18 november
Dag 342
Een man zei onlangs tegen mij: “Ik vind dat u gewoon een fijne man bent, meneer Branham, maar ik geloof dat u oprecht verkeerd bent. U bent volkomen uit de wil. Weet u dat u aan het eind veroordeeld zult worden?”
En ik zei: “Kijk, ik wil u iets vertellen. Laat mij zeggen dat u gelijk zou hebben, gewoon om dat te zeggen terwille van het argument. Als ik verkeerd ben, wat ik niet geloof dat het zo is; maar als ik verkeerd was en ik nu al zou weten dat ik honderd jaar zou worden en Hij mij aan het eind van de weg zou veroordelen en tegen mij zou zeggen: ‘U verdient niet om in Mijn hemel te komen, William Branham. Gaat uit in de buitenste duisternis.’ Weet u wat? Ik zou Hem toch elke dag van mijn leven dienen tot ik heenging. Want ik heb zoveel van Zijn onverdiende zegeningen ontvangen, dat Hij voor mij meer is dan het leven.”
Alles wat ik ben, alles wat ik ooit kon hopen te zijn, heb ik door Zijn barmhartigheid en genade verkregen. Ik was ongelukkig, ellendig, arm, blind; maar door genade heeft Hij mij genezen en ben ik sterk en gezond, door de barmhartigheid van God. Ik heb een goed gezichtsvermogen. Ik heb eten, drinken; wat ik maar nodig heb, heb ik. Hij heeft mij nooit beloofd aan mijn wensen te voldoen: aan mijn nóden.
En als ik op die dag verworpen word... Ik kan niet zien waar ik zou zijn, maar als ik wist dat ik verkeerd was en God had mij gekozen om verkeerd te zijn, zou ik wensen verkeerd te blijven, omdat ik Zijn wil wil doen. Ik heb Hem zo lief dat ik wens dat Zijn wil wordt gedaan. Nu, dit is een krasse uitspraak, maar ik hoop dat u het begrijpt op de manier, in de geest waarin ik het heb gezegd. Zie? Ik wil Zijn wil doen. Soms vraag ik Hem iets, dan schudt Hij Zijn hoofd “nee”; ik verheug mij er net zoveel in als ik kan, als wanneer Hij “ja” had gezegd. Omdat wij altijd behoren te vragen: “Uw wil geschiede.” Zijn nee’s zijn, indien dat Zijn wil is, heel wat beter dan Zijn ja’s, als dat Zijn wil is om te doen. Dat is wanneer u Hem echt liefhebt.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 14:32-42
- Lukas 22:40-46
- Johannes 18:1
Aanhaling genomen uit de prediking: