Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Ziende het ongeziene

Door William Marrion Branham

1 Laten we even een moment blijven staan voor gebed, terwijl we onze hoofden buigen. Almachtige God, de Schepper van hemel en aarde, en de Auteur van eeuwig leven, en de Gever van iedere goede en volmaakte gave, tot U, o Heer, Die Jezus Uw Zoon opwekte op de derde dag voor onze vertroosting zodat wij met U verzoend konden worden, gerechtvaardigd zijnde door geloof omdat wij het verhaal geloven, wij bidden dat U ons, Here, Uw kinderen, vanavond zult opheffen tot hogere hoogtes en diepere diepten van Uw eeuwige tegenwoordigheid. Mogen wij U herkennen, Here. En mag nieuw geloof komen vanavond, iets wat onze zielen gewoon zal laten branden met het ouderwetse Pinkstervuur.

2 Gedenk degenen, Here, vanavond, die zwak zijn met knikkende knieën en slappe handen. Wij bidden dat zij vanavond gesterkt zullen worden door de tegenwoordigheid van Uw Geest. Breng degenen die dwalen terug naar de schaapskooi. En al diegenen, Heer, die U nog nooit hebben aanvaard als hun persoonlijke Verlosser. Mag dit de avond zijn dat zij het voor eens en altijd in orde maken. En dan, Here, gedenk degenen die ziek zijn en aangevochten, die zo behoeftig zijn. Mogen zij vanavond een opstanding krijgen naar vernieuwde gezondheid, nieuwe hoop, en nieuw geloof. Sta het toe, Here. Spreek tot ons door Uw Woord terwijl wij wachten. In de Naam van Jezus, Uw Zoon, vragen wij het. Amen. U kunt gaan zitten.

3 Het is zo fijn om iedere avond terug te keren naar het huis van de Heer. Ik ken geen andere plaats waar ik vanavond liever zou willen zijn, tenzij dat het in de hemel zou zijn met al de verlosten, dan om bij de mensen te staan die reeds verlost zijn en die op hun Heer wachten totdat Hij komt om hen te ontvangen. En aangezien wij daar nu nog niet zijn, zijn we bij degenen die gereed zijn om te gaan. Zo blij om één van hen genoemd te worden.

4 Ik wil vanavond gewoon een vers lezen uit II Korinthe, het vierde hoofdstuk, het achttiende vers.

     Dewijl wij niet aanmerken de dingen, die men ziet...

     En mijn onderwerp vanavond is: Ziende het ongeziene. Aan ons is verteld dat wij een uitwendige en een inwendige mens hebben. En de uitwendige mens ziet met zijn ogen. En de inwendige mens wandelt door geloof. Wij moeten dus door een van deze twee personen worden geleid. De buitenkant, de uitwendige mens bent u zelf. De inwendige mens is God. Ziet u, wij zien niet met onze ogen, hoewel we vele keren hebben gedacht dat we met onze ogen zien. Wij kijken slechts met onze ogen, we zien met ons hart.

     Jezus vertelde Nicodemus eens: "Tenzij iemand geboren wordt uit de Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien." En anders gezegd, bedoelde Hij dit: u kunt het Koninkrijk Gods niet begrijpen totdat u wederom geboren bent. U moet zich dus eerst inspannen om het te accepteren. En dan, nadat u het geaccepteerd hebt, bent u in staat het te begrijpen.

5 Ik was als kleine jongen gewend om te zeggen... het klinkt bijna heiligschennend om het hier vanaf het podium te zeggen, maar we speelden vroeger banierdrager als we gingen zwemmen in de oude zwempoel. En hoeveel kleine jongens die op het platteland zijn opgegroeid, zijn niet bekend met de oude zwempoel? Wanneer we even wat tijd vrij kregen van het werk, of na een hele dag hooien, zouden we naar de zwempoel rennen en gaan zwemmen.

     En we hadden een grote zandbank aan de zwempoel waar ik in ging. En we hadden een banierdrager nodig. Hij moest voorop gaan. En hij had werkelijk een klus om te doen. Dus wanneer al de jongens dicht bij het water kwamen... soms was het een beetje laat in de herfst. En er waren bronnen ginds aan het begin van deze kreek, en het water werd soms echt koud. En dan begonnen we te rennen zo hard als we maar konden. En degene die als laatste in het water kwam, moest de banierdrager zijn. Wel, ik was nooit banierdrager, want ik was er gewoonlijk als eerste in. Want al de anderen moesten de moeite nemen om een overhemd uit te doen, of enige bretels losmaken, maar over het algemeen had ik slechts een overall aan met een stuk vezeltouw als bretel en een spijker als knoop. Ik weet niet of u dat ooit heeft gehad of niet. En het enige wat ik moest doen, was gewoon aan die spijker trekken en de overall hing in de lucht en ik was in het water. Dus...

     En dan verwachtten ze zo'n een beetje van mij dat ik hun een teken zou geven of het water koud was of dat het warm was. Nu, als ik één vinger opstak, betekende dat dat het water koud was: "Kom er voorzichtig in, jongens." Maar als ik twee vingers opstak, dan was het water warm. Ik was een getuige; ik had het reeds beproefd. En nu, als er enigen hier vanavond aanwezig zijn die wellicht niet wederom geboren zijn, kom er gewoon in; het water is aangenaam. Ik ben er reeds getuige van geweest.

6 Enige tijd geleden waren de critici gewend om te zeggen dat God zeker een vergissing maakte toen Hij zei: "Gelijk een mens denkt in zijn hart, zo is hij." Maar later kwamen zij erachter dat God gelijk had. Ze zeiden dat een mens geen verstandelijke vermogens in zijn hart had, en dat God misschien "zijn hart" zei, maar zijn hoofd bedoelde. Maar God maakt geen fouten. Toen Hij "zijn hart" zei, bedoelde Hij zijn hart. Net zoals Hij doet bij al Zijn andere uitspraken: ze zijn volmaakt en hebben geen uitleggingen nodig. Ze zijn precies op de wijze als dat God ze uitsprak. Niet voor een ander tijdperk of een andere tijd, maar te allen tijde voor elk die wil, want Gods Woord is volmaakt, eeuwigdurend, eeuwig, zoals Hij eeuwig is.

     Dus zo'n vier jaar geleden las ik ginds in Chicago een grote kop in een krant waarin stond dat de medische wetenschap een klein kamertje in het hart van een menselijk wezen had gevonden waarin zich zelfs geen cel bevond. Het werd niet gevonden in het dierlijk leven; het werd alleen gevonden in het menselijk lichaam, het menselijk hart. En ze zeiden: "Het moet de woonplaats van de ziel zijn." Dus dan denkt de mens wel met zijn hart. U kijkt met uw ogen, maar u begrijpt met uw hart.

7 Toen God de mens schiep, schiep Hij hem op deze manier; want Hij maakte dit bepaalde kamertje in de mens voor Zijn eigen troon, Zijn controletoren. God wil de mens leiden, maar de mens wil zichzelf leiden. Daarom is er een constante oorlog. De mens wil achter datgene wat hij met zijn ogen ziet, aan gaan. Dat is het waardoor hij misleid wordt. Dat is het waardoor Satan Eva misleidde, door wat zij kon zien: de vrucht was een lust voor het oog. Maar het betekende de dood voor de ziel.

     Zo is het vanavond. God wil de mens leiden, daarom maakte Hij voor Zichzelf een kleine controletoren in het midden van zijn hart, zodat de mens zou worden geleid door de Geest van God. Het volgen van zijn eigen leiding veroorzaakte dat hij gescheiden raakte van Zijn gemeenschap. Kijkend naar datgene wat hij kon zien met zijn ogen...

     En dat is waar hij zich vanavond bevindt, al degenen die door zulke dingen worden geleid. Maar de Schrift zegt dat "zonen en dochters van God worden geleid door de Geest van God". Uw emoties hebben de controle over u. En u zult opmerken dat een man of vrouw die probeert te wandelen overeenkomstig de dingen van de wereld, God nooit kan behagen. Maar een man of een vrouw die niet naar de dingen van de wereld zal kijken, maar slechts overeenkomstig de leiding van de Geest zal gaan, die is doorgaans in de wil van God. Dat is het grote gevecht vanavond. Satan nam het oog, het hoofd van een mens, om hem onder controle te nemen door middel van zijn hoofd. God nam zijn hart.

8 De mens probeert altijd iets te bereiken door middel van zijn hoofd. Hij wordt verondersteld iets te bereiken door middel van zijn hart. Dat is de controletoren waarvandaan God hem leidt en zijn gedachten bestuurt, zijn wandel bestuurt, zijn emoties bestuurt. Soms word ik zo gelukkig dat ik het gewoon de vrije loop moet laten. En als ik om me heen kijk en iemand zie, dan, zie, dan houd ik mijn ogen op de mensen gericht. Maar God helpt mij om mijn ogen gesloten te houden. Ik wil gewoon door de Geest van God worden geleid, zodat het vlees er niks mee te maken zal hebben.

     Gewoonlijk beginnen predikers, wanneer zij in de preekstoel komen, te denken: "Als ik over een bepaalde zaak spreek, terwijl er hier een zeker lid van mijn gemeente zit die goed betaalt in deze gemeente, dan zullen ze de gemeente verlaten." En dan begint u weer naar het vlees te kijken. Dan kan God die prediker niet leiden. U moet zeggen wat de Geest u wil laten zeggen. Dan worden wij door de Geest van God geleid.

     En we bemerken dat deze mens wordt bestuurd vanuit een controletoren. En die toren maakt hem wat hij is. Die beweegt hem. Die bepaalt zijn emoties. Daardoor leeft hij.

9 Nu, Hij vergeleek ons met schapen. Een schaap is totaal verloren zonder leider. Nu, als u ooit schapen heeft gehouden, weet u hoe waar dat is. En als u ooit eens naar een slachthuis bent gegaan... Ik denk dat dat een van de meest meelijwekkende gevallen van dierlijk leven is, om het slachten van schapen te zien. Het knaapje is gewoon afhankelijk van iets wat hem leidt. En weet u wat ze gebruiken om de schapen naar de slachting te leiden? Een geit. Hij leidt de schapen regelrecht het slachthuis binnen en hij loopt het pad met hen af, dan wanneer het tot de plaats komt om gedood te worden, springt de geit eruit en de schapen gaan rechtdoor naar hun slachting.

     En zo staat het er vandaag ongeveer voor met het menselijk leven. De duivel zal u regelrecht het slachthuis binnenleiden als hij dat kan. Hij zal u in verwarring brengen. Hij zal u iets laten zien wat er mooi uitziet en erop lijkt dat het wellicht zo is, aangenaam voor het oog, terwijl de Heilige Geest het veroordeelt en waarschuwt om het niet te geloven. Daarom behoorden we altijd de leiding van de Heilige Geest te volgen. En u kunt de leiding van de Geest niet volgen totdat de Geest in uw hart is om u te leiden.

10 Ik hoorde broeder Duffield zojuist een opmerking maken over sommigen die dit zeggen en sommigen die dat zeggen. Ik stond zonet in mevrouw McPhersons kamer, daar waar zij gewoonlijk wachtte. Ik houd ervan om daar naar binnen te gaan en te bidden, want ik weet dat het een klein vertrek is waar zij mogelijk wachtte en anderen hebben gewacht, zoals Paul Rader en belangrijke mensen die voorheen in deze tempel hebben gepredikt. Waar zij op de Geest hebben gewacht om te weten wat ze moesten zeggen wanneer ze hier naar voren kwamen... En soms wordt uw boodschap compleet veranderd van datgene waarover u zou gaan spreken.

     Maar God weet wat Hij aan het doen is zolang Hij aan het leiden is. Ziet u, u moet altijd met de Geest gaan, en de Geest zal altijd overeenkomen met het Woord. Nu, als de Geest u tegengesteld aan het Woord leidt, dan is het niet de Geest van God. Nu, als de Heilige Geest u leidt, dan zal Hij zeggen: "Jezus Christus is Dezelfde gisteren, heden, en in eeuwigheid."

     Als het een religieuze geest is, of een ander type geest die niet de Geest van God is, dan zal hij zeggen: "Dat was voor een dag in het verleden, niet nu." Hoe zou u dat kunnen laten kloppen? Want er staat dat Hij Dezelfde is. O, ik ben zo blij dat ik de Heilige Geest heb. Zie?

     God zag dat van tevoren; Jezus zei: "Ik zal u geen wezen laten, maar Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven, welke de Heilige Geest is, en Hij zal bij u blijven tot in eeuwigheid. En wanneer Hij komt, zal Hij van Mij getuigen en u de toekomende dingen verkondigen, namelijk de Geest der waarheid Die de wereld niet kan ontvangen." O, hoe gelukkig zijn wij om die Geest der waarheid getuigenis af te zien leggen van Zijn Woord, dat het de Geest der waarheid is. Daarom volgen zonen en dochters het op. Hij zal precies tussen de omslagen van de Bijbel blijven en iedere belofte die God deed, bevestigen.

11 Schapen zijn verloren. En zo zijn wij verloren zonder een leider. Wij moeten worden geleid. Dierlijk leven wordt geleid. Ik ben er zeker van dat bijna ieder van u het heeft gezien, ik geloof dat het een tijdje geleden hier in het tijdschrift Look stond; ze hadden een artikel over wilde ganzen, hoe God iedere herfst van het jaar die ganzen in een grote vergadering bijeen krijgt, een opwekking. En zij komen uit ieder klein moeras vandaan, komen tezamen. Hoe heb ik die knaapjes gadegeslagen. Ik vond God eerst door het observeren van de natuur, omdat ik zag dat iets hen leidde.

     Kleine eendjes die ginds in de meertjes van Canada geboren zijn en nooit uit het meertje zijn weggeweest... Ze worden in het voorjaar geboren, hun verenpak groeit uit en ze worden een echte eend op het meer. En hij is tevreden. Hij heeft meer dan genoeg te eten. Maar laat er bovenop de berg eens sneeuw vallen. En bij de eerste koude wind die over die berg komt, zal die kleine leider direct naar het midden van het water gaan, zijn kleine snavel in de lucht omhoog steken en vier of vijf keer snateren, en iedere eend van die vijver zal regelrecht naar hem toekomen. Hij zal uit die vijver oprijzen en gewoon rechttoe rechtaan naar Louisiana gaan, naar de rijstvelden, zonder kompas. Hoe kan dat? Ze noemen het instinct. Ik noem het God. Dat is Gods voorziene weg voor hem. En het schijnt dat wanneer ze allemaal in een eenheid zijn, ze allemaal samen vliegen en rechtstreeks gaan. Maar laat ze eens verdeeld raken...

12 Tijdschrift Look vertelde over een oude gent die enige tijd geleden uit het noorden opsteeg, en die geheel uit de koers raakte. En veel van deze ganzen vlogen terug en verlieten hem. Maar hij bleef naar hen roepen. En hij was zo ver uit de richting dat hij helemaal naar Engeland vloog. Vele van hen kwamen onderweg om. En dat is de wijze... Ik bedoel dit nu niet onbezonnen. Maar ik ben er zeker van dat veel van onze kerkleiders de gemeente op die manier van het pad hebben afgebracht.

     En nu zeggen ze dat ieder jaar – deze ganzen – wanneer de herfst aanbreekt, zij zwermen, bijeenkomen. Ze zijn gereed voor de opwekking maar ze weten niet welke kant ze op moeten gaan. Ze zijn zo ver van het spoor weggeleid dat ze hun weg terug niet meer kunnen vinden.

13 Ik denk dat dat ongeveer de wijze is waarop het vandaag is geworden, dat de kerk een sociale bijeenkomst is geworden in plaats van de leiding van de Heilige Geest en de terugkeer van de doop. De mensen zijn er zo ver van verwijderd. Ze praten over opwekking in onze dagen. Billy Graham vermeldt het zo vaak. En ik zou graag een opwekking willen zien in onze dag. Maar er zijn leiders geweest die de mensen deze kant op hebben geleid, en die kant, en deze kant, en die kant, totdat zij niet meer weten welke kant ze op moeten gaan. O, ik bid dat God door de Heilige Geest zo'n geest van overtuiging zal zenden, dat zij zullen terugkeren naar Zijn leiderschap, in plaats van naar onze moderne leiders van deze dag van over de hele wereld.

14 Wij wandelen niet door aanschouwen. Iemand zei: "Kijk eens naar die bepaalde gemeente en die bepaalde denominatie." Dat heeft er niets mee te maken, niet één ding mee te maken, hoewel ik die dingen respecteer, en ze zijn geweldig, en ik waardeer ze. En de zaak waar ik voor bid, is dat zij die slagbomen op zo'n manier zullen neerhalen dat zij niet meer de leiding van een mens zullen nemen maar terugkeren naar de Heilige Geest, dat Instinct dat in een mens is, dat hem laat weten dat God hem van zonde redt, en zijn ziel heiligt met de kracht van de opgestane Christus, en zijn ziekte geneest: het volle Evangelie, niet slechts genoeg om misleidend te zijn. Satan vertelde Eva genoeg om misleidend te zijn. Hij vertelde haar de waarheid, maar niet de hele waarheid.

15 Nu, als God in de controletoren kan komen... En wanneer de... "Mijn schapen kennen Mijn stem." Welnu, als al deze vreemde stemmen in de wereld van dit sociale Evangelie van "behoor gewoon tot de kerk, dat is al wat nodig is", waarom heeft het dan niets gedaan? Het heeft niets anders gedaan dan de mensen verward. Wat wij vanavond nodig hebben, is een verenigde gemeente gevuld met de Heilige Geest en kracht van omhoog, geleid door de Geest van de levende God in de controletoren, die niet zal zeggen: "Omdat ik een Baptist ben en hij een Methodist is, wil ik niets met hem te maken hebben." Een echte waarachtige Geest van God zal zijn broeder of zuster erkennen, het maakt me niet uit welk soort merkteken hij draagt. O, we hebben het leiderschap van de Heilige Geest weer nodig, het volgen van het ongeziene, de manier waarop God ons leidt. De dingen die wij zien, zijn tijdelijk. De dingen die wij niet zien, zijn eeuwig.

16 Enige tijd geleden hield ik een samenkomst in Canada. En ik liep op straat en daar stond een man televisies te verkopen. En ze hadden een programma uit de Verenigde Staten aan staan en daarop stond een cowboy op een gitaar te slaan. En deze man zei tegen mij: "Ik zou u dit toestel willen verkopen, meneer."

     Ik zei: "Ik ben maar een toerist."

     "O," zei hij, "ik begrijp het." En hij zei: "Bent u alleen op doorreis?"

     Ik zei: "Nee, ik ben hier voor een dienst."

     "O," zei hij, "u bent hier toch niet bij dat Branham zootje?"

     Ik zei: "Ja, meneer, dat ben ik."

     En hij zei: "Wat denkt u van die kerel?"

     Wel, er was niets wat ik op dat moment kon zeggen; ik zei: "O, ik vind de diensten fijn."

     Ik zei: "Was u daar gisteravond?"

     Hij zei: "Ja, dat was ik."

     En ik zei: "Wat denkt u van die man die van dat veldbed opstond, die soldaat, van wie zijn naam werd genoemd en van wie werd verteld wie hij was, en hoe hij gedurende jaren had geleden?"

     "O," zei hij, "ik denk daar niets over, want ik moet dat bewezen zien. Die hypnose gaat er bij mij niet in."

17 En, weet u, mijn oude mama, een zuiderling, had een uitdrukking: "Geef de koe genoeg touw en ze hangt zichzelf op." En ik zei: "Wel, was u..."

     Hij zei: "Enige zaak die niet wetenschappelijk bewezen kan worden, daar geloof ik niet in."

     Maar ik zei: "Ik houd er niet van om het oneens te zijn, maar dat moet ik nu wel zijn. De dingen die wetenschappelijk bewezen kunnen worden, zijn niet werkelijk. Het zijn enkel de dingen die niet wetenschappelijk bewezen kunnen worden die werkelijk zijn."

     "O," zei hij, "dat is belachelijk."

     En ik zei: "In orde, ik wil u iets vragen. Kunt u mij vertellen wat liefde is? Kunt u mij wetenschappelijk aantonen wat liefde is? Ga naar de apotheek en koop voor mij liefde ter waarde van een kwart dollar; ik heb wat meer nodig." Zie? U kunt het niet zien. Het is het ongeziene. Toon mij wat leven is; ik heb gewoon een klein beetje meer leven nodig; kunt u wat ter waarde van een kwart dollar voor mij kopen? Toon mij wat leven is, wat liefde is, wat karakter is, wat de Heilige Geest is, wat God is. Het zijn de ongeziene dingen die werkelijk zijn en blijvend. Deze dingen zijn tijdelijk en vergankelijk. Toch plaatsen we zoveel nadruk en zoveel zorg op de natuurlijke dingen, en zo weinig op de geestelijke zaak.

18 En ik zei: "Bijvoorbeeld, precies nu komen er televisiebeelden door deze kamer." En ik zei: "U moet mij de beelden tonen."

     "O," zei hij, "natuurlijk, het raakt het kristal, en dan de buizen enzovoort, en het toont het beeld hier."

     Maar ik zei: "Die man is in de Verenigde Staten." En ik zei: "U vangt hem hier op, terwijl hij door de lucht komt wat u niet kunt zien."

     Hij zei: "Maar wij kunnen het bewijzen, want hier toont het beeld dat het daarginds is. En er is een zendstation om te bewijzen dat het hier is."

     Ik zei: "Ja, en wij kunnen het ook bewijzen. [Leeg gedeelte op de band – Vert] Want in de heerlijkheid hebben wij een opgestane Verlosser Die het uitzendt, en de Heilige Geest openbaart het en maakt het werkelijk. Daarom hebben wij een zendstation en een ontvangststation." Dat is juist. God in de hemel Die alle dingen weet, kan op zo'n manier een gave in Zijn gemeente plaatsen dat Hij het kan uitvergroten en Zichzelf erdoor kan reflecteren, en dingen kan zeggen die absoluut onmogelijk zijn voor wetenschapsmensen om te bewijzen. Kijk, we wandelen niet door hetgeen wij kunnen zien; wij wandelen door hetgeen we niet zien.

19 Laten we enkele mannen nemen die zodanig wandelden, die naar het ongeziene keken, Noach, bijvoorbeeld. Voordat er één druppel water uit de hemel viel, zag Noach de regen komen. Er was nog nooit enige regen uit de hemel gekomen. De lucht was altijd helder; er waren geen wolken, er was nog nooit een wolk op de aarde geweest. Waarom? Omdat het Gods programma was om de gewassen te bewateren door de bronnen en dergelijke. Maar omdat God had gezegd: "Het zal gaan regenen", zag Noach, honderdtwintig jaar voordat er één druppel viel, de regen komen, en trof hij voorbereidingen om erbij vandaan te komen.

     Ik ben zo blij dat wij door geloof van ver de komst van de Here Jezus kunnen zien en voorbereidingen kunnen treffen om uit deze oude wereld te vertrekken die te zijner tijd verbrand zal worden door onblusbaar vuur.

     O, Noach, toen God sprak en zei: "Noach."

     "Waar bent u, Here?"

     "Dat maakt niet uit waar Ik ben. IK BEN DIE IK BEN. Het zal gaan regenen." En vanaf het moment dat hij dat woord had gehoord, klopte er iets in zijn boezem als een pulsatie: "Het zal gaan regenen; het zal gaan regenen." En hij kon de wolken zien komen en hij maakte zich er gereed voor.

20 Als deze mensen hier in deze rolstoelen en op deze veldbedden, en u die doodziek bent, als u vanavond slechts het Woord van God kon horen... Probeer het niet te begrijpen; denk niet aan hoe lang u al zit, hoe lang u al ziek bent; denk aan wat God heeft gezegd. En er komt een pulsatie van de Heilige Geest in uw hart die zegt: "Het is de waarheid."

     "Hoe weet je dat het de waarheid is?" zegt de duivel.

     "Ik weet dat het de waarheid is. Het is Gods Woord; het is de waarheid." Iets begint in uw boezem te pulseren dat het de waarheid is. Maak u dan gereed; u komt daaruit vandaan, net zo zeker als ik vanavond in deze preekstoel sta. Kijk niet naar wat u ziet: hoe erg ik verlamd ben, hoe ziek ik ben, wat de dokter zei; kijk daar niet naar; kijk naar het ongeziene, wat God heeft gezegd. Voordat u enig verschil voelt, voordat de pijn u verlaat, voordat de hand beweegt, voordat het oog ook maar iets kan zien, maakt u zich nochtans gereed, want het zal gaan komen, zolang die pulsatie in uw boezem begint op te rijzen, in uw hart waar God in de controletoren zit. Nu, rond deze tijd word ik religieus.

21 En ik denk dat de Heilige Geest de mens kan leiden, en hem dingen kan vertellen, en hem anders doen handelen, en hem dingen doen geloven, en dingen ontvangen waarvan de wereld nooit zou kunnen geloven dat ze konden gebeuren. Ik ben een getuige. Eens was ik zelf een blinde man, moest zo goed als geleid worden. Dus ik weet nu waar ik over spreek; dat het de Heilige Geest is.

     O, kunt u niet voelen hoe die pulsatie van de Geest begint op te rijzen in uw hart, zeggend: "Jezus Christus is in ons midden. Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar zal Ik in hun midden zijn"? Pulsaties, iets wat beweegt, zoals een hartslag. Het pompt energie naar uw geest. Het pompt energie naar uw verstand. Laat dan de dingen die uw ogen zien, vervagen, zodat u de dingen van de wereld niet ziet. U gelooft wat God heeft gezegd.

22 Noach wachtte, geloofde, kwam in beweging met vreze, en bouwde een ark. Bekritiseer niet. Wel, ze zeiden: "Die oude man moet gek zijn geworden." Hoewel er nog nooit wolken waren gekomen. Voordat er een wolk was, voordat er een druppel water in de lucht was, zag Noach het ongeziene voor het natuurlijke oog, maar met zijn geestelijk oog afgestemd op het Woord van God zag hij de regen vallen.

     O, als wij vanavond in deze Angelus Tempel onze harten zo konden afstemmen – niet ons letterlijke verstand, laat dat gaan, werp overleggingen ter neer – maar als wij onze harten konden afstemmen op het Woord van God om een opwekking te zien uitbreken, om de altaren vol te zien, om de kerk volgepakt te zien, om de opwekking te zien uitspreiden over Los Angeles, een vuur dat niet gedoofd kan worden, dan zouden onze harten beginnen te pulseren onder de kracht van de Heilige Geest, dan zouden er zulke gebedssamenkomsten in Los Angeles zijn dat het zou moeten gebeuren. Zeker zou het gebeuren.

     Wanneer de gemeente in harmonie is. Wat als de mensen hier vanavond die ziek zijn, zouden beginnen te denken: "God is God. Als Hij het niet is, waarom zou ik Hem dan dienen? Als Hij nog steeds God is, is Hij nog steeds een Geneesheer. Als Hij de almachtige God is, kan Hij alle dingen doen. En als Hij een belofte deed, kan Hij die niet breken. Hij moet haar houden." Dan begint die pulsatie in uw hart op te rijzen: "Er zal iets gaan gebeuren." Niets zou het kunnen stoppen. Het is een vuur, zoals een gebouw dat in brand staat op een winderige dag. Het blijft gewoon doorbranden terwijl de Heilige Geest het vuur aanwakkert. En het blijft branden totdat het een realiteit voor u wordt.

23 Noach... Abraham hoorde op een dag het Woord van God tot hem spreken dat er een stad was welker Kunstenaar en Bouwmeester God was. Hij kon de stad niet zien. Maar hij deed zijn kleine rugzak op zijn rug en vertrok om die stad te vinden. Ik geloof dat hij er vanavond van geniet. Zeker.

     Toen God aan Abraham had verteld wat Hij had gedaan, dat er een stad was welker Kunstenaar en Bouwmeester God was, pakte hij alles in wat hij bezat en begon te zoeken naar die stad. Vijfentwintig jaar later – nadat de beloofde zoon al vijfentwintig jaar was beloofd – ontving hij een zoon, waardoor de poort naar die stad voor Abraham en al zijn kinderen werd geopend. Waarom? Hij kon het niet zien. Hij zwierf door woestijnen, en in de bergen, en in de valleien, en was in allerlei omstandigheden, belijdend dat hij een pelgrim en een vreemdeling was, en dat hij zocht naar een stad welker Kunstenaar en Bouwmeester God was.

24 Ieder wederom geboren kind vanavond komt door Abrahams zegen. Want het zijn de aan Abraham gegeven beloften. En van ieder kind van God dat de Heilige Geest ontvangt, is zijn pulsatie hetzelfde: "Ik zie uit naar een stad." Het is niet Los Angeles. Het is niet New York. Het is niet Louisville. Het is de hemel. En wij belijden dat we bijzondere mensen zijn, vreemdelingen, want wij zien uit naar iets wat we niet zien. Maar iets in de controletoren zegt dat het daar is. God beloofde ons iedere verlossende zegen tussen hier en daar te geven. En wij wandelen; we zijn pelgrims. Het maakt mij niet uit wat die-en-die zegt; ik weet dat iets in mij me vertelt dat het werkelijk is. Ik begin gewoon met wandelen, zoeken, prijzen, belijden; zeker, want het moet neerkomen. De Koning der koningen is Degene Die het verkondigde.

25 Mozes, toen hij in Egypte was, moest daar een keuze maken. Op een dag, terwijl hij de grote generaal in het leger was, keek hij uit hetzelfde raam als Farao. Farao zag de Israëlieten niet anders dan als een stel modderkruipers, gewoon slaven. Zij waren niet van waarde. Alle Egyptenaren keken op dezelfde wijze naar hen, behalve Mozes. Men kon geen schoonheid aan hen zien want ze waren haveloos; ze waren arm; ze werden geslagen. Zij waren een door de wereld verworpen volk.

     En Mozes, met zijn voet op de troon, keek nochtans door geloof naar het ongeziene. Mozes weigerde de zoon van Farao te zijn, omdat hij wist dat hij een zoon van Abraham was. Tjonge. Ik weet dat u weet dat ik een fanaticus ben. Ik ben fanatiek aangaande één ding: dat is Jezus Christus en Zijn beloften. Mozes was liever een zoon van Abraham dan een zoon van Farao. Waarom? Hij kon het niet zien in het natuurlijke. Als hij een zoon van Abraham was, waren de modderputten voor hem, de slavenzweep. Wat was het? Maar hij zag op de vergelding des loons, want hij hield zich vast als ziende de Onzienlijke Die de belofte had gedaan. Daar hebt u het.

26 Wat voor keus maakt u vanavond hier in Hollywood, en Los Angeles, in de modeplaats van de wereld, met de fraaie torenspitsen en de spitse torens en al het andere? Welke keus maakt u? Laat mij u vertellen, broeder, zuster, vind die Heilige Geest, Die controle neemt in het hart, en die pulsaties beginnen te komen dat God God is, en de dingen van de wereld zullen vergaan. Dan wandelt u overeenkomstig de dingen die u niet ziet. U zult gek worden voor de mensen van de wereld. Ze zullen zeggen: "Wel, die vrouw heeft haar verstand verloren. Die man is ver heen. Wel, hij zegt dat hij genezen is van kanker. Wel, hij is genezen van zijn blindheid. Hij is genezen van dit, dat of wat anders." Of: "Hij zegt dat hij de Heilige Geest heeft ontvangen, dat heeft hem veranderd. Wel, hij verkeert zelfs niet meer in de biljartzaal. We zien hem niet bij de speeltafel. Deze vrouw kaart niet meer. Ze stopte met het dragen van vulgaire kleding. Ze werd een nieuw persoon; er is iets mis met haar." Zeker. Iets gebeurde met haar. Het oude vleselijke verstand stierf en de gezindheid van Christus nam plaats in het hart van de vrouw. En nu wandelt zij uitziende naar een stad waar zij geliefd zal zijn, waar zij met de zonen en dochters van God zal rijden op de wagens, waar zij voor eeuwig een gast zal zijn van de Here Jezus. Zij ziet uit naar een stad welker Kunstenaar en Bouwmeester God is. Zij geeft niet om de vuiligheid van de wereld. Zie? Zij is door iets anders gekroond. God is in haar hart gekomen, en dat nam de modes van de wereld geheel en al weg. Dat gebeurt pas wanneer Hij de controle krijgt.

27 Dan wil ik dat u opmerkt wat Mozes deed toen hij dat visioen van het ongeziene kreeg. Hier stond hij; daar was de troon; alles van de wereld lag onder handbereik, elk fijn ding dat kon gebeuren. De farao van Egypte; en hij had al het geld, de vrouwen, de mooie meisjes, en al het sociale leven, en al de populariteit en het plezier van de wereld onder handbereik. Maar wat zag hij beneden in de modderpoel? Het kon hem niets anders beloven dan armoede, een wegvallen van het gezelschap waarin hij zich bevond, zijn rug moeten toekeren naar de schitterende dingen van de wereld. Hij moest naar de modderputten gaan om één van hen te worden.

28 Ik herinner mij enige tijd geleden, dat een zekere denominationele kerk waar ik werd ingewijd, zei: "Billy, als je met dat stel omgaat, zul je een heilige roller worden." Maar toen ik goed naar ze keek, zag ik een belofte bij hen waardoor zij niet beschaamd waren aangaande hun godsdienst waar ze voor stonden. Ik zag dat het Gods kinderen waren, in de wereld voor van alles uitgemaakt, maar ik zag dat zij erfgenamen waren van de belofte, en ik nam mijn plaats met hen in om één van hen te worden. Nu, het is niet om met hen te sympathiseren en te zeggen: "O, ik denk dat het fijne mensen zijn." Dat doet geen goed; u moet één van hen worden. Mozes zei niet: "Nu, ik sympathiseer met mijn volk, ik denk dat zij aardig zijn en van alles, maar ik bevind mij hierboven, en zij zijn daar beneden." Nee, Mozes ging heen om één van hen te worden, want hij verdroeg alles, als ziende de Onzienlijke. Hij wandelde niet door gezicht; hij wandelde door geloof, het ongeziene. Iets gebeurde met hem.

29 En merk op, toen het door een man tegen elkaar werd afgewogen... niemand van u vanavond heeft zo'n gelegenheid gekregen. Maar als u die had, welke keus zou u maken? Daar was het beste wat de wereld kon bieden, en hier was het slechtste wat religie kon geven. Maar nochtans woog het slechtste wat religie kon geven zwaarder dan het beste wat de wereld kon geven. Zo is het vanavond voor iedere man of vrouw die de dingen van het natuurlijke oog en het vleselijke verstand zal verzaken en Christus aanvaardt in zijn hart. Het zal zwaarder wegen dan wat de wereld ooit kan geven. Want wat weegt zwaarder dan eeuwig leven? Er is niets wat zwaarder is. Ik ben zo blij dat ik de balans heb gezien. Zeker.

30 Kijk naar Jozua. Kijk naar Jozua. Voordat er ook maar één steen uit het bouwwerk van de muren van Jericho kwam, liep Jozua om de muren heen terwijl hij juichte over de overwinning. Want door geloof zag hij de overwinning. Hij wist dat de muren zouden vallen, en hij bewapende zijn mannen, en liep gedurende zeven dagen rond en rond en rond Jericho in volledige wapenuitrusting. Wat deed hij? Omdat hij zag op het ongeziene. Het was een belofte die God had gedaan.

     Hoeveel kunt u rondom een rolstoel lopen? Hoeveel kunt u rondom de kanker lopen? Hoeveel kunt u rondom zonde lopen, de overwinning uitroepend dat God de belofte geeft, omdat u Hem kunt zien Die onzienlijk is. Wanneer die pulsatie in uw hart komt en begint te pulseren: "Ik ben de Here Die al uw krankheden geneest." Wanneer u dat kunt zien, vervaagt al het andere.

31 Jozua keek naar het ongeziene en hij wandelde rondom de muren, gelovend dat het zou gebeuren. Het hangt er allemaal vanaf waar u naar kijkt. Toen zij Daniël vertelden: "De leeuwenkuil staat je te wachten", wist Daniël, ziende op het ongeziene, dat daar een Engel van vuur tussen hem en de leeuwen stond. Dezelfde Vuurkolom die de kinderen van Israël later leidde. Want bedenk dat een dier bang is voor vuur. Toen die Vuurkolom tussen Daniël en de leeuwen stond, trokken de leeuwen zich terug en miauwden als katjes en gingen liggen. Door geloof, het ongeziene, was Daniël niet bevreesd voor de leeuw.

32 Toen de Hebreeuwse jongelingen een verklaring moesten afleggen dat zij hun geloof zouden verloochenen – zij zouden hun bovennatuurlijke God moeten afwijzen en geloven in een formele God – toen zagen zij door geloof die vierde Man in de oven. Zeker zagen zij dat. Ze zeiden: "Onze God is bij machte ons te verlossen uit deze vurige oven." Wat deden zij? Zij zagen het ongeziene. Zij zagen die vurige oven voor hen, en zij zagen de vierde Man erin staan, de wind van hen wegwaaiend; daarom waren zij niet bevreesd voor de vurige oven.

33 Welke man of vrouw ook, als u bang bent voor wat uw moeder zal zeggen, wat vader zal zeggen, wat de voorganger zal zeggen, wat die-en-die zal zeggen, dan bent u nog steeds bevreesd en wandelt u overeenkomstig de dingen die u ziet met uw ogen. Maar wanneer u dat tenietdoet... Wat de biljartgroep zal zeggen, wat de filmgroep zal zeggen, wat de vrouwen waar u mee omgaat, zullen zeggen... Op school zullen ze je ouderwets noemen als je stopt met rock-'n-roll. Wat? Als u daarnaar kijkt, bent u in het vlees. Maar wanneer God in de controletoren komt, dan ziet u op Hem, en bent u niet bevreesd voor de bevelen van de koning; zeker niet.

34 Mij werd verteld dat wanneer een slang het oog van een vogel kan vangen, hij een directe greep op die vogel kan krijgen; hij kan die vogel zo van zijn nest af laten komen, en hij fladdert gewoon rond en rond en rond en komt regelrecht naar de bek van de slang. Mij werd verteld dat het oog van een slang zo krachtig is, dat wanneer hij oogcontact maakt met het oog van een vogel, het hem inpalmt, hem rechtstreeks de slang in lokt. En ze zeggen dat dat vogeltje zal fladderen en fladderen en fladderen en naar beneden komen, en als hij niet snel zijn kopje opricht en zich losschudt van die slang en omhoog begint te kijken, dan kan hij zichzelf nooit bevrijden. Dat is de enige manier waarop hij zich kan bevrijden.

     En dat is de wijze waarop het vanavond met enige vogeltjes van dit land is. Ze zijn verlokt door de dingen van de wereld, door een sociaal Evangelie, door te zeggen dat het aansluiten bij een kerk alles is wat nodig is, en dat de dagen van wonderen voorbij zijn, totdat het ze heeft ingepalmd. Het enige wat u kunt doen, is met uw vleugels fladderen en vlug opwaarts kijken om Jezus te zien, niet de dingen van de wereld. Zie niet op de dingen waar de wereld u naartoe lokt: grote plaatsen en onze verenigingen, enzovoort, maar kijk omhoog en zie Jezus. Fladder snel en ga erbij vandaan. Schud het oude stof van u af, en vraag naar de oude weg, want daarin is leven.

35 Mij werd hier bij Barstow Field verteld, ik geloof dat zij het zo noemen waar zij deze grote straalvliegtuigen hebben, dat wanneer een straalvliegtuig in zijn vlucht een bepaalde snelheid bereikt, hij dan iets treft wat de geluidsbarrière wordt genoemd. En ze zeggen dat dat vliegtuig worstelt en schudt, en worstelt en schudt terwijl hij door die geluidsbarrière probeert te komen, totdat het schijnt alsof de vleugels ervan afgerukt zullen worden en de bouten eruit zullen vallen, terwijl hij door die geluidsbarrière gaat. Maar wanneer hij eenmaal voorbij de geluidsbarrière is gegaan, dan is zijn snelheid onbegrensd. Hij kan gewoon vrij vliegen.

     En de gemeente en u die hier vanavond zit, o, u worstelt en worstelt, en God trekt aan u en toont u dingen, als u ooit voorbij die zondebarrière van ongeloof kunt komen, dan zal er een onbegrensde opwekking uitbreken door de hele Verenigde Staten, en overal, als u door die geluidsbarrière kunt breken, die zondebarrière van ongeloof. "O, is dat waar? Is dat voor mij? Kan ik genezen worden? Kan ik gered worden? Kan ik gevuld worden met de Heilige Geest?" Ga daaraan voorbij, blijf gewoon worstelen, worstelen, worstelen, totdat u doorbreekt en de Heilige Geest op u komt. Ik vertel u dat u er dan aan voorbij bent, en daar hebt u vijftig mijl bewegingsruimte om u heen.

36 De Bijbel zegt: "Wij zien niet alle dingen, maar wij zien Jezus." Dat is Degene Die ik wil zien. Ik wil Hem zien, en hoe zie ik Hem? In de vervulling van Zijn beloften. Hij beloofde dat een ieder die wil, mag komen, en vrijelijk van het water des levens mag drinken. Als u dorstig bent: kom. Die het hoort, zegge: kom. Allen die gewillig zijn om te komen, iedereen, wie dan ook. Ik heb liever dat Hij "wie dan ook" zegt dan dat Hij "William Branham" zegt. Er zouden meerdere William Branhams kunnen zijn. Maar toen Hij zei "wie dan ook", weet ik dat Hij mij bedoelde, en dat geeft mij een kans. Een ieder die wil, mag komen en drinken van het water des levens: God komt naar binnen.

     U bent stervende. De dokters hebben u opgegeven; misschien heeft de wereld u opgegeven; misschien heeft de kerk u opgegeven; maar Jezus heeft u nooit opgegeven. "Een ieder die zichzelf zal verloochenen en zijn kruis zal opnemen en Mij volgen..." Verloochen hetgeen u denkt; verloochen uw verstandelijk begrip; geloof gewoon datgene waarvan Gods Woord zegt dat het de waarheid is en marcheer ermee door. Blijf in beweging. Wordt u zieker, blijf gewoon bewegen, blijf gewoon doorgaan. Na een tijdje zult u door de barrières breken, dan zult u vrij zijn. Dan kunt u Hem zien; dan zal Hij Zichzelf aan u openbaren; dan zal de Zoon van God Die de belofte gaf werkelijk voor u zijn. Gelooft u het? Laten we onze hoofden nu even een moment buigen voor gebed.

37 Gezegende Here, o, hoe houden wij ervan om over U te spreken, Here, wetende dat wij deze groep waar we vanavond tegen spreken op een dag daar in het hiernamaals opnieuw zullen ontmoeten. En wij zullen ons verheugen in de zegeningen van God wanneer we die stad aantreffen wier Kunstenaar en Bouwmeester God is. Er zullen daar in die stad geen ambulances zijn. Er zullen daar geen begraafplaatsen zijn vlak buiten de stad. Er zal nooit een begrafenisdienst gepredikt worden in die stad. Er zal nooit een zonde zijn in die stad, want zonde kan die plaats niet binnenkomen. Er zal geen ziekte zijn in die stad; zij zullen geen dokters of medicijnen nodig hebben in die stad. Maar wij zullen leven in Zijn gelijkenis, gemaakt in Zijn beeld, in gelijkheid komen aan Zijn heerlijkheid, en voor eeuwig bij Hem zijn. O God, hoe kunnen mannen en vrouwen zoiets afwijzen? Wij bidden, Heer, dat zij vanavond onderzoek zullen doen en zich zullen afwenden van hun natuurlijke denken, en de Heilige Geest in hun harten laten komen om hun een nieuw inzicht te geven, opdat zij mogen zien op de dingen die onzienlijk zijn.

     Wij zien vanavond de eindtijd. Ik zie ginds een bom. Ik zie de hemel in vuur en vlam en de aarde branden van de hitte. Ik zie de mensen hier door de straten rennen, schreeuwend en huilend, maar het is te laat. Precies zoals Noach predikte en geloofde, het zal dan te laat zijn, Here. O God, ik ben zo blij dat we daaraan voorbij kunnen zien: Jezus komend op Zijn witte troon met tienduizend maal tienduizenden van Zijn heiligen, zeggend: "Ga binnen in de zegeningen van de Heer die voor u bereid zijn sinds de grondlegging der wereld." Zo blij, Here, dat we mensen die richting op kunnen wijzen. Mogen zij vanavond hun zonden verzaken en U navolgen.

38 Terwijl we onze hoofden gebogen hebben en ieder hart bidt, hoeveel in dit gehoor willen vanavond zeggen: "Here Jezus, ik geloof dat ik teveel naar de dingen van de wereld kijk; misschien troont U niet op mijn hart zoals U zou moeten. Ik heb U nodig, Here." Wilt u uw hand in stilte naar Hem opsteken? God zegene u. Dat is goed. Wees echt oprecht.

     U zegt: "Broeder Branham, kan ik er verzekerd van zijn dat u de waarheid vertelt?" Wel, als u mij niet kunt geloven, geloof dan het Woord.

     De Here is hier en Hij roept. Teder roept Jezus u nu. Terwijl u een kans krijgt zoals Eva kreeg, zoals Adam kreeg, om een keuze te maken... Nu, u heeft een vrije wil, u kunt uw keuze bepalen. Waar zult u de eeuwigheid doorbrengen? Tenzij een mens wederom geboren wordt, is hij verloren. Bent u wederom geboren? Als u dat niet bent, steek uw hand omhoog en zeg: "Bid voor mij. Broeder Branham, precies nu begeer ik uw gebed." Dat is juist. Allen hier op de begane grond, de begane grond, de balkons. Dat is goed. Steek uw hand op; wees eerlijk. Wees op z'n minst oprecht, vriend.

39 Voordat de week voorbij is, of deze komende week, ga ik veel over deze dingen prediken, over de slapheid, hoe de wereld haar giftige adem heeft geblazen in het gezicht van de mensen waardoor ze zijn misleid. Ze denken dat zij Christenen zijn, velen, terwijl zij het niet zijn. Jezus sprak over de teleurstellingen daar. Waag het er niet op, vriend. U heeft geen andere keus; dit is alles. Misschien is slechts het opheffen van uw hand naar God vanavond wat het verschil betekent. Wilt u dat doen voordat we bidden? Enige anderen die niet hebben opgestoken? God zegene u daar helemaal achterin, wij zien u, bij het balkon daarboven. Denk niet dat u te ver weg bent; dat bent u niet, Hij weet precies waar u bent.

     Wij zien uit naar de ongeziene dingen. U zegt: "Wel, wat zou ik nu moeten doen als ik een wederom geboren Christen word? Wat zal mijn baas zeggen?" Denk erover na wat uw Heer zal zeggen als u het niet doet. Wie is het belangrijkst, uw baas? U zou hem de volgende week kunnen begraven. Hij kan omtrent deze tijd zijn heengegaan, maar uw Jezus zal voor eeuwig blijven. En om eraan te denken dat u, als u in de hel zou zijn, gekweld wordt door demonen...?... met boze geesten rondom u die u achtervolgen, voor eeuwig afgescheiden van God, zonder hoop, hoe zit het dan? En u zou daar kunnen zijn voordat de zon opkomt in de morgen. U kunt maar beter gereed zijn, vriend. Maak hier geen gekheid mee. Maak er geen televisieact van. Onthoud, het is het Evangelie, het eeuwige Woord van God dat niet kan vergaan.

40 Toen ik vanavond de straat op liep, zag ik een jongeman die van de straat werd afgevoerd, aan flarden gereden. Hij had op een of andere manier de controle over zijn auto verloren en een andere auto geraakt, en het bloed liep uit hem. De ambulance haalde hem op, en de jongen lag daar met zijn mond open, het bloed liep uit zijn ogen en oren... Zij bedekten hem met een deken, trokken die over zijn gezicht en schoven hem in de ambulance. Ik stond daar; ik dacht: "O God, heeft die jongen ooit mijn samenkomst bijgewoond? Heb ik lang genoeg overtuigd? Kende hij Jezus? Het is nu allemaal voorbij."

     En ik geef nu die gelegenheid, vrienden. Denk niet aan deze aardse dingen; denk niet aan morgen; morgen zal voor zichzelf zorgdragen. Laten we over vandaag en nu nadenken terwijl Jezus nabij is. Wij mogen niet alle dingen zien; maar wij zien Jezus, Die in de gedaante van een mens kwam om de zonden van de mensen weg te nemen, om de mensen terug te brengen en te verzoenen met God onze Vader. Zijn dat allen die hun hand willen opheffen voor gebed voordat ik bid? God zegene u hier, meneer. En u hier in de rolstoel, God zegene u, meneer. Met zo'n houding zal God vanavond zeker gebed voor u verhoren. Ik meen dat, meneer.

41 Here, het komt nu dichtbij het sluiten van de dienst; vele handen zijn opgestoken. Hier zit een arme man gebonden in een rolstoel; hij hief zijn handen op. Met die houding zult U zeker verhoren. En, o Heer, er zijn anderen hier door het hele gebouw, misschien met een hartkwaal, misschien op een of andere wijze met kwalen zodat zij eenvoudig niet kunnen zien hoe ze er ooit doorheen kunnen komen; maar wij bidden, God, dat U zult gedenken: "Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen." En misschien zal het verbreken en verdrijven van hun zonden hun ziekte wegnemen, want wij beseffen dat ziekten de attributen van zonde zijn, want zonde heeft ziekte gebracht.

     En, Vader, wij bidden dat U deze mensen die hun handen ophieven, zult zegenen, velen van hen vanavond in het gehoor. En wij bidden dat U hen zult bevrijden, en mogen zij vanaf vanavond voortaan wandelen door geloof, de dingen die er niet zijn, noemen alsof ze er wel waren, zoals Abraham vanouds. En als wij zonen en dochters van Abraham zijn, dan hebben wij zijn Geest, en geloven wij de beloften van God. Sta het toe, Vader. Door Jezus Christus' Naam bid ik voor hen, hen aan U presenterend. Amen.

42 Blijf gewoon nog een moment in uw stoelen. Ik heb de tijd genomen, gisteravond en vanavond ben ik over mijn grenzen heen gegaan. Toen ik kwam, werd ik alleen maar verondersteld voor de zieken te bidden op vrijdag, of zaterdag was het, en zondag. Maandag, dinsdag en woensdag, of maandag en dinsdag waren bestemd voor preekdiensten, en woensdag voor gebedsdienst. Donderdag, vrijdag en zaterdag waren opnieuw bestemd voor preekdiensten, en dan een genezingsdienst op zondag; ik denk dat dit de wijze is waarop het werd vastgesteld. Maar ziende de nood, de nood om iets te vertegenwoordigen, heb ik praktisch iedere avond voor de zieken gebeden.

43 Kijk, wie zijn hier voor de eerste keer die nog nooit in een van mijn diensten zijn geweest, steek uw handen op. Bijna de helft van het gehoor. Zij zijn nog nooit in de samenkomsten geweest. Hoeveel zijn hier ziek en hebben gebed nodig voor hun lichaam, zou u uw hand willen opsteken. Kijk gewoon, overal, overal. O, lieve dierbare broeder, zuster, luister alstublieft naar wat ik zonet heb gezegd. Kijk niet naar uw ziekte; u kunt nooit gezond worden. Kijk niet naar uw leed. Kijk naar Jezus; Hij is Degene. U zegt: "Broeder Branham, als ik er zeker van kon zijn dat Hij hier was. Als ik wist dat Hij hier was, zou ik gewillig zijn Hem te aanvaarden in elk soort kracht." Als u dat zou doen, steek dan uw handen op als u er zeker van zou zijn dat als Hij hier was, u Hem dan kon aannemen; steek even uw handen op, allen die zeggen: "Ik ben er zeker van dat Hij hier is." Wel, wat zou Hij doen als Hij hier was?

44 Nu, als u die ziek bent... Nu, ik zal wachten... zal zo meteen de altaaroproep doen, maar opdat u zeker zou kunnen zijn. De Bijbel zegt, en ik heb er zonet uit geciteerd, ik geloof dat het het boek Hebreeën is, het tweede hoofdstuk en het negende vers. "Wij zien Jezus. Heren, wij wilden Jezus wel zien", zeiden degenen die kwamen, deze Grieken in die tijd. Wat zou u zien als Jezus hier was? Hij is hier in de vorm van de Heilige Geest, en Hij werkt in Zijn gemeente. Toen Jezus hier op aarde was in een lichaam van vlees, werd dat lichaam van vlees opgenomen en het zit aan de rechterhand van de almachtige God als een Hogepriester en blijft daar en doet voorspraak op onze belijdenis. Gelooft u dat? Dat is wat Hebreeën 3 zegt. Dat is wat het is. Maar Hij zond Zijn Heilige Geest terug om Zijn gemeente te zalven, en plaatste gaven in deze gemeente om Hem te vertegenwoordigen voor de mensen. Gelooft u dat? En Zijn bediening dient voortgezet te worden.

45 Dan belijd ik vanavond, dat het laatste teken aan iedere generatie de openbaring van Jezus Christus als zijnde de Messias is geweest, Zich bekendmakend aan de mensen door dezelfde tekenen die Hij deed toen Hij hier op aarde was. Dit is voor de nieuwkomers. Hoe maakte Jezus Zich bekend? Toen... In Johannes 1, Johannes het eerste hoofdstuk, werd Petrus tot Hem gebracht. En Hij kende hem. En Hij noemde zijn naam. Hij had hem nog nooit gezien; hij was een visser. En Hij vertelde hem dat zijn naam Simon was, en zijn vaders naam Jonas. Petrus geloofde het, dat Hij de Messias was, omdat Petrus wist dat wanneer de Messias zou komen Hij de God-Profeet moest zijn. Hoevelen geloven dat, zeg: "Amen." [De gemeente zegt: "Amen." – Vert]

     Mozes had gezegd: "De Here uw God zal een profeet verwekken gelijk mij." Zij wisten dat Hij een God-Profeet zou zijn. En toen Filippus werd bekeerd door te zien dat Jezus dit bij Simon Petrus deed, ging hij heen en vond Nathanaël onder een boom aan het bidden en nam hem mee terug naar Jezus. En Jezus wist wie hij was, en vertelde hem waar hij was en wat hij had gedaan voordat hij naar de samenkomst kwam. En wat zei Nathanaël? "Rabbi, U bent de Zoon van God; U bent de Koning van Israël." Is dat wat hij zei? Hoe... Kijk, Hij kwam tot de Zijnen; de Joden zagen naar Hem uit. In orde. Dat verzegelde de Joden. Velen van hen zeiden: "Hij is Beëlzebul, een waarzegger." Waar zijn zij vanavond? Dat is aan hen. Jezus zei dat het onvergeeflijk was de Geest van God een onreine geest te noemen, niet genoeg onderscheiding, niet genoeg van God op de troon in hun hart om het verschil tussen een goede geest en een verkeerde geest te kennen.

46 Nu, dat was het eerste wat er gebeurde. Vervolgens keken de Samaritanen naar Hem uit. Hij kon hen niet voorbijgaan; zij keken uit naar een komende Messias. Hoevelen geloven dat zij uitkeken naar de Messias, zeg: "Amen." [De gemeente zegt: "Amen." – Vert] Maar wij heidenen deden dat niet, of wel? Nee, wij keken niet uit naar een Messias; wij waren heidenen in die tijd, weggevoerd door afgoden. Maar de Samaritanen waren op zoek. Dus zij kwamen; zij wilden Hem zien. Hij moest hun het Messiaans teken tonen.

47 Hij toonde Abraham het Messiaanse teken toen Hij in menselijk vlees was, toen Hij met hem stond te praten, en Hij zei tegen Sara... zei tegen Abraham: "Waarom heeft Sara gelachen?", terwijl de Bijbel zegt dat Hij Zijn rug naar de tent had gekeerd waarin zij zich bevond. Is dat juist? Dat was slechts een paar uur voordat het vuur viel en Sodom vernietigde.

     Ziet u het vuur nu komen? Ziet u het daarginds hangen? Al deze zuren en dingen buiten de aarde, terwijl zij proberen de maan en dergelijke te onderzoeken. Een dezer dagen zetten ze die zaak in brand, en wat... er zal geen ontkomen aan zijn. Zeker, zij zullen niet...?... Hem. Alles, de hemel zal in brand staan. En daar rondom zijn vulkanische zuren en dingen, die rondom de buitenkant van deze aarde hangen, enzovoorts, daarom is het... De wetenschap zegt dat het één minuut voor middernacht is. En hier zitten wij gewoon te wachten, zeggend: "Wel, ik vraag me af wat U zult gaan doen, Here?" En het staat vlak voor ons, vriend. Nu, wij zijn vanavond niet op de radio, en dat is de reden dat ik dit gewoon zo urgent voor u probeer te maken als ik maar kan.

48 Merk op, Hij ging toen door Samaria en Hij vond een vrouw. En toen zei Hij tegen haar: "Ga, haal voor Mij... geef Mij wat te drinken."

     En zij zei: "Het is niet gebruikelijk; wij hebben rassenscheiding."

     En toen sprak Hij een tijdje met haar; toen zei Hij: "Ga heen, roep uw man en kom hier."

     Zij zei: "Ik heb geen man."

     Zei: "Dat is juist, u hebt vijf mannen gehad, en degene met wie u nu leeft, is uw man niet." Nu, let op wat zij zei, voor u nieuwkomers, zij zei nooit dat Hij Beëlzebul was, een waarzegger, zoals de priester en de prediker zeiden. Maar zij zei: "Here, ik zie dat U een profeet bent. Wij weten dat wanneer de Messias komt, Hij ons deze dingen zal verkondigen." Kijk, zij waren onderwezen om te weten wat het Messiaanse teken was. En zij zei: "Wij weten dat wanneer de Messias komt, Hij het ons zal vertellen, maar wie bent U?"

     Hij zei: "Ik ben het, Die met u spreek."

     En zij rende de stad in en zei: "Kom, zie een Mens, Die mij gezegd heeft alles wat ik heb gedaan; is Deze niet de Messias?"

49 Nu, als diezelfde Jezus vanavond leeft en Zijn Geest hier is, en Hij heeft beloofd dat wij de dingen die Hij deed ook zullen doen, heeft beloofd dat in de avondtijd de lichten hier zouden zijn, al de beloften van de Schrift, en we zien dat de wetenschap zegt: "Het is middernacht, het zal gaan treffen." En de Bijbel wijst naar iedere wegwijzer aangaande de komst des Heren, en de kerk wordt koud en formeel: "Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar verloochenen de kracht daarvan..." Al de tekenen worden door de Bijbel genoemd, en dan komt hier het Messiaanse teken opnieuw regelrecht onder ons neer. Wij zien niet alle dingen, maar wij kunnen Jezus zien.

     Ik bid dat eenieder van u hier vanavond in dit gebouw daarover zal nadenken en zien of God iets aan u openbaart, het gelooft, er acht op slaat, en zegt: "O Here God, ik geloof het met al wat in mij is. En ik geloof als U tot mij zult spreken..." Als God vanavond in dit gehoor zal spreken en Zichzelf tonen als de Messias, zult u het dan aanvaarden? Mijn zoon heeft gedurende twee of drie avonden geen gebedskaarten uitgedeeld, noch Gene of Leo of een van hen, maar bidt u nu.

50 Here, laat deze kleine onsamenhangende boodschap vanavond waarmee ik hier in het rond heb getast, proberend de leidraad te vinden naar iets wat een opwekking zou voortbrengen... Het lijkt alsof, Here, of ik die plek gewoon niet kan vinden. Het lijkt erop of de mensen er gewoon niet in kunnen komen. Het Woord gaat uit; ik ben er zeker van dat de Geest hier is. Heer, wat is het uur waarin wij leven? Is dit het uur van verdoofdheid? Is dit het uur dat de gemeente in slaap is gesust door de dingen van de wereld, en door allerlei zaken waar zij niet naar had moeten luisteren? Is dat uur aangebroken, Here?

     O Vader God, hoe weet ik dat de zon zal opgaan in de morgen? Ik weet het niet, maar ik bid U, Heer, dat U Zich nog eenmaal vanavond wilt vertonen aan dit gehoor. Spreek Zelf, Here. Mijn stem is ontoereikend, maar wat ik hier heb, geef ik over aan U, omdat ik besef dat U hier niet kunt komen in een stoffelijk lichaam, want wanneer U komt, zullen de doden in Christus opstaan. Dan zal er geen tijd meer zijn. Maar U heeft de Heilige Geest gezonden om in en door ons lichaam te bewegen, en om te volvoeren, en Uw tekenen en wonderen te tonen opdat de mensen door Uw belofte gered mogen worden. U doet het niet omdat U het moet doen. U doet het opdat Uw Woord wordt vervuld. U beloofde het, Here. En ik bid dat het vanavond nog eenmaal zo zal zijn, en dan zal ik het gehoor aan U overgeven. Als wij elkaar dan nooit meer ontmoeten, Here, dan is dat tussen hen en U. Verkrijg alles wat wij gedaan hebben, en zegen degenen die hun handen hebben opgestoken, en anderen opdat zij gered mogen worden. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

51 Ik wil uw onverdeelde aandacht. Nu, hier is een zaak die op een of andere manier bewezen moet worden. Het is goed, óf fout. Nu, voor zover ik weet, is er geen enkele persoon in dit gehoor die ik ken. Ik zie zelfs niet één persoon vanavond in het gehoor die ik ken. Hoevelen zijn vreemden voor mij, steek uw handen omhoog, overal, als u weet dat ik u niet ken, dat wij vreemden zijn, steek dan uw hand op.

52 Nu, u zieke mensen, bid, en geloof God met al wat in u is. En God zal zeker iets voor u doen. "Zo gij kunt geloven, zijn alle dingen mogelijk."

     Ik zeg niet dat Hij het zal doen; als je zo predikt, brengt dit je een beetje van slag en... God is soeverein; Hij is almachtig; Hij is rechtvaardig; Hij is zonder begin of einde. Nu, u zegt: "Wat doet u, broeder Branham?" Ik wacht op enigen van u mensen daar om de Hogepriester aan te raken. Ik ben gewoon zo hulpeloos als hulpeloos maar kan zijn. Toen Jezus hier op aarde was, was daar een vrouw die Zijn kleed aanraakte en Hij keerde Zich om en zei: "Wie heeft Mij aangeraakt?" En Hij zag uit over een gehoor van wellicht deze omvang, en Hij vond de vrouw, vertelde haar dat haar bloedvloeiing was gestopt omdat zij geloofd had. En de Bijbel zegt dat Hij precies nu een Hogepriester is Die kan worden aangeraakt door het gevoelen van onze zwakheden.

     Ik kan u niet genezen. Als Jezus precies hier stond, kon Hij u niet genezen. U bent reeds genezen. Toen Jezus stierf aan het kruis, zei Hij: "Het is volbracht." Wat? "Hij is om onze overtredingen verwond; door Zijn striemen werd u genezen." Het werk is volledig afgerond. Het is uw geloof in een voleindigd werk. Het Woord zou voldoende moeten zijn.

     Als ik uw woord niet zou geloven, zou u zeggen: "Laat hem gaan." Ik zou hetzelfde over u kunnen zeggen, maar niet God, niet God. Hij, lankmoedig, stuurt gaven enzovoort.

53 Precies daar in deze hoek zie ik een man. Ik ken hem niet; ik heb hem nog nooit in mijn leven gezien voor zover ik weet, maar hij lijdt aan een bijholteontsteking, er is iets mis met zijn duimen. Meneer Cop, sta op. Jezus Christus maakt u gezond als u het gelooft, meneer. Ik heb de man nog nooit in mijn leven gezien; hij is een wildvreemde voor mij. Ik ken de man niet, maar Jezus Christus kent hem wel. Is Hij niet wonderbaar?

54 Hier is een dame, die precies hier naar me zit te kijken, biddend, zeggend: "God, wees mij genadig." Ze zit daar en lijdt aan artritis. Dat is juist. U was aan het bidden: "O Jezus, laat hem mij roepen." Als dat juist is... Ik ken u niet, ik heb u nog nooit in mijn leven gezien. Gelooft u dat God weet wie u bent? Mevrouw Hoist, u kunt nu naar huis gaan en gezond zijn, als u gelooft. In orde, meneer.

     De dame naast u is er helemaal blij van, want zij wil ook genezen worden van haar spataderen. Dat is juist, dame. Als het zo is, steek dan uw hand op. In orde. Geloof met heel uw hart, dan kunt u ontvangen waarvoor u hebt gevraagd.

55 Die mensen, ik ken ze niet. Steek uw handen op als ik u mensen niet ken. Dat is juist. Zie? Wat is het? Zij raken de Hogepriester aan. Zij raken... Ik zag daar een ogenblik geleden een derde hand omhooggaan. Ik geloof dat het de vrouw was die naast haar zit. Heeft u uw hand omhoog voor iets, zuster? Gelooft u dat God weet wat er verkeerd is met u? U heeft hersenletsel, de dame die daar zit. Dat is juist. Ik ken u niet. Als dat juist is, beweeg uw hand dan zo. Maar het werd veroorzaakt door een auto-ongeluk. Als dat juist is, beweeg uw hand dan zo. In orde, het is nu voorbij. U kunt naar huis gaan en gezond zijn.

56 Wat gebeurde er? Hier zit een man, zit precies hier beneden te bidden. Hij heeft gordelroos. Ik ken u niet, nietwaar, meneer? Wij zijn vreemden; is dat juist? Steek uw hand omhoog. Als God mij zal vertellen wie u bent, zult u mij dan geloven? In orde meneer Hughes, u kunt naar huis gaan en gezond zijn. In orde, meneer, dat is juist.

     Heb geloof in God; twijfel niet. We zien niet alle dingen, maar wij zien Jezus.

57 Wie is die oude man hier die zijn hand een tijdje geleden opstak die gered wilde worden? Precies hier in de rolstoel. Gelooft u dat God u kent, broeder? Ik ken u niet. Heeft u een gebedskaart? U hebt er geen? In orde. Gelooft u dat God mij kan vertellen wat uw moeite is? Als Hij het zou doen, zult u dan geloven dat Hij u wil genezen? U bent overschaduwd door de dood; het is kanker in de long. Zult u geloven dat God u gezond wil maken? Dat doet u? Dan als ik in uw plaats was, weet u wat ik zou doen? Er zaten ooit eens enkele melaatsen bij de poort en ze zeiden: "Waarom blijven we hier zitten totdat we sterven? Laten we opstaan en er iets aan doen. Als wij hier blijven zitten, zullen wij sterven. Als we de stad ingaan, wel, zij sterven daarbinnen, dus we hebben geen keus. Als we naar de legerplaats gaan, zouden zij ons kunnen sparen." U zult sterven in die toestand terwijl u in die rolstoel zit. Jezus Christus is uw enige hoop nu. Dat is waar. Dus waarom staat u daar niet uit op, en neem uw stoel, en ga naar huis, en wees gezond in de Naam van Jezus Christus.

58 Gelooft u, een ieder van u? Ga dan op uw voeten staan. Het maakt mij niet uit wat er mis is met u; ga op uw voeten staan en geloof God. Eenieder die Christus op dit moment wil ontvangen, ga op uw voeten sta, waar u ook bent. Steek uw handen nu omhoog in lofprijs naar God. Steek uw handen omhoog; geloof Hem. Hier komt de man omhoog uit de rolstoel. Laten we zeggen: "Prijs de Here." Sta allemaal op, ongeacht uw pijn.

59 O Here God, wij zien op het ongeziene; wij geloven nu dat U Jezus Christus de Zoon van God bent. Wij veroordelen iedere geest van de duivel en twijfel; mogen zij vanavond wandelen door het ongeziene. Sta het toe, Here. Door Jezus Christus de Zoon van God, vragen wij het.

60 Prijs Hem met heel uw hart, sta op uit uw stoelen, overal. Wees gezond en genezen in de Naam van Jezus Christus. God zegene u, broeder; stap er uit en ga naar huis. God maakt u gezond.

     Terwijl u op uw voeten staat en God prijst, hoevelen van u die uw handen een tijdje geleden opstaken, geloven dat God mijn gebed zal verhoren voor de redding van uw ziel? Kom nu hierheen lopen terwijl we zingen: "Ik wil Hem prijzen, ik wil Hem prijzen." Kom op, loop nu regelrecht door de gangpaden hierheen, precies hier om Jezus te ontvangen. Houd uw handen omhoog; blijf zien op het ongeziene, die kleine pulsatie in uw hart. Kom en beweeg u regelrecht hierheen.

     Pulseert Hij naar u toe? "Ik ben de Here Die Christus uit het graf opwekte. Ik ben Degene Die de Heilige Geest zond. Ik ben Degene Die de belofte deed. Broeder Branham heeft hier niets mee te maken. Ik heb... Hij heeft zijn leven aan Mij overgegeven. Ik gebruik zijn geest. Ik praat door zijn lippen. Dat ben Ik; Ik ben de Here. Nedergedaald."

     Iedereen nu terwijl wij zingen, kom regelrecht hierheen.

'k Wil Hem prijzen, 'k wil Hem prijzen,
Prijzen 't Lam voor zondaars geslacht; (Kom direct. Kom allemaal.)
Geef Hem ere, alle gij volken...

61 Dank de Here, daar gaat die man, lopend vanuit zijn rolstoel, enkele minuten geleden gered, eeuwig leven verkregen, genezen door de kracht van God, wegwandelend. Prijs Zijn Naam.

... Naam, 'k wil Hem prijzen, (Kom nu direct hierheen. Voelt u die pulsatie in uw hart?)
Prijzen 't Lam voor zondaars geslacht;
Geef Hem ere, alle gij volken,
Want Zijn bloed heeft elke smet weggewassen.

62 Denk erover na, die arme man stond daar een tijdje geleden, hief zijn hand op als een zondaar. Een zwarte schaduw flitste over hem heen; hij was stervende; en hij ontving Christus; toen begon zijn hart te pulseren. Wat gebeurde er? Hij begon te geloven toen de Heilige Geest binnenkwam, want Deze ontving hem net in zijn hart. Daar staat hij nu op zijn weg naar leven, ontving eeuwig leven, en zal lichamelijk genezen worden, werd van duisternis naar leven gebracht, van dood naar leven.

     O, hoe kunt u zo'n Verlosser afwijzen, terwijl alles bewijst dat Hij precies hier is? Kom, zondaar vriend, kom afvallige; wees niet beschaamd. U zult daarboven meer beschaamd zijn. Kom nu, wilt u? Kom op, terwijl zij nu wachten. Wij geven u ruimte en tijd om te komen. Kom, iedere ziel nu, kom, Hem lovend.

63 Hoevelen hierbinnen zijn niet in orde met God daarginds, steek uw hand op. Wees zo eerlijk. U weet dat u niet in orde bent met God. Hij kent uw hart. Dank u, dame, dat u zo eerlijk bent. Dank u, meneer, dat u zo eerlijk bent. Dank u. Dank u. God zegene u. God zegene u daar. Boven op de balkons, als u niet in orde bent met God, steek uw handen omhoog, wees zo eerlijk, zeg: "Ik weet dat ik niet in orde ben. Ik heb niet genoeg lef om te komen, maar ik weet dat ik niet in orde ben", steek uw handen op. De Here zegene u. Dat is goed. Aan deze kant. De Here kent u. Dat is goed. Kom regelrecht hierheen.

     Hoevelen zijn hierbinnen die de Heilige Geest willen, die de Heilige Geest niet hebben? Komt u hierheen. Kom hierheen, dit is de gelegenheid om de Heilige Geest te ontvangen. "Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God zelfs niet begrijpen." Denk daarover na. Kom nu direct hierheen, terwijl wij nog eenmaal zingen.

'k Wil Hem prijzen, (Kom op, geef Hem lof. Blijf doorgaan.) 'k wil Hem prijzen,
Prijzen 't Lam voor zondaars geslacht;
Geef Hem ere, alle gij volken,
Want Zijn bloed heeft elke smet weggewassen.

'k Wil Hem prijzen... (God, zolang ik adem heb en bij mijn volle verstand ben.) 'k wil Hem prijzen,
Prijzen 't Lam voor zondaars geslacht;
Geef Hem ere, alle gij volken,
Want Zijn bloed kan elke smet wegwassen.

64 Kunt u dat echt heilige gevoel nu over de gemeente voelen komen? Hoevelen kunnen dat getuigen? Wat is het? Het is de Heilige Geest rondom deze berouwvolle zondaars. Zie? Het is verlossing. Zij bewegen zich nu het nieuwe leven in. O, wij behoren onze hoofden werkelijk eerbiedig te buigen en zachtjes te zingen terwijl de rest van hen komt.

'k Wil Hem prijzen, 'k wil Hem prijzen,
Prijzen 't Lam voor zondaars geslacht;
Geef Hem ere, alle gij volken,
Want Zijn bloed kan elke smet wegwassen.

Ik heb Hem lief, (Eerbiedig nu.) ... heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst... (Zing het, Christen.)
En mijn verlossing kocht
Op Golgotha's kruis.

     O, hoe behoren wij het te zingen.

Ik... (Sluit u nu af van de wereld; krijg uw zintuigen uit de weg. Laat de Geest binnenkomen.) Ik... (Die beweging van de Geest.)
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn verlossing kocht
Op Golgotha's kruis.

     [Broeder Branham begint te neuriën – Vert] O, de lieflijkheid van de Geest. Ik houd er gewoon van om er in te baden. Gezegend zij Zijn Naam. Prijs God, prijs God.

... mijn verlossing kocht
Op Golgotha's kruis.

     [Broeder Branham begint te neuriën – Vert]

65 U komt naar het kruis waar Jezus alles betaalde. U komt tot waar u bent uitgenodigd; van u wordt niet verwacht dat u zich afwendt; maar u wordt uitgenodigd naar het kruis te komen. Onthoud dat Jezus zei: "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem eerst trekt." God trok u hierheen. "En een ieder die tot Mij komt, zal ik eeuwig leven geven, en Ik zal hem opwekken ten uiterste dage." Gods eeuwige Geest hier geeft eeuwig leven...

Ik heb Hem lief, (O, aanbid Hem, vrienden. De boodschap is over; laten wij Hem nu aanbidden.)
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn verlossing kocht
Op Golgotha's...

66 Denk er gewoon over na, vrienden. Nu, terwijl zondaars wederom geboren worden rondom het altaar, laten wij, Christenen, opnieuw aanbidden in de Geest, terwijl wij onze handen in stilte opheffen en Hem nu toezingen met de eerbied van ons hart; kom op.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn verlossing kocht
Op Golgotha's kruis.

67 Nu, laat de Christenen nu werkelijk rustig om zich heen reiken en de hand schudden met iemand achter u, voor u en naast u, terwijl wij het nu opnieuw zingen. Maak vriendschap, al u Baptisten en Methodisten, iedereen. Schud handen met een Pinksterman. En Pinksterman schud handen met hen. Wij zijn allen één.

Ik heb Hem lief, (Dat is het.) Ik... (Als er nog enige wrok onder ulieden is, maak het dan nu direct in orde.)
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn verlossing kocht
Op Golgotha's kruis.

     In orde; broeder...?...