Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Vragen en antwoorden, deel 3

Door William Marrion Branham

1 Laten wij onze hoofden buigen. Here Jezus, wij zijn U dankbaar vanmorgen voor de gelegenheid om in Uw tegenwoordigheid te komen, in deze tijd van gemeenschap, en om hier in hemelse gewesten te zitten in Christus Jezus. Nu Here, wij bidden dat U voortdurend met ons wilt zijn als wij over U spreken. Mogen onze harten vol vreugde zijn als wij opzien naar Uw Woord en Uw beloften voor ons. Zegen onze herder, onze hulpvoorgangers, al de broeders en zusters, die hier komen om met ons samen te zijn en zich hier vergaderen op deze kleine plek, die wij als ontmoetingsplaats voor U bestemd hebben. En wij bidden, dat U ons zult zegenen in alles wat wij in de loop van de dag doen. In de Naam van Jezus vragen wij het. Amen. U kunt gaan zitten.

     [Broeder Branham overlegt met iemand op het podium – Vert] Ik heb uw boek.

2 Dit is gewoon enigszins een kleine verlichting voor mij. Ik had de diensten hier achter, persoonlijke gesprekken; ik moest òf persoonlijke gesprekken òf de beantwoording van vragen nemen. Vrijwel alles wat vanmorgen binnenkwam, waren visioenen en ik moest gewoon... Ik vertelde Billy, dat als broeder Neville het niet te druk had, ik deze stapel vragen zou nemen en hierheen zou komen om mijn geest een beetje te ontlasten. Het drukt mij enigszins neer... Die visioenen zijn... Maar de mensen werden geholpen; dat is het voornaamste. Het voornaamste; ze werden geholpen. Dat is de goede kant ervan. Ik zal ze vanmiddag een beetje vroeger doornemen, zodat ik dan vanmiddag kan beginnen met mijn speciale gevallen, de persoonlijke gesprekken.

3 Nu, we zijn blij vanmorgen onze vrienden te zien en ... Nu, dit... Houd dit niet tegen Billy. Dus dan... Hij werd verondersteld de mensen ervan in kennis te stellen als ik door zou gaan met deze vragen te beantwoorden. Ik dacht dat het misschien een uur of zo zou duren om de vragen te beantwoorden. Sommigen van mijn... ik houd er niet van om iets te laten liggen; ik houd ervan om mijn lei schoon te hebben. Ziet u? Dan deze vragen enzovoort, ik vind het fijn om te zeggen: "Ik heb dit klaar." Ik heb teveel in mijn gedachten; het maakt mij nerveus. En ik wil niet over iets nerveus zijn; ik ga één dezer dagen naar huis in de heerlijkheid. Ha.

4 Een oude vriend van mij zei een paar dagen geleden tegen mij: "Ik word er zo moe van om in een reiskoffer te leven."

     Ik zei: "Geliefde broeder, ik wil je iets vragen en ik wil je iets vertellen. Ik heb heimwee. Ik heb al twintig jaar heimwee en ik heb geen huis om naar toe te gaan." Ziet u? Dat is waar. Het is een verschrikkelijk iets om te zeggen. Ik zou kunnen gaan zitten en huilen, om ergens naar huis te gaan. Ik heb geen huis om naar toe te gaan. Overal waar ik ga, kan ik niet langer dan een paar dagen blijven; dan ben ik weer klaar om ergens anders heen te gaan. Ik ben altijd zo geweest; ik werd zo geboren. Mijn vrouw noemt mij: "Rusteloze winden." Ik ben gewoon dan hier en dan daar. En dat is een verschrikkelijke positie om in te zijn, maar ik geloof, dat ik zo moest zijn voor mijn bediening. Maar velen van u bewonderen de... Wel, wij bewonderen het iets voor God te doen, maar gaat u nooit...

5 Nu, wij zijn vanmorgen gewoon een groep familieleden. Ziet u? Maar ik heb heimwee. Ik wil naar huis gaan en ik weet niet waarheen. U zegt: "Wat dan als u naar Arizona gaat, terwijl uw gezin daar is?" Ik voel me goed gedurende twee of drie dagen en dan moet ik weer ergens anders naar toe gaan. En ik ga daarheen en dan voel ik mij weer goed daar gedurende twee of drie dagen, maar dan moet ik weer ergens anders naartoe. Dus is er gewoon geen huis om naar toe te gaan, en ik heb heimwee.

6 Wel, er is een thuis. Ik zal daar op een keer naar toegaan, maar ik moet u eerst helpen. Ziet u? Daarvoor ben ik hier, om u te helpen. En tot die tijd komt dat ik u niet meer kan helpen, dan wil ik naar huis gaan. Dan wil ik werkelijk naar huis gaan. Maar er is ergens een plaats waarvan ik zoveel zal gaan houden dat ik niet meer terug zal willen komen.

7 Ik zal Jeffersonville verlaten; ik zal een paar weken weg zijn; ik wil weer terugkomen. Ik ga naar Arizona; ik vind dat wonderbaar; dan wil ik weer teruggaan. Ik ga ergens anders heen; dan wil ik vervolgens teruggaan. Ik ga hierheen en ik ga daarheen en dan denk ik dat ik hierheen wil komen. Ik kom hier en ben er slechts een paar dagen en ik zie u allemaal; ik wil weer ergens anders heengaan. Ziet u, ik heb mijn kinderen verstrooid over de wereld, en ik... hen, die ik in Christus verwekt heb. En ik... Dan heb ik geen thuis. Ik wil hen één dezer dagen allen tezamen hebben (ziet u?), zo de Vader wil, en dan zullen wij een thuis hebben waar wij niet meer behoeven rond te zwerven. Ziet u? Ik word moe van het zwerven, zonder een plaats om te blijven.

8 En ik zou ieder willen aanraden nooit een zwerver te worden (zie?), tenzij het de een of andere soort bediening is, die u op die wijze roept, omdat... Ik zou vanmorgen gewoon alles willen geven als ik een plaats hier op aarde had, waar ik naar toe zou kunnen gaan en zeggen: "Dit is mijn thuis!" Ik zou... Als ik het had zou ik er een miljoen dollar voor willen geven. Als ik een plaats had, waarvan ik zou kunnen zeggen: "Jongen, hier houd ik gewoon zo erg van; ik wil deze plaats niet meer verlaten", dan zou ik alles willen geven. Maar ik kan hem niet vinden.

9 Ik ben zoiets als Abraham was; ik zie uit naar een stad. Ziet u? Ik kan hem niet vinden, maar ik weet dat hij er is. Maar ik kan zeker niet aangepast worden aan één bepaalde plaats op deze aarde. Het ziet er gewoon niet uit als... Fijne mensen, fijne plaatsen, en ga je hier, het is te nat, ga je daar, het is te droog; ga je hier naartoe, het is te koud, en ga je naar daarginds, het is te heet. Ziet u? En je... Er is geen plaats; het is gewoon geen thuis. Ik wil mijn tijd niet gebruiken om op uw schouder uit te huilen, maar ik ben...

     Wel, we zijn de Here dankbaar. Amen! Wees dankbaar voor alle dingen. Ik ben aldus omdat ik zo ben. God maakte mij wat ik ben. En ik kan niet anders zijn dan wat Hij mij maakte, melancholiek en zulk soort dingen. Zij vertellen mij dat ik gewoon op die wijze moet zijn teneinde de hulp te zijn, waarvoor Hij mij hier zond. En ik wil dat soort persoon zijn. Als dat de wijze is waarop ik verondersteld word te zijn, dan wil ik dat zijn. Wat ook de wil van het Koninkrijk Gods is of de wil van God, dat wil ik zijn.

10 Laten wij nu weer bidden. Here Jezus, deze vragen liggen hier vóór ons, Vader. Ik kan ze niet beantwoorden, Heer. Ik ben onvoldoende bekwaam voor deze vragen, maar ik weet dat U de Algenoegzame bent, omdat het op het hart van de mensen is. Gebruik mij, Here, om hun druk te verlichten. Zou u het niet willen, Vader? In de Naam van Jezus Christus vraag ik het. Amen.

11 Nu, we gaan beginnen met... Ik geloof dat zij dit niet op de band opnemen, dus is het slechts een... Het is in orde, veronderstel ik.

     Nu, het enige dat... De reden waarom ik mij bezorgd maak over vragen is, omdat er altijd één vreemde zaak is... dringende zaak is, liever gezegd, waar ik mij altijd druk om maak: en dat is het beantwoorden van de vraag over huwelijk en echtscheiding. O my, de telefoon gaat, er komen brieven en één broeder wikkelde zichzelf in een deken en zat op mijn veranda vanaf twaalf uur tot het daglicht de volgende morgen. Predikers bellen van overal op, twee of drie keer getrouwd en zo al. Bedieningen... Ik wil u één ding vragen. Ik weet dat ik er hierin nog verscheidene daarover heb. Ik heb ze niet doorgekeken, maar er zijn er hier nog verscheidene over.

12 Bedenk gewoon dit. U mensen die getrouwd bent en gescheiden en opnieuw getrouwd, beloof mij één ding. Ziet u? U hebt uw vertrouwen in mij gesteld. (Ik neem aan dat dit niet op de band komt.) U gelooft dat ik uw door God gezonden profeet ben, uw dienstknecht; neem dan mijn woord hiervoor, alstublieft. Ga door met te leven zoals u bent. Probeer niet iets anders, maar leef, ga gewoon door en leef gewoon gelukkig. U werd... U bent gered. Als u een Christen bent, ga door met te leven voor Christus. Hij had een reden om u te redden.

13 Nu, als ik terugkom, zo de Here wil, zal ik u dat uit de Bijbel verklaren. Ziet u? En raak niet van streek. Veel mannen vertelden mij: "Wel, ik houd van mijn vrouw, maar ik zal haar gewoon moeten verlaten; ik wil de opname niet missen." Doe dat niet. Blijf gewoon zoals u bent, totdat u weer van mij hoort over dit onderwerp. Ziet u? Dan als ik... Ik kan het niet in tien of vijftien minuten verklaren; het zal wat tijd nemen om het uit te leggen, omdat het naar de Schrift moet zijn. Het moet ZO SPREEKT DE HERE zijn. Als het dat niet is, is het niet in orde.

14 Ik ken deze vragen, dat Jezus hier zei: "Als een man zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, om een andere reden dan hoererij, pleegt hij overspel en wie haar trouwt, die weggezonden werd, leeft in overspel." Hij had er een reden voor om deze dingen te zeggen. Hij was God; dat is Zijn Woord.

15 Nu, laten wij teruggaan naar het begin en uitvinden wat het allemaal betekent (ziet u?) en dan brengen wij het naar voren. Maar totdat wij dat doen, ga gewoon door zoals u nu bent, net eender als u altijd deed, als u Christenen bent. Als u een Christen-echtpaar bent en u bent getrouwd en u hebt kinderen en zo, een paar kleine banden die u binden, verlaat uw vrouw of uw man nu niet. Doe dat niet. Ziet u? Wacht totdat u mij weer over het onderwerp hoort. Wilt u mij dat beloven? Steek uw hand op! Nu, u hebt uw vertrouwen in mij gesteld om mij te geloven. Nu, u gelooft mij tot zover, geloof mij nu nog een beetje verder over het onderwerp.

     Nu, laten wij zien. Ik heb een paar echt goede hier vanmorgen, enkele...

325 Moeten allen die in de bruid gaan binnen vijftienhonderd mijl van de Tabernakel wonen?[vierentwintig honderd kilometer] van de Tabernakel wonen... (Ik geloof dat ik die verleden zondag heb gehad. Ik zal ze alleen weer op moeten pakken en gebruiken indien mogelijk.) ... vijftienhonderd mijl van de Tabernakel, zoals het klinkt op band nummer twee van "Het toekomstig thuis van de bruid"? Ik heb altijd gedacht dat de bruid zou komen uit alle delen van de wereld ten tijde van de opname. Heb ik het verkeerd?

16 Neen mijn dierbare vriend, u hebt het niet verkeerd, u hebt gelijk. Nu, als ik iets gezegd heb op de band dat u zou leiden om te geloven, dat...

     Nu, ik heb niet... Deze vragen zijn nu allemaal nieuw voor mij, ik heb deze hier nooit ingezien. Ziet u? Dit is een nieuwe bundel die ik vorige zondag kreeg en ik deed ze terug in deze enveloppe en legde ze daar weg.

17 Nu, in deze... Nee, de bruid behoeft niet in enige bepaalde plaats te zijn. Velen van haar zullen in het stof der aarde zijn. Zij zullen over het rond der aarde zijn; zij zullen bevroren zijn in de sneeuw in het Noorden en in het stof van de tropische oerwouden en over de hele wereld. Maar als de bazuin van God zal klinken, zullen de doden in Christus opstaan, ontwaken, en uit het stof der aarde komen, ongeacht waar zij zijn. En nu, wat dit betreft, de opstanding zal universeel zijn. Ziet u? Overal zal elk schepsel op de aardbol dat in Christus is, met Hem tevoorschijn komen als Hij komt, ziet u, ongeacht waar u bent.

18 Denk eens even aan de arena in de dagen van de eerste martelaren, toen die Christenen in de leeuwenkuil werden geworpen en die leeuwen de Christenen doodden en hun lichamen opaten. Ziet u? Hoewel zij werden verstrooid en hun lichamen in de mest van de leeuw waren over het aangezicht van de aarde. Waar het ook is, u kunt niet... Ziet u, u bent gemaakt uit een vaste stof die bestaat uit onzichtbaar gemaakt materiaal, en God zal die vaste stof teruggeven. Ziet u?

19 Nu, zoals wanneer u een cel neemt. U ontleedt een cel en het komt dan tot een cel in een cel, en gaat over in een atoom, en een molecule en zo maar door, en tenslotte eindigt het in het ongeziene. Het gaat van een natuurlijk iets, iets waar u uw handen op kunt leggen, tot gassen; van gassen tot zuren – zuren tot gassen, en gassen en zo verder door, totdat tenslotte alles uitloopt op één klein ding en dat is geest. En deze geest die deze gassen vasthield... Het mogen dan niet dezelfde gassen zijn, maar de trekken van wat u bent, zullen weer precies zijn wat ze zijn. Ziet u? De geest heeft dat beheerst.

20 En nu, met andere woorden, als u een jongeman of een jonge vrouw wordt, is het alsof God een foto van u neemt... Nu, het doet er niet toe hoe oud en gerimpeld, hoe mismaakt of wat het ook moge zijn, dat zal door alles heen meegaan. En dat lichaam moge vernietigd, mismaakt, verbrand, door de leeuwen opgegeten of wat dan ook, zijn, maar het werd gevormd uit gassen, zestien elementen van de aarde. Dat was calcium, kalium, petroleum en kosmisch licht, enzovoort, wat alles tezamen het lichaam vormt. Nu, ongeacht... Daarmee is de hele aarde gevuld.

21 Maar nu, deze foto is het voornaamste. Dan komen in de opstanding die gassen en zuren en dergelijke regelrecht op hun plaats terug en ontwikkelen opnieuw die foto. Nu, deze foto werd niet genomen toen u zestien of achttien of twintig jaar oud en op uw best was. Wanneer werd hij genomen? Voordat er een grondlegging der wereld was, werd hij in Gods grote dossier geplaatst. En toen, het enige wat er gebeurde was, dat dit zich hier voor u vertoonde, zodat u uw keus kon maken. Ziet u? Toen werd u een dienstknecht van God. Daar Hij dit van tevoren wist, maakte het Hem tot een Verlosser, zoals wij behandeld hebben.

22 Dan is die foto absoluut... Dit is het negatief. Het negatieve deel van het leven is waar u nu leeft. En van alles waar een negatief van is moet een positief zijn, vóórdat er een negatief kan zijn. Daarom als dit een negatief is, moet er ergens een positief zijn. En dit is niet de ware zaak; dit is slechts een voorafschaduwing van het ware dat moet komen. Begrijpt u het nu?

23 Dus het maakt mij niet uit wat zij met u zouden kunnen doen; zij kunnen dat profiel, die foto in Gods grote galerij daarboven, niet vernietigen. Het kan niet vernietigd worden, het is in de hemel. U zou het kunnen verbranden, het aan de leeuwen voeren, ermee doen wat u maar wilt; het zal net zo zeker weer tevoorschijn komen als tweemaal twee vier is. Net zo zeker als dat God het gesproken heeft, zal het tevoorschijn komen. Dus, ongeacht waar u bent...

24 Nu, als ik... Ik denk dat als u de band afspeelt... (Ik weet niet wie het schreef; er staat geen naam onder; het is alleen maar een klein stukje papier met blauwe inkt, geschreven op een blaadje uit een klein notitieboekje. Het ziet eruit of het uit een notitieboekje gescheurd is.) Maar bedenk, aangaande deze vraag nu, op de band, als u erop let, zei ik dit, zoiets als dit (het kan zijn dat het niet woord voor woord zo is, als u deze band controleert met de andere). Ik zei: "Bijvoorbeeld, wij zijn hier vanmorgen. Deze stad die wij verlangen te zien zal ongeveer vijftienhonderd mijl in het vierkant zijn." Ik zei: "Dat zou reiken van Maine tot Florida en van de oostelijke zeekust tot achthonderd mijl ten westen van de Mississippi rivier, vijftienhonderd mijl in het vierkant." Ik zei: "Denk eraan, precies hier vanmorgen zitten er mensen, die werkelijk van zo'n afstand komen, van vijftienhonderd mijl in het vierkant, die hier binnen zitten." Nu, ik weet niet waar de tempel op de aarde geplaatst zal worden, maar ik heb een idee, dat de tempel zal staan precies ongeveer waar nu Palestina is. Dat zal waarschijnlijk de top van de berg zijn. Precies daar zal hij zich uitstrekken. Want er zal dan geen zee meer zijn. Zie, deze wereld is vijfentwintig duizend mijl in het rond, maar vijftienhonderd mijl is niet erg veel daarbij vergeleken. Maar deze grote stad zal staan op deze berg van vijftienhonderd mijl in het vierkant.

25 Nu, de reden waarom ik dat geloof, is vanwege de profetieën en dergelijke betreffende de berg Sion in Jeruzalem en die steden. En daar is het waar Abraham, de profeet, zocht naar die stad, wier Bouwmeester en Maker God was. Hij zag uit naar die stad in dat land. Ik geloof dat het daar zal zijn waar dat land is.

26 Dat land kunt u nauwelijks op de landkaart vinden. Het is een klein stipje. En kijk naar Rusland en de Verenigde Staten, Zuid-Amerika en al die plaatsen daar... Waarom ijverde God zo voor die plaats (ziet u?), voor die ene plaats? Dat is de vraag. Ik kan het niet bewijzen maar het schijnt mij gewoon toe dat het op die wijze is. Maar waar het ook is, wij zijn daarheen op weg, dus prijs de Here daarvoor.

27 Als u de indruk hebt gekregen dat ik zei dat het vijftienhonderd mijl van de Tabernakel in het rond zou zijn, was dat een verkeerde indruk (ziet u?), omdat het zo niet zal zijn. Deze Tabernakel heeft... Dit is slechts een kleine plaats die vernietigd zal worden. En de wereld zal verbrand worden en dit zal allemaal weggedaan worden. En dit Indiana en de Verenigde Staten en alles zullen gewoon smelten en ginds uitlopen in niets anders dan lava. Ziet u? Alle zonde, alle kwalen, alle kiemen, al het andere, zullen vernietigd worden. "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste aarde..."

28 Denk na! God deed er zesduizend jaren over om deze wereld te bouwen, haar in elkaar te zetten, te vormen. Hoe deed Hij dat? De Bijbel zegt: "Hij maakte het uit dingen die niet gezien worden", dat betekent, Hij schiep de aarde. Let nu op; dit is prachtig. De Schepper Zelf, Die de aarde schiep voor een doel – Satan bevuilde haar – kwam neer om te verlossen wat hierop achtergelaten was. En Hij is ergens anders heengegaan en is in Zijn zaken nog steeds aan het scheppen.

29 Nu, het kostte Hem zesduizend jaren om de aarde te maken en het zal Hem twee dagen kosten om de stad te scheppen, die op de aarde komt. Hij is..." In Mijns Vaders huis zijn vele paleizen; als dat niet zo zou zijn, zou Ik het u verteld hebben. Ik ga een plaats voor u bereiden." (Een stad bouwen uit doorschijnend goud, met straten van goud.) Wat een prachtige plaats!

     Waar zal Hij het vandaan krijgen? Zijn daar enige materialen op de andere planeten of de maan of de sterren, enzovoort? Hij heeft ze niet nodig, Hij is een Schepper. Hij is heengegaan om de stad te bouwen. Amen! Dat is goed genoeg voor mij, voor u ook? Dat is goed. Want als Hij deze bouwde, en ik van deze geniet, wat zal het dan zijn als Hij die nieuwe bouwt? O my, wat een wonderbare zaak. En dus ben ik blij dat wij voor die stad bestemd zijn. Goed.

326 Broeder Branham, ik heb de Here lief, maar het laatste jaar ben ik geconfronteerd met een probleem. Het schijnt soms of ik mij bijna buiten mijn verstand bevind. Wat is het? Bid alstublieft voor mij en mijn man.

30 Wel, als er geen... Als deze persoon voor een persoonlijk gesprek zou komen, zoals u mensen hier vanmorgen bent geweest, zou dat eruit trekken wat het is, wat dan ook, ziet u? De Here zou openbaren wat het is. Maar nu ik niet weet wie u bent en u hier niet zit; er staat alleen maar onder, een zuster in Christus.

31 Nu, als er iets is dat u verkeerd hebt gedaan en het maakt u bezorgd, onderzoek het dan met de Bijbel en zie wat u moet doen. Maar als u niet iets gedaan hebt en u door niets veroordeeld wordt, zijn het misschien uw zenuwen. Ziet u? Het zouden vele dingen kunnen zijn die gebeurden: misschien de een of andere moeite in het leven dat achter u ligt. Misschien gaat het hier over een vrouw in de overgangsleeftijd. Dat is wanneer alles verkeerd met haar is en er toch niets verkeerds met haar is, hoewel alles verkeerd bij haar is. En ze stelt zich niet zo maar aan, zij voelt dat werkelijk. Het is gewoon zeer werkelijk voor elk persoon die zodanig nerveus is. En spreek het nooit tegen.

32 En u mannen, als uw vrouw in die tijd des levens is, als zij ooit uw liefste was, laat haar het dan ook nu zijn, omdat zij u nodig heeft. Zij heeft uw hulp werkelijk nodig; zij heeft iemand nodig om haar te helpen en te begrijpen, spreek met haar, neem haar in uw armen zoals toen zij uw liefste was; en zij behoort het ook te zijn. En begrijp haar, omdat zij door een tijd gaat die haar gehele gestel verandert, en u moet in die tijd goed voor haar zijn.

33 Ik geloof dat meneer Rockefeller daar een fatale fout maakte. Hij werd geliefd door de natie, zou waarschijnlijk onze volgende president zijn geweest. Maar toen zijn vrouw in de overgangsleeftijd kwam, verliet hij haar en trouwde met zijn secretaresse en ziet u wat er gebeurde? Dat toont dat er toch nog enkele goed denkende Amerikanen zijn.

     Nu, ik houd van meneer Goldwater, of... meneer Rockefeller. Hij is een... Ik houd ook van meneer Goldwater; ik houd van iedereen. Maar ik wilde niet... Sommigen van mijn Republikeinse broeders die daar zitten horen mij dat zeggen, ik...

34 Let op, maar ik ben geen politicus, ik wil een Christen zijn. Ziet u? En dit is geen plaats voor politiek. Ziet u? Het is hoe dan ook met de hele zaak afgelopen op die wijze, maar waar wij hier over spreken is eeuwig. Democraat of Republikein... o, het is zo'n warboel; het kan nooit verlost worden. Het is voorbij, dus redeneer er niet over. Wat wij moeten doen, is leven voor dit Koninkrijk. "Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken een toekomende." Amen. Zo is het. Jazeker!

35 Dus politiek is één kant van de schutting, en ik ben aan de andere kant. Ik zei: "Ik stemde eens; dat was vóór Christus; ik ben er zeker van te winnen." Zo is het. Ziet u? U hebt een komende stemming. Ziet u? God stemde vóór u en de duivel stemde tegen u. Nu, aan de kant waarop u uw stem uitbrengt, daar komt u uit.

36 Dus nu, ik geloof dat deze persoon gewoon... Ik denk dat het slechts nervositeit is. Als er niets is dat u veroordeelt, ga dan precies door en zeg gewoon: "Ga weg van mij, Satan!" Ga gewoon verder. Neem het initiatief en leef voor God.

327 Nu. Is er ooit enige voorwaarde waarop het toegestaan is te hertrouwen na scheiding, overeenkomstig... (Nu, ik zal zien of dit een ... Ik geloof dat er twee of drie vragen hierover zijn.) ... overeenkomstig de Schriften? Als ik niet... Als ik niet getrouwd blijf in... uit vorige tijden... zijn er enige gronden voor scheiding die u toestaan om zelfs te hertrouwen? Ik zal... Ik zal de band kopen om dit antwoord te krijgen. Dank u zeer. Ik zal er zondag naar uitzien.

37 Welnu, ik heb dit gezegd, ziet u. Laat mij dat gewoon laten rusten (ziet u?) totdat wij tot een plaats komen waar dit allemaal rechtgezet zal worden. En nu, herinner u slechts, dat is, zo de Here wil, zodra ik terugkom. De volgende keer dat ik kom, zal ik zo de Here wil, over dat onderwerp prediken. Ziet u? En nu... En dan zullen wij het in ieder geval op de band opnemen. En als het kwetst, dan kwetst het maar; als het verheldert, verheldert het. Maar hebt u slechts goede moed. Ziet u?

328 Geliefde broeder Branham, is het mogelijk dat iemand de doop van de Heilige Geest heeft en niet de tekenen die volgen, tenminste niet tot de... de een of andere toekomstige tijd en voorwaarden, die door de Geest worden aangewezen?

38 Nu, dat moge klinken als een verwarde vraag, maar dat is een goede, een zeer goede. Ziet u? Nu, ik krijg hier een kleine gelegenheid, dat ik uitvind wat er leeft in mijn familie hier nu (ziet u?), ik bedoel u, mijn familie, en de familie daarbuiten in de wereld, waar onze banden naartoe gaan.

39 Nu, een groot gedeelte van mijn samenkomst bestaat uit Pinkstermensen, omdat Pinksteren de laatste boodschap is die wij in de denominatie-gelederen hebben. En wat mij betreft ben ik het meer met hen eens dan met welke andere denominationele kerk ook. Ik neig naar de Pinkstermensen, omdat het de laatste boodschap is. En al mijn bekeerlingen die ik tot Christus breng, probeer ik te leiden naar de een of andere Pinkstergemeente. Maar ik heb hen veroordeeld op elke wijze die ik maar wist, dat zij verkeerd waren in de Schrift door een denominatie te zijn en niet gewillig om in het licht te wandelen, als het licht aan hen gepresenteerd wordt. Maar toch, als ik vandaag moest kiezen om de een of andere gemeente te nemen in de wereld, zou ik Pinksteren nemen, als het gaat om een denominatie. Maar als het individuen betreft, mannen en vrouwen, zijn er echte Christenen in al die denominaties: Methodist, Baptist, Presbyteriaan, Lutheraan, enzovoort. Maar ik spreek over de systemen waar deze mensen in zijn, nooit over de individu, maar het systeem dat deze mensen gevangen heeft in hun denominatie. De... Begrijp dat nu duidelijk, ziet u, dat ik geloof dat de mensen... Of ze Rooms-katholiek, Jehova's Getuigen, Orthodox Joods of wat ook zijn, dat maakt mij niet uit; maar het zijn individuen, waarvoor Christus stierf om hen te redden.

40 En nu... ik... En door het eens te zijn met hun systemen, waarin zij zijn... Ik geloof dat er net zoveel Christenen daar bij de Baptisten zijn als dat er bij de Methodisten of Presbyterianen of wat nog meer, zijn. Zij zijn Christenen, echte gelovigen. En precies daar in de Roomskatholieke kerk zijn er waarachtige mensen, ware mannen en vrouwen die de Here liefhebben. En zij sluiten zich niet bij die kerk aan om verkeerd te zijn, zij sluiten zich aan om goed te zijn. Maar het is een systeem daarin, dat hun gedachten de verkeerde weg opleidt. En als er ooit een tijd komt dat ik een denominatie zou maken, dan heb ik u bedrogen en u in een systeem gebracht; dat zij verre van mij. En moge God mij bij mijn rechte verstand houden om u te leiden naar Jezus Christus, het Woord. Blijf daarbij. Ziet u?

41 Maar nu, deze persoon hier stelt de vraag over de mogelijkheid van de doop met de Heilige Geest te hebben zonder dat tekenen volgen. Nu, het zou... Als u wederomgeboren bent, bent u – als u eerst als een menselijk wezen geboren bent, en een normaal menselijk wezen... Nu, ik beantwoord dit op een echt kinderlijke wijze van doen. Maar als u als een normaal menselijk wezen geboren bent, zult u feitelijk de dingen doen die een normaal menselijk wezen zou doen. Klopt dat?

42 Als u als een mens geboren bent, zullen de natuurlijke trekken van een menselijk wezen u volgen. U zou niet leven in een boom en proberen te vliegen met uw vleugels als een vogel of iets dergelijks. Dat zou geen normaal menselijk wezen zijn, de normale handelingen van een menselijk wezen. De normale handeling van een menselijk wezen zou zijn om te werken, te trouwen, een gezin te hebben en deze dingen te doen. Dat is natuurlijk voor normale menselijke wezens, omdat u zo geboren bent. Wanneer u dan als een Christen geboren bent, geboren uit de Geest van God, zult u natuurlijk de eigenschappen van Christus openbaren. Ziet u?

43 Nu, als wij hier vanmorgen deze samenkomst nemen, waar u mensen hier zit en dag aan dag luistert, enzovoort, naar het onderricht, zult u ontdekken dat de een van de ander verschilt, omdat u verschillend bent. U bent verschillend ingesteld, uw smaken zijn verschillend, u eet verschillend; maar u eet allemaal voedsel. Maar nu, gewoon vanuit... Terwijl het ene individu net eender is als het andere, verschilt u, de een van de ander. Bij Christenen is het hetzelfde. U kunt niet zeggen: "Nu, allen..." Spreken allen in tongen, profeteren allen, zijn allen...? Zie?

44 U moet op deze dingen letten, omdat een Christen de gewoonten van een Christen aanneemt; en zij leven als een Christen. Jezus zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." Let op. "In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; zij zullen slangen opnemen of iets dodelijks drinken; en zij zullen met nieuwe tongen spreken." En die dingen volgen Christenen waarachtig.

45 Nu, de persoon heeft een zeer goede zaak hier. "... of wachten wij tot de toekomende tijd of de voorwaarden aangewezen door de Heilige Geest?" Ik houd daarvan. Ziet u? Nu, begrijpt u het idee? Als het door de Heilige Geest aangewezen wordt... God wijst dingen aan.

     En op dat punt geloof ik, dat als de Pinkstermensen (die naar deze band luisteren) het zouden proberen, u mij zou begrijpen als u hiertoe komt, waarom ik met u verschil vanwege het doordrukken van dat idee dat zij allen in tongen moeten spreken. Ik kan dat niet als juist zien, omdat het zou zijn... Ik houd van kersentaart, maar het is niet nodig... en ik ben een menselijk wezen, maar ik hoef niet te proberen u te vertellen: "Als u geen kersentaart eet, bent u geen menselijk wezen." Ziet u? Maar het eten van kersentaart is slechts één van de gewoonten van een menselijk wezen. Ziet u? U zou het mij daarover oneens kunnen zijn, maar het is waar. Nu, de een zal dit eten en een ander zal iets anders eten.

46 Nu, de Heilige Geest wijst deze ambten aan, maar wanneer u probeert uzelf erin te forceren... Als ik tegen u gezegd had kersentaart te eten, wat dan als kersentaart u zou doen overgeven? En toch, u zou overgeven en proberen kersentaart te eten en weer overgeven en...? ... Ziet u? U pijnigt uzelf en dat is de wijze waarop u probeert te doen als u probeert uzelf te forceren iets te doen dat in tegenstelling tot de Geest is. Hij heeft uw leven toegewezen voor een bepaalde zaak. Begrijpt u dat? Ziet u?

47 En u, als u vervuld bent met de Heilige Geest, is hier één van de beste tekenen die ik ken; u hebt zo'n liefde tot Christus, en u gelooft dat elk Woord dat Hij zegt de Waarheid is. Ziet u? Dat is het bewijs dat u de Heilige Geest hebt. En uw leven is vol van vreugde en, o my, alles is anders dan vroeger. Ziet u? Dat is de Heilige Geest.

48 Nu, deze gaven zijn in de Heilige Geest. Nu, als deze samenkomst vanmorgen, dit... gewoon een fijne, knusse gemeente vol met... (de overvolle ruimten, natuurlijk zijn ze volgepropt). Maar in de... Net een... (We hebben niet aangekondigd dat we deze vragen zouden beantwoorden, maar deze mensen zijn gewoon binnengekomen.) Let op, als elk persoon hier binnen in volmaakte harmonie met de Heilige Geest was, elk van u vervuld met de Heilige Geest en in harmonie met de Heilige Geest, zouden deze tekenen zich gewoon onder u steeds maar vermenigvuldigen (zie?); het zou gewoon steeds maar doorgaan. Maar als er verwarring is, waar er verschil is en waar we van streek zijn, kan de Heilige Geest Zich niet bewegen. Ziet u? Hij kan niet werken door de mensen. Ziet u?

49 En dan, als ik zei: "Nu, u allen, sprak u in tongen?"

     "Ja."

     "Wel, u hebt het." "Sprak u in tongen?"

     "Nee."

50 "U hebt het niet." Nu, ik maak mijzelf tot rechter. God is de Rechter van deze dingen.

51 Maar let op, Jezus zei: "Deze tekenen zullen hen volgen." Ziet u? De groepen die geloven, de hele natuur van de Heilige Geest stroomt door hen heen en zij zijn allen vol liefde en vreugde en het is gewoon een geweldige groep van werkelijk godzalig vervulde mensen. Zie, dat is de Heilige Geest. En daarin spreken zij in tongen bij gelegenheden dat tongen voortkomen (waarom), of als er noodzaak voor is, dan spreken zij in tongen. En als er een profetie is, spreekt het. En o, het is gewoon helemaal iedere keer volmaakt.

52 Vraag aan die vijftien of twintig mensen die voor een interview kwamen vanmorgen, of er ergens één woord was dat in enig opzicht faalde, als volkomen vreemden... Wat de Heilige Geest daar precies naar boven bracht en hoe Hij die dingen daar uitbracht en het hun vertelde! Ziet u? Er zijn geen vergissingen in. Het vertelt hun precies wat dit was en wat dat was, en wat dit is, en dat dit gedaan moet worden en dergelijke dingen, en wat zij deden en wat zij moesten doen. Ziet u? Dat is gewoon... Plaatste het precies in orde. Nu, zij moeten daarop handelen.

53 Onlangs 's avonds sprak ik tot een echtpaar en ik was in een huis waar wij een samenkomst hadden, of gewoon met elkaar om de tafel zaten te praten. En plotseling viel de Heilige Geest onder ons en ik zei tegen iemand daar: "Ik zag een zekere man en hij was verward in zijn verstand over sommige dingen", en ik zei: "Zoals in de verwarring... in de onderscheiding." Ik zei: "Het is precies hier nu." Ik zei: "Ik weet wat u denkt." En ik ging regelrecht terug en nam gewoon een omweg en beantwoordde elke vraag die hij in zijn gedachten had, dat hij... Niemand wist zelfs waar ik over sprak behalve hij. Ziet u? Maar hij vatte het. Hij wist waar het allemaal over ging. Ziet u? En wat was dat voor hem? Hem tonend en bevestigend dat de Heilige Geest mij openbaarde wat in zijn gedachten was. ziet u? En ik behoefde het niet aan de rest van hen te vertellen. De man luistert nu naar mij. Nu, dat is juist. Nu, ziet u hoe dat is? Dat is een bevestiging.

54 Nu, als de hele gemeente zo in harmonie zou werken, dan zouden wij onder ons duivelen uitwerpen, slangen opnemen, dodelijke dingen drinken, allerlei soorten zaken zouden steeds maar voorkomen. Maar als u probeert dat bij individuen te forceren, dan krijgt u zelf... Dat is weer Pinksteren. Dan krijgt u Babel, verwarring. U kunt dat niet oordelen. Ziet u? Ons hart is vol vreugde en geluk, en o my, de vogels zingen, de... Alles is wonderbaar, gewoon vol van de Geest van God, en we zijn zo in liefde tot Jezus dat wij de hele avond willen bidden.

55 Nu, ik zou deze schare niet in verlegenheid willen brengen, of zelfs mijzelf tegenover u. Maar ik vraag mij af, als ik deze morgen zou vragen wie in deze schare of wie van deze mensen de Heilige Geest had, dan zou waarschijnlijk 95% van u uw hand opsteken dat u de Heilige Geest had. Dan zou ik mij omkeren en u een Bijbels bewijs geven, slechts één Bijbels bewijs, en ik betwijfel of er dan één of twee handen omhoog zouden gaan. Ziet u? Je zou het gewoon aan zo'n plaats vast kunnen maken, maar als je dat doet, ziet u, kwets je ook je samenkomst. Maar u moet hen uit dat 'baby-zijn' halen en ze tot volwassenheid brengen. Ziet u?

56 Zoals iemand onlangs de vraag stelde, het was hier, waarin hij iets zei over broeder Junior Jackson. Iemand was daarheen gegaan en zij zeiden: "U gaat daar naar de 'dode bonen'", of iets dergelijks. Broeder Jackson... Omdat men hen in broeder Jacksons samenkomst gewoon in de gemeente in tongen laat spreken. Waar zij de Geest voelen en in tongen willen spreken, daar gaan ze hun gang en doen het. Wel, dat is de gemeente van broeder Jackson. Dat is volmaakt in orde. Ik heb daar niets op tegen, helemaal niets. Junior Jackson is één van mijn beste vrienden, een werkelijk godzalig man, vervuld met Gods Geest, en we zijn broeders. Nu, hij behoeft mijn kersentaart niet te eten, ik kan... Of ik behoef zíjn appeltaart niet te eten, ziet u, maar wij eten beiden taart. Wij beiden geloven deze Boodschap precies. Dat is de orde van de gemeente. Ik zei: "Ik wil dat mijn gemeente probeert tezamen te komen." Ik zei... Als wij hier ineens uitbarsten, dat de Heilige Geest in tongen spreekt, enzovoort. Ik zei... Iemand vroeg mij en zei: "Nu, broeder Branham, is dat allemaal echt?"

57 Ik zei: "Ik ben geen rechter." Ik zei: "Ik zal u wat vertellen, laten wij het tot een punt brengen. Laat het een poosje gaan en breng het tot het punt dat het Woord erover wordt gepresenteerd. Let er dan op. Als het de Heilige Geest is, zal het precies met het Woord overeenstemmen; als het dat niet is, dan niet." Ziet u? Dat is gewoon de enige manier waarop u het kunt weten; dan oordeelt het zichzelf. Ziet u? Wel, het zal opvliegen als het de Heilige Geest niet is, het zal losbarsten. Ziet u? Maar als het de Heilige Geest is, zal het gewoon zachtmoedig precies in de lijn volgen, omdat het zo is; het is de Heilige Geest Die regelrecht naar Zijn eigen orde gaat.

58 Nu, wat dit spreken in tongen enzovoort, betreft, wenste ik dat ieder van u in tongen zou spreken. Ik doe het beslist. En vele malen... goede Christenen...

59 Ziet u, als ik u vertel wat op het programma stond... Ik vond iemand, geen programma, excuseer mij, bij de persoonlijke gesprekken vanmorgen. Een persoon (ik neem aan dat zij hier nog in het gebouw zijn) dat zij... Over het spreken in tongen... De persoon is een oprecht persoon, een waar persoon, en zij hebben recht geleefd. En zij hebben mij horen zeggen dat het bewijs van de Heilige Geest niet het spreken in tongen was – en dat is het ook niet – maar ik adviseerde die persoon aan God te vragen om hen òf in tongen te laten spreken of te laten profeteren omdat het de natuur is.

60 Ik ging naar die persoon en het eerste wat ik vond was hun geboorteplaats en onder welk teken zij geboren waren, en ik kon hun vertellen wat hun geboorte was. De wijze waarop het hen in hun natuurlijke aard plaatst, plaatst hen in een zekere lijn. Maar dan, als zij wederomgeboren worden, zijn zij hier in een andere natuur. En dan, als u zich in deze natuur bevindt, is dat de binnenkant, het onderbewuste, het binnenste bewustzijn. Het uitwendig bewustzijn beweegt u op een bepaalde wijze; dat is uw natuurlijke geboorte. Dan zullen zij iets opmaken en het plaatst hen waar? Onder een vier en het plaatst hen in een gespleten toestand. Zij weten niet wat ze moeten doen. Zij zullen zeggen: "De Here wil dat ik dit doe."

61 De binnenkant: "O, ik weet gewoon dat het in overeenstemming met de Schrift is." En zij zullen beginnen het te doen en het eerste, weet u, Satan zal er hun aan deze buitenkant allerlei soorten gebreken in laten zien. En dan zullen zij zeggen: "Wel, ik veronderstel dat ik..." Ziet u? Zij luisteren naar Satan. Ziet u? U moet dat binnenkant-iets nemen, dat wat aan de binnenkant van u is, dat Schriftuurlijk is. En laat Satan nergens staan. Het is zijn plicht om daar te staan en zó op u te schieten. Maar luister niet naar hem.

62 Maar ik vertelde aan die personen. Zij zeiden: "Welnu, als ik er maar zeker van zou kunnen zijn de Heilige Geest te hebben." Ziet u? Een fijn iemand, een werkelijk trouw persoon met de Heilige Geest, maar het zou goed voor haar zijn om te zeggen: "Vader, geef mij dit slechts als iets om op te staan."

63 Nu, als ik dat zo leerde, zouden de mensen zich ernaar uitstrekken en het bemachtigen zonder te hebben wat die persoon heeft. Ziet u? De Heilige Geest spreekt in tongen, maar u moet eerst de Heilige Geest hebben, voordat Hij in tongen kan spreken. Begrijpt u het nu? Dus, als u zich uitstrekt en een gave bemachtigt van het spreken in tongen zonder...

64 Bedenk nu, dat het een echte gave kan zijn; het zou de Heilige Geest kunnen zijn, Die in u spreekt met onbekende tongen en u zou toch verloren zijn en naar de hel gaan. De Bijbel zegt het. Gelooft u dat? Zou u er een Schriftplaats over willen hebben? Als u de Schrift wenst, steek dan uw hand op. "Ofschoon ik zou spreken met tongen als mensen en engelen (Klopt dat? Zowel degene die uitgelegd kan worden als degene die niet uitgelegd kan worden, ware Heilige Geest tongen), ben ik toch niets." Zie, tenzij dat andere ermee gepaard gaat. U kunt dit hebben (ziet u?), dus strek u niet uit naar dat zonder dit. Heb eerst dit en dan zal dat er werkelijk op volgen.

65 Nu, de regen valt op de rechtvaardige en de onrechtvaardige. De zon schijnt over de bozen en de goeden. De regen valt om de oogst te rijpen; het rijpt het onkruid ook, dezelfde regen. De Heilige Geest kan op een groep mensen vallen en in tongen spreken, en het precies uit laten komen, onder de mensen vallen en het laten profeteren, terwijl het precies waar is. Zo is het precies!

66 Soms kunt u naar een heks of een medium gaan en zij kunnen u iets zeggen dat precies juist is. Kijk naar de heks van Endor. Saul... Het zou precies waar kunnen zijn, maar dat is het nog niet. Zij zijn heksen. Zij spreken in tongen. Ik heb duivels in tongen zien spreken en in onbekende talen schrijven. Dat betekent niets. Maar het ware is weer dat Woord. Terug naar dat Woord!

67 Dus u kunt deze dingen doen zonder het Woord. Maar als u het Woord krijgt en Hij doet het, let dan op dat het helemaal precies komt te geschieden, precies de juiste zaak. Ziet u? Dan staat u precies in lijn.

68 Ja, de Heilige Geest gebruikt deze mensen zoals het bepaald is in Zijn eigen Goddelijke wijsheid. Maar het eerste...

69 Nu wat? Laat mij u hier even iets geven wat weer terugkaatst. Als ik zou zeggen: "Hoevelen hebben de Heilige Geest?", dan zou u allen uw hand opsteken. Ik zou dan zeggen: "Goed, ik zal eens zien of u Hem hebt." De Bijbel zegt dat zij die de Heilige Geest hadden, dag en nacht zuchtten en riepen vanwege de gruwelen die in de stad gedaan werden. Nu, hoeveel handen zouden er dan omhoog gaan? Hoevelen van u kunnen 's nachts niet rusten. Zo vol van vreugde en de kracht van God, en zo bedroefd vanwege de mensen die verloren zijn, dat u dag en nacht weent en roept vanwege de gruwelen? U zou niet... Ziet u? Wie zouden dat in de stad zijn? Hoevelen zijn er dat in de gemeente? Dat zegt de Bijbel over wat het bewijs van de Heilige Geest is.

70 Hij zei tot de engelen die moesten verzegelen... (Ezechiël 9, dat is juist.) Hij zei: "Neem... Ga de stad door en stel een teken aan degenen die zuchten en roepen vanwege de gruwelen die in de stad worden gedaan. Laat de oordeelsengel de rest vernietigen." Ongeacht met hoeveel leden ze waren en hoeveel dingen ze hadden gedaan. Hij zei: "Stel een..." En een man met een schrijvers-inktkoker, gekleed in het wit (wat de Heilige Geest voorstelde), kwam naar voren en stelde een teken aan allen die zuchtten en riepen vanwege de gruwelen die gedaan werden in de stad. Nu, u zegt... En let op wat Hij daar ook zei: "Doodt tot verdervens toe, kleine kinderen, oude vrouwen, baby's, doodt ze allemaal!" Kleine kinderen? Ja!

71 Toen Jozua het land Kanaän binnentrad, zei hij: "Laat niet één van hen leven. Als het een leuk, klein baby'tje is, een kleine Amalekiet of Amoriet, dood hem. Bedenk, hij zal opgroeien tot een Amalekiet; hij zal het kamp verontreinigen." En als die kleine dingen terugkomen, zoals het niet eens zijn met het Woord van God, ruim die zaak uit de weg. Het maakt me niet uit tot welke denominatie het behoort.

72 U zegt: "Wel, zij zijn goed..." Het maakt mij niet uit wat voor goede mensen het zijn! Als zij tegen dat Woord zijn, krijg de zaak uit de weg. Het is een opgroeiende kleine Amalekiet. Hij ziet er aardig uit en hij lijkt onschuldig, het ziet eruit of het in orde is, maar heb er niets mee te maken. Blijf erbij vandaan!

73 "Wel, broeder Branham, ik ga hierheen omdat... Wel, ik... niet..." Bedenk slechts, elke Amalekiet, alles wat het Woord loochent, blijf erbij vandaan; heb er helemaal niets mee te maken! Hoevelen geloven dat dit de Waarheid is? Zeker is het dat. Ziet u? Blijf erbij vandaan!

74 Het zuchten en wenen om de gruwelen die in de stad gedaan worden... Waar ziet u dat? Ik kan u tienduizend mensen laten zien die in tongen spreken tegen één, die werkelijk een last draagt vanwege de zonde... die zelfs geen uur kunnen bidden. Maar wist u dat de Bijbel zei, om alleen bij diegenen een teken aan te brengen, die zuchtten en weenden vanwege de gruwelen in de stad? Hoevelen hebben dat ooit gelezen? Zeker! Dat was de Heilige Geest Die kwam om een teken bij de mensen aan te brengen, en tegen de verderfengel zei: "Ga uit en vernietig allen die dat merkteken niet op zich hebben." En het merkteken van God is de Heilige Geest, dat is een zegel van God.

75 Nu, waar zijn de mensen die daar belangstelling voor hebben? Ik kan u mensen laten zien die op en neer springen en schreeuwen in een gemeente; ik kan u mensen laten zien die juichen en het hele gebouw doorrennen; ik kan u mensen tonen die profeteren en het gebeurt; ik kan u hen tonen die in tongen spreken en door de gebouwen heen en weer lopen, en dingen zeggen die echt uitgelegd worden en het gebeurt ook; maar waar is die persoon die zucht en weent vanwege de gruwelen die in de stad gedaan worden? Waar is die bewogen ziel? U zou wat dat betreft een nieuw hoofdstuk kunnen beginnen. Ziet u wat ik bedoel?

76 Nu, ik heb getracht mijn best te doen om u mensen te vertellen en u te leiden zoals een vader zijn kinderen zou leiden. U bent mijn kinderen; ik heb u verwekt tot Christus door dit Evangelie dat ik predik. Ziet u? En ik wil dat u opgroeit tot volledig opgewassen kinderen. En ik wil u op die dag aan Christus voorstellen, zoals Paulus zei: "Een reine maagd." Er is geen ding in dat Woord dat uw hart niet zal bekrachtigen met "amen".

77 Zonde behoeft niet... Natuurlijk zult u dingen verkeerd doen, maar als de ander... het allereerste wat u veroordeelt: "Vader vergeef mij."

78 Ik ga dit zeggen. Ik keek juist een paar minuten geleden naar iemand. Hij vroeg mij onlangs naar een fijne jongen. We waren aan het jagen op eekhoorns. Die morgen schoot ik er vijf; ik liet er één over voor die middag. Je mag er maar zes in de staat Kentucky; dat is de grens. Dus deze bepaalde persoon zei: "Ik heb er negen." Een Christelijke jongen, een fijne knaap.

     Ik zei: "Je hebt verkeerd gedaan. Je deed verkeerd!"

     Hij zei: "Wel..."

79 Ik zei: "Ik schoot er vijf die morgen, liet er één over voor die middag. En toen ik die ene eekhoorn had, keek ik in een boom en telde er vijf of zes die daar precies zaten, zodat ik ze kon zien. Maar ik liep weg en liet ze daar." Ik zei: "Ik liep hier niet lang geleden en daar zaten er ongeveer vijftien of twintig in een boom. Ik schoot slechts de limiet, wandelde weg en liet de rest daar." Ik zei: "Als ik naar deze streek kom en tot jullie jongens en u mensen hier de zaak predik die juist is, dan moet ik dat voorbeeld leven." Christendom is niet wat u zegt, het is wat u lééft, wat u doet; het is een voorbeeld. U bent het zout der aarde. Ik zei: "Dan zegt de wet... Jezus zei: 'Geef de keizer wat des keizers is.' Wat doet u als u die snelheidswet breekt? U doet verkeerd; u zondigt. Geef dan de keizer wat des keizers is en aan God wat van God is."

80 U zegt: "Wel, de wet is verkeerd." Ik kan het niet helpen hoe verkeerd hij is; het is verkeerd om Jezus' gebod te breken. En als u niet aan de keizer geeft de dingen die des keizers zijn, dan deed u wat Jezus u vertelde niet te doen, en een overtreding van de wet is zonde. Klopt dat?

81 Wij zijn allen schuldig; wij doen het. Maar als u ziet dat u verkeerd bent, stop ermee. De mensen kijken naar u, de mensen willen niet naar de gemeente gaan, maar zij zullen u lezen, kijken wat u doet.

82 Dus neem Christus in uw hart, dat is een werkelijk... Christus en de Heilige Geest is hetzelfde. Heilige Geest, Christus betekent "de Gezalfde." En de Heilige Geest is die zalving, en u bent degene die gezalfd is. Ziet u? En het is Christus in u Die u zalft. Ziet u wat ik bedoel?

83 Dan hebt u het juiste. Dan kan Hij u gebruiken voor alles waarin Hij u wil gebruiken, omdat u in het lichaam bent en vatbaar voor elk van die gaven. Maar zie, om één van de gaven te hebben buiten het lichaam, zou u geen goed doen. "Al sprak ik met tongen der mensen en der engelen, maar had de liefde niet, ik ware niets. Al ware het dat ik geloof had en al de geheimenissen van God kon verstaan, ik ware niets. Al zou ik mijn lichaam overgeven om als een offer verbrand te worden, al zou ik al mijn goederen aan de armen geven, al had ik het geloof om een berg te verzetten, ik ware niets." Ziet u? Het hangt niet van die dingen af. De Heilige Geest is een Wezen; het is God, God in u, de Persoon, God, Die uw hele totale wezen heeft verlicht. U bent veranderd; u bent een nieuwe schepping. Van elk klein ding dat verkeerd is, zal Hij u vertellen dat het verkeerd is: "Houd ermee op, doe het niet." "Vader, ik bedoelde dat niet te doen (ziet u?), vergeef het mij." Ziet u? En dat is de Heilige Geest.

84 Het maakt mij niet uit hoeveel u in tongen sprak, hoeveel u rende, hoeveel u sprong, hoeveel u dit, dat of het andere (zie?) of wat dan ook deed, het zou totaal niets betekenen als de Heilige Geest daar niet was om u te veroordelen over de dingen die goed en fout zijn.

85 Nu, dat is de reden waarom deze persoon hier gelijk heeft. Laat de Heilige Geest het doen. Maar nu (ziet u?), wat dit veroorzaakt... Laat mij het met liefde zeggen, besprengd met liefde en gezalfd met het Woord. Ziet u? Als de ware Heilige Geest in u was, zou u dat niet vragen. U weet het zelf, het is een persoonlijke zaak tussen u en God. Ziet u? U weet dat er iets gebeurde. U weet dat er een verandering is, of dat er iets anders is, u zelf, u bent de verandering. Ziet u? U bent degene die de verandering onderging, binnenin u, en u weet dat u het hebt. Of u nu in tongen sprak, of sprong, juichte of iets anders, u weet dat God in u woont, dat u niet wandelt naar uw eigen gedachten, het is de gezindheid van Christus die u leidt met dat Woord, gewoon precies op de wijze dat het gaat.

86 Nu! Maar ik zou willen... Als de mensen zeggen: "Wel, dan, broeder Branham, gelooft u niet dat wij in tongen moeten spreken?" Ziet u? Dan gaat u precies weg van datgene wat ik zo even gezegd heb. Zeker, ik geloof dat u in tongen zou moeten spreken. En sommigen van u, mensen... Ziet u? Maar u krijgt deze en ik krijg deze, zoals met deze vijftienhonderd mijl (ziet u?), zijnde hier in de Tabernakel. Als u het niet begrijpt, vraag het dan aan mij. Ziet u? Schrijf mij terug als u het niet begrijpt. Zeg slechts wat ik hier zeg. Ziet u? En ik... En u... Zoals Paulus zei: "Volgt gij mij, zoals ik Christus navolg." Ziet u? Als u dan ziet dat ik verkeerd ben, blijf dan bij mij weg (ziet u? Dat is alles), omdat ik de verkeerde persoon zou zijn. Ziet u?

329 Verklaar alstublieft. De mensen zeggen dat broeder Branham meer dan een mens is, dat hij kan scheppen, en dat Jezus er net eender uit kan zien als broeder Branham.

87 Nu, laat mij... De persoon zei dit. Wie het ook moge zijn, ik weet het niet. Maar ik ben uw broeder. Ziet u? Jezus is uw Verlosser. Ik kan uw Redder niet zijn, want Hij heeft u al gered. Nu, u bent daar zo dicht bij de Waarheid en toch zo ver van de Waarheid, degene die dit aan deze persoon vertelde. Nu, het lijkt mij het handschrift van een vrouw te zijn, een heel mooi handschrift. Ik zou zeggen dat dit het handschrift van een vrouw was, is het niet zo? Broeder Capps, zou u niet denken dat het een vrouwenhandschrift is? Een keurig handschrift. En ik weet niet wie het is. Ziet u?

88 Nu, "Broeder Branham, zou Jezus er uit kunnen zien als u of zou u Jezus kunnen zijn of iets dergelijks?" In een bepaalde zin van het woord is dat precies de waarheid; in een andere zin van het woord is het een antichrist. Dat is het verschil tussen goed en fout. Om mij de Persoon van de Here Jezus Christus te maken, zou een antichrist zijn (ziet u?), want die Persoon van de Here Jezus zit aan de rechterhand van de Majesteit in den hoge en zal terugkomen in grote kracht en heerlijkheid. Maar wat betreft Zijn leven dat in Hem was, dat het op mij is en op u die Hem hebt, is het precies de waarheid; en u wordt Christus.

89 Herinnert u zich mijn boodschap over messiëttes? Ziet u? U bent... Het woord Messias betekent "de Gezalfde". Nu, u bent... als u de Heilige Geest hebt, wordt u de gezalfde. Zie? Dan zijn er allerlei soorten gezalfden.

90 Let nu op, als het een Bijbels gezalfde is... Velen zijn gezalfd... Ziet u? De hele zaak is in zo'n grote opeenstapeling van elk soort verwarring; en Satan met al zijn schranderheid kwam binnen en bootste het gewoon exact na, bijna exact. Er is maar één wijze waarop u absoluut zeker kunt zijn: controleer het woord voor woord, woord voor woord. Dat is de enige wijze waarop u het kunt weten.

91 Maar dat ik als een persoon, William Branham, of welke andere man of vrouw ook, de Here Jezus Christus zou zijn, onze Heiland, dat is een dwaling. Maar om gezalfd te zijn met Zijn Geest, wat Zijn eigen Persoon van Zijn leven in u brengt...

92 Het werd zo prachtig getypeerd in Elia en Eliza, toen Elia werd opgenomen, de Elia, de oude profeet, die naar huis ging. Hij was vermoeid en afgemat; en er was daar een wagen vastgemaakt aan de overkant van de rivier, om hem met vurige paarden naar huis te brengen. En hebt u toen opgemerkt, dat toen Elia en Eliza de rivier overstaken (de profetenschool stond daarginds naar hen te kijken...) en Elia nam zijn mantel en sloeg de rivier, en toen dit gebeurde, ging het water uiteen en hij ging erdoor. En hij zei tot de jonge profeet: "Waarvoor volg je mij? Wat wens je?"

93 Hij zei: "Dat een dubbel deel van uw geest op mij kome."

     "Een dubbel deel van die machtige profeet op mij komen?" Hij zei: "Je hebt een moeilijke zaak begeerd; maar als je mij zult zien wanneer ik wegga, dan zal het op je komen." Dus u kunt zich indenken hoe hij op de profeet lette.

94 Nu, in die dag was die profeet het Woord, want hij was de manifestatie van het Woord aan de wereld. Ziet u? En hij wist dat er een grotere bediening moest komen, omdat het een grotere zaak vereiste. En toen Jezus hier op aarde was, was Hij de Elia. "Deze dingen die Ik doe, zult gij ook doen; grotere dan deze zult gij doen, omdat Ik heenga naar Mijn Vader." Nu, hoe gaat u dat doen? Let op Hem! Wie is Hij? Het Woord. Ziet u? Let op Hem!

95 Nu, als het gaat over het scheppen van dingen, is het waar. Jezus schiep nooit regelrecht iets en bracht het in bestaan. Hij nam eerst een substantie. Hij nam water, maakte wijn. Hij nam brood en maakte meer brood. Hij nam vis en maakte meer vis. Maar Hij beloofde dat grotere dingen dan deze gedaan zouden worden. Zie? Ziet u? Nu, waarom? Het is in een kwadere dag dan het was toen Hij hier was. Ziet u? Het is nog altijd Hij, maar Hij gebruikt uw tabernakel. Ziet u?

96 En deze persoon die in u is, hetwelk uw geboorte is... U bent John Doe; u werd geboren in een zekere maand en u werd geboren onder een zekere ster; u werd geboren onder een zeker ding, en dat heeft iets met u te maken. Zeker!

97 Ik weet dat ik vroeger... Pappa was gewoon te zeggen: "Ik kan die aardappelen op deze tijd niet planten, omdat de maan niet juist staat. Je kunt die aardappelen niet planten, Billy."

98 En ik zei: "Ik plant ze niet in de maan, ik plant ze hier in de grond!"

     Hij zei: "Goed, wijsneus, ga je gang! Je krijgt een paar builen op je hoofd en je zult iets leren." En dat was zo, ik leerde iets.

99 Ik vertel u: neem een plank en leg hem daar buiten op het gras bij donkere maan en let op wat er gebeurt. Dat gras zal ogenblikkelijk sterven. Leg hem in het licht van de maan, u kunt hem daar een week laten liggen en hij zal het helemaal niet beschadigen.

100 Let op de zee als de maan ginds wisselt. Als het getij – als de maan uitgaat, volgt het getij haar, en ze is miljoenen mijlen van de aarde verwijderd. Niet alleen dat, maar laat hier in de staat Kentucky eens een pijp in de grond zakken totdat u bij het zoute water komt; en let dan op die pijp hoe diep het gaat als de maan... als het getij eb is en let dan op hoe het bij vloed vlak onder de aarde komt. Zeker!

101 U plant iets dat zich uitspreidt boven op de aarde. Let dan op hoe het bij donkere maan recht naar beneden gaat en het zich vormt zoals bij een radijs of een knolraap. Plant u het daarna op de andere manier en u zult zien hoe het zich uitspreidt boven op de aarde. Zeker, het heeft er iets mee te maken.

102 Waarom had Aäron op zijn borstplaat de geboortesteen van elk van die aartsvaders? Kijk naar die moeders als zij het uitriepen. Als die moeders en die Hebreeuwse vrouwen tijdens het baren het uitriepen over de kinderen die geboren werden, bepaalde het hun naam; het sprak van hun geboorte; het plaatste hen in het vaderland en zette hen over in de eeuwigheid.

103 Eén dezer dagen als ik zal komen en een poosje blijven, wil ik dat onderwerp behandelen. Precies! Kijk naar Jakob toen hij daar stervend was, toen hij zijn handen op de aartsvaders legde en hen zegende; toen vertelde hij hun precies waar zij zouden komen. En dat is precies in overeenstemming met hun naam en precies in overeenstemming met hun geboorte. En zeker, het heeft iets met u te maken.

104 Nu, dat is uw geboortepad, dat is wat u bent, een natuurlijke man of een natuurlijke vrouw. Maar als u wederomgeboren bent, is dat niet het uitwendige bewustzijn. De buitenkant is wat u ziet, smaakt, voelt, ruikt en hoort, maar de binnenkant ervan is wat u werkelijk bent. Nu, dit hier buiten; Satan verzoekt u alleen maar en slaat u hier overal en op elke wijze; maar hier van binnen kan hij het niet tenzij u het hem laat doen. Want hier van binnen hebt u geloof, en geloof komt niet van het uitwendige bewustzijn, dat redeneert. Maar in geloof is geen redenering. U hebt het van God gekregen en u weet dat het daar is. Het kan mij niet schelen hoezeer het er verkeerd uitziet, u weet toch dat het juist is; het is ZO SPREEKT DE HERE. Ziet u? En er is niets wat het in de weg staat. Niets kan het in de weg staan; het beweegt zich gewoon recht door. Moeilijk betekent voor geloof niets, het waadt er zich recht doorheen, want het is het Woord. En het Woord is het zwaard en het Woord snijdt, het zwaard snijdt zich vrij van al het andere. Ziet u? De hand des geloofs is nodig om dat Woord vast te houden. Dat geloof moet zijn...

105 Nu, kijk, als dat inwendige bewustzijn... Hier is de binnenkant; hier is de buitenkant. Het wordt hierin geopenbaard, de Waarheid; daar buiten is het verstand. Nu, ziet het er niet redelijk uit als wij gewoon zouden zeggen: "We zullen ons gewoon allemaal gaan aansluiten bij de Assemblies"? Nu, ik houd van de 'Assemblies of God', ik houd van de Eenheidsmensen, ik houd van al die gemeenten. "Waarom gaan wij ons niet gewoon allemaal bij hen aansluiten, misschien zou het iets goeds doen?" Dat is een redenering, de buitenkant. Maar let op datgene dat daar diep van binnen zit. Als u kijkt naar dit hier aan de buitenkant – zal dit er niet mee overeenstemmen; kijk vervolgens naar de Assemblies. Zij doen veel dingen waarvan ik niet geloof dat het Schriftuurlijk is, en ik kan hun bewijzen dat het niet Schriftuurlijk is. Maar er zijn daarin zoveel meningen verzameld. Er zijn duizenden van die Assembly-broeders en zusters die dit, het Woord, geloven en niet geloven wat de Assemblies als juist leren. Maar zij zitten in het web.

106 De Baptisten, de Presbyterianen, de Eenheidsmensen en de hele rest zitten in dat web, waar een groep mensen tezamen komt en het beredeneert. En er is zoveel prestige bij een mens. Hier zit een bisschop die een algemeen opziener is; hij zegt iets en wat gaat de kleine man zeggen? Hij is bang om iets te zeggen. "Ik ben het met u eens. Ja, dat klopt. Uh huh! Ja, bisschop of oudste, u hebt helemaal gelijk." Hij is het met hem eens.

107 Laten wij hier een alcoholist van de straat nemen. Een gewone burger passeert hem op straat en zegt: "De oude bedelaar, het is niks met hem." Neem hem mee en stel hem aan bij de politie, geef hem een embleem en een pistool. "Goedemorgen Jan, fijn om je weer te zien!" Ziet u? Eerbied voor elkaar.

108 Jezus zei: "Hoe kunt u geloof hebben als u respect van dat soort hebt", weet u, dat u de aandacht vraagt, dat u iemand respecteert (ik herinner mij even niet hoe het woord daar luidt) – maar als uw verlangen – naar eer van elkaar. Ziet u? Dat kunt u niet doen.

109 En als de mensen tezamen komen in een organisatie, gaan zij zitten; en de kleine man is bang om iets te zeggen, omdat de bisschop het zo zei, de opziener zei het zo. Schat de man niet gering, geloof dat hij een goede man is; maar bedenk altijd dat Gods Woord juist is en al het andere dat ermee in strijd is, verkeerd. "Laat Mijn Woord waarachtig zijn en het woord van elk mens een leugen." Ziet u het? Dat willen wij doen, dat geloven.

110 Nu bedenk, wij zijn niet het Woord, maar wij zijn het Woord. Uh-huh. Begrijpt u het nu? Jezus was God niet, maar Hij was God. Hij was een Man, toch was Hij God. Hij kon wenen maar evengoed kon Hij de doden opwekken. Hij kon wenen over een man die dood was en hem weer opwekken. Hij was Jehova-Jireh, Jehova-Rapha, Jehova Manasse; Hij was Jehova, geheel compleet. Hij was Jehova en toch was Hij een Man. Hij bezat de aarde en maakte de aarde en had geen plaats om Zijn hoofd neer te leggen. Hij zei: "De vogels die Ik maakte hebben nesten en Ik heb geen plaats om Mijn hoofd neer te leggen. De vossen die Ik schiep hebben holen in de grond en Ik heb er zelfs niet één om in begraven te worden." Dat klopt. Hij moest het graf van iemand lenen om in begraven te worden.

111 Hij schiep de baarmoeder die in een vrouw was. Hij had geen schoot om in geboren te worden; hij moest een schoot lenen. Hij schiep de aarde en had geen plaats om in begraven te worden; Hij moest een hol in de grond lenen om in begraven te worden, Jozef van Arimathea. Ziet u? Zij moesten een plaats lenen, toch was Hij God, Hij bewees dat Hij God was.

112 Begrijpt u het nu? Wij zijn geen... Wij zijn messiëttes, maar niet die Jezus. Hij is onze Vader; wij zijn slechts gezalfd met Zijn Geest en dat is de reden dat Zijn leven... En dat is de mensen te machtig. Zie, als u niet gaat zitten en het doordenkt, dan doet het de mensen geloven: "Wel, deze knaap zou de Messias kunnen zijn." Zeker is hij dat.

     "Deze hier zou het kunnen zijn." (Zij zijn het beiden. Zie?) "Wel, hoe kunnen er twee zijn?" Er zijn er duizenden. Ziet u?

113 Maar ziet u, Zijn leven werd verdeeld op de dag van Pinksteren. Toen die Vuurkolom neerkwam, verdeelde Hij Zich als tongen en zette Zich op een ieder van hen. God, Die Zichzelf verdeelt onder Zijn volk, omdat de gemeente en Christus één zijn, net zoals de man en de vrouw één zijn.

330 Broeder Branham, hoe word ik verondersteld mijn vrouw te laten zien dat ik werkelijk om haar geef, maar toch bij het Woord blijf? Maar toch krijg ik deze vraag gesteld: "Waarom breng je niet in praktijk wat je predikt of gelooft?"

114 Wel dan, als de vrouw, als uw vrouw dit tegen u zegt, als zij een recht heeft om het te zeggen, dan kunt u maar beter in orde zien te komen. Ziet u? Maar als zij het alleen maar zegt om boosaardig te zijn, bedenk dan dat de Bijbel zegt: "Het ware beter dat een molensteen om uw nek was gehangen en u verdronken was in de diepten der zee, dan zelfs de minste van dezen, Mijn kleinen, te ergeren." Nu, dat is gewoon uw vraag.

115 En misschien is uw vrouw niet dat soort persoon. Misschien is zij een ander, misschien is zij een goed persoon. Misschien test zij u alleen maar om te zien wat u zult doen.

116 Nu, blijf haar liefhebben en laat haar Jezus in u zien. Doet u dát. Ziet u? Ga gewoon door. Op een... Ik geef u een kleine illustratie vanmorgen over een persoon, die... Op een keer had dit vrouwtje de Heilige Geest ontvangen. En zij was een zeer lieflijk klein persoon. Ze... Zij zei... Wel, zij had een zwaar leven gehad en haar man was een alcoholist. Maar zij ging gewoon door en verdroeg hem. Hij zei: "Jij wilt naar de kerk gaan, liefje, houd er toch mee op! Maar ik ga gewoon naar de kroeg daarginds bij de oude Brown Derby, en ga zo door." En zo hingen zij daar al de tijd uit, wat vroeger van de Bonifers was. Velen van u oudgedienden herinneren zich de tijd, dat Bonifer daar op de hoek van... Het wordt nu Brown Derby genoemd, geloof ik.

117 En zo hingen zij daar rond en het eerste, weet u, wat op zekere avond opkwam, was een vraag over de kerk en over Christenen. Eén van de oude dronkaards die daar zat, zei: "Er bestaat niet meer zoiets als Christenen." Hij zei: "Zoiets is er niet. Het zijn allemaal huichelaars. Je ziet ze daar buiten roken en drinken; ze doen hetzelfde als wat wij doen, en ze noemen zich toch Christenen. Zoiets is er niet."

118 Deze ene dronkaard stond op en zei: "Eén moment! Er is er één die ik ken."

     Hij zei: "Wie is het?"

     Hij zei: "Het is mijn vrouw." Ziet u? Zij was zoutend geworden. Hij lette er al de tijd op.

     Hij zei: "Ik wed dat als zij onder druk wordt gezet..."

     Hij zei: "Nee, zij blijft nog steeds een Christin; ik zal het jullie bewijzen." Hij zei: "Ik vertel jullie wat we zullen gaan doen; laten wij naar mijn huis gaan en ik zal jullie laten zien of zij een Christin is of niet." Hij zei: "Laten we ginds naar mijn huis gaan en nu, laten wij werkelijk dronken doen. Wij gaan doen alsof we werkelijk dronken zijn." Zij klopten op de deur, kwamen binnen, over alles struikelend en... "Waarom heb je dit niet ergens anders neergezet?", en zo van alles. En zij zette voor hen allen een stoel klaar (zijn gasten, weet u) – en zij probeerde het hun zo welkom mogelijk te maken als zij maar kon. Hij zei: "Ik wil dat je wat eten voor ons klaarmaakt." En dus ging zij de kamer uit en maakte het een en ander klaar. Zij zeiden: "Wij willen ham en eieren." Hij wist dat zij het hadden en dus maakte zij ham en eieren klaar. Toen hij daar bij de tafel kwam, keek hij er zo naar, pakte zijn bord op en wierp de inhoud op de grond, terwijl hij zei: "Je weet dat ik mijn eieren niet op die wijze wil. Kom op jongens, laten wij hier maar weggaan", op die manier.

119 Zij gingen de kamer uit en gingen zo zitten, weet u. En zij kwam naar hem toe en zei: "Liefste, het spijt mij dat ik ze niet goed kon krijgen; ik zal er nog een paar voor je maken."

120 "O, onzin, je wist best dat ik ze zo niet wilde", en zo gingen zij tekeer. Zij gingen de kamer uit, gingen zitten en deden alsof zij dronken waren. Zij hoorden haar daarbinnen, als een soort terechtwijzing van zichzelf, zingen met een heel zachte stem:

Moet Jezus het kruis alleen dragen
En de hele wereld vrijuit gaan?
Er is een kruis voor iedereen
En er is een kruis voor mij.
Dit gewijde kruis zal ik dragen
Totdat de dood mij vrij zet, ...

     De ene dronkaard keek naar de andere en zei: "Zij is een Christin; zij heeft het!" En dat vrouwtje leidde haar man plus deze anderen die avond tot Christus. Ziet u? Waarom? Ziet u? Door gewoon echt lieflijk te zijn. Bedenk slechts, Hij weet er alles van.

121 Dus, zuster of broeder, wie het ook moge zijn, of broeder is het hier, omdat hij vroeg omtrent zijn vrouw, weest u gewoon zoutend; zij zal dorstig worden als er iets in haar is om naar te dorsten. Als het niet zo is, bedenk, als u de verkeerde persoon hebt gekregen, zult u in het duizendjarig vrederijk de juiste krijgen. Blijf gewoon doorgaan; alle verkeerde dingen zullen daar recht gemaakt worden.

331 Broeder Branham, leert u dat de bruid geen enkele kerkdienst moet bijwonen tenzij dat u er predikt, of anders in de Tabernakel – met andere woorden de Tabernakel? (Er staat "anders", bedoeld wordt "met andere woorden".)

332 Leert u ook dat wij de zondag of feestdagen niet behoeven te houden betreffende werken, vissen, enzovoort? Of... (Ik zou zeggen, dat het zondag was. Voor mij zag het eruit als zondag. Of precies onder aan de bladzijde ziet het eruit als zondag. Ik denk het wel, feestdagen of zondagen. Ja zondagen, daar lijkt het op. [Broeder Branham spreekt tegen iemand – Vert] Feestdagen, zondag en feestdagen.)

122 Nee! U vergist u. Ziet u? Laat mij het doornemen en het beantwoorden in volgorde.

     "Leert u dat de bruid geen enkele andere gemeente moet bezoeken, tenzij dat u predikt, of anders de Tabernakel?" Nee, ik leer dat niet. Ik geloof dat niet; ik geloof het niet. Wij hebben hier predikers zitten die verspreid zijn over het hele land en ik geloof dat zij een deel van die bruid zijn. Ik geloof dat een man of een vrouw overal naar de gemeente kan gaan waar zij maar willen, die het Woord leert. En ik geloof dat als zij niet het hele Woord onderwijzen en u kunt niet naar een gemeente gaan in de een of andere plaats waar zij het hele Woord onderwijzen, ga dan waar zij het halve Woord onderwijzen, totdat u kunt komen waar zij het hele Woord onderwijzen. Ga naar de gemeente wat u ook doet. Doe dat.

123 "Leert u ook dat wij de zondag niet behoeven te houden of enige feestdag, of werken... zoals werken en vissen op zondag?"

124 Ik geloof dat het een zonde is om te vissen, te jagen en te werken op zondag als u naar de gemeente kunt gaan. Nu, ik geloof dat u de wetten van God overtreedt. "Is er een gebod voor zoiets?" Jazeker. Nu, in het Oude Testament hadden wij een type van de sabbatdag. Het was helemaal... En Jezus kwam niet opdat u de sabbatdagen ging houden. De oude sabbatdag was zaterdag, wat het einde van de week was. Zondag is de achtste dag of de eerste dag van de week waarop Jezus opstond.

125 Ik geloof niet dat het juist is om ... Nu, als u ver weg in de wildernis bent ergens, en u bent daar op een jachttocht, terwijl er in de buurt geen gemeente is, of iets dergelijks en er is niets dat u kunt doen; en als u aan het vissen was, geloof ik dat het in orde zou zijn. Maar als u in de omgeving van de stad bent of waar een gemeente is, behoort u in elk geval ergens de samenkomst te bezoeken.

126 En ik geloof, voor zover het werken betreft, als de os in de sloot ligt of er moet iets op zondag gedaan worden, ga het dan doen, als het iets is dat u niet kunt helpen, het op die wijze moet gebeuren. Maar als u het gewoon doet en wacht tot zondag om het te doen, of u doet het zomaar, dan hebt u het bij het verkeerde eind. Ziet u? Wij moeten dat niet doen, wij moeten die heilige dag eerbiedigen.

127 En nu, bedenk, ga ergens naar de gemeente, in de een of andere plaats. Als... Ik zou een zekere denominationele kerk kunnen noemen, maar ik wil het niet doen, omdat deze kerk, het enige wat ik weet dat zij leren, geloof ik, is dat zij zeggen te geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is. Wel, ik geloof dat ook. Al hun andere leer is... Zij geloven in... het wegnemen van zonden is door water. Nu, dat is niet de Eenheidsgemeente; zij doen hetzelfde, maar ik spreek niet over hen. Zij geloven dat wedergeboorte door water is, enzovoort. En ik geloof dat niet. En zij, o, zij geloven, dat als iets Goddelijke genezing in zich heeft, het van de duivel is. En zij geloven in al... Zij zijn de enigen die er zijn, en het enige dat u hoeft te doen, is gewoon uw naam in dat boek te plaatsen. En als u hem daar niet hebt, bent u verloren. Nu, ik geloof dat niet. Maar als er geen andere kerk is om naartoe te gaan (ik zou daar niet kritisch heengaan) dan zou ik gaan met de bedoeling aanwezig te willen zijn en naast iemand te zitten, opdat de Christus die in mijn hart was, iemand daar zou mogen beïnvloeden. Ga onder hen, maar heb geen deel aan hun ongeloof.

333 Broeder Branham, ik wil de Heilige Geest ontvangen. Ik wil weten wat ik moet doen. Ik heb een last op mijn hart dat mijn gezin gered zal worden. En de zuster ondertekende met haar naam.

128 Als u de Heilige Geest wilt ontvangen, laat mij u dan iets vertellen, dierbare zuster, als u hier bent. En ik... Broeder Neville, is dat een lid van de gemeente hier? [Broeder Branham voert een gesprek met broeder Neville – Vert] Daar onderaan. Ik herinner mij hen ook niet. Maar als u hier bent, zuster B-o-u-g-h, als u hier bent, laat mij het u vertellen. De Bijbel zegt: "Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,..." U bent zo gezegend, zelfs al om het te willen. Ziet u? Nu, bedenk, niet dat u het hebt, maar zalig zijn zij, die er naar hongeren en dorsten, "want zij zullen verzadigd worden." Blijf er gewoon bij.

129 "Wat moet ik doen voor mijn gezin?" Gebruik hetzelfde geloof dat u gebruikt voor uzelf, voor uw gezin. Draag hen op aan de Here. En geloof met uw gehele hart dat u gered zult worden. Laat het niet alleen maar komen in uw natuurlijk denken, maar laat het daar ver weg aan de binnenkant vallen, dat onderbewuste, dan zijn zij van u. God heeft hen aan u gegeven als u het hier beneden hebt.

130 Wat u ook hier in uw hart hebt en erom vraagt, geloof dan als u bidt dat u ontvangt waar u om vraagt. Nu, u kunt er niet meer aan twijfelen. U kunt niet geloven en tegelijkertijd eraan twijfelen. Hoevelen weten dat? U kunt niet geloven en tegelijkertijd twijfelen. U moet geloven waar u om vraagt, dat u het ontvangt en dan zegt Hij dat het u gegeven zal worden. Dus u gelooft gewoon voor uw gezin en zij zullen het krijgen.

334 Broeder Branham, hoe staat het met onze zoon, daar u niet over de bazuinen predikt? Herinnert u zich de belofte die u mij gaf over de telefoon aangaande hem en de zeven bazuinen?

131 Ik herinner het mij niet. Ik herinner mij niet wat het was. Maar wat het ook is, laat Billy Paul weten wat het is. Wat ik u ook beloofde, dat zal ik doen. Ik herinner het mij niet. Weet u, soms krijg ik op één avond dertig, veertig telefoontjes te beantwoorden (ziet u), dus ik herinner mij niet avond na avond – soms als ik thuis ben – dus weet ik niet wat het is.

     Hoe staat het met mijn Katholieke zus en broer? Dank u.

132 O, deze persoon komt van ver buiten de stad, helemaal uit Texas. Ik... Wel zuster, als u uit Texas komt en deze band ontvangt, of als er een band is (ik veronderstel dat er hiervan geen band is), maar als er één is... [Broeder Branham informeert naar het opnemen op de band van de dienst – Vert] Maken zij een geluidsband? Maakt u hem? Goed, als zij zijn... De band... Dan zal ik u wat vertellen. Als u dit op deze band vindt, herinner u dan: "Hoe staat het dan met onze zoon met betrekking tot de zeven bazuinen?" Ik herinner mij dat niet, tenzij ik hem beloofde om hem te bezoeken of zoiets gedurende de zeven bazuinen. Als ik dat gedaan heb, zal ik hem bezoeken; want ik predikte de zeven bazuinen niet, ik predikte "Het feest der bazuinen." Hebt u dat begrepen?

133 "En hoe staat het met mijn Katholieke zus en broer? Dank u!" Ik vertel u, mevrouw C-o-r-n-i-l-s-e-n... Als de dame hier is, zoek dan Billy Paul vanmorgen op. En zo niet, wel, ik begrijp niet wat het is (ziet u?); het is gewoon een vraag. Ik kan er niet op komen (ziet u?), wat het is, omdat ik iets beloofde omtrent haar zoon en de bazuinen en omtrent een Katholieke zuster – het komt niet in mijn gedachten nu, zodat ik het mij herinner. Dus zoekt u gewoon Billy op.

     Dit moet... Dat is slechts een gebedsverzoek. Men geeft de naam van de persoon en zegt: "hoofdpijnen en voorhoofdsholteontsteking." Dus dat was alleen maar... Bid gewoon voor hen, neem ik aan. In orde.

335 Verklaar alstublieft huwelijk en echtscheiding (Ik heb dat al gehad. Dit zijn zeven vragen – acht vragen op één stuk papier.) Verklaar alstublieft huwelijk en echtscheiding.

     Dat heb ik gedaan.

336 Zijn Mozes en Elia nu op de aarde? Zijn zij in Amerika?

134 Nee! Ziet u? Nee, zij zijn hier niet; zij zullen er niet zijn totdat de gemeente is weggenomen, dan zullen Mozes en Elia... Hoevelen begrijpen dat? In orde. En laten wij zien. Zij hebben hier geen naam onder gezet, dus... Goed. Wie ook deze vragen stelde... Ik geloof dat het er zeven zijn... Ik heb er zeven gemerkt. Goed!

337 Verklaar het verschil tussen de naam van "Jezus" en de "Naam van Jezus". (Wacht even.) Verklaar het verschil tussen de naam "Jezus" en de "Naam van Jezus".

135 Wel, zij zullen beide hetzelfde zijn, als ze op dezelfde wijze toegepast worden (ziet u?), toegepast op dezelfde Persoon, de naam Jezus, en de Naam van Jezus. De Naam van Jezus en de naam Jezus is Wie Hij is. De Naam van Jezus spreekt van de persoon, dus moet het dezelfde zijn. Ik denk dat het zou... Klinkt dat niet aannemelijk? Zie? De naam Jezus is de Persoon Zelf, en met de Naam van Jezus verwijst u naar die Persoon. Zie?

136 Bijvoorbeeld, mijn naam is William. Dat ben ik. Goed. Nu zegt u... Ik spreek... De naam van William, dan verwijst u naar mij. Dat is mijn naam. Zie? Nu.

338 Is de Naam van de Here veranderd in de verschillende bedelingen?

137 Ja, ja! Hij werd eens genoemd de IK BEN. Hij werd Jehova genoemd en Hij is vele malen veranderd. De laatste keer dat het veranderd werd, was toen God vlees werd en een menselijke naam aannam.

138 Jehova, IK BEN en al deze, zijn titels bij een naam. Ziet u? Als u werd gedoopt in de Naam van Jehova, dan had het de Naam van Jezus Christus moeten zijn. Als u werd gedoopt in de Naam van Jehova-Rapha, Jehova-Manasse en Jehova-Jireh, al die namen, had het Jezus Christus moeten zijn. De IK BEN is Jezus Christus.

139 Herinner u dat Hij daar stond op die dag en zei: "U zegt dat u manna at in de woestijn..."

     "Onze vaderen aten manna."

     "En zijn dood!" zei Hij.

140 Zij zeiden: "Wij weten nu dat U krankzinnig bent, omdat U slechts een mens bent en niet meer dan vijftig jaar oud, en U zegt dat U Abraham hebt gezien."

     Hij zei: "Voordat Abraham was, BEN IK." Ziet u? Hij was de IK BEN. En al de titels en namen, die ooit aan God toebehoorden, werden gemaakt tot één menselijke Naam, de Here Jezus Christus. Goed.

339 Nu, als de tijd ophoudt toen de zegels werden geopend, dan is... Als de tijd ophield (excuseer mij) toen de zegels werden geopend, dan is ook het duizendjarig vrederijk geëindigd, is het niet?

141 Nee, nee! De tijd hield niet op toen de zegels werden geopend. U begreep het verkeerd. Wat er gebeurde was dat de geheimenissen geopenbaard werden, niet dat de tijd ophield. Ziet u? Kijk slechts. Let nu heel aandachtig op en speel uw band af als u het van een band hoorde. Ziet u?

142 De tijd hield nooit op totdat de... dit moet een postmillennialist [een persoon die gelooft dat wij na het duizendjarig rijk leven – Vert] zijn of zoiets, die deze vraag stelde. Omdat ziet u...? We krijgen duizend jaar nadat de gemeente naar huis is gegaan en terugkomt op de aarde. Dan houdt de tijd op in de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde.

143 Nu, het duizendjarig vrederijk is niet de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde. Er zal nog zonde zijn na het duizendjarig vrederijk. Het duizendjarig vrederijk is een type van Noach die in de ark ging en overgedragen werd, en Cham en de rest aan de andere zijde bracht. En de zonde kwam zelfs uit de ark. Ziet u?

144 Maar Henoch, de opgenomene, was een type van de bruid die omhoog ging, niet van degene die overgedragen werd. Dus zal er nog zonde zijn aan de andere kant van het duizendjarig vrederijk, maar niet gedurende het duizendjarig vrederijk. Ziet u? Gedurende het duizendjarig vrederijk is er vrede. Ziet u? Maar er zal met de zonde afgerekend worden aan de andere zijde van het duizendjarig vrederijk, en dan verdwijnt de tijd.

145 En nu, de opening van de zeven zegels, die door de Heilige Geest werd gegeven, de zeven zegels waren alleen maar om bekend te maken wat in de bedelingen achter ons was blijven liggen.

146 Nu, toen de een of andere grote theoloog probeerde mij daarover in het nauw te drijven, zei hij: "Broeder Branham, God zal u op zekere dag het geheim van die zeven zegels geven. Die zeven zegels zullen iets zijn, dat wij nog nooit geleerd hebben; het zal iets zijn, dat zelfs niet in de Bijbel staat." Nee, nee! Zo zal het niet zijn, omdat als je dat doet, dan zou het maken... Als ik u dat vertelde, zou ik een valse profeet zijn, omdat (ziet u?) dit Woord... Alles wat er is... De hele openbaring van Jezus Christus is geheel voltooid in dit Woord. Ziet u? En als de zeven zegels betrekking hadden op de zeven gemeenten, had het al voorbij moeten zijn, omdat wij in het Laodicéa-tijdperk zijn... En de zeven zegels openbaarden alleen wat zij daar hadden laten liggen, en het opende wat zij overgelaten hadden; wat Luther liet liggen, wat Wesley liet liggen en al de hervormers en de Pinkstermensen, en zo door tot op de huidige dag.

147 Nu, het volgende dat overgebleven is, is de opname van de gemeente, de terugkeer van Mozes en Elia, de regering in het duizendjarig vrederijk op de aarde met de bruid en Bruidegom gedurende duizend jaren en dan de oordeelstroon en dan een totale vernietiging van de zonde. Dat zal er op die tijd nooit meer zijn.

148 Nu, niet de... Ophouden... De zegels beëindigden nooit de tijd. Tijd of seizoenen zullen er zijn tot na het duizendjarig vrederijk. Nee! Er zal nog tijd zijn tot na het millennium.

340 Heeft het duizendjarig vrederijk iets te maken met de duizend jaren? Zou het niet een generatie kunnen zijn?

149 Nee! Een generatie, toebedeeld in de Bijbel, is veertig jaar. Maar de Bijbel zegt: "En zij leefden en regeerden met Christus duizend jaren." Het zal duizend jaar zijn op de aarde, omdat duizend jaar op de aarde naar Gods tijdrekening slechts is als één dag. Duizend jaar op aarde is slechts één dag bij God, zoals God de tijd rekent. Hoevelen begrijpen dat nu?

150 Dus is het die sabbatdag als de gemeente niet meer zwoegen zal tegen de zonde. En Satan wordt voor een korte tijd gebonden, duizend jaren, omdat zijn onderdanen allen in de hel zijn en zijn... De gemeente die op aarde is, is verlost en regelrecht in de tegenwoordigheid van Christus, dus heeft hij niets waaraan hij kan werken. Dus is het geen ketting, zoals ik zei, een ketting aan een blok, het is een ketting van omstandigheid; hij heeft niets dat hij kan doen. Hij is hulpeloos en hopeloos, slechts wachtend op de opstanding van de onderdanen; dan worden zij gescheiden als de schapen van de bokken.

341 Kwam de koningin van Scheba niet naar Salomo om hem te verzoeken – om hem te testen om voor zichzelf uit te vinden of de Naam van de Here werkelijk Salomo was of niet? (Ik geloof niet dat ik dat begrijp. Wacht even.) Kwam de koningin van Scheba niet naar Salomo om hem te verzoeken en voor zichzelf te ontdekken of de Naam van de Here werkelijk Salomo was of niet? (Ik begrip deze misschien niet. Even... Excuseer mij even. Laat mij het nog eens lezen.) Kwam de koningin van Scheba niet naar Salomo om hem te verzoeken teneinde voor zichzelf uit te vinden of de Naam van de Here werkelijk Salomo was of niet?

151 Nee! Zij beproefde nooit om uit te vinden of Gods Naam Salomo was. Salomo was een koning. Zij kwam en zij zei: "Waarlijk, God is met Zijn koning en met Zijn volk." Ziet u? Zij kwam en zij testte Salomo vanwege zijn gave, omdat zij dingen in haar hart had die Salomo aan haar openbaarde, wat aantoonde dat hij Gods koning op aarde was.

152 U herinnert u dat daar in... (ik geloof, daar in... in... waar zij vandaan kwam) in het land van Scheba, dat de mensen die erdoor trokken, weet u, vertelden van de grote dingen die daar gaande waren, dat zij daar een God hadden Die hun koning gezalfd had en de... hoe de koning door God gezalfd was. Ik geloof niet dat zij dacht dat Salomo's naam... of Gods Naam Salomo was, omdat als zij dat dacht, dat haar weer tot een heidense zou maken. Ziet u? Dus zij zou dat gedacht kunnen hebben. In haar hart zou zij gedacht kunnen hebben, dat God Salomo was, en dat Salomo God was, omdat zij een heidense was van het begin af aan. Maar toen Salomo aan haar het geheim van haar hart openbaarde door een gave van onderscheiding, die toen "wijsheid" genoemd werd, hij onderscheidde dat, wist zij dat God met Salomo was, omdat toen... Zij hadden... Zij ontdekte... Als zij gekomen was met dat in haar gedachten...

153 Als de persoon hier, de vraagsteller, vraagt: "Wist zij toen, dat Salomo waarlijk... de Naam van de Here waarlijk Salomo was?" ... Ziet u? Salomo was niet de Here; zij had dat ontdekt door de mensen, omdat zij Jehova aanbaden, en daar was de grote ark en het grote testament – de ark waar de geboden des Heren in waren. En zij hadden haar verteld over de berg Sinaï en de verschillende plaatsen waar zij geweest waren. En toen kon zij zien dat de God van dat testament in deze man was, omdat hij onderscheiding had, die alleen aan God behoorde. Ziet u? Dus wist zij dat God in Salomo was. Maar nu, het kan misschien op die wijze gelezen worden, als de vraagsteller dat zegt. Maar, "Wist zij dat de Naam van de Here werkelijk Salomo was?" Misschien hebben zij het niet opgeschreven op de wijze dat zij dachten. Ziet u? Dus ik denk dat zij misschien dit wilden zeggen: "Dat de Here in Salomo was." Jazeker. Omdat als dat de vraag is, zeker! Zij kende God, omdat zij die opmerking maakte. En zij wilde geen andere god aanbidden. En ik geloof dat zij zei, dat zij altijd zou... Zij had gezien waarom... Er was geen adem in haar overgebleven; zij had geen vragen meer. Salomo openbaarde gewoon de gehele zaak, en zij wist dat God met hem was.

342 Wij werden eenentwintig jaar geleden getrouwd door de plaatselijke magistraat. Was dat verkeerd?

154 Ja, het was verkeerd van u om dat te doen. Een huwelijk behoort in het huis van God. Maar aangezien u getrouwd bent, hier is het wanneer u werkelijk getrouwd bent: u bent getrouwd als u elkander trouw belooft, wanneer u elkaar belooft dat u elkaar neemt. De plaatselijke magistraat zou u de vergunning kunnen geven; dat zijn wettige bepalingen om samen te leven als man en vrouw, en niet buitenechtelijk samen te wonen als man en vrouw. Maar als u dit meisje belooft en u belooft die man dat u trouw aan hem zult leven en u neemt hem als uw man, dan bent u getrouwd. Herinner u dat ik dat, geloof ik, vorige week verklaarde. Ziet u? Als u haar belooft. Ziet u?

155 Zelfs in de oude Bijbel, als een man verloofd was met een maagd en... U kent de wetten daaromtrent. Wel, het was precies hetzelfde als overspel. Zeker was het dat! Als hij het had beloofd, was de zaak klaar.

156 De vraag werd onlangs gesteld: "Was een annulering – een annulering – hetzelfde als een scheiding?" Ziet u? Als u mij die vragen stelt, vriend, weet u niet wat dat aan mij doet. Ik heb vele vrienden hier zitten die twee of drie keer getrouwd zijn. Beseft u dat ik spreek tegen mijn eigen zoon, Billy Paul? Zou ik Billy Paul sparen? Zeker niet! Billy Paul trouwde met het een of andere meisje. Hij kwam naar mij toe en zei: "Pappa, ik ga trouwen."

157 Ik was mijn auto aan het wassen; ik zei: "Kom eens even tot jezelf" en ging gewoon door met het wassen van mijn auto.

     Hij zei: "Ik ga trouwen."

     Ik zei: "O, kom nou" en ging gewoon zo door. Hij liep weg en vertelde het aan zijn moeder en zijn moeder lachte hem uit. Weet u wat hij deed? Hij ging er vandoor met het een of ander kind dat nog op de openbare school zat en trouwde. Wij verklaarden het huwelijk nietig, de vader van het meisje en ik. Wij annuleerden het huwelijk, maar hij was evengoed toch getrouwd. Hij is mijn zoon die hier nu naar mij zit te luisteren. Nu, dat is het precies.

158 Hij kwam naar mij toe met het meisje waar hij nu mee leeft, mijn schoondochter. Mijn kleinzoontje... Hij zei: "Pappa, wilt u mij trouwen?"

159 Ik zei: "In geen geval." Dat is mijn eigen zoon. Gelooft u niet dat het door mijn ziel snijdt, terwijl ik hem in mijn armen heb gedragen en alles deed wat ik kon doen en zowel vader als moeder voor hem was? Denkt u niet dat dat mij doodt als ik dat zeg? Maar het is de waarheid. Zeker! Mijn zoon zit hier te luisteren. Mijn schoondochter en mijn kleinzoontje zitten hier nu... Maar ik vertelde hem dat het verkeerd was (ziet u?), omdat ik het moest. Ik ben plichtgebonden aan dat Woord.

160 En ik zeg: U bent getrouwd door een plaatselijke magistraat? U had getrouwd moeten worden door de gemeente, door de prediker. Dat is betamelijk, wat een Christen behoort te doen. Maar aangezien u die belofte al gedaan hebt, en die eed, en eenentwintig jaar geleden getrouwd bent, geloof ik dat het in orde is.

     U zegt: "Wel, ik..."

161 De vraag zou mogen zijn: "Moet ik komen om weer te trouwen?" Als u het wilt. Heb niets in uw gedachten dat uw geloof tot last is, want als er iets is kunt u niet verder gaan dan tot precies daar; u stopt daar precies. Als dat vraagteken komt, eindigt u precies daar. Maar wat mij betreft zou het in orde zijn.

162 De man die mij doopte in de Naam van de Here Jezus Christus, joeg mij tenslotte uit de gemeente, omdat ik het niet met hem eens kon zijn over vrouwelijke predikers. Wel, het maakte niet dat ik weer overgedoopt zou moeten worden. Ziet u? Zeker niet. Ziet u? Dat is in orde.

163 Maar bedenk even, deze dingen zijn snijdend voor mij. Ik heb hier boezemvrienden zitten, mannen en vrouwen, die hun ogen uit zouden trekken en aan mij geven als ik erom zou vragen (jazeker!) en zij zijn twee keer, soms drie keer getrouwd, en zij zitten nu hier. En mijn eigen jongen, mijn eigen kleinzoon en mijn schoondochter die ik liefheb... Kijk naar Billy hoe ik hem bijstond en hoe hij mij bijstond, maar om waarheid of waarheid te zeggen, het is de waarheid van de waarheid.

164 Ik heb... Ik zou hier vandaag enigen van deze 'Assemblies of God' mensen kunnen gaan opbellen of enigen van die mensen en hun vertellen: "Ik was helemaal verkeerd, ik blijf niet bij dat Woord, ik zal bij jullie blijven." Ik zou waarschijnlijk vrij spoedig een zeer populair persoon zijn met een gave van God. Als ik al mijn invloed zou aanwenden voor één van die organisaties, zou ik waarschijnlijk een grote naam onder hen hebben. Ik maak mij geen zorgen over mijn naam onder hen, ik heb hen lief, dat is de waarheid. Maar ik moet waarheidslievend zijn. Ik zou een huichelaar zijn als ik dat deed.

165 En ik zou een huichelaar zijn als ik hier stond, omdat mijn eigen zoon hier zit die met een belofte verbonden was aan een meisje en ik zou zeggen... Al had hij zelfs nooit de ceremonie over zich laten uitspreken, het doet er niet toe of hij ooit met de vrouw leefde of bij haar sliep, het meisje, of wat het ook was; toen hij die belofte deed, was hij getrouwd. Billy Paul of geen Billy Paul. Dat is precies de waarheid! Hij was getrouwd toen hij die belofte deed. Als het mij betreft, is het hetzelfde.

166 Wij moeten eerlijk zijn. Als ik niet eerlijk kan zijn met mijn zoon, kan ik niet eerlijk met u zijn. Als ik niet eerlijk met u ben, zou ik niet eerlijk zijn met God. En ik wil, dat u gelooft dat wat ik u vertel mijn oprechte mening is. Maak er niets anders van, zeg het gewoon zoals ik het gezegd heb, zie, omdat ik u de waarheid zal vertellen.

167 Nu, ik spreek niet al te vaak op die wijze tot u allen, omdat u mijn kinderen bent. Zo noem ik u. Ik heb u voor Christus verwekt door het Evangelie. En terwijl wij hier tezamen zijn, gewoon onze eigen groep die hier zit, scheer ik u een klein beetje af. Maar ik wil u vertellen: als u naar mij toekomt en iets vraagt, zal ik het u vertellen naar mijn beste weten. Als het in het Woord is, maakt het mij niet uit of het mij veroordeelt; ik heb veel knoesten die van mij afgehakt moeten worden. Precies!

168 Maar als u mij iets vraagt, zal ik het u vertellen. Als ik u iets vertel, zal ik u de waarheid vertellen. Ik heb altijd geprobeerd op die wijze te leven. Dat is de wijze waarop ik wil leven en de wijze waarop ik wil sterven, eerlijk te zijn met iedereen.

169 Niet lang geleden kwam er een meisje naar mij toe; de vrouw is nu niet hier. Tom Simpson, velen van u kennen hem. Tom is een aardige knaap; niemand van zijn familie is hier. (Ik geloof dat al die mensen teruggingen of het zou moeten zijn dat Fred nog hier is. Ik... Fred Sothmann, ik weet niet of hij hier nu is of niet, maar ik geloof van wel.) Maar Tom Simpson kwam met Fred uit Canada. En zij... (Jullie kennen broeder Fred, onze beheerder.)

170 En broeder Tom, velen van u hier kennen hem. En Tom is een fijne man; hij is een fijne kerel, en mevrouw Simpson ook. Als zij slechts zou luisteren naar hetgeen ik haar zeg, zal zij ook weer gaan lopen. En zij zit in die rolstoel, kreupel. Zij zal lopen als zij gewoon gaat doen wat gezegd werd om te doen. En let u maar op of dat niet waar is. Ziet u? Nu. Maar zij moet doen wat haar verteld werd om te doen, als zij verwacht het te doen.

171 En één van haar kleine meisjes, lieflijke kleine meisjes... Ik... Toen zij nog erg klein waren, nam ik ze op mijn schoot en speelde met hen. Zij zijn nu te groot; het zijn bijna vrouwen, tien, twaalf jaar oud. En één van hen kwam naar mij toe en zei: "Broeder Branham, ik had een droom." En zij vertelde mij de droom. En zij vroeg: "Wat betekent dat?"

     Ik zei: "Ik weet het niet, liefje. Ik zal bidden en als de Here het mij geeft, zal ik het jou vertellen."

172 Zij zei: "Goed!" Een paar dagen later kwam zij terug en zei: "Hebt u die droom gehad?"

     Ik zei: "Nee liefje, dat heb ik niet; Hij heeft het mij niet geopenbaard."

173 Ongeveer een week of twee later kwam zij terug en zei: "Broeder Branham, hoe is het met die droom?"

     Ik zei: "Ik weet het niet." Wel, het leek alsof zij een beetje teleurgesteld was. Ik...

174 Bedenk, dat wanneer u mij iets vraagt om u te vertellen en ik het niet van de Here krijg, dan ben ik ook teleurgesteld. Maar ik wil geen huichelaar of een leugenaar zijn. Ik zal u de waarheid vertellen. Als Hij het mij vertelt, zal ik het u vertellen. Als Hij het niet doet, zal ik het niet doen. Dat is alles wat ik kan doen. En ik wil dat u mij op die wijze gelooft.

175 En nu, ik dacht dat ik wist wat de droom betekende volgens mijn gedachten, maar hoe wist ik het? Ik moet de zaak opnieuw zien. En niemand van u kan zijn vinger leggen op enige keer of enige plaats, waar ik u de uitlegging van een droom vertelde in de Naam van de Here, dat het niet precies zo was. Beslist! Nooit heb ik u iets verteld in de Naam van de Here dan dat het ook gebeurde, precies op die wijze, omdat ik ben... Hij is het. En dan is het niet mijn verantwoordelijkheid, het is de Zijne; het is Zijn verantwoordelijkheid.

176 Ik zei: "Kijk Trudy, stel je voor dat wij naar Arizona gaan. En dat ik je dan zou komen vertellen, dat als je daar bent, het 'ZO SPREEKT DE HERE' is, dat je kleine broer..." (De kleine Johnny, degene die ik plaag, dat zijn buik altijd te zien is...) Ik zei: "Wat dan als hij op straat overreden wordt en ik zeg: 'Weet je wat er gaat gebeuren, hij zal op straat overreden worden'; en je komt naar mij toe en je zegt: 'Broeder Branham...'; of liever gezegd: 'Breng hem bij broeder Branham.' En dan ga je mij opzoeken en je vindt mij, staande op een trap, sprekend met een man die een wit pak aan heeft. En dan zal ik gewoon mijn handen op de kleine Johnny leggen; hij komt weer tot leven en loopt weg." Nu, ik zei: "Dan ga je naar het westen en het eerste, weet je, op een dag hoor je je moeder schreeuwen, je vader schreeuwen, en kijk, de kleine Johnny is overreden. Wat zou je doen?" Zie je? Je gelooft mij. Zie je? En ik wil dat je vertrouwen in mij hebt. Ik ga je niet iets vertellen dat ik veronderstel: Ik ga je de waarheid vertellen of ik vertel je niets. En ik zei: "Dan kom je naar mij toe en zegt: 'O, kleine Johnny...' of je komt bij je moeder: 'O, de kleine Johnny is overreden. Hij is dood! Hij is dood!'"

177 De dokter komt, trekt zijn oogleden terug, controleert zijn hart, zijn ademhaling. "Hij is dood; breng hem naar de rouwkamer." Wat zou je doen?

     Je zult zeggen: "Wacht even! Wacht nog even! Leg hem in mijn armen; laten wij gaan lopen." Amen!

     "Waar ga je heen, Trudy?"

     "Ik weet het niet."

     "Wat heb je dan?" Je hebt je dode broertje in je armen. Je blijft de straat maar aflopen. De mensen zeggen: "Is dat meisje gek?" Nee meneer! Zij heeft het ZO SPREEKT DE HERE. Wat gaat er gebeuren?

178 Weet je, het eerste wat je tegen je vader en moeder zegt, is: "Wacht, wij zullen broeder Branham zoeken. Hij zal op de trap staan, sprekend tegen een man met een wit pak aan. Daar staat hij precies. Let op wat er gebeurt." Geen twijfel in je gedachten. Je loopt naar hem toe daar en zegt: "Broeder Branham, u weet wat u mij vertelde."

     "Ja Trudy. Johnny ontwaak!" Hij springt op en loopt de straat op.

179 Maar wat als ik je alleen maar veronderstellend enkele dingen zou vertellen, waarvan ik denk dat ze juist zijn, en je op die wijze zou vertellen, ZO SPREEKT DE HERE, en het is niet juist en het gebeurt niet, het komt nooit te geschieden; dan zou je je dood schrikken over die kleine jongen. Je zou niet weten of je hem zou moeten brengen of niet.

180 God zond mij hier om u te helpen en ik wil een hulp voor u zijn. En het doet er niet toe of het snijdt, pijn doet, of wat het ook is, ik moet het hoe dan ook zeggen.

181 Maar nu over het geval van huwelijk en echtscheiding. Ik heb u als een broeder gevraagd u stil te houden totdat u van mij hoort. Hoort u? Ga gewoon door zoals u geleefd hebt. (Ik neem teveel van de tijd daar.)

     "We trouwden eenentwintig jaar geleden (ja) ... plaatselijke magistraat." Dierbare zuster en dierbare broeder, eens vertelde een vertegenwoordiger mij dat hij een kerk binnenliep (hij was een Christen) in Connecticut of ergens daarginds, een heel grote kerk, gewoon om te bidden. Hij was niet... Hij was een Pinksterman, maar hij ging daar binnen om te bidden. En hij zei dat toen hij daar binnen kwam en in de kerk neerknielde om te bidden... hij zei, dat hij er langs reed, vermoeid was en wat heimwee had, hij is een vertegenwoordiger, en hij verkoopt spullen aan fabrieken. En hij was daar om een paar inkopen te doen of zoiets, en toen hij langs de kerk kwam dacht hij: "Ik zal gaan... ik denk dat ik naar binnen zal gaan om te bidden." De deur was open en hij ging naar binnen. Hij hoorde niemand, dus knielde hij neer en begon te bidden. Nadat hij daar gebeden had en er ongeveer een uur gebleven was, hoorde hij een paar deuren hard dichtslaan of zoiets; hij dacht dat het een koster of zoiets van de kerk was. Hij zei dat hij na een poosje opmerkte dat hij iemand hoorde spreken. Hij sloop ernaar toe om te kijken, en hij keek rond om te zien of het de koster was. Het waren een man en een vrouw die voor het altaar stonden en elkaars hand vasthielden en zeiden: "Ik neem je liefste, als mijn wettig getrouwde vrouw." Ziet u?

     Zij zei: "Ik neem jou, liefste, als mijn wettig getrouwde man."

182 "Wel", zei hij, "dit is een vreemde zaak." Dat zei deze Pinksterman. Hij zei: "Deze man en vrouw gaan trouwen zonder een prediker." Ziet u? En dus ging hij gewoon zitten en wachtte; en nadat zij hun eed hadden gedaan om trouw tegenover elkaar te leven en dat de dood hen alleen zou kunnen scheiden, sloegen zij hun armen om elkaar, kusten elkaar, keerden zich om en wandelden glimlachend weg. Hij zei: "Even een moment!" Hij zei: "Ik ben een beetje nieuwsgierig; ik ben een vreemdeling." Hij zei: "Bent u getrouwd?"

     Zij zeiden: "Ja."

     "Zonder een prediker?"

     Hij zei: "Nee!" Hij zei: "Wij zijn al veertig jaar getrouwd." Hij zei: "Wij trouwden hier bij dit altaar veertig jaar geleden en elk jaar komen wij terug en vernieuwen onze eden." Dat is een goed idee. Ziet u?

183 Maar wat het getrouwd zijn betreft, als u haar een belofte doet; zij neemt uw woord; u neemt haar woord; en God neemt uw beider woord. Ziet u? Dus beloof niet tenzij... [Kant 1 van de band eindigt – Vert]

343 Wanneer zij het knippen... Is lang... is het lang haar als zij het van voren afknippen? (Nu, wacht even, laat mij dat hier nemen. Ik...) Is het lang haar als zij...

184 Wel, ik... misschien bedoelen zij dit... "Is het nog lang haar als zij het van voren afknippen?" Niet meer, zij hebben het afgeknipt. Ziet u? Maar net zoals de man wiens broek drie keer afgeknipt werd en nog tekort was. Wat zegt u? Wat zegt u? [Broeder Branham heeft een gesprek met iemand onder het gehoor – Vert] O, bedoelen ze dat. Zoals ik mijn dochtertje plaag als zij zegt... Ik noem ze 'slierten', weet u, pony of wat het ook is, weet u, over het voorhoofd hier.

185 Wel, ik neem aan dat die kleine meisjes die hun haar van voren afknippen... Misschien zou je moeder je daarover kunnen vertellen (zie?), als zij wil dat je het op die wijze draagt. Ik denk dat het er ongeveer uit zal zien alsof een vrouw door de achteruitkijkspiegel keek als zij de vijfentwintig jaar was gepasseerd en ze wilde het op die wijze van voren afknippen, ze zou er misschien als een meisje uitzien. Kijk voorwaarts waar u naartoe gaat, zus, en niet waar u geweest bent, ziet u?

186 En nu over het afknippen van het haar zal ik u dit vertellen. Ik heb er geen Schriftplaats voor om te zeggen dat u er aan de ene kant zoveel vanaf kunt knippen en aan de andere kant niet. Ik heb er geen Schriftplaats voor, ik zou u dat niet kunnen vertellen, zuster of broeder, wie het ook is.

187 Ik zeg één ding. Ik zou willen... Nu, ik weet dat mijn kinderen, Rebekka en Sara dat ook gedaan hebben. Ik heb gezien dat zij hun haar hier van voren afknipten en het daar achter op de rug vlochten en deze dingen zo over de voorkant deden. Nu, niet om hen tegen te houden. Ziet u? Nee, meneer! Wat mij betreft, ik zou willen dat zij zelfs helemaal geen schaar in hun haar zouden zetten. Maar als zij alles lang hebben, zo neerhangend en het alleen van voren, voor hun ogen afknippen, kleine meisjes misschien... Ik zou niet weten of dat verkeerd is. Ik zou denken van niet. Ziet u? Maar als u ouder wordt... als u kunt, wat u zusters betreft, zou ik het gewoon laten op de wijze dat God het gemaakt heeft, ziet u?

188 En natuurlijk, ik weet dat vrouwen er aardig uit willen zien, dat is de natuur en dat moeten zij zijn. Zie? Zij zouden zo moeten zijn. En daarom, dat is fijn, maar doe het niet; anders, zoals dit, zie er niet uit als de wereld (zie?), volg niet het patroon van de wereld. Een verkeerde zaak... U wilt het zo afknippen, maar knip nu uw haar niet af. Als u vlechten hebt neerhangen – of wat het ook is in uw haar, laat het lang. Knip het niet af, zodat het er gaat uitzien als de wereld. Als u alleen die kleine meisjes...

189 Mijn oom had vroeger een klein meisje daar in New york. Zij had allerprachtigst haar. Het was een soort donkerbruin en zij droeg haar vlechten... Mijn moeder kon indertijd... Haar vlechten hingen tot achter in haar knieën. En dat kleine meisje had ook zulke vlechten; haar naam was Jacqueline. En zij had een gedeelte ervan gekamd op deze manier en het zo afgeknipt. En nu, dat is ongeveer vijftien, achttien, twintig jaar geleden. En ik vroeg mij altijd af waarom zij toen niet gewoon de hele zaak achterover kamde; dat zou er aardiger uitzien dan het te hebben zoals deze moderne Beatles die ze tegenwoordig hebben, weet u. En een... O, dat is juist, ik geloof niet dat ik het zou doen. Alles wat er uitziet als die Beatles, ziet eruit als de wereld, dus laat dat varen. Ja!

344 Mijn man en ik zien de Bijbel niet gelijk, de waarheden – zoals deze waarheid die u predikt. Hij begrijpt het niet. Moet ik met hem meegaan naar kerken als ik hun leer niet geloof? Ik ben hier erg ongerust over.

190 Ja! Als u een vrouw bent voor deze man en hij u niet veroordeelt, moet u hem niet veroordelen (zie?), omdat de man geheiligd wordt door de vrouw. Ziet u? En ik geloof dat als hij naar de een of andere denominationele kerk of iets dergelijks gaat en hij wil dat u met hem meegaat daar naartoe... Ziet u? Als u niet bent... Zie, er is niets daar dat u kan schaden, omdat u hoe dan ook niet gaat luisteren naar wat zij zeggen, omdat u hier gezegd hebt dat u hun prediking niet gelooft. Ziet u? Dus zal het u geen kwaad doen, maar u toont gewoon respect voor uw man. U wijdt uzelf aan hem toe en misschien zult u door zo te doen... Als zij daar dingen leren en doen... U zijn veel hogere dingen dan dat onderwezen; u zult zoutend zijn; hij zal het zien en tot de Here komen. Ik geloof dat ik voorwaarts zou gaan. Mijn goedheid, kijk hier hoe laat het is.

345 Spreken Zacharia 4 en Openbaring 11:3-12 over hetzelfde wezen? Zie Zacharia 4:12-14 en Openbaring 11:4.

     Zij tekenden het met hun naam erbij – een broeder en zuster van de gemeente hier.

191 Laten we zien, Zacharia 4. O ja, dat zijn de twee olijfbomen. Ja, de twee olijfbomen, en Openbaring 11 is... O ja, dat is het. Dat is hetzelfde. Dat zijn zij beiden. Dat zijn Mozes en Elia, de twee olijfbomen.

     Bid voor onze... Dat is een gebedsverzoek.

     Het spijt mij, deze kan ik niet lezen voor... Het gaat over gezinsverhoudingen. Ja, leg deze bij die daar. Ik kan dat niet voor het publiek lezen. Zij krijgen hoe dan ook een persoonlijk gesprek, dus...

346 Broeder Branham, is het verkeerd om te... [Broeder Branham spreekt met iemand op het podium – Vert] Wat staat er? Wat op zondag? Werken? Is het verkeerd om op zondag te werken?

192 Ik verklaarde dat zojuist. Als de os in de sloot ligt, haal hem eruit, maar duw hem niet speciaal in de sloot om hem er op zondag uit te halen.

     Broeder Branham, zult u hier aanstaande zondag prediken?

193 Dat is gewoon een vraag. Nee zuster, broeder, wie het ook is. Nu, dit zijn enkele, die hier gewoon bij lagen. Ze moeten daar gelegd zijn of iemand deed ze in dit pakket.

     Broeder... (Dit is voor u, broeder Capps.) Wilt u zingen: 'Wij zullen nooit oud worden'? Ik moet enkele van de rest door elkaar hebben gegooid.

347 Broeder Branham, iemand wil weten waarom u niet in de Bijbel genoemd wordt. Ik geloof dat u Habakuk 2:1-4 bent. (Zoek dat op, broeder Neville, Habakuk 2:1-4.) Laten zij dit lezen en het bestuderen, het derde hoofdstuk... Denk aan naam en types van vier hoofdstukken, ik geloof dat u het bent.

194 Nu, terwijl hij het opzoekt, het is Habakuk 2:1-4. Broeder of zuster, wie de vraag ook stelt (er staat geen naam onder, dat is fijn). Ik houd ervan als u deze dingen vraagt. Ik weet wat er in uw hart is (zie?) en dan zal ik het u vertellen. Nee. Zie? U behoeft niet noodzakelijk uw naam in de Bijbel te hebben (ziet?), maar (ziet u?) zolang ú in de Bijbel bent, er... zolang u in Christus bent, bent u in de Bijbel; u bent in Hem (ziet u?) in de Bijbel. Zie? Zolang u in Christus bent, bent u in de volheid van de Bijbel. Ziet u? U bent in uw volle positie als u in Christus bent. Verstaan allen dat?

195 Hebt u het, broeder Neville? Wat? Ja. Habakuk... Ik heb het niet gelezen. Deze vraag werd hier vanmorgen in gedaan, neem ik aan. Habakuk 2:1-4. Laten we het bekijken. Habakuk 2:1-4.

     Ik stond op mijn wacht, en ik stelde mij op de sterkte, en ik hield wacht om te zien, wat Hij in mij spreken zou, en wat ik antwoorden zou op mijn bestraffing.

     Toen antwoordde de HEERE mij, en zeide: Schrijf het gezicht, en stel het duidelijk op tafelen, opdat daarin leze die voorbijloopt.

     Want het gezicht zal nog tot een bestemde tijd zijn, dan zal Hij het op het einde voortbrengen, en niet liegen; zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewis komen, Hij zal niet achterblijven.

     Ziet, zijn ziel verheft zich, zij is niet recht in hem; maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.

196 Wel, ik veronderstel dat deze dierbare persoon die dit vroeg... Ziet u? Het is iemand die van mij houdt, anders zouden zij dat niet schrijven. Ziet u? Nu, ik zou niet kunnen zeggen dat mijn... De Bijbel noemt mijn naam niet – mijn naam, William Branham, of uw naam, wie het ook is, maar wij zijn in ieder geval in Hem. En deze...

197 En nu, u ziet vertrouwde plaatsen waar in de Bijbel naar verwezen wordt, die zekere dingen zeggen. Ziet u? Nu, als u zult opletten, de geschiedenis herhaalt zich in de Bijbel. Ziet u? Nu, laten wij u daar nu gewoon één Schriftplaats voor geven. (Ik zie velen van u het opschrijven.) Nu, in het derde hoofdstuk van Mattheüs staat: "God riep Zijn Zoon uit Egypte, opdat vervuld zou worden wat gesproken was: 'Uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen...'" Nu, als u een Scofield of een andere Bijbel met verwijzingen hebt, als u die verwijzing daar volgt, die aantekening, zal het u terugbrengen tot waar Hij Jakob, Israël, uit Egypte riep. Ziet u? Maar Jakob was Zijn zoon, die Hij uit Egypte riep; ook Jezus was Zijn Zoon Die Hij uit Egypte riep. Dus u ziet dat het Woord van God nooit eindigt. Zie, wij vereenzelvigen onszelf in de Bijbel met verschillende... Hoevelen herinneren zich mijn boodschap over het zich vereenzelvigen met christelijke karakters, Phoenix, Arizona, waar ik het predikte? Ja, velen van u hebben het op de band. Ziet u? Vereenzelvigd met christelijk karakter. Ziet u? U kunt zich overal identificeren waar u wilt in de Schrift, als u een Christen bent; en als u geen Christen bent, kunt u zich in de Bijbel identificeren. Ziet u? Ik geloof dat dit misschien zal helpen. Ik wil er zoveel mogelijk van deze afmaken, als ik kan.

348 Broeder Branham, sommigen zeggen dat de genade voorbij is en dat niemand gered kan worden. Nu, is dit waar? (Ik ben blij dat ik deze kreeg.) Wij waken en bidden – wij letten op de gebedsrijen en het schijnt dat sommigen nog steeds genade vinden.

     Nu, dat is de eerste vraag, u hebt er twee.

198 "Is genade voorbij?" Denk dat nooit! Ziet u? Blijf gewoon alles doen wat u kunt, totdat u weggenomen wordt. Ziet u?

199 "Wij merken in de gebedsrij op, dat sommigen genade vinden." Zeker! Genade is – de deuren zijn open. Zie? Ik geloof dat waar u dit ook kreeg... deze gedachte moge misschien liggen tussen... Zie, ik heb geen tijd om elk van deze Schriftplaatsen hun juiste plaats te geven (ziet u?), elk van die dingen hun juiste plaats. Zij... In de gebedsrij vindt u genade, zeker.

200 Als ik wist dat Jezus deze middag zou komen, zou ik gewoon datgene doen wat ik nu precies doe, er gewoon mee doorgaan. Genade is altijd open. Zie?

201 En nu, waar ik denk dat u het vandaan hebt, is omtrent het eindigen van de zeven gemeentetijdperken en de zeven zegels, die losgemaakt werden. Ziet u? De zeven zegels, het is gemanifesteerd wat plaats vindt – wat plaats gevonden heeft. Het zevende gemeentetijdperk, wij zijn aan het einde van het zevende gemeentetijdperk.

202 Als ik zeg, het einde, dat betekent niet dat het dit uur is, déze minuut. U herinnert u dat de Bijbel zegt, dat in de tijd van de Here Jezus, Paulus zei: "Want de tijd is nabij." Beseft u hoe lang dat duurde in Gods tijd? Dat was gisteren. Naar mijn tijd gerekend was het twee duizend jaar geleden. Zie? De tijd is nabij. Ziet u? Wat God nabij noemt is niet wat wij nabij noemen. Ziet u?

203 Dus blijf gewoon geloven, blijf bidden, blijf... God heeft de genade nog open, blijf er gewoon instromen zo snel als u kunt. God zal ermee stoppen als het tijd is om ermee op te houden. Ziet u?

349 Nu. Broeder Branham, is het waar dat niemand zou moeten prediken behalve u? Wij hebben gezien dat u mannen ordineerde. Wij geloven niet dat u dat zou doen als zij niet moesten prediken.

204 Genade! Broeder, zuster, wie u dat ook vertelde, dat niemand moet prediken behalve ik, ik zou zeker een arme onderdaan zijn van God met dat alles. Nee! Iedere man die een roep van God op zijn leven voelt: kom in de bediening en begin te prediken; wij hebben hen nodig.

205 Er zijn mannen door God gezalfd over de gehele wereld om het Evangelie te prediken. Ziet u? Ik ben maar één kleine kiezelsteen aan het strand onder veel grote stenen. Ziet u? Dus ik... Er zijn gewoon velen die meer geschikt, meer waardig, meer wat dan ook zijn om te prediken dan ik; ik ben maar één kleine, nederige persoon, die hier buiten ligt. Ik ben één tarwekorrel op een hele graanzolder. Zie? Dus dat is gewoon een... U weet wat ik bedoel!

206 Iedere man die door God geroepen is, behoort het Evangelie te prediken.

350 Hoe kan een Christen dieper in de liefde van God komen?

207 Lees het Woord en bid. Lees het Woord van God en bid. Ik zal mij haasten, ik wil er zoveel mogelijk nemen als ik kan.

     Ik stelde een vraag, maar vroeg het niet juist. Ik wil weten of u nog een genezingsdienst hebt, voordat u de stad verlaat. Zo niet, kan ik dan een persoonlijk gesprek met u hebben?

208 Nu, tussen twee haakjes, ik geloof dat deze persoon vanmorgen persoonlijk met mij gesproken heeft. Natuurlijk hebben wij een genezingsdienst gehad... hebben we ook een genezingsdienst gehad.

351 Broeder Branham, verklaar alstublieft 1 Korinthe 11:4-6. Betekent dit niet een aparte bedekking van het haar? Of is het lange haar de enige bedekking die wij nodig hebben? (Zoek voor mij op: 1 Korinthe 11. Laten wij zien naar 1 Korinthe 11:4.) Er staat... Bij het bidden... (O ja, zij hebben het hier. Zij zeggen:) Kunnen wij bij het bidden of profeteren ons haar afnemen... kunnen wij... (Laten wij zien, zij hebben een streep door iets hier getrokken.) kunnen wij bij het profeteren ons haar nemen als wij... (U zegt:) kunnen wij ons haar op of afnemen als wij profeteren?

209 Als u een haarstukje draagt, zou u het kunnen doen, maar ik zou – of als u één van die Beatle-pruiken draagt of zoiets, maar... Als het mij zou staan, zou ik er waarschijnlijk zelf één dragen, maar – geen Beatle-pruik, maar een haarstukje.

210 Maar dat is in orde. Als u geen haar hebt en u wilt er een. Als u het kunt doen, is dat volmaakt in orde. Jazeker! Als bij een vrouw haar haar niet lang genoeg is en zij wil er een haarvlecht in, zou ik zeggen, doe het erin, zuster.

211 Als een man kou vat, enzovoort, en wil een... op de een of andere manier, zelfs voor het uiterlijk, voor zijn vrouw, als hij een haarstukje wil dragen, doe het. Ja, inderdaad. Er is daar niets verkeerds mee (beslist niet!), niet meer dan het geval is met valse tanden of een kunstarm of iets anders. Als de natuur iets van u afgenomen heeft en het is zo handig, ga door, dat is volmaakt in orde.

212 Maar hier staat: "Kunnen wij ons haar op of afdoen tijdens het bidden of profeteren?" Wat betekent dit eigenlijk?

     Goed, lees, broeder Neville... 4-6, in orde.

     Iedere man, die bidt of profeteert, hebbende iets op het hoofd, die onteert zijn eigen hoofd; (Dat is, als hij lang haar heeft. In orde.)
     Maar iedere vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert haar eigen hoofd;... (Dat is haar man.) want het is een en hetzelfde, alsof haar het haar afgesneden was.

     Want indien een vrouw niet gedekt is, dat zij ook geschoren worden;... (Als zij haar haar wil afknippen, laat haar het helemaal glad afscheren. Ziet u? Als zij het niet kan hebben...) maar indien het lelijk is voor een vrouw geschoren te zijn, of het haar afgesneden te hebben, dat zij zich dekke.

213 Ik zie daar niets van het afnemen of opzetten van het haar, tenzij de vrouw wil... Hij zegt, als zij zegt dat zij het af moet knippen, laat haar het dan helemaal gladscheren. Ziet u? Omdat als zij het niet doet, laat haar dan haar haar houden, omdat het haar haar bedekking is. Maar als een man zijn hoofd bedekt heeft, lang haar als een vrouw, staande in de preekstoel, zou hij er daar uitzien als een vrouw. Ziet u? Dus hij moet het niet op die wijze hebben. Ziet u?

214 Dat betekent dat zij hun haar erop of eraf nemen... Ik denk dat de persoon abuis is door te denken dat het betekende – een man die profeteert met zijn hoofd bedekt, dan neemt hij zijn bedekking eraf. Ziet u? Nee. Dat betekent niet dat hij lang haar had, het betekent als hij gedekt is... Nu, leest u een beetje verder, u die die vraag stelde en u zult ontdekken, dat het hoofd van de vrouw haar man is. Hoevelen weten dat? En het hoofd van de man is Christus, daarom moet een man zijn haar afknippen terwille van Christus, omdat in Hem zowel man als vrouw en alles is. Hij is zowel vader als moeder, zuster, broeder, alles. Maar in een man is het mannelijke alleen. Daarom moet hij zijn haar afknippen terwille van Christus, maar in de vrouw is het vrouwelijke alleen, dus moet zij haar bedekking hebben, omdat haar man boven haar is. Hij is haar heer, haar heerser; dus daarom moet zij lang haar hebben.

215 En dan, als zij zegt, dat zij het af moet knippen, laat haar dan geschoren worden. En hij zegt, als het een schande of beschamend is voor een vrouw die verondersteld wordt er aardig uit te zien, terwijl haar haar er helemaal afgeschoren is, laat haar dan haar bedekking op haar hoofd hebben – laat haar lang haar hebben. Ziet u? Dus het is... Iemand... Is alles verklaard? Ik bedoel, klinkt het juist? Zeg: "Amen!" als het zo is, als u het begrepen hebt. Ziet u? [De samenkomst antwoordt: "Amen!" – Vert] In orde.

352 Broeder Branham... (We hebben nu nog net tien minuten.) Broeder Branham, we hebben geen prediker waar wij wonen, maar wij hebben alleen maar een bandendienst op zondagavond. Moeten wij onze kinderen naar een andere gemeente brengen voor zondagsschool? Zijn de bandendiensten voldoende?

216 Wel, laat dat zijn overeenkomstig de manier waarop uw kinderen gaan. Ziet u? Nu, als u uw kinderen krijgt, dan zijn ze jong; en als u ze laat gaan naar de een of andere soort groep daar, die alleen dat spul in ze zal stampen dat zij niet moeten weten; ik zou het niet doen. Als zij genoeg van de banden en zo schijnen te leren... En u brengt ze ergens in een Katholieke kerk, neemt ze, laten wij zeggen, daar naar een Katholieke kerk of iets dergelijks; ik zou dat niet adviseren. Zie? Als zij...

217 Maar nu, als u een aardige kleine gemeente daar hebt, die het misschien met u oneens is over twee of drie dingen en uw kinderen willen naar de zondagsschool gaan en het zijn Volle Evangeliemensen of zoiets, wel, dat is volmaakt in orde. Maar zie, als u komt tot een plaats waar... Het hangt ervan af hoe uw kinderen het nemen. Zie? Let op wat uw kinderen doen, hoe zij erop reageren.

353 Laten we zien. Als je geen gemeente hebt om naartoe te gaan, moet je dan gewoon naar de banden luisteren?

     Ja! Dat is – ik zou... Dat zou fijn zijn.

354 Moeten je kinderen een ervaring hebben om de Heilige Geest te hebben? Als zij de eindtijd-boodschap zien, hebben zij dan de Heilige Geest?

218 Iedereen moet een ervaring hebben! Uw kinderen kunnen niet ingaan op een andere wijze dan op dezelfde wijze als u. Zij moeten wederomgeboren worden. Er zijn geen kleinkinderen in het Koninkrijk van God; het zijn allemaal kinderen. Zij moeten het hebben, zij moeten een ervaring met God hebben om in te gaan, precies als u. Nu, ik hoop dat ik deze kan nemen. Het is...

355 Dierbare geliefde. (Laten wij zien.) Wat betreft de Schriftplaats Efeze 4:11-13: krijgen wij allen (even zien), krijgen wij allen de volmaking der heiligen door de banden, of moeten wij hier zijn, waar de gaven van de Geest opereren en de verschillende bedieningen van de gemeente zijn die helpen om ons te vervolmaken? Onze harten hebben het hele Woord van de Here geloofd.

219 Nu, deze persoon komt uit Oregon. Nu, mijn dierbare... Ik geloof dat ik weet wie het is... Zie? Het is... O ja, ik weet het zeker. Uw zoon... Als de persoon hier is, ik weet dat u bent – als het niet zo is, kan het misschien afgelopen zondag zijn geweest. Ziet u? Deze vraag kan afgelopen zondag binnengekomen zijn. Maar uw zoon vliegt voor de natuurbescherming (ziet u?) en het is – hij controleert... Hij is, geloof ik, degene die mij uitnodigde om met u daar in Oregon te gaan jagen op elanden, waar... Ik geloof dat dit juist is. Nu, ik ken deze persoon per brief door... en dus...

     Nee! Zij willen hier naar de gemeente komen voor de volmaking. Ziet u? Dat wij... Wij hebben hier in de gemeente gemeenschap met elkaar, maar de volmaking komt tussen ons en God. Het bloed van Christus is wat ons vervolmaakt in de Heilige Geest.

220 Nu, hij zegt: "In de gemeente opereren de gaven." Nu, wij hebben niet teveel van de gaven hier in werking, maar wij hebben er een paar. Wij hebben de gave van tongen en de gave der profetie (twee of drie).

221 Ik geloof dat onze broeder Higginbotham hier, waar hij ook zit, een gave van het spreken in tongen heeft. En wij hebben onze broeder Junior Jackson bij ons en hij spreekt in tongen. En dan hebben wij er twee of drie die uitleggen. Broeder Neville hier ook, onze herder, spreekt in tongen en profeteert soms, en de Here brengt op hem...

222 Juist onlangs zei hij iets. Hij belde op naar een huis waar ik was. Hij profeteerde over een persoon, vertelde hun dat een dronken man zou – er zou een grote verandering regelrecht in hem plaats vinden of iets dergelijks. En de man is uit de Anonieme Alcoholisten gekomen, nog steeds een dronkaard, en gedurende 68 dagen heeft hij zelfs geen alcohol aangeraakt of medicijnen ervoor of zoiets. Dat was broeder Neville, die over hem profeteerde.

223 Dus wij hebben sommige van de gaven in werking onder ons en wij zullen erg blij zijn om gemeenschap met een ieder van u te hebben, die een wijze heeft waarop u werkt, of die wil komen en gemeenschap met ons hebben. We zullen alles doen wat wij kunnen. Wij zullen er erg blij mee zijn. Zie? Maar nu, het volmaken behoort aan Christus.

     Nu, laten wij zien, nog één of twee meer.

356 Broeder Branham, wilt u zo vriendelijk zijn de foto te verklaren die door broeder Arganbright werd genomen? Vraag nummer 1. De tweede op de... de tweede foto aan de muur, het licht om u heen, de gesp, enzovoort.

224 Welnu, ik zal u wat vertellen. Zij ondertekenden met hun naam, en zij zijn hier nu niet. Wij begrijpen het. Het zijn broeder en zuster Jackson uit Zuid-Afrika; zij zijn teruggegaan. Dus wij begrijpen dat; wij hebben dat uitgelegd.

357 Wanneer zal de gemeente, die... Wanneer zal de gemeente, die stierf gedurende de verdrukking, opgewekt worden? Zullen zij ook wachten tot de opstanding der goddelozen? Zullen zij weer leven gedurende het duizendjarig vrederijk?

225 Nu, dat is een goede vraag. Deze verdient meer tijd dan ik eraan kan geven, maar gewoon opdat ik kan... Ziet u? Ik heb geen... Ik heb tenminste tweederde gehad van waar ik vanmorgen mee begonnen ben – in twee uur. Het zijn er zoveel, dat je er gewoon niet aan toe kunt komen. Ziet u? En ik zou er graag zoveel mogelijk willen nemen als ik kan, ik kan alleen niet zien waar zij zijn. Ik weet dat er ook een paar echt goede hierin zijn die bekend zouden moeten worden, zoals het slangenzaad en dergelijke die verklaard moeten worden; maar ik zal mij haasten om heel snel op deze in te gaan.

226 "Zal de gemeente die stierf gedurende de verdrukkingsperiode (zie?) in de opstanding zijn?" De tweede opstanding, tweede opstanding.

227 "Zullen zij ook wachten tot de opstanding van de goddelozen?" De rechtvaardigen en de onrechtvaardigen zullen tegelijkertijd opgewekt worden.

228 "Zullen zij weer leven gedurende het duizendjarig vrederijk?" Nee! En de rest van de doden leven niet vóór het einde van de duizend jaren. Nu, dat is vrij kort, maar ik ben er zeker van...

358 Wat bedoelt Paulus met de vrijheid in Christus? Op welke wijze is er vrijheid van de wet?

229 Wel, u bent niet gebonden door de wet. Laten wij bijvoorbeeld zeggen, hier is hetzelfde; ik zal het snel verklaren op de natuurlijke wijze. Bijvoorbeeld, als u hier buiten op straat rijdt, is de maximumsnelheid vijftig kilometer per uur. Goed. Nu, als ik op straat zestig kilometer per uur rijd, word ik veroordeeld door de wet. Maar als ik gewoon vijftig kilometer per uur rijd, ben ik niet onder de wet. Ziet u? Dat is vrijheid in Christus (ziet u?), dezelfde zaak.

230 U bent niet door de wet gebonden zolang... Als ik niet steel, lieg, rook, overspel bedrijf of welke van deze dingen ook, ben ik niet gebonden door welke wet ook. Ziet u? Ik ben vrij van de wet; ik ben in Christus.

359 Hoe denkt u over geboorteregeling?

231 Ik had daarover enigen bij de persoonlijke gesprekken vanmorgen. Ik zou liever persoonlijk met u over die dingen willen spreken, (zie?), over dergelijke dingen, omdat er woorden en zaken zijn die ik moet zeggen, die ik... Ik zou het liever zeggen als de man en zijn vrouw...

232 En er is een mogelijkheid om het te doen op de juiste wijze. Ik zou dit in het algemeen willen zeggen. Er zijn zoveel dagen in het leven van een vrouw waarin zij niet vruchtbaar is. Begrijpt u het? Goed. Waarom...

233 Nu, er zijn soms gevallen waarin een kind een vrouw zou doden; als zij een baby kreeg, zou het haar doden. U wilt dat ook in het oog houden. Ziet u? Dus wees daar erg zorgvuldig mee. Ziet u? Zie, dat brengt leven, waarvoor u hier op de aarde gebracht bent om te doen.

234 Als uw vrouw ziekelijk is en nog een kind zou haar doden, zou ik het niet doen. Ik geloof niet dat de Here wil, dat u dat doet. En komt u tot mij persoonlijk met die dingen in een persoonlijk interview. Laat mij persoonlijk tot u spreken (ziet u?) en ik kan voelen...

235 Zie, bij elke individu kan ik vertellen of zij tegen mij liegen of niet. Ziet u? Zij vertellen mij verschillende dingen. Ik zou liever zien dat u gewoon... Ziet u? Omdat u het op deze wijze stelt, weet je het niet. Het is omdat er een persoonlijk iets en zo is; ik kan zeggen of zij de waarheid vertellen of niet. Ziet u?

360 Waarom zal Satan een korte tijd na de duizend jaren van Openbaring 20:3 en Openbaring 20:27 worden losgelaten?

236 Waarom hij zal worden losgelaten? Het is om zijn volk te vergaderen bij de tweede opstanding, omdat Satan ook het oordeel moet ondergaan. Ziet u? Hij moet veroordeeld worden.

     O my, dit is een boek vol. Ik geloof niet... En hier is nóg een brief vol. Laat mij er een paar echt, heel snel, nu nemen.

361 Broeder Branham, verklaar alstublieft Handelingen 9:7 en Handelingen 20:22. (Zou u het voor mij willen opzoeken, broeder Neville?) Verklaar alstublieft Handelingen 9:7.

237 Nu, terwijl hij het opzoekt, zal ik zien of ik nog een andere heel snel kan nemen. Wordt u vermoeid? Ik weet dat u het wordt.

     Verklaar alstublieft het geheimenis van de opname van de bruid. Hoe zal het plaatsvinden en waar, de plaats waar de bruid omhoog gaat. (Zijn dat geen lieflijke vragen?) Dat is werkelijk fijn. Ik zou hier gewoon de hele dag willen staan...

     [Broeder Branham beantwoordt vraag 361 – Vert] Even een ogenblik nu, vers... Handelingen 9:7 (dank u, broeder Neville) – 9:7:

     En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende.

238 Nu, ik weet waar u heen wilt. Ziet u? Nu, de volgende schriftplaats zegt dat zij... vice versa. Nu, ik weet niet wat daar plaats vond. Ik kan het u gewoon niet vertellen, want in de volgende plaats hoorden zij. Op de ene plaats zagen zij het niet en op de volgende plaats zagen zij het en hoorden zij het niet. Hoevelen hebben dat ooit eerder in de Bijbel gezien? Ik wel en ik kan het niet verklaren. Zie? Ik... De Here zal het mij moeten openbaren. Ik vertelde u een poosje geleden dat ik eerlijk met u moet zijn. Ziet u? Ik weet het niet. Het spijt mij. Als ik het niet verklaren kan, zal ik eerlijk genoeg zijn om u te zeggen dat ik het niet kan. Maar ik... ik zal het niet aanpakken als ik het niet weet.

239 Ik kan dat niet verklaren, want op de ene plaats staat dat zij het licht zagen en nooit de stem hoorden of iets dergelijks; en op de andere plaats zagen zij... hoorden zij de stem en zagen nooit het licht. Ik kan het niet verklaren. Ziet u? Ik weet niet wat er gebeurde en ik zal het niet weten, totdat de Here het mij openbaart; net zomin als ik u zou kunnen vertellen over huwelijk en echtscheiding. Ik wist het niet totdat Hij het mij openbaarde.

240 En zelfs vanmorgen, de Here God, Schepper van hemelen en aarde, weet dat dit de Waarheid is, vanmorgen beëindigde Hij de hele zaak, toen Hij mij over huwelijk en echtscheiding vertelde. Zo is het. Dat is de reden dat ik zeg, laat mij het alles tezamen vatten. Onderzoek...

241 Als één van deze dingen, zoals het slangenzaad, toen het aan mij voorgesteld werd, kon ik het niet zien, niets; maar ik bleef dat gewoon volgen en het eerste, weet u... Dan moet u uzelf kwijtraken en dan begint de Heilige Geest het te openen. Nu, ik wil dat iemand nu probeert het te veroordelen. Ziet u? Hij kan het niet.

362 Verklaar alstublieft het geheimenis van de opname van de bruid.

242 Slechts een verandering (ziet u?), onze lichamen nu... Laten wij zeggen onze. Weet u wat ik bedoel als ik dat zeg? Ik bedoel niet heiligschennend te zijn. Ik bedoel niet te zeggen de onze; ik bedoel niet te zeggen deze gemeente; ik bedoel te zeggen; elke gelovige.

243 Abraham, hij zag uit naar een beloofde zoon, die hem beloofd was. Klopt dat? En de gemeente ziet uit naar een beloofde Zoon. De bruid (klopt dat?), de bruid ziet uit naar de beloofde Zoon.

244 Voordat de beloofde zoon tot Sara en Abraham kon komen moesten hun lichamen veranderd worden. Klopt dat?

245 Zij was te oud om een baby te hebben. Zij had geen melkaderen in haar borst; haar borst was opgedroogd. Haar baarmoeder was niet vruchtbaar; zij was steriel. Zij kon de baby niet hebben; haar hart was te oud om het baren te doorstaan. Dus wat gebeurde er? God veranderde haar opnieuw in een jonge vrouw. En Hij deed bij Abraham hetzelfde, omdat Hij zei dat zijn lichaam zo goed als dood was. Ziet u? En Hij moest hun lichaam veranderen om de beloofde zoon te ontvangen.

246 En wij kunnen de beloofde Zoon niet ontvangen, Die ons vandaag beloofd is, in deze lichamen waarin wij leven; deze lichamen zijn zonde.

247 Dit eerste bewustzijn bestuurt dit lichaam met zien, smaken, voelen, ruiken en horen, en het heeft ons gewoon helemaal bezwaard; wij redeneren en al het andere. Maar dat nieuwe lichaam, dat komt van dit wederomgeborene (niet dit eerste bewustzijn, dat zal voorbijgaan) ... Het is die zaak aan de binnenkant, die leeft. Ieder die het begrijpt, zeg: "Amen!" [De samenkomst antwoordt: "Amen!" – Vert]

248 Het is niet deze buitenkant: zien, smaken, voelen, ruiken en horen. Dat is het niet. Die is onderhevig aan de dood en zal sterven, maar dat binnenste gedeelte van u, hier diep van binnen, dat is de persoon die niet sterven kan. Ziet u? En dat is de persoon van waaruit het nieuwe leven begint, vanuit deze nieuwe geboorte; en het bouwt een andere persoon in het beeld van deze persoon die u bent, rondom dat leven. Begrijpt u het?

249 Dus potentieel is het hier binnen en wat is het? Het Woord dat beloofd is vóór de grondlegging der wereld. En daar rondom weerkaatst dít slechts het negatief; dát zal het positief weerkaatsen, het Woord. Ziet u? En hetzelfde is... of de opname van de bruid zal hetzelfde zijn. Het Woord dat in u is, het lichaam zal zich materialiseren rondom dat Woord, en hetzelfde was het geval bij Sara.

250 Voordat... Toen dat oude lichaam dat zij had, dat eerste lichaam, het moest veranderd worden om een zoon voort te brengen. Begrijpt u het? Dat lichaam kon het niet doen. Dit lichaam kan het niet doen, dus zal het op dezelfde wijze veranderd moeten worden om de Zoon te ontvangen.

363 Hoe zal het plaatsvinden en wanneer is – waar is de – waar gaat de bruid heen?

251 Zij gaat naar de heerlijkheid, naar de hemel voor het bruiloftsmaal, zoals in type bij Izaäk en Rebekka, toen Rebekka wegging om Izaäk te ontmoeten. Herinner u Eliëzer, nu de boodschap vertegenwoordigend die uitging van Abraham, Eliëzer ging uit om een bruid voor Izaäk te vinden. Hij vond de mooie Rebekka in de koelte van de avond, het kleine, donkerkleurige meisje, dat naar buiten kwam met een waterkruik op haar hoofd. En Eliëzer bad en zei: "Here God, geef mij nu een goede reis en succes voor mijn meester Abraham."

252 En hij zei: "Ga heen, neem voor hem niet iemand uit de Filistijnen; neem haar daar niet uit." Hij moest daarheen gaan, onder zijn eigen volk, tonend dat tussen de bruid van Christus en Christus een bloed-relatie is, omdat Izaäk en Rebekka neef en nicht waren.

253 En dus ging hij daarheen en deze mooie Rebekka kwam naar buiten en gaf het water en hij bad – en ze gaf de kameel water en wat al meer. En dan zult u opmerken, dat Rebekka moest... De uiteindelijke keuze moest van Rebekka komen. Hij vroeg de vader om het meisje; hij vroeg de moeder om het meisje; en geen van beiden konden ermee instemmen. Zij wilden haar nog een poosje laten blijven. Hij zei: "Hinder mij niet in mijn werk."

254 En Rebekka moest de keus maken, omdat hij zei: "Zij is het meisje; laat haar de keus maken."

255 En zodra dit aan haar bekend was gemaakt, had zij spoedig haar besluit genomen en zei: "Ik zal gaan." En zij klom op de kameel en ging weg om te ontmoeten... Kijk, dezelfde kameel die zij te drinken gaf, was de kameel die haar naar haar bruidegom en al haar succes bracht. En dezelfde kameel, dezelfde kracht (in de Bijbel stelt dat beest kracht voor)... En dezelfde kracht die wij water geven en prijzen (Amen! Zie?) water, leven, lofprijs aan het Woord, is hetzelfde dat ons naar het glorieland brengt om de Bruidegom te ontmoeten. Jazeker! Amen!

     Met verwachting uitziende naar de komst van die blijde dag van het duizendjarig rijk;

     Als onze gezegende Here zal komen om Zijn wachtende bruid weg te nemen.

256 En bedenk, Izaäk had de tent verlaten en stond daar buiten in het veld te mediteren in de late namiddag (Amen.) toen hij Rebekka zag komen... En zij had hem nooit gezien en hij had haar nooit gezien, maar het was liefde op het eerste gezicht. Zij werd verliefd op hem en hij op haar, en zij was zelfs gesluierd. Amen! O my!

257 En zie, toen zij hem zag, was haar hart zo vol van vreugde. Zij wist niet met wie zij zou gaan trouwen, maar door geloof. Amen! En bedenk dat Jezus het Koninkrijk zal verlaten, en wij zullen Hem niet ontmoeten in de heerlijkheid, wij moeten Hem ontmoeten in de lucht, tussen hemelen en aarde, waar het zich uitgespreid heeft om ons te verlossen. En hij ontmoette Rebekka in het midden, tussen haar huis en zijn huis. Amen! Hij nam haar in zijn huis en trouwde haar en werd erfgenaam van alles wat zijn vader had. Amen! O, volmaakt, gewoon volmaakt. Goed.

     Vraag: Scheidt God man en vrouw in...

258 Ik kan deze beter niet lezen. Zie? Zie? Het is een... Ik zou misschien een woord moeten zeggen. Ziet u? Ik ken u allen, maar deze... dit wordt op de band opgenomen (ziet u?), dus is het beter van niet. Het is iets over... De persoon die het schreef weet wat het is; en ik zie u liever in een persoonlijk gesprek. Zie? Ik kan dit beter niet... Ik geloof niet dat het echt fijn zou zijn om dat te lezen. Zie? Het is in orde, voor de persoon is er niets verkeerds mee; zij stelden een wettige vraag, maar ik geloof dat het beter voor mij is om u in een persoonlijk gesprek te ontmoeten. Zou u het ook niet denken? Wie het ook... U weet het, ongeacht wie u ook bent.

259 O my! O, we zijn al over tijd, mensen. Wij kunnen nu beter sluiten en gaan eten. Hoeveel tijd wilt u dat ik hier nog langer blijf? O my, my! Misschien nog eventjes. Wie nu onmiddellijk moet gaan, laat uw eten niet verbranden. Maar als u gaat... En ik zal waarschijnlijk daar gaan eten bij de Blue Boar of bij Pryor of één van die plaatsen en zij zullen u waarschijnlijk niet tot last zijn. Als u moet gaan, God zegene u; ik begrijp het. Ziet u? En ik zal er gewoon ongeveer... nemen. Ik leg deze vragen hier neer en dat is alles wat ik nog zal beantwoorden. Dan ga ik... deze precies... het zal ongeveer nog vijftien minuten kosten en dan zal ik weggaan.

364 Ik heb twee dochters die getrouwd zijn met mannen in de d-e-a-v-... en zij geloven deze Boodschap. Zij – denominaties (dat klopt), en zij geloven deze Boodschap en komen er voor op en hebben het ontvangen... Wat moeten zij doen? – Zij hebben tegenstand gekregen. Wat zullen wij doen?

260 Houd stand! Absoluut. Laat zien waar u staat. Dat is het; geef hun niet toe. Beslist niet! Ik zeg niet dat u niet bij hen mag komen, voor contact of iets dergelijks, zolang u contact kunt hebben; maar als zij het menu gaan veranderen, dan weet u dat een duif niet tezamen met een buizerd kan eten.

365 Broeder Branham, zou u alstublieft Markus 13:27 willen verklaren? Ook, broeder Branham, hoe het staat met de mensen in Openbaring 20:7 en 9, die oorlog voeren tegen de heiligen? Waar komen zij vandaan? Zal er een 'doorheen dragen' zijn zoals met het gezin van Noach?

261 Openbaring 13 – of nee, Markus 13:27, broeder Neville. Openbaring 20. Hebt u uw Bijbel daar, broeder Capps? Openbaring 20 en het ziet eruit als 7 en 9. Ik denk dat ik, terwijl zij het opzoeken... Hier, hij heeft het hier. Openbaring, wat was het nu? Markus 13:27. 13, vers 27.

     En alsdan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en zal Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels – het uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels.

262 Dat spreekt van de opstanding, de verandering, de opname. Hij zal Zijn engelen uitzenden om te verzamelen. Hebt u er ooit over gedacht wat de engelen zijn? Huh? Boodschappers. Hij zal hen tezamen vergaderen, hen doen samenkomen (zie?), hen brengen, tezamen binden van de uiterste delen der aarde tot de uiterste delen des hemels, het Woord dat gemanifesteerd werd op aarde. Zie? Begrijpt u het? Het Woord is gesproken; hier wordt het gemanifesteerd. Ziet u? Goed, broeder Capps. Laten wij zien.

     En wanneer de duizend jaren zullen geëindigd zijn, zal de satanas uit zijn gevangenis ontbonden worden.

     Goed. Ik heb dat pas verklaard, is het niet? Hoe hij losgelaten werd uit zijn gevangenis aan het einde van de duizend jaren?

     In orde, ik heb er hier nog een. Even een minuut.

366 Broeder Branham, was het van God of was het door mijn eigen handelen toen de dingen die plaats vonden, toen ik verzocht werd... was dat... (Ik zal zien of ik het ontcijferen kan. Het is goed geschreven, maar mijn opleiding is pover. Wat staat daar? [Broeder Branham spreekt met broeder Neville – Vert] Ik geloof niet dat ik dat beantwoorden kan. Broeder Capps of ik kunnen het niet ontcijferen...) Was het... (Tenzij het...? Laten wij zeggen dat het een verpleegster was. Iets over verplegen.) Was het van God toen ik stopte met de verpleging of was het mijn fout?

263 Ik zou het niet weten. Ik zou daar liever over spreken in een persoonlijk gesprek. Zie?

     Nu, verpleging is een wettige zaak, evenals een verpleegster. Ik zou zeggen... Nu, de persoon... nooit... Ik legde die vraag niet terug alleen maar om te zeggen dat ik hem niet beantwoorden kan, omdat dat voor die vrouw net zoveel betekent als uw vraag voor u, of de mijne voor mij betekent. Ziet u? Maar nu, als het een verpleegster is, dat u gewoon ophield met verplegen, omdat u dacht dat u niet moest werken... Wel, ik geloof dat verplegen meer zoiets als barmhartigheid moet zijn. Ziet u? U zou moeten denken aan iets te doen, zoals een dokter.

264 Een dokter, die een goede dokter is, zou een mens helpen ongeacht of hij maar weinig of géén geld heeft; een echte dokter. Ziet u? En ik geloof, van een prediker, van iedereen, dat onze dienst barmhartigheid aan elkaar zou moeten zijn, omdat het het leven gewoon wat beter maakt voor elkaar.

265 Ik... Toen zij mij vertelden dat ik honderd dollar per week salaris moest nemen uit deze gemeente, leek het mij te doden. Nu... Mevrouw Wilson, weet ik, en waarschijnlijk haar zoon en zij die hier zitten, zullen zich herinneren van jaren geleden dat ik hier zeventien jaar predikte zonder ooit in mijn leven een stuiver te nemen. Het weinige geld, alles wat ik kon verdienen, stopte ik er direct in. Ziet u? En toen zij mij vertelden dat ik het moest nemen om in deze samenkomsten te zijn, leek het mij door midden te breken. Ziet u? Natuurlijk, ik geloof dat het in orde is, maar ik voor mij (ziet u?) wil niets, geen geld. Het enige wat ik wil, is uw vriendschap en Gods gunst over ons.

266 Ik heb u lief (ziet u?), ik heb u lief en ik wil dat u recht staat; en ik wil zelf recht staan. En nu, ik wil dat u mij gelooft; ik geloof u. En als u tot mij komt met een vraag, wil ik eerlijk met u zijn. En als ik u iets vertel in de Naam des Heren, wil ik dat u precies doet wat ik u vertelde te doen. Wijk er geen duimbreed van af. Dan geloof ik, dat wij zo doende, vooruit zullen gaan. Ziet u? En dan, anderen...

267 En dus, als het verpleging is... En ik geloof dat als u in uw hart een verpleegster bent... Niet iedereen kan verpleegster zijn. Een verpleegster is iemand die zacht en vriendelijk is voor de mensen, en o, ik denk dat een echte verpleegster... Als u ooit ziek in een hospitaal lag of zoiets, ziet u er naar uit dat er een echte, aardige verpleegster komt die het u behaaglijk maakt of zoiets...

268 Ik onderging een operatie toen ik indertijd geschoten was; ik moest naar het ziekenhuis. Er was daar een oud verpleegstertje dat ik "zoete zuurtjes" noemde, omdat zij altijd een zuurtje in haar mond had om op te zuigen. Dat was altijd zo. En ik was nog maar veertien jaar oud en ik was neergeschoten. En zij was maar een klein vrouwtje, en zij had... die aangeschoten benen, ze waren bijna allebei zo afgeschoten, en zij legde een kussen hier en een kussen daar; en steeds maar hielp zij mij. En ik dacht altijd (ik was nog maar een knaap) – ik dacht dat ik met haar zou kunnen trouwen, omdat zij zo vriendelijk en aardig voor mij was. Wel ik... Dat... Ziet u, dat betekent iets (ziet u?), om iets te doen.

367 Ik zou graag een vraag willen stellen. Nummer 1: Behoort een dames-pyjama... (Nu, wacht even; laat mij het lezen. [Broeder Branham leest de vraag voor zichzelf – Vert] Nee, dit is wel goed.) Behoort een dames-pyjama tot de kleding van een man?

269 Ha, ha. Tjonge, vertel me niet dat ze je niet een paar moeilijke vragen kunnen stellen. Ha, ha, ha. Ik weet het niet. Ha, ha. Ik wil gewoon de beslissing daarover aan u laten. U behoort er niet mee te paraderen vóór de mensen als u hem aan hebt; dat weet ik. Dus op die wijze moet het zijn, maar bij het naar bed gaan, weet ik het niet. Ik zal dat ook moeten kunnen staven.

     Ik vertelde u dat ik eerlijk zou zijn als ik het niet wist. Ik ga er niet mijn eigen gedachte over zeggen tenzij dat u mijn eigen gedachte wilt. In orde. Als u dat wilt, zal ik het u vertellen. Ziet u?

     Nu bedenk, dat dit er een miljoen mijlen naast zou kunnen zijn. Ik geloof dat het er aardig uitziet als u een nachtjapon aan hebt. Maar als u... Maar dat is gewoon aan u. Nu, ik kan u dat niet voorschrijven, omdat ik het niet zou kunnen staven. Nu bedenk, dat ben ik, niet Hij. Ziet u?

368 Is het verkeerd om de eindjes van het haar van een vrouw bij te knippen?

270 Ik geloof dat wij dat juist een paar minuten geleden behandeld hebben (zie?) voor de kleine... Ik veronderstel dat men die kleine dingen, die zo overhangen, noemt...

369 Broeder Branham, op één van de banden van de zeven gemeentetijdperken vermeldde u, dat Judas gerechtvaardigd en geheiligd was. Waren dit echte (dat is een goede) – leg uit – ervaringen... echte ervaringen van genade die hij ontving? U noemde ook dat Judas zijn naam had in het boek des levens en toch weten wij dat hij naar de hel ging en verloren was. Hoe kan een persoon zijn naam hebben in het boek des levens en toch verloren zijn? En waarom plaatst God de namen van personen in het boek des levens terwijl Hij weet dat zij aan het einde verloren zullen zijn?

271 Nu, dat is een goede, nietwaar? Hmm. Nu, dit zou goed zijn. Nu, ik moet gewoon op de Here rekenen om deze te beantwoorden, omdat ik gewoon aan het uitzwerven – of beter gezegd, het aan het onderzoeken ben. Kijk!

     Eerst vermeldde ik in onze gemeenten dat Judas zijn naam in het boek des levens had. Nu, dat is waar. Nu, wij weten dat, omdat Jezus het hun vertelde toen zij allen werden uitgezonden (Mattheüs 10) om de duivelen uit te werpen, het Evangelie te prediken en wat om niet ontvangen was, om niet te geven; en zij kwamen verheugd terug, omdat de duivelen aan hen onderworpen waren. Klopt dat? En Jezus vertelde hun en Hij noemde hun namen (wie zij waren en hoeveel er uitgezonden waren); en zij kwamen terug en Judas Iskariot, die Hem ook verraadde... Ziet u? Zij kwamen verheugd terug, omdat de duivelen aan hen onderworpen waren. Nu, zie, de houding was daar verkeerd. Zie? U moet u niet verheugen omdat: "Ik heb macht om een duivel uit te werpen." Zie? Dat moet u niet doen. U moet u verheugen dat u zelfs genoeg genade hebt ontvangen om gered te worden, zie. Zie? U moet u niet verblijden... Dat is hoe mensen...

272 Gewoonlijk zijn de mensen die gaven hebben, mensen die geen gaven willen. Ziet u? Paulus probeerde erbij vandaan te lopen, evenals Mozes. Grote leiders zoals die, proberen bij het werk vandaan te lopen; zij weten wat voor hen ligt. God...

     Zie, als u een knaap neemt, die altijd zegt: "O Here, vul mij met kracht en ik zal hier uitgaan en duivelen uitwerpen." Hij zal het nooit doen. God weet wel beter dan zo'n persoon te vertrouwen. Ziet u? Hij zou dat nooit doen.

273 Het is die knaap, die er niets mee te maken wil hebben. Ziet u? Dat is de knaap die God kan nemen en die Hij soms iets kan leren. Ziet u?

     Dus toen kwamen Judas en zij allemaal terug, verheugd zijnde, dat hun namen... Hij zei: "Verblijdt u daar niet over, dat de duivelen aan u onderwerpen zijn, maar verheugt u omdat uw namen zijn geschreven in het boek des levens." Nu, als u wilt opmerken, en ook het boek Daniël wilt nemen. De... Ziet u?

     Omdat uw naam in het boek des levens is (omdat het in de hemel is, waar uw naam herkend wordt), betekent dat nog niet dat u behouden bent. Ziet u? U bent niet bekeerd, totdat u de Heilige Geest ontvangt. Bedenk dat. U bent slechts potentieel bekeerd. Ziet u? U bent niet...

274 Als u mij vraagt om een eikeboom en ik geef u een eikel, hebt u potentieel [in beginsel] een eikeboom, maar hij is nog niet ontwikkeld. Dat is de reden dat ik geloof in zekerheid zoals ik het doe.

     Als ik vraag om een korenveld en ik zie het koren ongeveer zo hoog boven de grond, heb ik potentieel een korenveld, maar het is nog niet ontwikkeld, er zou iets kunnen gebeuren. Ziet u?

     Nu, u bent op weg door rechtvaardiging en heiliging naar de doop met de Heilige Geest. Maar als u werkelijk gedoopt bent met de Heilige Geest, bent u in het Koninkrijk! Nu, u zegt: "Broeder Branham, is dat waar?"

275 Ik heb nu geen tijd u de Schrift te geven; u moet het maar opzoeken als u thuis komt, omdat ik niet uit mijn hoofd weet... Ik moet het in mijn concordantie naslaan om het op te zoeken. Jezus vertelde aan Petrus, die zowel gered als geheiligd was... Hij geloofde in Jezus, was geheiligd. In Johannes 17:17 zei Jezus: "Heilig hen, Vader, door de Waarheid; Uw Woord is de Waarheid." En Hij en het Woord is hetzelfde. Zij waren geheiligd, potentieel, door de Waarheid, het Woord, de Waarheid. En toen vertelde Jezus aan Judas, of... of aan Petrus in de nacht, waarin Hij verraden werd: "Nadat gij bekeerd zult zijn, versterk dan uw broeders" – nadat u bekeerd zult zijn.

276 De man was Hem drie jaar gevolgd en had zijn naam in het boek des levens des Lams, en had duivelen uitgeworpen en grote werken gedaan en genezen, en allerlei dingen gedaan, het Woord gepredikt en alles, en was toch niet bekeerd. Zie de... U bent op weg naar bekering. Ziet u?

277 De baby die... Als de handeling heeft plaats gevonden tussen het eitje en het sperma of de zaadkiem... Maar als zij... Potentieel is de baby daar als de handeling gedaan is. Dan ontwikkelt het lichaam zich, het tweede stadium, maar de baby moet hier geboren worden en dan ontvangt hij de adem des levens. Het heeft nog niet de adem des levens. U zegt: "O, hij leeft!" Nee, zo is het niet! Dat zijn kleine zenuwen, trekkende spieren. Ziet u? De baby heeft nog geen leven ontvangen totdat het geboren is. En u mag springen en beven, maar u bent niet... Ziet u het? U moet geboren worden. Weet u wat ik bedoel? In orde.

278 Nu, hij zei toen dat neemt... "U vertelde dat Judas zijn naam in het boek des levens had en toch weten wij dat hij naar de hel ging en verloren was. Hoe kan een persoon dan zijn naam in het boek des levens hebben en toch verloren gaan?" Nu, laat mij hier nog een klein dingetje voor deze dierbare persoon naar voren brengen.

279 Merk nu op dat de Bijbel zegt dat toen Daniël zag... Hij schreef het eerste boek van Openbaring, Daniël. En wij merken op dat hij in het visioen Hem zag komen tot de Oude van dagen, Wiens haar was als witte wol. Hoevelen herinneren zich dat gelezen te hebben? En hebt u opgemerkt dat Johannes in Openbaring tot hetzelfde kwam, Openbaring 1? En Hij stond daar, Zijn haar was als witte wol. Zijn voeten en de wijze waarop het er uitzag – de Oude van dagen. De Oude van dagen, dat betekent, Hij had geen tijd, de Eeuwige. En Hij kwam... Nu let op! En de heiligen kwamen naar de aarde en de boeken werden geopend en nog een boek werd geopend, hetwelk het boek des levens was, één boek. Zij kwamen tot het oordeel en de... Hij kwam en met Hem kwamen tienduizend maal tienduizenden. Klopt dat? Zij dienden Hem, de bruid, de koningin en de Koning...

280 Wie is uw kleine koningin thuis? Zij dient u het voedsel toe. Klopt dat? (Waarvoor u nu te laat komt.) Maar als zij u bedient, dat is wat... De bruid dient Christus, het Woord. "De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij elk Woord." Ziet u? Zij bedient het Woord aan de Koning, Zijn beloofde Woord manifesterend in het tijdperk waarin zij leeft. Amen! Ah, ik zei daar even iets wat u niet begreep, maar...

281 Let op! O my! Dat was een goede. Ziet u? Dienend in het tijdperk, het Woord. Nu let op! En zij kwam – Hij kwam en tienduizend maal tienduizenden kwamen tot Hem en het oordeel vond plaats en de boeken werden geopend en nog een boek werd geopend, hetwelk het boek des levens is, en zij werden aldus geoordeeld. Wie was deze, die kwam? De bruid, die niet tot het oordeel behoefde te komen, zij is vrij van het oordeel.

282 Nog een boek werd geopend, hetwelk het boek des levens was, en zij die hun naam hadden in het boek des levens moesten uit dat boek geoordeeld worden. En Judas Iskariot beweerde een gelovige te zijn, en hij had zijn naam geschreven temidden van de hunne in het boek des levens. Klopt dat? Hij beweerde eeuwig leven te hebben. En zijn naam was geplaatst in het boek des levens. Dus moet hij... Wel, hij moet dan geoordeeld worden om te zien waarom hij het Woord des levens toen veroordeelde en het verkocht voor dertig zilverlingen. Sommigen verkopen het om Methodist, Baptist of wat dan ook te zijn. Zij verkochten hun positie uit het boek des levens. En hij zal daar moeten staan en erdoor geoordeeld worden, door het Woord. Ziet u? Daarom moest Judas het doen. Ziet u? Judas moet tot het oordeel komen. Zijn naam was in het boek des levens, maar dat betekent niet dat hij gered is. Hij moet het oordeel ondergaan.

283 De slapende maagd zal daar staan onder hetzelfde... dezelfde dingen. Let op, dat Jezus zei in Johannes 5:24: "Hij die Mijn Woord hoort..." (Dat is hij die het kan ontvangen, niet hij die het alleen maar hoort prediken en vervolgens zegt: "Onzin!" Ziet u?) "Hij die Mijn Woord ontvangt – Hij die Mijn Woord hoort en gelooft (geen schijngeloof, maar echt geloof) in Hem Die Mij gezonden heeft (hetwelk het Woord was), heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, maar is overgegaan (verleden tijd) van dood in leven." Dat is het.

284 Dus Judas had zijn naam daar in het boek des levens (dat is helemaal juist), maar hij werd veroordeeld, omdat hij wát deed? Hij verkocht zijn geboorterecht.

     Ezau werd geboren in een gezin met de belofte van God. De oudste zoon had het eerstgeboorterecht. Hoevelen weten dat? Door een belofte van God was Ezau's naam in het boek vanwege het geboorterecht (klopt dat?), maar hij ruilde het voor een schotel wilde pompoenen – of erwten. Omdat hij hongerig was om zijn buik te vullen, zijn maaltijdkaart, ruilde hij zijn geboorterecht in voor een maaltijdkaartje en kon geen plaats van berouw vinden.

285 Die verspieders die overstaken om het land te verspieden, kwamen terug en aten zelfs de druiven die Jozua en Kaleb meebrachten. En toch, wat deden zij? Zij verkochten hun geboorterecht.

286 Jezus zei – of Paulus, die sprak met de inspiratie van Christus in Hebreeën, het zesde hoofdstuk: "Want het is onmogelijk voor diegenen die eens verlicht zijn geweest en deelgenoten waren van de Heilige Geest en gesmaakt hebben de kracht van de toekomende eeuw, als zij afvallig worden, hen weer te vernieuwen tot bekering, aangezien zij zichzelf de Zoon van God kruisigen, en het bloed van het verbond, waardoor zij geheiligd waren, een onheilige zaak hebben geacht ondanks de werken der genade..." Het is onmogelijk voor die persoon om ooit terug te komen.

287 Zij, iedereen, behalve Jozua en Kaleb, stierven en kwamen om in die woestijn, toch waren het gelovigen, toch waren hun namen in de boeken.

288 En hier spreekt Paulus, dat als iemand ooit tot een plaats komt, dat hij gered is en geheiligd (het bloed heiligt; Hebreeën 13:12 en 13 zegt dat het bloed heiligt) en dan regelrecht komt tot de poort van de doop met de Heilige Geest, en vanwege prestige of denominatie weigert om erin te wandelen; hij zegt: "Die persoon is verloren en kan nooit meer gered worden" (ziet u?); want hij heeft het veracht, zelfs ondanks de werken der genade die hem opriepen tot die plaats en het hem lieten zien; om zich dan om te keren en er bij vandaan te lopen. Hij acht dat bloed van het verbond waarmee Christus gekruisigd werd, als een onheilige zaak. Want het bloed dat hem redde en rechtvaardigde en hem heiligde, brengt hem tot de doop van de Heilige Geest. En dan wandelt hij weg en verlaat het...

289 Let nu op dat patroon. Ik neem heel wat tijd, maar kijk! Judas Iskariot volgde diezelfde sporen. Hij werd gerechtvaardigd door te geloven in de Here Jezus Christus en aanvaardde Hem toen als zijn persoonlijke Verlosser. Hij was geheiligd en hem werd kracht gegeven om geesten uit te werpen en zijn naam werd geplaatst in het boek des levens des Lams. Maar toen het kwam tot Pinksteren en de doop van de Heilige Geest, de volheid van het Woord, toonde hij zijn ware aard. Dat is precies wat de verspieders van Kanaän deden; dat is precies wat Ezau deed.

290 Dat is precies wat Satan deed bij Eva in de Hof van Eden. "Zeker zal God niet..."

     Maar zij zei: "God heeft gezegd..."

     Hij zei: "Ja, ik weet dat dat er staat; ik weet dat dit er staat, maar zeker..." Zie, steeds weer dezelfde zaak, en zo is het vandaag.

291 De gemeente is door rechtvaardiging gekomen, Maarten Luther; door heiliging, Wesley. Maar als het komt tot de tijd van de doop met de Heilige Geest, tonen zij hun ware aard; zij willen er niets mee te maken hebben. Nazareners, Pelgrim Heiligheidsmensen, 'Church of God' mensen, zij allen die geloven in heiliging, je kunt geen vinger op hen leggen, dat is waar. Maar als het komt tot een grenslijn, rechtstreeks tot die plaats om de Heilige Geest te ontvangen voor de nieuwe geboorte, wat deed de duivel toen? Hij kwam en probeerde het te verdraaien. O, hij zal alles doen wat in zijn vermogen is om de mensen er buiten te houden.

292 Zij maakten ervan: "Je moet in tongen spreken. Je moet een sensatie hebben. Je moet dit doen." U moet erin geboren worden. Laat niemand u vertellen dat heiliging en de Heilige Geest hetzelfde is, want het is niet zo. Zeker niet!

     Luister naar deze Nazarener daar, die opgewonden roept: "Het is het niet." Zie? Hij weet dat er een verschil in is, omdat het zeker is – broeder Capps, onze dappere broeder, zie?

293 Zeker, Nazareners... Er is niemand die een woord tegen die fijne godsdienstige mensen kan zeggen, ze zijn zo aardig als men maar kan zijn. 'Church of God', Nazareners, Vrije Methodisten, die mensen zijn echt, maar als het aankomt op de werken van de Geest, zeggen zij: "O, o, dat is de duivel." En wat doen zij daar? De Heilige Geest lasteren. Als zij dat doen...

294 Nu, wat is godslastering? Daar is geen vergeving voor. Klopt dat? Hij, die eens verlicht is geweest, deelgenoot gemaakt van en gesmaakt heeft van de hemelse gaven (Gods heiliging gesmaakt; gereinigd van sigaretten en slechte vrouwen en allerlei dergelijk soort leven) – en de hemelse dingen gesmaakt hebben (te zien dat zij wandelen tot aan de grenslijn, zoals die verspieders die aten van de druiven... Zie? Maar wat moesten zij doen? Zij moesten hun denominatie opgeven om hier binnen te gaan, zie) – smaakten de hemelse gaven, ziende dat zij zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en het bloed van het verbond, waardoor zij geheiligd waren, onrein hebben geacht.

295 Heiligmaking is wanneer uw naam in het boek gaat als een gelovige. Uw woord – uw naam wordt geschreven in Zijn bloed. Ziet u? Heiligmaking doet dat, en u komt op als Hij u tot zover vertrouwd heeft; en dan komt u op en zegt: "Wel, zou Hij het weten?"

296 Ja, Hij wist het. Hij wist in het begin dat u het niet zou doen. Hij wist dat Judas het niet zou halen. Hij kende hem vanaf het begin; hij was de zoon des verderfs. Maar die zaak moest vervuld worden. Zie? Het Woord moest vervuld worden, hoewel het typen en schaduwen zijn. O my! Wij zouden daar uren bij stil kunnen staan.

370 Broeder Branham, toen u de boodschap bracht over de zeventig gemeenteweken – zeventig weken (Excuseer mij) van Daniël, geloof ik dat u zei dat de volle laatste week of de laatste zeven jaren zullen beginnen als de bruid in de opname werd genomen.

297 Nee, nee, nee, nee, nee; nee, nee, nee! Dat hebt u verkeerd begrepen (ziet u?), niet de volle zeventigste week. De week begon toen Jezus op aarde kwam. Hij zei: "De Messias, de Vorst zal komen en profeteren, en in het midden der zeven weken zal Hij afgesneden worden." En Jezus predikte precies drieëneenhalf jaar, wat de helft is van de zeventigste week, de zeven dagen, weekdagen. Ziet u? En er blijft nog drieëneenhalf jaar over.

298 Nu, als Mozes en Elia op aarde komen, hetwelk is Openbaring en Zacharia... (Broeder Coomer, uw vraag en die van zuster Coomer was over hetzelfde.) Nu, als zij... Als Zacharia 4 en Openbaring 11, die twee olijfbomen, enzovoort – hetwelk Mozes en Elia zijn – als zij op aarde komen, zullen zij 1264 dagen profeteren. Wat is het? Precies drieëneenhalf jaar. Dat is precies hetzelfde. Niet... Zie? Wie ook deze dierbare persoon is. Zeer, zeer prachtig geschreven op papier met een religieus briefhoofd – (lijnen hier en zo, en het is erg mooi.) En het is een heel mooie vraag, maar (zie?) u begreep niet wat ik zei. Ik geloofde nooit dat de hele zeventigste week hier zou zijn. De Messias werd afgesneden. Hoevelen herinneren zich dat ik dat hier predikte? Zeker! Ziet u? Zeven weken.

371 Sindsdien schijnt het alsof de eerste drieëneenhalf jaar vervuld werd gedurende de bediening (Wel, hier hebt u het wel goed) van Jezus, maar de uitdrukking "midden der weken" schijnt alleen betrekking te hebben op de antichrist, die zijn verbond verbreekt met de... (Nee, die antichrist verbreekt zijn verbond aan het einde van de laatste drieëneenhalf jaar. Ziet u?) Als ik de band van Daniël begrepen heb, eindigden de eerste negenenzestig weken toen Jezus Jeruzalem binnenreed, dertig na Christus, zodat drieëneenhalf jaar van Zijn bediening ingesloten zou zijn bij de negenenzestig weken; en de volle laatste weken... en de volle laatste week of zeven jaren nog vervuld zou worden en zou beginnen bij de opname. Wilt u dit alstublieft voor mij verduidelijken.

299 U weet, broeder en zuster, wie het ook is die deze vraag stelde. Zeer fijn (zie?), maar ik geloof dat u wat verward bent over wat ik zei. Ziet u? Nu, toen Jezus Jeruzalem binnenreed (dat is precies juist), was dat het einde van... Zie? Hij ging regelrecht van daar weg en werd gekruisigd. Ziet u? En Hij profeteerde de helft van de zeventigste week hetwelk is drieëneenhalf. Nu, Hij werd afgesneden en Zijn ziel werd tot een slachtoffer gemaakt. En nu, er zou toen komen... In deze laatste dagen zijn er nog drieëneenhalf jaar beloofd aan de Joden. En in... gedurende deze tijd was er een vergadering van de heiligen voor de opname, de gemeente.

300 Nu, ik kan dit niet allemaal meer doornemen, broeder, zuster.

372 Zoudt u alstublieft 1 Korinthe 7:1 en 9 willen verklaren? (Zoek het op, broeder Neville, 1 Korinthe 7:1, nu.)

373 En zal elke ware gelovige de werken doen, waarvan Jezus sprak, zoals vermeld in Johannes 14:12 (Niet precies. Nee!), de zieken genezen, duivels uitwerpen, de doden opwekken (Ik geloof niet dat het in Johannes 14 is, maar het is in orde. Het is Markus 16.), of zal dit alleen Elia zijn? Moet de gelovige, die werkelijk gelooft, dit alles doen? En als hij werkelijk een echte gelovige is, zal hij dan de doden opwekken en grote wonderen doen?

301 Nu, dat is onder de gelovigen. Ziet u? Niet iedereen heeft die gaven en het betekent niet dat maar één persoon het zal doen; er zullen groepen van mensen zijn. Zoals bijvoorbeeld, wat als wij een klein meisje hier hadden in de gemeente of een kleine jongen of iemand die wij werkelijk zeer liefhadden en het leven zou eruit gaan. De hele gemeente zou tezamen komen en zij zouden gaan bidden en vasten: "Here, heb genade met dat kind." Ziet u? God zou het kunnen opwekken.

302 Hoevelen hebben ooit De Nicéa Vaderen en zo, gelezen? Weet u, dat is de wijze waarop zij het deden in de eerste gemeente. Zij kwamen allen tezamen, weet u, en soms wekten zij zelfs hun voorganger op en verschillende anderen, als God het in orde bevond om het te doen; maar zij deden het.

374 Als de gemeente gered is ofschoon zij niet in de opname gaat, zoals ik geloof dat u leerde, dan moet zij door de grote verdrukking gaan voor reiniging. Maar wat dan met degenen die dood zijn, hoe zullen zij worden gereinigd?

303 Goed. Zij die dat... hebben. De bruid behoeft geen reiniging. Zij is al gereinigd. En zij die reeds dood zijn, dezen die gaan door... Zie? Zij ontvingen nooit het licht, dat deze gemeente hier heeft ontvangen; zij leefden onder hun rechtvaardiging, heiliging, enzovoort. Zij leefden naar het licht dat zij hadden. Misschien zo dat zij leden en waar zij ook doorgingen, en met hun vervolgingen... Maar nu, in deze opname-tijd zoals deze (zie?) zal er nu een tijd moeten komen dat deze bruid zal – die het Hoofd-gedeelte van de bruid verwerpt – die zal moeten lijden voor haar verwerping, omdat het Evangelie destijds voor hen niet duidelijk was gemaakt zoals het vandaag voor u duidelijk is gemaakt. Ziet u? U ziet het zo duidelijk. U hebt al die jaren en voorbeelden gehad, de zegels geopend, het gemeentetijdperk uitgelegd en al dergelijke. Het is gewoon zo duidelijk dat u het niet missen kunt. Ziet u? En dan, als u het volledig verwerpt, is er maar één ding dat u kunt doen, ervoor lijden.

304 Hebt u het, broeder Neville? Waar heeft het betrekking op? Ik kan maar beter nu gaan, omdat het te laat wordt. Ziet u? Zeven – 7:9... Laten wij zien.

     Maar indien zij zich niet kunnen onthouden, dat zij trouwen; want het is beter te trouwen dan te branden.

305 Goed. Dat is slechts voor het onreine leven. In plaats van dat een man, een jongen, een meisje of iemand anders, als zij tezamen gaan... Als zij weten dat zij getrouwd moeten zijn, ga dan trouwen. Ik geloof dat u zult begrijpen wat ik bedoel, is het niet? Ziet u? Leef geen vuil leventje daar, want dat is niet juist. Ziet u? Dat is uw zuster in zekere zin, als u een Christen bent. Nu, als het de wereld is, is het de wereld; Eén pot nat. Maar dit meisje waar u mee gaat, is ook uw zuster. Dat zal de moeder zijn van uw kinderen die zullen komen. Leef geen smerig leventje met haar, toon haar dat u werkelijk een Christen bent. Leef zoals een christelijke heer behoort te leven. Zie? En behandel haar als uw zuster en als u getrouwd bent, behandel haar dan nog steeds op die wijze.

306 Ik kan dit misschien maar meteen beantwoorden. Ik geloof niet in vuil leven onder Pinkstermensen, Heiligheidsmensen, zelfs als zij getrouwd zijn. Ik geloof daar niet in. Beslist niet! Iets van die vuile rommel, wat zo verschrikkelijk is... ik krijg hier binnen soms over deze... Niet vanmorgen, nee, dat zeg ik niet. Maar ik bedoel in tijden, dat ik daar in Californië ben en in verschillende dergelijke plaatsen. Ik ontmoet daar predikers, en als de onderscheiding er is, voel ik mij alsof ik hen over mijn knie zou kunnen leggen om hun een kleine "Evangelie protoplasma stimulatie" te geven, jazeker! Nu, om een man te zien die zou willen proberen zijn kleine vrouw te nemen en vies, vuil met haar te leven, dat is een... Begrijpt u wat ik bedoel? Ik geloof dat u zich over uzelf behoorde te schamen als een man van God om... Wees gewoon een man, wees een geliefde. Respecteer haar zoals u haar altijd respecteert. Schenk geen aandacht aan sommige van deze non-sexy boeken – of die onzin in die sex-boeken, en zulke dingen waar u over leest en al dit spul en dergelijke. Krijg die vuile rommel uit uw gedachten.

307 De Bijbel zegt geen vuile taal onder elkaar te hebben als u heiligheid belijdt. Behandel die kleine dame als uw kleine lieveling. Als zij zestig jaar is, wees dan gewoon dezelfde. Wees die galante vriend; bedenk dat u dát bent.

     Probeert u geen van deze nieuwe dingen en ik weet waar ik over spreek... En wees gewoon een man, een ware broeder, een echte Christen.

     Ik weet dat dit klinkt... Maar u bent mijn kinderen. Ik heb een recht om tegen u te zeggen wat ik wil. Ziet u? U bent mijn kinderen; leef recht.

308 En u vrouwen, leef op de juiste wijze met uw man. En u mannen, leef op de juiste wijze met uw vrouwen. Wees echt werkelijk aardig en respecteer elkaar gewoon met... En uw familierelaties enzovoort, laten ze net zo eerbiedig en godzalig en in harmonie met elkaar zijn en alles, als het maar zijn kan. Forceer nooit en weest nooit vuil en vulgair.

309 Heb begrip, spreek met uw vrouw. Als uw natuur zo is en haar natuur anders, bespreek het met haar. Probeert u hetzelfde te doen met hem, zuster. En op dezelfde wijze... Begrijp elkaar en wees een echte christelijke heer en een echte christelijke dame, en broeder en zuster met elkaar. Bedenk altijd dat u Gods kinderen bent, en u bent van een koninklijke familie. U bent van koninklijke bloede; er is geen beter bloed in de wereld dan het uwe. En dat is juist! En een koninklijk bloed laat zichzelf zien. Dat is wat het is, het is koninklijk. Allen, die dat geloven, zeg: "Amen!" [De samenkomst antwoordt: "Amen!" – Vert] Jazeker! Toon wat u bent. Ik ben een zoon van een Koning, ik ben de zoon van de Koning. Mijn vrouw is een dochter van een Koning. Hoe zou ik die dochter van de Koning behandelen?

     Hoe zou zij die zoon van de Koning behandelen? Ziet u wat ik bedoel? Weest echt en waarachtig.

375 Zal er een beweging van de Heilige Geest zijn, tekenen en wonderen en mirakelen gedaan door de bruid, voordat zij weggaat, of wachten wij slechts op Zijn verschijning?

310 Ik ga met deze sluiten, neem ik aan, omdat ik er hier nog teveel heb om op in te gaan. En het wordt echt laat. Het is nu twintig voor één en ik heb er misschien nog wel dertig of veertig. Ik zal dit zo goed als ik kan, wat de tijd betreft, beantwoorden. Ik neem gewoon de volgende drie minuten. Ik zal deze nemen wanneer ik gelegenheid krijg. Ziet u? Ik weet niet wanneer ik ze kan nemen; ik zal mijn uiterste best doen. Verheugt u zich erin? Het helpt mij ook. Zie?

     Als je hier komt en je pakt ze zo voordat je ze zelfs ingezien hebt (ziet u?), krijg je sommige dingen die je niet kunt beantwoorden. En ik hoopte dat ik zou pakken... Ik weet dat er hier één bij is over het slangenzaad. Die had ik zo graag willen nemen; ik had het willen verklaren. Zie? Maar ik denk dat ik hem net miste, dus zal ik gewoon moeten... Misschien wil de Here het niet op die wijze gedaan hebben, maar het ging over het slangenzaad. Voor het geval dat iemand bij de band zou gaan zeggen: "Wel, hij sloeg die over." Hoevelen willen er nog twee minuten voor lijden? Huh? In orde.

311 Nu wacht, laat mij deze eerst nemen. Laten wij zien! "Zal de..." Nee. De vraag hier is deze: "Zullen er wonderen gedaan worden door de bruid?" Jazeker! Het wordt nu gedaan. Zo is het! Zie? Maar kijk niet uit naar iets, dat grote... of om de hemelen te openen en de hemelen te sluiten, zodat het niet regent. Dat gebeurt bij de Joden. Dat behoort hier helemaal niet bij; dat zijn Mozes en Elia voor de Joden, helemaal niet voor deze gemeente. Lees de eerste drie hoofdstukken van Openbaring; dan ziet u wat de gemeente hier is. Dat is allemaal voor de gemeente. En als zij terugkomt met de bruid, als zij terugkomt en... Lees... Als u wilt weten wat op de gemeente betrekking heeft, lees dan de eerste drie hoofdstukken van Openbaring en ga dan naar het negentiende hoofdstuk en begin vandaar te lezen (zie?), daar hebt u de bruid. De rest ervan is voor de Joden daar.

312 Nu, over het slangenzaad. Ik kan de vraag hier niet vinden, omdat u kunt zien dat er gewoon een hele stapel ligt Maar de persoon zei: "Als de slang – als het slangenzaad (ziet u?)... De vrouw, zij kreeg een zoon van de Here, zoals zij zei." Wel, ik geloof dat ik verleden zondag verklaarde hoe zij het van de Here kreeg. Als zij hem al kreeg, kreeg zij hem van de Here (ziet u?), omdat het van de Here moest komen. Want Gods wet heeft... Deze wet zal God gehoorzamen. Precies.

313 Hij verordineerde dat de zon zou schijnen; en de zon schijnt. Hij verordineert dat de regen zal vallen op de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen; het gebeurt. En zaden die in enig veld geplant worden, of ze goed of slecht zijn, zullen opkomen; het is een zaad. En als een zaad geplant is, ongeacht...

     En de enige manier waarop deze slang het zaad kon planten, was omdat hij het enige dier was dat direct volgde op het menselijke wezen. Want in de evolutie van de mensheid, toen de mens – God broedde over de aarde... En Hij begon vogels voort te brengen en van de vogels kwam Hij tot de verschillende andere, toen de chimpansee en van de chimpansee tot de slang.

314 Nu, Hij veranderde die slang op zulk een wijze (dat moest gedaan worden), dat het dit geslacht in verwarring zou brengen, dat probeert een bot te vinden dat eruit ziet als het een of ander soort dier (dat gedeeltelijk mens en gedeeltelijk dier was), om te zeggen dat het daar is waar de mens... Zij hebben het spoor vanaf de chimpansee verloren; alleen de chimpansee heeft geen verstand. De chimpansee heeft geen ziel, hij kan niet denken. Hij heeft slechts... Hij kan alleen een geluid, en hij kan... Een paard doet: "gi-ha" of iets dergelijks... Een hond: "Kom hier, Fido, doe een kunstje. Spring er over heen!" ... en men plaatst blokken en dergelijke, zij doen dat door emotie, door het gehoor en dergelijke, en actie; maar denken en begrijpen kunnen ze niet. Zij weten niet dat zij naakt zijn, zij kennen niet het verschil tussen het mannelijke en het vrouwelijke, zoals dat. Zij hebben niet zulke wetten. Ziet u? Zij kunnen het niet doen. Het menselijk wezen is het enige.

     En de volgende die het dichtst bij het menselijk wezen stond, was de slang. De Bijbel zegt dat hij het listigste was van alle beesten van het veld. Knapper, hij... hij had bijna een ziel. Hij had een plaats voor een ziel, maar wat deed hij? Hij verkocht zich aan Satan om God te bedriegen – om dat te proberen. Hoevelen begrijpen het tot dusver?

315 Satan, de slang, had bijna een ziel. God wist dat zij naar die beenderen zouden zoeken, en er is niet één been in een slang dat eruit ziet als dat van de mens. Hij was... Dat is de vloek op hem. Hij stond op zijn voeten net als een man.

316 Let op, dat zaad dan, dat het dichtst bij het menselijke zaad stond... Satan zelf, de geest, wist dat dat het enige zaad was, dat de vrouw zou kunnen bevruchten, omdat de chimpansee het niet zou doen. Zij hebben het gemengd en al het andere; het ging niet. Maar hij wist dat de kiem van leven die in de chimpansee was, niet zou komen tot het veld van de vrouw – het eitje – maar hij wist dat het zaad van de slang dat wel zou kunnen en daarom handelde hij met de slang.

317 En Adam had nooit geweten dat deze handeling gedaan kon worden. Ziet u? Zij was vrouwelijk gemaakt. Zeker, zij zou er later toe gekomen zijn; maar ziet u, de soevereiniteit van God om Zichzelf als Redder te ontvouwen, enzovoort, zoals ik vele malen verklaard heb. Maar Satan wist dit, want hij kwam tot haar in de vorm van deze slang, die het beest was en... een beest, en kwam tot haar. En zij werd eerst door Satan bevrucht.

318 En als u zult opletten, ziet u, dat er maar twee handelingen verricht werden en er werden drie kinderen geboren. Onderzoek de Schrift. Zij baarde een tweeling. Eén van hen was zaad van de slang; de andere was Abel. Zij verleidde haar man en vertelde... Zie? Toen toonde zij haar man wat het was en toen leefde hij ook met haar en zij baarde dit kind. En ik wil u laten zien dat zij bevrucht werd met een tweeling door twee verschillende... Zij was een... Dat is de maagdelijke vrouw.

319 Hun zaad is sterk. Zoals kijk hier. Abraham trouwde met zijn eigen zuster. Wel, als een man vandaag met zijn zuster zou trouwen, zouden zijn kinderen idioten zijn. Zie? Maar het menselijke... En hier trouwde Jakob... of Izaäk met Rebekka, die zijn eigen nicht was, zijn eigen volle nicht, bloed-relatie (ziet u?), het kind van de broer van Abraham.

320 Let op, let nu hierop (zie?); het menselijke ras was zo sterk. Nu, als u wilt opmerken, er zijn altijd door tweelingen geweest. Daar waren... Kaïn en Abel waren tweelingen en Ezau en Jakob waren tweelingen. Jezus en Judas kwamen uit dezelfde stam en in dezelfde kerk. En zelfs de Heilige Geest en de antichrist zullen tweelingen zijn, "zo dicht bij elkaar, dat indien het mogelijk ware de uitverkorenen verleid zouden worden." Hebt u het begrepen? In orde.

321 Nu, om dit te bewijzen, wil ik u meenemen naar Judas, het zeventiende vers geloof ik, of het veertiende vers van Judas, waar staat... Nu, merk dit op. Nu, ik zal sluiten. Let op. Om de hele zaak af te ronden en in orde te maken; in de eerste plaats zei Hij: "Ik zal vijandschap zetten tussen uw zaad en het zaad van de slang." Ziet u? Nu, zij heeft geen zaad. Daarom, was het zaad dat zij kreeg, Satans zaad. Kaïn was de zoon van Satan. Zij had geen zaad, dus ontving zij het door sexuele gemeenschap. En toen zij het deed, werd het haar gegeven door Gods vijand. En toen, toen God haar een Zaad gaf, was het helemaal zonder sex. Begrijpt u het? De dienstmaagd en haar kind werd uitgeworpen, omdat zij niet zou erven met de vrije vrouw en haar kind.

322 En merk op, toen werd haar een Zaad gegeven, Hetwelk Christus was. Noch haar eitje... Nu, de Protestanten willen geloven, dat het maagdelijk geboren hemoglobine was, dat het geschapen bloed van God was waarin de kiem lag, maar ze zeggen dat het haar eitje was. Beslist niet! Dat eitje kan niet door die eileider in de baarmoeder komen tenzij daar een sensatie is. Dan stelt u dat God met een... dat een Geest sexuele gemeenschap heeft met een vrouw. Hoe kan dit gedaan worden? Het was een geschapen zaak, helemaal van God, zowel eitje als kiem.

323 En Hij was de Zoon van God, niet de zoon van Maria, want Hij noemde haar nooit moeder. "Vrouw", noemde Hij haar, nooit moeder. Zij was Zijn moeder niet. Het was de Zoon van God en God is Eén. Begrijpt u het?

324 Nu, nog een ding om dit te bewijzen en het vast te klinken, wanneer iemand ooit met u twist, ga hier naar het boek Judas, ik geloof het zeventiende vers (het veertiende of het zeventiende vers), waar staat: "Henoch nu..." Wilt u dat ik het lees? Hebt u daar nog wat tijd voor? Laten wij het dan nemen... Dan zal ik weten, omdat de band hier verdergaat en wij er anders misschien door in verwarring zouden komen. Laat mij zien of dit is... Het veertiende vers:

     En van dezen heeft ook Enoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen;

325 Ga nu terug naar het vijfde hoofdstuk van Genesis, geloof ik dat het is, en ga dan ook naar het Evangelie van Lukas (ik wenste dat ik het vinden kon, ik schreef het hier allemaal op – als ik het hier kan vinden) en u zult ontdekken, dat in de geslachtsregisters nergens in de Bijbel... Als... Kijk! Als Noach... als Henoch de zevende vanaf Adam is, zegt de Bijbel: "Adam en dan zijn zoon Seth", omdat Kaïn Adams zaad niet was. Er staat, dat Adam Seth gewon en Seth gewon... Jered; Jered gewon en zo maar door tot Henoch; en Henoch was de zevende vanaf Adam. Nergens wordt er ooit over gesproken, dat Kaïn beschouwd werd iets te zijn in de geslachten van God.

326 Nu, kijk gewoon en ontdek of het zo is of niet; onderzoek het. En Lukas komt en noemt hen regelrecht weer op en plaatst hen vanaf Adam. Niet één keer wordt Kaïn ooit genoemd in de hele zaak. En als Henoch (zie?) de zevende vanaf Adam was, waar kwam Kaïn dan binnen? Omdat de Bijbel in de geslachtsregisters zei dat Adam zijn zoon Seth gewon. En Seth gewon Jered en Jered gewon Zo-en-zo en zo verder, en niet één keer wordt Kaïn ooit genoemd. Dan kon hij niet de zoon van Adam zijn. Dus moest hij de zoon van de slang zijn en hij kon geen zoon zijn zonder sexuele gemeenschap. Amen! Als hij het niet was, werd hij maagdelijk geboren, dan zou hij een zoon van God zijn. Ik zou ze daar wel eens uit willen zien komen.

327 Nu, dezelfde God die dat openbaarde, is dezelfde God die mij vertelde over uw huwelijk en echtscheiding. Als Hij die dingen zegt, mijn broeder, zuster... Ik ben uw broeder, een mens. Maar als Hij dat zegt en als dat me hier van binnen treft, kan ik het u niet verklaren. Ik hoef het niet te proberen, omdat ik het niet zou kunnen. Maar het is nooit één keer verkeerd geweest. Alhoewel ik het zelf helemaal niet kon zien, ik kon het niet zien, maar ik hield er gewoon aan vast en dan begint Hij het te openbaren, dan vloert het mij gewoon. Daar was het precies en ik zag het niet. Het gaat voorbij aan uw scholing, het gaat voorbij aan uw redeneringen en al het andere; zo ging het aan Kaïn voorbij.

     Nu, als wij tijd hadden om hier terug te gaan in Genesis en beginnen te lezen... Laten wij zien of ik het even zou kunnen oppikken en het hier terugvinden. Ik weet het niet zeker of ik het zou kunnen of niet. Mevrouw Wood, herinnert u zich dat ik u dat onlangs liet zien? Gewoon wat... Was dat het vijfde hoofdstuk? Het vijfde. In orde.

     Dit is het boek van Adams geslacht. Ten dage als God de mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods.

     Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden.

     En Adam leefde honderd dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam... (Kaïn? Hoe noemde hij zijn naam? Waar is die eerstgeborene die toen het eerstgeboorterecht had? Hij wordt zelfs nooit genoemd. Seth was zijn zoon.)

328 Nu komen wij hier weer en wij vinden waar gezegd wordt... En nu, er werd aan Eva een zoon gegeven, omdat Kaïn Abel gedood had. Let nu op als wij verdergaan:

     En Adam leefde honderd dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld; en noemde zijn naam Seth.

     En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochters.

     Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaren, en dertig jaren; en hij stierf.

     En Seth leefde honderd vijf jaren, en hij gewon Enos. (En zo gaat het door en hij is de zevende, Henoch is de zevende vanaf Adam.)

     Nu, ik herinner mij niet precies waar het in Lukas staat. Hebt u dat ook opgetekend, mevrouw Wood? Zij en ik... Ik liet het haar onlangs zien in... Wat zegt u? [Broeder Branham spreekt met zuster Wood – Vert] Ik geloof dat u gelijk hebt, zuster Wood. Wij hebben het daar in haar boek aangetekend, maar we... in haar Bijbel waar ik het liet zien... Hier is het, ja, de geslachtsregisters. Goed.

329 Nu, als wij hier zullen opmerken... In het derde hoofdstuk van Lukas hebben wij hetzelfde. ... wiens zonen, enzovoort...

     "En Noach, welke een zoon was van Lamech, de zoon van Mathusala, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Malaleël, de zoon van Kanaän, de zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van Adam, de zoon van God." Waar kwam Kaïn binnen? Waar is Kaïn, de eerstgeborene? Het geboorterecht was voor hem, waar kwam hij vandaan? Hij was het zaad van Satan en niet van God. Hij was ook niet van Adam, omdat de naam van Adams zoon Seth was. Kaïn, het slangenzaad, doodde zijn eerste zoon; hij was een type en schaduw van de slang, die ook zijn andere Zoon, Jezus, doodde. En Seth nam zijn plaats in in het geslachtsregister, hetwelk de opstanding betekent: dat de geslachten van God volledig zouden worden voortgezet.

330 Ik wil zien dat iemand hem daar nu in plaatst, en zegt dat het niet het slangenzaad was. Het werd niet erkend in het geslachtsregister van God, noch in de geslachtsregisters van het menselijke ras, de geslachten van Adam of welke andere ook. Klopt dat? Hoevelen geloven het en zeggen: "Amen!"? [De samenkomst antwoordt: "Amen!" – Vert] Zeker. Hij was het niet; hij was het zaad van de slang, en niet het zaad van Adam!

331 Zij zei dat het Adams zoon was. Het was niet Adams zoon. Zij zei: "Ik heb hem van God gekregen." En zij moest wel, het was een zaad. Het was een zaad, maar het was zaad van de slang. Zie?

332 En Hij moest terugkomen in een maagd teneinde die sexuele handeling die gedaan was, op te helderen. Adam werd hier op aarde geplaatst, maar hij had nooit uitgevonden dat hij een vader moest zijn. Begrijpt u wat ik bedoel? Satan, die dit wist, kwam tot Eva voordat Adam tot haar kwam. En daar ligt de hele zaak vandaag. En broeder, dat is het wat huwelijk en echtscheiding en al het andere tot zo'n verstrikking maakt, zoals het vandaag is. Het is heel triest. Ziet u? Maar ik... God heeft een weg gemaakt, waarvoor wij dankbaar zijn.

333 Hebt u Hem lief? Is Hij niet wonderbaar? Nu, is het slangenzaad juist? Ik dacht dat misschien iemand op de band zou mogen denken dat ik bang was om het aan te pakken. Ziet u? Dat zij zouden zeggen: "Wel, hij sloeg het twee keer over. Hij is gewoon bang om het aan te pakken." Zo zijn wij niet. Zolang de Here erin is, is het in orde.

     Weet u wat, zoals ik zei over die arend die keer, toen ik het gevoelen van zijn vleugels gadesloeg, weet u? En ik dacht: "Ben je niet bang voor mij?" Ik had mijn geweer daar liggen; ik zei: "Ik zou je kunnen schieten." Hij wist dat ik hem niet zou kunnen schieten; ik was te ver van dat geweer. Ik zei: "Ben je bang?" Hij staarde gewoon met zijn grote ogen en keek naar mij. Er zat daar een kleine eekhoorn, die zei: "Cha, cha, cha, cha, cha; ik zal je aan stukken scheuren, je aan stukken scheuren!" Hij besteedde geen aandacht aan die eekhoorn, maar hij werd het beu om naar hem te luisteren. Dus na een poosje maakte hij gewoon één grote vleugelbeweging en ging zo weg, en plaatste gewoon zijn vleugels. En hij wist hoe hij met die vleugels moest manoeuvreren, vloog gewoon helemaal uit zicht. Ziet u? Ik zag hem gewoon zo klein worden als een stipje.

334 Broeder Fred, ik geloof dat ik het u liet zien. Ik kreeg broeder Fred in de gaten daar achterin, toen hij daarnet "Amen!" riep. Ik geloof dat ik je die plaats daar liet zien met broeder Wood (waar je ook bent), daar boven in de bergen waar dat plaats vond. Ik zag die arend. Ik... Hij werd in die storm gedwongen naar beneden te komen en ik stond achter deze boom.

335 Ik was aan het jagen op elanden (en het was al wat later), en het was in oktober, en sneeuw en zo. Deze broeder hier was verleden herfst daar boven bij ons, broeder John en zo, precies boven op Corral Peaks, daar gebeurde het.

336 Ik stond daar en ik stond achter deze boom. Het sneeuwde en regende een beetje en ik stond daar gewoon. Die arend stond daar en hij was gedwongen naar beneden te komen. Hij vloog daar op, een grote, monsterachtig uitziende knaap, een grote, bruine arend. Hij zat daar en keek rond. Ik dacht: "Wel..." Ik had echt een goede tijd. Ik riep uit: "Prijs de Here! Halleluja!" En ik liep rond en rond, om het bosje heen, zo juichend. Ik keek daar naar beneden: ik kon die oude coyote horen huilen. U weet hoe zij tekeer kunnen gaan.

337 Toen ik daar vorig jaar was – net voordat het begon te regenen, begonnen zij te huilen; het was een kleine wolf, weet u. Ik houd er gewoon van om ze te horen.

338 Toen kon ik de eland ginds horen roepen: "Wie-oe", zoals zij doen. En daar ver weg antwoordde het wijfje hem. (Volgende week, de week daarop ga ik op ze jagen, zo de Here wil.) Dus toen ik dat daar hoorde, o, het is gewoon zoiets goddelijks om daar boven te zijn. O, ik... Dat is mijn kathedraal, daarboven waar ik met Hem spreek, en dan kom ik naar beneden om met u te spreken. Ziet u?

339 En daarboven, o het is zo wonderbaar, gewoon ontspannend. Terwijl ik daar stond, dacht ik: "O, God..." Ik keek, toen begon het te regenen, en de 'evergreens' waren berijpt, en een regenboog spande zich erboven vanaf Corral Peaks tot Sheep Mountain, boven die weg, over die weg. En ik dacht: "O God, kijk toch daar. Mmm." Ik dacht: "Daar bent U, Alfa en Omega, het Begin en het Eind. Hier komt het neer en hier, daar. U bent Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer, de zeven gemeentetijdperken, de zeven gouden kandelaren. Daar bent U, God, hoe wonderbaar bent U."

340 En ik was gewoon aan het juichen. Ik zette mijn geweer neer; ik liep om de boom heen, uitroepend: "Glorie voor God! Prijs de Here", zo steeds maar om de boom heen. Ik had daar gewoon een geweldige tijd terwijl ik alleen was, gewoon de Here en ik, weet u.

341 En na een poosje kwam daar die arend uit dat kreupelhoutbosje en keek precies naar mij. Ik dacht: "Wel, houd je daar niet van?" Ik zei: "Oude jongen, ik aanbid dezelfde God, die jou maakte." Zie? Hij knipperde wat met zijn grote, grijs uitziende ogen en keek rond naar mij en ik was zo aan het juichen.

342 Een kleine, oude grove den-eekhoorn (ieder, die ooit in de bergen jaagde, weet dat hij de politie-agent van de bossen is) en hij sprong daar op (een kleine, oude makker, niet groot genoeg om iets te doen, maar o, wat een herrie!) en sprong daar omhoog, op en neer springend, weet u: "Ja, ja, ja, ja, ja, ja – ja, ja, ja, ja, ja, ja." En hij ging maar zo tekeer.

343 En die arend sloeg hem gade; en hij keek weer naar mij. Ik dacht: "Mijn Here, wel, waarom zoudt U mij stoppen voor zoiets?" Ziet u? Ik zei: "Want weet U, ik was U aan het aanbidden. Wilt U dat ik iets aan die arend zie?" Ik zei: "Ik zal hem laten bewegen, of is het voor de den-eekhoorn?" Ik stond daar en sloeg ze beide gade; ik dacht: "Ik zal hem gewoon een beetje bestuderen." Ik zei: "Eén ding heb ik bij hem opgemerkt, dat hij niet bang is." Ik houd daarvan, niet bang. Hij stond daar, die grote vogel. Ik zei: "Weet je wat?" (Mijn geweer stond tegen een boom.) Ik zei: "Weet je dat ik je zou kunnen schieten?" Hij wist wel beter. Hij wist één ding: ik zou het niet doen. Ik bewonderde hem teveel. Ziet u? Daar stond hij, totaal niet bang.

344 En ik dacht: "Ik zou je kunnen schieten." Nu, ik had hem gezien; en hij keek zo naar mij. En hij bleef zijn vleugels gereedmaken, weet u, om terug te gaan. U weet hoe zij dat zo doen met hun vleugels, weet u. Grote, brede vleugels, ongeveer zo lang, weet u, en het was een grote knaap. Hij zat daar en ik keek naar hem. (En dat was ver voordat ik deze dingen wist; dit is jaren en jaren geleden, misschien twintig jaar geleden.)

345 En ik lette op hem; na een poosje zag ik hem. Ik dacht: "Wat is hij... Hij is niet bang, dus dat bewonder ik. Maar wat is er zo goddelijk aan die oude arend?" Ziende naar die grote kromme snavel op deze manier en die grote ogen, dacht ik: "Jongen, dat is een echte vogel."

346 Nu, niemand... Als een havik zou proberen hem te volgen, zou hij in stukken uit elkaar vliegen. Er is niets dat hem kan volgen. Nee, nee! Er zou een vliegtuig voor nodig zijn om dat te doen. Jazeker! Er is geen vogel die hem kan volgen – hij gaat zo hoog. En dan, hij heeft ogen waarmee hij ook helemaal naar beneden op de grond kan zien, terwijl hij ver weg daar boven is.

347 Nu, Jehova, vergeleek Zijn profeten met arenden (ziet u?). Hij hief hen zo hoog op. Zij moesten speciaal gemaakt zijn. Laten we zien. Voorbestemd, geboren voor dat doel (zie?), om zo opgeheven te worden. En dan u... Welk nut heeft het voor u daar naar boven te gaan als u niet ziet waar u bent? Zie? Wat is het nut om daarboven te komen als u niet weet wat u doet? Zie, zie?

348 Wat is het nut van op en neer te springen, te juichen en in tongen te spreken als u niet weet wat het allemaal is? Zie, zie? U moet het begrijpen terwijl u daar bent. Ziet u?

349 Dus ik lette op hem, weet u, terwijl hij zich daar bewoog. Ik hield... Ik bewonderde hem gewoon; het was zo'n prachtige vogel. En toch zou hij waarschijnlijk het vlees van enkele van mijn herten en dergelijke opeten, dat ik... Ik keek naar hem en na een poosje dacht ik: "Weet je, wat is hij..."

350 Na een poosje werd hij vermoeid. Ik geloof niet, dat hij vermoeid werd van het kijken naar mij, maar ik denk, dat hij vermoeid werd van het luisteren naar die kleine, oude eekhoorn, die daar zat. Weet u, wij hebben er zoveel vandaag in het kamp. Weet u? Zie? "Cha, cha, cha! De dagen van wonderen zijn voorbij! Er is niet zoiets als Goddelijke genezing. Wij hebben deze dingen niet meer!" Zie? De kleine, oude, aardgebonden eekhoorn, die daar op die boomstronk zit: "Je moet hierbij behoren. Wij zijn de..." Zie? Zie? Hij zat daar gewoon te schetteren, terwijl hij op en neer sprong. O, hij vibreerde, hij schudde zo hard.

351 Hij werd vermoeid om ernaar te luisteren en hij maakte gewoon één grote sprong en het schudde gewoon die tak waar hij op zat, op deze manier. De tak schudde, op deze manier, en hij ging er vandoor. Zie, hij spreidde zijn vleugels uit en scheerde door dat bos daar. En toen hij het deed, lette ik op hem. Ziet u? Hij was niet bang, omdat hij de tegenwoordigheid van zijn door God gegeven vleugels kon voelen. Hij wist dat die vleugels hem weg konden brengen uit elk soort gevaar. Zie?

352 En dus, dat is de wijze waarop wij ons willen voelen. Dit is het Woord, en Degene Die het Woord schreef, is mijn Vleugels. Ik ben niet bang voor het Woord. Het zal u regelrecht door elk soort moeite die er is heenvoeren. Het is een zwaard, dat zijn weg precies recht door zal snijden. Maakt u zich daar nooit zorgen over. Ziet u?

353 Nu, ik merkte toen op dat hij niet klapte met zijn vleugels, hij plaatste alleen maar zijn vleugels. Zie? En iedere keer dat de wind erin zou komen, steeg hij gewoon, hoger en hoger komend.

     Ik stond daar en vouwde mijn armen en keek naar hem, totdat hij slechts een klein stipje was, dat ik nauwelijks nog kon zien. En ik dacht: "God, dat is het. Het is geen hardlopen om je hier bij aan te sluiten of rennen om je daarbij aan te sluiten en dit, dat of wat anders te doen; het is alleen maar je vleugels te plaatsen (zie?), te weten hoe je je vleugels van geloof moet plaatsen in het Woord van God, en weg moet vliegen van al die onzin van 'schetter, schetter' hier en 'schetter-schetter' daar." Ja! "Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal nooit falen."

354 Nu, ik heb weer ongeveer twintig van u deze middag. Nu, u die genoteerd staat voor deze persoonlijke gesprekken van deze middag, wel, spreek af met Billy, omdat ik geloof dat zij mij proberen iets eerder te laten beginnen om hen allen te kunnen helpen. Als ik kan, wil ik elk van hen hebben, die ik mogelijkerwijs kan hebben. En ik deed dit, niet omdat... Billy wist dit niet (ziet u?), maar mijn gedachten waren zo opgewonden na ongeveer twintig visioenen hier binnen vanmorgen (ziet u?) dat het – of wat het ook was... Het brengt je gewoon in een... En Billy zei: "Waarom gaat u niet uit en neemt een beetje... ontspan u en ga uit en beantwoord enige van die vragen daar."

     En ik zei: "Broeder Neville heeft zijn boodschap."

     Hij zei: "Ik zal het hem gaan vertellen." En daar ging hij.

     Broeder Neville zei: "Kom!" Dus toen stond ik op en kwam hierheen. En sommigen van hen wachten nog voor vanmiddag. Het spijt mij dat ik u hier hield tot één uur, maar ik neem aan dat ik overmorgen zal moeten vertrekken om weer naar Arizona terug te gaan.

355 Bedenk, zo de Here wil, zal ik de volgende keer dat ik terugkom tot u willen prediken over – u in de Schrift het juiste tonen van huwelijk en echtscheiding. Dit... En dan, ik... En het dan gewoon laten... het uitleggen precies zoals het werkelijk is, dan zult u het zien van dan af aan. Dus tot die tijd, heb goede moed; de Here zegene u rijkelijk. Zullen wij opstaan? [Er wordt een profetie gegeven door een dame in de samenkomst – Vert] Prijs de Here.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief (u ook?)
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad
En mijn zaligheid kocht
Aan het kruis van Golgotha.

356 Hebt u Hem lief? Nu, laten wij elkaar de hand schudden, terwijl wij opnieuw zingen:

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad
En mijn zaligheid kocht
Aan het kruis van Golgotha.

357 O, is dat niet wonderbaar? O my! Billy wilde dat ik zou aankondigen dat hij na de zegening iets wilde zeggen tot u mensen hier, die deze persoonlijke gesprekken wenst. Ziet u? Hij wil u binnen een paar minuten ontmoeten. Maar ik voel nu gewoon om een ogenblik van aanbidding te hebben. Deze... Houdt u er niet van om Hem te aanbidden in de Geest?

En mijn zaligheid kocht
Aan Golgotha's kruis.

358 O, is het niet wonderbaar? O, ik heb Hem lief. In mijn hart heb ik Hem lief, als ik mijn hart ken. Ik geloof het van u ook. Dus tezamen zijn wij Zijn kinderen. Wij hebben elkaar lief. Nu, ik kan Hem niet liefhebben zonder u lief te hebben. En als ik zeg dat ik Hem liefheb, en u niet liefheb, dan zegt de Bijbel dat ik een leugenaar ben. Zie? En als ik... Als u wilt... Als u mij zou willen liefhebben of mijn gezin... Als de keuze was, wat ik wil dat u doet: mij liefhebben of mijn gezin; hebt u mijn gezin lief. Ik zou liever hebben dat u Billy Paul zou liefhebben dan mij. Als het tot zo'n ontknoping moest komen, had ik liever dat u dat deed. Ik wil dat u naar mij luistert, omdat Billy geen prediker is. Maar ik wil dat u luistert naar wat ik tot u zeg; maar als u iemand wilt liefhebben, heb hen dan werkelijk lief, en als u zegt: "Ik wil òf u òf Billy liefhebben", heb dan Billy lief. Zie? God voelt op dezelfde wijze over ons. En wij kunnen niet... Dan weet ik dat u Billy niet kunt liefhebben zonder mij lief te hebben, omdat hij een deel van mij is. Ziet u? Dus ik kan God niet liefhebben zonder u lief te hebben, omdat u een deel van God bent. En wij hebben elkaar lief. O, ik geloof dat het zo wonderbaar is. Denkt u niet dat de liederen iets fijns zijn nadat wij deze dingen beantwoord hebben, die ons in twijfel brachten? Mmm, o zo werkelijk.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad
En mijn redding kocht
Aan Golgotha's kruis.

O, zij zullen komen van oost en west...