2 juli
Dag 203
Als je komt en Christus vindt in je hart, dan is er geen plaats waar je kunt stoppen. Je blijft maar doorgaan, hebt dit nodig, dit ding nodig, dat ding. Het is: “De liefde Gods, hoe rijk en puur, hoe bodemloos en sterk. Het zal voor eeuwig blijven bestaan, het lied van heiligen en engelen.”
Mensen, die Gods liefde proberen te meten, één van hen schreef:
Wat de liefde van God is. Dus dat is waarin wij geloven: elkander liefhebben.
Nadat Johannes was teruggekeerd van het eiland Patmos in de Egeïsche Zee, was het enige wat hij kon zeggen: “Kinderkens, hebt elkander lief.” Hij ontdekte dat er iets echts was. En dat was de discipel die vuur wilde afroepen over de stad en hen verbranden, omdat zij hem niets te eten wilden geven. Maar hoe Christus een houvast op hem kreeg en hem liet weten: “Je weet niet van welk soort geest je bent.” Hij zei: “Om te proberen levens te vernietigen. Wij zijn gekomen om levens te redden.” Dat is wat we behoren te hebben: liefde voor elkander.
In mijn bediening, sinds ik u heb gezien, ben ik praktisch over de hele wereld geweest: verschillende reizen overzee, zeven of acht reizen temidden van heidenen en overal heen. En ik heb dit ontdekt, dat het krachtigste waaraan ik kan denken liefde is. Als ik bid voor een persoon en ik kan niet het gevoelen van die persoon op mijn hart hebben, dan werkt het niet.
Als ik denk, wat als ik in zijn plaats zou staan, wat als dat mijn baby was, wat als dat mijn moeder was, mijn vrouw, mijn zus, mijn broer? Als je zo voor hen voelt, dan begint er iets uit te gaan. Medegevoelen gaat uit en raakt de patiënt aan, brengt hen terug.
Aanhaling genomen uit de prediking: