Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Het geïdentificeerde Meesterwerk van God

Door William Marrion Branham

1 Dank u zeer, broeder. Billy wil dat ik zeg dat dit de eerste keer is sinds drie maanden dat ik achter de kansel sta en hij... Ik herinner me de eerste keer dat ik hem liet getuigen. Hij zei: "Ten eerste ben ik bevreesd." Dat ben ik ook. Ik ben nu ongeveer vijfendertig jaar in de bediening en dit is de langste periode dat ik uit de preekstoel ben weggebleven sinds ik in de bediening ben geweest. Ik had wat rust nodig, dus broeder Moseley en ik, en sommigen van de broeders hier, zijn op een kleine jachttocht geweest. We zijn nu uitgerust. En dit is m'n eerste samenkomst sinds ik... ongeveer vanaf de eerste van september. En het is iets... een bediening is iets waar je eigenlijk mee moet doorgaan.

     Nu heb ik ze gevraagd om die ventilator af te zetten, of om te kijken of ze hem konden uitzetten, omdat ik weet dat het moeilijk is om het goed te horen. En het is moeilijk... Ik weet, dat toen iemand een getuigenis gaf, het moeilijk voor me was ze te verstaan. Kunt u het nu goed horen? Goed. Ik ga zo dicht mogelijk bij de microfoon staan totdat ze dat in orde hebben gemaakt.

     Dit is beslist een groot voorrecht voor mij, en ik ben de voorzitter en de afdeling van de Volle Evangelie Zakenlieden hier in Yuma en ook al de predikers, zeer erkentelijk. Deze fijne zangers hier, die hier zojuist stonden, ik houd ervan ze in de samenkomst te horen zingen. Dat was echt goed. Ik vroeg me gewoon af of Johannes mij heeft gezien, toen ze aan het zingen waren. Ik hoop het. Ik heb gehoord dat u hier een opwekking hebt. De Here zegene u rijkelijk, broeder en zuster, evenals u prediker. En aan al mijn vrienden in Phoenix en andere plaatsen die hier zijn... en van Californië.

2 Ik zou iets over de afdelingen willen zeggen. Toen ik bij de Pinkstermensen kwam, had ik een pinksterervaring, niet wetende dat er een Pinksterkerk was. Ik was toen zendingsbaptist. Ik had de doop van de Heilige Geest ontvangen en ik ontdekte dat er enige mensen waren die hetzelfde geloofden als wat ik had ontvangen. En zij hadden het veertig jaar eerder dan ik ontvangen, dus ik was iemand, zoals Paulus zei – niet om te proberen hem na te praten – maar als iemand die "ontijdig geboren" is. Maar mijn broeders schenen te denken dat ik zoiets als de weg was kwijtgeraakt, zoals we dat noemen. Maar ik wist dat ik iets had ontvangen. Toen bleek mijn ervaring hetzelfde te zijn als die zij daar hadden. En op die manier... daar houd ik van.

3 Maar toen ik onder hen kwam – en dat is de hartverscheurende kant ervan – toen ontdekte ik dat zij ongeveer net zo verdeeld waren in verschillende denominaties als mijn Baptistenkerk. En zij... Ik dacht dat er slechts één was die Pinksteren werd genoemd en dat dit alles was, maar ik ontdekte dat er meerdere verschillende denominaties van waren. Ze waren allemaal fijn. Ik ken enigen van de fijnste mannen in deze groepen die ik ooit in mijn leven heb ontmoet. En natuurlijk behoorden zij tot verschillende denominaties. En mijn gedachte was dat wij één van hart in Christus zouden moeten zijn en ik voegde me nooit bij een van hun denominaties. Ik bleef gewoon tussen ze in staan en probeerde beide handen vast te houden, en alle handen, en te zeggen: "Wij zijn broeders." Wij mogen dan kleine dingen wat verschillend zien, maar afgezien daarvan zijn we nog steeds broeders, omdat we uit dezelfde Geest geboren zijn. Wij zijn het gezin van God.

4 Dus toen de Christenzakenlieden, de Volle Evangelie Zakenlieden, deze afdeling... Ik was bij de eerste samenkomsten met broeder Shakarian. Ik kende hem voordat de organisatie bestond, of de organisatie werd opgericht. Wel, ik dacht dat het een goede zaak was en het is een open deur voor mij geweest om internationaal te kunnen reizen met deze Volle Evangelie Zakenmensen, waardoor...

5 Soms vind je een groep predikers die soms een bepaald gevoelen krijgen tegen een andere groep, omdat iemand iets heeft gezegd. Dat is niet overal, maar we vinden dat plaatselijk. Bijvoorbeeld, als de ene kerk het wil ondersteunen, dan wil de andere er niets mee te maken hebben. Maar wat betreft de Volle Evangelie Zakenlieden, dat is een open deur voor mij geweest. Als zij iets opzetten, krijg ik al mijn broeders bij elkaar en kunnen we samenwerken. Misschien mogen twee voorgangers gevoelens tegen elkaar hebben gehad of iets dergelijks. Dit is een geweldige open deur voor mij geweest en al gedurende jaren heb ik internationaal voor hen gereisd, sprekend voor hun afdelingen.

     En Yuma is niet een erg grote stad, hoewel ik veronderstel dat ze veel groter is dan degene waar ik vandaan kom – Jeffersonville, Indiana. Maar ik ontmoette uw voorzitter hier, de... hij was... en anderen van uw afdeling en ik denk dat u hier een wonderbare gelegenheid hebt. Toen ik hier vanavond zat en naar de mensen keek, weet u, dacht ik eraan dat we spoedig dit voorrecht zullen gaan verliezen. De Wereldraad van kerken zal ons spoedig opslokken.

6 Ik ga er van uit dat het merendeel van mijn gehoor vanavond bestaat uit Pinkstermensen en Baptisten en Kerk van God en diegenen die buiten die Wereldraad van kerken staan. En zij zijn... Dat is precies waar ze het op toeleggen en dat is wat de Bijbel heeft gezegd dat ze zouden doen. En wij zijn er voor gewaarschuwd, dus laten we ervan vrij blijven. Dus, zoals er vanavond in het lied over werd gesproken, over de naderende komst des Heren: het zou later kunnen zijn dan wij denken.

7 En ik geloof dat als wij in dit soort gemeenschap bij elkaar kunnen komen, dat het iets aan ons doet, waardoor we dichter tot elkaar worden getrokken. En wanneer wij dichter tot elkander komen, komen we ook dichter tot God, want Jezus heeft gezegd: "In zoverre gij het aan een van deze kleinen die van Mij zijn, hebt gedaan, zo hebt gij het aan Mij gedaan." Er moet hier ergens, vermoed ik, een kleine jongen van mij zitten: Joseph. Hier zit Billy van mij, daar achteraan zitten twee dochters en een vrouw. Nu, als iemand iets had dat... u zou iets heel aardigs willen doen, dan zou ik veel liever hebben dat u het aan mijn kinderen doet dan aan mij. En misschien voel ik me zo als ouder – en Hij is de bron van het ouderschap – ik geloof dat dit de wijze is waarop God het voelt. Als we zouden... Zoals wij elkaar dienen, zo dienen wij Hem. Zo dienen we God.

8 En daar ik weet dat dit de waarheid is, denk ik, dat iedere keer als deze afdeling bij elkaar komt met het uitgangspunt om inter-evangelisch te zijn... Er bestaat echt geen bepaalde leerstelling waar de Volle Evangelie Zakenlieden voor staan. Zij staan slechts voor het volle Evangelie en als iemand er anders over denkt is dat volmaakt in orde. Het is in orde. We hebben hoe dan ook gemeenschap. Daarom denk ik dat het zou... Als ik hier in deze stad woonde, dan geloof ik dat wanneer deze afdeling bij elkaar kwam – als daar ook maar een mogelijkheid voor bestond – ik daar zou zijn en iedereen daarheen zou nemen die ik daar zou kunnen krijgen. Dat is juist. Omdat het iets is wat ons samen versterkt.

     Ik woon in Tucson en ik spreek de hele tijd voor die afdeling. En in Phoenix... Sinds ik naar Arizona ben verhuisd neem ik iedere gelegenheid te baat om naar Phoenix te gaan, omdat... En probeer iemand mee te nemen, nodig iemand uit, vraag andere predikers en zeg: "Wel,..."

     "Wel, ziet u, broeder Branham, wij behoren niet..."

     Ik zeg: "Het doet er niet toe wat u... Ga gewoon met mij mee. Ga als een vriend met mij mee." En krijg ze daar voor een tijdje, dat is alles wat je hoeft te doen. En men ontdekt dat ieder menselijk hart hunkert naar gemeenschap. We zouden het op die manier moeten doen. Het is een belangrijk eindtijd-teken. God zegene deze afdeling. Moge het bestaan totdat de Here Jezus komt om ons te ontvangen in de heerlijkheid is mijn gebed.

9 Ik herinner me mijn eerste reis door Yuma. Ik reed in een T-model Ford die dertig mijl per uur kon halen. Ik dacht eraan toen ik vandaag binnenreed... Ben nog steeds trouw aan de Ford. Ik heb er nog steeds een en heb nooit iets anders gehad. Maar ik... Nu, ik verkoop geen Fords. Ik maak geen reclame. Maar ik herinner me die Ford... Veel van u broeders van mijn leeftijd herinneren zich dat oude T-model. Dit was in 1927. Je moest erg goed kijken anders zou je Yuma niet kunnen vinden als je er doorheen reed. Het was erg klein en u bent beslist gegroeid. Maar de manier waarop ik dertig mijl per uur uit m'n Ford kreeg was zo: hij ging vijftien mijl per uur die kant op en vijftien mijl die kant op, dus bij elkaar opgeteld kreeg ik dertig mijl per uur; met al de kuilen, enzovoort.

     Yuma is gegroeid. Deze heerlijke gemeente die wij zijn... Strijdend voor dit wonderbare geloof. (Dank u, broeder, wie het ook deed.) Het is ook gegroeid en daar zijn we dankbaar voor. De Here zegene u allen. We hopen dat wanneer u in de buurt bent van een van deze samenkomsten... Ik ben aanstaande zondag gevraagd te spreken bij de afdeling in Phoenix en de volgende zondag in Flagstaff. En de volgende maandag, de 21e, is er een feestmaal in Tucson. U bent allen uitgenodigd.

     En als de Here wil, wil ik spreken in de Westward Ho Hotel balzaal, geloof ik... Op welke avond begint dat? [Iemand zegt: "Zondagmiddag, de zeventiende."] Zondagmiddag de zeventiende, slechts een korte evangelische dienst. Ik hoop dat deze zangers op die tijd daar in de buurt zijn om ons te helpen. En we zullen daar dan tot woensdag zijn.

     Ik geloof dat het zondagmiddag is (en we doen dat, omdat we geen enkel programma van de kerken willen verstoren), dan maandag en dinsdag. Dan zijn we woensdag in de West... Ramada Inn, Ramada Inn. Dan beginnen we op woensdag in de Westward Ho. Is dat... [Een broeder zegt: "Nee, Westward Ho is zondag, maandag, dinsdag. Dan gaan we woensdag naar Ramada Inn en we blijven daar tot en met de conventie."] De conventie is ook in de Ramada Inn. We zouden het fijn vinden u daar te gelegener tijd te zien.

10 Laten we, voordat we dit Boek benaderen, onze hoofden voor een ogenblik buigen en spreken tot de Auteur. Nu, met onze hoofden gebogen naar het stof waar God ons uit vandaan nam, en als Jezus vertoeft zullen we daar op een dag naar terugkeren... Juist toen ik hier was aangekomen ontving ik een boodschap uit het oosten dat een kleine dame die ik ken (het is een meisje, genaamd Edith Wright), deze middag om drie uur is heengegaan om God te ontmoeten. We zullen terug moeten keren. Als hier iemand is die gedacht zou willen worden in gebed, zou u dan uw hand willen opheffen naar God? God zegene u.

     Hemelse Vader, wat heeft deze fijne gemeenschap ons verheugd, dit zingen... O, wat ontroerde dat mijn hart toen ik dat lied hoorde: "Zag Johannes mij?" Vader, ik vertrouw erop dat we daar allen zullen zijn, ieder van ons. En we hebben ons nu naar het stof gebogen en we bidden dat U onze dank wilt aanvaarden, en ons berouw en onze gebeden voor elkaar.

     En nu wenden we ons tot Uw Woord, het geheiligde deel van de samenkomst, hetgeen meer geheiligd lijkt te zijn dan het overige, omdat we weten dat we op dit moment met mensen handelen om hen tot een waarheid te leiden – tot Christus en tot het Woord, hetgeen Christus is. Wij bidden dat U het Woord voor ons zult openen. Wij zijn ontoereikend, Here, maar Gij zijt geheel toereikend. Dus ik bid dat U onze zwakke inspanningen zult zegenen; en mogen wij vanavond onszelf en onze positie vinden in het Woord van God. Sta het toe Vader, en wij zullen U prijzen, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

11 Het is echt fijn om hier te zijn. Ik heb hier een paar aantekeningen waar ik enkele ogenblikken over zou willen spreken, omdat ik veronderstel dat we deze zaal vanavond niet al te lang bezet kunnen houden. En ik ben nogal... gerekend onder de Pinkstermensen ben ik tamelijk langzaam, weet u. Ik herinner mij – misschien heb ik het u al verteld – hoe het was toen ik voor het eerst een Pinksterprediker ontmoette. Het was de eerwaarde Robert Daugherty van St. Louis. Ik betwijfel of iemand van u hem kent. U zag het getuigenis van zijn dochtertje in het boek. Ze werd genezen van St. Vitusdans en ze was opgegeven. En dat was de oorzaak dat ik voor het eerst in contact kwam met de Pinkstermensen.

     En deze... Ik ging erheen om hem te horen prediken, en o, hij kon prediken. Hij wachtte helemaal nergens op. Hij predikte totdat hij helemaal geen lucht meer had en dan werd hij blauw in z'n gezicht, dan stootten z'n knieën tegen elkaar en sloeg hij bijna tegen de grond. En dan haalde hij diep adem – je kon hem bijna aan het einde van de stad horen – kwam overeind en predikte verder. En ik dacht: "My, ik kan me niet voorstellen hoe hij het zo snel kan." Ik heb er gewoon mijn tijd voor nodig. Ik ben een beetje traag en word ook ouder, weet u, kruip verder. Dus ik hoop dat u het een poosje met me zult uithouden.

     Er is één ding waarvan ik zeker ben dat het niet zal falen en dat is Zijn Woord. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Zijn Woord zal nooit voorbijgaan. Laten we nu opslaan, als u uw Bijbel hebt en er uit zou willen lezen, in Jesaja, het 53e hoofdstuk van Jesaja. Ik zou dit willen lezen om een tekst te krijgen om een moment een onderwerp op te bouwen.

     Wie gelooft, wat wij gehoord hebben, en aan wie is de arm des HEREN geopenbaard?

     Want als een loot schoot hij op voor zijn aangezicht, en als een wortel uit dorre aarde; hij had gestalte noch luister, dat wij hem zouden hebben aangezien, noch gedaante, dat wij hem zouden hebben begeerd.

     Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht.

     Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte.

     Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.

     Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de HERE heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.

     Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.

     Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden?...[Oude – Vert] Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest.

     En men stelde zijn graf bij de goddelozen; bij de rijke was hij in zijn dood, omdat hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in zijn mond is geweest.

     Maar het behaagde de HERE hem te verbrijzelen, Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des HEREN zal door zijn hand voortgang hebben.

     Om zijn moeitevol lijden zal hij het zien tot verzadiging toe; door zijn kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, en hun ongerechtigheden zal hij dragen.

     Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen, omdat hij zijn leven heeft uitgegoten in de dood, en onder de overtreders werd geteld, terwijl hij toch veler zonden gedragen en voor de overtreders gebeden heeft.

12 Ik zou dit graag willen zeggen, slechts voor een kleine tekst. Ik zou daarvan een tekst willen nemen, namelijk: Het geïdentificeerde Meesterwerk van God. Nu, dit mag nogal een lange tekst zijn om te lezen, om er een meesterwerk uit te kiezen. Maar als we ernaar kijken, zouden we waarschijnlijk denken dat dit allesbehalve een meesterwerk kan zijn, want er wordt gezegd, dat wij ons gezicht voor Hem verborgen en er was geen schoonheid aan Hem dat we Hem zouden hebben begeerd. En vele keren zou God niets te maken willen hebben met wat wij een meesterwerk zouden noemen; want de wijsheid der mensen is dwaasheid voor God, maar de dwaasheid van God is veel wijzer dan al de wijsheid der mensen.

     En wij zien hier in dat God ons een beeld van iets geeft. En ik zou graag willen proberen om dit beeld voor ons te brengen, omdat ik besef dat het de laatste keer zou kunnen zijn dat enigen van ons elkaar nog eens ontmoeten. Het zou mogelijk kunnen zijn dat we elkaar nooit meer zullen ontmoeten, zoals we hier zitten. Als we dus voor dit doel bij elkaar vergaderd zijn – niet om te worden gezien of om te worden gehoord...

13 Maar we hebben gemeenschap met elkaar gehad vanavond terwijl wij van deze heerlijke maaltijd genoten; zittend aan tafel hebben we onze natuurlijke lichamen gevoed. Nu willen we graag dat God onze zielen voedt met Zijn manna dat verborgen is. Slechts voor die priesters die zijn binnengegaan in het heilige der heilige is het toegestaan om van Zijn voedsel te eten. En zoals we vanavond hebben opgemerkt, onze biefstuk... Ik geloof niet dat ik ooit bij een feestmaal zoals vanavond, in al de plaatsen waar ik eerder zo'n samenkomst heb gehouden, dat ik ooit eerder zo'n fijne biefstuk heb gegeten als die zij vanavond opdienden. Nu, ziet u, omdat we dit nodig hebben... Als we leven, moest iets sterven zodat wij konden genieten van deze tijd van gemeenschap; en eveneens om ons leven in stand te houden.

14 Niet lang geleden sprak ik met een man die vegetariër was en hij zei tegen mij: "Wel, ik ben het niet met u eens." Wel, hij wilde me eigenlijk een briefje geven en wilde een persoonlijk gesprek met me hebben. Hij zei: "Broeder Branham, ik heb u altijd beschouwd als een heilig man." Hij zei: "Maar toen ik u hoorde zeggen dat u ham en eieren at bij het ontbijt, toen knapte ik af."

     Welnu, ik zou geen struikelblok voor hem willen zijn. Dat is zijn manier van geloven. Maar ik zei: "Wel meneer, als ik niet eet, leef ik niet."

     Hij zei: "Maar ziet u, u moest een varken eten en een kip doden."

15 Ik zei: "Meneer, wij leven slechts van dode substantie, het maakt mij niet uit wat u eet. U eet groenten. U eet brood, het graan stierf. Als u koren eet, stierf het koren. Als u bonen eet, stierven de bonen. Wat u ook eet, u kunt alleen maar lichamelijk leven omdat iets stierf, zodat u kunt leven. Nu, wat u ook doet, zelfs het drinken van melk, de bacteriën, wat dan ook – u moet leven van dode substantie. En het dient alleen als bewijs dat, als wij dit natuurlijke leven moeten leven en we kunnen dit slechts door middel van dode substantie, dat er iets moest sterven zodat wij eeuwig kunnen leven – dat is Jezus Christus, die God aan ons heeft gegeven als een losprijs."

16 Nu, toen ik voor het eerst in contact was gekomen met de Pinkstermensen, ging ik naar Californië, de aangrenzende staat, vlak aan de overkant van de rivier, en ik was in Los Angeles. En ik was... heb nooit geleefd in de dagen van deze beroemde dame, de predikante, mevrouw Semple... Aimee Semple McPherson. Ik heb wel haar zoon Rolf ontmoet, een fijne Christelijke heer, en zijn vrouw en zijn gezin (het zijn beslist lieflijke mensen) en doctor Keeford en velen van de staf in de Angelus Tempel. En ik predikte daar een paar jaar geleden, ter gelegenheid van het jubileum van het Pinksterjubeljaar (vijftig jaar) en had er beslist een wonderbare tijd.

17 Uit respect voor deze vrouw die een voorbeeld had gesteld, zoals zij deed door haar uiterste best te doen om naar voren te brengen wat in haar hart was, wilde ik dit honoreren door naar haar graf te gaan in Forest Lawn. En terwijl ik daar stond met mijn hoed afgezet en mijn hoofd gebogen, dankte ik God voor het edele leven van Zijn dienstmaagd en werd daarna door de groep waar ik bij was, de groep predikers, gevraagd of ik een wandeling wilde maken door heel Forest Lawn. En daar binnen in het mortuarium, of hoe u het ook noemt, keek ik naar de verschillende kunstuitingen en ik zag het 'Laatste Avondmaal' en bleef... Nu velen van u hebben het opgemerkt, wanneer de lampen erop worden aangezet, op het 'Laatste Avondmaal', en u hebt het verhaal erover gehoord.

18 Maar een van de meest bijzondere dingen die ik daar zag (ik geloof dat het aan de oostkant is als je de deur binnenkomt), was een beeld van Mozes dat daar stond, en het was het levenswerk van de beeldhouwer Michelangelo – geloof ik dat het was, de beeldhouwer, die... Ik zou het verkeerd kunnen hebben betreffende de man. Ik geloof dat het juist is – Michelangelo, de grote beeldhouwer, die dit beeld van Mozes uithieuw. Terwijl de gids die ons rondleidde het uitlegde, vertelde hij dat dit een van de grootste meesterwerken was die Michelangelo ooit had gemaakt. En hij zei dat dit een groot deel van z'n leven van hard werken had gekost.

19 Toen bemerkte ik, ik geloof dat het op de rechterknie was... Het beeld zag er volmaakt glad uit. En Mozes, met de stenen tafelen van de wet in zijn hand, met z'n lange baard... Natuurlijk was dit de verstandelijke opvatting van Michelangelo, hoe Mozes er zou hebben uitgezien. Waarschijnlijk had hij er nooit een afbeelding van gezien, maar in z'n eigen gedachten werkte hij uit hoe Mozes er uit kon hebben gezien.

20 En het verhaal gaat, dat zodra hij met het beeld klaar was en het helemaal had geslepen en perfect gemaakt, dat hij een paar passen achteruit deed om zijn werk te bekijken. Toen raakte hij zo geïnspireerd dat... Het leek zoveel op wat hij in z'n gedachten had en met z'n handen had gemaakt. Het leek er zoveel op – en al die jaren had hij erop gewacht – dat hij zodanig in vervoering raakte, dat hij het op de knie sloeg en uitriep: "Spreek!" En daar is een gebarsten plek op het been, de knie van Mozes, waar Michelangelo met z'n hamer sloeg; omdat hij zo geïnspireerd was.

21 Ziet u, er was in het begin iets binnenin hem waardoor hij zich in zijn gedachten een beeld vormde hoe Mozes er moest hebben uitgezien. En toen hij dat voor zich gereflecteerd zag, precies datgene wat hij in zijn gedachten had, hoe hij dacht dat Mozes er zou hebben uitgezien... Hij had dat visioen gedurende jaren en jaren met zich meegedragen en hij had dat grote blok graniet genomen en hakte een stuk hier en een stuk daar weg en werkte zo naar beneden door, omdat het volmaakt moest worden. En toen het volmaakt voor hem stond, zag hij de weerspiegeling van datgene wat hij in zijn gedachten had. Dat was het wat hem zodanig inspireerde, dat hij het beeld sloeg en het uitriep: "Spreek!" Al zijn jaren van zwoegen werden beloond. Zijn geweldig werkstuk was voltooid.

22 We zagen dit dus en ik werd erdoor geïnspireerd, want ik vond eigenlijk dat de barst op het been het voor mij tot het meesterwerk maakte. Want als het gewoon een ander portret of iets van Mozes was geweest, het een of andere beeld dat iemand in zijn voorstelling had gehad; maar de man die aan het werk was, was zo voldaan dat hij het sloeg. En de barst erop maakte het voor mij tot het meesterwerk, omdat het volmaakt weerspiegelde wat in zijn gedachten was hoe Mozes er moest hebben uitgezien.

     O, ik stond daar. Ik moest even weglopen om te bedenken wat dat voor hem moest hebben betekend en wat het op dat moment voor mij betekende. Toen kwam dit in mijn gedachten waar ik tot u over wil spreken.

23 Laten we nu onze gedachten afwenden van Michelangelo naar de grote Beeldhouwer, de almachtige God, die in den beginne, voor er een dag of dageraad bestond, voor er een atoom of molecule bestond, de mens in Zijn gedachten had; hoe een mens er zou uitzien, wat hij zou zijn en hoe hij zou handelen. En Hij wilde dat de mens een deel van Hem zou zijn, dus maakte Hij de mens in Zijn eigen beeld en Hij schiep de mens in Gods gelijkenis. O, toen God in den beginne dit meesterwerk maakte, iets wat Zijn gedachten weerkaatste...

24 Onthoud, er bestaat slechts één vorm van eeuwig leven, en onze... zelfs onze namen en onze gedachten waren bij God voordat er een grondlegging der wereld bestond. Want wij bezitten nu eeuwig leven en om dat te bezitten moeten we een deel van God zijn. We moesten dus eveneens in Zijn gedachten zijn, omdat we eeuwig leven hebben en werden voorbestemd tot dit leven. En onze namen werden voor de grondlegging der wereld in het Levensboek van het Lam geplaatst, overeenkomstig Openbaring, zodat God ons in Zijn gedachten had. Dan hebben wij dus eeuwig leven omdat Hij ons toen sprak, en wij kwamen in bestaan. En een woord is slechts een gedachte die wordt gemanifesteerd. God had ons in den beginne in Zijn gedachten.

25 En nu, toen Hij Adam maakte, die eerste mens, wat was dat volmaakt! Hij zag er uit als God. God, de grote Heilige Geest, broedde over de aarde en de vogels kwamen uit – misschien – en de dieren, verschillende soorten. En het kwam steeds dichter bij de vorm van Degene die broedde, totdat er uiteindelijk een soort opkwam die er precies hetzelfde uitzag als Diegene die broedde, God. God werd, of de mens werd gemaakt in het beeld van God.

26 Toen Hij hem dan plaatste in deze grote hof... Zoals Michelangelo zijn groot levenswerk heeft geplaatst, en alle grote beeldhouwers, zo heeft God Zijn werkstuk in de hof van Eden geplaatst en een hulp voor hem gemaakt. Het was zo'n grote voldoening voor God, dat Hij zelfs rustte. Het was geheel in rust. Zijn werk was voltooid.

27 Dan komt het droeve verhaal van de vijand. Merk nu op, ik wil dat u dit ene ding onthoudt: dat God deze man een verschansing gaf. Hij gaf hem... Hij verborg hem binnenin Zijn Woord, want Hij vertelde hem wat ze wel en wat ze niet konden doen. En dat is dezelfde basis waarop wij vandaag zijn gesteld: wat we wel en niet kunnen doen. Ongeacht hoe goed wij zijn, hoeveel we naar de kerk gaan of dit doen: we moeten wedergeboren worden, ziet u. Dat moet. En God vertelde aan Adam wat hij kon doen en wat hij niet kon doen. Hij plaatste hem achter Zijn Woord. Toen kwam de vijand binnen door bedrog en kroop door de muren van Gods Woord, omdat de deur voor hem werd opengezet, en hij bedierf dat beeld om te zondigen.

28 Dat is een van de droevigste verhalen. Om te bedenken dat de mens die was gemaakt in het beeld van zijn Schepper, en die een muur was gegeven om achter te staan, dat dit Woord nooit zou kunnen falen... Dat is de hoop van de Christen, het is zijn schild, het is zijn wapenuitrusting. Het is vandaag voor iedere gelovige zijn rots: staan achter het Woord. Nu, u moet daar nooit achter vandaan gaan. Als u dat doet, dan opent u de deur voor de vijand.

29 Als ze zeggen: "Och, je kunt wel een beetje van dit en een beetje van dat doen", God wil dat u zich afscheidt van alles wat zonde wordt genoemd – volkomen apart gezet voor Hem en voor Hem alleen. Hij heeft een doel met uw leven, voor ieder afzonderlijk, zodat niemand op het oppervlak der aarde uw plaats kan innemen. God heeft iets voor u. U bent zo gemaakt. U werd zo gemaakt met een doel. God is soeverein in Zijn Woord. Hij zal zelfs...

30 Dingen zijn verschillend. Wij verschillen van elkaar. We zien in het dierenrijk, we ontdekken dat er in het dierenrijk een dier is dat God heeft gemaakt als lastdier, zoals het paard en hij moet werken. De koe is een offerdier en... maar de leeuw en de tijger doorkruisen het woud zonder enige last of iets dergelijks. Hij maakte een geweldig groot dier zoals een olifant en maakte ook een klein beestje zoals een muis. Nu, wie is daar om God te vertellen wat Hij moet doen en hoe Hij het moet doen? Hij doet het op Zijn manier.

31 Hij maakt de bergen, Hij maakt de woestijnen, Hij maakt de zeeën, Hij maakt de vlakten. Hij maakt de ene soort boom van hard hout, palm, enzovoort. Hij maakt het. Hij maakt de mensen verschillend. Hij geeft ieder van ons een andere plaats. En een palmboom kan nooit een notenboom zijn; een notenboom kan nooit een palm zijn. Niemand kan uw plaats innemen en u zou niet moeten proberen iemand anders' plaats in te nemen; omdat u voor God een individu bent. En God heeft een doel voor u. Hij heeft u zo gemaakt. U zegt: "Waarom deed Hij dat?" Hij is soeverein. Hij heeft er een reden voor dat het op die manier is. Maar we ontdekken dat we allemaal worden beschermd door het Woord.

32 Aan de hemel zien we de hemellichamen. In de Bijbel staat dat zelfs de ene ster van de andere verschilt. Daar is Saturnus en de verschillende andere en Mars en Jupiter; al deze verschillende... De een verschilt van de ander. De zon verschilt van de maan en de maan van de sterren.

33 En er zijn engelen, zoals serafim en cherubim, en engelen en machtige engelen en gradaties. En zelfs in de toekomstige nieuwe wereld zullen de koningen der aarde hun eerbetoon in de stad brengen. We zullen altijd op die wijze zijn, want God is niet zo, dat Hij het allemaal hetzelfde gemaakt heeft [Letterlijk: God is geen 'Sears and Roebuck Harmony House' – Vert]; Hij is een God van verscheidenheid. Hij maakt de een op de ene manier en de ander op de andere manier. Maar wij moeten Hem dienen op de manier zoals God ons heeft gemaakt en blij zijn en achter Zijn Woord blijven staan. Dat is de wijze waarop God het deed.

34 Maar toen ontdekten we dat de vijand door dat Woord tot het werkstuk van God kwam, en hij bedierf het. En dat is exact wat hij nu aan het doen is. Hij glipt tussen het werkstuk door, die vijand. Proberend om voor ons een wereldraad van kerken te maken en de mens heeft... Wel, de mensen kunnen het zelfs niet met elkaar eens zijn. Hoe zullen we het dan voor elkaar krijgen dat de hele wereld zal instemmen met één man? En zodra u dat doet... We hebben er Eén met Wie we in harmonie moeten blijven en dat is God. In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord blijft God en zal altijd God zijn, omdat God in het Woord is en het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons in de persoon van de Zoon van God.

35 Nu zien wij dat nadat Hij dit grote bederf ontdekte... Het leek alsof... wel, als u of ik er al die tijd inspanningen in hadden gestoken, zouden wij de zaak hebben afgestoten en laten gaan. Maar God niet! Hij stond niet toe dat Zijn werk werd geruïneerd. Dat is de liefde van God.

36 Geen wonder dat de dichter zei "Zou men met inkt de zeeën vullen, en was de lucht van perkament; en iedere stengel op aarde een pen, en ieder schrijver van beroep; om Gods liefde die van boven is te beschrijven, zou het de oceaan doen opdrogen; evenmin zou de boekrol het alles kunnen bevatten, al werd hij van hemel tot hemel uitgestrekt."

     Ziet u, de liefde Gods. Zelfs nadat de mens was gevallen en willens en wetens de deur voor de vijand had opengezet, en hij kwam binnen en bedierf hem, plaatste dood in hem – toch was God niet bereid zich erbij neer te leggen. Hij kwam naar beneden en begon helemaal opnieuw. Hij ging die mens opnieuw maken.

37 Hij sloot met Adam een verbond; doe dit en niet dit; dit en niet dat; raak niet, smaak niet, handel niet. Maar we ontdekken dat toen Hij opnieuw begon, Hij met Abraham begon. En met Abraham sloot Hij een verbond zonder voorwaarden. Niet als ú zult; "Ik heb, Ik heb het reeds gedaan. Ik heb u gezegend, u en uw zaad, enzovoort, na u." Het was een verbond zonder condities. Hij begon Zijn werkstuk opnieuw met Abraham en nu met Zijn onvoorwaardelijk verbond.

38 We zien dus hoe Hij Abraham daar op plaatste en hem het onvoorwaardelijke verbond gaf met de belofte, voorts ging Hij daarna naar de aartsvaders. We komen nu in het Oude Testament als we verder terug gaan. Hier toonde Hij het fundament van Zijn werk. Nu, we hebben Abraham, Izaäk, Jakob, Jozef – de vier aartsvaders.

39 Abraham vertegenwoordigde geloofswerken, geloof, want Abraham was uit geloof. Hij had het grote geloof omdat hij niet twijfelde aan de belofte van God door ongeloof. Want, zoals we zeggen, toen het menens was en iedereen tegen hem was, hield hij nog steeds vast aan God.

40 Dan hebben we Izaäk, die de beloofde zoon was, die liefde vertegenwoordigde, want... Abraham is een type van God. In Genesis 22 ontdekken we, dat toen Izaäk werd geofferd, hij het hout de heuvel op droeg en alles schilderde Christus af, voorafschaduwde Hem. Toen kwam de ram en werd in zijn plaats geofferd. Nu dat was geloof, liefde.

41 En Jakob, hetgeen verdringer betekent, en dat is een bedrieger... En we zijn ons bewust dat Jakobs leven werkelijk genade vertegenwoordigde, want het was de hele tijd genade van God met Jakob.

42 Toen kwam Jozef. Er is niets tegen Jozef. Hij was de volmaakte: Gods profeet die vanuit zijn broeders voortkwam en zonder reden werd gehaat en werd verkocht. En in alle opzichten voorafschaduwde zijn leven het leven van Jezus Christus: kwam tot de Zijnen, de Zijnen ontvingen Hem niet – zoals Jozef door zijn broeders werd gehaat, in een put gegooid, naar men dacht dood was, eruit gehaald, verhoogd werd tot de rechterhand van Farao. En als hij de troon verliet, blies men op de bazuin, zodat ze wisten dat iedere knie zich voor Jozef moest buigen.

43 We zien dat Jezus bijna voor dezelfde prijs werd verkocht als Jozef, uit het graf werd genomen en omhoog ging naar de hemel, zittend aan de rechterhand Gods. En wanneer Hij vanuit die plaats zal komen, zal de bazuin klinken en elke knie zal zich buigen en elke tong zal Hem belijden – volmaaktheid. Dat was geloof, liefde, genade en volmaaktheid.

     Toen kwam het lichaam van dit grote beeldhouwwerk er aan. Hij maakte het lichaam door de profeten. De profeten waren het lichaam.

44 Tenslotte kwam het Hoofd van dit grote lichaam, hetgeen Christus Zelf was. Alle profeten hadden eertijds over Hem gesproken. Het gehele fundamentele werk had eertijds van Hem gesproken, de hele weg vanaf de hof van Eden, vanaf het allereerste begin dat Hij begon. "Ik zal vijandschap zetten tussen uw zaad en het zaad van de slang."

45 We ontdekken dat Hij daar begon en opkwam door de aartsvaders in de profeten en daaruit vandaan kwam. Opnieuw zag Hij Zijn eigen weerspiegeling. Toen op aarde een man werd geboren uit de schoot van een vrouw, toen was dat Gods Meesterwerk! Het was de Zoon van God, Jezus Christus. De reden dat Hij dit was, was omdat Hij volmaakt het Woord was. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons." Nu zien wij in Hem een volmaakt meesterwerk weerspiegeld. Hij was zo volmaakt gelijk aan God, dat Hij zei: "Als Ik de werken Mijns Vaders niet doe, geloof Mij dan niet. Hoewel Ik... Als u Mij niet kunt geloven, geloof dan de werken, want zij getuigen aan u wie Ik ben." Daar houd ik van. Ziet u, Hij zei: "Als u Mij niet gelooft..."

     Ze zeiden: "U bent een man, u maakt uzelf gelijk aan God."

     Hij zei: "Indien u Mij niet kunt geloven, geloof dan de werken die Ik doe. En indien Ik de werken van Hem die Mij gezonden heeft, niet doe, dan hebt u geen recht om Mij te geloven."

46 Zo behoorde iedere Christen vandaag datzelfde getuigenis te hebben. Als wij in dit beloofde Woord van God, als onze levens niet voldoen aan en niet precies beantwoorden aan datgene wat het Woord heeft gezegd, dan hebben wij geen recht om onszelf Christenen te noemen. Als wij niet wederom geboren zijn... Jezus zei in Markus 16: "Deze tekenen zullen degenen die geloven volgen." Niet: ze mogen, ze behoorden, ze zullen het waarschijnlijk; ze zùllen het! Zo heeft de Beeldhouwer ons gemaakt. Dat is de gemeente die is uitgehakt. Dat is de... dat is het lichaam van Christus.

47 We ontdekken dat het Hem volmaakt weerkaatste. Nu had de Beeldhouwer opnieuw het Woord weerkaatst in het Meesterwerk, Zijn Zoon genaamd, God Immanuël. Bedenk slechts dat een persoon zich zodanig had overgegeven, dat God Zichzelf daarin identificeerde, in dat lichaam, zodat Hij en God één werden. "Ik en Mijn Vader zijn één. Mijn Vader woont in Mij. Ik doe altijd wat de Vader behaagt."

48 Wat zou het zijn als de Christen vandaag een dergelijk getuigenis kon hebben? U zou een meesterwerk zijn, regelrecht hier op straat in Yuma. Al zou u een wasvrouw achter de wastobbe zijn, u zou toch een meesterwerk voor God zijn, als u kunt zeggen: "Ik doe altijd wat God behaagt"; en de hele wereld kan zien dat het werk van Jezus Christus in u wordt weerkaatst.

49 Men zegt dat vroeger toen de oude goud... Voordat ze de smeltoven hadden, waren ze gewoon om het goud te nemen en erop te slaan; de goudslager zou dat doen – de Indianen; in de vroegere tijden toen Arizona nog in z'n kinderschoenen stond. Ze sloegen op het goud totdat de goudslager zijn eigen beeltenis in het goud zag. Ze sloegen al het ijzerpyriet, het vuil, het stof eruit, totdat de slager zijn eigen beeltenis kon zien; zoals in een spiegel.

50 Uitslaan, nu dat is wat het Evangelie doet. Er zijn zoveel mensen die er niet van houden te worden omgekeerd en uitgeklopt. Maar wat de kerk vanavond nodig heeft is een goed, ouderwets uitkloppen door de Heilige Geest, van de wereld en de dingen van de wereld. Dat heeft Pinksteren vanavond nodig. Dat hebben onze bewegingen vanavond nodig: een goede, ouderwetse, goud-omkering-klopping, totdat de hele wereld uit ons is geslagen en Jezus Christus wordt gereflecteerd.

     Laat mij dit handjevol mensen hebben dat hier vanavond binnen zit, geheel aan Christus toegewijd, en hun levens aan Christus opgedragen. Ik kan met dit handjevol meer doen – of God kan meer doen, liever gezegd, met dit handjevol mensen hier – dan u zou kunnen doen met de hele Wereldraad van Kerken betreffende het Koninkrijk van God. Eén man die volledig is overgeleverd in Zijn handen, dat is alles wat God nodig heeft.

51 Maar, ziet u, wij zijn niet bereid om stil te liggen en Hem op deze kant te laten slaan, die kant, dit eruit te laten slaan en dat; dit idee eruit en dat eruit te laten slaan, en om Jezus Christus in ons te laten weerkaatsen. We zien te veel films, we hebben teveel televisie gekregen, we hebben teveel werelds amusement gekregen, zodat de kerk haar smaak voor de mensen heeft verloren. Het komt omdat de Heilige Geest eruit weggaat en iets anders erin komt. Dat is juist, vrienden.

52 Ik hoor de getuigenissen van de ouderwetse Pinkstermensen, hoe ze de hele nacht door gebedsdiensten hadden. Onze vaders en moeders baden veertig, vijftig jaar geleden de hele nacht door. De mensen op straat haatten hen. En vandaag denken we dat als niet iedereen ons op de schouder klopt, dat er dan iets verkeerd met ons is. "Wee u als alle mensen wel van u spreken." Hij was veracht en verworpen door de mensen en wij zijn Zijn beeld. Amen! Wat wij vandaag nodig hebben zijn enige echte, oorspronkelijke gebedssamenkomsten, een reiniging, langs de hele linie, vanaf de preekstoel tot de koster, het hele huis moet door God worden gereinigd; geslagen om het beeld van "de slager" te weerspiegelen; het Evangelie dat wordt gepredikt in de kracht van de opstanding van Christus. Zo is het.

53 Dit kleine sociale evangelie dat we hebben gekregen, en kloppen deze op de schouder en maken die een diaken en die een opziener, of zoiets dergelijks; allebei politiek! Was dat niet precies wat er gebeurde in Nicea, Rome! Wij willen bij dat spul vandaan gaan. Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Pinksteren en de overigen – we moeten erbij vandaan gaan.

54 Politiek hoort niet in de kerk; de Heilige Geest behoort de kerk over te nemen en niet een politieke stemming wie wat is. God plaatste in de gemeente sommigen tot apostelen, sommigen profeten en sommigen tot leraars en evangelisten en herders; niet mensen die hen daarin stemden. God plaatste hen daarin door de roeping van de Heilige Geest, gebedssamenkomsten en het opleggen van handen en zich voor God houden.

55 Maar vandaag hebben we onze religie tot een zodanige plaats gesocialiseerd, dat het bijna gelijk staat aan de politiek zelf. We passen het in al onze denominaties toe. We zijn... De een kan niet naar de ander wijzen. Wij zijn allemaal schuldig. Daarbinnen tref je enige echte mannen en echte vrouwen aan. Maar het probleem is... waar ik aan moet denken is, dat we teveel in de minderheid raken – de waarachtige mensen die willen geloven, en die de kracht van God willen. Er zijn er teveel binnen gebracht door een sociale handeling.

     "Wel, dit is een goede man. Hij is een fijne vent." We hebben goede kerken gekregen. We bouwen goede kerken en betere kerken dan we vroeger hadden. Dat is in orde. Daar is niets op tegen. Ik houd ervan om te zien dat de kerk voorspoedig is. Maar broeder, ik zou het liever in de kracht van de Heer zien bloeien dan dat het bloeit in de wereldse zaken. Keer weer terug naar het Evangelie! Keer terug naar de kracht van God! Keer terug naar Pinksteren, zoals het oorspronkelijk was.

56 Maar ziet u, het probleem is dat we dat slaan niet willen nemen. Je kunt ergens iets over zeggen, een bepaald onzedig iets wat de kerk doet, of over een sociale zaak. Meteen daarna laten ze je vallen, sluiten de deuren, je kunt niet meer binnen komen, zie, omdat zij een vergadering beleggen en je uitbannen. Ze willen je niet meer. Ze zeggen dat je gek bent, je hebt je verstand verloren. Maar zolang het "zo spreekt de Here" is, maakt het mij niet uit wat iemand zegt! De kracht van Christus is nodig om een mens te veranderen. De kracht van Christus is nodig om een mens vast te houden. En als...

57 Jezus zei eens: "Bemerkt de leliën... en toch zeg Ik u dat Salomo in al zijn schoonheid niet was getooid als een dezer..." Het was ongetwijfeld een fantastische gezicht om Salomo te zien in al zijn pracht. Hij was iets geweldigs voor de wereld en een groot man voor God. Maar Salomo's kleed had geen leven in zich. Het was een stuk stof, waarschijnlijk afgeschoren van een schapenrug. Maar de lelie had leven! Wat wij vandaag nodig hebben is het leven van Christus binnenin ons. Dat is het wat reinigt – niet de buitenkant, een omgekeerde boord of een graad in de psychologie of zoiets. De kracht van de opgestane Christus is nodig om van ons te maken wat we behoorden te zijn. God heeft geen ander plan dan om de Heilige Geest te laten regelen en regeren in de gemeente.

58 O God! Hij was zodanig in het beeld van God, dat Hij en God één werden. "Ik en Mijn Vader zijn één." O my! Wat een soort leven was dat voor God, dat Hij zodanig in Hem leefde dat Zijn hele leven in God verborgen was! Geen wonder dat het een meesterwerk was.

59 Satan kwam tot Hem. Iedere keer dat God dacht dat Hij een meesterwerk had, kwam Satan tussenbeide. Hij ging op Mozes af en hij brak de wet. Maar toen hij tot dit Meesterwerk kwam: dat was Gods eigen keuze. Amen! Hij had Hem voorbestemd. Toen had hij geen succes; Hij bleef getrouw aan God. Toen God naar Hem keek en zag hoe Hij veertig dagen in de woestijn werd verzocht, zoals Mozes... Al deze mannen voorafschaduwden Hem immers. De wet werd gebroken. Maar toen hij kwam – Satan, die grote verzoeker – en probeerde Hem te verzoeken, toen ontdekte hij dat hij daar Mozes niet had. O nee! Hij trof een vijfduizend watt volt en verschroeide zijn vleugels toen hij tegen Deze opsprong.

60 "Er staat geschreven", zei Hij; ziet u. Adam liet het afweten. Maar Jezus, de tweede Adam, het Meesterwerk dat was gekomen om te verlossen, Hij zei: "Er staat geschreven: 'De mens zal niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat de mond Gods uitgaat.'" Toen had Hij een Meesterwerk. Jazeker! Hij zei nog iets anders. Hij zei: "Er staat ook geschreven: 'Gij zult de Here uw God niet verzoeken.' Ga achter Mij, Satan!" Daar stond een Meesterwerk! Wat deed Hij? Hij zei niet: "Ik zal het aan Mijn kerk vertellen. Ik zal de opzichters zo-en-zo laten doen en de bisschop zal zo-en-zo doen"; Hij zei: "Er staat geschreven."

61 Daar plaatste Hij Zijn eerste Adam achter en hij viel, en Satan bedierf het. Maar Deze kon hij niet bederven, ongeacht wat hij deed – zozeer dat Hij, God, tenslotte zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon. Hoort gij Hem. Ik geef alles aan Hem over. Hoort gij Hem." Zij waren één. Zij waren Dezelfde. God leefde in Hem, wat Hem God Immanuël maakte op aarde. Hij was een volmaakt lam. O, het volmaakte Meesterwerk van verlossing!

62 Toen behaagde het God, precies zoals Michelangelo; Hij werd zo geïnspireerd door Zijn leven, we zien in... Ik heb de Schriftplaatsen hier opgeschreven. Markus 9:7, als u het wilt lezen. Wel, het is op de berg der Verheerlijking. We zien, toen Hij daar op de berg der Verheerlijking was, dat daar Mozes verscheen en daar verscheen Elia. En het eerste wat er gebeurde, weet u, de apostel Petrus raakte zo geïnspireerd dat hij zei: "Laten we hier drie tabernakelen bouwen. We zullen hier drie organisaties uit maken. We zullen drie denominaties maken: één voor Mozes, één voor Elia en één voor U." Terwijl hij nog sprak, klonk er een stem uit die wolk, die zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon. Ik ben zo tevreden over Hem dat Ik Hem voor u ga slaan. Hoort gij hem. Hij zal gaan spreken."

63 Om onze overtredingen werd Hij doorboord; om onze ongerechtigheden verbrijzeld. Hij was een lam, het lam van God, het volmaakte offer. Er had nog nooit iemand geleefd zoals Hij, sindsdien heeft er nog nooit iemand geleefd zoals Hij. Hij was een volmaakt meesterwerk, voldeed exact aan Gods Woord.

64 In den beginne gaf God Zijn Woord – een deel voor die tijdsbedeling, voor dat deel, voor dat deel. Op dat punt zijn de mensen vandaag zo verward en misleid. Ze proberen op iets te bouwen wat veertig, vijftig jaar geleden is gebeurd. We zijn... Dat werd voor dat tijdperk gegeven. Wat had Mozes eraan gehad om met Henochs boodschap te komen? Wat had Mozes eraan gehad om met Noachs boodschap te komen? Wat had Jezus eraan gehad om met Mozes' boodschap te komen? Ziet u? En wat had Wesley eraan gehad om met Luthers boodschap te komen? Wat had Pinksteren eraan gehad om met Wesley's boodschap te komen? Ziet u wat ik bedoel?

65 Het staat hier allemaal uitgeschreven in de Bijbel en we moeten het tijdperk weten en het uur en wat voor òns is. En daarin schieten wij vandaag tekort. We lezen alles behalve de Bijbel. Dit is de dag waarin we zouden leven. Dit is de dag waarin God ons heeft geplaatst. Laten we in het Woord kijken.

66 Op die wijze faalden zij om Jezus te zien. Deze Farizeeën en Sadduceeën, Herodianen en verschillende organisaties uit die tijd hadden het zo voor elkaar en zo volmaakt voor elkaar, dat er volgens hen geen mogelijkheid was om eraan te ontkomen. Maar toen Hij kwam was Hij absoluut... Hij was verschillend van al die andere mannen. Hij was een kleine nederige jongeman, geboren in een stal, met een... men dacht dat hij een onwettig kind was en dergelijke. Maar toch kwam Hij precies zoals de Schrift zei dat Hij zou komen. Men was bekend met wat Mozes had gezegd en Mozes sprak over Hem. Hij zei: "Wel, als u Mozes had gekend, zou u Mij hebben gekend. Mozes sprak over Mij." En toch konden ze het niet zien – zo verdraaid in hun tradities dat zij het niet konden zien.

67 Maar ziet u, Hij kwam niet om de organisaties van die dag te weerspiegelen. Hij kwam niet om de sektarische godsdiensten te weerspiegelen. Hij kwam om de Vader te weerspiegelen en de Vader was het Woord. Amen! Nu voel ik mij religieus. Hij kwam om het Woord van de Vader te weerkaatsen. God had gezegd dat Hij daar zou zijn en daar was Hij – het volmaakte Meesterwerk van Gods grote werkstuk. O my!

68 Hij was de volmaakte weerkaatsing van Hem. Hij weerkaatste alles waar God over gesproken had. Hij weerkaatste wat Adam over Hem had gezegd, Hij weerkaatste alles wat de profeten daarover hadden gezegd, alles wat de aartsvaders daarover hadden gezegd. Elk ding wat Hij had gezegd: Hij was de vervulling van het Woord. Alle typen werden in Hem vervuld. Hij werd Jehova van het Nieuwe Testament. Hij was de Jehova van het Oude Testament. Het Woord, dat in de Vuurkolom was, werd toen openbaar gemaakt en woonde onder ons. Jehova van het Oude Testament werd Jezus van het Nieuwe Testament. Hij was een volmaakte weerspiegeling van God.

     O, als de hedendaagse kerk toch maar die eerste kerk kon weerspiegelen, toen de Heilige Geest viel op de dag van Pinksteren! Als de Christenen dat vandaag konden weerspiegelen! Wij zijn een verbastering in vergelijking met wat zij waren.

69 Toen ik hier vandaag naartoe kwam, lette ik op, kwam langs een van deze kleine Casa Grande, of enige van deze kleine landbouwbedrijven hier... Ik merkte op dat er een katoenplantage was en verschillende... Luzerne. Ze hadden windmolens nodig om water op te pompen om dat in leven te houden. Waarom? Het hoort daar niet. Beslist niet. Maar kijk naar die oude cactus. Het zou vijf jaar lang niet mogen regenen, maar hij zou blijven leven; als je echter een paar dagen verzuimt die water te geven, zal het sterven. Ziet u, het is niet oorspronkelijk.

70 Op die wijze zijn wij. We moeten vertroeteld worden en een kopstuk in de kerk worden gemaakt en op de rug geklopt en dit, dat en nog wat anders worden genoemd. Terwijl die vroegere Christenen ruig waren! Zij maakten zich er niet druk om wie hen op de rug klopte. Zij weerspiegelden Jezus Christus zodanig dat zij zeiden... Zij bemerkten dat zij ongeletterd en ongeschoold waren. Zij gingen niet naar de Havo en ze hadden geen universiteitsgraad. Maar zij herkenden dat zij bij Jezus waren geweest. Dat is nodig bij de Christenen vandaag, dat u ervoor zorgt bij Jezus te zijn geweest. Er is iets met u wat anders is. Ik weet dat het geen... Het is impopulair om te zeggen, maar wij zien niet uit naar populariteit. Christenen zien niet uit naar iets gemakkelijks.

71 Jaren geleden stond er dikwijls een oude zuster in mijn kerk het lied te zingen: "Moet ik op een bloemrijk bed van gemak naar de hemel worden gedragen, terwijl anderen vochten om de prijs te behalen en zeilden door bloedige zeeën? Nee. Ik moet vechten als ik moet regeren." Denkt u eraan wat u zou doen als u hier was geweest terwijl alles tegen Jezus Christus zou zijn, als u in Zijn tijd had geleefd? U leeft daarin, mijn broeder, zuster. Dat is juist. Hij is nog steeds het Woord. Kijk hoe ze er vandaag aan de dag op trappen. Kijk hoe ze proberen het te organiseren en het te verenigen, enzovoort, met de wereld. Blijf erbuiten! Neem uw standpunt in voor Jezus Christus en Zijn Woord. Laat niets dat hinderen. Blijf er precies bij.

72 Zoals de oude Chinees van de wasserette die hier vroeger, jaren geleden, naar Arizona en Californië kwam. Hij kon geen woord Engels schrijven. Hij kende het nauwelijks. Als je de was naar hem toebracht, weet u wat hij dan deed? Hij had kleine stukjes papier waar helemaal niets op stond. Hij scheurde dat stukje papier door en gaf u één stuk. Als je terugkwam moest dat stukje papier bij zijn stuk papier passen, anders kreeg je je was niet terug. Dat is heel wat beter... Je zou een naam kunnen namaken. Maar je hoefde hem wat dat betreft niet voor de gek te houden omdat dat stukje papier precies moest passen bij zijn stuk papier.

73 Op diezelfde manier maakte God ook Zijn verbond. Onze ervaring moet niet bij een bepaalde geloofsbelijdenis passen, een dogma, een kerkorganisatie; maar het moet passen bij Gods Woord, Jezus Christus. Juist. Als wij tot Christus komen, maakt Christus aanspraak op ons. Hij scheurde Hem op Golgotha in tweeën. Een deel ervan verhief Hij om aan Zijn rechterhand te zitten, hetgeen het lichaam was. Hij zond de Geest hierheen terug om een bruid voor Hem te maken, en diezelfde ervaring die in Christus was, moet in ons zijn. Hij was absoluut zo volmaakt, dat Hij de Beeldhouwer zodanig behaagde en inspireerde, dat Hij Hem op Golgotha sloeg. O my!

74 Nu zien we Hem zoals de Schrift heeft gezegd: Gods Meesterwerk. Wij zien Hem door God geplaagd, geslagen en verdrukt. Daar is het echte Meesterwerk, zoals Angelo het zijne sloeg. Dat maakte... Als Hij slechts een goed leven zou hebben geleefd, zou Hij net zo zijn geweest als sommige mensen vandaag die het sociale evangelie prediken. Hij was een profeet. Hij was een profeet, maar Hij was meer dan een profeet: Hij was God; Hij was Immanuël.

75 En wat Hem nu voor mij exact tot het meesterwerk maakt, voor mij en voor u, is dat God hem sloeg. Hij sloeg Hem op Golgotha. Als Hij niet geslagen was geweest... Ongeacht hoeveel doden Hij zou hebben opgewekt, hoe geweldig Hij zou hebben gepredikt, hoe groot Zijn leven was geweest, wat Zijn claims waren geweest: daar werd het bewezen. God was zo verheugd, dat... Hij was de enige Man die ooit op het oppervlak van de aarde heeft gestaan, die God zou kunnen slaan voor alle anderen. Die Volmaakte werd geslagen voor de onvolmaakten. De hele schepping die gevallen was door Adam, werd verlost door Jezus Christus. Gods Meesterwerk had de proef doorstaan. Hoe deed Hij het? Door het Woord. Er staat geschreven: "De mens zal niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat de mond Gods uitgaat."

76 O Christenvriend, trek de gehele wapenrusting Gods aan. Trek je niet terug met een of ander ideetje over een geloofsbelijdenis, of iets waar je aan vasthoudt. Trek de gehele wapenrusting Gods aan wanneer je tegen de vijand ten strijde trekt, zoals onze Heer deed. Hij toonde hoe de zwakste Christen Satan kan verslaan: eenvoudig met het Woord. Hij had krachten. Hij had Satan kunnen slaan op elke manier die Hij maar wilde, maar Hij gebruikte het niet. Hij nam eenvoudig het Woord en versloeg hem daarmee. "Er staat geschreven. Er staat geschreven." Overal: "Er staat geschreven." Zo versloeg Hij Satan door het Woord van God.

77 Nu, dat was een volmaakt Meesterwerk en God sloeg het. Wat was het een voorbeeld. Wat een echte zaak! Sprekend over Michelangelo's beeldhouwwerk daarginds, waarom Mozes op zijn been werd geslagen! De Bijbel zei dat deze Man werd verbrijzeld boven alle mensen. Hij werd zodanig verbrijzeld totdat Hij er zelfs niet meer uitzag als een Zoon des mensen. Hij werd geslagen, Hij werd gekneusd, Hij was bloedig, Hij werd gegeseld, Hij... alles wat kon worden gedaan. Hij zag eruit als slechts een hoop bloed en beenderen wat daar liep. Hij zag er zelfs niet uit als een menselijk wezen toen Hij dat omhoog sleepte naar Golgotha. God sloeg Hem voor ons. Dat maakte Hem het volmaakte Meesterwerk.

78 O, wat heb ik Hem lief – om te weten dat Hij dat voor mij deed, te weten dat Hij dat voor u deed. Hoe zouden wij... hoe zouden wij er aan kunnen beantwoorden? Niemand zou er aan kunnen tippen. Niemand is waardig om de vergelijking te doorstaan. Wij waren hier zonder hoop. Wij waren zonder God; wij waren zonder enige weg ter verlossing; ieder van ons sexueel geboren – en wij zouden gewoon de prijs moeten betalen. Maar Hij kwam, de Volmaakte, en was zo perfect en behaagde God zodanig, dat God Hem sloeg voor u en mij.

79 Nu, gedurende bijna tweeduizend jaren is God bezig geweest om te proberen voor Zichzelf een meesterwerk-bruid uit te hakken, genaamd de kerk. Dat klopt. Hoe doet God het? Hij doet het door Zijn nooit veranderende methode: het Woord. God verandert Zijn methode nooit. Iedereen... u kan... U verandert, ik verander, tijden veranderen, de wereld verandert; maar God verandert niet – Hij is volmaakt. Hij verandert niet. En zoals Hij iets voor de eerste keer doet, doet Hij het telkens op dezelfde manier.

80 Eens redde Hij de mens omdat hij zich bekeerde. Op die manier zal Hij de mens opnieuw redden. Hij genas een mens omdat hij geloof had. Hij zal de volgende op dezelfde basis genezen. Hij verandert Zijn wegen nooit, ziet u, want Hij is soeverein en Hij is eeuwig. Hij is oneindig, alomtegenwoordig, alwetend. Hij is God. En daardoor hoeft Hij niemand om wijsheid te vragen. Hij hoeft niet te wachten totdat Hij meer heeft geleerd. Hij heeft geen nieuwe graad nodig. Hij is volmaakt. En welke graad en welk ding Hij eerst maakt, Zijn eerste beslissing blijft voor altijd bestaan. Het kan nooit meer worden veranderd. O, wat ben ik blij!

81 En toen Hij Zijn eerste meesterwerk maakte, plaatste Hij hem achter het Woord. Toen Hij Zijn tweede Meesterwerk maakte, was Hij het Woord. Amen! Hij was het Woord. Niet achter het Woord, maar Hij was het Woord. God verandert Zijn plan nooit. Dat is precies waarmee Hij Zijn eerste gemeente liet beginnen, met het Woord.

82 Nu, God, het Woord; in den beginne was Hij onafhankelijk van alle andere... al het andere, alle andere mensen. Ik bedoel dit niet te zeggen omdat ik anders wil zijn. God is een afscheider. Weet u dat? U praat over integratie – God is een afscheider. Dat doet Hij beslist. Hij scheidt Zijn volk af van de wereld. Hij scheidde Israël, Zijn volk af. Hij probeert Zijn kerk af te scheiden van de wereld, maar de kerk wil doorgaan met de wereld. Maar Zijn volk is nog steeds afgescheiden, afgescheiden voor Hem. Wie is Hij? Het Woord.

83 Hoe kan een man de doop van de Heilige Geest hebben – en de Heilige Geest schreef het Woord – en een man heeft de doop van de Heilige Geest en ontkent het Woord? Hoe kan de Heilige Geest in u Zijn eigen Woord ontkennen dat voor u was bedoeld? Ik kan het niet begrijpen. Het moet met het Woord overeenstemmen, en als uw geest in u niet ieder van Gods beloften wil bevestigen met "Amen!", dan is er iets verkeerd.

     Broeder Fred Sothmann of iemand anders hier vanavond haalde dit aan: "Jezus Christus, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Hij is het Woord. Dat is zeker. Hij is altijd dezelfde, ziet u en uw geest moet dat bevestigen met een "Amen".

     "O, Hij... in zekere zin is Hij..." Over de hele linie is Hij dezelfde, gisteren, vandaag en voor immer.

84 We bemerken nu dat God een bruid begint te maken voor Christus. De bruid moet met Hem en in Hem worden geïdentificeerd, omdat zij een deel van Hem is. Nu, de bruid is een deel van Hem. Zij is een deel van Hem. Het Woord voor die dag – de bruid wordt een deel van dat Woord, want het is Christus. Gelooft u dat? We moeten in Christus zijn. In Christus. We moeten van Christus zijn, in Christus, deel van Christus. Wat is een vrouw? Als zij een man neemt, of een man neemt een vrouw, dan moet die vrouw een deel van hem zijn. Ze zijn niet langer twee; ze zijn één. En toen God en Christus één werden, waren zij één; want God was het Woord en het Woord werd vleesgemaakt. Het vlees en het Woord werden één. En wanneer de kerk Christus' bruid wordt, zijn zij en de Evangeliën hetzelfde.

85 Hoe kunt u dan zeggen dat de dagen van wonderen voorbij zijn? Hoe kunt u dan zeggen dat Hij niet dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer? Hoe kunt u zeggen dat deze dingen voor een apostel zijn, of discipel of iemand in een andere tijd, als u een deel van Hem bent? Terwijl Hij heeft gezegd: "De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal nooit voorbijgaan"? Hoe zit het met Openbaring 22? Toen Hij gereed was gekomen met het schrijven van het boek, zei Hij: "Ik betuig aan een ieder: Indien iemand hier één woord aan toevoegt of er één woord van afneemt, zal God zijn deel afnemen van het boek des levens."

     Hoe zullen wij dan bij de hemel kunnen aankomen en zeggen: "Wel, ik geloof dit, maar dat geloof ik niet"? U moet het volle Woord zijn, want u bent een deel van Hem.

86 Dat is de manier waarop God vandaag Zijn kerk probeert te maken; niet door middel van een geloofsbelijdenis. En ze proberen ons ertoe te dwingen, mensen. Je ziet het aankomen. Het teken is aan de wand. Het zal niet al te lang meer duren dat we een wereldkerk worden, en iedere kerk zal er in mee moeten gaan of de omstandigheden het hoofd moeten bieden. Maar bent u gereed om dat het hoofd te bieden? U kunt het maar beter niet doen als u slechts denkt dat het de juiste zaak is. U kunt maar beter Christus in u hebben, omdat dat Woord eeuwig is en dat Woord zal u weer doen opstaan. U wordt deel van dat Woord. U bent geïdentificeerd met het Woord.

     Vandaag zegt u: "Ik ben een Christen. Tot welke denominatie behoort u?"

87 Wel, dat heeft totaal niets met Christendom te maken. Het is in orde om denominaties te hebben. Ik heb daar niets op tegen. Maar ziet u, dat... dat is wat mensen zijn... Veel mensen zeggen dat ik denominaties verscheur, dat ik tegen ze schop. Dat doe ik niet! Beslist niet! De denominaties zijn allemaal in orde. Het zijn net zoiets als werkovereenkomsten of iets dergelijks. Maar als u vasthoudt... Omdat u zegt: "Ik ben een Christen, omdat ik tot deze bepaalde kerk behoor", dat betekent niets. U moet van Christus zijn en Christus is het Woord. En vele keren zijn deze denominaties net zover van het Woord verwijderd als het oosten van het westen.

88 Om de bruid te zijn moet u bij dat Woord blijven. Als u in de bruid bent, bent u in het Woord en het Woord is in u. En het Woord dat God weerspiegelde door Christus, weerkaatst dezelfde God door u. Amen. "Amen" betekent: zo zij het. Dus ik... zo zij het. Ik geloof dat het de waarheid is. U moet met Hem worden vereenzelvigd.

89 Als ik een echte, oorspronkelijke Amerikaan wil zijn, als ik een echte inwoner van dit land wil zijn, moet ik met haar vereenzelvigd worden. Ik moet alles zijn wat zij eenmaal was, goed of slecht; ik moet alles zijn wat zij is, goed of slecht; alles wat zij ooit zal zijn, goed of slecht. Ik zal met dit land moeten worden vereenzelvigd als ik een Amerikaan wil zijn. Is dat juist? In haar glorie of haar schande, vrijheid of vuur, wat ze ook is, ik moet de veroorzaker zijn van haar onsterfelijkheid. Ik moet staan als een eenheid. Alles wat zij is, ben ik. Alles wat ze eens was, ben ik. Alles wat ze ooit zal zijn, ik moet deel aan haar hebben. Dat is juist. Denk daar eens enige ogenblikken over na.

90 Dan om dat te zijn, als Amerikaan (ik zal het duidelijk maken voor u, zodat u er zeker van zult zijn het te zien als ik sluit), om een Amerikaan te zijn moet ik met alles wat zij ooit heeft gedaan geïdentificeerd worden. Dan ben ik op Plymouth Rock geland met de voorvaders. Ik was op Plymouth Rock met de Pelgrims. Ik was daar bij hen. Ik reed op een avond met Paul Revere mee om dit land te waarschuwen voor haar gevaren. Ik moet dat hebben gedaan als ik een Amerikaan ben.

91 U zegt: "O, broeder Branham!" Wacht eens even. In de Bijbel staat in Hebreeën, het zevende hoofdstuk, dat Levi die tienden ontving, tienden betaalde; want hij was in de lendenen van Abraham toen hij Melchizédek ontmoette. Zijn bet-overgrootvader, en het werd hem toegerekend. Terwijl zijn achter-achterkleinzoon in zijn lendenen was, toen Abraham tienden betaalde aan Melchizédek, toen rekende God het toe... Deed Hij dat? Dat is juist.

92 Wat dit land ook is, ben ik. Dat klopt. Dus landde ik op Plymouth Rock; reed ik met Paul Revere mee; stak ik de Valley Forge over, die ijsrivier, met George Washington. Ik was een van die Amerikaanse soldaten die geen schoenen hadden toen ze tegen de Britten op marcheerden. Ik had koude voeten die morgen. Toen ik mijn voeten omwikkelde zag ik Washington de wildernis uitkomen, nat tot aan zijn middel van het bidden de hele nacht. Ik was daar toen het gebeurde.

93 Ik stond bij Stonewall Jackson toen de tegenstand zo groot was. Toen de noordelijke legers er mensen heenstuurden, zeiden ze: "Al de gelederen zijn gebroken."

     Zij vroegen: "Waar is Jackson?"

     Zij zeiden: "Hij staat als een stenen muur."

     Ik stond daar bij hem. Kleine, tengere, blauwogige kerel. Ze vroegen een keer aan hem: "Hoe kunt u standhouden als de oppositie zo groot is?"

     Een zeer bescheiden man, hij klikte zijn laarzen zo tegen elkaar aan. Hij zei: "Ik zal geen kroes water aan mijn mond zetten totdat ik de almachtige God heb gedankt." Ik deelde in zijn overtuiging. Ik stond bij Stonewall Jackson. Dat is waar.

94 Ik was op de Boston Tea Party. Ik hielp mee met iets van die Britse thee in de oceaan te gooien. Ik moest dat doen om een Amerikaan te zijn. Jazeker! Jazeker. Ik tekende de Onafhankelijkheidsverklaring met Thomas Jefferson. Ik luidde de Vrijheidsklok op de vierde juli in 1776.

95 Ik ben vereenzelvigd met haar schande van de revolutie, toen broeder vocht tegen broeder en vader tegen zoon. Ik moet net zo goed worden vereenzelvigd met haar schande als vereenzelvigd met haar glorie. Dat is helemaal waar.

96 Ik was op Wake Island toen al die soldaten hun leven verloren. Ik zag ze het doen. Ik zag ze toen ze Wake Island innamen. Ik hielp de vlag hijsen op Guam. Beslist. Alles wat ze was en alles wat ze heeft gedaan, alles wat ze nu is, ik zeg trots dat ik een deel van haar ben; omdat ik er trots op ben een Amerikaan te zijn. U niet?

97 Om een Christen te zijn moet ik hetzelfde zijn. Halleluja! Jazeker! Als ik een Christen ben, dan predikte ik met Noach het Evangelie en waarschuwde voor de komende oordelen. Ja, ik maakte er in het verleden deel van uit. Ik maakte deel uit van Gods economie.

98 Ik was bij Mozes bij de brandende struik. Ik werd met Mozes uit Egypte gestoten. Ik vluchtte de woestijn in en stond bij hem bij de brandende struik. Ik hoorde Zijn stem, ik zag Zijn heerlijkheid, ik zag de Vuurkolom daar in die struik die tot Mozes sprak. Ik stond bij hem bij de Rode Zee toen die zich opende. Ik zag hoe de Vuurkolom zich neerzette op de berg Sinaï. Ik at manna in de woestijn en dronk van de geslagen rots. Halleluja! Ik voel me nu geen vijfenvijftig meer. Nee, amen!

     Jazeker. Ik at daar met de Hebreeënkinderen manna in de woestijn en ik dronk van dezelfde geslagen rots.

99 Ik stond die morgen bij Jozua toen hij de muren van Jericho onderzocht en hij een Man zag staan. Hij trok zijn zwaard en rende naar Hem toe. Hij zei: "Bent u voor ons of bent u voor onze vijand?"

100 Hij zei: "Ik ben de Aanvoerder van de legerscharen Gods." Ik zag Jozua zijn zwaard op de grond gooien. Ik knielde met Jozua neer toen hij voor Hem boog; de Aanvoerder van de legerscharen Gods. Ik zag hoe de muren van Jericho instortten bij het geschal van de trompetten.

101 Ik zag Jozua toen hij zei: "Zon, sta stil en maan blijf in het dal van Ajalon. Beweeg niet!" Ik zag de zon stilstaan en hoe de maan haar licht niet weerhield. Ik zag dat alles gebeuren.

102 Ik was bij Daniël in de leeuwenkuil, bij de Hebreeënkinderen in de brandende oven. Ik was bij Elia daarginds toen de hele wereld hem de rug toekeerde; en Achab met al hun Izebels met hun afgeknipte haar en de dingen van die dag, hun verven en poeders en alles wat de kerk binnenkwam. Ik stond bij Elia en beweerde dat de boodschap zuiver en rein was op basis van Gods Woord. Halleluja! Ik stond bij hem op de berg Karmel toen hij daar alleen stond. Ik zag hoe hij bad om vuur uit de hemel.

103 Ik stond bij David toen hij Goliath versloeg. Glorie voor God! Wel, als ik een Christen ben, ben ik in al die dingen geïdentificeerd. Ik moet er een deel van zijn. Jazeker! Ik profeteerde met Jesaja in zijn dag. Ik was met Johannes bij de Jordaan toen hij de duif op Hem zag neerkomen. Ik stond met Johannes bij de Jordaan. Ik zag hem de zieken genezen, Lazarus opwekken, Jaïrus zijn dochter weer opwekken nadat zij gestorven was. Ik zag dat.

104 Ik ben met Hem vereenzelvigd in Zijn dood. Ik stierf met Hem toen Hij stierf op Golgotha en ik stond op Paasmorgen weer met Hem op in de kracht van Zijn opstanding. Ik ben er vanavond een getuige van. Ik stierf met Hem op Golgotha, stond met Hem op op Pasen. Halleluja! Om een deel van Hem te zijn, moet ik met Hem worden geïdentificeerd. Ik was met Hem geïdentificeerd in Zijn dood. Ik was met Hem geïdentificeerd in Zijn lijden. Ik was met Hem geïdentificeerd toen de denominaties Hem lieten vallen. Ik was met Hem geïdentificeerd toen ze Hem de tempel uitjoegen, toen ze Hem probeerden kwijt te raken. Ik was daar bij Hem. Ik was bij Hem in Zijn dood, stond met Hem op in de opstanding.

105 En ik was bij de honderdtwintig toen ze naar boven gingen in de opperzaal. Ja. Ik was er getuige van hoe die machtig ruisende wind van de hemel kwam. Ik sprak in tongen met de gezalfden op de Pinksterdag. Halleluja! Ik was daar omdat ik met Hem ben vereenzelvigd. Glorie voor God! Dat is waar. Ik predikte met Petrus in Handelingen 2. Wel, ik predikte daar met hem. Ik predikte met Paulus op de Marsheuvel voor de ogen van de critici. Jazeker! Ik moest wel. Ik was met Johannes op het eiland Patmos. Ik zag het visioen van Zijn komst. Ik ben... ik zag Luther. Ik stond bij hem ten tijde van de Reformatie. Ik was bij Wesley.

106 En nu ben ik hier in Yuma, Arizona. Halleluja! Ik ben hier vanavond in dit Stardust Motel met een groep mensen geïdentificeerd die hetzelfde geloven. En we zijn nu tezamen gezeten in hemelse gewesten in Christus Jezus. Halleluja! Ik zie uit naar Zijn komst in heerlijkheid een dezer dagen. Geïdentificeerd met Hem! "Levend had Hij mij lief; stervend redde Hij mij; begraven droeg Hij mijn zonden ver weg. Opgestaan rechtvaardigde Hij mij gaarne, voor immer. Op een dag is Hij komende, o heerlijke dag!"

107 Nu ben ik vereenzelvigd in de doop van de Heilige Geest. Niet iets wat hier op straat gebeurde, iets van veertig jaar geleden – ik heb het precies nu, de glorie en kracht van God, vergeving van zonden. Ik zie Hem de zieken genezen, de blinde ogen openen; zie Hem dingen voorzeggen, de harten der mensen doorgronden. Ik ben met Hem geïdentificeerd in Zijn bediening van deze dag. Glorie voor God! Ik ben met Hem geïdentificeerd in deze laatste dag voor bevrijding.

108 Ik vertrouw erop een deel te zijn van die grote bruid die een dezer dagen zal komen. Ongeacht wat de wereld mag zeggen – ze mogen ons gek noemen, hysterisch, of Beëlzebubs of ketters, wat ze ook mogen zijn – ik wil nog steeds worden vereenzelvigd met die groep. Ik ben daar nog steeds. Ik blijf daar. Ik werd er geboren. Ik wil daar blijven. Ik zal daar altijd zijn omdat God mij daar plaatste. Ik ben... Ik heb mijn kerk verlaten om mij te komen identificeren met een stel heilige rollers. Ik ben een van hen. Ik ben met hen geïdentificeerd. Ze zeiden: "Billy, je hebt je verstand verloren." Misschien heb ik dat, maar ik heb het verstand van Christus gevonden.

109 Ik vond Zijn Woord, vond Zijn tegenwoordigheid, ontdekte dat Hij dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. Het kan me niet schelen hoe iemand anders erover denkt. Het gaat om mijzelf – ik ben degene die zich moet identificeren. Ik ben met Hem geïdentificeerd door Gods Woord. Hij zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." Ik ben blij dat ik daarmee ben geïdentificeerd. Beslist.

110 Weet u, op een keer, de oude meester violist... U hebt het verhaal gehoord. Ze hadden een oude viool die bij opbod werd verkocht. Ze wilden haar verkopen en niemand wilde haar kopen. En ze zeiden: "Wie biedt een dollar? Wie biedt anderhalve dollar?" Tenslotte: "Eenmaal, andermaal, anderhalve dollar." Tenslotte trad uit het gehoor een oude grijsaard naar voren (u kent het verhaal), pakte haar op en zei: "Geef ze aan mij." Deed wat hars op de strijkstok en sloeg een paar accoorden aan. De mensen begonnen te huilen, de tranen liepen zo over hun wangen. En toen ze dat deden, pakte de veilingmeester haar opnieuw op en zei: "Wie geeft er...?" De een zei: "Duizend dollar."

     "Tweeduizend."

     "Vijfduizend."

     Wat was het verschil? De meester – degene die haar kende, degene die haar bouwde – hij wist hoe hij uit haar moest krijgen wat in haar was.

111 En zolang wij proberen onze kerken uit leerstellingen en denominaties te leiden, zullen we falen. Laat de Meesterbouwer van de mensheid – die de mens heeft gemaakt in Zijn eigen beeld, die een bruid voor Hem bouwt voor dezelfde zaak – laat Zijn Heilige-Geest-strijkstok dit Woord in uw hart eens beroeren en het zal het beste exemplaar zijn. Ongeacht hoeveel grote kerken het zijn waar u heengaat en hoeveel namen er in het boek staan, het zal meer voor Jezus Christus doen dan al de kerken en denominaties en leerstellingen en wereldkerken en organisaties in de hele wereld.

     Hij is bezig een bruid te maken. Jazeker. Hij hakt er nu de flinters af, hakt de wereld eraf. O, lidmaatschap en geloofsbelijdenissen en denominaties en dogma's moeten allemaal van de kerk worden weggehakt – hun formele ideeën, hun onverschilligheid, hun leerstellingen en dergelijke. Kom terug en laat de Meester de strijkstok oppakken. Laat de Meester u in Zijn handen oppakken, over het Woord strijken en zeggen: "Jezus Christus is dezelfde gisteren, vandaag en voor immer."

     Zeg: "Amen, Here. Maak mij, vorm mij, maak mij Here wat ik zou moeten zijn." Dan zal er iets anders zijn.

112 Dan: "Als Ik van de aarde zal opgenomen zijn, zal Ik alle mensen tot Mij trekken."

113 Inderdaad. Hij hakt u nu uit; hakt u uit tot alleen Zijn Woord overblijft; hakt al de geloofsbelijdenissen en dogma's en alles van u af; opnieuw proberend een bruid voor Zijn Zoon terug te krijgen, een ander meesterwerk-deel van het Woord.

114 Het Woord... Jezus kon die plaats niet innemen. Herinnert u zich toen zij in die tijd in het Boek lazen? Hij las slechts een deel van de profetie, liet de rest ervan over voor de laatste dagen. Er wordt van ons verwacht dat wij dat deel nemen. Dus u ziet dat Hij hakte... de kerk wil uithakken zoals Hij de Zoon uithakte, zoals Hij met de bruid en de Bruidegom deed. Om Zijn bruid te zijn moet u een deel van Hem zijn. Geen deel van de geloofsbelijdenis, geen deel van de kerk, geen deel van de denominatie – maar het deel van Hem. Van een ander soort of vorm uitgehouwen te zijn zal niet werken; u moet uitgehouwen worden uit het Woord, de wereld uit u weggehakt, zodat slechts het Woord in u blijft leven.

115 De grote Beeldhouwer rekent op u, dat u gewillig bent om te blijven staan zodat u kunt worden gevormd in de gelijkenis van Zijn vereiste; hetgeen Zijn Woord vereist. "In het laatst der dagen zal Ik Mijn Geest uitstorten op alle vlees. Uw zonen en dochters zullen profeteren." Christus is het geïdentificeerde Meesterwerk van het Woord vleesgemaakt. Aan u wordt gevraagd om uzelf door datzelfde Woord met Hem te identificeren, om het meesterwerk voor de bruid te zijn.

     Nu broeders, toentertijd had God een Meesterwerk om aan de wereld voor te stellen; nu wil Hij vandaag een meesterwerk. Bent u gewillig? Bent u gereed, mijn Christenvriend? Bent u er echt zeker van dat uw leven voor Christus zo weerkaatsend is...? Ongeacht wat de wereld zegt. Zij zeggen dat u uw verstand hebt verloren; dat u gek bent geworden; dat u bent weggegaan en u gevoegd hebt bij dat stel heilige rollers. Besteed daar geen aandacht aan.

     Als u niet echt, waarachtig bent gered en in dat lichaam bent, zodat het Woord van God in u zich weerkaatst en het leven van Christus uit u schijnt – broeder, zuster, waag het er niet op. Het maakt me niet uit wat u bent, welk soort ervaringen u hebt gehad; laat dat Woord zich iedere dag door u heen weerkaatsen, want God neemt in deze laatste dagen een bruid voor Zijn Zoon Jezus Christus.

     Laten we onze hoofden buigen. Dierbare hemelse Vader, zo'n ruwe manier voor een intelligente groep mensen! Mijn opleiding is ontoereikend, Here. Ik bid dat de grote Heilige Geest deze woorden wil laten inzinken in de harten van de mensen, zodat zij zullen zien wat ik bedoelde, als zij het niet konden begrijpen door de manier waarop ik dingen afhak, Here. Maar in mijn hart zie ik wat U probeert te doen.

116 Ik geloof, Vader, dat de bruid een deel moet zijn van de Bruidegom. Zij moet hetzelfde zijn als de Bruidegom, want zij is een deel van Hem. Zij kan nimmer, nimmer Zijn bruid zijn tenzij zij een deel van Hem wordt. En dat is vandaag een deel van het Woord dat zegt dat Hij dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. Het tarwegraan dat eens op aarde leefde en op de grond viel, stond op in de gelijkenis van het graan dat de grond inging.

117 En Here, op de Pinksterdag kwam er een grote gemeente voort. Er kwam nog meer tarwegraan om voor de laatste dag een Bruidegom en een bruid te vormen. We ontdekten dat het gedurende ongeveer duizend jaren voor Hem ineen viel. Vanaf het Concilie van Nicéa lag het te rotten in de grond. De critici schreven het boek: "De stille God", die zou toelaten dat... kleine kinderen waren dood en werden gedood door leeuwen en verbrand. En de gladiatoren martelden de Christenen en verbrandden hen op de brandstapel. Als die man slechts het geestelijk begrip zou hebben gehad dat dat graan moet rotten in de grond; maar het spruit weer uit.

118 Niet zoals datgene wat naar beneden ging – het ging naar beneden zoals een graankorrel er uit ziet – maar toen het voortkwam had het een paar blaadjes, zoals het jonge graan dat opkomt. Tenslotte groeide het door, van Luther naar Zwingli en zo verder, en tenslotte kwam het tot een aar. Het veranderde zichzelf in de dagen van Wesley. Het leek al een beetje meer op het graan – meer dan de blaadjes. Het komt weer tot zichzelf terug.

119 Dan ontdekken we dat het opkomt tot een graankorrel, het lijkt bijna op de echte. En als u even bukt en het kafje wegtrekt, dan zult u ontdekken dat in dat eerste tarwegraan helemaal geen korrel zit. Het is het kaf, een blaadje. Here, de grote Pinksteropwekking die is voortgegaan, het moest op die wijze zijn, Here, om het graan dat zou komen, te beschermen. Er zou anders geen plaats voor zijn geweest om heen te gaan.

120 Nu Vader, wij weten dat we alles nemen volgens de natuur, omdat U de natuur vormde. U verloste de aarde door de wijze waarop U haar doopte in de dagen van Noach, nadat hij gepredikt had. U hebt het bloed van de Zoon op de aarde doen druppelen om haar voor Uzelf te reinigen. En in de toekomende geweldige tijd als zij wordt hersteld, zult U haar verbranden met vuur, om alle wereldse dingen er vanaf branden, zoals U bij de Christen doet. U redt hem, doopt hem, heiligt hem, dan verwijdert U de wereld van hem en neemt hem daarna aan als Uw eigene door de Heilige Geest in hem te plaatsen.

121 Wij weten dat dit graan door hetzelfde proces heengaat. Alles in de natuur werkt samen. Nu, Here, als wij zien hoe het kaf bezig is zich van het graan terug te trekken en werelds wordt, o God, sta toe dat deze graankorrels zullen... Het kaf moet zich terugtrekken zodat het graan in de tegenwoordigheid van de zon kan komen. En ik hoor het komen van de dorsmachine, Here. Het zal niet lang meer duren. En daarna zal de grote zuiger Zijn bruid opnemen in de heerlijkheid en de tegenwoordigheid van God.

122 Ik bid, Vader, dat U ieder van ons zegent. Laten we onthouden, Here, dat dit onze gelegenheid is. Er zou geen morgen meer voor ons kunnen zijn. Vandaag is het onze gelegenheid. "Heden, na zo lange tijd, indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet."

     Here God, ik ken deze mensen niet. Als er hier enigen zijn die daar aan te kort komen, sta dan vanavond toe dat zij de volheid van God zullen ontvangen en gevuld worden met de Heilige Geest. Sta het toe, Vader.

     Nu, met onze hoofden gebogen, onze harten eveneens... Vrienden excuseert u mijn manier waarop ik mijn boodschap afkap. Ik bid dat God u slechts zal laten zien wat ik bedoelde. Nu als... ik wil niet dat er iemand kijkt. Houdt uw hoofden gebogen. Wie u ook bent, als u er niet zeker van bent dat uw leven...

123 Kijk, elk van deze processen, wat deden zij? Ze gingen een organisatie binnen. Wat was het gevolg? De Geest verliet hen en ging naar een ander. Zodra Luther zich organiseerde ging het direct Wesley binnen. Wesley organiseerde zich. Het ging direct Pinksteren binnen. Pinksteren organiseerde zich. Waar gaat het heen? Precies zoals de Vuurkolom, het blijft zich voortbewegen. En sommige mensen zeggen: "Ik ben van Pinksteren." Dat is fijn.

     "Ik ben Luthers." Dat is in orde. Daar is niets op tegen, maar vriend, vriend, het graan gaat nog steeds verder. We hebben een van de grootste opwekkingen gehad. Het heeft langer geduurd... De geschiedenis bewijst dat een opwekking slechts ongeveer drie jaar duurt. Deze duurt al vijftien jaar of meer. Grote genezingscampagnes, maar het is nu afgekoeld.

124 Kijk maar, iedere opwekking brengt daarna een organisatie voort. Waarom deed deze het niet? Er is hier ergens een groepje broeders begonnen met wat ze noemen "Late Regen". Ze kwamen nergens terecht. Bereikten niets. Waarom? Het is het tarwetijdperk, vriend. Het is het graan. Er is een bediening op aarde die precies hetzelfde is als degene die daarginds in het begin de grond inging – een echte pinksterervaring.

125 De kerken raken georganiseerd. De een probeert groter te bouwen dan de ander, probeert meer leden te krijgen, enzovoort. Langzaam aan worden de organisaties... We zien het – ik ben van Pinksteren – we zien het wegtrekken. Maar wat is... Het moest dat doen zodat de zon bij het graan kan komen. Als het daar eerst niet was geweest, als er geen kaf omheen had gezeten, dan had het geen plaats gehad om naartoe te gaan. God maakte het tot een kaf, ziet u, zoals het koren, zoals de tarwe, zoals al het andere dat voortkomt uit een bolster. Nu ziet u dat er na dit geen organisatie is gestart. Waarom? Er is geen tijd meer voor nog een. We zijn aan het einde.

     En als u niet helemaal precies bent waar u zou moeten zijn, en u zou zeggen: "Broeder Branham, als God uw gebed voor de zieken wil verhoren en ik heb gehoord wat God heeft gedaan in antwoord op het gebed..." En u hebt over andere mensen in de wereld gehoord die vandaag aan de dag bidden. Zegt u: "Wilt u voor mij bidden dat ik die ervaring zal ontvangen, broeder Branham? Misschien zal ik u nooit meer terugzien (en ik zou u nooit meer terug mogen zien), maar bid dat ik daar zal zijn. Ik heb niet zo'n gevoel dat ik daar nu zou zijn, maar ik zou het fijn vinden als u voor mij bidt dat ik daar zal zijn."

     Ieder hoofd gebogen nu. Wilt u uw hand opsteken? De Here zegene u, zegene u en u. God zegene u. Ik vermoed dat in deze groep mensen vijftig of vijfenzeventig handen omhoog gingen.

126 Nu dierbare Jezus, U bent de rechter; wij zijn slechts de dienaren. Ik bid, dierbare God. En als ik genade heb gevonden in Uw ogen, antwoord mijn gebed. U hebt iedere hand gezien die omhoog ging. U weet wat in hun hart was. Wij geloven dat ze waren bestemd tot leven. En Satan probeert precies zoals ten tijde van Adam te verhinderen dat dit meesterwerk voortkomt. Moge het vanavond worden gestopt. Moge het Bloed van Jezus Christus dat blokkeren en mogen zij voortkomen als een meesterwerk voor God. Sta het toe, Vader.

127 Mogen zij in Christus' Woord worden vereenzelvigd. Hij zei: "Tenzij een mens opnieuw geboren is..." Mogen zij die ervaring van de wedergeboorte ontvangen, mogen zij de doop van de Heilige Geest ontvangen, de vernieuwing van alle wereldse dingen. Ze willen het niet langer, Heer. Reinig hen door de wereld uit ze weg te nemen en plaats ze als een meesterwerk voor de mensen. Sta het toe, Here, opdat U hier gelukkig kunt zijn in dit tijdperk van de Hoftuin in deze laatste dagen, om Uw meesterwerk van deze mannen en vrouwen, jongens en meisjes die hun handen opstaken, te kunnen voorstellen. Sta het toe, Here.

     Zegen deze opwekking die in de stad gaande is. O God, ik bid dat iedere man en vrouw die in de buurt is deze opwekking zal bezoeken. En moge ieder van hen worden vervuld met de Heilige Geest en moge er een ouderwetse opwekking zwiepen door dit stadje hier, zodat de mensen van overal vandaan zullen komen. Sta het toe, Here. Geef ons deze dingen, Vader, want wij vragen ze in Jezus' Naam. Amen. Ik heb Hem lief. Ik heb Hem lief. Hebt u Hem lief?

128 Weet u, Paulus zei: "Als ik zing, zing ik in de Geest." Ik vraag me af... Ik ben in de verste verte geen zanger, maar ik vraag me af of we dat lied niet samen zouden kunnen inzetten: "Ik heb Hem lief, (Wilt u ons de toonhoogte aangeven, zuster?) omdat Hij mij eerst liefhad." Hebt u dat wel eens gehoord? Hoevelen kennen het? Laat mij uw... Het is een van mijn oude liederen. Ik houd ervan om het te zingen. Goed. Laten we nu onze hoofden buigen, onze ogen sluiten en het nu zingen.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad.
En voor mijn verlossing betaalde
Op Golgotha's kruis.

     Laten we het neuriën. [Broeder Branham begint te neuriën – Vert] Op een dag zullen er regenbogen langs de hemel zwiepen. Er zal een trompet schallen. De doden in Christus zullen opkomen. O, wat zullen we dan naar Hem uitzien.

En voor mijn verlossing betaalde
Op Golgotha's...

     Daar werd Hij het Meesterwerk voor ons. Onthoud dat alle meesterwerken, voordat zij ooit in de hal van faam kunnen worden gebracht, eerst door de hal van kritiek moeten gaan. De critici moeten kijken of ze het kunnen bekritiseren. Maar als het de kritiek kan doorstaan, dan wordt het naar de hal van faam gebracht. Gods Zoon passeerde de critici van iedere organisatie, denominatie, tot zelfs Pilatus zei: "Ik vind geen schuld in Hem."

     Judas zei: "Ik heb onschuldig bloed verraden."

     Toen wekte God Hem op en vandaag hangt Hij in de grote hal van faam; doet voorspraak aan de rechterhand van God. Wilt u zich daar niet bij Hem voegen? Wilt u daar geen deel van zijn? U kunt het zijn. U wordt uitgenodigd om dat te zijn. Terwijl wij dit lied zingen, waarom praat u er op dit moment niet over met Hem?

... eerst liefhad,
En voor mijn verlossing betaalde
Op Golgotha's kruis.

     Terwijl wij het opnieuw zingen, zou u niet iemand de hand willen schudden die tegenover u aan tafel zit? Zeg: "God zegene u, Christenvriend. God zegene u. Bid voor mij." Laat ieder van u dat nu doen, terwijl we dit opnieuw zingen.

Ik heb Hem lief (Bid voor mij, broeder. Bid voor mij.) ... Hem lief,
Omdat Hij... (Dat is goed, geef elkaar een hand. Zeg: "Bid voor mij." Bidt u allen voor mij. Ik wil daar zo graag zijn.)
En voor mijn verlossing betaalde
Op Golgotha's kruis.

     Laten we nu onze hoofden buigen en onze ogen sluiten en onze handen opheffen en het Hem nu toezingen:

Ik heb Hem lief (o God), ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad.
En voor mijn verlossing betaalde
Op Golgotha's...

     Kijk hoe uw Meesterwerk daar hangt. Grote Beeldhouwer, grote God, die de mens maakte en hem vormde en ontwierp in Uw eigen beeld, ik bid U, Here, dat U ons vanavond wilt nemen. Moge dit een gedenkwaardige avond zijn, echt gedenkwaardig voor ons; dat vanavond, Here, vanavond, precies hier in het Stardust Motel, U mensen zult vormen in het beeld van de zonen Gods. Sta het toe, Here. Grote Beeldhouwer, U bent de Enige die het kan. Neem Uw Woord, Here, vorm het precies in de harten van ons allemaal, opdat wij Uw meesterwerken mogen zijn in het laatst der dagen en de bruid van Christus genoemd mogen worden. Mogen andere mensen zien dat er zo'n echtheid en zo'n vreugde bestaat door te leven voor Hem.

     Here, deze dag... zelfs onze kerken verliezen hun oprechtheid. Zij doen niet... er schijnt een... Het is allemaal de kant van Hollywood opgegaan, Here. Wat is er gebeurd? Ze zijn achter geglitter aangegaan in plaats van achter een gloed. Wij weten dat de wereld glittert met wereldgelijkheid; maar het Evangelie gloeit met liefde en met Christus. Sta het toe, Here, dat we weggaan bij het geglitter van de wereld en in de gloed van Christus komen.

     Zij zijn de Uwen, Here. U kocht ze vrij. U... Zij staken vanavond hun hand op dat zij daar wilden zijn. Nu, Vader, als ik dat zou kunnen zou ik daar voor zorgen. Maar ik kan het niet. Maar ik vertrouw op U. U hebt gezegd: "Hij die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen. Hij die Mijn woorden hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en zal niet in het oordeel komen. (Geen schijngeloof nu Here, maar geloof.) Hij is overgegaan vanuit de dood in het leven." Sta het toe, Vader. Zij zijn de Uwen, door de Naam van Jezus Christus. Amen.

     Hebt u Hem lief? Is Hij niet wonderbaar? Geef ons een kleine toon aan, een accoord daar, zuster: "Wonderbaar, wonderbaar."

     Houdt u ervan om te zingen? Neem ik teveel tijd? Ik houd ervan te aanbidden, u niet? Ik weet het niet, zo'n kleine snijdende boodschap als deze... Weet u, ik haat het om te hakken, maar je moet een spijker vastslaan om het te laten houden. Weet u wat ik bedoel? Ja, je moet hem erin drijven. En ziet u... Houdt u van dit lied? "Wonderbaar, wonderbaar is Jezus voor mij." Kent u het?

Wonderbaar, wonderbaar is Jezus voor mij:
Raadgever, Vredevorst, Machtig God is Hij;
Hij verlost mij en bewaart mij van alle zond' en schand';
Wonderbaar is mijn Verlosser, prijs Zijn Naam!

Eens verloren, thans gevonden, van veroordeling vrij.
Jezus geeft vrijheid en een volle verlossing;
Hij verlost mij en bewaart mij van alle zond' en schand';
Wonderbaar is mijn Verlosser, prijs Zijn Naam!

     (Allemaal!) Wonderbaar, wonderbaar is Jezus voor mij:

Raadgever, Vredevorst, Machtig God is Hij;
Hij verlost mij en bewaart mij van alle zond' en schand';
Wonderbaar is mijn Verlosser, prijs Zijn Naam!

     Laten we nu zeggen: "Prijs de Heer!" Voelt u zich niet schoongemaakt? Voelt u zich goed? Aanbid de Here. Hij is wonderbaar! God zegene u totdat we elkaar weer ontmoeten. Ik zal de dienst nu overgeven aan de broeder die voorzitter is.