26 juli
Dag 227
Nu, laat het gehoor nu, iedereen, zijn hoofd buigen. En laat ieder van u nu in uw hart tot God spreken, zoals u tot mij zou spreken; zoals u zou komen als u iets verkeerds zou hebben gedaan, en zeggen: “Het spijt me, broeder Branham. Ik heb dit gedaan, wilt u het mij vergeven? Ik zal u een belofte doen, broeder Branham; ik zal dat nooit meer tegen u doen.” En verander dan alleen mijn naam, die van mij, in die van uw Here Jezus Christus.
En als u genezing van node hebt, doe dan alsof u zou komen en zeggen: “Broeder Branham, ik ben platzak; ik heb vanavond helemaal niet gegeten, en ja, ik weet dat als u een dollar had, u die aan mij zou geven.” Nu kijk, u hoeft niet tegen God te zeggen: “Als U kracht hebt om te genezen.” Hij heeft het. Zie? U zou tegen mij moeten zeggen: “Als u het hebt.” Maar tegen Hem hoeft u niet te zeggen: “Als U het hebt.” Hij heeft het. Zie? Dus u zegt zoiets als: “Broeder Branham, zou u mij een dollar willen geven? Ik heb wat eten nodig.” Wel, natuurlijk zou ik dat doen, u weet dat. Als ik hem had, zou ik hem geven, wanneer dan ook. Ik zou een afschuwelijk hart hebben als ik het niet deed. Nu, als ik - een wreed, zondig mens - iemand als u zo goed gezind zou zijn, wat zou God dan wel niet doen?
“Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen, die erom vragen?” Als u om een vis zou vragen, zou Hij u dan een slang geven? Als u om brood vraagt, zou Hij u een steen geven? Zeker niet!
Wel, als u het Hem op die wijze zou vragen, met geloof dat gelovend, dan zou u het van Hem een miljoen maal sneller krijgen dan enige zaak die u van mij zou kunnen krijgen. En u weet dat ik u zou helpen; ik zou alles doen wat ik kon. Elk van deze broeders zou dat doen; we zouden elke stuiver uit onze zak opdiepen om u te helpen. We zouden alles doen wat we maar konden. Maar dit is iets wat u moet geloven door geloof.
Nu, geloof dat u het zult ontvangen, terwijl we bidden. En u bidt, en het gehoor bidt, en ik geloof dat God zal neerkomen en ons gebed zal eren. En op hetzelfde moment dat u voelt dat u het hebt, dat God uw gebed zal gaan verhoren, sluit dan een verbond: “Here, ik heb verkeerd gehandeld; ik wil het niet meer doen. Ik zal mijn hand opsteken, ik beloof U dat ik het niet meer zal doen.” God zal u op uw woord nemen. En geloof het eenvoudig op die manier en het zal allemaal voorbij zijn. Hef dan uw handen op en dank Hem: “Here, ik heb mijn gelofte gedaan. En ik weet dat het van U is; en U beloofde erop te antwoorden, en U kunt niet falen.”
Aanhaling genomen uit de prediking: