Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Geboorteweeën

Door William Marrion Branham

1 Laten wij onze hoofden buigen.

2 Dierbare God, wij zijn vandaag zeer dankbaar voor de grote uitstorting van Uw tegenwoordigheid, nu al in ons midden. En wij verwachten dat dit vanmiddag rijkelijk en overvloedig zal zijn. Wij danken U voor dit heerlijke lied van deze fijne Christenvrouw die zojuist dit lied heeft gezongen, en voor Uw Geest Die neerkwam en de uitlegging daarvan gaf. Here, laat het zo zijn, bidden wij. En God, ik bid dat U ieder van ons wilt zegenen en mogen onze harten met vreugde vervuld worden wanneer wij dit zien gebeuren.

3 Dierbare God, wij vragen U deze middag, als hier enkelen mochten zijn die niet voorbereid zijn om U te ontmoeten, moge dit het uur zijn dat zij hun definitieve beslissing nemen en door de wedergeboorte tot U zullen ingaan. Sta het toe.

4 Zegen ons allen, Here, die lang op de weg zijn geweest. Wij bidden dat U ons door Uw Woord nieuwe dingen wilt leren. Geef ons door Uw Geest een beter begrip, Here. Moge Hij komen en het Woord uitleggen. De enige Uitlegger Die wij hebben is de Geest. Wij bidden dat Hij ons dat zal toestaan, vandaag. Wij vragen dat in Jezus' Naam. Amen. [Een zuster begint te profeteren. Leeg stuk op de band – Vert]

5 Dat stelt ons tevreden. [Een broeder spreekt met een andere broeder – Vert] Wat een tijd! Ik weet geen betere plaats om te zijn, dan in de hemel, want nu reeds voelen wij de zalving ervan, zie, samen zittende in hemelse plaatsen in Christus Jezus, vergaderd in hemelse gewesten.

6 God zegen zuster Florence. Zij gaat door een tijd van zorgen en schaduwen. Haar vader is pas van haar weggenomen en ik bid: "God, zegen dat kind."

7 En ook broeder Demos, die met beide schouders belast is met de last van al deze conventies en dergelijke, heeft ons gebed nodig. God zegene broeder Shakarian.

8 Broeder Carl Williams, ik ben zeer verheugd om hier met u samen in deze conventie te zijn, onder al deze fijne broeders. En ik had het voorrecht er enigen van te ontmoeten. En nu, voor zover ik weet, is dit mijn sluitingsdienst, dus, wel, ik verwacht nu enkelen van deze fijne mannen de hand te kunnen schudden en hen te leren kennen, want ik verwacht om samen met hen de eeuwigheid door te brengen in een beter land.

9 Even een kleinigheid, ik hoop dat u mij niet verkeerd zult begrijpen. Ik denk dat het geen toeval was, ik geloof dat het zo voorzien was, dat ik gisteren van een vriend hier een geschenk kreeg, van een vriend van mij, Danny Henry. Hij was de zoon... Op een dag had ik een samenkomst in de Christelijke Zakenlieden-vergadering in Californië. Ik had zeer scherp gesproken tegen de toestand van de tijd.

10 En ik hoop dat iedereen begrijpt dat ik geen boosheid in mijn hart heb. Dat is niet zo. Nee. U zult zeker wel begrijpen dat ik het niet zo bedoel. Maar ik moet alleen maar zeggen wat tot mij komt om te zeggen.

11 En daarna kwam deze jongeman, een broeder van de Baptisten... En ik geloof dat hij ergens familie van een filmster is. En hij kwam naar beneden en sloeg zijn arm om mij heen en zei: "De Here zegene u, broeder Branham, ik zou graag enkele woorden van gebed uitspreken", en hij begon in het Frans te spreken. En de jongeman kent geen enkel woord Frans.

12 En iemand stond op, een grote vrouw, ik geloof dat zij uit Louisiana kwam; zij zei: "Dat is Frans!" Toen was er een man aan de andere kant, die zei: "Dat is Frans!"

13 En zij hadden opgeschreven wat het was. Ik heb het originele afschrift hier. En toen gebeurde het dat er een jongeman van achteren naar voren kwam, en hij wilde hun aantekeningen zien. En hij was de Franse tolk van de V.N. – het was werkelijk Frans.

14 En ik zou graag deze aantekening willen voorlezen. Dit is het originele briefje van één van hen, en het was van deze man, die het vertaald had. Misschien spreek ik zijn naam niet helemaal juist uit: Le Doux, Victor Le Doux. Hij is een volbloed Fransman. Welnu, hier is de boodschap:

     "Omdat u het smalle pad gekozen hebt, de moeilijkere weg; u hebt gewandeld naar uw eigen keuze; u hebt de correcte en juiste beslissing genomen, en het is Mijn weg; vanwege deze gewichtige beslissing wacht u een geweldig aandeel in de hemel. Wat een glorierijke beslissing hebt u genomen! Dit, op zichzelf, zal geven en doen geschieden, de geweldige overwinning in Goddelijke liefde."

15 Toen ik dat kreeg... Weet u, toen ik voor het eerst mensen in tongen hoorde spreken, wilde ik niets bekritiseren, ziet u, omdat ik het echte gezien heb. Maar ik heb het mij altijd afgevraagd. Maar toen dat gebeurde, en wetend welke opdracht er achter zat, wist ik dat het van God gekomen was.

16 Toen gaf zijn broer die hier zit, een zeer bekende advocaat, een geschenk van Danny aan mij. Danny heeft zojuist het Heilige Land verlaten. En hij ging op het graf liggen, in het graf, liever gezegd, waar Jezus na Zijn dood in werd gelegd. En toen hij dat deed, zei hij, moest hij aan mij denken. En de Geest des Heren kwam daar over hem, en hij ging naar buiten op de heuvel van Golgotha, waar de kruisiging plaats had gevonden, en hij nam een stukje gesteente mee. Toen hij terugkwam, maakte hij er voor mij een paar manchetknopen van, en ik heb ze werkelijk lief.

17 En nu, dit, Danny weet dit natuurlijk niet. Maar, vanmorgen, toen ik buiten in gebed was, keek ik gewoon naar deze manchetknopen, en elk van beide, als je oplet, is met bloed bevlekt, en door elk loopt ook een rechte lijn er middendoor. En hier in de boodschap die hij van God gaf, over de rechte, smalle weg, hoe stemt die er precies mee overeen. En ik dacht dat het een soort van voorzienigheid was, en ik ben Danny zeer dankbaar. Wilt u hem zeggen, broeder, hoe zeer ik het op prijs stel. En het vreemde... En nog iets vreemds, ik vroeg het mijn vrouw vanmorgen... Ik trok een overhemd aan waarbij je manchetknopen nodig hebt, en zij zei: "Ik ben vergeten je manchetknopen mee te nemen." Dus de Here heeft ons in een paar voorzien.

18 O, het is een heerlijk leven; nietwaar broeders? [Het gehoor zegt: "Amen." – Vert] Slechts in de eenvoud van het Evangelie te wandelen, en toch is het, in zijn eenvoud, het grootste wat ik ken. Ik weet er niets van. En omdat het zo eenvoudig gemaakt werd, had ik ook een kans om hier binnen te gaan, zie, ook, door de genade van God.

19 Nu, vanmiddag wil ik niet veel tijd nemen, omdat ik weet dat u vanavond naar samenkomsten gaat, en ik denk dat al de bezoekers hier eens rond moeten kijken op het podium, dan ziet u deze predikers. En zij zijn... o, zij zullen u vanavond graag in hun samenkomsten hebben. Zij zullen u goed doen. Zonder twijfel bent u vanmorgen naar de zondagsschool [Amerikaanse uitdrukking voor onderwijzingsdienst – Vert] in de stad gegaan. En terwijl wij deze conventies hebben, en omdat wij de Volle Evangelie Zakenlieden zijn, denk ik dat wij al onze steun die wij kunnen aan onze gemeenten moeten geven, want daar gaan onze zakenlieden heen. En, nu, het is een huis van God en ik hoop dat u vanavond een gemeente zult bezoeken.

20 Morgenavond is de slotsamenkomst van de conventie, geloof ik, en ik vermoed dat zij de spreker aangekondigd hebben; zo de Here wil, zal ik hier ook zijn om zijn boodschap te horen. God zegene een ieder van u.

21 Nu, ik maak er geen aanspraak op een prediker te zijn. Ik ben een soort... ik heb niet genoeg opleiding gehad om mijzelf een prediker te kunnen noemen. Wanneer u zegt een prediker, dan verwacht men dat u een paar Universiteitstitels bezit, maar ik heb niets anders dan deze kleine slinger, ziet u? Ik probeer de zieke schapen op te zoeken als ik kan, om ze terug te brengen naar de weide van de Vader.

22 Als ik fouten maak, vergeef mij dan. Ik ben geen theoloog. Ik bekritiseer de theologen niet; theologie is goed. Het is wat wij nodig hebben. Maar soms bekritiseer ik de toestand waar wij in zijn geraakt. En dat wordt niet voor iemand persoonlijk bedoeld. Het is gewoon de boodschap. Ik wenste dat niet ik het zou zijn die hem geven moet. Het verscheurt mij van binnen omdat ik weet hoe u zich voelt over uw eigen kinderen. Zie? Haat u het ook niet om een kind te berispen, het uit te schelden of iets dergelijks? Ik ben ook een ouder en ik weet wat het inhoudt. En ik vertrouw dat u mij vergeeft.

23 En ik zou willen dat u het volgende doet: wanneer u hier vanmiddag zit, ga ik u een gunst vragen. Ik heb een paar korte notities hier. Zoals ik u verteld heb, moet ik mijn Schriftgedeelten uitschrijven. Gewoonlijk kon ik de Bijbel bijna altijd uit mijn hoofd citeren, maar nu niet meer. Ik heb teveel zware strijd moeten doorstaan, en ik ben er te oud voor geworden. Maar ik vertrouw dat u vanmiddag een korte tijd naar mij zult luisteren en uw hart werkelijk echt opent en probeert te begrijpen waar ik heen wil. Dan denk ik dat het beter zal zijn – vooral voor voorgangers uit deze stad en van andere plaatsen. Ik vertrouw dat u werkelijk aandachtig zult luisteren.

24 En doe nu het volgende, doe het op de manier zoals ik, wanneer ik mijn lievelingstaart eet, kersentaart, of mijn lievelingsvlees, kip. Wanneer ik nu een lekker stuk kersentaart eet en ik stoot op een pit, houd ik niet op met taart eten, ik gooi gewoon de pit weg en ga verder met taart eten. Zie? Wanneer ik op het botje van een kip stoot gooi ik de kip niet weg; ik gooi alleen het botje weg!

25 Dus, wat als ik ergens iets zeggen zou waar u niet mee zou instemmen? Werp dan gewoon dat deel weg. Maar bekijk het goed, wees er zeker van dat het een bot is! Zie? [Het gehoor lacht – Vert] En mag ik dan ook nog zeggen, dat als het een zaad is, bedenk dan dat het nieuw leven voortbrengt. Dus bekijk het echt aandachtig en moge de Here u zegenen.

26 Broeder Carl Williams zei laatst 's avonds iets, om ruimte vrij te maken om voor de zieken vrij te bidden, wat erg fijn zou zijn. Ik weet dat het fijn zou zijn, maar daar zijn wij hier niet op voorbereid; om een gebedsrij op te roepen. En ik weet niet of broeder Oral of welke broeder ook, ooit een gebedsrij in de conventie gehad heeft of niet. Ik weet het niet. Ik heb het twee- of driemaal geprobeerd, maar gewoonlijk hebben wij gebedskaarten nodig voor een menigte als deze, om het te kunnen doen. Want het gaat niet. Het is geen arena. Het is een huis van God. Ziet u? Daaraan is het toegewijd. En wij... men dringt en duwt. En als je kaarten hebt, dan stel je hen ordelijk op.

27 Dus Billy vroeg mij: "Zal ik erheen gaan en kaarten uitgeven? De mensen vragen mij om gebedskaarten."

28 Ik zei: "Nee Billy. Laten wij de heilige Geest gewoon laten doen wat Hij wil doen." Zie, en laat Hem misschien geloof opbouwen en gewoon genezing geven op de plaats waar u bent. Zie? Maar de... Zie?

29 Goddelijke genezing is ondergeschikt in het Evangelie, en u kunt nooit iets ondergeschikts de hoofdzaak maken. Iedereen weet dat. Maar zij... het is een lokaas dat gebruikt wordt om de mensen te laten geloven in de bovennatuurlijke tegenwoordigheid, of, dat God, de Bovennatuurlijke, aanwezig is. En dan, daardoor, als zij Zijn tegenwoordigheid kunnen herkennen, dan zijn zij genezen (zie?) door geloof, door het geloven.

30 Welnu, ik wil iets uit Gods Woord voorlezen, uit het Nieuwe Testament, en dan wil ik een tekst uit dit Nieuwe Testament nemen en dit Schriftgedeelte, en spreek deze middag een korte tijd over een onderwerp. En ik wil u niet te lang ophouden voor de samenkomsten van vanavond, maar onthoud, ik hoop dat ik het duidelijk genoeg gezegd heb, geef het alleen enige tijd uw aandacht, als u wilt. Welnu, voordat wij dit doen, laten wij ons hoofd nogmaals buigen.

31 Weet u, wij kunnen teveel zingen. Wij kunnen teveel juichen, tot wij schor worden. En wij kunnen zingen op het verkeerde moment, of juichen op het verkeerde moment. Maar hier is één ding, we zijn nooit uit de orde wanneer wij bidden. "Ik wil dat de mannen overal bidden, heilige handen opheffend, zonder twijfel. Of... ".

32 Vader, het is het grootste voorrecht dat een sterfelijk mens ooit had, om zijn ogen te sluiten en zijn hart te openen en tot U te spreken. En wij weten dat U hoort als wij alleen maar kunnen geloven dat U hoort. Want Jezus zei: "Als u de Vader iets vraagt in Mijn Naam, zal het ingewilligd worden." Dat was op de voorwaarde dat wij het niet zouden betwijfelen. Dus Vader, help ons deze middag te geloven dat onze verzoeken ingewilligd zullen worden en moge nergens ook maar één schaduw van twijfel zijn, maar mogen de dingen geschieden waar wij om vragen. Opdat Uw grote Naam, o God, vandaag geëerd wordt, door iedere verloren en verdwaalde ziel die onder het geluid van onze stem is of door deze bandopname bereikt wordt, in Uw Koninkrijk te brengen, door de heidenlanden, waar ter wereld zij ook heengaan.

33 Ik bid, hemelse Vader, dat er vandaag in ons midden geen zwakke zal zijn. Als de samenkomst is geëindigd, moge de Here God iedere verloren ziel redden en elk ziek lichaam genezen en de harten van Zijn kinderen met vreugde vullen. Daarom hebben wij geloof, Heer, om het te vragen in Jezus' Naam aan God onze Vader, omdat Hij beloofde dat Hij zou verhoren. En dit is voor Zijn glorie. Amen.

34 In het Johannes Evangelie, het zeventiende hoofdstuk vanaf het twintigste vers, wens ik een tekst te lezen. Ik denk dat dit goed is.

     En ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven zullen.
     Opdat...

35 Ik geloof dat ik het verkeerde gedeelte heb. Welnu verontschuldig mij voor een moment. Ik zoek naar Jezus' gebed dat... of liever gezegd niet Jezus' gebed, maar naar Zijn... Ik heb hier misschien iets verkeerds in mijn tekst opgeschreven. Het is waar Jezus bad of zei, dat als een vrouw in barensnood was voor een geboorte van haar kind, geboorte, geboorte van een kind...

36 Is dat Lukas of Johannes? Jack, waar staat dat? [Iemand op het podium zegt: "Johannes 16." – Vert] Johannes 16. Ik dacht dat het juist was, maar het lijkt er niet erg op. Johannes 16. [Iemand zegt: "Vers 21."] Het eenentwintigste vers. [Een ander zegt: "Ja."] Zeker, eenentwintigste vers. Zeker. Hier zijn wij er, Johannes 16:21.

     Opdat zij... mogen zijn...

37 Nee, broeder Jack, dat is nog steeds fout. [Iemand zegt: "Probeer Johannes, vers 21." Een ander zegt: "21." Weer een andere zegt: "Eenentwintigste vers van 16." Nog een ander: "16." – Vert] Het is eenentwintig... 16:21 Ik heb het zestiende hoofdstuk van Johannes, het eenentwintigste vers. Maar het... Heb ik het fout? [Een broeder zegt: "Laat mij opslaan waar het is."]

38 Welnu, het is hier niet in orde, het staat door elkaar in deze Bijbel. Jazeker. [Een broeder zei: "Zij hebben het verkeerd gedrukt." – Vert] Ze hebben het verkeerd gedrukt. Jazeker. [De samenkomst lacht.] Weet u wat? Dat is precies de waarheid. Hier is een gloednieuwe Bijbel; ik heb hem juist gekregen en het is verkeerd gedrukt. [In broeder Branhams Scofield Bijbel waren de pagina's 1138 en 1139 aan elkaar geplakt. Broeder Branham haalt dit aan in de prediking "Heden is dit Schriftwoord vervuld", deel 65, nr 7.]

39 [Een Katholieke aartsbisschop, priester eerw. John S. Stanley, die op het podium stond, komt naar voren en geeft zijn Bijbel aan broeder Branham, en spreekt deze woorden: "Haal even goed adem. Er is een reden waarom dit gebeurt. En u weet het. God zal u iets tonen om hieruit naar voren te brengen, dat wonderbaar is." – Vert] Goed. "Gebruik de mijne maar, broeder." Dank u. Heel hartelijk dank. 16:21. Dank u zeer. Dat is waar.

     Een vrouw, wanneer zij...
     Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.
     Een vrouw, wanneer zij baart, heeft droefheid, omdat haar ure gekomen is; maar wanneer zij het kindeke gebaard heeft, zo gedenkt zij de benauwdheid niet meer, om de blijdschap, dat een mens ter wereld geboren is.

40 Dank u zeer, mijn broeder. Dat waardeer ik zeker. [Broeder Branham geeft de Bijbel weer aan de priester terug – Vert]

41 Welnu, dat is zeker een drukfout in de Bijbel; een bladzijde is er verkeerd in gezet. En ik vond het zojuist in mijn oude Scofield Bijbel, pakte deze op en haastte me er een paar minuten geleden mee hier naartoe, omdat mijn vrouw mij dit pas gegeven heeft als kerstgeschenk.

42 Welnu, vanmiddag zou ik over een onderwerp willen spreken dat ik aangekondigd heb als: Geboorteweeën . Welnu, dat klinkt heel erg, maar het staat in de Bijbel.

43 Ik geloof dat Jezus er hier van sprak toen Hij zei: "Gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden", sprekend tot Zijn discipelen hier, wetend dat de geboorte van het christendom tot stand kwam. En nu, het oude moet sterven, opdat het nieuwe geboren kan worden. Alles dat geboorte geeft, moet door droefheid en pijn gaan, en zeker moesten zij door de pijn van droefheid en zielsangst gaan om van de wet tot de genade te komen.

44 Normale natuurlijke geboorte is een type van de geestelijke geboorte. Alle dingen van het natuurlijke typeren het geestelijke. En wij ontdekken, als wij hier kijken naar de grond en een boom in de aarde zien groeien, dat hij vecht om te leven. Dat moet aantonen dat er ergens een boom is, die niet hoeft te sterven, omdat hij het uitschreeuwt naar iets.

45 Wij ontdekken mensen, onverschillig hoe oud, hoe ziek, in welke toestand dan ook, dat zij het uitschreeuwen om te leven, omdat het aantoont dat er ergens een leven is, waar wij leven, voor altijd leven. Merk op hoe volmaakt.

46 Nu, in 1 Johannes 5:7, geloof ik dat het is, als ik mij niet vergis, daar staat: "Want drie zijn er die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; deze drie zijn één. Er zijn er drie die getuigen op de aarde: dat zijn water, bloed en Geest; en deze drie zijn tot één." Nu merk op, de eerste drie zijn één; de tweede drie zijn aards, welke tot één zijn. U kunt niet de Vader hebben zonder de Zoon, u kunt niet de Zoon hebben zonder de Heilige Geest te hebben. Maar u kunt het water hebben zonder het bloed en het bloed zonder de Geest.

47 Ik denk dat door onze tijdperken heen bewezen is dat dit waar is. Water, bloed, Geest, – rechtvaardiging, heiliging, de doop met de heilige Geest. Het geeft het beeld, of het tegenbeeld, dat genomen is van de natuurlijke geboorte.

48 Ziet u, wanneer een vrouw of wat ook in barensnood is, dan is het eerste wat plaats vindt, het breken van het water, een normale geboorte. Het tweede is het bloed en dan komt het leven. Water, bloed, geest. En dat vormt de normale, natuurlijke geboorte.

49 En zo is het in de geestelijke sfeer. Het is water: rechtvaardiging door het geloof, geloof in God, Hem als uw persoonlijke Redder ontvangen, en gedoopt worden. Het tweede is de heiliging door de Geest: dat God de geest reinigt van alle elementen van de wereld en de begeerten van de wereld. En dan komt de Heilige Geest er in en bewerkt een nieuwe geboorte en vult het geheiligde vat op.

50 Bijvoorbeeld zoals dit. Ik heb u verteld om terzijde te leggen wat u niet gelooft en dan de taart te nemen. Let op. Nu, er ligt een glas op het kippenerf. U pakt het niet alleen op en zet het op uw tafel en vult het met water of melk. Nee. Het oprapen is rechtvaardiging. Het reinigen is heiliging, omdat het griekse woord heiliging een woordsamenstelling is, welke betekent, reinigen en vóór dienst opzij zetten. Niet ín dienst; vóór dienst. Wanneer u het dan vult, is het ín dienst gesteld.

51 Verontschuldig dit nu, niet om te kwetsen. Daar is waar u Pelgrim Heiligen, Nazareners, faalde om Pinksteren te bereiken. U was rein door heiliging, maar toen u gereed was om in dienst gesteld te worden door de gave van spreken in tongen en andere dingen, wees u het af en u viel opnieuw terug in het hok. Ziet u? Nu, dat is wat er gebeurt; zo gaat het altijd.

52 Nu, niet om u nu te bekritiseren, maar ik wil dit alleen van mijn hart krijgen. En dat brandt in mij sinds ik hier ben, dus ik kan het eigenlijk net zo goed... als Carls genade en die van Demos en u allen... Ik probeer mijn best te doen mijn ziel er van te bevrijden, ziet u. Dan is het aan u. Het natuurlijke is een type van het geestelijke.

53 Nu, wij hebben ontdekt dat het dan een volledige geboorte is. Gewoonlijk, wanneer de baby... Nu, wanneer het water breekt, hoeft u er niet veel aan te doen. En wanneer het bloed komt, hoeft u er ook niet veel aan te doen. Maar om de baby werkelijk tot leven te brengen, moet u hem een klap geven totdat hij huilt. En dat is een... Welnu, omdat ik geen ontwikkeling heb zoals mijn broeders hier, die er zo goed in geoefend zijn, moet ik de natuur nemen om het te typeren. En hier hebt u het. Dat is wat er gebeurt, er is een echte tik nodig om dit tot hen door te laten dringen.

54 Nu, u geeft een kleine soort schok. Misschien is het niet nodig om het een klap te geven, maar alleen een beetje te schokken. Alleen het idee dat het geboren is, is soms al voldoende. Grijp hem en schud hem. Als hij niet begint te ademen, geef hem een klein klapje en dan schreeuwt hij het uit in onbekende talen, voor zichzelf, denk ik. Maar hij maakt in ieder geval lawaai.

55 En ik denk dat als een baby stil geboren wordt, zonder geluid, geen emotie, het een dode baby is.

56 Zo is het tegenwoordig in de kerk, het systeem – wij hebben teveel kinderen die stil geboren zijn. Dat is juist. Zij hebben een tuchtiging nodig door het Evangelie, ziet u, om hen wakker te maken, om ze tot zichzelf te laten komen, zodat God hun de levensadem kan inblazen! En nu, wij ontdekken dat dit zo waar is. Het is ruwe theologie, maar het is de waarheid, hoe dan ook.

57 Dus let op. Bij de geboorte van het zaad, moet het oude zaad eerst sterven voordat het nieuwe geboren kan worden. Dus daarom is dood altijd iets moeilijks. Het is pijnlijk, het is beangstigend. Geboorte is het eveneens, omdat u leven ter wereld brengt en dat is pijnlijk.

58 Jezus zei dat Zijn Woord een zaad is dat een zaaier uitging om te zaaien. Nu, dat is ons allen bekend, en ik wil dit leren als een zondagsschoolles, omdat het zondag is. Merk dan op, dat dit Woord een zaad is. Maar denk er aan, dat het zaad alleen nieuw leven voortbrengt als het sterft.

59 En dat is de reden dat het voor die Farizeeërs zo moeilijk was om onze Here Jezus Christus te begrijpen, omdat zij onder de wet waren. En de wet was het Woord Gods in zaadvorm. Maar toen het Woord vlees werd, was het geen wet meer, maar genade. Welnu, genade en wet kunnen niet samen bestaan, omdat de genade zo hoog boven de wet staat, dat de wet zelfs niet in beeld is. En daarom was het zo moeilijk voor de Farizeeërs om te sterven aan hun wet, zodat de genade geboren kon worden. Maar het moet wijken. De twee wetten kunnen niet tegelijkertijd bestaan.

60 Er kan geen wet zijn die zegt dat u door dit stoplicht kunt rijden, en de andere zegt dat u er door kunt rijden – de één zegt dat u het kunt en de ander zegt dat u het niet kunt. Er kan maar één wet tegelijk zijn. Misschien is er een tijd geweest dat u door heeft kunnen rijden: "Voorzichtig! Ga er door." Maar deze keer is het: "Rood! Stop!" Ziet u? Er kunnen dus geen twee wetten gelden op hetzelfde moment.

61 Welnu, wij zien dat altijd... Mijn gedachte nu voor u is dat het pijn, droefheid en ongemak kost. Kijk hoe die Farizeeërs stierven aan die wet – door pijn, droefheid en ongemak. Maar zo moet het zijn.

62 Welnu, wij bemerken dat de regen die nodig is om vrucht voort te brengen op de aarde, wordt geboren, zoals de dichter zegt, "in de onweersvelden in een woeste, dreigende lucht". Maar als we geen donder en woeste, dreigende luchten hadden, zou de kleine gedestilleerde regendruppel die uit de zee opgetrokken en uit het zout gedistilleerd werd, niet geboren worden. De bliksem, donderslagen, storm, ruwe, ruige, verschrikkelijke dingen, zijn nodig om de zachte waterdruppels op de bloemblaadjes voort te brengen. Pijn is nodig om geboorte voort te brengen; het vereist sterven. En als de wolken sterven, wordt de regen geboren; omdat de regen een deel van die wolk is. Eén moet er ophouden, opdat de andere kan bestaan.

63 Welnu, en mijn broeders hier, sommigen zouden in staat zijn u al de wetten van deze dingen te geven. Ik kan het niet.

64 Nu, laten wij tot iets anders overgaan, alleen voor een klein bewijs. Ik geloof dat één van de mooiste bloemen – iedereen heeft zijn eigen gedachten erover – maar ik denk dat de mooiste bloem bijna die ik ooit gezien heb, ginds in het oosten, onze waterlelie is. Hoevelen hebben ooit een waterlelie gezien? O, voor mij is er niets mee te vergelijken. Maar hebt u opgemerkt wat die waterlelie moest zijn? Ik denk aan wat Jezus zei: "Aanmerkt de leliën, hoe zij arbeiden en spinnen... Maar toch zeg Ik u dat ook Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed is geweest gelijk één van deze." Want Salomo's heerlijkheid en zijn kleding was geheel kunstmatig, maar de schoonheid van de lelie is het leven dat haar zo schoon maakt, niet door kunstmatig insmeren of verven.

65 Precies zoals onze vrouwen. Ik geloof niet dat u al deze groene... u weet wel, en oogwimpers, u weet wel, en al dat manicuren, of niet... ik haal dat spul altijd door elkaar, op uw hele gezicht om u knap te maken. Uiterlijke schoonheid is geen echte schoonheid. Als u wat Handelingen 2 en 4 neemt en het met wat Johannes 3:16 mengt, zal dat alles overtreffen wat Max Factor ooit geprobeerd heeft te maken. Uw echtgenoot zal u dan zeker meer liefhebben, en alle andere mensen, en ik weet zeker, God ook.

66 "De lelie," zei Hij, "let op hoe zij groeit, hoe zij zich inspant om zich omhoog te werken." Zie waar deze kleine waterlelie doorheen is gekomen; door slijk, vuiligheid, modder, modderig water en vuil water; en deze kleine kiem van leven baant zich een weg door al deze dingen heen, doordat zij zich van de bodem van de vijver, waar de kikkers en dergelijke zijn, omhoog werkt, en dan brengt ze zichzelf door al die dingen heen omhoog. Maar wanneer zij in de tegenwoordigheid van de zon komt, wordt zij geboren. Het kleine zaad barst open tot leven. Het kan het niet doen voordat het door het hele proces is gegaan. Het moet daar doorheen gaan; dat is wat het vormt, omdat de zon het zelf omhoog trekt. En als het helemaal boven al de vuile wateren en modder, enzovoort, uitkomt, is het zo gelukkig dat het haar leven gewoon vrij uitdeelt. En het is een prachtig leven als zij in de tegenwoordigheid van datgene komt wat haar omhoog trekt!

67 En ik denk dat dat een mooi beeld is van het christelijke leven, waarin iets u uit de wereld trekt totdat u op een dag door de Heilige Geest regelrecht in Zijn tegenwoordigheid geboren wordt. Wat mooi. Als u het probeert te helpen, doodt u het.

68 Zoals een klein kuiken wanneer het wordt geboren, weet u, als u ooit bij één van deze kleine makkers gelet hebt op de punt van zijn snaveltje, of bij iedere vogel die geboren wordt uit een ei, dat hij... Deze oude eierschaal komt tot rijpheid. Het oude binnenste deel van het ei moet verrotten. En het moet met deze kleine snavel heen en weer krassen totdat het de schaal opengebroken heeft. Waar ik vandaan kom, in Kentucky, noemen wij het 'zich eruit pikken', zich een weg uitpikken. Zij hebben nooit een betere manier gevonden. Zie? Zie? Waarom? Het is Gods toebereide weg. Als u hem probeert te helpen zult u het doden. Pik de schaal van hem af, en hij zal sterven. Ziet u, hij moet werken, zich inspannen, om uit te breken!

69 Dat is de wijze waarop een Christen het moet doen. Het is niet dat iemand u gewoon de hand geeft en u binnenleidt. U moet daar liggen tot u sterft, rot, en in het Koninkrijk van God geboren wordt. Het is Gods toebereide weg. U gaat niet binnen door een boek of door handen schudden, of lidmaatschap, oppompen of naar beneden halen. U moet zich alleen simpel van de oude schaal verwijderen. Merk op, zij hebben nooit een betere manier gevonden.

70 Zij vonden geen betere wijze waarop een baby kon krijgen wat het wilde, dan Gods wijze ervoor. Welnu, wanneer die kleine baby geboren is, kunt u een bel naast zijn wiegje hangen en zeggen: "Mijn kleine zoon, ik ben een goed theoloog. Ik heb boeken gelezen hoe je een baby opvoedt, en ik zeg je, dat je een modern kind bent. Je bent geboren in een modern huis bij moderne ouders. Wanneer je honger hebt of je moeder of mij nodig hebt, trek je gewoon aan het belletje." Het zal nooit werken. De enige manier waarop het kan krijgen wat het wil is door er om te huilen. Dat is Gods wijze.

71 En dat is de manier waarop wij krijgen wat wij willen, er om schreeuwen. Het uitschreeuwen! Schaam u niet. Zeg: "Ik honger naar God!" Laat het u niet kunnen schelen of de diakenen, de herders, of wie ook om u heen zijn. Schreeuw het hoe dan ook uit! "Die van Jansen zitten daar"; wat maakt het uit? Schreeuw het uit, dat is de enige manier waarop u het kunt krijgen, totdat u geholpen wordt. Hij leerde ons dat, toen Hij hier op aarde was, weet u, over de onrechtvaardige rechter.

72 Een kleine dauwdruppel – ik weet de formule er niet van. Misschien dat er hier een wetenschap over bestaat... Ik zeg het gewoon op de manier zoals ik het denk. Het zou een soort verzadigd stukje atmosfeer kunnen zijn dat samenkomt in een donkere nacht en op de aarde valt. En wanneer dat gebeurt, wordt het geboren in de nacht. Maar in de morgen ligt het daar, koud en huiverig op een grassprietje, of hangt het aan uw waslijn. Maar laat de zon er gewoon eens op schijnen, heeft u er op gelet hoe vrolijk het wordt? Het glinstert en trilt gewoon. Waarom? Het weet dat het zonlicht het zal terugtrekken tot waar het in het begin was.

73 En zo is iedere man of vrouw die geboren wordt uit de Geest van God. Wanneer het licht zich over ons uitgiet, dan is er iets dat ons gelukkig maakt, omdat wij weten dat wij terug gaan naar waar wij vandaan gekomen zijn, van de boezem van God.

74 Het kan glinsteren van vreugde wanneer de zon het treft, natuurlijk, omdat het weet dat het terug gaat naar waar het vandaan gekomen is.

75 Kleine ruwe dingen, wij zouden daar maar mee door kunnen gaan, maar laten wij iets anders ontdekken.

76 Wij weten dat het oude zaad, voordat het nieuwe zaad uit het oude zaad kan komen, moet rotten. Absoluut. Niet alleen sterven, maar rotten nadat het dood is. Wij weten dat dit waar is.

77 Dat is hetzelfde met de wedergeboorte. Wanneer wij wedergeboren zijn, gaan wij nooit meer terug, maar wij gaan voorwaarts. En daarom geloof ik dat er vandaag aan de dag (zoveel), niet zoveel, liever, echte wedergeboorten plaatsvinden, omdat het zaad misschien wel sympathiseert met het Woord of de persoon, maar zij willen niet uit het oude systeem wegrotten waarin zij waren. Zij willen er niet uitkomen. Zij willen in het oude systeem blijven en aanspraak maken op de wedergeboorte of de boodschap van die tijd. Wij zagen dat onder die van Luther, Wesley, Pinksterbeweging, en alle andere tijdperken. Zij proberen nog steeds aan het oude systeem vast te houden en ze maken aanspraak op dit, maar het tijdperk van het oude systeem moet sterven, rotten, om het nieuwe voort te brengen. Zij willen zich er nog steeds aan vastklemmen.

78 Merk op. Zij weten dat het oude systeem dood is, maar zij willen er gewoon niet uit vandaan rotten. Welnu, rot is wanneer het werkelijk afgedaan heeft. Wanneer een... Er wordt geclaimd dat zij wedergeboren zijn, maar een claim is alleen een verkregen teken. Rotting brengt de nieuwe geboorte voort. U moet er gewoon weg van rotten, zoals wij in alle tijdperken deden, door Wesley's tijdperk en alle andere heen.

79 Maar de zaak is dat daarna de wedergeboorte tot stand komt, Wesley, of... Luther kwam tevoorschijn met één woord: "De rechtvaardige zal leven uit het geloof." Wel, hij kon zich niet langer aan het oude systeem vasthouden. Hij moest er uit komen.

80 En toen de Calvinisten de Anglicaanse kerk in zo'n toestand hadden gebracht, onder de Calvinistische leer, verwekte God een Arminiaanse leer, en dat was John Wesley. Het oude systeem moest sterven opdat het nieuwe kon opkomen.

81 En toen Wesley's tijdperk ophield en al die kleine tijdperken of bladeren die aan de stengel kwamen, of de aar, in Wesley's tijd, zie, toen kwam Pinksteren tevoorschijn, met het herstel van de gaven, zij moesten uit de Baptisten, de Presbyterianen, Pelgrims der heiligheid, Nazareners, gemeente van Christus, zogenaamd, en dat alles komen. Ze moesten eruit komen, en er van wegrotten om de wedergeboorte aan te nemen.

82 U zult altijd gek genoemd worden, maar het is zoals Paulus zei toen hij wegrotte van waar hij eens aanspraak op had gemaakt; hij zei: "Op de wijze die ketterij genoemd wordt, op die wijze dien ik de God van onze vaderen." Op de wijze die ketterij genoemd wordt. Zie, hij had het nieuwe leven aangenomen, dat het Oude Testament geboorte had gegeven aan het Nieuwe, en hij moest van het oude weg rotten, alleen om er een schaduw van te maken. Om daardoor te...

83 Dat is precies waar wij nu zijn. Nu, verdraag mij. Maar dat is mijn idee. De kerken zijn zo systematisch geworden dat u er niet binnen kunt komen, tenzij u tot een behoort. U moet een lidmaatschapskaart hebben of een of ander soort identiteitsbewijs. En doordat ik dit geloof, is haast de enige deur die ik open heb deze van de zakenlieden. En zolang zij geen organisatie zijn, kan ik bij hen binnenkomen, maar... en de mensen de Boodschap brengen, die ik op mijn hart voel liggen. Maar het is zo systematisch geworden, en ik heb u, Pinkstermensen, lief. En Pinksteren is hoe dan ook geen organisatie. U noemt zich dat alleen maar. Pinksteren is een ervaring en geen denominatie.

84 Maar ziet u, de zaak is dat het voor velen zo moeilijk is. Terwijl zij ernaar kijken en het geloven, en het zo geïdentificeerd zien door God in het Woord, is het toch zo moeilijk om weg te rotten van die zaak waar u in bent geweest. "Wat zou ik moeten doen? Waar zal ik mijn maaltijd krijgen?"

85 Wat? God is uw maaltijd! God is het waar u zich aan vast moet houden! "Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid." Ik wil het daarbij laten. U weet waarvan ik spreek.

86 De profeten van God vertellen ons dat wij een nieuwe aarde zullen hebben, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Als u daar het schriftgedeelte van wilt weten, het is Openbaring 21. Ik kan het voor u aanhalen, ik heb het hier. Johannes zei: "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan." Het was weg. Welnu, als wij een nieuwe aarde krijgen, kunnen de oude en de nieuwe aarde niet tegelijkertijd bestaan. Of, de nieuwe wereld en de oude wereld kunnen niet tegelijkertijd bestaan. Er kunnen geen twee wereldordes tegelijkertijd zijn. Nu, om een nieuwe aarde te krijgen moet de oude sterven. Welnu, als de oude moet sterven, dan beginnen nu de geboorteweeën voor een nieuwe. Nu.

87 En wanneer de dokter een patiënt onderzoekt die in barensweeën is, nu... één van de dingen die die dokter zou doen. En ik zeg dit in de tegenwoordigheid van twee of drie vanwaar ik weet, goede medische dokters hier, Christen dokters. En ik wil u dit vragen. Eén van de eerste dingen die de dokter doet nadat hij de patiënt gadegeslagen heeft, is de tijd van de weeën op te nemen, de geboorteweeën. Hij meet de tijd van de weeën, hoe snel zij op elkaar volgen en hoeveel heviger zij telkens worden. De één is heviger dan de ander; de volgende is nog heviger. Zij volgen sneller op elkaar. Dat is de manier waarop hij de diagnose bij de patiënt stelt, door de geboorteweeën.

88 Welnu, als de wereld geboorte moet geven aan een nieuwe wereld, laat ons dan enige van de geboorteweeën onderzoeken die wij op aarde hebben, en dan zullen wij zien welke dag het ongeveer is en hoe ver zij ongeveer in haar barensweeën is.

89 De eerste wereldoorlog toonde grote geboorteweeën. Het toonde één van de eerste geboorteweeën van haar baren, omdat wij in die tijd de bommen voor haar ontwikkeld hadden, en machinegeweren en gifgas ter beschikking hadden. U kunt het zich herinneren. Velen van u misschien niet. Ik was nog maar een kleine jongen van ongeveer acht jaar oud, maar ik herinner mij dat zij over mosterdgas en chloorgas spraken, enzovoort; hoe het ernaar uitzag, dat dit nog maar het begin was, en dat zij zeiden, dat het de hele aarde zou verbranden. Het zou iedereen doden. Welnu, het zou een aanbreken ervan zijn, dat de wind het gewoon over de aarde zou waaien. En wat was iedereen in doodsangst voor dit grote wapen, het gifgas. De aarde ging er doorheen, zij had haar eerste geboortewee.

90 En wij zien nu dat we een tweede oorlog hebben gehad, een wereldoorlog, en haar weeën waren veel heviger. Het wordt steeds verschrikkelijker. Zij had bijna kunnen vergaan, gedurende de tijd van de atoombom, omdat deze een hele stad verwoesten zou. Het was veel geweldiger dan de weeën van de eerste wereldoorlog voor de verwoesting van de aarde.

91 Welnu, zij weet dat haar tijd van verlossing nabij is. Dat is de reden dat zij zo nerveus en opgejaagd is, omdat er een waterstofbom is en er raketten in de lucht zijn die de gehele aarde kunnen vernietigen. De ene natie is bang voor de andere, onverschillig hoe klein die is. Zij hebben deze raketten waarvan zij beweren... Eén daarvan. Ze kunnen ze door de sterren besturen en overal ter wereld laten neerkomen, waar zij maar willen.

92 Zoals ik onlangs over het nieuws hoorde, beweert Rusland dat zij deze natie kan vernietigen, en kan verhinderen dat de atoombom of wat dan ook, haar eigen natie schaadt. Wij weten niet wat wij er tegen kunnen doen. Iedereen doet zulke beweringen en het is ook zo.

93 De menselijke wetenschap is in Gods grote laboratorium binnengedrongen, totdat zij zichzelf verwoesten zullen. God laat altijd toe dat wijsheid zichzelf verwoest. God verwoest niets. De mens verwoest zichzelf door wijsheid, zoals zij aan het begin deed, door Satans wijsheid aan te nemen in plaats van Gods Woord. Welnu, zij weet dat zij wijken moet. Zij zal het niet kunnen verdragen.

94 Ik geloof dat Rusland deze natie vandaag nog zou verwoesten, als zij dacht dat zij het zou kunnen vernietigen en zichzelf daarbij kon redden. Elk van deze kleine naties zou het kunnen doen, maar zij zijn bang, omdat zij weten dat deze wereld onder deze omstandigheden niet in zijn baan kan blijven.

95 Dus de wereld weet dat haar geboorteweeën zo hevig zijn dat zij wijken moet. De geboorte van iets nieuws is nabij. Ik ben daar dankbaar voor. Ik ben moe van deze. Ieder... iedereen weet dat dit hier een plaats van dood en droefheid en alle soorten van tegenstrijdigheden is, enzovoort. Ik ben blij dat zij wijken moet. Ik ben blij dat de tijd nabij is. Zoals Johannes destijds zei: "Ja kom, Here Jezus."

96 Welnu, zij moet rotten, natuurlijk, zoals ik heb gezegd, om een nieuwe geboorte te brengen. Kijk hoe verrot het is geworden. Merk op, mijn broeders! Zij is totaal verrot! Haar politiek en systemen zijn zo verdorven als het maar zijn kan! Er is niet één gezond bot in haar, in haar wereldsysteem, haar politiek en haar religieuze politiek, en wat het ook is. Iemand zegt: "Ik ben Democraat"; "Ik ben Republikein"; "Ik ben Methodist"; "Ik ben Baptist"; terwijl de hele zaak rot is tot op de kern! Er moet iets wijken! Zij houdt het niet uit. Al zou u een George Washington of een Abraham Lincoln in elk gewest van de Verenigde Staten aanstellen, toch kan het niet terugkeren! Het is de redding voorbij!

97 Er is nog maar één ding dat haar redden kan, en dat is de komst van de Schepper. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Amen.

98 Zij weet dat zij wijken moet. Zij is in pijn en moeite. Men weet niet meer wat men moet doen. De één kijkt hierheen, de ander daarheen, en van alles; de één is bang voor de ander, één probeert iets te doen dat deze zal vernietigen, en deze probeert de ander tegen te spreken en de ander te verwoesten. Totdat, nu is het in de handen van de zondige mensen gekomen, die de hele wereld in vijf minuten zouden kunnen verwoesten. Zie? Dus zij weet dat zij het niet kan uithouden. De mensen weten dat zij het niet kan verdragen, en de wereld weet dat ze het zullen doen, dat het gaat gebeuren.

99 Want God heeft het zo gezegd. "De gehele hemel en aarde zullen in vlammen opgaan." Er zal een vernieuwing van het geheel plaatsvinden zodat er een nieuwe wereld geboren kan worden. God heeft het voorzegd.

100 Zij is verdorven, in al haar systemen, en dat moet zij doen, wegrotten.

101 Daarom, zeg ik, is zij zo nerveus en rood in het gezicht en gefrustreerd. En aardbevingen overal langs de kust en vloedgolven in Alaska en geschud van aardbevingen langs de kust en dergelijke. En de mensen schrijven: "Zullen wij er weggaan? Zullen wij er weggaan?" Zie? Zij weten niet wat zij moeten doen. Er is geen veiligheidszone dan Eén, dat is Christus, de Zoon van de levende God. En er is maar één ding dat de veiligheidszone is, en dat is Hij. Alles daarbuiten zal vergaan, zo zeker als God het gezegd heeft.

102 Nu, laten wij in het Doktersboek kijken, of zij in deze toestand is, en kijken of dat zou moeten gaan gebeuren, wanneer de nieuwe aarde geboren zal worden. Mattheüs 24, in het Doktersboek, wat de Bijbel is, en laten we zien wat geprofeteerd is, welke symptomen zij zou hebben.

103 Welnu, als een dokter de symptomen van de geboorte van een kind kent... En ongeveer in de tijd dat het kind moet komen, maakt hij alles gereed, omdat hij weet dat dat de tijd is dat het kind geboren moet worden. Omdat alle symptomen het laten zien; het water is gebroken, het bloed. En nu... het is tijd. Het kind is ingedaald en het is de tijd waarop het kind geboren zal worden. En daarom maakt hij er alles gereed voor.

104 Welnu, Jezus vertelde ons heel precies wat in deze tijd zou plaatsvinden. Hij zei ons in Mattheüs 24 dat de kerk, de ware gemeente en de andere gemeente, zouden... de natuurlijke gemeente en de geestelijke gemeente zouden zo dicht bij elkaar zijn, nabootsers, dat zelfs de uitverkorenen verleid zouden worden, indien dat mogelijk was. Zoals het was in de dagen van Noach, hoe zij "aten en dronken, huwden en ten huwelijk gaven", en al deze onzedelijkheid van de wereld die wij vandaag zien. De Bijbel, het Boek, het Doktersboek, heeft gezegd dat het gebeuren zou. Dus wanneer wij dit zien gebeuren, weten wij dat de geboorte nabij is. Het moet zo zijn. Jazeker! Welnu, wij bezien dat als een natie; niet als een natie, maar als een wereld.

105 Nu, Israël, de gemeente, laten we een paar minuten met haar beginnen. En laten we haar misschien de volgende tien minuten volgen. Israël had geboorteweeën onder elke profeet die op de aarde kwam. Zij had geboorteweeën in de tijd van zijn boodschap. Maar wat deed het? De profeet had het Woord. En zij had zoveel bederf gezaaid en zoveel systematische regels in zich gehaald, dat deze profeet haar van haar fundament stootte. Zij werden door iedereen gehaat. Dus, daarom, wanneer God een profeet zond, ging de gemeente zelf door geboorteweeën. Omdat de profeet... "Het Woord des Heren komt tot de profeet en tot hem alleen." Dat is dat het Woord dat gesproken is voor die tijd door de profeet van dat tijdperk wordt gemanifesteerd, zo is het altijd geweest. En de kerken bouwden zoveel systemen rond het Woord, dat hij haar van haar voetstuk schudde wanneer hij kwam. Zij had geboorteweeën!

106 Wat was het? "Terug naar het Woord! Terug naar het leven!" Systemen hebben geen leven. Het is alleen Gods woord dat leven heeft. Het systeem wordt er rondom gebouwd, maar het heeft geen leven. Het is het Woord dat leven geeft. Zijn Boodschap schudde het overblijfsel terug naar het Woord. Een kleine groep zal er uitkomen en geloven. Soms, misschien... in Noachs tijd slechts ongeveer acht mensen, maar hoe dan ook, God schudde het overblijfsel. En verwoestte, de rest ervan moest weg schudden.

107 Zo geschiedde het, in alle tijdperken, totdat tenslotte de gemeente een mannelijk Kind aan hen gaf, en dat mannelijke Kind was het Woord Zelf, vleesgemaakt. "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond." Hij overwon iedere duivel, iedere macht op aarde die tegen Hem opkwam. Alleen met het Woord van de Vader. Bij iedere verzoeking die Satan Hem deed, berispte Hij Satan; niet met Zijn eigen kracht die Hij had, maar met het Woord van God! "Er staat geschreven...", "Er staat geschreven...", "Er staat geschreven..." Want Hij was het Woord.

108 Toen Satan op Eva afvloog, was zij niet het Woord, dus faalde zij. Toen hij op Mozes afvloog, gebeurde hetzelfde. Maar toen hij stootte op de Zoon van God, was Hij tien duizend volt. Het sloeg de losse veren uit hem, toen Hij terugkwam en zei: "Er staat geschreven: De mens zal door brood alleen niet leven, maar door ieder Woord dat de mond van God uitgaat." Daar was dat mannelijke Kind, Dat vlees werd, Gods eeuwige Woord, Hijzelf, gemanifesteerd in een lichaam van vlees hier op aarde, om het Woord van God te vertegenwoordigen.

109 Zo wist Hij wat er in hun harten was. Zo kon Hij Filippus vertellen waar hij was, wie hij was. Hij kon Simon Petrus vertellen wie hij was; zei het tegen de vrouw bij de bron. Waarom? Hij was het Woord! Juist. De Bijbel zegt in Hebreeën, het vierde hoofdstuk: "Want het Woord Gods is scherper en krachtiger dan enig tweesnijdend zwaard, en dringt door tot het merg van het bot, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten."

110 Wel, die blinde Farizeeïsche priesters konden niet zien dat dat het gemanifesteerde Woord was, omdat zij zich in een priesterdom en een systeem hadden gewikkeld. En het oude systeem moest wijken. Het was het Woord, maar wat beloofd was, was reeds vervuld; dus als het is vervuld, moet het wegrotten. Het is het omhulsel. Het zaad ging voort.

111 Mozes had niet de boodschap van Noach kunnen brengen. Ook Jezus had Noachs boodschap niet kunnen brengen, omdat het een ander tijdperk was; het oude zaad was goed, maar het had zijn doel gediend en was dood en vergaan. De verandering van het oude naar het nieuwe, waar het leven in was, was hetgeen de mensen verontrust maakte. Het verontrust ze nu nog steeds.

112 Wij bouwen geen muur, zoals wij begonnen met Luthers boodschap, zo door in een rechte lijn, of een pinksterboodschap. Juist. Wij draaien hoeken om, wij bouwen een gebouw. Gods Woord is de blauwdruk! Iedereen kan in een rechte lijn bouwen, maar er is een metselaar nodig om de hoeken om te gaan. De kracht Gods is nodig om dat te doen. Een door de hemel gezalfde moet er worden neergezonden om dat te doen. Zo was het, in ieder tijdperk. En in het profeten tijdperk... Het Woord van de Here komt door die profeten, en zij gingen deze hoeken om, maakten die veranderingen, maar de bouwlieden wilden een muur bouwen. Het is helemaal geen muur; het is een gebouw, een gebouw van God.

113 Welnu, wij voelen en weten dat dit de Waarheid is, dat de systemen in elk tijdperk verdorven waren, en elk van hun systemen moest rotten en uitsterven totdat zij die gemeente voortbracht. Uit die verdorven warboel kwam het Woord zelf voort. "Het Woord des Heren komt tot de profeten." Het komt nooit tot de priesters; het komt tot de profeten.

114 En merk op, en toen dat gebeurde, werd tenslotte het volledige Woord hier geboren in menselijk vlees. De volheid van de Godheid woonde in Hem lichamelijk. Hij was het Woord. De profeten zijn een deel van het Woord, het Woord voor hun tijdperk. Wij zijn vandaag een deel van het Woord, die het Woord volgen. Maar Hij was de volkomen volheid van het Woord. Hij was het Woord. Hij zei...

115 Toen zij Hem beschuldigden dat Hij Zichzelf gelijk maakte aan God, omdat Hij de Zoon van God was, zeiden zij tegen Hem: "Wel, u maakt uzelf God."

116 Hij zei: "Staat er niet geschreven in uw wetten dat degenen tot wie het Woord Gods kwam, de profeten, goden genoemd werden. En dat waren zij. Hoe kunt u Mij dan veroordelen wanneer Ik zeg dat Ik de Zoon van God ben?"

117 Waar... De volheid van de Godheid woonde lichamelijk in de Zoon van God. Hij was de volle manifestatie van God. Dat waren tenslotte... de geboorteweeën onder die profeten, zij die het Woord waren, wezen naar deze volheid die zij zelf hadden, de volheid van het Woord. En toen stierven tenslotte de systemen, totdat "het Woord vlees werd en onder ons woonde".

118 Zie hoe het in Jakob werd afgebeeld. En hoe het afgebeeld was in Jozef. Precies. Geliefd door zijn vader, gehaat door zijn broeder zonder oorzaak; hij was geestelijk; kon dingen voorzeggen en dromen uitleggen. En hij kon het niet helpen dat hij zo was; hij was zo geboren. Hij was voorbestemd om zo te zijn, maar werd door zijn broeders gehaat en tenslotte verkochten zij hem voor dertig zilverlingen, (bijna dertig zilverstukken) en werd verhoogd, en aan de rechterhand van Farao gesteld. Hij keek in de gevangenis, daar waren een schenker en een bakker. De één was verloren en de ander werd gered.

119 Jezus in Zijn gevangenis aan het kruis, één was verloren, één werd gered. Juist. En dan verhoogd in de hemel en gezeten op de troon van God. En wanneer Hij deze weer verlaat, zal er een geluid weerklinken: "Buig de knieën", en elke tong zal belijden.

120 En wanneer Jozef de troon verliet en tevoorschijn kwam, weerklonk een bazuin en iedere knie moest zich buigen: "Jozef kwam."

121 Zo zal op een dag de grote bazuin van God weerklinken, de doden in Christus zullen opstaan, en iedere knie zal zich buigen, en iedere tong zal dit Woord belijden. Maar waar komt Hij voor? Waar komt Hij hier voor?

122 Let op, zij bracht dit volledige Woord voort, dat vlees gemaakt werd onder de geboorteweeën van de profeten, die uitbazuinden: "Hij komt, Hij komt; Hij komt."

123 Nu, maar zij was vierhonderd jaar zonder een profeet, volgens de geschiedenis en de Schriften – van Maleachi tot Johannes. Zij hadden alleen theologen, priesters, voorgangers. Nu, wij kunnen ons hier voorstellen, omdat ze die niet hadden, in wat voor een verdorven toestand hun systeem geweest moet zijn, in vierhonderd jaar zonder een boodschap direct van: "ZO SPREEKT DE HERE", van God. Dus de priesters, profeten, enzovoort, hadden het in een verschrikkelijke wanorde gebracht. Zij was verdorven.

124 Toen kwam Johannes, de beloofde Elia uit Maleachi 3, niet Maleachi 4, maar Maleachi 3, omdat Jezus hetzelfde zei in Mattheüs, het elfde hoofdstuk.

125 Toen Johannes' arendsoog wazig werd, zoals ik geloof dat het in Pemberton's "Vroegere tijdperken" wordt uitgedrukt. En hij zei: "Gaat heen en vraagt Hem of Hij Degene is of dat wij een andere verwachten zullen." Zie?

126 En Hij zei, Jezus, nadat Hij Zijn discipelen terug had gestuurd, nadat Hij tot hen gezegd had in de samenkomsten te blijven en te letten op wat er gebeurde: "Gaat heen en boodschapt Johannes deze dingen en gezegend is hij die aan Mij geen aanstoot neemt."

127 Hij keerde Zich om en keek Zijn discipelen en de mensen tot wie Hij sprak aan. Hij zei: "Wat zijt gij uitgegaan te zien toen u Johannes wilde zien?" Hij zei: "Bent u uitgegaan om een man in zachte klederen te zien?" En Hij zei: "Ik zeg tot u, dat zijn degenen die in koningspaleizen zijn." Hij zei: "Bent u uitgegaan om een riet te zien dat door de wind wordt bewogen?"

128 Met andere woorden, dat elk klein ding dat langskwam hem bewoog? "Ik zeg u, wanneer u gewoon hierheen komt en u bij onze groep aansluit, kunnen wij u een beter salaris geven." Niet Johannes! "Als u gewoon niet tegen dit en dat predikt, wel, dan kunt u zich bij onze groepen aansluiten." Johannes niet.

129 Hij zei: "Wat zijt gij dan uitgegaan om te zien? Een profeet? En Ik zeg u, meer dan een profeet. Want als u het kunt ontvangen, deze is het van wie gesproken werd door de profeet zeggende: 'Ik zend Mijn boodschapper voor Mijn aangezicht om de weg te bereiden.'" Dat is Maleachi 3:1.

130 Helemaal Maleachi 4 niet. Dat is anders. Omdat als die Elia komt, de wereld onmiddellijk daarop verbrand zal worden, en de rechtvaardigen over de as van de goddelozen zullen lopen.

131 En let nu op. Zijn Boodschap heeft hen nooit erg uit hun kerkelijke slaap gewekt. Zij zeiden gewoon: "Daarginds is een krankzinnige; mijd hem. Hij stelt zichzelf als een dwaas aan. Hij probeert de mensen in het water te verdrinken." Zie? "Wel, die oude man heeft niets te betekenen. Wel, hij heeft zelfs niet eens goede kleding aan. Hij heeft zich in een schapenvel gewikkeld. Hij is zo arm als de kalkoen van Job. Naar welk seminarie is hij ooit geweest; welke lidmaatschapskaart heeft hij? Wij willen zelfs niet met zijn samenkomsten samenwerken. Wij laten hem gewoon daar beneden verhongeren." Zie? De wereld is niet veel veranderd en haar systemen ook niet! "Maar wij laten hem gewoon daar beneden blijven. Hij heeft geen enkele..."

132 Weet u waarom niet? Bedenk dat zijn vader een priester was. Maar waarom volgde hij niet de lijn van zijn vader, wat voor de kinderen in die dagen de gewoonte was? Omdat hij iets had, een te veel grotere boodschap. Hij moest de Messias introduceren, want de Heilige Geest had het zo gezegd. Dat kleine overblijfsel daar dat door de boodschap van Gabriël teruggebracht was, wist dat het zo zou zijn. Dus wordt ons verteld dat hij op ongeveer negenjarige leeftijd de woestijn in ging. Nadat hij zijn vader en moeder verloren had, ging hij de woestijn in, omdat hij nauwkeurig moest horen .

133 Omdat zij in dat grote theologische gebouw daar gezegd zouden hebben: "Welnu, ik weet dat u verondersteld wordt degene te zijn die de Messias moet aankondigen. Jesaja zei dat u komen zou, dus zult u die stem zijn. Welnu, denkt u nou ook niet dat onze broeder Jansen hier daar precies aan voldoet?" En hij had gemakkelijk overtuigd kunnen worden.

134 Maar hij leerde nooit iets van hun systemen. Zijn boodschap was te belangrijk. Hij trok weg, de woestijn in, om daar te blijven.

135 Merk op. Zijn boodschap was niet als die van een theoloog. Hij gebruikte types. Hij zei: "O, gij adderengebroed." Hij noemde die geestelijken slangen. Eén van de slechte dingen die hij in de woestijn vond, één van de gluiperigste dingen, was slangen. En hij dacht: "Dat is ongeveer de beste vergelijking die ik weet." Hij zei: "Gij adderengebroed! Wie heeft u gewaarschuwd voor de komende toorn? En begin niet te zeggen: 'Wij behoren bij dit en dat, want God kan zelfs uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken." "Deze stenen", die hij in de woestijn vond en aan de oever van een beek.

136 En ook: "De bijl", die hij in de woestijn gebruikte, "ligt aan de wortel van de boom", die hij in de woestijn zag. "Elke boom die geen goede vrucht voortbrengt"; hij wist waar hij zijn brandhout vandaan kreeg, zie, "wordt afgehouwen en in het vuur geworpen", er werd brandhout van gemaakt. Zie? Zijn boodschap was helemaal niet als die van een geestelijke. Het was naar de natuur in de woestijn.

137 Maar hij had de boodschap om te verkondigen en hij had het geloof in zijn boodschap om te zeggen: "De Messias die wordt verondersteld te komen en, tot... Hij is nu regelrecht onder u. Ik zeg u, er staat Eén in uw midden Die u niet kent, Wiens schoenen ik niet waardig ben te dragen. Hij zal u met de Heilige Geest en met vuur dopen."

     "Wie is Hij, Johannes?"

     "Ik weet het niet."

138 Maar op een dag kwam daar een Jongeman naar de rivier wandelen, een gewoon uitziende Man. Gewoon in een... De oude Johannes de Doper stond daar, de gezegende oude profeet, en hij keek over de Jordaan, en hij zei: "Zie, het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt!"

     "Hoe kent u Hem, Johannes?"

139 "Hij Die mij in de woestijn de opdracht gaf om met water te dopen, zei: 'Op Wie gij de Geest ziet nederdalen, Deze is het Die met de Heilige Geest zal dopen.'"

140 Zijn boodschap kon niet van een theologisch standpunt komen of van een door de mens gemaakt systeem van geloofsbelijdenissen. Het moest regelrecht van God komen!

141 Want zijn boodschap schokte hen niet erg. Zij dachten: "Ach, hij zei dat hij het gezien heeft; ik betwijfel het ten zeerste. Ik heb niets gezien. Ik keek. O, my! Ik kon er niets aan zien", zo zeiden de priesters en de anderen.

142 Maar hij zag het, en wij weten nu dat hij het gezien heeft. Zeker zag hij het. Maar heeft u gemerkt wat er gebeurde?

143 Het heeft hun nooit uit hun slaap gewekt; zij gingen precies zo verder en sloegen hem ondanks alles zijn hoofd af. Maar het heeft hen nooit beroerd.

144 Maar het greep het overblijfsel aan, degenen die leven in zich hadden, die kleine groep, Anna en Simeon, en enkelen die de komst des Heren helemaal verwachtten. En Anna, in de tempel, een blinde profetes, die de Here diende door gebeden, en op een dag toen ze in de Geest was...

145 En Simeon, een oude man, had geprofeteerd en gezegd: "De Heilige Geest heeft mij gezegd dat ik de dood niet zien zou totdat ik de Christus des Heren zou zien."

146 Wel, weet u, enigen van de priesters zeiden: "Arme, oude kerel. Hij is gewoon een beetje de kluts kwijt; met zijn ene voet staat hij al in het graf en met de andere glijdt hij uit. Wel, laat hem gewoon met rust. Hij was een rechtschapen oude man, maar hij is een beetje..."

147 Maar ziet u; wat had hij? Het was hem geopenbaard door de Heilige Geest!

148 Dat is hetzelfde als wat aan u mensen vanmiddag geopenbaard wordt. De Heilige Geest bracht u hierheen voor een bepaalde reden. Voor sommigen... De Heilige Geest!... Kijk naar deze priesters en geestelijken hier van de Methodisten, Baptisten, Katholieken en anderen. Zij werden bewogen door de Heilige Geest. Het uur is gekomen. Dus de Heilige Geest bewoog Zich op hen en zij hebben er hongerig naar uitgekeken. Toen, juist in een...

149 U weet, in die dagen hadden zij geen televisie. Dank de Here voor die tijd.

150 Dus waren zij daar bij een berghelling in Judéa. Daar was een Baby geboren, een ster was verschenen, enzovoort.

151 Maar na acht dagen bracht de moeder de kleine Baby binnen, gewikkeld in doeken. Het waren doeken. Mij is verteld, dat het was... Zij hadden niets om aan te trekken. Het was een kleine lap van een juk van een os, zo hebben zij mij verteld, dat waren Zijn doeken. Hier komen Jozef en de anderen naar binnen met deze kleine Baby.

152 Ik stel mij voor dat de moeders zich op een afstand hielden met hun kleine baby's en naaiwerk en alles. Zij zeiden: "Kijk daar eens, zie? Zie? Daar is zij. Zie? Zij was zwanger van die man daar. Hier komt zij binnen. Dat daar, blijf maar bij haar uit de buurt. Houd u op een afstand." Zij denken nog steeds hetzelfde.

153 Maar voor Maria, met deze Baby in haar armen, maakte het geen enkel verschil wat zij dachten. Zij wist Wiens Zoon dat was.

154 Zo is het met elke gelovige die Gods Woord accepteert in zijn hart. Het kan mij niet schelen wat de systemen zeggen, u weet wat het is. Het is een belofte van God. Het werd u door de Heilige Geest geopenbaard toen u door Zijn kracht overschaduwd werd. U weet hoe het zit. Niemand heeft het recht het Evangelie te prediken tot hij God ontmoet heeft, diep in de woestijn, in die brandende braambos, daar waar geen kerkelijk systeem uit de wereld het van u weg kan redeneren. U was daar. Het gebeurde met u. Het kan mij niet schelen wat het systeem zegt. U was er getuige van. Halleluja! Ik voel mij zoals die kleurling waarover ik eens gesproken heb. "Ik heb hier nu niet voldoende ruimte." Ik voel mij erg religieus op dit moment, wanneer ik denk. En dat is juist. God Zelf, aan u geopenbaard.

155 Simeon had de belofte. Gebogen zat hij in zijn studeerkamer, die morgen. O, ik schat dat er elke morgen misschien enige honderden baby's binnen gebracht werden. Er waren ongeveer tweeëneenhalf miljoen Joden in het land en vele pasgeboren kinderen werden binnen gebracht. Altijd op de achtste dag moest de moeder komen om het reinigingsoffer te offeren. En nu, hier kwam... Simeon die daar zat, weet u, misschien las hij de boekrol van Jesaja; ik weet het niet. Maar plotseling...

156 Nu, als de Heilige Geest u een belofte gegeven heeft, dan moet de Heilige Geest die belofte houden, als het werkelijk God is. Hij, als Hij...

157 Als een man komt en het één of ander zegt en God ondersteunt het niet, is het om te beginnen niet Schriftuurlijk. Vergeet het maar. En als hij zegt dat het wel zo is en God steunt het nog steeds niet, is het nog steeds verkeerd.

158 Omdat God Zijn Boodschap uitlegt. Hij is Zijn eigen Uitlegger. Wat Hij zegt, gebeurt, en toen zei God: "Luister naar Hem, want het is de Waarheid." Dat is alleen gezond verstand. Als Hij zegt dat het gebeurt en het gebeurt, zegt dat het. Het moet iedere keer precies de Waarheid zijn, omdat God geen leugens vertelt.

159 En dus zit Simeon daar en neemt deze vervolging op zich. Hij was het overblijfsel. Hij had Johannes gehoord, en het kleine overblijfsel van die dag. En hier zat hij en luisterde bij deze boekrol, wetende... Ik bedoel, wetende dat Johannes komen zou, omdat hij een deel van het overblijfsel was. Het Woord werd aan hem geopenbaard. En plotseling toen die Baby in de tempel kwam, toen was het de plicht van de Heilige Geest om te openbaren dat het daar was. Dus hij, bewogen door de Geest, kwam zijn kleine studeerkamer uit, recht door de hal, stuitte op die rij vrouwen, en ging deze rij vrouwen langs, totdat hij op de plaats kwam waar deze kleine Baby was, die zij allen op een afstand hielden. Hij nam de Baby in zijn armen en zei: "Heer, laat Uw dienstknecht in vrede gaan, want mijn ogen hebben Uw verlossing gezien."

160 En op die tijd, een van de weinige andere uitverkorenen in die dagen, was Anna, een profetes. Zij zat daar, blind, in een hoek. Ze stond op, blind. Hier komt zij, geleid door de Geest, tussen alle vrouwen en de mensen door die zich in en uit de tempel drongen, totdat zij rechtstreeks daar kwam waar het Kind Christus was.

161 Als de Heilige Geest een blinde vrouw tot Hem leiden kon, wat dan met een Pinkstergroep waarvan verondersteld wordt dat zij het licht in de ogen hebben? Ik wil daar niet verder op ingaan, weet u. Bemerk. O, my! In wat een verschrikkelijke toestand moet de gemeente opnieuw geweest zijn, zeker, zo moet het in die dagen geweest zijn! Maar het schudde het kleine overblijfsel, zoals ik zei.

162 Nu, laten wij eerlijk zijn. Als wij de kerk heden in dezelfde toestand vinden, zijn wij dan niet opnieuw in dezelfde tijd aangekomen? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Nu, kijkt u maar naar de beloofde dingen in de Bijbel, die er in de gemeente plaats zou vinden in deze tijd. Wij zien wat er in de wereld plaats vindt en wij zien dat het daar naar het einde loopt. Nu, laten wij de gemeente bekijken.

163 Zij, de gemeente, had geboorteweeën onder Luther. Nu weten wij dat er volgens Openbaring, zeven gemeentetijdperken zijn en dat er voor deze tijdperken zeven boodschappers zijn. Toen Luther tevoorschijn moest komen, bracht het de kerk zeker in geboorteweeën, maar het bracht een Luther voort. Dat is juist.

164 Daarna kwam ze opnieuw in moeilijkheden, dus bracht ze een Wesley voort. Dat is juist. Het ging weer verder en bracht een pinksteren voort.

165 Elk van de boodschappers voor hun tijdperk, bracht ze terug naar het Woord, de boodschap van hun tijdperk, de boodschap volgens de Bijbel. Ik kom met een boek daar over uit, het commentaar op de eerste vier hoofdstukken van Openbaring. Lees het zo gauw als wij het hebben laten drukken en het bewijst, zonder enig spoor van twijfel, wat de boodschap van Luther was, rechtvaardiging; wat heiliging is, het volgende proces in de natuurlijke geboorte. En dan komen de Pinkstermensen. Precies.

166 Nu, bemerk, elk tijdperk schudde de gemeente en gaf het geboorteweeën. Maar wat deden zij? Nadat de geboorteweeën. kwamen, brachten zij, in plaats van verder te gaan met het Woord, een groep mensen bij elkaar net zoals de eerste deden. Precies zo. Direct na het doen schudden van de apostelen zien wij hoe ze weer afwijkt. Dan ontdekken wij verder dat er vele anderen kwamen, Agabus en vele anderen van de grote hervormers in de begintijd. Elk tijdperk heeft het gedaan, als u het Pre-Nicéa Concilie bestudeerd hebt, de Nicéa Vaders, en dat alles. U vindt dat alles daarin. Elk tijdperk werd iedere keer geschud wanneer er een boodschapper naar voren kwam met het: "ZO SPREEKT DE HERE."

167 Nu is zij volgens de Schrift in het ergste stadium waarin zij ooit geweest is. Wij zijn in het Laodicéa tijdperk, "een rijk maar verblind tijdperk, dat het niet weet".

168 Nergens werd Christus buiten de gemeente gezet in de Bijbel behalve in het tijdperk van Laodicéa. Zij is in het ergste tijdperk. Zij is erger verdorven dan ooit. Er staat: "Ik zit als een koningin die niets nodig heeft."

169 "En u weet niet dat u naakt en ellendig, blind en arm bent, en u weet het niet." Jazeker. Hij zei: "Ik raad u aan om ogenzalf van Mij te kopen, opdat Ik u de ogen zou kunnen openen." En dat zal... dat zal zeker... De ogenzalf van God zal zeker licht in de gemeente brengen, als zij de ogen maar openen wil voor wat God heeft gezegd.

170 Let op, vlug nu. Nu, zij is in deze fase, zonder een zweem van twijfel. We zijn in het gemeentetijdperk van Laodicéa.

171 Haar boodschapper werd beloofd in Maleachi, het vierde hoofdstuk. Hij beloofde het te doen, en de boodschap is het Woord terug te brengen, de mensen terug te voeren naar het Woord. Geboorte is op komst. Zij moet verlost worden, door een nieuwe geboorte, volgens Maleachi 4.

172 In de kerkwereld vandaag zijn er twee systemen werkzaam. Nu luister heel goed. Nu, ik wil zien of u hier 'amen' op zult zeggen. Er zijn twee systemen vandaag in de kerkwereld werkzaam. Ik wil dit van mijn schouders hebben, en dan ben ik er vanaf. Wij weten allemaal dat dat het Woord van God is en het denominatie systeem. Twee systemen zijn er aan het werk. Juist zoals het met Jakob en Ezau was; de één naar de Geest, de ander naar het vlees. En wat is het? Ezau en Jakob streden al in hun moeders schoot zelfs tot aan de tijd dat zij geboren werden. En zo strijden de denominaties en het Woord met elkaar. Dat is zo geweest sinds Luther de eerste reformatie bracht. Ik hoop dat het eenvoudig genoeg is, zodat u het kunt begrijpen. Zie?

173 Deze mannen, als zij dit oppakken en er mee naar buiten komen, kunnen het begrijpelijker uitleggen, ziet u, om het op uw manier te plaatsen. Ik wil alleen dit zaad zaaien, maar ik hoop dat zij het tot leven brengen. Merk op. Zie?

174 Dat is het altijd geweest. Dat is de reden dat zij geboorteweeën heeft, omdat er een strijd in haar is.

175 Daar is een Ezau, een man van de wereld, erg religieus. En o, hij is in orde, een goede jongen, zuiver, moreel voor zover ik weet, maar hij weet niets over dat geboorterecht! Hij is zo geboren; hij is zo gevormd.

176 En Jakob, het kan mij niet schelen wat hij is, hij wil dat geboorterecht! Hij is degene die geestelijk is.

177 En die twee zijn er nu vandaag in de schoot van de gemeente. Een kolossaal systeem probeert zich te vormen, dat zich de Wereldraad van kerken noemt. En uit de schoot van de gemeente komen twee kinderen voort. Let maar op mijn woorden. De wereld is...

178 Het Woord moet de Woord-bruidsgemeente voortbrengen. De gemeente moet verlost worden van een bruid voor Christus. Zij, die ontsliepen in alle tijdperken zullen die bruid vormen, die eruit is gekomen door het Woord waardoor zij eruit kwamen, zoals het van uw voeten naar uw hoofd gaat. Zij wordt groter en er is meer wat u moet hebben, enzovoort. Zoals het lichaam opgroeit, zo groeit het lichaam van Christus. En dan tenslotte zal het Hoofd erbij komen, het Hoofd ervan zal, nu, als we opmerken, omdat het... Het is allemaal samen verbonden met het Hoofd. Het Hoofd laat het draaien en trekken.

179 Maar deze systemen zullen er niet uitgroeien, omdat het een systeem is, en dat kan niet voortbrengen. Een dolik kan geen tarwe voortbrengen. Maar zij staan beide in hetzelfde veld, worden door hetzelfde water gedrenkt en hetzelfde zonlicht. Het ene is het Woord en het andere is niet het Woord. En deze twee zijn in strijd; zij strijden al sedert de eerste reformatie, en zij strijden nog steeds.

180 Welnu, ik hoef hier niet verder op door te gaan, vindt u niet? U weet zeker waarover ik spreek. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Jazeker. Daar zijn we er. Daar bent u er, een systeem. In welk systeem bent u?

181 Nu, stel u voor, als u in die dagen van vroeger geleefd zou hebben onder het schudden van Gods profeten, en woorden waren voortgekomen, aan welke zijde zou u in die tijd hebben willen staan?

182 Welnu, u heeft dezelfde keus vandaag. Zij staat op het punt het perfecte Woord voort te brengen en het Woord komt voor de Woord-bruid. Zoals een vrouw een deel van de man is, die uit hem werd genomen, zo zal de gemeente een in het Woord blijvende gemeente moeten zijn, elk Woord van de Bijbel. Geen systemen, dogma's, niets moet worden toegevoegd. Het moet een onvervalst, rein, maagdelijk Woord zijn! Juist!

183 En in de dagen van het licht van Luther, toen de kerk bruut Luthers macht stopte, onderging zij één van haar weeën, maar hij kwam voort: "De rechtvaardige zal uit het geloof leven. En dit is niet het avondmaal."

184 Welnu, wij vinden uit dat in de dagen van John Wesley, ze weer geboorteweeën had. Maar daar werd een Wesley geboren! Maar wat deed hij? Hij ging precies weer zo terug als de moeder.

185 Vervolgens in de dagen van de Pinksterbeweging, kwamen uw vaders en moeders uit die zaak vandaan en haatten het. Zij gingen uit op de straten, uw moeder zonder kousen aan, trommelend op een oud conservenblik, en spraken over de doop met de Heilige Geest, spelend op een oude gitaar. Zij deelden bij straat races traktaten uit en brachten de hele nacht in de gevangenis door. En wij zijn zo vormelijk en gingen rechtstreeks in een organisatie terug en raakten in dezelfde vuiligheid. Zij sleepten hun kinderen terug in dat waar zij uitkwamen. Zij zouden zich in hun graf omdraaien. Zij zouden zich voor u schamen. Ik weet dat het hard is, maar het is de Waarheid. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

186 U zegt: "Ik dacht dat u de mensen liefhad." Wanneer liefde niet terechtwijst, hoe kunt u dan liefde voortbrengen? Liefde wijst terecht. En ik heb de wereld beslist lief... Ik ijver voor Gods gemeente.

187 En om te zien hoe deze systemen, die alles onder dogma's samenbinden, wegrotten. Terwijl God Zijn Woord verklaart als de Waarheid, en zij houden zich er nog altijd vast Amen. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Dat is waar. U weet dat het waar is, broeder, zuster. ["Amen."] Dat is slechts dit. Het is de eenvoudige manier om het te zeggen. Het is geen uitlegging van het Grieks en dergelijke, maar het is een uitleg die het gezonde verstand laat zien. U kunt dat zeker begrijpen. Tweemaal twee is vier. Zie? Welnu, wij weten dat dat juist is. Nu, het Woord moet de bruid voortbrengen.

188 Maar het oude systeem moet zijn type behouden. Het moet een Ezau voortbrengen die zijn geboorterecht verkocht.

189 Hier komt het. Ik voel het. Ik hoop niet dat u denkt dat ik gek ben, maar als ik het ben, laat mij dan met rust. Ik voel mij op deze wijze goed. Ik voel mij beter op deze wijze dan dat ik op die andere wijze was. Ik ben misschien gek voor de wereld, maar ik weet waar ik aan toe ben. Ik weet waar ik sta.

190 Kijk. Het zal een dood geboren kind voortbrengen, een kerksysteem dat alle denominaties samen zal brengen om een Ezau voort te brengen die Jakob haat. Amen. Ik hoop dat u het ziet. Een dood geboren, gestorven denominatie, allen sluiten zich bij elkaar aan.

191 O, Woordgelovigen, sla acht op mijn Boodschap. Hoor mij, niet míjn Boodschap, maar Zíjn Boodschap die Hij krachtig verklaart de Waarheid te zijn. U moet íéts kiezen. U kunt hierna niet stilzitten. U moet uw keuze maken.

192 Herinnert u zich onlangs, daar in het Westward Hotel, op die morgen op dat ontbijt, hoe de Here mij u daar die tarwe liet zien? Hoe het opkwam door Luther, door Wesley, en de halmen, enzovoort, en de kleine scheuten; elke gemeente werd in een korenhalm voorgesteld. Vervolgens ging Hij regelrecht in de tarwe, als het ware, en daar was dat kleine kafje dat er precies zo uit zag als de echte tarwekorrel. Wanneer u het van buiten beziet, als u uw tarwe niet kent, zult u zeggen dat u daar tarwe hebt; maar het is alleen maar het kaf. Dan, wanneer u het kaf opent, zit er helemaal geen tarwe in. Geheel achteraan komt er een kleine levenskiem tevoorschijn. Neem een vergrootglas en bekijk het. En toen Pinksteren voor het eerst tevoorschijn kwam, leek het er zo veel op. Jezus zei in Mattheüs 24:24: "Indien het mogelijk ware, zou het zelfs de uitverkorenen verleiden." Wat moest het doen? Een steun voor het graan zijn. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Nu, de halm...

193 Kijk hier. Het blad lijkt niet op het graan dat erin ging, net zo min als de bloesem, maar het lijkt er een beetje meer op. En het kaf lijkt er een heleboel op. Maar zij is nog steeds niet de tarwe. Het is de drager van de tarwe.

194 Ziet u niet hoe deze boodschappen met geboorteweeën zijn gekomen? Maar het leven ging eruit om naar de volgende boodschap te gaan. Het leven ging uit Luther in de boodschap van Wesley; regelrecht uit de boodschap van Wesley in de Pinksterboodschap. Nu is het weer tijd om het kaf te verlaten. En wat is er aan de hand? De natuur verklaart in iedere vorm dat dát de Waarheid is.

195 Nu ziet u waarom u denkt dat ik gek ben. Misschien ben ik het, zoals ik zei, maar er is iets in mij. Ik kan het niet stoppen. Ik heb het er nooit in geplaatst. Het is nooit door mijn eigen keuze gekomen. Het is God! En Hij bevestigt het, om te bewijzen dat het de Waarheid is, om het de Waarheid te maken. Niet dat ik iets tegen Luther en Wesley heb, Pinkstergemeente of Baptisten, of wie dan ook. Ik heb tegen niemand iets. Ik ben tegen de systemen, omdat het Woord er tegen is, niet tegen de mensen. Kijk naar deze priesters en geestelijken die hier vandaag zitten. Zij zouden hier niet zijn als zij naar het systeem luisterden, maar zij hadden de gezonde moed van het Woord van God om eruit te stappen en het te accepteren. Halleluja. Dat betekent: "Prijst onze God." Het zal u geen kwaad doen. [Iemand zegt: "Amen." – Vert] Dat betekent: "Zo zij het." Ik geloof het. Ik geloof en weet dat het de Waarheid is. Het is als de Waarheid bevestigd. U zult het op een dag ontdekken, misschien te laat. Welnu, let op. Let op.

196 De Bijbel zegt: "Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt", aan het einde van het tijdperk. Hoe maakte zij zich gereed? Om Zijn vrouw te worden. En wat doet zij? Wat voor soort gewaad had zij aan? Zijn eigen Woord. Zij was gekleed in Zijn rechtvaardigheid. Zo is het. Het is juist. Zie?

197 Visioen! Merk op, in het sluiten nu. Ik wil nog dit éne zeggen, voordat ik sluit. Dat is wat mij heeft geleid om dit te zeggen. Welnu het is "ZO SPREEKT DE HERE." Als een mens dat zou zeggen, zonder... terwijl hij het in zijn eigen denken heeft geplaatst, zou hij een huichelaar zijn en behoorde daarvoor naar de hel te gaan. Dat is juist. Als hij zou proberen om een groep mensen, fijne mensen, zoals deze hier, te krijgen en te verleiden, wel, dan zou hij een duivel in menselijk vlees zijn. God zou hem nooit eren. Gelooft u dat God een duivel of een leugen zou eren? Nooit. Zie? Het gaat over hun hoofden heen en zij vatten het niet. Hij haalt de uitverkorenen eruit.

198 Kijk naar alle profeten door de tijd heen, hoe Hij de uitverkorenen eruit nam.

199 Kijk, het ging verder door, zelfs tot aan de reformatie. Zoals de Rooms-katholieke kerk Jeanne d'Arc verbrandde op de brandstapel omdat zij een heks zou zijn. Dat is juist. Later ontdekten zij dat zij het niet was. Zij was een heilige. Natuurlijk hebben zij boetedoening gedaan. Zij hebben de lichamen van de priesters opgegraven en ze in de rivier geworpen. Maar, weet u, maar dat maakt het niet goed in de boeken van God. Nee. Zij noemden Patricius er ook een, ziet u, en hij is het ongeveer evenveel als dat ik er een ben. Dus, wij merken op, kijk naar zijn kinderen. Kijk naar zijn plaats. Kijk hoeveel er gedood werden. Kijk naar de martelarengeschiedenis en zie hoeveel er daar werden gedood. U ziet, dat het niet zo is.

200 Maar de claim van de mensen maakt niet dat het zo is. Het is wat Gód zegt en bewijst dat de Waarheid is. "Beproeft alle dingen. Houdt vast aan dat wat goed is."

201 Nu vinden wij, nu... Hier ongeveer een paar maanden geleden, op een morgen, liep ik het huis uit, en er kwam een visioen.

202 En ik daag iedereen hier uit, die het door al deze jaren heen geweten heeft, om te zeggen of het ooit dat de Here mij "ZO ZEGT DE HERE" liet zeggen, één keer niet gebeurde. Hoevelen weten dat het de Waarheid is, steek uw hand op. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Juist. Kan iemand het tegenspreken? [Broeder Branham houdt even op. De samenkomst is stil.] Het is waar.

203 Schenk geen enkele aandacht aan de boodschapper. Kijk naar wat de Boodschap is. [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Dat is wat is. Zie? Het is dat niet. Let niet op die kleine [Leeg stukje op de band.] ... kaalhoofdige, weet u, persoon, omdat dat alleen... dat is alleen maar een mens, allemaal, wij zijn allemaal eender. Maar kijk naar wat er gebeurt. Dat is wat het verklaart. Ik werd meegenomen...

204 Nu, ik weet dat mensen alle mogelijke dingen zeggen en wij weten dat heel wat daarvan niet waar is. Ik kan niet instaan voor wat één of ander zegt. Ik moet verantwoorden wat ik zelf zeg. Ik kan alleen zeggen of het de Waarheid is of niet. En ik ben degene die daar verantwoordelijk voor moet zijn, niet voor wat iemand anders zegt. Ik kan niemand oordelen. Ik ben niet gezonden om te oordelen, maar om de Boodschap te prediken. Merk op.

205 Ik moest een voorbezichtiging van de gemeente hebben. En ik werd door iemand die ik niet kon zien meegenomen en op een soort tribune geplaatst. En ik hoorde de mooiste muziek die ik ooit gehoord had. En ik zag een groep jonge vrouwen komen van ongeveer, het leek ongeveer rond de twintig, achttien, twintig jaar oud. En zij hadden allen lang haar en zij waren allen in verschillende jurken, type kleren. En zij marcheerden zo perfect in de maat met de muziek mee als het maar zijn kon. En zij kwamen vanuit mijn linkerzijde en gingen rond naar deze kant. En ik sloeg hen gade. En toen keek ik om te zien wie er tot mij sprak en ik kon niemand zien.

206 Toen hoorde ik een 'rock-and-roll' band komen. En toen ik naar mijn rechterzijde keek, aan deze kant opkomende, terugkomende, hier kwamen de kerken van de wereld. En sommige van de... Ieder van hen droeg hun banier, vanwaar zij kwamen. Enige van de smerigst uitziende dingen die ik ooit in mijn leven gezien heb. En toen de Amerikaanse kerk er aankwam, was dit de verschrikkelijkste die ik ooit heb gezien. De hemelse Vader is mijn Rechter. Zij hadden van die flirterige grijze rokjes aan, zoals die barmeisjes, zonder ruggedeelte, en hielden ze omhoog als een stuk grijs papier, alsof zij de hoela dansten; make-up, kort geknipt haar, sigaretten rokend, en twistend, en zij bewogen zich op de 'rock-and-roll'. En ik zei: "Is dat de gemeente van de Verenigde Staten?" En de stem zei: "Ja, dat is het."

207 En toen zij voorbijgingen, moesten zij het zo houden, en het papier achter zich houden terwijl zij voorbijgingen.

208 Ik begon te huilen. Ik dacht: "Van al mijn arbeid en alles wat ik heb gedaan." En alles wat wij predikers tezamen gedaan hebben... En broeders, ik weet niet hoeveel u van deze visioenen gelooft, maar het is voor mij de Waarheid. Het is altijd bewezen de Waarheid te zijn. Toen ik dat had gezien en wist wat er aan de hand was, scheen mijn hart in mij te breken. "Wat heb ik gedaan? Hoe kon ik er zo naast zitten? Ik bleef steeds standvastig bij dat Woord, Here, en hoe kon ik het gedaan hebben?"

209 Ik dacht: "Waarom kon U mij niet lang geleden een visioen geven waar ik mijzelf dáár zag?" En ik zei: "Zullen zij geoordeeld moeten worden?" Hij zei: "Ook de groep van Paulus." Ik zei: "Ik heb hetzelfde Woord gepredikt als hij." De Christelijke Zakenlieden gaven het artikel ervan uit. En ik zei: "Waarom? Waarom moet het zo zijn?"

210 En ik zag die groep prostituées zo voorbijgaan, zij waren allen zo gekleed en genaamd: "De kerk van Miss Verenigde Staten." Ik viel gewoon flauw.

211 Dan, meteen, hoorde ik die echt liefelijke muziek opnieuw en daar kwam diezelfde kleine bruid weer voorbij. Hij zei: "Dit is echter wat er uit komt." En toen zij voorbijliep, was zij precies zoals de eersten, lopende op de maat van de muziek van het Woord van God, voorbij marcherende. En toen ik dat zag, stond ik daar met beide handen omhoog, het zo uit te schreeuwen. En toen ik weer tot mijzelf kwam, stond ik daar op mijn veranda en keek recht uit over het veld.

212 Wat? Zij zal dezelfde bruid moeten zijn, hetzelfde soort, gebouwd uit hetzelfde materiaal als dat zij in den beginne was. Lees nu Maleachi 4, en zie of wij niet verondersteld worden een Boodschap te hebben in de laatste dagen, "die de harten van de kinderen terug zal brengen tot de vaderen", terug tot de originele Pinksterboodschap, woord voor woord. Broeders, hier zijn wij er.

213 Welnu, deze gemeente wordt verondersteld een teken te krijgen, en haar laatste teken. Wij vinden hier in de Schriften, zie nu, zie, de zware geboorteweeën die er in dit Laodicéa tijdperk zijn. Zij is aan het baren. Hun gemeente is bezig wederomgeboren te worden. Niet...

214 Er zal nooit nog een andere organisatie zijn. Iedereen weet, dat elke keer wanneer er een boodschap uitging... Vraag deze historici. Nadat er een boodschap uitging kwam er een organisatie uit voort. O, Alexander Campbell, al het andere, Maarten Luther en alles. Zij maakten er een organisatie uit. En gewoonlijk duurt een boodschap, een opwekking, ongeveer drie jaar. Deze is al vijftien jaar bezig en er is geen organisatie uit ontstaan. Waarom? Het kaf was het laatste. Wij zijn aan het einde.

215 Ziet u de geboorteweeën? Ziet u wat er aan de hand is? Alleen een overblijfsel zal eruit gebracht worden. Alleen een overblijfsel zal eruit gebracht worden. En daarom roep ik het uit en span ik mij in, en dring ik aan, en leg ik op aarde iedere gunst van de mens opzij, om bij God genade te vinden en gewoon verder te gaan in Zijn Woord.

216 Zij is in pijn. Dat is, wat er aan de hand is. Zij staat op het punt om te baren. Zij moet haar keuze maken. Het handschrift is op de muur. Wij zien dat de aarde bijna klaar is om te gaan. Dat is juist. En wij zien de kerk, zij is zo verdorven, zij is bijna klaar om te gaan. En de geboorteweeën zijn volledig over hen, over zowel de wereld als de kerk.

217 En er gaat bijna een nieuwe wereld geboren worden, en een nieuwe gemeente om er naar toe te gaan, voor het duizendjarig rijk. Wij weten dat.

218 Kijk. God geeft haar... en luister hier erg goed naar, dan zal ik eindigen. Haar laatste teken, haar laatste Boodschap, haar laatste teken. Haar laatste teken is dat zij in de toestand moet komen waarin zij in het begin was; de wereld, de gemeente.

219 Kijk hoe het in het begin was, al deze jaren, zonder... [profeten] van Maleachi tot Jezus. Kijk ernaar, al deze jaren nu. Kijk ernaar, helemaal terug, de corruptie waar zij in terecht kwamen. Kijk naar de aarde, hoe het in elke tijd was, zoals in de dagen van Noach, enzovoort. Het moet hetzelfde soort type zijn, en wij zien dat. "Zoals het was in de dagen van Noach." Wij zien al deze dingen vorm aannemen.

220 Dan krijgen wij één laatste teken. In Lukas, hoofdstuk 17, vers 28, zei Jezus: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Zoals het was in Sodom. Zie? Welnu, Jezus las deze zelfde Bijbel. Hetzelfde Genesis dat wij lezen. Nu, tot slot, mis dit niet. Dezelfde Bijbel die wij lezen, las Jezus. En Hij zei tegen Zijn gemeente: "Kijk terug, en zie wanneer de dagen van Sodom terugkeren" – verdraaide mensen, mannen verliezen hun natuur.

221 Kijk naar de homoseksualiteit, hoe die in de wereld van vandaag toeneemt, juist onlangs in de krant. U zou eens naar mijn kantoor moeten komen en de brieven van moeders lezen over hun zonen. En de toename van homoseksualiteit is geloof ik twintig of dertig procent, alleen al in Californië, in het laatste jaar. Een grote groep van... zelfs van mensen in de regering is bewezen dat zij homoseksueel zijn. U regeringsmensen weet dat. Uw tijdschrift, ik las het, en over de verschillende dingen die plaats vonden. Als u...

222 [Een zuster spreekt in een andere taal en geeft daarna een uitleg. Dezelfde zuster spreekt weer in een andere taal, en wederom geeft ze een uitleg. Leeg stukje op de band – Vert]

223 Nu, als ik het juiste begrip van de Schrift heb, dan is dit precies wat God gezegd heeft dat zou gebeuren. "Laat hem die in tongen spreekt ook bidden dat hij het uit moge leggen."

224 Dat is waar, ik heb u de Waarheid verteld, dan is God hier om het te bevestigen. Het is de Waarheid. Dat is waar.

225 Nu zie, wat was de laatste Boodschap die Jezus sprak? "Zoals het was in de dagen van Sodom." Nu let op. Vlak voordat de heidenwereld met vuur verbrand werd. Nu, probeer het te begrijpen. Wat gebeurde er? Daar was een aantal mensen, lauwe kerkleden, zoals Lot en zijn groep daar in Sodom. Daar was een andere man die er reeds was uitgekomen. Hij was er om te beginnen al niet in. Dat was Abraham, degene die een belofte van een komende zoon had. Begrijpt u het? Zeg dan "Amen". [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] In orde.

226 En nu, juist voordat het hoogtepunt van de verwoesting kwam, verscheen God in verschillende vormen aan Abraham, maar deze keer verscheen Hij als een Man. Hij was een Man. En hij ging God tegemoet. Nu, u zegt: "Het was geen Man."

227 Het was God in de Man. Abraham noemde Hem Elohim. Het was een Man.

228 En zie, Hij nam plaats en keerde zijn rug naar de tent toe en Hij zei: "Waar is Sara, uw vrouw?"

     Hij zei: "Zij is in de tent achter U."

229 Hij zei: "Ik zal u bezoeken overeenkomstig de tijd des levens, dat Ik u een belofte deed." En Sara lachte. En Hij zei: "Waarom lachte Sara?" Zie?

230 Nu, dat is wat er in die dag gebeurde. Alleen om het laatste teken te laten zien dat Abraham zag, de uitverkoren groep die eruit was getrokken, weg van Sodom. Nu, laat deze gelijkenis u niet ontgaan. Wat u ook moge doen. De groep die eruit getrokken was, die was om te beginnen al niet in Sodom.

231 Maar twee engelen daalden af naar Sodom. En toen zij daar aankwamen, vinden wij Lot. En Hij vond hem in een teruggevallen toestand, overal homoseksuelen en perversie. U kent de geschiedenis. Maar één bleef bij Abraham en dat was Elohim.

232 Zij predikten het Woord daar. Het prediken van het Woord sloeg hen met blindheid en zij konden de deur niet vinden. Zo is het vandaag ook.

233 Maar die Ene, Die bij de groep was die eruit getrokken was, deed een wonder voor Abraham om te laten zien Wie Hij was, en was bij Abraham.

234 Hij zei: "Waarom heeft Sara gelachen?" wat die baby betrof. En Sara kwam tevoorschijn en zei dat zij dat niet had gedaan. Hij zei: "Maar u deed het." En Hij zou haar daar ter plaatse gedood hebben als zij niet een deel van Abraham was geweest.

235 Zo zou God ons ook geslagen hebben als wij geen deel van Christus waren geweest. De genade van Christus houdt ons allen tezamen, ons twijfelaars en verdraaiers van het Woord.

236 Maar merk op, merk op wat er gebeurde. Jezus keert Zich nu weer om en zegt: "Zoals het was in de dagen van Lot, zo zal het zijn in de eindtijd wanneer de Zoon des mensen Zichzelf begint te openbaren." [Leeg stukje op de band – Vert] Zie? 'Zoon des mensen' is in de Bijbel altijd een profeet. Ziet u. Hij kwam in drie namen van zoons: Zoon des mensen, Zoon van God, Zoon van David. Zie? Hij komt in drie zoons Namen: Zoon des mensen, Zoon van God en Zoon van David. Zie? En Hij noemde Zichzelf Zoon des mensen, want dat is het werk dat Hij deed, dat van een profeet, ziener. Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Noach, wanneer de Zoon des mensen Zichzelf begint te openbaren, dat zal de eindtijd zijn."

237 Nu, laten we gewoon nadenken, even een ogenblik. Nooit heeft de wereld een boodschapper gehad die de gehele wereld rond ging... Wij hadden een Finney, Sankey, Moody, Finney, Knox, Calvijn, enzovoort, over de hele wereld, boodschappers tot de gemeente in deze geboorteweeën. Maar nooit hadden wij een man die uitging met een internationale boodschap, tot op deze dag, wiens naam op h-a-m eindigde. A-b-r-a-h-a-m, wat zes letters is... A-b-r-a-h-a-m heeft zeven letters.

238 Wij kregen er in deze tijd één met de naam G-r-a-h-a-m, zes letters, en zes is het getal van de wereld, de scheppingsdag. Wanneer kreeg de wereld ooit een man die predikte tot de kosmos, daar in de wereld, die daar de mensen eruit roept: "Bekeert u! Bekeert u! Kom om, of kom er uit!", tot aan dit tijdperk? G-r-a-h-a-m, kijk wat hij doet, hij predikt het Woord, verblindt de buitenstaanders, en roept: "Kom er uit", een boodschapper van God. Jezus zei dat het plaats zou vinden juist wanneer de Zoon des mensen Zichzelf zal openbaren. Nu, dat, waar gebeurt dat? Daarbuiten in de kerkordes, de wereld. En zij beginnen de man erom te haten.

239 Maar onthoud dat er ook een groep was, het was een geestelijke groep, de Jakob groep, niet de Ezau groep; er is een Jakob groep, die uitziet naar de Zoon, die niet in dat Babylon was. En zij ontvingen een boodschapper. Begrijpt u het? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Abraham, A-b-r-a-h-a-m, zij ontvingen een boodschapper. En die boodschapper; wat was het grote, buitengewone wat Hij deed, om te laten zien dat het de eindtijd was? Hij onderscheidde de gedachten die in Sara omgingen.

240 En Jezus, de Zoon van God, Die vlees werd, toonde dat de Geest van God terug neer zou komen op deze kleine uitverkoren groep in de eindtijd, en dat Hij Zich op dezelfde wijze zou openbaren. Geboorteweeën. O, broeder, probeer het alstublieft te begrijpen. Doe uw best. Open uw hart voor een ogenblik. Zie op naar Christus. Diezelfde God is nu hier, Diezelfde. Hij heeft deze dingen beloofd. En als Hij ze beloofd heeft, is Hij zeker ook in staat ze te doen.

241 Laten wij nu een ogenblik onze hoofden buigen. Ik wil dat u ernstig nadenkt.

242 Vader, het is nu in Uw handen. Ik heb alles gedaan wat ik kon doen. Ik bid, dat U de mensen wilt helpen het te begrijpen, het zaad is geplant. Giet het water, de Geest, daarop, Here, en bevloei het voor Uw glorie. Als ik een fout heb gemaakt, Here, ik bedoelde het niet. Ik bid, God, dat U het rechtstreeks in hun harten wilt uitleggen, opdat zij het mogen zien en verstaan. Sta het toe, Heer. Ik bid het in Jezus' Naam. Amen.

243 De Here zegene u. Ik heb u lief. Deze God, Die dit Woord gepredikt heeft, deze God, Die verantwoordelijk is voor dit Woord... Ik ben alleen verantwoordelijk om het te zeggen. Hij is Degene Die het levend moet maken. Diezelfde God is hier.

244 Welnu, hoeveel van u hier hebben een nood? Steek uw hand op. Heeft Hij beloofd in de laatste dagen deze dingen te doen? Nu, kijkt u naar mij. Het is zoals Petrus en Johannes hebben gezegd: "Zie op ons." Als of... Zie? Hij zei het hem. Nu, kijkt u deze kant op. Nu, beweeg u alstublieft niet in het rond. Dit is een heel... Ik probeer, met mijn gehele hart binnenin mij... Wees gewoon heel eerbiedig. Zie? Een ieder van u, een geest, wanneer u beweegt. Natuurlijk bent u een eenheid. Ik probeer het geloof van de mensen te vangen.

245 Een kleine vrouw ging voorbij en raakte Zijn kleed aan, ging naar buiten en ging zitten. Jezus zei wat haar problemen waren, en zij werd genezen.

246 En nu heeft Hij beloofd dat weer te doen. De Zoon des mensen zou Zichzelf openbaren zoals Hij deed aan Sodom. De wereld is in deze toestand. De gemeente is in die toestand. Nu, heeft God Zijn Woord gehouden? Zie of Hij het gedaan heeft of niet. O, wij hebben tekenen gehad, springen, spreken in tongen, profetie, enzovoort. Maar wacht, er is nog een ander teken. O, wij hebben vele vleselijke nabootsingen. Dat laat juist de echte des temeer schijnen. Elke valse dollar moet de echte wel beter doen blinken.

247 Nu, bid. Geloof. Ik daag u gewoon uit om dat te doen. Kijk en geloof wat ik u verteld heb. Hoeveel geloven dat dit de Waarheid is? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ongeacht wie u bent, waar u bent. Ik zal gewoon...

248 Iedereen hier, voor zover ik weet, is volkomen vreemd voor mij, behalve Bill Dauch en zijn vrouw, die hier zitten, voor zover ik weet. Ik geloof dat ik deze kleine prediker hier van Duitsland ken, die daar zit. En broeder... en twee of drie mensen die daar zitten.

249 Iemand van de toehoorders, kijk, daar ver achterin. Ik daag u uit om te geloven, dat wat ik u gezegd heb, de Waarheid is.

250 Wat gebeurde er toen de Engel des Heren daarginds bij de rivier neerdaalde, drieëndertig jaar geleden, en deze opmerking maakte? Hoe wist ik het?

251 En mijn eigen Baptistenvoorganger zette mij uit de kerk en zei: "Jij, je had een nachtmerrie, Billy."

252 Ik zei: "Nachtmerrie, niets daarvan, doctor Davis. Als dat de manier is en de houding die u neemt, dan kunt u mijn lidmaatschapskaart wel terugnemen."

253 Ik wist dat er ergens iemand zou zijn die het zou geloven. God zou geen Boodschap gezonden hebben, tenzij er iemand zou zijn die het zou ontvangen.

254 O, zeker, toen ik uitging om voor de zieken te bidden, was dat erg fijn. Maar toen ik begon met u de Waarheid van het Woord te vertellen, toen werd het anders. U zou het moeten weten. Bij iedere boodschap was dat zo.

255 Jezus was wonderbaar toen Hij naar de gemeente ging en de mensen genas en alles. Maar toen Hij op een dag ging zitten en zei: "Ik en Mijn Vader zijn Eén." O, dat deed het hem. "Tenzij u het vlees van de Zoon des mensen eet en Zijn bloed drinkt, heeft u geen leven in u." Hij verklaarde het niet. Hij wilde zien wie er bij Hem zou blijven. Juist.

256 Wat denkt u dat een menigte met doktoren en dergelijke, zou zeggen: "Deze Man is een... Wel, Hij is een vampier. Zijn vlees eten en Zijn bloed drinken?" Hij heeft het nooit verklaard; Hij heeft het nooit uitgelegd.

257 Maar nog steeds bleef dat Woord standhouden voor deze apostelen. Zij maakten zich geen zorgen. Zij begrepen het niet. Zij geloofden het hoe dan ook. Zie? Zij wisten het omdat zij de werken van God gezien hadden en zij wisten dat dát het was. Hij zei: "Zij zijn het die van Mij getuigen."

258 Hier is een man, een vrouw zit hier nu, met haar hand omhoog. Welnu, u kunt mij een fanatiekeling vinden als u dat wilt, maar dezelfde Vuurkolom, die de kinderen van Israël door de woestijn geleid heeft, is recht boven die vrouw.

259 Nu onthoud, dat Jezus zei: "Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, doch gij zult Mij zien. Ik kom van God. Ik ga naar God." Na Zijn dood en begrafenis zei Hij tegen de Joden, Hij zei: "Ik..."

260 Hij was die Rots in de woestijn. Hij was die Vuurkolom, "IK BEN DIE IK BEN". Wie was IK BEN? Die Vuurkolom in die brandende braambos. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] En het werd vlees gemaakt en woonde onder ons. Hij zei: "Ik kom van God en Ik ga naar God", om in de vorm van de Heilige Geest terug te komen.

261 En hier is Hij met ons vandaag, er zijn wetenschappelijke foto's van genomen. Hier is Hij, om nog meer te bewijzen dan enige wetenschappelijke foto, of iets anders. Hij is hier om het te bewijzen, want Hij is het. "Ik, de Zoon des mensen, zal in deze dag geopenbaard worden." Nu, daar is Hij, en ik kijk er regelrecht naar.

262 U zegt: "Ziet u het?" Johannes zag het ook, maar de rest van hen niet.

263 Kijk, om het nu te bewijzen. Die vrouw is een vreemde voor mij. Ik heb haar nog nooit in mijn leven gezien. Maar er is iets mis met één van haar ledematen en daarvoor bidt zij. Is dat juist, mevrouw? U bent er aan geopereerd. Dat is uw echtgenoot die daar naast u zit. U komt niet van hier. U komt uit Californië. Uw naam is Roland. Uw maagkwaal is ook over, meneer. U had toch een maagkwaal, nietwaar? Wel, alles is weg. Uw been is genezen. "In die dag wanneer de Zoon des mensen..."

264 Hier achteraan zit een man. Het is een kleurling – er is iets mis met zijn ogen. Hij is een... Ja. Hij, zijn werk dat heeft met een auto te maken, hij poetst auto's, zet auto's in de was. Juist. Uw ogen worden slecht. U heeft het zojuist geloofd, nietwaar? Er is iets heel vreemds met u gebeurd. Uw voornaam is Fred. Dat is juist. Uw achternaam is Conn. Dat is zo. U gelooft nu? Uw ogen zullen u dan geen last meer bezorgen. Ik heb de man nog nooit eerder gezien in mijn leven.

265 De man daar geheel achteraan komt hier ook niet vandaan. Hij komt uit Californië. Heeft een slechte rug, meneer Owens? Dat bent u. De Here Jezus maakt u gezond. Ik heb de man nog nooit in mijn leven gezien, weet niets van hem. Ik volg gewoon dat licht waar het heengaat.

266 "Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor hen die geloven."

267 Die kleine jongen die hier zit, heeft een hernia. Hij draagt een bril en een grijs pak. Fred, God geneest je als je het gelooft. Wil je het aannemen? In orde. Ik heb hem nog nooit in mijn leven gezien.

268 Mevrouw Holden, die van hem uit gezien aan de andere kant zit, lijdt aan een oogziekte. Ik ken die vrouw niet, heb haar nog nooit in mijn leven gezien, maar het is waar. Zie? "Als u kunt geloven."

269 Waar huilt u om, zuster? U had een zenuwinstorting, bronchitis en een hartkwaal. Gelooft u dat God u gezond zal maken? Die daar aan het einde van de rij zit? Als u van ganser harte gelooft, zal Jezus Christus u genezen. Al die nervositeit zal u verlaten en u zult zich voelen dat u weer in de juiste staat bent. De duivel liegt tegen u. Neemt u het aan? Steek uw hand op en zeg: "Dan neem ik het aan." Oké, het is helemaal over.

270 Wat? Deze gemeente gaat door geboorteweeën. Zou u nu niet uw keuze willen maken in Zijn tegenwoordigheid? Ik heb u het Woord precies laten zien, wat Hij zei dat Hij zou doen.

271 Kam dit gebouw uit, vraag iedereen die ooit getroffen of aangesproken werd, of wat het ook was, en kijk of ik hen ooit heb gezien, gekend heb, of iets van hen heb geweten. Gelooft u dat een mens dat kon doen? Dat is totaal onmogelijk dat dit gebeurt.

272 Welnu, wat is het? De Zoon des mensen. "Het Woord van God is scherper dan een tweesnijdend zwaard en onderscheidt de geest en de geheimen van het hart." Precies zoals het was toen Hij hier op aarde in de Zoon van God vlees werd, zo wordt het nu door de Zoon van God geopenbaard, als Hij komt om een bruid uit dat systeem te roepen. "Kom eruit! Scheid u af", zegt God. "Raak hun onreine dingen niet aan, en God zal u aannemen."

273 Bent u bereid om uw gehele leven aan God over te geven? Als u dat bent, sta dan op en zeg: "Ik wil het door Gods genade aannemen, op dit moment, met alles dat in mij is."

274 Halleluja! Geprezen zei God! Gelooft u Hem? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Steek dan gewoon uw handen omhoog en bid met mij.

275 Belijd uw fouten. Geboorteweeën! Het is moeilijk om te sterven, maar sterf nu. Sterf, kom uit uw eigen ongeloof vandaan. Kom eruit. Dit is het Woord van God gemanifesteerd, juist zoals het was toen Jezus op aarde kwam. Het is Jezus Christus, wederom onder u, bewezen.

276 Abraham kreeg een zoon, de beloofde zoon, direct nadat dit plaats vond.

277 En Jezus is opnieuw aan het komen! Dat is Zijn Geest. Hij is zo dicht bij de aarde, zo dicht bij de komst, dat Hij bereid is om u te ontvangen als u bereid bent Hem te ontvangen. Nu, steek uw hand op en bid met mij.

278 Here God, laten alle priesters de altaren vasthouden. Laat de mensen het uitschreeuwen. Moge de Vuurkolom en de Wolkkolom heden onder de mensen komen en hen ontnuchteren, Here, tot de realisatie van de tegenwoordigheid van de levende en machtige God. Sta het toe, Here. Ontvang hen. Ik bid dit gebed voor een ieder van hen, in de Naam van Jezus Christus.

279 Vervul een ieder met de Heilige Geest, die de Heilige Geest nog niet heeft. Heer, moge de opwekking van deze campagne, deze samenkomst, juist nu doorbreken tot een grote en machtige uitstorting van de Heilige Geest. Mogen de zieken genezen worden, de blinden zien en de kreupelen lopen. Moge de manifestatie van de levende God in de tegenwoordigheid van de mensen worden gebracht, zoals het vanmiddag is geweest en mogen de mensen het ontvangen. Ik vraag het in de Naam van Jezus Christus.

280 Steek nu uw handen op en geef Hem eer, en ontvang waar u om gevraagd heeft.