7 maart
Dag 86
Hoe kon David Uria’s vrouw nemen, de mooie Bathséba, terwijl hij er zelf al vijfhonderd had? Maar hij zag haar een bad nemen en daar is de onachtzaamheid. Nu, zij vergat gewoon de jaloezieën neer te laten toen zij haar bad nam, terwijl ze wist dat de koning daar elke dag een wandeling maakte, daarlangs, over die muur. Dat is er aan de hand. Ik denk niet dat vrouwen vandaag zo onachtzaam zijn, zij gaan simpelweg naakt naar buiten, dat is alles, zo de straat op, met amper wat kleren aan. Het is een schande! En dan vragen ze zich af waarom men toetert en fluit. Wel, zij doen dat om hen te laten fluiten en tekeer gaan. Zij weten dat, zij hebben genoeg verstand om dat te weten. Zij doen het gewoon omdat zij het willen. Het is in hun hart. U vertelt hun dat zij immoreel zijn; ze kunnen dat betwisten. Misschien zijn ze niet immoreel, zij kunnen misschien zo zuiver als een lelie zijn als het op sexualiteit aankomt. Maar bedenk dat er een geest op hen is, die zalving van de duivel, om de ziel van een man naar de hel te zenden. Bedenk dat de Bijbel zei: “Wie een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar gepleegd in zijn hart.”
En bedenk, zuster, dat u zich zult moeten verantwoorden voor het plegen van overspel, ofschoon u het nooit werkelijk in uw hele leven hebt gedaan, maar die zondaar die naar u keek vanwege de wijze waarop u zich kleedde, is schuldig aan overspel.
U zult zich moeten verantwoorden op de dag des oordeels voor het plegen van overspel. Bathséba deed verkeerd, evenals Eva verkeerd deed, maar Adam was erin betrokken. Ik denk ook dat wij altijd tekeer gaan over vrouwen. U, zonen van God, ik weet dat u de sterkere groep bent, dat is juist, het sterkere geslacht. U bent boven de vrouwen gesteld, dat is waar, dus handel ernaar. Overweldig hen niet, probeer niet een kleine meisje te nemen en haar leven te ruïneren. Maar wees een zoon van God; zeg haar dat zij fout is, en sta als een zoon van God. Zij is uw zuster. Jazeker. Wat wij proberen te doen, wat zogenaamde zonen van God doen vandaag, die tot kerken behoren, is elk meisje dat zij maar kunnen krijgen mee uit nemen. Bedenk, de oorzaak dat er een immorele vrouw is, is omdat een gehuwde man haar eveneens ruïneerde. Dus, de pot kan de ketel niet verwijten dat hij zwart ziet. Herinner het u slechts, het is de zonde die het allemaal doet. En wij zijn allemaal onderworpen aan de dood en zouden ervoor moeten sterven.
Nu, dat waren Davids hartstochten. Hij had vijfhonderd vrouwen, maar toen hij Uria’s vrouw zag - in plaats van een van zijn vijfhonderd vrouwen te nemen om zijn hartstochten tevreden te stellen of tegemoet te komen - ging hij heen en nam de vrouw van deze andere man en doodde vervolgens Uria toen zij moeder zou worden. David wist niet wat hij deed, want David was bereid om het oordeel uit te spreken. Dat is de wijze waarop wij zijn. Wij kunnen altijd de ander veroordelen, maar wanneer het op ons aankomt, o, dan is het wat anders.
David zei: “Die man zal met zijn leven betalen.”
De ogen van die profeet vernauwden zich. Hij zei: “David, zeker zult gij niet sterven!” Let op hoe de genade daar ogenblikkelijk aan het werk ging. De Geest trof de profeet, redde Davids leven. Genade: “Zeker, u zult niet sterven, maar het zwaard zal uw huis niet verlaten, tot het uw hart volkomen gereinigd heeft, want ú bent die rijke man.” O, toen was het anders, nietwaar?
Als er geen genade was geweest, waar zouden wij allen zijn? Is dat juist? Zeker.
- Overeenkomstig Schriftgedeelte:
- Matthéüs 5:27-32
Aanhaling genomen uit de prediking: