Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Christus geopenbaard in Zijn eigen Woord

Door William Marrion Branham

1 Laten we onze hoofden buigen. Here Jezus, de Herder van de grote kudde, wij zijn zoveel aan U verschuldigd, Here, dat wij U nooit zouden kunnen betalen voor de liefde die Gij in onze harten hebt uitgestort. Wij voelen ons zo onwaardig terwijl wij onze hoofden buigen en in Uw tegenwoordigheid staan. Wij vragen U ons te reinigen van alle gebreken en alle zonden. Wij bidden dat U onze lichamen vandaag wilt versterken. Velen zijn ziek en aangevochten zoals hier blijkt uit deze zakdoeken en verzoeken die over de telefoon en overal vandaan komen.

2 En wij geloven dat de geschiedenis van deze wereld nu ten einde loopt en dat spoedig de tijd zal overgaan in eeuwigheid, en wij willen gereed zijn voor dat uur. Daarom zijn wij hier vanmorgen vergaderd, om ons gereed te maken voor die tijd. Men vertelde mij dat er deze morgen velen over het gehele land, van kust tot kust, telefonisch met ons verbonden zijn. Waar onze stemmen ook komen, moge die kleine groep gezegend worden. Genees de zieken die onder hen zijn, en ik bid dat U hun zielen zult reinigen van alle kwaad. En help ons hier vanmorgen in de tabernakel, dat ook wij dat grote voorrecht mogen genieten.

3 En wij vragen of U vandaag tot ons wilt spreken door Uw geschreven Woord, en moge de Geest ons de dingen openbaren die wij nodig hebben, zoals wij nu over de gehele natie vergaderd zijn, voelende dat wij een klein volk zijn maar een plaats hebben onder de verlosten, omdat we geloofd hebben in Jezus Christus. Sta ons deze dingen toe, Here.

4 En als we de samenkomst sluiten en naar onze verschillende huizen gaan over het gehele land, mogen wij dan zeggen zoals die van Emmaüs: "Waren onze harten niet brandende in ons toen Hij tot ons sprak op de weg?"

5 Nu, Vader, ik weet dat wat ik ook zou willen zeggen, het zeker ontoereikend zou zijn bij de fijne Christenen door het hele land die nu met ons verbonden zijn, het zou niet... het zou niet voldoende zijn. Iets wat ik zou kunnen zeggen, zou helemaal geen goed kunnen doen, omdat wij allen onder dezelfde categorie vallen. Wij zijn menselijk, stervelingen. Maar laat de grote Heilige Geest spreken; moge Hij bezit nemen van het Woord en slechts Zichzelf openbaren. Wij wachten nu op Hem, in Jezus' Naam. Amen.

     U kunt gaan zitten.

6 Ik ben zelf een beetje verbaasd. Ik vertelde mijn vrouw – als zij toevallig daar in Tucson meeluistert – dat ik niet had gedacht enige dienst te zullen hebben als ik terugkwam, en ik bracht zelfs geen kleding mee. En ik zei tegen mijn schoondochter – zij had mijn colbertje geperst – ik zei; "Ik sta achter de kansel met... Ze weten niet dat de broek van de ene en het jasje van een andere soort is." Het zijn die welke ik thuis droeg. Maar, Meda, zij heeft mijn overhemd gestreken enzovoort, dus alles... wees er niet bezorgd over. Alles is in orde.

7 Nu, wij hebben hier een verzoek, want daar is een zeer dierbare broeder... En ik geloof dat Prescott vanmorgen met ons verbonden is, Prescott, Arizona. De vader van zuster Mercier was juist op weg naar de samenkomst hier, heb ik begrepen, en moest met een hartaanval naar het ziekenhuis gebracht worden: broeder Coggins. En ook de vader van broeder Junior Jackson, waarvan ik denk, dat hij in Clarksville of New Albany telefonisch met ons verbonden is, is in het ziekenhuis naar ik begrepen heb voor een ernstige operatie van kanker in de lever. We zullen hen dus zeker gedenken in onze gebeden. En nu zijn hier ook anderen, maar wij willen daarvoor geen tijd in beslag nemen. God weet alles over hen, dus laten we nu voor hen bidden.

8 Dierbare God, terwijl die dierbare oude man met gerimpelde handen, broeder Coggins, een oude veteraan van het slagveld, deze morgen ergens in het ziekenhuis ligt, lijdend aan een hartaanval... God, dat arme oude hart is door veel moeiten heengegaan. Ik bid, God, dat U hem zult helpen. Sta het toe. Hij houdt van het leven zoals wij allen doen, en hij wil leven. Here God, sta het toe. Wij over het hele land bidden in Jezus' Naam voor hem, dat U hem wilt genezen en hem eruit brengt. Wij geloven dat U het zult doen; hij zal regelrecht naar de samenkomst toe komen.

9 Wij bidden voor broeder Jackson, zijn dierbare vader ligt daar nu vlak voor de dood. Hij bracht een fijne jongen als Junior in de wereld, ik bid, dierbare God, dat U hem wilt genezen. Ik weet dat het onmogelijk schijnt. De medici, de dokters weten niet wat ze moeten doen in zo'n geval. Maar wij herinneren ons ook broeder Hall, toen de allerbeste dokter hier in Louisville zei: "Hij heeft nog maar een paar uur te leven", met kanker in de lever. En hij leeft vandaag nog, en dat is vijfentwintig jaar geleden, vanwege Uw genade. Daarom bid ik dat U vandaag broeder Jackson wilt genezen, Here, laat Uw genade en ontferming met hem zijn.

10 En heel deze grote stapel zakdoeken en doekjes en dergelijke die hier met een verzoek zijn neergelegd, U kent ze allemaal, Vader. Ik bid, dat U hun allen genezing wilt toestaan. In Jezus Christus' Naam. Amen.

11 Nu, ik zou deze morgen willen beginnen met te zeggen, dat ik er verleden zondag helemaal niet aan gedacht had te zullen komen. En vervolgens, toen wij het aankondigden en ik kwam, liet broeder Neville mij spreken! En toen hebben we aangekondigd dat ik vandaag zou komen, en het is aan de mensen overal in het land niet bekend gemaakt. We hebben dit telefoonsysteem nu, dat zeer, zeer fijn is. De mensen kunnen gewoon in hun huizen blijven zitten of in hun... samenkomen in hun plaatsen, hun kerken, enzovoort, en de dienst horen. Ik stel dat op prijs.

12 Nu zie ik hier veel vragen liggen die de afgelopen week zijn binnengekomen over wat ik verleden zondag zei in de boodschap. Ik geloof dat ik vergeten ben hoe ik het betiteld heb [Deel 65, nr. 31: "En zij weten het niet" – Vert]. Maar ik zei iets over het betalen van uw schulden. En u weet, dat ongeacht wat je ook zegt, het door velen verkeerd begrepen wordt. Niet omdat zij... zij willen het niet verkeerd begrijpen, maar men verstaat het eenvoudig verkeerd.

     En nu, iemand zei: "Zouden we een auto kopen?" Of: "Wat zou ik..."

     Nu, daar sprak Jezus, of de Bijbel, niet over toen Hij zei: "Wees niemand iets schuldig." Dat zijn uitstaande schulden die u zou kunnen betalen. Betaal ze. Dat heeft niet... Dát betekent aan niemand iets schuldig zijn. Het betekent niet... My, we zijn onze huur, onze telefoonrekening, en wat al niet meer, schuldig. We zijn ze schuldig en we betalen ze. Maar een oude lopende schuld die u zou kunnen afbetalen, betaal haar. Zie? Laat iets dergelijks u nooit achtervolgen.

13 Ik herinner mij een tijd dat ik ziek was, eens toen ik, nog een jongen zijnde, ziek was. Ik kwam uit het ziekenhuis en moest ongeveer twee duizend dollar betalen. En vroeger was hier een apotheek van de heer Swaniger, die ik ongeveer drie- of vierhonderd dollar aan medicijnen schuldig was. Hij kende mij niet eens. En de man... ik ging naar hem toe. Ik kende hem niet. En hij verzond ze hoe dan ook, weigerde nooit om ze te verzenden, en ik zei: "Ik sta bij u in de schuld." En ik zei... Ik geloof niet dat het Swaniger was, maar het was de heer Mason aan de Court Avenue en Spring.

     En ik zei: "Ik ben u schuldig, en ik ben nog verschrikkelijk zwak, maar ik zal proberen te gaan werken. Nu, als ik u niet kan betalen..." Ik was pas Christen geworden. Ik zei: "Het eerste, mijnheer Mason, als mijn plicht tegenover God ben ik Hem mijn tienden verschuldigd. Ik wil Hem eerst mijn tienden betalen." En ik zei: "Dan is mijn volgende plicht om mijn schulden te betalen." Ik zei: "Mijn vader is ziekelijk en hij... En we hebben... ons gezin telt tien kinderen." Maar ik zei: "Als ik u niet meer dan vijfentwintig cent per betaaldag van die rekening kan afbetalen... Als ik u zelfs de vijfentwintig cent niet kan betalen, dan zal ik het u komen vertellen. Dan zal ik zeggen: 'Ik... ik kan het deze keer niet.'" Nu, met de hulp van God betaalde ik alles ervan af. Zie? Maar dát is wat ik bedoel, zie. Laat niet iemand zeggen...

14 O, er was hier in de gemeente eens een Christen die ergens heenging en wat aan een auto liet doen, en de man kwam hierheen... De man had gezegd: "Zaterdag krijg ik mijn loon", of zoiets, maar hij betaalde hem nooit. En de weken gingen voorbij en hij betaalde hem nooit, zei er nooit één woord over. En de man kwam en vroeg mij erover, hij zei... Kijk, het werpt een smaad op de gemeente. Het werpt een smaad op Christus.

     Als u hem niet kunt betalen, ga dan naar hem toe, zeg: "Ik ben u schuldig, en ik zal u betalen. Ik ben een Christen, maar ik... ik kan het nu niet meteen doen, ik heb... Ik ben dit schuldig." En bedenk dat het ook in Gods boeken staat, weet u, wat u doet. Ik probeer – voor mezelf en voor ons allen samen – ik probeer gereed te zijn, want we weten dat wij dichtbij iets zijn, heel dichtbij iets dat gaat gebeuren. Daarom willen wij gereed zijn. Wanneer de komst van de Here zo nabij is, willen wij gereed zijn voor dat grote uur.

15 Nu willen we ons klaarmaken om nu over een klein onderwerp te spreken dat ik hier voor deze morgen koos, met de hulp van de Here. En we willen zo kort mogelijk spreken vanwege de telefonische aansluiting van de mensen. Ik hoop dat u allen door het hele land een mooie morgen hebt, zoals wij hier in Indiana hebben. Lekker koel, mooi weer, dat we nu sedert de regen hebben. En dat is erg fijn.

16 Ik wil nu uit het boek Hebreeën lezen, het eerste hoofdstuk; en uit het Evangelie van Johannes, het eerste hoofdstuk. Hebreeën 1:1–3, en Johannes 1:1 als tekst. Mijn onderwerp deze morgen is een studie uit de Schrift. Laten we nu lezen Hebreeën 1:1.

     God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon;
     Die Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft;
     Die, alzo Hij is het Afschijnsel van Zijn heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld van Zijn zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord van Zijn kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelf te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen;

     Wat een prachtig gedeelte! Nu Johannes 1:1:

     In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.

17 Nu, en mijn tekst vanmorgen is: Christus wordt geopenbaard in Zijn eigen Woord. Nu, de reden waarom ik besloot hierover te spreken, was omdat... Wetend, dat wat wij zeggen, wij dat niet alleen moeten zeggen omdat wij samen vergaderd zijn, om op goed geluk ergens over te spreken, maar dat het iets moet zijn dat de mensen zal helpen standvastig en evenwichtig te zijn, want wij staan op het punt door gevaarlijke, verraderlijke wateren te gaan. We varen er reeds doorheen. En soms denk ik dat het u net zo vergaat als mij, het schijnt dat er zoveel van is, dat het vreesaanjagend is.

18 Ik sprak een paar ogenblikken geleden in de kamer met een jonge prediker en zijn vrouw. Beiden zijn zenuwachtig, net als de rest van de wereld, de rest van de menselijke wezens op aarde. Ik zei: "Denk eraan, Satan komt jullie slaan." Het kan mij niet schelen wie u bent, God... Hij heeft recht op die ene slag. Wat zou u liever willen dat die slag zou zijn: blind zijn, of met gewrichtsontsteking in een stoel zitten, of nerveus zijn? Zie? Hij heeft ergens iets waar hij u kan slaan. Hij heeft recht op die open plaats. Nu, dat is de plek die u voortdurend bedekt moet houden. En om dan dit nerveuze tijdperk te zien waarin wij leven!

19 En de geluidsbanden van de aankomende week zullen u, denk ik, de grote afschuwwekkende dingen openbaren waarover wij één dezer dagen zullen spreken als we voldoende ruimte kunnen krijgen, over het openen van die laatste plagen die uitgegoten zullen worden op de aarde; deze schalen, liever gezegd, het uitgieten van de schalen, en de zeven donderslagen, en deze afschuwelijke schouwspelen die over de aarde zullen komen. Mannen nu, en mensen zijn vandaag in zo'n nerveuze toestand! De hele wereld!

20 Als u de Readers Digest van deze laatste maand leest, let u dan op het onderwerp dat gaat over Billy Graham, de grote evangelist. Hij was zo vermoeid dat hij zijn samenkomsten niet meer kon houden en hij ging naar de Mayo-kliniek voor een lichamelijk onderzoek. Er was niets verkeerd bij hem, alleen verricht hij niet genoeg werk. En ze lieten hem hardlopen: lichamelijke oefening. Hij loopt iedere dag een mijl hard.

     En dan gaat het artikel verder en zegt dat de wetenschap bewezen heeft dat tegenwoordig jonge kinderen, jongens en meisjes, hun middelbare leeftijd bereiken op twintigjarige leeftijd. En dikwijls, in veel gevallen, zijn de meisjes al door de menopauze heen als ze vijfentwintig jaar oud zijn.

     Ik weet niet of het u bekend was of niet, maar een paar avonden geleden toen de Heilige Geest hier in de samenkomst sprak, zat hier een meisje, en het was precies datgene wat er verkeerd was bij dat kind toen Hij het er uitriep. Ik keek voor de tweede maal naar haar, keek nog eens en toen zag ik wat er aan de hand was. Ik dacht: "Dat kan niet; dat kind is te jong." Maar het was menopauze, ongeveer twintig jaar oud, drieëntwintig of zoiets. Zie ?

21 Mijn moeder en uw moeder kregen dat op de leeftijd van ongeveer vijfenveertig tot vijftig. Mijn vrouw kreeg het op ongeveer vijfendertigjarige leeftijd. Nu is het al gedaald tot twintig. Het hele menselijke ras is verrot. Wel, wanneer de lichamelijke functies op die wijze afbreken door het eten van gekruist voedsel, spanningen, die het verderven, verderven die dan ook niet de hersencellen? Dan kunnen we begrijpen waarom de vrouwen zich naakt op straat vertonen. We kunnen begrijpen waarom ze door de straten razen met een snelheid van 200 kilometer per uur, al deze dingen. We zijn tot een plaats gekomen dat de hele natie, de hele wereld, niet alleen deze natie maar overal, geestelijk gestoord is.

22 En dan, wanneer wij, zo de Here wil, die zeven schalen openen en die afschuwelijke dingen tonen... Mensen zullen na een poosje zo krankzinnig zijn, dat zij zich verbeelden dat ze mieren zien die zo groot zijn als een berg. Het zal vrouwen kwellen; er zullen sprinkhanen op de aarde komen met lang haar om de vrouwen te pijnigen die het hunne hebben afgeknipt; haar zoals vrouwen, neerhangend; en met lange tanden als een leeuw; angels in hun staart als een schorpioen, enzovoort, om mensen op de aarde te pijnigen. Maar dan zal het te laat zijn om er nog iets aan te doen. Kom nu in orde! Zie? Pijnigend!

23 En verleden zondag, toen wij spraken over die cirkels, over hoe de vijf zintuigen aan de buitenzijde... Vijf zintuigen vormen de toegang tot het lichaam. Er is maar één wijze waarop u in het lichaam kunt komen, dat is door die vijf zintuigen: zien, proeven, voelen, ruiken en horen. Er is geen andere manier om met het lichaam verbinding te krijgen.

24 Aan de binnenzijde van die mens is een mens genaamd geest, en hij heeft vijf zintuigen: denken, gedachte... en gedachten, en liefde, en geweten, enzovoort. Goed.

25 Nu, u kunt niet denken met uw lichaam; u denkt met uw verstand. En daar is het waar maar al teveel Christenen stoppen. Zij kunnen, net als het koren op het veld en het onkruid op het veld, gezalfd worden met dezelfde Heilige Geest waarmee de ware gelovige is gezalfd.

     Maar diep binnenin dat volgende gebied, het derde gebied, is de ziel; en die is voorbeschikt door God. Daar ligt de ware zaadkiem, daar vanbinnen.

26 En denk eraan, als ik een klit zou nemen en opensnijden en daarin het hart van een tarwekorrel zou enten en hem begraven, dan zou er tarwe uit de klit voortkomen, hoe de buitenkant er ook uitziet, wat de emoties ook zijn.

27 Vandaag is er zoveel verwarring omtrent het bewijs van de Heilige Geest, enzovoort. Satan kan elke soort gave die God heeft, nabootsen, maar hij kan dat Woord niet voortbrengen, woord op woord. Daarin faalde hij in de hof van Eden, daarin heeft hij altijd gefaald. Daar ging het over hen, op de geluidsband over "de vals gezalfden" of de gezalfden; zij kunnen gezalfd zijn met de Geest, in tongen spreken, dansen, juichen, het Evangelie prediken en toch een duivel zijn.

     Het gaat om de binnenkant! Nu, denk eraan dat Jezus zei: "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen. Niemand kan komen, tenzij Mijn Vader hem eerst trekke."

     Nu, we hebben de les doorgenomen om u aan te tonen dat in... U was al de tijd terug in uw bet- bet- overgrootvader, lichamelijk gesproken. Want dat bent u als lichamelijk wezen van nature. Soms wordt er een kind met rood haar in een gezin geboren. Het verbaast de vader, omdat er voor zover hij weet, niemand onder zijn verwanten of die van de moeder is, die rood haar heeft. Maar als u verscheidene geslachten terug zou gaan, dan zou u ontdekken dat er iemand was met rood haar. Dat zaad blijft komen, en u komt met de natuur van iemand die ver terug leefde.

     Zoals in Hebreeën 7 staat, dat Melchizédek... "Abraham betaalde tienden aan Hem toen hij terugkwam van het slaan der koningen. En Levi, die tienden ontving, betaalde tienden, want hij was in de lendenen van Melchizédek bij... in de lendenen van Abraham, liever, toen hij Melchizédek ontmoette."

28 Nu is dit hetzelfde. Als u een zoon van God bent, en als ik een zoon van God ben, of een dochter van God, dan waren wij in God vanaf het begin. En toen Jezus de volheid van het Woord werd, waren wij in Hem in kiemvorm. Toen Hij gekruisigd werd, werden wij in Zijn lichaam gekruisigd. Toen Hij opstond uit de dood, stonden wij met Hem op. En nu, sinds wij het herkend hebben, "nu zijn wij met Hem gezeten in hemelse plaatsen in Christus Jezus." Zie? Want Hij... Wij, als wij zonen en dochters van God zijn, dan zijn wij Gods kinderen, want wij zijn eigenschappen van God. Want wij waren... hebben eeuwig leven. En God is het enige eeuwige leven dat er is. Vervolgens waren wij in Hem vanaf het begin. En toen Jezus dat hele Woord werd, waren wij ook een deel van Hem. Amen! Daar hebt u het. Wanneer dat daar binnen is, is er geen duivel, zijn er geen machten, is er niets dat het ooit bewegen kan. Dat is het houvast van de ziel.

29 U kunt hier aan de buitenkant gezalfd worden in deze geest, en verlangen, en al die andere dingen doen. Maar als het aankomt op dit houvast aan dat Woord, dan zult u daar nooit bij vandaan gaan. Het zal zo standvastig en trouw aan dat Woord blijven als het maar kan. Buiten dat – ongeacht wat u doet – bent u nog steeds verloren.

30 Dat Laodicea-tijdperk is "naakt, blind, ellendig; weten het zelfs niet." Kijk, het is buiten... Het is gezalfd, gezalfd met de ware Geest. Kijk, die Heilige Geest kan vallen op een mens in zijn geest, maar zijn ziel is zijn kiem; die kiem is het Woord. Zie? En hoe... Het kan mij niet schelen hoeveel u predikt, hoe goed u dit doet, en hoeveel u liefhebt... Dat is een van de toegangen tot de geest. U kunt niet liefhebben met uw lichaam; u hebt lief met uw geest. Dat is één van de toegangen. En u kunt liefhebben en zelfs God liefhebben, en toch niet in orde zijn. U kunt duivelen uitwerpen, en prediken, en al deze dingen doen, en toch niet recht zijn. Jezus zei het; zei dat er velen zouden komen op die dag. Dat Woord maakt het vast!

     In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
     En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond...

31 Let op, ik ga over dit onderwerp van de Bijbel spreken: Christus geopenbaard in Zijn eigen Woord. Het was in mijn kamer, dat ik deze conclusie trok.

     Een dierbare persoon die hier vanmorgen zou kunnen zitten... Ik heb ginds in mijn studeerkamer een schilderij hangen en dat is een afbeelding van Hoffmans 'Hoofd van Christus', geschreven in de zaligsprekingen. En precies daar waar men kwam tot een plaats dat men een deel van het haar nodig had, drukten ze een beetje harder op de pen, als ze bij dat gedeelte kwamen. Dus daar is Hij, geplaatst in Zijn Woord, recht vooruit kijkend: Christus in de zaligsprekingen. Iemand gaf het; wie het ook was, ik dank u daarvoor.

     En iemand bracht dat schilderij en plaatste het daar in mijn studeerkamer van Elia die opvoer in een vurige wagen. Wij stellen deze dingen op prijs. Dikwijls komen er grote menigten en dan krijg ik geen kans om te spreken en deze dingen te zeggen, maar ik zie het, broeder, zuster. Ik weet het, en God weet het.

32 Ik ga nu spreken over dit onderwerp: Christus geopenbaard in Zijn eigen Woord. Zoals daar in de zaligsprekingen een beeld van Christus staat, alsof Hijzelf daar staat. Zodoende kwam ik op dit onderwerp. Nu, Christus en het Woord is hetzelfde. Zie?

33 Men zegt: "Hoe kon de Bijbel...?" Mensen zeggen dat. Niet lang geleden was ik aan het paardrijden met een man. Hij zei: "Om dit te bedenken. We zijn hier op deze aarde op de manier waarop we zijn, en we kunnen alleen maar weten of alleen maar zeggen dat we gered zijn door de een of andere Joodse fabel, genaamd de Bijbel."

34 Ik zei: "Mijnheer, ik weet niet hoe u dat bedoelt, maar ik geloof niet dat het een Joodse fabel is", zei ik.

     Hij zei: "Wel, als u bidt... tot wie bidt u? Ik vroeg om dit en dat en bepaalde dingen, maar ik kreeg ze niet."

35 Ik zei: "U bidt verkeerd. Wij moeten nooit bidden om Gods gedachten te veranderen; we moeten bidden om ónze gedachten te veranderen. Gods gedachten hebben geen verandering nodig Zie? Zie, die zijn juist." Ik zei: "Niet waarom u bidt..."

     Ik ken een Katholieke jongeman die eens een gebedenboek had en gebeden opzei, opdat zijn moeder zou blijven leven. En zij stierf, en hij wierp het gebedenboek in het vuur. Wel, kijk, ik hecht niet veel waarde aan het gebedenboek, maar in ieder geval, zie, neemt u de verkeerde houding aan. U probeert God te vertellen wat Hij moet doen.

     Het gebed zou moeten zijn: "Here, verander mij om bij Uw Woord te passen." Niet veranderen in de zin van: "Laat mij Uw gedachten veranderen, maar verandert U mijn gedachten." Zie? "Verandert U mijn gedachten naar Uw wil. En Uw wil staat hier in het Boek opgeschreven. En, Here, laat mij niet gaan totdat U mijn gedachten hebt afgesteld zoals Uw gedachten zijn. En als dan mijn gedachten zijn afgesteld op Uw gedachten, dan zal ik ieder woord geloven dat U hebt opgeschreven. En U zei daarin, dat U ieder ding zou laten meewerken ten goede voor hen die U liefhebben. En ik heb U lief, Here. Het werkt alles mede ten goede."

36 Ik ben deze week met een paar dierbare vrienden op het platteland geweest. Ik vroeg gisteren aan enigen van hen, terwijl wij aan tafel zaten te eten... We zitten altijd bij elkaar en houden dan zoiets als een kleine Bijbelstudie. We spraken over liefde.

     En er was een zekere persoon die tegen mij zei: "Ik geloof dat u een antichrist bent."

37 Ik zei: "Als dat mijn Heer een genoegen zou doen, dan zou ik dat willen zijn. Ik wil zijn wat Hij mij ook maar wil laten zijn. Ik heb Hem lief. En als Hij mij in de hel zou werpen, dan zou ik Hem nog steeds liefhebben, als ik ga met dezelfde geest als die ik nu heb." Hij keek me een beetje vreemd aan.

     Ik zag er daar vier of vijf van hen: jonge mannen; jonge vrouwen, fijne vrouwen. Ik wist hoezeer die jongens van hun vrouwen hielden, daarom zei ik tegen hen: "Dit is de manier om het te testen. Als je vrouw, voordat jullie getrouwd waren... Nu, je gaat in gedachten terug, zeg dat je... dit huwelijksleven; je droomde dat je getrouwd was maar je was nog niet echt getrouwd, maar je droomde dat je het was. En je werd wakker en je ging naar je meisje toe en zei: 'Weet je, ik droomde dat we getrouwd waren en dat we kinderen hadden. We leefden gelukkig en wachtten op de komst van de Here en zo.' En dan zou dit meisje tegen je zeggen: 'Weet je, ik houd van een andere man meer dan van jou. Ik zou met die andere man gelukkiger kunnen zijn.' Zou je haar vanuit je hart genoeg kunnen liefhebben om te zeggen: 'Gods zegeningen mogen op je rusten, lieveling. Ga maar met die andere man'?"

     Nu, onderzoek dat eens, ieder van u, man of vrouw. Zie? Wel, als uw liefde juist is, dan zou u dat doen, want u stelt belang in haar welzijn. Want u weet dat u haar zou kunnen hebben, met haar zou kunnen samenleven... Zij is uw vrouw, dat zou ze zijn. Zij zou met u trouwen, maar ze zou niet gelukkig zijn. Ze zou gelukkiger zijn... En dan, wanneer u van haar houdt, dan wilt u dat zij gelukkig zal zijn.

     Daarom, wat ook de wil van God is, laat Gods wil geschieden, of ik er gelukkig mee ben of niet. Ik wil zo leven dat Hij verheugd is over wat ik doe. Controleer daarom hierdoor uw oogmerk en beweegreden om er achter te komen of u God liefhebt of niet.

     Wat als Hij zou zeggen: "Zul je me dienen als Ik zal je uitwerpen?"

     "Ik heb U in ieder geval toch lief."

38 Daarom, als de gemeenten dat zouden begrijpen en het op die manier zouden kunnen geloven, dan zou de één niet proberen de voetbal af te pakken van de andere speler als hij ermee loopt. Hij zou die ene beschermen. Zie? Want met het echt goede motief en oogmerk zou niet iemand proberen te zeggen: "Hé, dit heb ik ook! Ik... ik ben dit; dit!" Kijk, God kan zo'n persoon niet gebruiken. Er is zoveel nabootsing dat er op volgt, en dat is Satan. En de mensen kunnen dat niet beseffen. Zij proberen de bal af te pakken van iemand aan wie hij gegeven is. Laat God eens een zekere bediening doen opstaan, en let op hoe velen er achteraan gaan. Zie? Zie?

39 Welnu, echte liefde tot God is: "Het doet er niet toe welk deel ik ben, Here, al kan ik er maar een woord voor zeggen om het te helpen beschermen, laat mij dat doen." Zie?

     Dat zou hetzelfde zijn als met uw vrouw. Als u werkelijk van haar houdt, zie, is het geen phileo liefde, maar is het agapao liefde, een echte liefde. Als ze met iemand anders gelukkiger zou kunnen leven... Dan zou u nu niet getrouwd zijn natuurlijk, dat kunt u niet.

40 Tussen twee haakjes, mensen luisteren naar deze geluidsbanden. Enigen, velen sturen brieven, en zeggen: "Wel, in Huwelijk en echtscheiding' zei u dit en zei u dat." Ik heb al zo dikwijls gezegd dat deze banden alleen maar... Ik spreek tot mijn samenkomst, broeder. Ik ben niet verantwoordelijk voor wat God u heeft gegeven om herder over te zijn; ik ben verantwoordelijk voor het soort voedsel waarmee ik deze mensen voed. Dit is alleen voor deze tabernakel. Zie? Nu, als de mensen naar de banden willen luisteren, is dat aan hen. Maar ik spreek tot hen die God mij gegeven heeft. Het waren hun zonden die vergeven werden.

     Iemand schreef en zei: "Wel, ik heb dit en ik heb dat gedaan. U zei, dat onze zonden..." Dat heb ik niet gezegd.

     Ik zei: "U moet het zo zien; dit is alleen voor deze mensen hier, de mensen hier in de tabernakel, mijn eigen kudde." Nu, als mensen daarbuiten voedsel en dingen willen kruisen... Krijg de openbaring van God en doe wat God u vertelt om te doen. Ik zal hetzelfde doen. Maar deze Boodschappen zijn voor deze gemeente.

41 Let nu op, terug naar ons onderwerp: we hebben het een of ander nodig om ons aan vast te houden. Iets moet een houvast zijn; met andere woorden: het is een ultimum [Een 'uiterste' of een 'eindbeslissing' – Vert]. Iedereen moet een uiteindelijk of een absoluut houvast hebben. Ik predikte daar eens jaren geleden over, over een absoluut, een plaats van het laatste woord.

42 Zoals de scheidsrechter bij een balspel, als hij zegt dat het een treffer is, dan is het dat precies. Het doet er niet toe hoe u het zag, want de scheidsrechter zei dat het een treffer was. U zegt: "Ik-ik-ik... Het was geen treffer. Het ging... Ik zag de..." Het doet er niet toe wat het is, als hij "treffer" zei, dan is het dat, en daarmee uit. Hij, hij is de eindbeslissing.

43 En het verkeerslicht is een eindbeslissing als het "ga" zegt. U zegt: "Wel, ik heb haast, ik moet..." Nee, nee, het zegt: "U staat stil, terwijl die andere knaap gaat." Zie? Het is de eindbeslissing.

44 Nu, er moet een eindbeslissing zijn bij alles wat u doet. Er moest een eindbeslissing zijn toen u uw vrouw koos. Er moest een vrouw zijn die u moest uitkiezen.

45 Welnu, er komt een tijd, wanneer u een auto gaat kopen, welke eindbeslissing u gaat nemen. Zal het een Ford, Chevrolet, Plymouth, een buitenlandse wagen, of wat dan ook, zijn? U moet een eindbeslissing nemen.

     En zo is het ook met het christelijke leven; er moet een ultimum zijn.

46 Welnu, als iemand zei... naar iemand toeging en zei... iemand hoorde zeggen: "Wel, u behoorde gedoopt te worden" en deze persoon zou nooit... Het kan zijn dat hij tot een kerk behoort die niet doopt, maar besprenkelt. Ik denk bijvoorbeeld aan de Methodisten; zij dopen alleen maar op verzoek, heb ik begrepen. Of misschien is hij Katholiek; ik geloof dat zij alleen maar besprenkelen. Dus als iemand een ander zou horen spreken over 'onderdompeling in water', dan zou hij dat niet begrijpen, want hij was Katholiek opgevoed. Dus gaat hij naar de priester toe en zegt: "Vader, ik begrijp dat van ons wordt verwacht dat wij gedoopt worden door 'onderdompeling'. Wat zegt onze kerk daarover?"

47 "Wel, zij zegt dat wij 'besprenkeld' moeten worden." Als de kerk zijn ultimum is, dan is het daarmee uit. Alle twist is voorbij, de kerk heeft het zo gezegd, en dat is alles.

48 Wat als de... als een Baptisten-broeder ons hoorde zeggen dat wij geloven in gedoopt te worden door onderdompeling? Dan zou hij zeggen: "Ik geloof dat."

     "En in de Naam van 'Jezus Christus'?"

     Nu, dit lid van de kerk gaat terug naar de voorganger en zegt: "Herder, ik hoorde iemand tegen mij zeggen dat we wel door onderdompeling gedoopt moesten worden, maar dan in de Naam van 'Jezus Christus'."

49 "Wel", zou hij zeggen, "laten we eens zien. Het boek hier zegt dat wij gedoopt moeten worden met het gebruik van 'Vader, Zoon, Heilige Geest'." Als die kerk zijn ultimum is, dan is het daarmee klaar. Hij bekommert er zich niet om wat iemand anders zegt, dat is zijn eindbeslissing.

50 Wel, iedere denominatie is een ultimum voor haar gelovigen.

     Maar voor mij, en voor hen van ik wie hoop dat ik ze tot Christus, en door Christus leid, is de Bijbel het ultimum. Het doet er niet toe wat... Want God zei: "Ieder mens zijn woord een leugen, maar het Mijne de Waarheid." En ik geloof dat de Bijbel Gods eindbeslissing is. Het doet er niet toe wat iemand anders zegt; Het is het ultimum.

     De Bijbel is geen boek van systemen. Nee meneer! Het is geen boek van systemen, noch een gedragslijn van goede zeden. De Bijbel is geen boek van systemen, zoveel systemen, enzovoort. Nee! Het is geen boek over moraal. Nee, dat is het niet. Ook is het totaal geen boek over geschiedenis. En evenmin is het een boek voor theologie. Want het is de openbaring van Jezus Christus.

     Nu, als u dat zou willen lezen, u die papieren bij u hebt en aantekeningen maakt, het staat in Openbaring 1:1–3 waar staat dat de Bijbel "de openbaring van Jezus Christus" is.

51 Laten we het even lezen, terwijl we tijd hebben. Ik geloof dat mijn... ik heb hier niet al teveel aantekeningen om over te spreken. Als de Here vertoeft te komen, wel, dan zullen we proberen er meer van te nemen.

     De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft.
     Die het Woord Gods betuigd heeft, en het getuigenis van Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft.
     Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden van deze profetie, en die bewaren, hetgeen daarin geschreven is; want de tijd is nabij.

52 De Bijbel is dus de volledige openbaring van Jezus Christus. En hij werd geschreven door profeten. Hebreeën 1:1: "God, Die eertijds sprak tot de vaderen door de profeten, spreekt in deze laatste dagen tot ons door zijn Zoon, Jezus Christus", Die de profeten was, zij allen tezamen. Jezus was Maleachi; Jezus was Jeremia, Jesaja, Elia. Alles wat zij waren, waren zij in Hem. En alles wat u bent, en alles wat ik ben, is in Hem: woorden, getuigen van het Woord.

     Dus het is geen boek van systemen, een gedragslijn van goede zeden, ook is het geen geschiedenisboek of een boek van theologie. Dat is het niet. Maar het is een openbaring van Jezus Christus, God Zelf geopenbaard van Woord naar vlees. Dat is het. De Bijbel is het Woord, en God is het vlees, God in... God is het Woord, liever, en Jezus is het vlees. Het is de openbaring hoe God (het Woord), werd gemanifesteerd in menselijk vlees, en aan ons wordt geopenbaard. En zodoende wordt Hij een Zoon van God: Hij is een deel van God. Begrijpt u het? Nu, Hij is niet... Het lichaam is zozeer een deel van God dat het een Zoon is.

53 Een Zoon... Als de Katholieken en al de andere kerken het plaatsen als "eeuwige Zoon", heeft het woord zelfs geen betekenis. Zie? Iets kan niet eeuwig zijn en dan een zoon zijn, omdat een zoon iets is dat uit iemand verwekt wordt. En het woord eeuwig... Hij kan geen eeuwige... Hij kan wel een Zoon zijn, maar Hij kan geen eeuwige Zoon zijn. Beslist niet. Het kan geen eeuwige Zoon zijn.

54 Nu, maar Hij is de Zoon in zoverre dat het hele Woord in Jeremia was, in Mozes, en in al deze woorden, zodat Hij zei: "Zij spreken van Mij." Alles van die ware Goddelijke Woord-openbaring werd samengevat in één menselijk lichaam, en God plaatste er vlees omheen. Dat is de reden waarom Hij "Zoon" genoemd werd, de reden waarom Hij verwijst naar "Vader". Ach, het is zo eenvoudig, als u het God maar in uw verstand laat uitgieten. Zie? God geopenbaard in een lichaam van vlees (let op!), geopenbaard van vlees... of van Woord naar vlees. Dat is Johannes 1:14: "En het Woord werd vleesgemaakt, en woonde onder ons."

55 Let nu op deze Bijbel. Sommigen van hen zeiden: "O, wel, het heeft dit gedaan, het heeft dat gedaan." Maar laat mij u iets vertellen, laten we even...

     Laten we even de geschiedenis van de Bijbel nagaan om te bezien hoe deze is ontstaan. Hij werd geschreven door veertig verschillende schrijvers. Veertig mannen schreven de Bijbel in een tijdsbestek van zestienhonderd jaar, en in verschillende tijden, en voorspelden de belangrijkste gebeurtenissen welke ooit in de wereldgeschiedenis voorkwamen, en dikwijls honderden jaren voordat het gebeurde. En er zit niet één fout in al die zesenzestig boeken. O my! Geen auteur dan God Zelf zou zo accuraat kunnen zijn. Niet één woord weerspreekt het andere.

     Denk eraan, over een periode van zestienhonderd jaar werd de Bijbel geschreven, vanaf Mozes tot de dood van Johannes op het eiland Patmos. Zestienhonderd jaar. En hij werd geschreven door veertig verschillende schrijvers; de één kende zelfs de ander niet, en zij hadden hem nooit als "het Woord". Sommigen van hen hebben zelfs nooit "het Woord" gezien. Maar toen zij het opgeschreven hadden, en men had begrepen dat ze profeten waren, en men hun profetieën samenvoegde, paste elk van deze in de andere.

56 Kijk naar Petrus, die op de dag van Pinksteren aankondigde: "Bekeert u, en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden."

     Paulus had daar nooit iets over gehoord. Hij ging naar Arabië gedurende drie jaren om het Oude Testament te bestuderen, om te zien Wie deze Vuurkolom was die tot hem gesproken had op de weg, zeggend: "Saul, waarom vervolgt gij Mij?" Hoe zou hij verkeerd kunnen zijn? Hij had de gemeente zelfs helemaal niet geraadpleegd.

     En veertien jaar later toen hij Petrus ontmoette, predikten zij dezelfde zaak, woord voor woord. Dat is onze Bijbel. Laten de woorden van ieder mens falen. Dit... niemand kan er iets aan toevoegen. U voegt niets meer aan de Bijbel toe. Beslist niet! Dit is een volledige openbaring. Dat is alles.

57 Zoals de zeven zegels. Iemand bleef tegen mij zeggen: "Wat betreft die zeven zegels; nu, u zult... De Here zal tot u spreken, broeder Branham, als deze zegels worden geopenbaard, en ons vertellen hoe wij dichterbij God kunnen komen, hoe we dat moeten doen."

58 Ik zei: "Nee, meneer, dat kan niet. Want de Bijbel... de zeven zegels erop hielden de zeven geheimenissen verborgen. Het was al geschreven, maar men begreep niet wat het was."

     Let eens op hoe men omsprong met dat gedoopt worden in "Jezus' Naam"; zie, dat was het niet. De "Naam van de Here Jezus Christus"! Kijk, al die dingen, hoe het was. Want er zijn veel Jezussen; ik heb verscheidene vrienden hier op aarde die "Jezus" heten, prediker-vrienden. Dat is het niet. Het is onze "Here Jezus Christus".

     Geen schrijver behalve God zou zo correct kunnen zijn. Laten we nu eens zien hoe deze Bijbel geschreven werd.

59 Nu, zeg bijvoorbeeld, vanaf... Als we nu eens zesenzestig medische boeken gingen halen die handelen over het lichaam, geschreven door veertig verschillende medische scholen, honderdzestien, of zestienhonderd jaar uit elkaar. Ik vraag me af op wat voor soort samenhang we dan zouden uitkomen?

     Want bij George Washington, onze president, trokken ze ongeveer tweehonderd jaar geleden voor longontsteking de nagel van zijn teen eraf en tapten hem een halve liter bloed af. Wat als we zouden nemen...

60 Laten we nog wat verdergaan met enkele dingen waar wij vandaag zo door worden aangetrokken, namelijk wetenschap. Wat, als we vandaag veertig verschillende geleerden zouden nemen over een periode van zestienhonderd jaar uit elkaar, waar zouden we dan uitkomen? Een Franse geleerde bewees driehonderd jaar geleden wetenschappelijk, door een bal te laten rollen, dat wanneer de verschrikkelijke snelheid verkregen was van meer dan 50 kilometer per uur, het voorwerp de aarde zou verlaten en er vanaf zou vallen. Denkt u dat de wetenschap daar ooit weer naar terug zou verwijzen? Is daarmee nu enige samenhang, terwijl men hier de weg af raast met een snelheid van 240 kilometer per uur? Zie? Maar hij bewees wetenschappelijk dat door de druk van de bal die over de grond rolde, bij een snelheid van 50 kilometer per uur, elk voorwerp van de aarde opgeheven zou worden en weg zou vallen in de ruimte. Nee, dat houdt geen verband met elkaar,

61 Maar niet één woord in de Bijbel spreekt het andere tegen. Niet één profeet heeft ooit de andere tegengesproken. Zij waren ieder volmaakt. En wanneer er iemand kwam en profeteerde, en die ware profeet stond op en riep hem tot de orde, dan werd het gemanifesteerd. Zie? Zie? Dus de Bijbel is het Woord van God voor alle ware gelovigen.

62 Welnu, u kon geen nauwkeurigheid verkrijgen uit datgene waarover dokters het eens zouden zijn. U kunt zelfs nu geen nauwkeurigheid van hen krijgen. U kunt nu geen nauwkeurigheid krijgen uit wetenschap.

     Nu, u weet, dat men ons enige tijd geleden vertelde dat de... dat waar de Bijbel zegt dat hij vier engelen zag staan op de vier hoeken van de aarde, dat dat niet zo kon zijn: de aarde was rond. Maar de Bijbel zegt: "Vier hoeken." Welnu, hebt u twee weken geleden – drie weken is het nu geleden – gezien dat de kranten dit artikel voerden, dat men ontdekt had dat de aarde vierkant is? Hoe velen hebben dat gezien? Zeker. Zie? Ik heb het geheel laten kopiëren en wacht alleen totdat er iemand iets over zegt.

63 En ze zullen op zekere dag ook ontdekken dat ze geen afstand zien van honderdvijftig miljoen lichtjaren; zij gaan precies rond in een cirkel. Dat is het precies.

     U zult een dezer dagen ontdekken, dat wanneer u naar de hemel gaat, u niet ergens anders heen vliegt, maar dat u nog altijd hier bent, alleen in een andere dimensie, sneller dan deze.

     Precies door deze ruimte heen komen kleuren. Iedere kleur van uw overhemd, jurk, of wat u ook aan hebt, is eeuwig, is vastgelegd op banden, steeds rondom de wereld gaande. Iedere keer dat u met uw ogen knippert, wordt het direct vastgelegd. Let op, televisie zal dat bewijzen.

64 Wanneer u wordt geboren, zet God een plaat op. Het maakt niet veel... Een grammofoonplaat wordt opgezet, in het begin zal hij niet veel geluid geven, weet u. Dat is de kleine baby, totdat hij komt tot verantwoordelijkheidsbesef, dan begint het geluid, hij begint dingen te zeggen en dingen te doen waarvoor hij verantwoording moet afleggen. En dan, wanneer dat leven eindigt, wordt die plaat of band eraf genomen en in de grote bibliotheek van God gelegd. Nu, hoe zult u er aan ontkomen aan de oordeelsbalie? Het wordt vlak vóór u afgespeeld: iedere beweging die u maakte, iedere gedachte die door uw verstand heen ging. Kunt u dat vatten? Nu kunt u zien waarom God...

65 Pas geleden stond ik hier 's avonds, en er was een man op het podium geweest, lang, kaalhoofdig, een werkelijk knap uitziende man, sterk. En hij ging weg... De Here had hem heel wat dingen over zijn gezin verteld en wat hij zou moeten doen. En hij ging weg en ging zitten. Binnen een paar ogenblikken kwam hier vóór mij nog zo iemand, maar hij hield zijn hoofd naar beneden. Ik kon hem niet onderscheiden, en ik keek weer naar de man daar en hij... hij was het niet, omdat het iets anders was. En ik kon deze man niet vinden. Ik keek rond, er was niemand achter mij. Ik zei: "De man zit achter die gordijnen daar." Het was onze... een broeder die hier naar de gemeente komt, lang, kaalhoofdig, een knap uitziende persoon die daar zo zat. En hij hield zijn hoofd naar beneden, biddend, omdat hij op het punt stond te sterven aan een maagkwaal.

     Hij zou een paar schoenen gaan kopen. Zijn vrouw wilde dat hij een paar nieuwe schoenen zou kopen. Hij zei: "Nee, ik hoef ze niet, omdat ik toch niet blijf leven om ze te kunnen dragen."

     Hij was stervende. En terwijl hij daar zat, ziet u, in die dimensie – halleluja – bewoog God Zich daarheen en zei: "Daar zit hij", precies in de houding waarin hij zich bevond. Ziet u wat ik bedoel?

66 Nu, let op: er is geen enkele vergissing in de Schriften. Jezus, het Woord van God, kent de gedachte die in het hart is. "Het Woord van God is sterker, scherper", Hebreeën 4:12. "Het Woord van God is scherper, krachtiger dan een tweesnijdend zwaard, is zelfs een onderscheider van de gedachten en overleggingen van het hart." Zie? Gaat diep in het gemoed, en trekt eruit, en onderscheidt. Wat is onderscheiden? 'Bekend maken, openbaar maken.' En dat doet het Woord van God.

     Vandaag zeggen we: "De Katholieke kerk is het Woord van God; de Baptisten, de Methodisten, de Pinkstermensen, de Tabernakel." Dat is verkeerd. Het Woord is de openbaring; God, geopenbaard door het Woord.

67 Nee, we zouden geen enkele samenhang kunnen vinden onder medici, onder geleerden, anderen.

     Als Einstein maar de geestelijke toepassing had gehad, zoals hij de natuurkundige toepassing had toen hij de wetten van het licht enzovoort bestudeerde, dan zou hij ons iets hebben kunnen vertellen. Toen ik zijn boodschap hoorde over dat grote centrum ergens in de hemelen, dat "wie ooit contact zou hebben met dat centrum, zou werelden kunnen scheppen, zou alles kunnen doen; en de kracht zou onbeperkt zijn..." Zie? Hij had dat gezien.

68 U ziet die kleine doosjes door de lucht gaan, die men "schotels" enzovoort noemt. De mensen zijn zo... Wel, we kunnen dat beter laten rusten. "Hebt u gehoord hoe deze mensen vermist worden?", zegt u. Je hoort niets van hen; zó staan zij daar, en zó zijn ze er niet meer.

     Op die wijze zal de opname zijn. Een ervan zal neervallen, en dit aardse lichaam zal een hemels lichaam aannemen. En zij zullen... huid, haar, of beenderen worden achterlaten; het zal in een ogenblik tijds veranderd worden, ze komen regelrecht uit de ruimte vallen en nemen dat mee naar huis. We zien dit nu allemaal gebeuren, en het Pentagon vraagt zich af wat toch deze lichten, mystieke lichten zijn, en alles wat ze in de lucht zien. U hebt gezien wat men deze week over een daarvan hier in de krant in Jeffersonville schreef, over een "mystiek licht". Dus, o, ze weten niet wat dat is. Maar luister, kinderkens, het is om u een dezer dagen op te nemen. Zie? Wees niet bezorgd.

     Herinner u, dat Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom."

69 Wat gebeurde er vlak voordat Sodom...? God kwam neer met enige engelen, en zij hielden een oordeelsonderzoek. Hij zei: "Ik heb het geroep gehoord dat haar zonde zeer groot is, daarom ben Ik neergekomen om te bezien of het allemaal waar is of niet." Is dat juist? Let nu op die Voornaamste, Die bij Abraham bleef, Die achter Hem de gedachten die in Sara's hart waren, kon onderscheiden.

     Kijk nu een beetje om u heen en merk op, zie, let erop wat Het doet: dezelfde zaak vandaag. Het is een onderzoekingsoordeel.

     Wel, na een poosje, wanneer de gemeente op die plaats kan blijven staan, en elk zaad naar zijn plaats is gebracht, dan zal ze weg zijn. Ze zullen niet weten wat er met hen gebeurd is. Iemand zal een bepaalde kant op gaan. Zie? Iemand zal naar het huis van de voorganger gaan, en iemand zal hierheen gaan, of daarheen gaan, en dan zullen ze ontdekken dat ze daar niet zijn. Want Henoch was de typering: "God nam hem, en hij werd niet gevonden." Ze komen om te onderzoeken! De continuïteit, hoe Henoch werd veranderd; een type van Israël dat er in de ark overheen gedragen wordt...

70 Zo volmaakt, het Woord van God is zo volmaakt, zelfs als het aankomt op het Oude en Nieuwe Testament, het zijn twee helften en één geheel. Dat is juist. Het Oude Testament is de helft ervan, en het Nieuwe Testament is de helft ervan; voeg ze tezamen en u krijgt de gehele openbaring van Jezus Christus. Daar spreken de profeten, en hier is Hij in Persoon; zie, twee helften en één geheel.

     Nu, we willen niet teveel tijd nemen...

71 Onthoud nu, dat het Oude Testament niet volledig is zonder het Nieuwe. En het Nieuwe zou niet volledig kunnen zijn zonder het Oude. Dat is de reden waarom ik "twee helften, één geheel" zei. Want de profeten zeiden: "Hij zal hier zijn! Hij zal hier zijn! Hij zal hier zijn! Zij zullen dit met Hem doen; zij zullen dit met Hem doen!" En hier is Hij. "Hij was hier! Hij was hier, en zij deden dit met Hem en zij deden dit met Hem." Ik predikte daar juist een paar avonden geleden over.

72 Nu, om de Schrift te bestuderen, vertelde Paulus aan Timotheüs: "Bestudeer het, snijd het Woord van God recht, hetwelk de Waarheid is."

     Er zijn drie vereisten in de Schrift. Bij het gebruiken van Gods Woord zijn er drie dingen die u niet moet doen. Laten we daar nu de volgende tien minuten een studie van maken: drie dingen, die u niet moet doen. En u allen in het land, waar u ook bent, verzeker u ervan om deze in uw geheugen te prenten als u geen pen bij u hebt. U moet deze dingen niet doen. Wij vertellen u steeds wat u moet doen; nu ga ik u vertellen wat u niet moet doen.

73 Welnu, u moet het Woord niet verkeerd uitleggen. U zegt: "Wel, ik geloof dat het dit betekent." Het betekent precies wat het zegt. Het heeft geen uitlegger nodig. En u moet het Woord niet misplaatsen. En u moet het Woord niet uit zijn verband rukken. Als we een van deze dingen zouden doen, werpt het de hele Bijbel in een verwarring en in een chaos.

74 Merk op. Door Jezus in de gedaante van God in een Man verkeerd uit te leggen, zou u Hem maken... zou u Hem tot "één God uit drie" maken. Door Jezus Christus als zijnde het Woord verkeerd uit te leggen, zou u Hem tot "één God uit drie" maken, of u zou Hem de "tweede Persoon in een Godheid" maken. En door dat te doen, zou u de hele Schrift in de war brengen. U zou nergens terecht komen. Daarom moet het niet verkeerd worden uitgelegd.

75 En als u zegt dat een bepaald ding, waar u een uitleg van geeft, betrekking heeft op een andere tijd, of dat het wordt toegepast op een andere tijd, dan geeft u er ook een onjuiste uitleg aan.

76 Als iemand Jezus Christus in de Bijbel verkeerd uitlegt als niet zijnde God Zelf, maar Hem maakt tot de tweede Persoon, of één God uit drie, dan zou dit ieder woord in de gehele Bijbel omver werpen. Het zou het eerste gebod breken: "Gij zult geen andere god voor Mijn aangezicht hebben." Zo is het. Het zou het hele Christelijke ras maken tot een stel heidense aanbidders die drie verschillende goden vereren. Kijk, welk soort Bijbel zou u dan hebben? Dan zou het ons maken tot wat de Joden zeggen dat wij zijn. Zij zeggen: "Wie van die goden is uw God?" Zie? Dus u ziet, dat u niet... U moet de Bijbel niet verkeerd uitleggen.

     Want Jezus Zelf is de uitlegging van de Bijbel als Hij geopenbaard wordt in het tijdperk waarin dat deel van Zijn lichaam wordt gemanifesteerd. Als het een hand-tijdperk is, dan moet het een hand zijn; het kan geen hoofd-tijdperk zijn. Als het een stem-tijdperk is, wel, dan kan het geen voet-tijdperk zijn. Zie? En nu zijn we in het oog-tijdperk. En het volgende is Hijzelf Die moet komen. Het zien: profetisch!

77 Kijk, gedurende het tijdperk begonnen we bij het fundament, vanaf het eerste gemeentetijdperk toen het Zaad de grond inging, het volledige Zaad. Dan komt het op door de voeten, Luther; gaat dan verder door Wesley; dan in de Pinkstermensen, de tongen, in de lippen. Zie? Nu is het in de ogen, profetisch, van Maleachi 4, enzovoort. En nu is er niets meer overgebleven om te komen dan Hij, Hijzelf, om daarin te stappen, omdat dat het laatste is wat er is.

     Het volgende is de intelligentie, en wij hebben geen intelligentie van onszelf, het is het Zijne. Wij hebben geen inzicht van onszelf. Hoe kan een mens die dingen vooruitzien? Hij kan het niet; het is God Zelf. Kijk, het is tot een plaats aan het komen, en Hij heeft het lichaam de gehele weg door bestuurd. Dan wordt het volledige lichaam van Christus geopenbaard in de vorm van een bruid die uit Zijn zijde genomen werd, zoals Adam deed in het begin... zoals het bij Adam was in het begin, liever gezegd.

78 Ja, "god"... Dit zou de hele Bijbel in wanorde brengen, het eerste gebod breken en een god maken, een heidense god bestaande uit drie. Het zou gewoon... het zou gewoon het hele beeld van de Bijbel ruïneren, daarom moet u de Bijbel niet verkeerd uitleggen. Nu, dat is slechts één ding.

79 Omdat iedere Schriftplaats in de Bijbel dezelfde toepassing heeft, moet u die op zijn juiste plaats zetten. En door het verkeerd te plaatsten, zou u Hem in het ene tijdperk God kunnen maken en in het volgende tijdperk tot een geschiedkundige figuur; door het te misplaatsen. Daarom moet u de Schrift niet verkeerd plaatsen. Hij is de hele tijd God. Als u Hem vandaag tot een God van de geschiedenis zou maken door wat er toen gebeurde, en Hij vandaag niet Dezelfde is, wat gaat u dan doen met Hebreeën 13:8? Zie? "Hij is Dezelfde vandaag, gisteren, en voor altijd."

80 Kijk nu wat dit zou veroorzaken en wat het gedaan heeft. Het heeft het al gedaan. U laat Hem Zijn eigen Woord verloochenen door de Schriften verkeerd te plaatsen.

81 Door de Schriftplaatsen uit hun verband te rukken, zou u Zijn lichaam helemaal kunnen verdraaien, de voet plaatsen waar het hoofd behoort te zitten, of zoiets. Precies hetzelfde als een... Met andere woorden: u zou Jezus de boodschap van Mozes laten brengen. Of u zou Wesley de boodschap van Luthers tijdperk laten leren. U zou nu, in ons tijdperk, Pinksteren kunnen leren, de Pinksterboodschap. Ziet u wat een warboel het zou zijn? Pinksteren heeft al kleur bekend. Luther heeft reeds de zijne bekend; werd een denominatie. Het stierf precies daar. Het tijdperk raakte in verval; daar ging het.

82 Let op, zodra het georganiseerd raakte, stierf het. Nu, kijk maar of dat niet juist is. Kijk terug in de bladzijden van de geschiedenis. Iedere keer dat het georganiseerd werd, stierf het daar meteen; het werd nooit meer wat. Het werd een vereerder van de god van deze wereld en kwam terecht in organen, en organisaties, en denominaties, en illusies. Een troep Ricky's kwam daar naar binnen en legden er hun eigen bezwaren, of injecteerden er hun eigen gedachten in, liever gezegd. En wat gebeurde er? Het werd een warboel. Het zal daarop uitlopen dat de god van deze wereld, Satan zelf, door hen zal worden gekroond, terwijl ze denken dat zij een grote wereldleider hebben die hun vrede zal brengen.

83 Ik vertelde u onlangs – ik zeg het nog eens – dat zelfs de beschaving zelf vandaag absoluut tegen God is. Beschaving is tegen God. Opleiding staat een miljoen mijl bij Hem vandaan; wetenschap een miljoen mijl. Wetenschap en opleiding trachten God te weerleggen, zie, door theologische seminaries en scholen en onderzoekcentra, enzovoort. Ze hebben hun schok gehad.

     Denk aan dat visioen van gisteravond, van de man toen hij schreeuwde tegen die geleerden daar, die dat spul er zo ingoten. Zij draaiden zich even om en keken op, en gingen door. Er zal nog één rit volgen.

84 Let op. O, deze drie 'moeten' moeten er zijn. Nu, u kunt niet... Jezus kwam niet de boodschap van Noach prediken. Hij kwam niet om Mozes' boodschap te prediken. Of, Mozes kwam niet om te prediken... Ziet u, ruk de Schrift niet uit zijn verband. Hij moet in de juiste tijd geplaatst worden. Nu, u kunt niet toepassen... Toen die grote man, John Wesley, of die grote man, Luther, optrad...

     Toen Luther kwam met zijn boodschap van rechtvaardigmaking... Nu, terwijl dat een... Luther was een groot man. Hij riep de kerk uit de duisternis, en hij bracht rechtvaardigmaking door geloof. En toen hij dat deed, bouwden zij er een organisatie bovenop; en het stierf. Het leven ging door zoals het in de tarwestengel is, rechtdoor in het Wesley-tijdperk naar de aar. Uit Luther kwamen andere bladeren voort die ermee stierven, hetwelk Zwingli en Calvijn waren en al de anderen die uit die grote Reformatie voortkwamen.

85 Toen kwam Wesley er aan, een ander tijdperk bloesemde uit in een aar. Wesley en Atterbury en al die anderen, en John en zijn broer, en al die grote mannen van God met een boodschap die het land opschudde. Zij organiseerden het en het stierf.

     Toen kwam er iets dat er precies uitzag alsof het nu het graan zou voortbrengen, maar men kwam tot de ontdekking dat het kaf was: Pinksteren.

     Maar daar helemaal achterin komt een kleine knop.

     En als u opmerkt, gewoonlijk... Ik geloof dat binnen drie of vier jaar nadat Luther op het veld was, de Lutherse kerk georganiseerd werd. Slechts een korte tijd nadat Wesley op het veld was, werd het georganiseerd.

86 In Tucson hadden we een overzicht gekregen van het ontstaan van de Wesleyaanse, of Methodistenkerk. En toen zij hier naar Amerika kwamen – velen van hen waren uit Engeland hierheen gekomen – zeiden ze dat ze daar een handvest enzovoort hadden opgesteld om het hierheen te brengen, en hoe het allemaal tot stand was gekomen. Ik zag meteen wat er toen gebeurde. Daar stierf zij.

87 Wel, daaruit kwam Pinksteren voort, die oude schreeuwers uit lang vervlogen dagen. Zij ontvingen de gave van het spreken in tongen en begonnen in tongen te spreken. Toen noemden zij dit "het bewijs van de Heilige Geest". Vervolgens organiseerden zij zich. De één zei dat hij dit ging doen, en de andere dat hij dat ging doen, en ze kregen steeds meer geschilpunten. Wat was het gevolg? Elk van die bladeren ontvouwde zich, precies zoals het ging in de stengel en de aar. Zij hadden de eenheid, tweeheid, drie-eenheid en de Kerk van God, en al die andere; het ontvouwde, ontvouwde en ontvouwde zich.

     Maar nu, volgens de natuur, die een volmaakt voorbeeld is, zult u nooit in staat zijn het eruit vandaan hogerop te brengen.

88 In het gezin van vrienden van mij in Kentucky werd juist onlangs een baby geboren, en de moeder was op terwijl men ons middagmaal bereidde. En zij was de andere zuster aan het helpen het middagmaal te bereiden voor ons, mannen, die op jacht waren geweest. En de baby begon te huilen terwijl ik aan het praten was. Ik denk dat de moeder zich een beetje verlegen voelde, dus liep zij vlug naar de baby om deze op te pakken en ze begon de kleine te voeden. Ik zei: "Weet je, dit is gewoon de natuur." Zie? Nu, je kunt niet...

     Ze hebben nog nooit een betere manier ontdekt voor een baby om te krijgen wat hij nodig heeft dan dat hij erom gaat huilen. Nu, u zou hem een boek over zedenleer kunnen geven, en hier gaan zitten en zeggen: "Ik wil je theologie leren, zoon. Nu, loop hier niet in het rond te blèren zoals andere kinderen; jij bent anders. Als je gevoed wilt worden, luid dan deze kleine bel hier." Dat zou niet werken. Nee, dat werkt echt niet.

89 Dus, als u op de natuur let... We hebben van elk tijdperk gezien waar het zich bevindt, en het overduidelijk gemaakt dat we in het laatste tijdperk zijn. Het kaf heeft zich teruggetrokken. En we hebben nu al vijftien, bijna twintig jaar de Boodschap gehad die van natie tot natie gaat, en vanmorgen zijn we telefonisch met elkaar verbonden in dit land, en het is geen organisatie. Het kan niet georganiseerd worden. Er is nog nooit zoiets geweest, en hierna ook niet. Zie?

     Het is vandaag met de Boodschap zó, dat zij die haar ontvangen in hun hart, in de tegenwoordigheid van de Zoon moeten liggen om rijp te worden. Zie? U kunt de Boodschap nemen en laat dan de Zoon al het groene uit u bakken om u zo tot gerijpte Christenen te maken. Ziet u wat ik bedoel? God komt spoedig om Zijn gemeente te ontvangen, en wij moeten dat soort Christenen hebben om door Hem ontvangen te worden. De tarwe moet rijp worden. Goed.

90 Deze drie vereisten moeten er zijn. U moet het niet verkeerd uitleggen, of verkeerd hanteren, het verkeerd uitleggen, of uit zijn verband rukken. Het moet precies zo bewaard worden als God zei dat het was.

     Voor de wereld is het een geheimenisvol Boek. De mensen geloven dat het slechts een geheimzinnig Boek is. Ik sprak eens met een zeer beroemd man hier in de stad die een grote christelijke reputatie geniet, en hij zei: "Ik heb op een avond geprobeerd om het boek Openbaring te lezen." Zei: "Johannes moet van een hap hete peper een nachtmerrie gekregen hebben." Zie, een Boek van geheimzinnigheid.

91 Terwijl het voor de ware gelovige de openbaring van God is Die wordt geopenbaard in het tijdperk waarin wij leven. Hij zei: "Mijn woorden zijn Geest en leven." Jezus zei dat. En opnieuw: "Het Woord is een zaad dat een zaaier zaaide." Wij weten dat dat waar is. Het is God in Woordvorm en kan alleen door Hemzelf worden uitgelegd.

     Het menselijk verstand is niet in staat het verstand van God uit te leggen. Hoe kan het kleine eindige verstand het oneindige Verstand verklaren, terwijl wij niet eens het verstand van een ander kunnen verklaren?

92 En u zult opmerken dat Hij de Enige is Die het kan uitleggen, en Hij verklaart het aan wie Hij wil. Er staat niet: "Sterfelijke wezens van ouds, die voortijds op velerlei wijze over de aarde schreden..." "Gód openbaarde Zich eertijds op velerlei wijze aan Zijn profeten." Zie?

93 En let op: "Aan wie Hij het wil openbaren." En Hij beschikte het zo, dat Hij Zich in de Schrift kan verbergen voor de knapste theoloog die er is. O my! Hij kan Zichzelf gewoon verbergen, bevindt Zich daar rechtstreeks in de Schrift, en u kunt er de hele dag naar kijken en het nooit zien; kijkt er uw hele leven naar en ziet het nooit. Hij kan Zichzelf verbergen terwijl Hij daar is.

94 Nu, laat dat alstublieft overal goed tot u doordringen, dat God, in het Woord, Zich zo kan verbergen in het Woord, dat geen theoloog of school ter wereld Hem ooit kan vinden. En toch is Hij precies daar.

     U zegt: "Is dat waar, broeder Branham?"

     Hoe zit het dan met de Farizeeën en Sadduceeën? Hoe was het dan in ieder ander tijdperk? Hij heeft het gedaan. Zeker. Hij heeft dat in ieder tijdperk gedaan. We kunnen dat nagaan. Laten we eens denken aan de dagen van Noach: een knap, intellectueel tijdperk, hoe Hij Zich verborgen had in Zijn beloofde Woord. Hoe Hij Zich had verborgen in de dagen van Mozes. Hoe Hij Zich in de dagen van Elia had verborgen. Hoe Hij Zich had verborgen in de dagen van Jezus. "Hij was in de wereld, en de wereld was door Hem gemaakt, en de wereld kende Hem niet. Hij kwam tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen." Zie?

95 Hij verbergt Zich voor de knapste intellectuele man die er op de aarde is. U zegt: "Wel, dit is doctor, heilige vader Zo-en-zo." Het kan mij niet schelen wie hij is, God verbergt Zich voor hem en zal het openbaren aan kinderkens die willen leren, zie, baby's van God, voorbestemd zaad.

96 Bedenk: de machtige God, gezeten in Zijn eigen Woord, Die de knappe, intellectuele mensen van dit huidige tijdperk verblindt, en zij zien het niet. Zij denken dat het een heleboel fanatisme is. Zie Hem daar staan, Zich verbergend voor de Pinkstermensen, de Baptisten, de Methodisten, de Presbyterianen, terwijl Hij Zich rechtstreeks in het publiek geopenbaard heeft, en allerlei dingen toont, het zelfs in de nieuwsbladen en dergelijke plaatst, en desondanks zien zij het niet. O, onze God, hoe groot is Hij, Zichzelf openbarend aan wie Hij wil!

97 "O," zegt u, "broeder Jones of broeder Zo-en-zo, is een groot man. Hij zal het zien." O, nee! Hij openbaart het aan wie Hij wil. U zegt: "Mijn vrouw ziet het niet en toch is zij een Christenvrouw." Hij openbaart Zichzelf aan wie Hij wil. "Wel, mijn herder is een groot man." Dat is juist, maar Hij openbaart Zichzelf aan wie Hij wil. Nu, vergelijk eens datgene wat geopenbaard is met wat er gebeurt, dan zult u... dan kunt u het helemaal begrijpen.

98 Wij merken dan op dat dit het tot een Boek van God maakt en niet een boek van een mens. Als het van de mens was... Laten we eens zien hoe het zichzelf zou uitdrukken. Kijk hoe het de zonde van de mannen die het schreven, tentoonstelt, let op de mannen die leefden in die bepaalde tijd.

     Bijvoorbeeld Abraham; hij wordt de "vader der gelovigen" genoemd. Merk op hoe... Denkt u dat Abraham in dit Boek uit zichzelf over zijn eigen lafhartigheid geschreven zou hebben? Is het mogelijk, denkt u, dat hij zou hebben geschreven dat hij die morgen tegen de koning loog toen hij zei dat Sara zijn zuster was, terwijl het zijn vrouw was? Zou hij over zijn lafhartige daden geschreven hebben die hij deed? Dat zou hij zeker nooit gedaan hebben.

99 En wat te denken van Jakob met zijn bedrog? Een kleine bedrieger was Jakob. Zou een man, een Hebreeër, schrijvend over zijn Hebreeuwse broeder naar wie geheel Israël genoemd werd, durven schrijven over het bedrog van de vader van het gehele volk? Uit Jakob kwamen de aartsvaders voort; uit deze aartsvaders kwamen de stammen voort. En de fundatiesteen van dit geheel wordt door de Bijbel tentoongesteld als een bedrieger! Is dat juist? Denkt u dat een man dat zou hebben opgeschreven? Nee, zeker niet!

100 Zou het mogelijk zijn dat een man die schreef over de grootste koning die zij ooit hier op aarde hadden – hij was een gekroonde koning, David – zou schrijven dat hij overspel bedreef? Zouden deze Joden ooit over hun edelste koning hebben geschreven dat hij een overspeler was?

     O, wij hebben de geschiedenis als zou George Washington nooit één leugen hebben verteld en zulk soort dingen. Wij zeggen, noemen dat geschiedenis.

     Maar dit is een man... een Bijbel die David een overspelige noemt en dat was hij. De koning van Israël was een overspelige, die de zoon zou zijn... Jezus zou de Zoon van David zijn. De ware Hoeksteen, en Zijn vader naar het vlees was een overspelige. De Joden zouden nooit zo'n Boek geschreven hebben. Zou een man dit over zichzelf schrijven? Zeker niet!

101 Hoe zou dat trotse volk van Israël – u weet hoe trots ze waren – dat trotse volk van Israël schrijven over hun eigen afgoderij, over hun opstand tegen God, tegen de vuile, smerige dingen die zij deden, en dat in een boek opschrijven? Zij zouden dat zeker verborgen hebben. Zij zouden juist de goede dingen getoond hebben. Maar deze Bijbel vertelt wat goed en wat kwaad is. Want iedereen weet dat de Joden nooit een dergelijk Boek over hun eigen onreinheid en afgoderij en falen en alles wat zij gedaan hadden, geschreven zouden hebben. Zij zouden dat nooit geschreven hebben. O, nee!

     Wie schreef het dan? De Bijbel zei in Hebreeën 1:1: "God sprak eertijds en op velerlei wijze tot de vaderen door de profeten." Het waren toen niet de profeten. Het waren geen stervelingen, maar God; niet de profeten eertijds, maar God sprak eertijds op velerlei wijze tot de vaderen door de profeten. Ik heb hier een Schriftplaats opgeschreven. Ik weet niet wat er staat; ik kan er niet naar verwijzen. Gewoonlijk kijk ik naar een Schriftplaats als het gaat over deze dingen waar ik naar verwijs. Als u mij wilt excuseren dan zal ik een ogenblik nemen om hem op te zoeken. Het is II Timotheüs 3:16. Ik dacht, dat ik het mij zou herinneren, maar het spijt me. Ik wil even stoppen om uit te zoeken wat er staat.

102 "God sprak eertijds en op velerlei wijzen tot de vaderen door de profeten." Nu, II Timotheüs 3:16. Laten we zien wat er in vers 16 staat:

     Al de Schrift... (Ja.) is door inspiratie van... (Profeten? Nee! Inspiratie van wat?) van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is.
     Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust.

103 Welnu dan, de hele Schrift is geschreven door inspiratie. [In het Engels wordt het woord inspiration gebruikt, in het Nederlands ingegeven. – Vert] Toen Jezus hier op aarde was, zei Hij, dat hemel en aarde voorbij zouden gaan, maar Zijn Woord niet. Hij zei dat de hele Schrift vervuld moest worden. Dus dan bestaat het Boek niet uit menselijke geschriften. Het is het Boek van de geschriften van God.

104 Nu, wij weten dat God door uitverkiezing Zijn gemeente koos, Zijn plaats, Zijn profeten, en alles wat daarbij behoort. Door voorkennis verkoos Hij Zijn profeet. En toen het tijdperk aanbrak, liet Hij tegelijkertijd Zijn profeet komen, en inspireerde hem toen Hij de Bijbel door hem schreef. Nu, God schreef de Bijbel door alleen de profeet te gebruiken, omdat dat Zijn wijze van doen is. Dus u ziet, het is niet het woord... U ziet dus, dat het het Woord van God is en niet het woord van een mens.

105 God is een Persoon. God kan spreken. God kan praten. God kan schrijven. Hij behoefde het niet op die wijze te doen, maar dat is de wijze die Hij verkoos om het te doen. Hij hoefde het zo niet te doen, maar Hij koos om het zo te doen. Nu zegt u: "God schreef met Zijn vinger, Zijn eigen majestueuze vinger, de tien geboden. Dus God kon Zelf schrijven als Hij dat wilde." Zie? Maar Hij verkoos het te schrijven door profeten, zie. Want het waren Zijn attributen, Zijn Woord, die Hij door hen heen uitdrukte, het alles tot een deel makend, of een deel van Hem. Zie? Hij kon met Zijn vinger schrijven. Hij gebruikte ook Zijn vinger om op de muren van Babylon te schrijven: "Gij zijt in de weegschaal gewogen en te licht bevonden." Hij schreef met Zijn eigen vinger.

106 God kan spreken. Gelooft u dat God kan spreken? Hij sprak tot Mozes op de berg in een brandend bosje. Gelooft u dat? Jazeker! Hij sprak tot Johannes in de vorm van een duif. Gelooft u dat? Namelijk dit: "Dit is Mijn geliefde Zoon in Wie Ik Mijn welbehagen heb te wonen." Hij sprak tot Hem. Hij sprak tot Jezus op de Berg der Verheerlijking ten aanhore van Petrus, Jakobus en Johannes. Hij kan spreken; Hij is niet stom. God kan spreken. Dus sprak Hij tot Jezus op de Berg der Verheerlijking. En Hij sprak tot Jezus voor een grote schare mensen, toen de mensen zeiden: "Het donderde", maar het was God Die tot Jezus sprak. En bijna alles in Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes, bestaat eruit dat Jezus spreekt. Hij is God. Dus God kan spreken.

107 Op zekere dag schreef Hij met Zijn eigen vingers in het zand. Hij sprak; Hij predikte; Hij profeteerde met Zijn eigen lippen – God deed dat – toen Hij vlees werd gemaakt en onder ons woonde, "God geopenbaard in vlees". Als Hij kan schrijven, spreken, zou Hij dan ook niet aan anderen kunnen vertellen wat ze moeten doen? Zeker kan Hij dat. Hij kan tot hen spreken met een menselijke stem. Hij kan schrijven en hun tonen wat ze moeten doen. Hij heeft het gedaan.

     Dus "God sprak eertijds en op velerlei wijze tot de vaderen door de profeten." En Hij zei in dit Geschrift dat niet één jota of tittel ooit zou voorbijgaan totdat het vervuld is, en dan wordt het gemanifesteerd. Daarna zal het voorbijgaan, omdat het gemanifesteerd is. Het kan evenwel niet voorbijgaan, maar alleen het Woord Zelf is vleesgemaakt. Jota betekent 'woordje'. Tittel betekent 'merktekentje'. Zelfs niet één leesteken, niet één uitdrukking of iets zal ooit falen in het Woord van God. Het kan niet falen omdat het God is, God gemanifesteerd in een vorm van menselijk vlees. Want het is God Zelf in lettervorm, profetenvorm, geopenbaard in vlees.

     Nu, daarom kon Jezus zeggen: "Degenen die tot u spraken, noemt u goden, die tot u spraken door het Woord van God." Zei: "En zij waren goden." Die profeten waren goden als ze gezalfd waren met de Geest van God en nauwkeurig het Woord van God brachten. Het was Gods Woord, dat door hen sprak. En kan...

108 Zij legden het alleen uit zoals de Auteur hun toestond het uit te leggen. Nu, als u dat zou willen opzoeken, het staat in II Petrus 1 vers 20 en 21. Goed. Omdat dit, waar God..."Er is geen eigenmachtige uitlegger." Hij geeft Zijn eigen uitleg.

     God spreekt en legt het Zelf uit, dan openbaart Hij het aan wie Hij wil, verbergt het voor al de anderen. Hij hoeft het niet aan iemand te openbaren, tenzij Hij dat wil. En Hij hoeft niet... Hij heeft Zijn hele zaak uitgedrukt in de Schrift; daarom is de hele zaak al bekendgemaakt; Hij ziet er slechts op toe dat het gebeurt. Zie? Nee. Hij ziet er slechts op toe dat het lichaam gevormd wordt en het opnieuw terugkomt tot de vorm van Zijn bruid. Goed.

109 Gelovigen geloven het, zoals Abraham, die dingen die ermee in tegenstelling waren, noemde alsof zij het niet waren.

110 Dit Woord onderscheidt ook de geheimen der harten, Hebreeën 4:12. "Het onderscheidt de geheimen van het hart."

111 Profeten begrepen niet altijd wat zij schreven of wat ze zeiden, anders zouden ze het onder geen enkel beding gezegd hebben, als ze het hadden kunnen begrijpen. Zie? Maar de Bijbel zegt dat "zij gedreven werden door de Heilige Geest." Gedreven! Wanneer de Heilige Geest u drijft, dan beweegt u. De mens... God sprak eertijds en op velerlei wijze tot de profeten, die gedreven werden door de Heilige Geest. Daarom raadpleegden gedurende alle eeuwen de mensen die geestelijk waren de profeten omtrent de tijden en wat er gebeuren zou.

     De profeet-schrijver moest in voortdurende gemeenschap zijn met de Auteur. Zie? Hij moest voortdurend leven in de tegenwoordigheid van de Auteur om te weten hoe het Boek moest worden. Zie? De profeet-schrijver had zijn pen voortdurend klaarliggen, in voortdurende gemeenschap met de Auteur, Die God was, om op te schrijven wat Hij zei dat opgeschreven moest worden. Zie? Wat laat zien welk soort leven hij moest... een afgezonderd leven van al zijn broeders.

112 Nu, daarom had de profeet zijn gedachten voortdurend gericht op wat God zei; niet op wat mensen dachten, wat men in het tijdperk dacht, wat de kerk dacht, wat het koninkrijk dacht. Wat God dacht! Hij drukte alleen maar Gods gedachten uit in Woord, omdat een woord een gedachte is die uitgedrukt wordt. Begrijpt u het nu? Het Woord is een gedachte die wordt uitgedrukt, dus wachtte de profeet op Gods gedachten. En wanneer God Zijn gedachten aan hem openbaarde, drukte hij ze uit in Woord: "ZO SPREEKT DE HERE." Kijk, niet: "Zo spreek ik, de profeet", maar: "ZO SPREEKT DE HERE!" Zie? Goed.

113 Daarom trotseerden zij koninkrijken en gemeentetijdperken, waarop in hun dagen als men dat deed, de doodstraf stond. Als u voor een koning zou gaan staan en hem "ZO SPREEKT DE HERE" zou vertellen, "dat en dat gaat gebeuren", dan zouden ze uw hoofd er afgehakt hebben. De kerk zou u regelrecht ter dood brengen als u dat deed. Maar deze profeten waren moedig. Waarom? Zij werden gedreven door de Heilige Geest, zie, en daarom werden zij moedig. En zij schreven het onfeilbare Woord van God.

114 Er waren er veel die probeerden die profeten na te bootsen, zoals priesters en dergelijke. En wat deden zij? De zaak in de war schoppen, dat is alles. Zij konden het niet.

     Omdat God de man voor dat tijdperk had uitgezocht, en de boodschap had uitgezocht, en zelfs de aard van de man en wat in dat tijdperk verkeerd zou gaan, wat Hij zou kunnen overbrengen, hoe Hij met de natuur van die bepaalde man de ogen van anderen zou kunnen verblinden. De woorden die de man zou spreken, de wijze waarop hij zou optreden, zou anderen verblinden en de ogen van anderen openen. Zie? Hij kleedde de man in het soort kleding dat hij was; de aard, de ambitie, en alles precies zoals hij moest zijn, geheel volmaakt uitgezocht voor die bepaalde mensen die Hij in dat bepaalde tijdperk eruit zou roepen.

     Terwijl anderen daar naar hem kunnen staan kijken en zeggen: "Wel, ik kan het niet. Daar is... ik kan het niet zien." Zij waren verblind.

115 Jezus kwam op dezelfde wijze, gekleed, de onsterfelijke God gekleed in menselijk vlees. En omdat Hij in een kribbe werd geboren, in een stal vol met mest, geen plaats om Zijn hoofd neer te leggen; geboren naar men dacht onder een onwettige naam, die men Hem opprikte... Zie? Al deze dingen die Hij was, en hoe Hij opgroeide als de zoon van een timmerman; dat Hij geen scholing ontving.

     Hij had min of meer niets te maken met de wereld, met de wijsheid van deze wereld, Hij had er niets mee van doen. Met de beschaving van deze wereld, met opleiding of zoiets had Hij helemaal niets mee van doen. Waarom? Hij is God. Het zou botsen. Als Hij zou proberen ergens naar een seminarie te gaan om iets te leren wat de kerken van deze wereld doen; wat ter wereld... Wel, het zou zelfs niet... het zou helemaal niet overeenkomen met Zijn begrip, want Hij was God.

     Dus opleiding, scholing, bijbelscholen en dergelijke zijn absoluut tegen de wil van God. Het hele opleidingssysteem is tegen God. Alles onderwijst voortdurend bij God vandaan. Als ik een man hoor zeggen dat hij doctor, doctor in de filosofie of in de letteren is, dan brengt dat hem voor mij zoveel verder bij God vandaan. Zie? Door die opleiding te volgen heeft hij zichzelf juist verder verwijderd van datgene wat eigenlijk zijn roeping was om te doen. Dat is juist.

     Merk nu op hoe zij gedreven werden door de Heilige Geest.

116 Nu, dat betekent niet dat er geen geschoolde mannen binnenkomen. Kijk naar Paulus. Ik veronderstel dat er in zijn dagen geen knappere man was dan Paulus, die Saulus van Tarsis was. Hij was opgeleid onder Gamaliël, een van de grootste leraren van die tijd, een grote, strenge Hebreeër, een Farizeeër wat groepering betreft. En Paulus werd door hem opgeleid. Hij kende de hele Joodse godsdienst, maar toen hij naar de gemeente toekwam, zei hij: "Ik ben nooit tot u gekomen in de wijsheid van mensen, enzovoort. Want, als u dat zou willen, zou u daarop vertrouwen. Maar ik kwam tot u in de kracht en betoning van de Heilige Geest, opdat uw geloof in God zou rusten." Daar hebt u het. Zie? Dat is juist.

117 Velen probeerden deze mensen na te bootsen, maar zij maakten de zaak helemaal in de war, precies zoals ze vandaag doen. Er was iemand opgestaan vóór de tijd van Jezus die vierhonderd mensen had verleid. En u weet wat de Schrift hierover zegt, dat men probeert iets te doen voordat de tijd gekomen is. En sommigen van hen probeerden Hem na te bootsen, en ze waren allemaal dit, dat of iemand anders. En Hij zei dat er in de laatste dagen valse christussen zouden opstaan en valse profeten die tekenen en wonderen zouden doen. We hebben dat allemaal. Maar dat doet niets af van het echte. Het maakt alleen dat het nog helderder schijnt, omdat wij een echte Christus hebben en geen valse.

118 Nu, nu; wij beseffen dan dat God Zijn profeten zond. Dat was de wijze die Hij gebruikte om Zijn Woord tot de mensen te brengen, door de lippen van Zijn profeten.

     En merk op, zoals u weet, zei Mozes – als u het zou willen lezen, het staat in Exodus het vierde hoofdstuk, de verzen tien en twaalf – waar Mozes zei dat God tot hem sprak. God sprak tot een man van lip tot oor. En hij zei: "Ik ben slecht ter tale", dat zei Mozes. "Ik ben onbekwaam. Ik kan niet gaan."

119 Hij zei: "Wie doet de mens spreken, of Wie doet hem stom zijn? Wie laat hem zien, of Wie laat hem horen? Ben Ik het niet, de Here?" Zei: "Ik zal met uw mond zijn." Zie? Dus...

120 En Jeremia zei – als u dat wilt lezen in Jeremia 1:6 – daar zei Jeremia: "God legde woorden in mijn mond." Zie? Hij sprak van lip tot oor met de ene profeet; en sprak door de andere profeet; hij had helemaal geen controle, en sprak door zijn lippen.

121 Hij heeft wegen om Zijn Woord te doen uitgaan, weet u. Jazeker! Dus u ziet, dat de Bijbel Gods Woord is, en niet het woord van een mens.

     Mozes zei: "God sprak tot mij met een stem en ik hoorde Hem. Ik schreef op wat Hij zei."

122 Jeremia zei: "Ik kon helemaal niet spreken en het eerste wat er gebeurde, weet u, was dat mijn lippen spraken en ik schreef het op." God sprak door zijn lippen en het gebeurde. Daniël, Jesaja enzovoort, al deze profeten hadden bijna precies hetzelfde.

123 Weet u dat alleen al in het Oude Testament die profeten meer dan tweeduizend maal zeiden: "ZO SPREEKT DE HERE"? Nu, als een man zegt: "ZO SPREEKT DE HERE", dan is het niet de man die spreekt. Als hij het zou doen, zou hij geen profeet zijn maar een huichelaar, zie, omdat het nooit zou gebeuren. Eén kans op de honderdduizend keer, zie, dat zij het zouden kunnen raden. Maar als het ZO SPREEKT DE HERE is, dan heeft de Here God het gezegd.

     Als ik zou zeggen: "Zo spreekt Orman Neville..." of mijn broeder zou zeggen: "Zo spreekt de heer Mann..." of als ik zou zeggen: "Zo spreekt broeder Vayle..." of iemand van deze andere broeders, iemand van u, dan zou ik spreken wat ú zei. Als ik getrouw ben, zeg ik precies wat ú zei.

     En omdat deze mannen profeten waren, zeiden zij: "Ik ben het niet. Ik heb er niets mee te maken, maar het is ZO SPREEKT DE HERE." Dus de Bijbel is ZO SPREEKT DE HERE door de profeten.

124 Let op. Zij namen Christus' Geest aan en voorspelden de gebeurtenissen die zouden plaatsvinden. Over voorspellingen gesproken! Zij zeiden wat door de eeuwen heen zou plaatsvinden terwijl zij zaten, stonden, lagen of liepen met de Geest van Christus op zich, in zoverre dat zij handelden als Christus! En de lezers zouden bij het lezen misschien denken dat de profeten over zichzelf spraken.

     Herinnert u zich de kamerling toen hij Jesaja 53:1 las, over hoe "Hij verwond werd voor onze overtredingen, verbrijzeld voor onze ongerechtigheid, de straf die ons de vrede aanbrengt op Hem was en door Zijn striemen ons genezing is geworden"? De kamerling zei tegen Filippus: "Over wie spreekt de profeet, over zichzelf of over iemand anders?" Zie? De profeet sprak alsof hij het zelf was.

125 Kijk naar David die het uitschreeuwde in de Geest: "Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Al mijn beenderen staren naar mij." ("Naar mij", David!) "Zij hebben mijn voeten en mijn handen doorgraven." (David.) "Zij doorboorden mijn voeten en mijn handen, maar Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Gij toestaan dat Uw heilige de verderving zie", alsof David over zichzelf sprak als zijnde heilig. Het was de Zoon van David, dat ontkiemde, geestelijke Zaad dat daar doorheen kwam. Ofschoon David zelf een klit was, was er aan de binnenkant daarvan een tarwekorrel. Begrijpt u het?

     Dus de hele Bijbel is niet het woord van mensen, noch werd het geschreven door mensen, gebracht door mensen, noch kan het door mensen geopenbaard worden. Het is Gods Woord geopenbaard door God Zelf, Zijn eigen uitlegger, Christus Die Zichzelf openbaart in Zijn eigen Woord.

126 Kijk naar Christus Die hier op de achtergrond stond in David. David kon toen zelfs niet denken. Zijn verstand had hem als het ware verlaten. En Hij hing aan het kruis, zoals u dit beeldje hier ziet, hangend aan het kruis, schreeuwend: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Al Mijn beenderen staren naar Mij. Zij hebben Mijn handen en Mijn voeten doorgraven. Zij hebben Mijn zijde doorstoken." Zie? "Waarom zijt Gij zo verre van Mij? Al de stieren van Basan hebben Mij omsingeld. Zij schudden hun hoofd en zeggen: 'Hij vertrouwde op God dat Die Hem zou verlossen; laten we nu eens zien of Hij Hem zal verlossen'", dezelfde woorden sprekend.

     Dus u ziet, dat toen God hier op aarde werd gemanifesteerd, Hij dezelfde woorden sprak als David. Begrijpt u het? Dus u ziet dat het niet het woord van een mens is, het is het Woord van God. Daar was God in David; dat was David niet. Hij wist niet wat hij zei; hij was gewoon zo in de Geest.

     Zo was het ook met Mozes. Hij was zó in de Geest, weggenomen uit de dimensie waarin hij leefde, en stond daar van aangezicht tot aangezicht, in dat brandende braambos, sprekend tot God Zelf. Hij zei: "Doe uw schoenen uit. De grond waarop u staat, is heilige grond."

     Ik stel me voor dat toen Mozes daar wegging, hij dacht: "Wat is er gebeurd? Wat vond er plaats? Wat was het?"

     Zei: "Ga naar Egypte. Ik zal met u gaan."

     Hij zei: "Het is zo werkelijk voor mij; ik moet gaan." Hij nam zijn vrouw en zijn kinderen... en zijn kind, liever gezegd, en zijn stok in zijn hand, en vertrok naar Egypte om het volk te verlossen. Zie?

127 God Zelf sprekend door de profeten. Kijk, zij, ze waren absoluut... Het waren niet de profeten, het was God, omdat de profeten uit zichzelf die dingen niet konden zeggen.

     "Wie heeft onze prediking geloofd?" zei Jesaja, ziet u. "Wie heeft onze prediking geloofd? Aan wie is de arm des Heren geopenbaard? Hij zal voor ons opgroeien als een kalf in een stal..." En ook: "Nochtans werd Hij verwond voor onze overtredingen, verbrijzeld voor onze ongerechtigheid. De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem; door Zijn striemen zijn wij genezen." Wij werden toen, in dát tijdperk, in Jesaja's tijd, die leefde achthonderd jaar vóór Christus, genezen. Zie? "Door Zijn striemen werden wij" – verleden tijd; reeds – "genezen." O my!

     Hoe volmaakt is het Woord van God! Vertrouw erop, mensen. Het is het enige dat u kan redden.

128 Alle andere woorden – het doet er niet hoe mooi ze geplaatst worden, hoe, waar ze vandaan komen, uit welke denominatie ze komen, of hoe knap de man is – alles wat tegen het Woord is, moet absoluut genegeerd worden. Als u die Schriftplaats wilt opschrijven, het staat in Galaten 1:8. Zie? Paulus zei: "Maar ook, al zouden wij of een engel uit de hemel een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt."

     Met andere woorden, als een engel tot u zou komen uit de hemel, een helder schijnende engel, en daar zou staan... Jongen, dat zou voer zijn voor deze dag, is het niet? Als een helder schijnende engel daar zou komen staan en dingen zou zeggen die in strijd zijn met het Woord, dan zegt u: "Satan, ga weg van mij." Juist. Of het nu een bisschop is, als hij een... wat hij ook is, geloof hem nooit als hij niet precies woord voor woord in overeenstemming met die Bijbel spreekt. Houd hem in de gaten, hij zal u nu met de Bijbel wegvoeren. Hij zal u naar een zekere plaats brengen en het daar vastzetten. Wanneer u ziet dat de Bijbel het ene zegt en hij gaat daaraan voorbij, houd hem daar in de gaten.

     Kijk, zo deed hij het bij Eva. Hij kwam eraan en zei alles precies juist. "Wel, God zei dit."

     "Dat is juist, Eva. Amen. Wij geloven dat beiden."

     "Wel, God zei dit."

     "Amen, wij geloven dat beiden."

     "God zei dit."

     "Wij geloven dat; zeker."

     "Wel, maar God zei dat we zullen sterven."

129 "Welnu, je weet dat Hij een goede God is." Hij zei niet dat Hij dat niet zou doen, weet u. "Maar zeker..." O! Daar is hij!

     En als hij toen zo bedrieglijk was... en er in de Bijbel staat "dat hij in de laatste dagen, als het mogelijk was, de uitverkorenen zou verleiden", waar behoorden wij dan vandaag te staan, vrienden? Nu, deze kleine zondagschoollessen zijn... behoorden tamelijk dicht tot onze harten gebracht te worden, weet u, om te zien... Wij behoren heel nauwkeurig te luisteren en bezien hoe verleidelijk die zaak is.

130 Let op, wij kunnen niet, wij moeten niet luisteren naar het woord van enig ander mens. Het maakt ons niet uit hoe knap, hoe beschaafd hij is. De Bijbel zegt in Spreuken, dat wij redeneringen terneer moeten werpen. Zie? Nu, hier in dit tweede gebied...

     Het eerste gebied zijn uw zintuigen van zien, proeven, voelen, ruiken en horen; dat is in uw uitwendige lichaam.

     Aan de binnenkant van het lichaam, hetwelk de geest is, zijn redeneringen en gedachten, enzovoort. Wij moeten die alle terneer werpen. We kunnen niet redeneren en zeggen: "Nu wacht eens, als God een goede God is..." Er wordt ons vandaag zoveel verteld dat Hij dat is. "Als Hij een goede God is, dan zal ik, als ik oprecht ben – hoewel ik niet kan zien dat dat in die Bijbel juist is – als ik maar oprecht ben, dan word ik gered." U zult verloren zijn. [Leeg gedeelte op de band – Vert]

131 "Als ik naar de kerk ga en gewoon de dingen doe waarvan ik geloof dat ze juist zijn, en probeer dat hoog te houden waarvan ik denk dat het juist is, wel, dan zal ik..." U bent nog steeds verloren.

     "Er is een weg die een mens recht schijnt te zijn, maar het einde daarvan is de dood." Zie? U zult niet gered zijn, u zult verloren zijn. Zie? Zie? Het gaat om die innerlijke controleur.

132 "Wel, ik sprak in tongen, broeder Branham. Gelooft u niet in spreken in tongen, broeder Branham?" Absoluut! "Wel, ik juichte, gelooft u daar niet in?" Jazeker! "Ik leef een goed christelijk leven, gelooft u daar niet in?" Jawel! Maar toch betekent dat niet dat u gered bent. U bent een goed persoon, netjes, zedelijk, heilig; een goed persoon.

     Dat waren die priesters ook, door en door godsdienstig, zo godsdienstig, dat als iemand verkeerd uitlegde, hij ter dood gestenigd werd. De doodstraf voor het bedriegen met Gods Woord betekende de dood.

133 Dat is er vandaag met ons land aan de hand. De reden waarom wij vandaag zoveel losbandige dingen op aarde hebben, is omdat de straffen niet streng genoeg zijn. Als een man betrapt zou worden die er met de vrouw van een ander vandoor ging, dan zou men hen beiden in het openbaar moeten castreren, juist, publiekelijk, en dan loslaten. Dat is juist. Als iemand betrapt wordt die iets verkeerds doet op de weg, te hard rijden, dan zou men hem niet minder dan tien jaar moeten geven; hij begaat moord met voorbedachte rade. Zie? Als u er zulke straffen voor geeft, remt u ze af.

     Maar als een of andere verkeerde politicus zich tot deze persoon wendt en zich ervan kan afmaken door te zeggen: "Wel, hij had een beetje gedronken, hij bedoelde dat niet..." En hij zou een man doodrijden met zijn vrouw en een aantal onschuldige kinderen, en om dan Ricky zó te laten gaan, dan is dat politiek. Dat is de wereld. Dat is de duivel.

134 God zei dat als een man of vrouw op overspel werd betrapt, dat men hen zou meenemen om hen te stenigen. Dat maakte er een einde aan. Zie? Zelfs als hij erop betrapt werd dat hij het gewicht van een stok op de sabbatdag oppakte: "Neem hem mee en stenig hem." Zij leefden daarbij. En nu, ziet u, hebben wij dat soort wetten niet meer.

     Maar voor de Christen, de gemeente, tot wie ik vanmorgen spreek, is die wet van God in uw hart. Zie? U hebt geen verlangen om het te doen. Die zit hier van binnen. U wilt Gods wet zo volmaakt houden. Het doet er niet toe wat het is, u wilt gewoon zijn wat... Als God een deurmat bij de deur nodig heeft en Hij wil dat ú die deurmat bent, dan bent u zo gelukkig om dat te zijn. Het doet er niet toe wat het zou zijn, u wilt de deurmat zijn. Zie? Wat God ook wil dat u doet, dat wilt u doen, omdat het God is. Nu, daar vindt u werkelijk uw echte, zuivere, waarachtige liefde voor God.

135 Nu, wij ontdekken dan, dat wanneer een engel iets anders zou prediken dan hetgeen wat reeds in de Bijbel gezegd is, dat die vervloekt zij. Niemand kan dat. Je kunt dat niet doen; het moet precies op de wijze zijn zoals het gesproken is.

136 En eveneens lezen wij in Openbaring 22:18 en 19: "Als iemand hier één woord aan zal toevoegen of er één woord van zal afnemen, dat God zijn deel uit het boek des levens zal wegnemen." Juist. God zal zijn deel wegnemen, of hij nu een prediker is, of wat hij ook mag zijn, en zijn woord... zijn naam geschreven staat in het boek des levens. God zei: "Ik zal hem regelrecht uitwissen," dat is juist, "als hij er één ding aan toevoegt, of er één woord vanaf neemt." Zo onfeilbaar heeft God Zijn Woord gemaakt. Zie? U kunt tot de kerk toevoegen, of van de kerk afnemen, maar voeg niets toe aan dat Woord, of neem er vanaf, omdat God onmiddellijk uw naam uit het boek des levens zal wegnemen. Want dan is het afgelopen met u. Zie? U kunt er niet aan toevoegen of vanaf nemen. Het is gewoon precies wat...

137 Hij heeft geen uitlegger nodig, want in de Bijbel staat dat God Zijn eigen uitleg van de Bijbel geeft. "De Schrift laat geen eigenmachtige uitleg toe", zei Petrus. Goed.

138 En heel de Schrift is Goddelijk geïnspireerd, Goddelijk op orde gesteld; en de hele zaak is een openbaring van Jezus Christus. In het Nieuwe en Oude Testament werd Zijn komst voorzegd, wat Hij zou doen als Hij hier was, en wat Hij zou doen in dit tijdperk dat nog zou komen. Dus dat maakt Hem tot Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Zie?

     Zoals in de Hebreeën-brief, toen Paulus het beschreef. Hij is God: "Jezus Christus gisteren" van het Oude Testament. Hij is "Jezus Christus vandaag", gemanifesteerd in het vlees. En Hij is "Jezus Christus voor immer" in de Geest, "Die zal komen". Zie? Zie? "Dezelfde gisteren, heden, en voor immer".

     En Hij leeft voor immer om Zijn Woord te laten leven, namelijk datgene waarvan Hij sprak dat het er voor dat tijdperk zou zijn. Hij leeft.

139 Hij was levend in het Oude Testament; gemanifesteerd. Ik wil u hier een klein ding laten zien, als u het verdragen kunt. Let op, toen Jezus gemanifesteerd werd in het Oude Testament zoals wij het geloven...

     U predikers daar buiten, u kunt erover redetwisten, u kunt doen wat u wilt, maar ik spreek voor mijn... wat ik denk. Zie?

140 Toen Jezus gemanifesteerd werd in het Oude Testament in een theofanie [openbaringsvorm – Vert], in de persoon van Melchizédek, geen priesterschap, maar de Persoon, de Man... Zie? Want deze Man was nog niet geboren, maar Hij was in een theofanie, want Hij had geen vader of moeder. Hij was God Zelf. Hij werd gemanifesteerd in de gedaante van een Man, genaamd "Koning van Salem", hetwelk is Koning des Vredes, en Koning der Gerechtigheid. Zie? Hij was Melchizédek. Hij had noch vader noch moeder, begin der dagen noch einde des levens. Zie? Het was Jezus in een theofanie, in de gedaante van een Man. Kon u dat volgen? Goed.

141 Daarna werd Hij werkelijk menselijk vlees gemaakt, en woonde onder ons in de Persoon van Jezus Christus Zelf, geboren uit de maagd Maria. Hij kwam in die gedaante zodat Hij kon sterven, en ging terug naar de hemel.

     Nu, in deze laatste dagen heeft Hij beloofd Zich opnieuw te manifesteren in de volheid van Zijn vlees, in Geest. Zie? "Want zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Kijk nu naar Sodom, haar toestand, en wat er plaats vond. En Jezus Christus gemanifesteerd zijnde in lichamelijke vorm van Zijn gemeente vandaag, zie, hetzelfde ding doende, hetzelfde werk, dezelfde dingen die Hij aldoor deed, nooit veranderend, de Eeuwige. Zie? En vandaag heeft Hij Zichzelf op aarde gemanifesteerd in de menselijke lichamen, onze menselijke lichamen die Hij geroepen heeft, en heeft precies hetzelfde gedaan als hetgeen Hij eertijds deed ten tijde van Zijn vlees op de aarde. En vandaag doet Hij hetzelfde, want "God sprak eertijds tot de vaderen door de profeten, in deze laatste dagen door Zijn Zoon Jezus Christus." Kijk, de Zoon Die in de laatste dagen geopenbaard wordt, God gemanifesteerd in menselijk vlees, precies geplaatst vóór de vernietiging van Sodom, het einde van de heidense wereld. Ziet u het?

     Er zijn drie manifestaties.

142 Nu, het volgende dat gebeurt, is, wanneer het allemaal verenigd is in die ene Persoon Jezus Christus, bruid en lichaam, bij de lichamelijke terugkeer van de Here Jezus. Dat maakt Zijn drie keer... Toen Hij op aarde werd gebracht: gedood, gekruisigd, opgestaan. Zich manifesterend in de vorm van Zijn lichaam, dat Zijn bruid is, de vrouw. Begrijpt u het? Zij is een deel van Zijn lichaam.

     En de vrouw en de man zijn gewoon zo dicht bij elkaar, dat ze bijna... Zij zijn hetzelfde. Zij behoorden het in ieder geval te zijn. Daar zijn ze, zie, ze worden gewoon precies hetzelfde gemanifesteerd. Zij is een deel van hem, omdat zij uit hem genomen werd.

     En de bruid vandaag is uit het lichaam van Christus genomen, en zij handelt en doet precies zoals Hij heeft gezegd dat zij zou doen in deze dag, de bruid, de koningin; Koning en de koningin. Goed.

     Het wordt al laat, dus zullen we haast moeten maken om het af te krijgen.

143 Goed, de gehele Bijbel is de gehele openbaring van Jezus Christus Die Zich aan ieder tijdperk bekend maakt. Hij maakte Zichzelf bekend in de dagen van Luther als een fundament; de gemeente, de voet, de benen.

     Zoals Hij deed bij Koning Nebukadnezar. Herinnert u zich hoe hij die dromen droomde? Hoe het vanaf het hoofd naar beneden kwam? Zie? Nu komt Hij van de voeten opwaarts. Zie? In het Babylonische koninkrijk toonde Hij hoe alles in het Oude Testament ernaar verwees dat Hij vanaf het hoofd naar beneden kwam, totdat Hij neerkwam als God Zelf Die vlees werd aan de voet van de ladder. Nu, hier in het Nieuwe Testament brengt Hij Zichzelf weer regelrecht terug tot het Hoofd, het Hoofd van goud om gekroond te worden. Zie? Kijk. Begrijpt u het?

     Kijk, God was in den beginne; en Hij bleef neerkomen door de profeten, steeds maar door, totdat God Zelf mens werd zoals wij, helemaal aan de voet van de ladder, een Baby, geboren in een kribbe; gehaat, verworpen, veracht, met een slechte naam, en alles wat Hij was. Toen begon Hij te stijgen, zie, en vanaf de voeten begon Hij de gemeente op te bouwen, de bruid, terugkomend, terugkomend, en nu uitkomend bij de Hoofdsteen, waar het geheel wordt samengevoegd en het dit ene grote verheerlijkte lichaam van Jezus Christus vormt.

144 God wordt in ieder tijdperk door Zijn beloofde Woord aan dat tijdperk geopenbaard. Laten we nu even kijken naar enige van Zijn beloften voor vandaag, terwijl wij gaan sluiten met deze laatste woorden.

145 Nu, God is Zich aan het openbaren in de avondlicht-tijd. Laten we eens zien. We zien...

146 Ik heb hier heel wat Schriftgedeelten opgeschreven. Zoals u op dit blaadje kunt zien hoeveel Schriftplaatsen hier staan opgeschreven. Maar we hebben nog ongeveer vijftien minuten tot twaalf uur. Ik wil eindigen. En ik ben vanmorgen tijdens het spreken niet hees geworden. Soms maken deze airconditioners me echt hees.

     Dus als broeder Neville niet... U hebt voor vanavond niets? [Broeder Neville zegt: "Nee." – Vert] Wel, wel, ik zal... Als het goed is, dan heb ik iets. Ik vond onlangs een sigarettenpakje dat daar in het bos lag, en ik kreeg door dat sigarettenpakje een boodschap voor vanavond, zo de Here wil. Zie?

     Ik heb dus deze Schriftplaatsen hier. Maar ik wil niet overtijd zijn, zodat u terug kunt komen.

147 Een sigarettenpakje dat spreekt. Goed. Ik liep door de bossen en daar lag een sigarettenpakje. Ik liep gewoon door. Ik dacht: "Wel, iemand is mij voorgegaan."

     En iets zei: "Keer terug en raap dat op."

     Ik dacht: "Een sigarettenpakje oprapen? Ik niet."

     Iets zei: "Keer terug en raap dat sigarettenpakje op."

     En ik ging terug en daar lag een oud leeg pakje, en ik zag iets. Ik zal u er vanavond over vertellen, zo de Here wil. Goed.

148 We zullen nu gedurende enige ogenblikken over avondlichten spreken. De Bijbel voorspelt dat er een tijd zal komen in de afsluitingstijd dat de zon te voorschijn zal komen, en dat er een avondlicht zal zijn. Wij weten dat allen nietwaar? Wij, we zijn... Wij, die vertrouwd zijn met onze Boodschap van de Here Jezus voor vandaag, wij geloven dat er een avondlicht zal zijn. En dit avondlicht...

     Natuurlijk, het grote licht zal komen als Jezus Zelf hier op aarde gemanifesteerd zal worden, of boven in de hemelen, als Hij Zijn bruid wegneemt, en dan zal het duizendjarig vrederijk een aanvang nemen.

149 Maar we zullen een van de verschrikkelijkste tijden moeten doormaken die er ooit eerder voor menselijke wezens waren weggelegd. En ik wacht gewoon op het uur dat – als wij kunnen – als iedereen een kans zal krijgen om vrij van zijn werk te zijn om een paar dagen te besteden, en we ergens een plaats kunnen bemachtigen waar ik over deze plagen kan spreken en over dingen die in die dagen gebeuren zullen; en we er twee of drie weken voor kunnen uittrekken om dat bij elkaar te brengen, als de Here mij laat leven en zal inspireren om het te doen, om te zien hoe die dingen zullen komen en die donderslagen, dan zult u ontdekken waar die man en die mensen over gedroomd hebben, en al die dingen daar: het zal geschieden. Zie? U zult opmerken wat zij openbaarden, die grote donderslag komend uit de hemelen. Nu, natuurlijk weet ieder van u dat ik weet wat dat betekent. Ziet u? En... Maar laten we gewoon wachten totdat de tijd ervoor komt, ziet u, wanneer het zover is, zie, want dan zal het meer de geschikte tijd zijn.

150 We gaan nu enkele van deze Schriftgedeelten die hierop staan, lezen. Nu, bij het komen van de avondlichten... nu, we merken op, dat het hetzelfde licht zal moeten zijn dat er in de morgen was.

     Want er is niet één zon in de morgen en een andere zon in de avond. Het is dezelfde zon. Dezelfde zon die er 's avonds is, is er ook in de morgen; het is 's morgens dezelfde zon als in de avond.

     Nu, er staat: "Die bepaalde dag," de dag tussen die tijd, "zal zijn als een, o, soort akelige, donkere dag, die dag noch nacht genoemd kan worden; daar tussenin."

151 Kijk, dat is het vormen van het lichaam, opkomend vanaf de voeten. Toen Hij hier op aarde was, was Hij de Zoon, het Licht. Toen werd Hij gedood. De gemeente nam Zijn plaats in, toen kwam het martelaarschap en ging ze door de donkere middeleeuwen heen, toen begon ze te bouwen aan het fundament, tevoorschijn komend. Waar komt dan het gezicht vandaan? Boven in het hoofd.

     Ziet u dat visioen van Nebukadnezar? Zie Hem neerkomen vanaf het begin van het heidentijdperk voordat het bloed voor hen vergoten werd en een verzoening had aangebracht. Zij waren proselieten die werden binnengebracht. Maar let op, het ging regelrecht naar beneden, naar beneden, regelrecht tot op de bodem, in symboolvorm, zie, werd het omlaag gebracht.

     Toen begon het weer terug te komen, de gemeente kwam terug vanaf de voeten, naar boven toe. Nu is het in de hoofd-tijd; hoofd-tijd. Let nu op het licht.

152 U kunt niet zien met uw handen, hoewel ze een deel zijn van het lichaam. U kunt niet zien met uw oren, toch kunnen ze horen. U kunt niet zien met uw neus, toch ruikt hij. U kunt niet zien met uw lippen, hoewel ze spreken. Kijk, dat was het Pinkstertijdperk. Maar nu is het in de oog-tijd, het zien. Zie? Nu, er is geen enkel bewegend gedeelte boven het oog. Is dat juist?

     Het volgende is de intelligentie, hetwelk Christus Zelf is, Die het gehele lichaam bestuurt.

     Geen bewegen, beweging daarboven. Zie? Al het andere heeft bewogen. Zie? Uw voeten bewegen, de spieren in uw benen bewegen, alles beweegt. Beweeg uw... Uw oren kunnen bewegen, uw neus, uw lippen, enzovoort. maar na uw ogen is er niets dat beweegt.

     Daarom beweert men dat mannen snel kaalhoofdig worden, omdat er geen oefening is om de spieren te ontwikkelen in het haar, de schedel. Zie? Er is daar geen kussentje zodat ze daar bloed in kunnen krijgen. Het bloed zal er niet doorheen pompen, zie, gaat niet omhoog om bloed te leveren. Want de haarwortel leeft door het bloed.

     En nu stellen wij vast, dat dat deel, ziet u, dat er is niets is boven het oog.

153 Nu, laten we eens zien. Zal het licht zijn omtrent het midden van de dag? In de avondtijd. Waarvoor wordt het licht gezonden? Opdat u kunt zien waar u bent, hoe u moet lopen. Is dat juist? Om te zien waar u bent. Het zal licht zijn omtrent de avondtijd.

154 Wij nemen dat nu en vergelijken het met Maleachi 4. Hij beloofde dat er opnieuw licht zou komen in de avondtijd, zie. "Want ziet, Ik zal u de profeet Elia zenden, en hij zal het hart van de kinderen terug herstellen tot de vaderen, en de vaderen tot de kinderen," (is dat juist?) "opdat Ik niet kome en de aarde sla met een ban."

155 Laten we nu Johannes nemen, of Lukas 17:30, en bezien wat Jezus daar profeteerde toen Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn..."

     Nu, herinner u, merk op, dit is in de tijd dat de Zoon des mensen geopenbaard zou worden; de openbaring van de Zoon des mensen. De Zoon des mensen werd werkelijk potentieel geopenbaard gedurende enkele ogenblikken daar, vlak voordat Sodom werd verbrand. Nu, die Man was Elohim. Dat was God; en Jezus is God. En God werd daar gedurende enkele ogenblikken potentieel geopenbaard om met Abraham te spreken tijdens het onderzoekingsoordeel. Gedurende een korte tijd werd de Zoon des mensen geopenbaard; de Zoon des mensen, Elohim. Begrijpt u het, gemeente? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] De Zoon des mensen, Elohim, werd slechts gedurende een paar ogenblikken geopenbaard, want Sodom werd direct de volgende morgen verbrand. Wanneer? Voordat de zon weer kon opkomen.

     Er kan dus geen organisatie overblijven, ook kan er geen verdere vooruitgang zijn dan wat er nu gaande is, want zij zal verbrand worden voordat de dag weer aanbreekt. De opwekking is voorbij over het hele land. Er zullen geen opwekkingen meer zijn, grote, alles bestrijkende opwekkingen; dit land zal het nooit meer ontvangen. U zou een intellectuele vergadering kunnen hebben, maar ik bedoel een geestelijke opwekking. Wij hebben er alles van gezien. Ik hoop dat u het vat. Ik zeg het zó, dat ik hoop dat u het begrijpt. Zie? Het is voorbij.

     Een fijne prediker zei pas geleden: "Broeder Branham, als ik maar de vreugde van de Here in mijn hart kon hebben!"

     Ik zei: "Zoon, de opwekking is voorbij." Zie?

156 De stabilisatoren zijn op het schip geplaatst. Grote, angstaanjagende golven bevinden zich hier buiten vóór ons; maar wij weten dat we juist voorbij die golf ginds de kust naderen. Zie? Wij naderen de kust. Blijf slechts stabiel. Blijf slechts in het Woord. Blijf bij God. Het doet er niet toe hoe u zich voelt of wat dan ook, blijf precies bij het Woord. Laat het stabiel blijven, terwijl u al deze grote oude wolken rondom ons ziet, en aankomende stormen, en atoombommen, en al het andere waar men over spreekt. Maar onze stabilisator blijft regelrecht in het Woord. God zei dat het hier zou zijn, en wij zullen aan al die dingen het hoofd bieden. Ja, we zullen er regelrecht overheen gaan. Ja, inderdaad! Zij, zij kunnen ons niet doen zinken. Zij kunnen ons niet doen verdrinken. U stopt ons in het graf; wij zullen er weer uitkomen. Dat is alles wat er aan de hand is. Er is geen manier ter wereld om het daar beneden te houden. Wij zullen dat allemaal trotseren, omdat onze Hoofdkapitein aan de andere zijde roept.

Wij zijn geankerd in Jezus,
De stormen des levens zal ik trotseren;
Ik ben geankerd in Jezus,
Ik zal wind noch golven vrezen.

157 Wat er ook gebeurt, laat maar komen wat er wil, het maakt geen enkel verschil; wij zijn precies daar geankerd in Jezus. Als ik leef, zal ik leven tot eer van God. Als ik sterf, dan zou ik kunnen sterven tot eer van God. Ik... ik wil alleen maar... Voor de eer van God leven, dat is wat ik wil. Wanneer dat allemaal voorbij is, wil ik niet langer blijven. Ik wil daarheen gaan waar... naar mijn beloning die Hij voor mij kocht; niet wat ik verdiende, maar wat Hij voor mij kocht, wat Hij aan mij gaf door Zijn genade.

158 Dus wij zien dat het avondlicht hier is. En wat heeft men aan licht als men geen ogen heeft om te zien hoe men daarin moet rondgaan? Wat is het avondlicht? Het licht komt om iets te openbaren. Is dat juist? Als hier iets is dat u voelt, en u kunt in de duisternis niet begrijpen wat het is, draai dan een licht aan. Het is om te openbaren! Wat moet Maleachi 4 doen? Zie? Hetzelfde. Wat moest de opening van de zeven zegels doen, terwijl al deze denominaties rond dobberen in deze rommel? Het is om te openbaren, naar buiten te brengen. Als u helemaal geen ogen hebt, wat is dan het nut van een openbaring? Er moeten eerst ogen zijn om te zien. Is dat juist? Om Maleachi 4 te openbaren, Lukas 17:30, Johannes 14:12, ook Johannes 15:24; 16:13 en ook om Openbaring 10:1–7 te openbaren, het openen van de zeven zegels, en de Boodschap van de zevende engel; om te openen, te openbaren wanneer het avondlicht gekomen is. Nu, als iemand...

159 Wat waren de mensen in het Laodicea-tijdperk? "Naakt." Zijn ze dat? "Blind." Wat voor nut heeft het licht voor een blinde man? Als de blinde de blinden leidt, vallen zij dan niet allen in de gracht? "Naakt, blind, en zij weten het niet." Zelfs hun verstandelijke vermogens zijn weg, hun geestelijke vermogens van verstandelijk geestelijk begrip. Zie?

     "Roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods, verbondsbrekers, valse beschuldigers, onmatig, en verachters van degenen die goed zijn, hebbende een gedaante van godzaligheid maar de kracht daarvan verloochend hebbende." De kracht van openbaring; zij geloven daar zelfs niet in. Zie? Zij geloven niet in zulke zaken als profeten. Zij geloven daar dus niet in. Zij geloven dat Maleachi 4 een bepaalde kerk of een bepaalde organisatie moet zijn.

     Toen hij de eerste keer kwam, was hij een man. Toen hij de tweede keer met een dubbel deel kwam, was hij een man. Toen hij in de gedaante van Johannes de Doper kwam, was hij een man. Zie?

     In de laatste dagen, wanneer de avondlichten beginnen te schijnen, zullen de ogen geopend worden en zult u zien waar u gaat. Dan is het lichaam al gevormd, staande op zijn voeten, zich in beweging zettend, gedreven door de Heilige Geest. Welke? Dezelfde Die bewoog over de profeten die de Bijbel schreven, dezelfde Heilige Geest Die Zich beweegt in een lichaam dat vervuld is met de Heilige Geest, om in de Heilige Geest bewogen te worden om uit iedere organisatie en familie, taal en volk vandaan te komen.

160 Er was hier een kleine dame, zij behoort niet tot deze organisatie, of deze organisatie... ze behoort bij deze samenkomst. Zij komt ergens anders vandaan; en zij kwam vanmorgen binnen en had daar een foto. Zij was... gaf deze aan mijn zoon die zeer verbaasd was. Ik weet niet of zij ooit hierover hoorde of niet. Ik weet het niet. Zij had een foto van deze Engel des Heren die betrekking had op de zeven gemeente-tijdperken... toen de zeven zegels werden geopend, daar buiten toen dat gebeurde. Ze zei dat ze erdoorheen keek, en zij zag dat in de lucht staan in een droom. En zij keek daardoorheen en zag dat... zag iemand in het wit voorwaarts marcheren. En daarachter, zei ze, leek het op... Zei: "Broeder Branham, dat was u." En ze zei: "U marcheerde daarin, en achter u waren mensen van verschillende kleuren die vaandels droegen; uit Georgia, Alabama, allemaal verschillende plaatsen, voorwaarts marcherend", komend tot in het hoofdschap waar Christus geopenbaard werd in het visioen. O, halleluja!

161 We zijn in de laatste dagen, en in de laatste uren van de dag. Ziet u Hem nu in Zijn Woord, en heel Zijn Woord hier vóór ons gemanifesteerd? O, gemeente van de levende God, sta op, geloof Hem met alles wat in u is. Houd u vast aan dat kleine rad in het midden van het rad, laat het iedere stap en iedere beweging die u maakt, stabiliseren. Moge iedere gedachte die u hebt onder controle staan van deze toren binnenin u. Want God is gezeten in Zijn Woord voor dit uur, in het avondlicht, het licht verspreidend.

162 De blindheid van een vleermuis! U zou een licht kunnen aandoen, en toch zou de vleermuis zo blind zijn dat hij niet zou kunnen vliegen. Een ransuil, al die nachtroofdieren en dergelijke, kakkerlakken enzovoort, kunnen niet zien bij daglicht. Zij weten er helemaal niets over. Zij kunnen niet zien.

     En de avondlichten zijn gekomen. Iedere gelijkenis, waar we ook heengaan, naar de natuur, naar de Bijbel, naar het beeld dat Daniël zag en de koning van die tijd, wat zij allemaal zagen, en al deze dingen, iedereen, iedere gedaante, iedere beweging, iedere plaats in het lichaam, laten ons precies de toestand van het uur zien waarin wij leven. Geen andere beweging kan daarboven komen.

     Er was een beweging van de hand: naastenliefde, Wesley. Er was een beweging van het fundament: Luther. Naastenliefde, nimmer was er een tijdperk dat er meer van had; het werd de beweging van Wesley genoemd. Zij zonden zendelingen uit naar de hele wereld. Een van de grootste bewegingen die gemaakt werd in het tijdperk daarvoor.

     Dan komt het Pinkstertijdperk; dan komen de verschillende vingers enzovoort binnen, het Pinkstertijdperk van tongen, en neus, enzovoort.

     Nu is het in de ogen. Wat voor goed zal licht doen voor ogen als er geen ogen waren om te zien? Er moeten eerst ogen zijn om te zien, en toen die kwamen, opende Hij de zeven zegels en openbaarde het avondlicht, al de geheimenissen nemend die verborgen waren gedurende deze gemeentetijdperken en die Hij nu openbaarde zoals Hij beloofde te doen in Openbaring 10:1–7. Hier bevinden wij ons vandaag, midden in het Woord geplaatst, en het Woord aan ons geopenbaard door Jezus Christus. Want dit is Gods Woord.

163 En daar wij Zijn onderdanen zijn, moeten wij dicht bij de Auteur wandelen om het te begrijpen, zodat het geopenbaard kan worden. "O, Here, wat wilt Gij, dat ik doe? Als ik naar de velden moet gaan om het Evangelie te prediken? Of moet ik thuis blijven? Het maakt niet uit wat het is, als ik een goede huisvrouw moet zijn, als ik een goede moeder moet zijn, als ik dit, dat of wat anders moet doen, wat het ook is. Als ik een boer moet zijn, als ik... Wat het ook is, Here, wat wilt U dat ik doen zal?"

164 Riep Saulus dat ook niet uit destijds: "Here, wat wilt U dat ik doen zal?" Hij was onderweg om de hele gemeente in de gevangenis te zetten, maar toen riep hij uit: "Wat wilt U dat ik doen zal?" Toen het licht aanging als een grote Vuurkolom die boven hem hing: "Wat wilt U dat ik doen zal?"

165 Ik denk dat het een goed woord is om mee te sluiten en te zeggen: "Here, wat wilt U dat ik doen zal? Als ik precies nu deze Schrift zo volmaakt geopenbaard zie, Here, wat wilt U dan dat ik doen zal?"

     Laten we onze hoofden buigen.

166 Ik vraag ieder die hier binnen is nu uw harten te doorzoeken en die vraag te stellen: "Here, wat wilt U dat ik doen zal?" En u mensen, als u nog aan de telefoon bent door het hele land, buig ook uw hoofd en vraag: "Here, wat wilt U dat ik doen zal? Ziende dat wij hier in de laatste dagen en de laatste uren zijn, juist zo volmaakt vóór ons, zo duidelijk geopenbaard; wat wilt U, dat ik doen zal?"

167 Dierbare God, terwijl zij U die vraag stellen, vraag ik zelf aan U: "Wat wilt U dat ik doen zal, Here", daar ik besef dat van iedere dag rekenschap moet worden afgelegd. En ik bid dat U mij wilt helpen, Here, om zo te leven dat iedere dag kan meetellen voor Uw eer en heerlijkheid.

     Ik bid dat U iedereen in het hele land, en hen die hier in de tabernakel aanwezig zijn, wilt helpen, terwijl wij onze harten doorzoeken en zeggen: "Here, wat wilt U dat ik doen zal? Wat zou ik kunnen doen, Here, om Uw Koninkrijk en Uw zaak te bevorderen?" Sta het toe, God.

     Doorzoek onze harten en beproef ons. Als er enige ongerechtigheid in ons is, Here, enige zelfzucht, enige slechte motieven of beweegredenen, o God, reinig ons dan met het bloed van Uw Zoon, Jezus Christus, Die wij nederig aanvaarden in Zijn verzoening van Zijn dood en Zijn opstanding. En gerechtvaardigd zijnde door te geloven dat Hij dit deed, aanvaarden wij met blijdschap het plan der verlossing dat U aan ons geeft.

     Vader, wij danken U voor de Boodschap van de dag, die wij geloven en waaraan wij vasthouden, waarvan wij weten en geloven dat het Uw Woord is en Uw Boodschap. Niet om anders te willen zijn dan andere mensen, maar om te trachten meer als Jezus Christus te zijn, Die ons Voorbeeld is.

168 Dierbare God, er liggen hier zakdoeken, en overal zijn er zieke mensen. En ikzelf, Here, ben vermoeid en uitgeput vanmorgen. Ik bid, dat U ons wilt helpen, dierbare God. We zien naar U op voor kracht. U bent onze kracht. U hebt er zovelen geholpen, dierbare God.

169 Ik moet er aan denken hoe ik onlangs in de bossen liep met broeder Banks Wood, toen de dokters... Zijn hart was zo slecht, dat hij nauwelijks meer kon lopen. En dan te bedenken hoe ik... Ik wist niets anders te bedenken, terwijl wij daar in die bergen liepen na dat visioen, dan: "Ik moet die leeuw te pakken krijgen. Ik moet die leeuw zien te doden."

     En toen we daar afdaalden en daar in Tucson stonden bij Furr's Cafetaria, zag ik dat zijn kleren om hem heen zwabberden, zijn ogen treurig stonden, en ik zei: "God, als U een visioen kunt geven waar een leeuw is, dan kunt U zeker iets laten zien over broeder Wood."

     En toen kwam het: "Leg uw handen op hem."

     En hier is hij vandaag weer terug, onze broeder Banks, sterk, snel deze bergen op en neer lopend. Hoe danken wij U, dierbare God. U bent dezelfde God voor ons allen zoals U voor broeder Wood was. Ik weet dat U hem liefhebt, omdat hij Uw dienstknecht is, eerlijk en oprecht.

170 En ik bid, dierbare God, dat U met een ieder van ons wilt handelen, en onze zonden wilt vergeven, en de ziekten van onze lichamen genezen. Maak ons meer zoals U, dag aan dag, Here, totdat wij komen in dat volmaakte beeld van Jezus Christus. Sta het toe, Here. Ik vertrouw erop dat U nu ieder hart doorzocht hebt en dat wij weten wat we doen moeten. Wij vragen U nu ons te willen zegenen, in Jezus' Naam.

171 En terwijl wij onze hoofden gebogen hebben, is er iemand hier aanwezig of buiten aan de telefoon door het hele land – terwijl u bidt met uw hoofd gebogen – die nu voor God zijn hand zou willen opsteken? Dat is alles wat u kunt doen; het is hier binnen erg vol vanmorgen. Steek slechts uw hand op naar God en zeg: "God, maak mij meer zoals Jezus; ik wil meer zijn zoals Jezus." God zegene u. Daar buiten in het land, in de natie, overal zijn handen, gewoon massaal. Ook de mijne is opgestoken. Ik wil meer zijn zoals Hij is. "Doorzoek mij, Here, en zie of er enig kwaad in mij is; neem het eruit. Ik wil..." Wat? Wij zijn hier slechts zo lang, toch zullen we moeten vertrekken, ongeacht hoe rijk, hoe arm, hoe jong of hoe oud we zijn.

172 Gisteren stond ik bij een groepje arme mensen daar boven op een berg, bij de beek. Daar was een klein gezin, een man waarmee ik al lange tijd over God gesproken had. Kwam daar. Zijn kleine vrouw met zeven of acht kinderen. Hij, een kleine magere man, probeerde daar te werken voor een paar dollars per dag. En een man liet hem wonen in een kleine hut, en zijn vrouw stond op het punt nog een kind te krijgen. Ze had een grote, brede bijl, waarmee ze bezig was hout te hakken en klein te maken, een baby op de ene heup en het hout klein makend met de andere; ze kwam dat hout hakken om wat bramen in te maken om te zorgen dat ze geen honger zouden hebben tijdens de winter. Ach, wat hadden we een medelijden met haar! Broeder Wood en ik gingen de truck halen en gingen daarheen en hakten haar hout en brachten het mee. Zij, een dankbare kleine vrouw, stond daar zo. Ik had medelijden met haar. En we bleven voor hen bidden.

173 En haar baby leed aan toevallen. We gingen voor de baby bidden en God genas het kind. En onlangs had haar man een hernia en ging in...

     Ik had met hem gesproken. Hij rookte; zij beiden. Zij gebruikte tabak en hij ook, typisch voor bergmensen. En toen bleef ik met hen daarover spreken. En gistermorgen toen ik omtrent daglicht daarheen ging, kwam hij naar buiten lopen terwijl hij zijn handen tegen elkaar aan hield, en zei: "Broeder Billy, ik ben een veranderd man." Hij zei: "Ik heb mijn laatste sigaret gerookt en ik sta nu aan de kant van de Here."

     Zij zei: "Ik heb zojuist ook mijn laatste gerookt."

     O, plant het zaad! "Ik, de Here heb bewaterd. Ik bewater het dag en nacht, opdat niet iemand het uit Mijn hand rukke."

174 O God, wees ons nu genadig, bid ik, en geef ons het verlangen van ons hart, omdat wij in ons hart U willen dienen. Nu, Vader, zij zijn allen in Uw handen, overal. Zij zijn Uw kinderen. Handel met hen overeenkomstig Uw barmhartigheid, Here; niet met oordeel, maar in barmhartigheid. Wij vragen in Jezus' Naam. Amen.

175 Hebt u Hem lief? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Met heel uw hart! Nu, degenen die zakdoeken hadden, kunnen ze nu krijgen.

     En nu, onze diensten beginnen, denk ik, een beetje vroeg, om 7 uur of zoiets. Broeder Neville zal zo dadelijk aankondigen wanneer we beginnen.

     En ik geloof dat er vanmorgen gedoopt wordt? [Broeder Neville zegt: "Het water staat klaar." – Vert] Het water is gereed, als er hier iemand is die nog niet gedoopt is in de Naam van onze Here Jezus Christus. Wel, het is beslist... Het water is gereed voor de doopdienst.

176 Wij waarderen al de prediker-broeders. Ik zie broeder... Hoe was uw bijeenkomst, ging het goed, broeder Parnell? En broeder Martin, en o, zovelen van hen hier, broeder Lee Vayle... O, er zitten gewoon overal voorgangers in de zaal. Wij stellen het zeker op prijs dat u hier bent en gemeenschap met ons hebt rondom het Woord.

177 Het zou kunnen zijn dat u het hierover met mij niet helemaal eens bent. Ik vraag u dat ook niet, ziet u. Doe alleen één ding, overweeg het. Wat u mij vertelt, overweeg ik. Als voorgangers de band zouden nemen en zeggen: "Wel, ik ben het er niet mee eens", dan is dat is in orde, mijn broeder. Misschien hoedt u enige schapen, voedt u ze met wat u wilt.

     Ik tracht mijn best te doen nauwkeurig bij het Woord te blijven voor degenen die in mijn handen zijn gelegd voor God, omdat schapen natuurlijk schapenvoedsel willen. "Mijn schapen horen Mijn stem." En daardoor leven wij, bij ieder woord dat voortkomt... Niet alles... Niet slechts zo nu en dan een woord, maar van élk woord dat de mond Gods uitkomt; daar behoren de heiligen bij te leven.

     Laten we nu gaan staan. Terwijl wij onze hoofden buigen...

     En, broeder Neville, hebt u nog iets dat u tot hen zou willen zeggen? [Broeder Neville zegt: "Nee." – Vert] Broeder Mann? In orde.

     Voelt iedereen zich goed? Zeg: "Amen." [De samenkomst antwoordt: "Amen." – Vert] In orde.

     Laten we nu onze hoofden buigen.

     Ik ga broeder Lee Vayle vragen of hij hier naartoe wil komen, als hij kan. Als u hierheen kunt komen, broeder Vayle, als het gaat.

     Broeder Vayle is onze broeder hier, een schrijver van de boeken. En hij heeft nu het boek De zeven gemeentetijdperken bijna klaar, en hij werkt aan De zeven zegels. En we hopen ze tamelijk spoedig gereed te zullen hebben. In orde. Broeder Lee Vayle.

     God zegene u.