de Heilige Geest regelrecht in de positie, precies handelend... O, het is wonderbaarlijk, te weten dat wij een echte God dienen.

86 Ik voel alsof ik nu iets moet vertellen. Ik heb het eerder verteld, maar ik voel mij geleid het opnieuw te zeggen. Zoals iedereen weet, jaag ik, niet zozeer voor het wild; ik houd ervan in de bossen te zijn. Mijn moeder was een halfbloed. U weet dat. Mijn moeder was een halve Cherokee Indiaanse. Haar moeder trok een pensioen, ziet u, in Tennessee. Wij zien dus nu dat ik er daardoor van houd om te jagen, en mijn bekering nam het nooit weg...

87 Want mijn eerste Bijbel was het woud. Ik kon zien hoe een bloem stierf. Het zaadje lag in de grond en rotte; alles was weg. Maar het volgend jaar... Er was niets wat je terug kon vinden. Je zou die handvol stof kunnen meenemen naar het laboratorium en geen scheikundige ter wereld zou die kiem des levens daarin kunnen vinden. Maar het leefde opnieuw naarmate de zon opkwam. Het leefde opnieuw en dat liet mij weten dat er een leven, dood, begrafenis en opstanding was.

88 Ik zie de zon opkomen. 's Morgens is het een kleine baby die geboren is. Om acht uur gaat hij naar school. Wanneer het omstreeks tien uur is, is hij van school af. En rond het middaguur is hij op zijn sterkst. Om twee uur is hij vijfenvijftig jaar oud. En dan zo rond vier uur wordt hij tachtig, vijfentachtig. Het is voorbij. Het diende Gods doel. Maar wat? Als het Gods doel diende, is dat dan het einde ervan? Nee. De volgende morgen staat hij weer op om te getuigen dat er geboorte, leven, dood, opstanding is.

89 Maar allereerst is, dat als een zaad in de grond geplant is, het nooit zal opkomen als het niet ontkiemd is. Het moet Gods doel dienen ten einde op te komen. En zo doen wij. Wij zijn een ontkiemd zaad in de grond. Wij moeten Gods doel dienen of wij zullen nooit in die eerste opstanding opkomen, maar opkomen ten oordeel in de laatste. Net zoals het bastaard-koren, het komt lang genoeg op om zijn oordeel van de zon te ontvangen en sterft en gaat terug en dat is alles. Exact juist. Maar het echte zaad gaat heen, leeft opnieuw, produceert zichzelf.

90 Kijk naar het sap in een boom. Voor er enige vorst valt of iets anders, die boom... Een natuur ergens heeft er greep op en zegt: "Ga naar beneden naar de bodem van de boom, en vlug. Ga de grond in, want er komt vorst." En als dat niet gebeurt, zal de boom erdoor sterven. En het verbergt zich daar beneden tot heel de vorst voorbij is en komt dan weer opnieuw omhoog. Een intelligentie doet dit.

91 Weet u welke Intelligentie dat is? Legt u mij eens uit welke intelligentie dat boomsap naar beneden doet gaan om zich te verbergen en weer omhoog te komen, dan zal ik u de Intelligentie bekendmaken die mij zegt wie u bent, en waar u vandaan komt en wat u gedaan hebt en waar u heen gaat. Dat is dezelfde zaak, omdat het dezelfde God is. Zeker. Precies. Het is God die deze dingen doet. Nu, herinnert u dat, vrienden.

92 Op een dag jaagde ik waar ik gewoon was te jagen, in de noordelijke wouden. En ik jaagde met een vriend, en ik hield ervan met hem te jagen. Hij was ook zo'n beetje gedeeltelijk een Indiaan. En hij... Burt Call, en hij is een fijne man. De man kan hier nu zitten, voor zover ik weet. Hij komt steeds hierheen, naar het zuiden. En hij was een groot jager. Je hoefde je nooit bezorgd over hem te maken, hij zou niet verdwalen. Wij jaagden samen, en we kenden elkaar. Maar hij was de wreedste man die ik ooit in mijn leven ontmoette. Hij zou jonge herten schieten, alleen maar om mij me slecht te laten voelen, omdat ik er niet van hield dat hij die kleine makkers doodde.

93 Het is in orde om een reekalf te doden, nu, als de overheid het zo zegt. Gedurende jaren was ik jachtopziener en ik ben nog steeds een natuurliefhebber. Ik geloof in dieren en ik geloof in het milieu. En laat ze gewoon... Als u ze gewoon zou laten voortgaan... Ze zijn hier geplaatst om op te eten. Als u niet sommige ervan opeet, zullen zij een ziekte oplopen en sterven of doodhongeren. Maar alleen zoals de wet zegt; zij weten hoe daarmee om te gaan. Laat hen er zorg voor dragen.

94 Maar Burt zou ze doden, gewoon om gemeen te zijn, om te zien dat ik mij er beroerd over voelde. Hij placht te zeggen: "Billy, je bent een goede prediker, of een goede jager, maar de moeilijkheid is dat je teveel een prediker bent. Je bent te weekhartig."

     En ik zei: "Burt, je bent gewoon wreed, dat is alles." En wij zouden verder gaan.

95 Op een dag ging ik daarheen. Ik had tot laat moeten werken en het was wat laat in het seizoen geworden. En het witstaarthert... Ik weet niet of u ze hier hebt of niet. O my, als u spreekt over Houdini als ontsnappingsartiest, zij zijn nog beter dan hij. Het was dus laat in het seizoen. Enkele keren was er op hen geschoten. En op een morgen gingen wij op weg, er lag ongeveer vijftien centimeter sneeuw, en we gingen opwaarts over de Presidential Range. En wij nemen altijd hete chocolade en een sandwich mee. En ongeveer rond de middag zouden wij, als wij geen hert hadden geschoten, scheiden in de bergen, en terugkomen, en binnenkomen zo tegen negen of tien uur die avond. Als wij een hert schoten, zouden wij hem ophangen. Wij wisten waar wij waren, en we zouden bij de terugkeer hem ophalen.

     Die morgen gingen wij naar boven en voor ik wegging, zei hij: "Hé Billy, ik heb iets voor je voor dit jaar."

     En ik zei: "Wat is het?"

     Hij stak zijn hand in zijn zak en haalde er een fluitje uit, ongeveer zo groot. En hij blies erop en het klonk alsof een reekalf om zijn mamma riep, weet u, het kleine babyhert dat om zijn mamma roept.

     Ik zei: "Burt, zo wreed zou je toch niet willen zijn, is het niet?"

     Hij zei: "O, jullie weekhartige predikers, jullie zijn allemaal gelijk."

96 Wij begonnen de heuvel op te gaan, zo omstreeks elf uur, hij... Er was een opening ter grootte van deze zaal ongeveer, misschien wat groter. En wij hadden zelfs geen spoor gezien. Het was maanlicht en zij voedden zich 's nachts, en zij... En het is moeilijk om ze te vinden. Zij blijven zich verborgen houden, gaan liggen en zo... onder het struikgewas en diep in het bos. En zij zouden de sneeuw openkrabbelen en mos eten, en vergeet het dan maar. Dan zouden wij dus...

97 Ik kwam bij deze kleine opening daar en hij ging zitten. Ik dacht dat hij... Er was een sneeuwbank daar, een sneeuwhoop. En ik dacht dat hij zijn kleine thermosfles uit zijn jaszak zou nemen om een slok chocolademelk te nemen en dat wij onze maaltijd zouden nemen en dan scheiden, en wij zouden over de bergketens teruggaan, hij langs de ene weg en ik langs de andere.

98 Maar toen hij dit deed, reikte ik naar mijn sandwich, omdat ik wat honger kreeg. Ik zette mijn geweer tegen de boom en reikte in mijn zak... en ik keek naar hem. Hij keek op naar mij. En hij had ogen net als een hagedis, hoe dan ook, weet u; zoals vrouwen die hun ogen verven vandaag, weet u, die vreemd uitziende hondenblik over zich en dan helemaal zo opgeschilderd. Wel, dat is de wijze waarop zijn ogen eruit zagen, een beetje als een hagedis, een beetje schuin.

99 Hij keek op naar mij. En ik dacht: "Wat heeft hij in zijn gedachten?" Hij reikte naar beneden en haalde het kleine fluitje tevoorschijn. En ik dacht... Ik zei: "Burt, ben je niet beschaamd over jezelf?" En hij blies erop. En toen hij dit deed stond op dertig yards ongeveer, of nauwelijks zover, een grote ree op.

100 Nu, de ree is een moederhert. Dat was haar baby die riep. Zij... Hij blies op het fluitje. Zij sprong op. Nu, zij zou dat anders geenszins hebben gedaan. Zij wist dat wij daar waren; maar haar baby was in moeilijkheden. En hij keek naar mij, opnieuw met die hagedisogen. Ik zag hem de veiligheidsinrichting naar beneden halen op een 30-06 geweer. Hij was een scherpschutter. O, hij was een goede. En hij blies opnieuw op het fluitje, en dat oude moederhert wandelde regelrecht die open plek op.

101 Nu broeder, dat is ongewoon. Zij zouden dat niet doen. Ten eerste zou zij niet zijn opgestaan. Als zij het zou doen, zou zij de andere kant opgegaan zijn. En hier liep zij regelrecht naar die open plek. En zij wist dat wij daar waren. En zodra de veiligheid op dat geweer klikte, keerde zij zich en keek recht naar de jager. In plaats van weg te rennen bleef zij daar staan, haar grote oren, haar ogen wijd open, haar oren omhoogstekend, en zij keek rond.

102 Wat was er aan de hand? Zij was een moeder. Dat was haar baby. Haar baby was in moeilijkheden. De kleine makker huilde als een klein reekalfje. Zij was geen huichelaarster. Zij wendde niet iets voor. Zij was echt. Zij was een geboren moeder. Dàt was zij: een moeder. En hij richtte dat geweer. Ik dacht: "Hoe kan je het doen, Burt? Hoe kan je?"

103 Ik kon er niet naar kijken. Ik keerde mijn rug er naar. Ik dacht: "Here God, hoe kan de man zo wreed zijn", om dat getrouwe hart van die moeder, die naar haar baby zoekt, uiteen te blazen? En haar daarheen te lokken, haar te misleiden en haar daar buiten te brengen en dan... Ik wist dat hij zo'n scherpschutter was, dat hij dat getrouwvolle hart van haar uiteen zou blazen, regelrecht door haar andere zijde – en zij, een moeder. Zij kwam eigenlijk omdat dit haar baby was.

104 En over een teken gesproken; dat was er één, van getrouwheid, omdat er iets aan de binnenkant was. Zij was een moeder. En ik keerde mijn rug toe. Ik zei: "Here God, hoe kan een menselijk wezen zo wreed zijn om iets dergelijks te doen?" En ik wachtte en ik wachtte en het geweer vuurde nooit af. Ik dacht dat ik elk moment het geweer zou horen afgaan en dat een... een 180-korrelschot haar hart uit haar zou wegschieten.

105 En ik dacht: "Waarom is het nog niet afgegaan?" En ik stond daar zo, met mijn ogen gesloten te bidden. En toen ik mijn hoofd omdraaide om te kijken, ging de geweerloop zo: En ik keer er even naar. Hij schommelde met de geweerloop. En hij keerde zich om en keek en die hagedisogen hadden een andere uitdrukking gekregen. De tranen rolden over zijn wangen naar beneden.

     Hij wierp het geweer op de grond en zei: "Billy, ik heb er genoeg van. Leid mij naar die Jezus waarover je spreekt."

106 Wat was er aan de hand? Precies daar op die sneeuwbank, leidde ik die wreedhartige man... Hij is nu een diaken in een gemeente. Wat was er? Hij zag iets echts, iets waarachtigs, iets wat geen theologie was of een historisch iets. Hij zag God in realiteit. Dat bracht hem. O, hoevelen hier zouden graag zo'n soort christen zijn als dat hert moeder was? Zeker, met een echte ervaring in het aangezicht van de dood, bedoel ik. [Samenkomst zegt: "Amen" – Vert]

     Laten wij onze hoofden buigen.

107 Hemelse Vader, het uur is laat, en de mensen zijn aandachtig. Zij zijn aardig en zij luisteren naar dit verhaaltje. Nu, Here, als... Ik kan mij die koude novemberdag herinneren, toen ik daarboven stond en de wind waaide over de bergen. Ik kan die glinsterende tranen langs die gebaarde wangen naar beneden zien lopen, toen hij mij bij het been vasthield. En hij riep en zei: "Billy, je hebt mij gesproken over Iemand die liefde is en ik zie hier een echtheid." Er was iets in dat hert dat haar daar naar buiten dreef, Heer. Er was een echt moederschap daarbinnen. Het was een echt teken dat daar waarachtige moederlijke liefde was.

108 O God, laat Uw Woord vanavond spreken, echte, waarachtige Heilige Geest. Niet iets dat emotioneel is, enthousiast, wat het óók is; maar iets wat echt is, door het Woord gemanifesteerd, het Woord is scherper dan een tweesnijdend zwaard, en het onderscheidt de gedachten die in het hart zijn, waardoor...

109 U identificeerde al Uw profeten toen U op aarde was. U noemde hen "goden". U zei: "U noemt degenen tot wie het Woord van God kwam "goden", hoe kunt u Mij dan veroordelen wanneer Ik zeg dat Ik de Zoon van God ben?"

110 O Heer, de wereld kent de zijnen; al de jaren is zij blind geweest. En ik bid vanavond, Vader, dat U de ogen der mensen wilt openen en laat ons vanavond echte christenen worden en echte gelovigen want meer dan Salomo is hier. Eén, meerder dan al de profeten is hier. De Zoon van God Zelf is hier in de vorm van de Heilige Geest. Hij beloofde: "Een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien. Het woord 'kosmos', 'de wereldorde', zal Mij niet meer zien. Toch zult gij Mij zien want Ik zal in u zijn, zelfs tot het eind der wereld." En Vader, U zegt dat U Dezelfde bent gisteren, vandaag en voor eeuwig, en wij weten dat het de waarheid is. O, ik bid, God, dat U vanavond barmhartigheid zult hebben.

     En terwijl wij onze hoofden gebogen hebben... Ik vraag me af vanavond, met onze hoofden gebogen, of er iemand zou willen dat... Wees eerlijk met God nu, in Zijn tegenwoordigheid, vóór u iets hebt zien gebeuren. Maar u weet in uw hart toch wel dat u niet zo'n echte christen bent als dat hert een moeder was. En de reden dat zij een moeder is, was omdat zij als moeder geboren werd. Zij kon het niet helpen zo te zijn. Zij was als moeder geboren.

     En nu, als u niet geboren bent, als u niet diezelfde liefde voor Christus hebt; ongeacht wat iemand zegt, gelooft u Hem: Hij is dezelfde gisteren vandaag en voor immer. En u zou graag dat soort christelijke liefde in u willen hebben zoals die moederliefde het voor haar produceerde, nietwaar; met uw hoofden gebogen, iedereen nu en ieder oog gesloten, steek uw hand omhoog, zeg: "Bid voor mij, broeder Branham", en ik zal het zeker doen. God zegene u, broeder. God zegene u. O my, kijk rondom in de zaal, boven in de balkons, heel het gebouw door.

111 Wees niet beschaamd. Als u zich hier voor Hem schaamt... Hij zei: "Ik zal dan beschaamd zijn over u voor de Vader en de heilige engelen." U bent nu in Zijn tegenwoordigheid. Hij is hier. Hij is absoluut hier.

112 De grote Heilige Geest, de Vuurkolom, die met Mozes was, is precies hier. Herinner u dat, toen Hij hier op aarde was, Hij zei: "Ik kom van God en Ik ga tot God." En zij zeiden dat Mozes al de schatten van Egypte verzaakte, de schatten van Christus als groter beschouwde, de smaad van Christus groter achtte dan al de schatten van Egypte.

113 Hij ging de woestijn in met Christus. En elke Bijbellezer weet dat die Vuurkolom de Engel des Verbonds was, de Logos die van God uitging, welke Jezus was. En toen Hij stierf, voer Hij op ten hemel.

     Toen Hij Saulus ontmoette op de weg naar Damascus, was Hij weer opnieuw teruggekeerd tot de Vuurkolom en Hij doofde zelfs de ogen van Paulus uit door Zijn schittering.

     Nu, Hij is hier vanavond, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Zou u graag uzelf voor Hem willen identificeren en zeggen: "Here God, ik heb dat soort ervaring niet, ik wil het hebben!" Ik vraag u niet om hier naar voren te komen. Ik vraag u gewoon uw hand naar Hem op te steken, als u zich zo voelt. Was er iemand die nog niet zijn hand heeft opgestoken? Steekt nu uw handen omhoog. God zegene u.

114 Onze Hemelse Vader, zij zijn de Uwen. De wetenschap zegt... volgens de wetenschap kunnen wij onze handen niet opheffen. De zwaartekracht houdt ze naar beneden. Maar er is een geest in mannen en vrouwen. En zij... Een andere Geest kwam tot hen, welke de Heilige Geest is, die zei: "Steek uw hand omhoog." En zij daagden de wet der zwaartekracht uit en staken hun handen op tot God, Die hen maakte: "Ik wil een echte christen zijn." Hemelse Vader, ik bid dat U van ieder van hen een echte christen maakt. Door de Naam van Jezus Christus, zijn zij de Uwen, Heer.

     Hoe weinig wist ik dat die dag toen dat hert daar op dat veld liep, dat het de oorzaak zou zijn van... het was een teken. Maar Gij weet alle dingen. Ik bid, Vader, dat U hen nu zult aannemen. Zij zijn trofeeën van het Evangelie. Zij zijn de Uwen. U zei: "Geen mens kan hen van Mijn hart rukken en uit Mijn hand." En U zei: "Al wat van Mij is behoort aan de Vader. Geen mens kan hen uit Zijn hand rukken."

     Jezus zei in Johannes 5:24: "Hij die Mijn Woord hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig Leven en zal niet in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in Leven. Heer, dat is Uw Woord. Niet die schijngeloof heeft, maar zij die werkelijk geloven, hebben Eeuwig Leven." Zij zijn de Uwen, Vader. Ik geef hen aan U nu, in Jezus Christus' Naam. Amen.

115 Nu, wees even heel eerbiedig. Nu, het is precies tijd om te sluiten, maar wacht slechts nog een ogenblik. Voor wij dat doen, hoevelen geloven dat Jezus Christus beloofde met ons te zijn waar er twee of drie in Zijn Naam vergaderd waren? [Samenkomst zegt: "Amen" – Vert] Hoevelen geloven dat Hij dezelfde is gisteren, vandaag en voor eeuwig? ["Amen"] Zijn... Hij zou... Als Hij hier was vanavond, zou Hij gewoon zijn zoals Hij toen was. Hij zou hetzelfde doen. De Bijbel zegt dat Hij de Hogepriester is die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden. Is dat juist? ["Amen"] Nieuwe Testament, Hebreeën, derde hoofdstuk: "Een Hogepriester die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden." Nu, heb geloof in God. Nu geloof alleen, echt, met heel uw hart.

     En u hier buiten nu, die in het gehoor bent, die niet... die ziek bent. Hoevelen van u zijn ziek, steekt uw hand op, zegt gewoon: "Ik ben ziek." Nu, heel zachtjes, echt stil nu, iedereen. Nu, bidt u, zegt: "Here Jezus, broeder Branham kent mij niet, maar wat hij zei vanavond: 'Meer dan Salomo is hier' en ik weet dat geprofeteerd is dat dit terug zou keren. Het is niet in de wereld geweest gedurende honderden en honderden en duizenden jaren. Maar u beloofde dat het zou terugkeren in de laatste dagen overeenkomstig Maleachi 4; en beloofde het in Lukas 17 en al die andere beloften...

116 U zei dat het hier zou zijn wanneer de Zoon des mensen Zichzelf zou openbaren, omdat het het Woord moet zijn. Want: 'In den beginne was het Woord, en het Woord was met God, en het Woord was God. Het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons.' En het Woord onderscheidt de gedachten."

     Het was het Woord in de profeten, het was het Woord in de Zoon, het is het Woord in u vandaag. Ziet u, het Woord! Het is geprofeteerd, beloofd. Ofschoon u vele nabootsingen vindt, menige vleselijke wedijver, dat neemt het werkelijke niet weg. Er is een werkelijke Heilige Geest, een werkelijke God.

     Nu, gelooft u met heel uw hart en kijkt deze kant op, naar mij, en gelooft met heel uw hart. Zegt: "Here God, ik ga bidden en ik bid dat U aan broeder Branham wil openbaren, en laat mij Uw kleed aanraken, en keert U Uzelf tot hem, omdat hij mij niet kent, en zeg mij wat mijn probleem is. En dan zal ik weten dat Uw tegenwoordigheid hier is."

117 Vrienden, weet u wat er met de Pinkstermensen aan de hand is? Zij hebben teveel gezien. Op een dag kwam een oude zeeman van de zee en hij vond een schrijver die naar de zee ging. En de oude zeerob zei tegen de schrijver: "Waar ga je heen, mijn goede man?"

     Hij zei: "Ginds naar de zee, o, ik wil het zilte nat ruiken. Ik wil de blauwe hemelen ervan zien, de witte wolken en de zeemeeuwen."

     Hij zei: "Vijftig jaar geleden werd ik erop geboren. Ik zie er niets zo aantrekkelijks aan." Dat is het. Hij had er teveel van gezien, tot het gewoon werd.

118 Dat is er met ons, mensen, aan de hand. Wij hebben zoveel van God gezien! Deze gemeente die is uitgeroepen uit de denominatie-groepen in de laatste dagen, heeft er zoveel van gezien dat Het zo gewoon geworden is. U ziet het gewoon over het hoofd. Laat Christus nooit gewoon voor u worden, vriend. Doe dat nooit. Geloof met heel uw hart en al wat in u is. Heb nu geloof in God. Nu, bid en laat de Here Jezus het toestaan. Nu, raak gewoon Zijn kleed aan. Ik weet niet... Raak Hem aan. Hij kan aangeraakt worden. [Broeder Branham pauzeert nu – Vert] Bid nu. Ik zeg niet dat Hij het zal doen. Eén moment kan het allemaal vaststellen. Wees een soort... [Leeg gedeelte op de band – Vert] Nu, het is een licht. Laat niemand een foto nemen, een flitsfoto. Wees eerbiedig.

     Nu, hier is het. Het is boven een vrouw die hier naar mij zit te kijken, hier helemaal aan het eind. Daar precies. Gelooft u dat Ik Zijn dienstknecht ben, dame? Ik ben een vreemde voor u. U kent mij niet. Ik ken u niet. Maar als God mij zal beschrijven (net zoals Hij deed bij de vrouw en haar vertelde over haar bloedvloeiing of de vrouw die vijf mannen had), als de Here Jezus in die informatie zal voorzien, door mij, zou u dan met heel uw hart geloven? U zult weten of het de waarheid is of niet. In orde. Het is een blaaskwaal. Als dat juist is, steek uw hand op. Hm! Ziet u? Nu, dat is precies juist.

     Hier, u zit naast haar. U zou haar helpen. U raakte haar aan met uw hand. Nu, u was vriendelijk. Nu, gelooft u dat God mij kan vertellen wat uw moeite is? Gelooft u dat Hij het kan doen? Hoge bloeddruk. Als dat juist is, steek dan uw hand omhoog.

     De man die naast haar zit, gelooft u meneer, dat God mij kan vertellen wat uw moeite is? U zult weten of het de waarheid is of niet. Spataderen. Gelooft u het? De kleine dame die daar zit, een beetje huilend, uw moeite is nervositeit. Dat is precies juist. Zo'n beetje overschaduwd, u wordt zwak overdag. U denkt dat u uw verstand verliest. De duivel probeert u dat te vertellen, maar het is niet zo. Het is allemaal voorbij vanaf nu, vanavond. Ziet u? U hebt de overwinning. Het heeft u verlaten. De zwarte schaduw die over u was, heeft u verlaten.

     U huilde daar, die naast haar zit, dame. Het ontroerde u. Gelooft u nu dat ik Zijn profeet of Zijn dienstknecht ben? Dat hindert sommige mensen, ziet u. U, ik ken u niet. Wij zijn vreemden. Gelooft u dat God mij kan vertellen wat uw moeite is? In orde. U hebt een hartkwaal, nierkwaal en bloedarmoede. Indien dat juist is, steek uw hand omhoog.

     Deze kleine dame, die naast haar zit, een beetje zwaar, met een rood en donker gestreepte jurk aan. Zij bidt. Zij wil in deze rij geroepen worden. Als dat juist is, steek uw hand op, dame. Gelooft u dat God mij kan vertellen wat uw moeite is? Uw vriend zal in orde zijn. Het geestelijke probleem zal in orde zijn. En uw vrouwenkwaal zal u verlaten, als u God met heel uw hart zult geloven. Nu, als dat juist is, steek uw hand omhoog. Als dat is waarover u bad, steek uw hand omhoog zodat de mensen kunnen zien wat u doet. Ziet u? In orde. Heb geloof in God.

119 Iemand achteraan... U hoeft niet hier vooraan te zitten. Ginds achteraan; geloof met heel uw hart. Ginds achteraan, daar is een vrouw. Zij heeft een gezwel op haar zij. Zij bidt. Zij zal het missen. Here God, help mij, bid ik. Mevrouw Goodman, gelooft u met heel uw hart dat God dat gezwel van uw zijde zal wegnemen? In orde. Steek uw hand goed omhoog zodat de mensen u kunnen zien. Ik ben een volkomen vreemdeling, zag haar nooit. Daar is zij. Zijn die dingen juist? Steek uw hand op. In orde.

120 Een dame die daar zit, buiten aan het einde daar, zij lijdt aan een galblaaskwaal. En ook heeft zij suikerziekte, een hartkwaal. Mevrouw Holderfield, geloof met heel uw hart, dame, en u kunt daar nu genezen worden.

     Alstublieft, ga niet rondlopen, mensen. Ik vraag u in Jezus Christus' Naam, doe dat niet. Ziet u, ziekten gaan van de een naar de ander. Ziet u? Ongeloof is het meest verschrikkelijke ter wereld. Hebt slechts geloof.

     Hier is een kleine dame die hier zit, biddend voor haar man. Hij drinkt. Dat is juist. U bidt dat hij met drinken zal stoppen. Is dat niet juist? In orde. Ik ken u niet. U hebt een gebedskaart? U hebt er geen. U hebt er geen nodig, slechts het geloof dat u hebt... U raakte Iets aan. U bent zeven of tien meter bij mij vandaan. U raakte de Hogepriester aan.

121 De kleine dame daarachter bidt ook voor haar man en zit achter haar. Dat is juist. Uw man is een nerveus man, soort mentale nervositeit. Hij is nu op dit moment vermist. Als dat juist is, steek uw hand omhoog. En u hebt iets verkeerds met uw hand. U hebt een allergie, zoiets, en u gebruikt spul en het maakt dat het slecht gaat met uw handen. Is dat niet juist? Mevrouw Patty is uw naam. Gelooft u nu met heel uw hart? Als dat juist is, steek uw hand omhoog. Amen. Ziet u? Ik heb u gevraagd te geloven.

122 Wat met deze dame die hier zit? U hebt een litteken op uw gelaat, zoals een kleine huidkanker. Gelooft u dat ik Gods dienstknecht ben? U gelooft? Ik ken u niet. U bent een vreemde voor mij. Dat is niet precies waarover u bidt. U bidt over een hartkwaal die u hebt. Dat is juist. Is dat juist? Deze dame zit hier. Als u met heel uw hart zult geloven, kunt u uw genezing hebben. Uw man kreeg de zijne gisteravond, waarom u niet? Ex-vrouwelijke prediker. Nu, geloof met heel uw hart en u... Nu, u ziet, gewoon zodat u het zou weten. U had er een vraag over in uw gedachten, ziet u. Nu bent u tevreden, nietwaar? In orde. Steek uw hand omhoog als dat juist is. Heb geloof in God.

     Wat denkt u van die diabetes, meneer, die hier zit met uw hand omhoog? Gelooft u dat God diabetes kan genezen en u gezond maken? Gelooft u? In orde, meneer, God kan u genezen. U bent ook een vreemde voor mij. Als u zult geloven met heel uw hart!

123 Er zit een man daar, die een hartkwaal heeft, iets verkeerd met zijn rug. Meneer Easter, u werd gewond in een treinongeval, waardoor dat veroorzaakt werd. Als dat juist is, steek uw hand op, Jezus Christus zal u genezen en u gezond maken. Hoevelen van u geloven? [Samenkomst zegt: "Amen" – Vert] Meer dan Salomo is hier. Gelooft u het? ["Amen"] Jezus Christus, dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig, zwiepte regelrecht door het gebouw. Gelooft u nu dat Hij hier is? ["Amen"] Hij is hier nu. Dat is een realiteit. Dat is precies wat Hij zei dat er zou gebeuren: "Deze dingen die Ik doe zult gij ook doen, meer dan deze zult gij doen, want Ik ga tot Mijn Vader."

124 Op een keer raakte een vrouw Hem aan en Hij werd zo zwak dat Hij zei: "Kracht ging uit Mij weg." En Hij was de Zoon van God. Ik ben een zondaar, gered door genade. "Meerder dan deze zult gij doen." Ik weet dat de King James 'groter' zegt, maar in het origineel staat er: "Meer dan deze zult gij doen, want Ik ga tot Mijn Vader." Nu, gelooft u dat? [Samenkomst zegt: "Amen" – Vert]

     Gelooft u dat Zijn tegenwoordigheid hier is? ["Amen"] Waarom dan niet uw handen op elkaar leggen, u gelovigen, en bidden voor degene die naast u zit. Ieder van u, legt elkaar de handen op en gelooft met heel uw hart nu, terwijl u bidt. Bidt zoals u het in de gemeente doet. Gelooft zoals u altijd geloofd hebt. Nu, laat die Geest van God, die van u een christen maakte even groot en koninklijk voor u zijn als u bidt voor die persoon, zoals dat moederhert het in haar had om moeder te zijn, die trouwe Geest van Christus die hier nu is, die de wereld niet gelooft. De wereld haat het. De wereld begrijpt het niet. De Bijbel zegt dat zij het niet zouden begrijpen.

     De wereld kent de zijnen; en God kent de Zijnen. God beloofde het. Het is de waarheid. Zo helpe mij, het is de waarheid: Jezus Christus, dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig. Bidt nu.

     Here Jezus, hier liggen enkele zakdoeken, die voor de zieken en aangevochtenen zijn. Ik leg er mijn handen op omdat ons in de Bijbel onderwezen is dat men zakdoeken en schorten van het lichaam van Paulus nam en dat onreine geesten van de mensen uitgingen en dat zij van ziekten genezen werden. Nu, wij zijn Paulus niet, maar U bent nog steeds Jezus. En ik bid dat U deze wil eren voor deze mensen die niet in de samenkomst konden zijn. Moge het gebeuren wanneer zij op hen gelegd worden.

125 Zoals één van de schrijvers zei: "Toen de Rode Zee in de weg kwam van de kinderen Israëls, keek God neer door die Vuurkolom met boze ogen en de zee werd bevreesd, omdat zij in de weg stond van het pad van plicht voor de gelovigen en ze bewoog zich terug en de gelovigen gingen over naar het beloofde land." Here God, kijk vanavond neer door het bloed van Uw Zoon, Jezus Christus, op deze zakdoeken, op dit gehoor hier met de handen die zij elkaar opleggen, terwijl zij voor elkaar bidden. U zei: "Belijdt elkaar uw fouten, bidt voor elkaar opdat u genezen moogt worden. Want het krachtige, vurige gebed van de rechtvaardige vermag veel."

     Ik bid, God, zoals de belijdende christen vanavond bidt voor de persoon waarop hij zijn handen heeft, dat de kracht van de Heilige Geest op die persoon moge komen. Moge de Geest de realiteit, Heer, voor hen levend maken. Mogen zij het niet missen, Heer. Laat hen niet zijn als iets dat het zal missen, Vader. Moge Birmingham nu de visie vatten van de tegenwoordigheid van de opgestane Jezus Christus, een Grotere dan al de profeten, een Grotere dan al de predikers, groter dan al de pausen of de machthebbers of wie het ook moge zijn, het is Jezus Christus, dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig, Die Zichzelf bevestigt in de laatste dagen door Zijn beloofde Woord. Sta het toe, Heer. Ik bid om dit geloof, of, dit gebed des geloofs, voor hen, zoals zij voor elkaar bidden. In Jezus' Naam bieden wij het U aan.

     Nu, ieder van u, zoals u uw handen op iemand hebt, nu, sluit gewoon uw ogen en bedenk: de Christus die dit beloofde is hier gekomen en heeft Zichzelf betuigd. Ja, ik zie een man genezen, precies daar, van tuberculose, die hierginds voor mij zit. Nu als u... het is overal bezig, overal in het gebouw.

126 Wees zeker... als God... Een mens kan iets zeggen; dat maakt het nog niet zo. Maar wanneer God neerkomt en het zegt en het betuigt en bewijst dat het de waarheid is: als u dat betwijfelt is het een onvergeeflijke zonde. Jezus zei dat het nooit vergeven zou worden in deze wereld of in de wereld die komt. De Schrift belooft dit, en hier is het recht voor u betuigd. Mensen, in de Naam van Jezus Christus, ontvangt Hem terwijl Hij hier is, in de tegenwoordigheid van ons, vanavond, terwijl wij met Hem zijn. Wilt u het geloven?

     En allen die het waarlijk geloven en Hem accepteren als uw persoonlijke Redder of als uw Genezer, wilt u opstaan om er getuigenis van te geven? "Ik zal opstaan als een getuigenis. Ik geloof echt en ik aanvaard nu mijn genezing, mijn redding, en al mijn behoeften, in de tegenwoordigheid van Christus. Ik aanvaard Hem nu." My, kijk over het gebouw. Bijna heel de samenkomst staat. Wonderbaar! Dat is prachtig. Nu is het allemaal voorbij, als u het gelooft. "Indien gij kunt geloven!"

     Nu, laten wij onze ogen sluiten en onze handen opheffen en zingen: "Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief, omdat Hij mij eerst liefhad." Laten wij Hem lofprijs geven als wij nu zingen, tot Hem deze lofzangen zingen.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief
Omdat Hij mij eerst liefhad
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruishout.

     Laten wij onze handen opheffen en zeggen: "Prijs de Heer!" [Samenkomst zegt: "Prijs de Heer!" – Vert] Prijs de Heer! [Prijs de Heer!] Prijs de Heer! [Prijs de Heer!]

Ik heb Hem lief (iedereen) ik heb Hem lief
Omdat Hij mij eerst liefhad
n mijn redding kocht
Op Golgotha's kruis.

     Nu, buigt uw hoofden een moment. De piano, de organist en de pianist, ga gewoon door. Ik vraag mij af vanavond, is uw overtuiging nog steeds "gelovend"?

127 Ik vraag mij af als u gelooft dat de God die mij het geheim in het hart kan zeggen om te bewijzen dat... Hij hoeft dat niet te doen, maar Hij zei dat Hij het zou doen. Toen Jezus de eerste keer kwam hoefde Hij niet te genezen, maar Hij zei dat Hij het zou doen. Hij deed het opdat vervuld mocht worden wat door de profeet gesproken werd. En Hij doet het vanavond, omdat de profeten zeiden dat Hij het zou doen, en Jezus zei ook dat Hij het zou doen.

     Nu, ik vraag mij af, als u die deze liefde van God in uw hart wil, zoals het moederhert die had voor haar baby... U wilt die liefde in uw hart voor Christus, en u gelooft dat Hij ons gebed zou verhoren, zou u hier willen komen staan terwijl wij voor u bidden? Terwijl wij dit nog eens zingen, kom gewoon hier naar voren. U maakt dan een publieke belijdenis, loopt hierheen en gaat hier staan. Als u dat gebed gelooft, zal mijn gebed u helpen. Komt u naar voren, terwijl wij dit opnieuw zingen.

Ik... (Nu, bewijs uw liefde voor Hem door te komen) heb Hem lief
Ik heb hem lief (God zegene u)
Omdat Hij mij eerst liefhad
En...

     Kom van het balkon. Wij zullen op u wachten. Dat is juist. Als u echt oprecht bent, kom nu.

...redding kocht
Op Golgotha's kruishout.

     De mensen verlaten het balkon, komen naar beneden. Iedereen, zing nu. "Ik"... Kom naar de gangpaden, waar dan ook, kom gewoon.

Omdat Hij mij eerst liefhad.

     Bedenk dat de God die u zal ontmoeten bij het Oordeel u hier in de gemeente vanavond ontmoet heeft.

Mijn redding kocht
Op Golgotha's...

     Ik vraag mij af, indien al de predikers hier die geïnteresseerd zijn in verloren zielen en die nog steeds een visie hebben voor mensen in nood, als u nu onder de mensen naar voren zult wandelen, u allen, predikers hier binnen, elke prediker die gelooft dat God nog steeds een zondaar zal redden. U ziet misschien een der grootste dingen nu op dit moment gebeuren die u ooit gezien hebt. Dit is wat de Heilige Geest graag heeft.

Ik heb Hem lief...

128 Bewijs het nu, bewijs dat u geïnteresseerd bent, dat u Hem liefhebt. Als u Hem liefhebt dan hebt u Zijn kinderen lief. Meng nu uzelf onder deze mensen hier! Kom gewoon naar voren en kom onder de mensen, precies zoals dit; en gaat u tussen de mensen en leg uw handen op hen. Kom hier nu naar voren. Wij zullen bidden. Ik geloof dat de Heilige Geest op het volk zal uitgestort worden vanavond, precies hier in het gehoor.

...Golgotha's kruis.
O, hoe lief heb ik Jezus...

     Geraak in liefde met Hem. U kunt Zijn Woord lezen.

O, hoe heb ik Jezus lief
O, hoe heb...

     Nu, sluit de wereld van u weg. Sluit heel de wereld nu van u weg. Ziet u?

Omdat Hij mij eerst liefhad.
O, hoe... (wonderbaar)
O, hoe...

     Nu, predikers, breng iemand hier... Kom predikers, kom hier, beweeg u onder de mensen.

O, hoe heb ik Jezus lief.
Omdat Hij mij eerst liefhad.

     Nu, Hij staat hier. Hij weet alles in uw hart. Denkt u niet dat Hij dat weet? Precies hier, er was geen geheim. Hij weet wat u spreekt, wat u nodig hebt.

     Nu, laten wij onze hoofden buigen, elkeen, over heel het gehoor, u die zelfs hier niet kon komen. Nu, laten wij bidden. Ieder van u, belijdt al uw verkeerdheid, belijdt al uw ongeloof.

     Zeg: "Here Jezus, misschien behoorde ik eens tot de kerk. Ik ging naar de kerk, maar ik was nooit bevredigd. Er was iets anders... O, ik mag misschien... ik mag misschien gejubeld hebben. Ik mag in tongen gesproken hebben. Ik mag misschien tot de gemeente toegetreden zijn." Al die dingen, zij zijn fijn. Ik heb daar niets tegen. Maar daar spreek ik niet over.

129 Ik spreek over de liefde van God die werkelijk hier beneden is. Dat is de Heilige Geest. Dat is het. Als u dat wilt, iets wat werkelijk beproefd is, dat zal maken dat het Woord van God door u heen leeft, en door u heen handelt... Ziet u, geen wortels van bitterheid in het kanaal van... de Heilige Geest vloeit recht door u heen. Dat is wat u wilt.

     Nu, buigt uw hoofd, en bidt eerbiedig. En u, predikers, legt uw handen nu op hen.

130 Onze Hemelse Vader, vanavond brengen wij tot U dit gehoor van mensen, die hier staan om belijdenis te doen, wetend dat zij verkeerd zijn geweest. Wellicht zijn er ook motieven en doelstellingen die verkeerd zijn geweest. Maar vanavond zijn zij in geloof gekomen, gelovend dat U elke zonde zult vergeven. Velen van hen zijn jaren naar de kerk gegaan. Velen van hen hebben grote menslievende daden gedaan. Maar, Heer, vanavond willen zij de realiteit; zij willen die zachtheid, dat iets wat hun ontbreekt in hun leven, die Heilige Geest van God die daar binnen beweegt in de vorm van het Woord. En Uw dienstknechten, de predikers, Uw dienstknechten, hebben hun handen op hen gelegd.

     Wij bidden voor hen dit gebed en vragen Heer, dat dit de tijd zal zijn, dat niet op een andere wijze, maar diep in hun hart het eenmaal voor eeuwig, precies nu in Uw tegenwoordigheid, zal vastgezet worden. Moge de Heilige Geest nu in hun leven komen en hen lieflijk maken, Heer, met de grote honing des Hemels. En geef hun een ervaring die een eeuwigdurende ervaring zal zijn, opdat de grote tegenwoordigheid van de levende God vrijmoedig in hun leven moge komen, en hun dat zal geven wat zij op dit moment nodig hebben.

     Sta het toe, Eeuwige God. Zij zijn de Uwen. Ik presenteer hen aan U als liefdegaven en als een offer zoals zij het hier vormen. En moge de Heilige Geest het nu zo werkelijk voor hen maken. God, sta het toe, in Jezus' Naam.

     Uw herder zal bidden. [De broeder bidt – Vert] Ja, Heer. Sta het toe.