Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Geïdentificeerd met Christus

Door William Marrion Branham

1 Heel erg bedankt. Ik ben zo blij dat ik terug ben in de Naam van de Heere. En nog een beetje hees om mee te beginnen, maar de Heere laat mij straks in de tweede versnelling komen. Wel, ik heb deze week veel gesproken in de samenkomsten. En zij waren... Er waren een heleboel vragen te beantwoorden. En dan ga je verhit het gebouw uit. En het... Ik ben niet erg verkouden; en ik heb mij nooit in mijn leven beter gevoeld. Ik voel mij gewoon prima, maar mijn keel is overbelast. En het zal in orde zijn. Ik wil iedereen en elk van u danken voor alles wat u hebt gedaan.

2 En ik probeerde, toen ik enige minuten geleden aan kwam rijden (Billy en sommigen van hen waren buiten), ik probeerde het gezinnetje te vinden dat gekomen was en pech had gekregen, zodat zij niet terug konden gaan. Als zij nog in het gebouw zijn wil ik dat zij hun hand opsteken of zo. Ik wilde daar zelf iets aan doen. En... Dus het kleine gezin, dat... uit Michigan of ergens vandaan, die zonder benzine raakten of zoiets, of geld. Als u hier nog steeds in de stad bent... Als u ze na de samenkomst ziet, breng ze dan langs bij mijn huis. Ziet u? Ik wil daar iets aan doen. Daarvoor zijn wij hier, om een helpende hand te geven aan ieder die wij kunnen. Moge de Heere Jezus ons nu zegenen is ons gebed.

3 Nu, dit is een ongewone week geweest, en wij hebben enige ongebruikelijke dingen meegemaakt. Maar ik wil zeggen dat ik nog nooit een tijd gezien heb waarin de Heilige Geest ooit nog vrijer bewoog dan deze week in deze dienst. Het is gewoon volmaakt wonderbaar voor mij geweest. En wanneer ik dan 's nachts binnenkwam,... Het is soms 1 uur in de ochtend voordat ik kan gaan slapen. Ik verheug mij gewoon in de gedachten van de Heere Jezus, Die zo goed voor ons is.

4 En nu, ik... U allen van hier uit de stad of uit de nabije omgeving die nog geen thuis hebt (thuis-gemeente), u bent altijd welkom om hier te komen en om dit uw thuis te maken. Bedenk, wij hebben hier geen lidmaatschap, slechts gemeenschap voor allen. Wij hebben, zoals Howard Cadle placht te zeggen, "geen andere wet dan liefde, geen belijdenis dan Christus en geen boek dan de Bijbel." En u bent dus altijd welkom in deze kleine tabernakel, waarvoor wij naar verwachting, zo de Heere wil, zo spoedig mogelijk een betere kerk zullen bouwen, een degelijkere plaats. Niet té groot, want wij geloven dat Jezus spoedig komt en wij willen niet iets al te uitgebreids, wij willen gewoon iets... Deze staat op het punt in te storten. Hij heeft zijn doel gediend en wij zijn daar erg dankbaar voor.

     Ik zal het nooit vergeten, precies waar deze preekstoel nu staat, knielde ik ongeveer twintig en nog wat jaar geleden neer bij een oude vijver, met het paarde-onkruid boven mijn hoofd uit, en de Heere zei: "Bouw je kerk hier." Op een klein stukje grond, waarvoor wij naar de Ingram's gingen en dat wij kregen voor honderdzestig dollar als wij de plas zouden volstorten. Dit was een ijsvijver waar wij allemaal schaatsten.

5 Broeder Jess Spencer moet het zich herinneren toen dit hier een paarde-vijver was, hij en zuster Spencer; ik denk dat u het zich wel herinnert. Men was gewoon om de spannen erheen te brengen en reed helemaal om langs deze kant om te zorgen dat zij niet in de vijver raakten. Ik was een kleine jongen hier op de 'Ingramville'-school. Dit was een vijver. Ik kwam hier om te schaatsen en om 'shinny' [Een soort ijshockey – Vert] en alles te spelen op de vijver. Broeder Mike, u herinnert het zich toen dit een vijver was. Ja zeker! En broeder Roy, daarachter... En nu, waar de vijver zich bevond... Wij lieten er nog slechts een stukje van over, en dat is hier vlak achter. Daar dopen wij de mensen in het water voor de vergeving van hun zonden.

6 En nu, dit... U weet, wanneer u vragen meeneemt en waar u iets hebt wat u wilt voorleggen, dan is het een probleem, omdat u een gemengd gehoor hebt. Mensen zijn op de een of andere manier onderwezen. Maar wanneer je de zaak kunt uitleggen, zelfs in tegenspraak met wat hun onderwezen is, en de liefelijkheid van hun geest terug vloeit, dat is goddelijk voor mij. Ik wil geen bepaalde naam noemen, maar een zekere dokter van buiten de stad ontmoette mij zojuist in de kamer daar, een medische dokter geloof ik. En hij zei... Hij was daar jaren lang zo'n beetje over in verwarring. Hij had een boek gelezen dat daarover geschreven was, tegengesteld aan wat ik predikte. Maar hij zei dat sinds hij in de samenkomst heeft gezeten en de feiten van de Schrift geplaatst heeft zien worden, het dat voor altijd heeft beslecht.

7 Daarnet had ik in de kamer een ontmoeting met enige mensen van buiten de stad, uit Illinois. En er waren ongeveer vier predikers – drie of vier predikers. En zij zeiden: "Broeder Branham, wij hebben ons hele leven het tegengestelde onderwezen, maar nu vatten wij het beeld en zien wat werkelijk de waarheid is. Wij vroegen ons steeds af wat het was. Ziet u? En nu, dat... Ziet u?

8 Dat zijn wij nu... Precies wat het is, broeder... Denk niet dat dat enige kerk of welke mensen ook verlaagt; dat brengt alleen de gemeente hogerop. Ziet u? En dan, tezamen moeten wij standhouden; wij moeten samen staan. Toen diegenen – toen God Zichzelf met Pinksteren verdeelde en de Vuurkolom Zich verbrak tot kleine vuurkolommetjes die naar de mensen gingen en boven hen bleven hangen, en de Heilige Geest op hen kwam... Als God Zich onder ons verdeelde... Iedere keer dat iemand zich bij ons voegt, voegt dat voortdurend meer toe rond die Kolom. En tezamen, wanneer de gehele, de grote verloste gemeente van God bij elkaar getrokken is, zullen wij een reis maken door de lucht, gewoon zo zeker als wat.

9 Ik heb nooit geprobeerd om te scheiden of om onenigheid te zaaien onder broeders. Ik heb mijn best gedaan om juist zo vriendelijk te zijn als ik kon om anderen te begrijpen. Als zij – kerken die mijn samenkomsten ondersteunen... Als zij dan... Zij verschillen met elkaar, maar zij hebben mij lief, en zij ondersteunen mijn samenkomsten. En kom ik dan binnen bij hun mensen, dan zou ik beslist geen enkel ding zeggen... Een heer zou zoiets niet doen, laat staan een christen. Zeker niet. En dan als ik ooit tentsamenkomsten heb, wat ik voornemens ben om eens te doen, zo de Heere wil, dan wil ik... Voordat ik íets van deze leringen onderwijs, zullen er eerst verschillende dagen morgendiensten zijn met de voorgangers om hen te laten weten wat ik van plan ben te onderwijzen. En als die broeder het dan niet ziet en het er niet mee eens is, enige broeder, laat hen dan hun samenkomst nemen en zeggen: "Nu, ik wil niet dat jullie dit horen. Wij zullen gewoon wegblijven terwijl zij dat onderwijzen (ziet u?)", en hen dat voorrecht geven. Wij willen altijd in harmonie zijn met God en met Zijn kinderen, met iedereen. Dus...

10 Nu ik moet vanavond een vraag beantwoorden, zo de Heere wil. En ik dacht dat ik deze vraag zou beantwoorden voordat... Ik dacht dat ik er hier nog een had, maar het was een droom die iemand had gegeven die wilde dat ik erover zou bidden om de uitlegging te geven, zoals de Heere ons zo genadig is geweest om dat zo vele keren te doen.

11 Nu, wij willen dat u weet voordat wij met de dienst beginnen, dat u allen hartelijk bent uitgenodigd om terug te komen naar elke samenkomst, elke keer dat wij er een hebben. En uit Louisville, van buiten de stad, van binnen de stad, en van rondom, deze fijne predikers, de broeder uit Sellersburg, de zangers (die dame, wie zij ook was, die hier zojuist zong, en de kleine knaap), wij bedanken u gewoon heel erg. Ik was daar achter met enige broeders aan het praten en ik kreeg niet eens een kans om te zien wie het was en wat het was, maar ik heb het zeker gehoord. En het was prachtig, en ik waardeer die inspanning zeker.

12 Nu, wij zijn... Ik heb deze vraag gisteravond gemist. Mijn zoon stopte het in mijn zak. Een dierbare persoon had het geschreven, en... Nu bedenk, deze vragen zijn niet om te verschillen. Soms, wanneer ze opgeschreven zijn, klinken zij misschien alsof zij verschillen, maar het is een eerlijk hart dat iets probeert uit te vinden. Ziet u? Dat is de wijze waarop wij het altijd benaderen, een werkelijk oprechte persoon die probeert uit te vinden wat juist is.

13 Nu, enige tijd geleden was ik hier op weg naar een huis waar wij een gebedssamenkomst hadden. En broeder Junior Jackson (ik hoorde hem daarnet, of ik dacht dat ik hem hoorde), hij was met mij. En hij was juist klaar met spreken. En er was een prediker van een andere gemeente; en ik was nog maar amper op de vloer en hij sprong op en wilde met mij beginnen te twisten. Wel, toevallig waren er daar ongeveer vijf predikers en zij begonnen meteen allemaal tegen die man in te gaan. Ik zei: "Nee. Doe dat niet. Nu, hij daagde mij uit, dus laten hij en ik het uitpraten."

     Wel, hij stak van wal: "Wij spreken waar de Bijbel spreekt, en zwijgen waar Hij zwijgt," enzovoort. En weg gingen zij. En in maar een paar minuten... Ik bleef gewoon de Schriftplaatsen opschrijven die hij verkeerd aanhaalde en misplaatste. Hij zei: "Er waren maar twaalf mensen die ooit de Heilige Geest ontvingen, en dat waren de apostelen. En Goddelijke genezing was alleen aan die twaalf gegeven," enzovoort. Dus u ziet, hij miste de plank een miljoen mijl. Dus nadat hij ongeveer een half uur had gesproken, stelde ik hem een vraag. En hij zei dat ik een duivel was.

14 En daarna, nadat hij klaar was met spreken, zei ik: "Nu, het eerste wat ik wil zeggen, broeder, ik vergeef het u, omdat u dat niet meende. Ik weet dat u het niet meende. Want als u een prediker bent en ik een prediker ben, dan zouden wij broeders moeten zijn." Ziet u? En toen zei ik: "Nu, elkaar niet begrijpen in de Schrift is iets anders."

15 Dus toen begonnen wij de Schrift te nemen. En de arme man was binnen een minuut zo verloren, dat hij niet wist waar hij moest staan of wat hij moest doen. Toen werd hij zo vastgezet dat hij niet meer wist wat hij moest doen en hij... Echter, toen hij die avond het gebouw uitliep, zei hij: "Ik zal één ding zeggen, broeder Branham, u hebt de Geest van Christus." Ziet u?

     En toen dacht ik: "Een paar minuten geleden de duivel, en nu de Geest van Christus." Het is alleen de manier waarop je het benadert, dat is alles. Christus... Als ik zou gaan twisten...

16 Nu, omdat de man dit had gedaan, overkwamen hem verschrikkelijke dingen en verloor hij bijna zijn verstand; Vanuit een instelling of zoiets sprong hij uit een raam en doodde zichzelf bijna. En nu komt hij terug bij enige goede vrienden van mij. Hij zoekt elke dag de doop van de Heilige Geest. Hij wil naar mijn huis komen opdat er handen op hem gelegd worden om de Heilige Geest te ontvangen, een prediker van een grote denominatie-kerk. Ziet u?

17 Dus met een eerlijk hart beantwoorden wij vragen, met alles wat wij weten hoe ze te beantwoorden.

18 En nu wil ik deze mooi geschreven vraag lezen:

1a Broeder Branham, wilt u alstublieft uitleggen waarom de mensen in Handelingen 2 en 4 met andere tongen of talen spraken, zelfs voordat de menigte samenkwam in Handelingen 2 en 6?

     Dat is de eerste vraag; het is dezelfde persoon, veronderstel ik, ook. Ja, het is dezelfde persoon.

19 Welnu, als u het wilt opmerken, broeder, zuster, wie het ook is die dat heeft geschreven, er is nooit een woord over hen gezegd terwijl zij van boven naar beneden kwamen. En de toehoorders waren niet boven. Maar toen zij beneden kwamen op de binnenplaatsen waar de menigte verzameld was, toen hoorden zij hen spreken in tongen. Ziet u?

20 Nu, u zou kunnen zeggen: "Wel, zij spraken daarboven." En als het een debat of een twistgesprek was, dan had u met evenveel recht kunnen zeggen dat zij niet spraken totdat zij hier naar beneden gekomen waren, want: "Toen dit gerucht zich verspreidde..." Ziet u?

     Nu, iets anders hier, hangt er direct mee samen:

1b Wilt u uitleggen hoe Simon in Handelingen 8:18 wist dat de Heilige Geest was gegeven? Dat is in Samaria.

21 Wel, er is één ding: hij wist niet dat zij de Heilige Geest hadden vanwege het spreken in tongen, of de Bijbel zegt dat niet; zij zagen gewoon de resultaten. Niemand kan de Heilige Geest ontvangen zonder dat er iets met hen gebeurt. Dat is zo. Maar er staat niet dat zij daar in tongen spraken, dus moet het iets anders geweest zijn dat hij zag, buiten spreken in tongen, want er wordt nergens gezegd dat zij in tongen spraken.

1c En leg uit hoe wij weten dat sommigen van de mensen op de pinksterdag Galilees spraken?

22 Het grootste gedeelte van hen daar was Galilees. En zij allen... Nu, zoals ik vanmorgen zei... Nu, er zijn twee dingen, twee scholen. Nu, ik neem de kant dat de mensen in tongen spraken, de mensen... spraken niet in tongen, maar in talen toen zij uit de bovenzaal kwamen en de mensen begonnen te ontmoeten. Maar als u de Schrift wilt lezen... Luister nu aandachtig:

     ... zijn niet deze allen, die spreken, Galileeërs?

     En hoe horen wij hen een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn?

     ... zijn niet deze allen, die spreken, Galileeërs?

23 Zij mogen misschien Galilees gesproken hebben, maar zij hoorden hen in een andere taal. Het kon zijn dat zij in een andere taal spraken, hun eigen taal. Op welke wijze zou niet uitmaken; het maakt nog steeds de pinkster-opvatting niet juist (ziet u?), want luister. Hier is waarom. Niet om iets anders te zeggen, maar slechts om een feit recht te zetten. Als u opmerkt... Waarom stond Paulus dan op en sprak tot de hele menigte, en zij hoorden hem allemaal in de taal waarin hij sprak, want drieduizend rechtzinnige Joden, die zo vast stonden in hun religie als maar zijn kan, werden bekeerd? Maar zij moeten ieder woord begrepen hebben wat Petrus predikte over de profeten, enzovoort, het brengend tot op Pinksteren, want zij schreeuwden het uit en zeiden: "Mannen broeders, wat kunnen wij doen om behouden te worden?" Ziet u?

     Petrus zei: "Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonde."

24 Nu, laat mij dit zeggen met mijn hele hart, zodat u zult zien wat ik tot u probeer te brengen. Ik geloof zeker in spreken in tongen. Ik geloof dat het een gave is aan de gemeente. Ik geloof dat er een tong is. Ik heb zelf vele malen in tongen gesproken.

25 Laat mij u een klein voorbeeld geven van wat ik geloof dat Pinksteren was, en dan zal ik... of iets dergelijks, zoiets als dit: Ik was in Dallas – Houston, Texas, juist voordat deze foto werd genomen (ongeveer een dag). Wij hadden de 'Music Hall' kunnen krijgen; wij waren daar met achtduizend. De mensen konden niet binnenkomen, dus gingen wij naar de Raymond Richey's tabernakel. Ik vergeet net... Het was een enorm grote tabernakel. En wij vulden die helemaal op. En ik predikte en bad hier voor de zieken. Dan terwijl zij hen eruit lieten, stak ik over en predikte en bad voor hen hier, bij die van Raymond Richey aan de overkant van de rivier.

26 En dan, wanneer wij daar waren en op het punt stonden om terug te komen naar de 'Music Hall'... Howard had mij net zo ver laten gaan als ik kon gaan, en hij raakte mij aan op de schouder en tikte mij aan in de zij. Als u opgemerkt heeft in de zaal wanneer de zalving op mij is, dan tikken zij mij op deze manier aan [Broeder Branham doet het voor – Vert]; dat betekent dat het tijd is om op te houden, om niets meer te zeggen en mee te gaan. En Howard... Zo ging dat dan, ik stond daar. Hij pakte dan gewoon mijn hand en wierp mij over zijn schouder en liep naar buiten, want hij wist dat ik gewoon genoeg had gehad.

     Wel, ik begon het podium te verlaten toen hij mij aantikte. Ik zei: "Goed, broeder." Ik begon het podium te verlaten, en een meisje – een klein meisje stond hier te huilen, een klein Mexicaans meisje, dat eruit zag als twaalf of veertien jaar oud, nog een tiener. En ik keek haar aan en zei: "Wat is er aan de hand, liefje?" Ik zei: "Zij huilt, Howard."

     "Kijk, ik..." Hij zei: "Je hebt genoeg gehad. Er wacht daarginds nog een groep op je."

     "En ik zei: "Breng haar hierboven." En ik strekte mij gewoon uit en gebaarde op die manier; en zij kwam het podium op. (Ik geloof dat broeder Wood en anderen daar bij waren; nu, zij waren bij de samenkomst. Ik weet niet of zij... op dat moment of niet. Broeder Wood, waar bent u vanavond? Is dat zo? Ja, u was daar.) En ik zei: "Breng haar op het podium." Wel ik zei: "Kijk, lief meisje. Geloof jij dat God in staat is mij te vertellen wat jouw probleem is?" En zij bleef gewoon haar hoofdje naar beneden houden. "Wel," dacht ik, "misschien is zij doofstom."

27 Dus keek ik opnieuw; Ik zag dat het de spraak was. En ik zei: "O, zij kan geen Engels spreken." Zij kende niet één woord Engels. Dus... Zij kwam uit Mexico. Dus lieten zij een vertaler komen. En ik zei: "Lief meisje, geloof je dat de Heere Jezus mij kan vertellen wat jouw probleem is?"

     Wel, zij sprak terug via de vertaler en zei: "Ja," zij geloofde het.

     En ik zei: "Kan je helemaal geen Engels spreken?" En de vertaler zei het tegen haar.

     Zij zei: "Nee!" Zij had nooit een woord Engels gekend; Zij was van Mexico.

28 En dus, toen ik... Toen begon het visioen. En ik zei... Zij vertolken de visioenen niet (ziet u?), want je bent constant aan het spreken. Zij vertalen een visioen nooit totdat het helemaal voorbij is, en dan vertellen zij hun wat er gebeurde. Zo dan, terwijl ik... ik begon te spreken; ik zag een visioen. Ik zei: "Ik zie een klein meisje van ongeveer zes jaar oud. Zij heeft een jurk aan van Schotse ruitstof en heeft zwarte haarvlechten over haar rug hangen met strikken van lint erin. Zij zit bij een ouderwetse open haard. Daar is een grote ketel, en zij eet er gele maïs uit. Zij eet zoveel maïs dat zij er ernstig ziek van wordt. Zij valt, en haar moeder legt haar op bed, en zij heeft epileptische aanvallen. En dat is wat er met haar gebeurde." Ziet u? Ik zei: "Sindsdien heb je altijd epilepsie gehad."

     En vlug, voordat iemand iets zei, keek zij op naar de vertaler, en zij zei in haar eigen taal: "Ik dacht dat hij geen Spaans kon spreken."

     En de vertaler zei: "Sprak u Spaans?"

     Ik zei: "Nee meneer! Ik sprak Engels."

     Hij zei: "Wel, zij zei dat u Spaans sprak."

     Ik snapte het. Ik zei: "Stop de recorders." Er was een groot aantal recorders, misschien wel dertig, aan het lopen.

     In die dagen... Broeder Roy Roberson, was u daar niet bij? Ja, broeder Roy Roberson en zuster Roberson en de anderen waren daar.

29 Dus ik zei: "Stop de recorders. Speel het terug." En het was werkelijk in het Engels. Maar ziet u, toen ik begon... Zolang het visioen duurde, sprak ik Engels, maar zij hoorde het in het Spaans. "Hoe hóren wij hen een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn." Ziet u? En... Maar zodra ik zelf begon te spreken verstond zij niets meer van wat ik zei; maar terwijl de inspiratie bezig was...

30 Nu, pas dat eens één keer op Pinksteren toe. Ziet u? Vrienden, God is mijn Rechter, dat deed de Heilige Geest. Nu, laten wij dat toepassen op Pinksteren, terug naar ons onderwerp. De Heilige Geest zou niet zomaar iets doen om te zeggen dat Hij het deed; er moet een oorzaak en een reden voor zijn. Ziet u?

31 Nu, op de dag... "Hoe horen wij een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? Zijn niet deze allen, die spreken, Galileeërs? Hoe wisten zij dat zij Galieeërs waren, als zij niet Galilees spraken? Zij kleedden zich allemaal gelijk. Hoe wisten zij dat zij Galileeërs waren? "Zijn niet deze allen, die spreken, Galileeërs? En hoe horen wij een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn?"

32 En dan staat daar een andere man op, een Galileeër, Petrus, en begint tot hen te prediken. En op de een of andere manier, in die menigte mensen, verstonden drieduizend zielen hem, en zij kwamen en werden bekeerd, en gaven hun leven aan Christus.

33 Nu luister. Laat mij gewoon nog een Schriftplaats voor u nemen. Alstublieft! Laten wij naar de grote Paulus overstappen. En dan zullen wij het twaalfde hoofdstuk van I Korinthe lezen en dan komen wij terecht in het dertiende hoofdstuk van I Korinthe waar Paulus spreekt: "Als de oren zullen zeggen tot de neus: 'Ik heb u niet nodig'," enzovoort, de leden van het lichaam. Luister vervolgens wat hij nu zegt in het dertiende hoofdstuk.

34 Nu, wij weten dat er twee verschillende soorten tongen worden genoemd in de Bijbel. Eén ervan is een taal die een aards dialect is; nu, de andere is een onbekende tong.

35 Nu, velen van mijn dierbaarste mensen, ik heb u verteld dat ik van Pinksteren ben. Nu, de meesten van mijn mensen geloven, dat wanneer zij de Heilige Geest ontvangen, zij gewoon opstaan en in een onbekende tong gaan spreken. Dat is precies in tegenspraak met de Schrift, dan weten de mensen niet wat zij zeggen. Maar op de Pinksterdag wist iedereen wat zij zeiden; dat ging voort tot elke natie. Ziet u? Jezus zei dat het Evangelie gepredikt moest worden aan de gehele wereld, te beginnen bij Jeruzalem. Daar moest het op die manier zijn.

     Nu merk op. Paulus zei dat één tong, als u daarin sprak, de onbekende tong die de gave van tongen is, niet veel goed zou doen, tenzij het was door uitlegging of door openbaring. En dan, wij ontdekken dat hij in het dertiende hoofdstuk zegt: "Al ware het dat ik de talen der mensen (dat zijn aardse dialecten) of der engelen sprak – al ware het dat ik de talen der mensen of der engelen sprak en de liefde niet had, zo ware ik niets." Dus u zou in beide onvervalste tongen kunnen spreken, van mensen en van engelen, en nog steeds heeft u de Heilige Geest niet.

36 Hebben wij dat niet juist gehad in Hebreeën 6? De regen viel op het koren en op het onkruid. Zei Jezus niet: "De regen komt op de rechtvaardige en de onrechtvaardige"? Ziet u? De regen die de tarwe laat groeien is dezelfde regen die het... laat groeien... Maar aan de vruchten daarvan weet u het. En de eerste vrucht van de Geest is liefde. Wat Paulus zei: "Als ik in alle soorten tongen kan spreken en geen liefde, lankmoedigheid, matigheid, geloof, enzovoort heb, doet het mij geen nut." Ziet u?

37 En dan, merk op aangaande de gaven. U zegt: "O, er is daar een grote man van God; o, hij doet wonderen." Dat maakt hem nog steeds niet in orde.

38 "Al heb ik een gave van wonderen," zei Paulus in I Korinthe, iets in die geest, "al heb ik geloof waarmee ik bergen kan verzetten en ik heb niet die vruchten van de Geest, liefde, dan ben ik nog steeds niets" (ziet u?), want geloof zal alles doen. Daarom zeg ik altijd: "U wordt niet genezen door de verdiensten van uw redding; u wordt genezen door de verdiensten van uw geloof." "Als gij kunt geloven."

39 Nu. Ziet u? "Al ware het dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had (al zou hij het kunnen), zo ware ik niets." Dus u ziet, u kunt niets zeggen.

40 Nu, tot mijn dierbare Methodisten-vriend. Ik heb er twee hier zitten, en overal. Ik heb ze hier gehad, velen van hen. De Methodisten-kerk placht te geloven, vroeger in haar vroege, eerste dagen, dat wanneer iemand genoeg religie had en genoeg geheiligd was om te jubelen, hij Het had. De Pinksterman zei dat hij Het had wanneer hij met tongen sprak. En tegenwoordig zeggen zij dat je Het hebt als je een genezingsbediening hebt. Maar daar is geen enkel...

41 Luister, vrienden. Probeer niet te vertrouwen op en te zoeken naar ervaringen. Vertrouw, in plaats van daar op, op werkelijkheid, niet op een ervaring. Jubelen is goed; in tongen spreken is goed; de Heere prijzen is goed; geloof voor wonderen is goed en al die dingen en die gevoelens... Sommigen van hen zeggen: "O-oh, ik voelde Het als een ruisende wind.

42 Een ander zegt: "Ik voelde vuur in mijn ziel." Wat... Dat maakt het op geen van beide wijzen in orde. Het gaat erom wat u bent nadat u Het ontvangen hebt. Ziet u? Dat telt. Ziet u? Dus u kunt Het niet vastprikken op enige bepaalde ervaring.

43 Nu, dat is eerlijk het beste wat ik weet. Nu, misschien ben ik verkeerd; als ik dat ben, dan begrijp ik de Schrift verkeerd. En als het tegengesteld is, wel ik heb niet de bedoeling om tegengesteld te zijn. Ziet u? Maar ik vertel gewoon mijn versie van wat ik geloof dat de Waarheid is.

44 Nu, wij hebben hiervoor veel van onze tijd genomen voordat wij met onze eigenlijke dienst beginnen. En nu, wij noemen deze dingen niet al te vaak rond de tabernakel. Soms... Dit is, geloof ik, de eerste keer sinds een lange tijd, misschien een jaar of twee of zoiets. En dan komen misschien sommigen van onze mensen binnen, en zij zeggen: "Wel, broeder Branham, ik had stamelende lippen, en ik heb dit gedaan en ik heb dat gedaan," en ik zei: "Wel, in orde. Dat is erg goed."

45 Nu, als u in een onbekende tong wilt spreken, geloof ik dat God het u zal laten doen. Maar overeenkomstig de Schriften bent u nog steeds niets totdat de Heilige Geest komt. Dan, nadat de Heilige Geest is gekomen, dan kunt u in tongen spreken en hebt u... God zal gewoon de natuur nemen die u bent, en het voor u eruit snijden, en u de beste dienstknecht maken die u kunt zijn. Misschien laat Hij u het Evangelie prediken; misschien laat Hij u een gave van spreken in tongen hebben; misschien... Het is moeilijk te zeggen wat Hij voor u zou doen; of Hij zou al die dingen voor u kunnen doen. Maar het eerste is om zeker te zijn dat wij door één, niet een sensatie, maar door één Geest, allen gedoopt zijn in één lichaam. En dan komen de gaven van dat lichaam (ziet u?), spreken in tongen en alles.

46 Wat als een Nazarener naar mij toe komt... U zou zeggen: "Broeder Branham, nu is er een Nazarener bij de Methodisten. Zij zeggen dat zij de Heilige Geest ontvingen toen zij jubelden. Zij zeiden dat zij de Heilige Geest ontvingen." Ik zeg niet dat zij Hem niet ontvingen. Maar hier is één ding waar ik op let: "Aan hun vruchten..." Wanneer Waarheid geopenbaard wordt keerden sommigen van hen zich er bitter tegen: "Dat is de duivel." En dan toont de vrucht waar het vandaan komt. Ziet u? Het toont dat zij het niet hebben. Maar diegenen die in het licht willen wandelen, ontvangen het Woord...

47 Hier, enige tijd geleden, predikte ik in Kentucky. En buiten de samenkomst was er een man die tot een kerk behoorde die gelooft dat de dagen van wonderen voorbij zijn. Hij hield een lantaarn in zijn hand. En hij zei: "Ik heb even op u gewacht, prediker (een oude oom, die nu is heengegaan, en ik)."

     En ik zei: "Ja, meneer!"

     Hij zei: "Ik ben die-en-die."

     En ik schudde hem de hand. Ik zei: "Ik ben echt blij u te ontmoeten, mijn broeder."

     En hij zei: "Ik wil u slechts vertellen dat ik geloof dat u absoluut verkeerd bent."

     En ik zei: "Wel, daar hebt u het recht toe, omdat u een Amerikaan bent."

     En hij zei: "Wel, ziet u..." En wij begonnen...

     Ik zei: "Waarmee verkeerd bedoelt u, met genezing?" Ik zei: "Hoe staat het dan met dat kleine blootvoetige meisje dat daar gisteravond naar voren kwam, met een kleine baby." Zij was zelf niet ouder dan ongeveer veertien jaar, en blootvoets, met een kleine oude (hoe noem je dat?) gingang, katoenen of zoiets soort van jurk aan (ik heb geen verstand van stoffen). En zij had een kleine baby in haar hand. En zij liep naar mij toe. En de mensen zaten samengepakt in de ramen. (En dit was een Methodisten-kerk, de 'White Hill' Methodisten-kerk, net buiten Burkesville, Kentucky, waar ik geboren ben.) En zij had deze kleine baby. En ik zei: "Zuster..." Ik had gevraagd: "Is er iemand ziek?"

     En zij liep daar doorheen naar voren, een klein verlegen ding, met haar hoofd naar beneden; en zij zei: "Ja meneer, mijn baby." En het kleine ding [Broeder Branham demonstreert – Vert] was zo aan het doen.

     Ik zei: "Wat is er mee aan de hand, zuster?"

     Zij zei: "Het heeft de stuipen."

     En ik zei: "De stuipen?"

     "Ja, meneer!"

     Ik zei: "Hoe lang heeft het deze stuipen gehad?"

     En zij zei: "Wel, altijd vanaf de geboorte, en het is zo goed als een jaar oud."

     En ik zei: "Wil je mij die baby vast laten houden?" Daarboven in de bergen moet je daar een beetje mee uitkijken.

     En zij zei: "Ja, meneer!" Zij gaf het kleine kereltje in mijn armen.

48 En in mijn hart... Ik stond gewoon een ogenblik stil. Ik zei: "God, als U mij deze mensen gaat laten winnen, doe dan nu iets voor mij." En terwijl ik het vasthield in mijn hand, stopte het met stuiptrekken. Ik keek ernaar; zette het rechtop in mijn armen en speelde ermee. En het grijnsde en lachte naar mij. Ik keek neer naar haar. En zij keek op, zij had haar hoofdje naar beneden gehad, met haar haar verdeeld en neerhangend over haar rug met vlechten erin. Zij hief haar hoofd op en de tranen liepen van haar kleine wangen. Ruwe mannen stonden daar, met zulke lange bakkebaarden aan hun gezicht, en de tranen liepen over hun wangen. Rondziend zei ik: "Hier is je baby, zuster. Jezus Christus maakt het gezond." En die oude vrouwen begonnen flauw te vallen en op de grond te vallen. En zij goten water in hun gezicht en waaiden hun koelte toe, en... Wel, ik zei: "Wat deed dat?"

     Hij zei: "Meneer Branham, ik kan niets aanvaarden totdat ik het volkomen zie."

     Ik zei: "Wel, een goed idee denk ik, maar ik wil u vragen waar u woont."

     Hij zei: "Ginds een eind over de berg hier heen. Ga met mij mee naar huis voor het avondeten, en ik zal u wat karnemelk en maïsbrood geven."

     En ik zei: "Ik zou graag meegaan, en ik ben werkelijk hongerig, maar ik kan het niet doen. Ik moet met mijn oom naar huis gaan." En hij zei...

     "Wel, ik wil u iets vragen. Hoe weet u dat u thuis komt?"

     Hij zei: "Wel, ik loop gewoon over die berg."

     Ik zei: "Kunt u uw huis zien?"

     Hij zei: "Nee!"

     Ik zei: "Hoe weet u dan dat u daar zult aankomen?"

     Hij zei: "Er is een pad dat er naartoe leidt."

     Ik zei: "Maar toch kunt u het niet zien. En u vertelde mij daarnet dat u niets kon accepteren tenzij u het volkomen ziet."

     "O," zei hij, "ik zal gewoon het licht nemen en met het licht wandelen."

     Ik zei: "Dat is nu juist wat ik u probeer te laten doen. Net zoals de lantaarn licht geeft, wandelt u in het licht zoals Hij in het licht is." Wij zullen daar goed aankomen. Hoewel ik het einde niet volledig zie, maar ik weet dat het daar zal zijn.

49 Laten wij nu bidden. Hemelse Vader, wij zijn U dankbaar voor de goedheid van Jezus Christus, Die het centrum van liefde is. En ik dacht altijd dat U boos op mij was, maar dat Jezus mij liefhad; maar ik bemerk nu dat Jezus het hart van God zelf is. Dus ik weet dat Gij mij liefhebt en voor mij hebt geleden.

50 En Vader God, ik bid voor deze wereld vandaag en voor ons land. Ik bid, Heere, om vergeving van mijn eigen fouten en de fouten van mijn mensen, de mensen die Gij mij gegeven hebt om herder over te zijn. En ik bid dat U hen zult zegenen en een ieder van de mensen die hier in deze kleine samenkomst geweest zijn, en die vragen gesteld hebben... Of misschien heb ik iets gezegd dat tegengesteld is aan wat zij geloven. Heere, ik kan het zelf niet uitleggen; ik ben niet in staat, maar laat... Wilt Gij hen laten weten, Vader, wat ik in mijn hart bedoel? Alstublieft, ik bid dat U dat zult doen. Zegen hen samen.

51 Zegen ons nu terwijl wij wachten op Uw Woord, slechts een paar ogenblikken voor de doopdienst. Help ons om te spreken wat juist is. Help ons in deze boodschap vanavond. Aangezien mijn keel wat hees is, bid ik dat Gij mij zult helpen, dierbare God, en dat U zelfs de zieken en de aangevochtenen die temidden van de mensen zijn zult genezen. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

52 Nu, als u wilt, laten wij gedurende de volgende ogenblikken in het boek Romeinen het zesde hoofdstuk opslaan.

     Wel wacht. Ik geloof dat ik nog... Zeg, ik heb er nog veel meer... Zeg, ik zal ze deze woensdagavond beantwoorden als dat goed is. Ik heb het nu al zo laat gemaakt. Ik had tot nu niet opgemerkt dat die daar lagen.

     Nu, Romeinen, het zesde hoofdstuk, laten wij lezen:

     Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneme?

     Dat zij verre. Wij, die aan de zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in haar leven?

     Of weet gij niet, dat zovelen als wij in Jezus Christus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn?

     Wij zijn dan met Hem begraven, door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwheid des levens wandelen zouden.

     Want indien wij met Hem één plant geworden zijn in de gelijkmaking van Zijn dood, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking van Zijn opstanding.

53 Als ik vanavond een tekst moest nemen voor ongeveer twintig minuten, dan zou ik dit willen zeggen: Identificatie, Geïdentificeerd met Christus.

54 Weet u, er zijn vandaag de dag zo vele onbevredigde mensen in dit land. Het verbaast u wanneer u rondgaat dat u zoveel onvoldaanheid tegenkomt. De mensen weten amper wat zij willen. Zij rijden op de weg met ongeveer honderdtwintig tot honderddertig kilometer per uur in een 50 km. zône, laten de remmen gieren, draaien de hoek om en trekken op met zo'n snelheid dat zij hun banden er half afbranden om een huizenblok verder een tijdje te gaan zitten praten. Het lijkt of de mensen niet weten wat zij eigenlijk willen.

55 Sommigen van hen raken zo van slag dat zij naar de apotheek gaan en voor zichzelf een fles arsenicum kopen, of zwavelzuur, of zoiets, en zelfmoord plegen. Men vindt hun dood. Sommigen zetten hun gaskranen open in de kamer of gaan in hun auto zitten met een slang aan de uitlaat voor de koolmonoxyde, proberend weg te komen van het leven. Sommigen van hen zullen op de brug klimmen, een klein briefje schrijven en dat op hun jas spelden, die neerleggen en zichzelf dan in de rivier de dood in storten; zij springen van bergen en hoge torens. En sommigen nemen een pistool, zetten hem tegen hun hoofd en blazen letterlijk hun hersenen eruit. Zij zijn gewoon onbevredigd.

56 De ziekenhuizen zijn vol met onbevredigde mensen. De krankzinnigeninstituten zijn overvol. Onbevredigd. Zij weten niet wat zij willen. Er scheen iets te zijn waar zij zich naar uitstrekten, maar zij bereiken het nooit.

57 En ook zien wij dat huisgezinnen, die de ruggegraat van de natie en van de gemeente zijn, wij vinden gebroken huisgezinnen, en de echtscheidingsrechtshoven worden gewoon overstroomd met echtscheidingen. Er is jeugdmisdaad vanwege moeders die hun kleine kinderen bij babysitters achterlaten en zelf op stap gaan om ergens te werken, terwijl hun mannen goede banen hebben, maar zij zijn gewoon niet tevreden om moeder te zijn en thuis te blijven. Zij zijn niet om zich als dame te kleden; zij willen zich kleden als een man. De man wil zijn als de vrouwen. En zij... er schijnt gewoon ergens iets mis te zijn. De mensen strekken zich ergens naar uit en kunnen het niet vinden. Dat is een armzalige toestand om in te zijn.

58 Zij hebben overal gekeken om iets te vinden wat zij tot hun voorbeeld kunnen maken. Wij nemen de vrouwen in onze dagen; zij kijken naar de televisie totdat zij een zekere filmster zien; of zij komt te voorschijn op een bepaalde wijze gekleed, en alle vrouwen zullen zich willen kleden als zij, of handelen zoals zij, haar tot een voorbeeld maken. Sommige mooie meisjes, juist in de bloei van hun leven, zullen proberen zich zo te vormen en proberen een bepaalde filmster te maken tot een voorbeeld waarnaar zij zich moeten richten; en uiteindelijk komen zij tot zichzelf, verstrikt in een kooi van zonde waar zij niet uit kunnen komen. Wat jammerlijk. Hen de samenkomst in te zien komen met tranen die over hun wangen lopen... Maar zij jagen naar iets.

59 Wij nemen de mannen. U treft mannen aan op de straat of in hun zaken. De oude man wil een tiener zijn. Hij zal zijn haar in het 'flattop' [Letterlijk: vliegdekschip – Vert] model laten knippen en een eendestaartje van achteren maken. Hij wil een tiener zijn. De tiener wil zijn zoals één van deze rock 'n' roll koningen. Waar draait het voor hen op uit? Op zonde en schande.

60 De man schijnt onbevredigd te zijn. Hij rent overal naar toe. Zij nemen aan... luisteren naar de radio naar grappen en dingen die deze grappenmakers uithalen. En zij gaan uit en proberen na te bootsen of te handelen zoals deze mensen.

61 Neemt u de kleine jongen op de straat, hoe goed weet ik dat, en hij moet een 'Paladin' of een 'Hopalong Cassidy' zijn, of... En de commerciële wereld krijgt er vat op en verdient er miljoenen dollars aan. Zij moeten een 'Roy Rogers' of een 'meneer Dillon' zijn of een of andere televisiegroep. Zij proberen die persoon te imiteren. Zij hebben hem gesteld tot een voorbeeld. Zij hebben hem genomen als hun levensstandaard. En wat vinden zij aan het eind van de weg? Die kleine kereltjes worden uiteindelijk gangsters en rovers. De vrouwen worden tenslotte prostituées, tippelaarsters, misdadigsters. En de mannen worden gokkers en liefhebbers van plezier, meer dan liefhebbers van God. Kerken proberen de andere kerk na te doen, de grote kerk.

62 Het ziet er zo'n beetje naar uit dat er geen bevrediging is onder de mensen. Waarom doen zij... wat maakt dat zij het doen? Het heeft een oorzaak; het is een natuur. God gaf hun die natuur. Zij hebben een natuur gekregen die maakt dat zij iets willen hebben, waarmee zij zich kunnen identificeren. Zij moeten iets hebben waar zij op willen lijken, een doel in het leven. Zij willen een filmster zijn, of een cowboy, of iets in die geest.

63 Ik hoorde op weg naar huis op de radio, dat een zekere grote Italiaanse man in Denver 'Hopalong Cassidy' probeerde te spelen, iets met een geladen geweer; in plaats dat hij de rest van zijn leven een 'Chester' gaat worden, schoot hij zijn knieschijf eraf. Daar bent u er.

64 Maar zij proberen iets te vinden om zich mee te vereenzelvigen. En de reden dat zij dat doen is omdat er iets in hen is dat God hen zo gemaakt heeft. Maar God heeft hun een Voorbeeld gemaakt om mee geïdentificeerd te worden, en dat was toen Hij Jezus Christus maakte om onze Redder te worden. Dat is het Voorbeeld. Dat is wat de mensen zouden moeten willen, geïdentificeerd te worden met Jezus, om te zijn als Hij.

65 Als alle kleine jongens die 'Hopalong Cassidy' willen zijn of één van deze anderen, of de kleine meisjes, de 'Annie Oakley's' enzovoort; als zij alleen maar net zoveel op Jezus wilden lijken zoals zij daarop willen lijken, dan zouden overal de zondagsdiensten overlopen. Als de vrouwen die op een of andere filmster willen lijken, op Jezus zouden willen lijken, zou de kerk... Wel, zij zouden nooit een offer op hoeven halen. Zeker!

66 God maakte een man zo dat hij een verlangen heeft naar een voorbeeld, en God gaf hem dat Voorbeeld. Dat Voorbeeld is Jezus Christus, om geïdentificeerd te worden met Hem.

67 Nu, als wij meer gelijk Hem zouden zijn, dan zouden er niet zoveel gangsters in de wereld zijn; er zouden geen hongerige kinderen zijn in de wereld; er zou geen whisky, drinken of gokken zijn. God gaf ons een Voorbeeld, om zo te zijn, maar wij weigeren het te worden. Nu dat is er vandaag met de wereld aan de hand. Zij hebben het verlangen, God heeft hun dat gegeven, maar zij hebben het in de verkeerde richting gekeerd. Het is tijd om terug te keren, op de juiste weg te komen en het gezicht op Golgotha gericht te krijgen. De natuur bewijst het.

68 Nu, als de mensen van deze dag met dat grote verlangen en grote ambitie om te zijn als iemand die hun voorbeeld is, als zij Christus als hun Voorbeeld namen, dan zouden wij elke politieman die er in het land was kunnen wegsturen. Iedereen zou zachtmoedig en nederig zijn; iedereen zou vriendelijk zijn en zou broederlijke liefde voor elkaar hebben; er zou nooit meer een echtscheidingszaak worden bepleit in ons land. Er zou nooit enige ziekte zijn; wij zouden zelfs ziekenhuizen kunnen afdanken als iedereen probeerde om Jezus Christus tot hun Voorbeeld te maken. Wij zouden nergens anders meer gebrek aan hebben.

69 Dus die natuur is in de mens, maar hij richt het op de verkeerde zaak. Hij maakt sommige mensen... En weet u dat de Bijbel zegt dat wij vervloekt zijn als wij op vlees ons vertrouwen stellen? Wanneer u probeert om op vlees te steunen of uw vertrouwen in vlees te stellen, dan zegt de Bijbel dat u vervloekt bent. Ik weet maar al te goed hoe makkelijk het is om dat te doen.

70 Hier is wat veel ervan veroorzaakt: Het zijn onze krantenkiosks vol met vulgaire tijdschriften; onze huizen zijn vol met filmsterren-foto's; onze nieuwsschermen worden nooit gecensureerd, zij staan wijd open; men kan allerlei moppen tappen of verschrikkelijke dingen doen. Er is geen reinheid meer onder ons vandaag. Ik weet dat u denkt dat ik daar afschuwelijk hard in ben, maar er moet iemand zijn die daar hard in is. Het moet gewoon gedaan worden.

71 Toen ik een kleine jongen was, las ik het boek 'Tarzan en de apen'. Mama had een oud bonten kleedje, dat mevrouw Wathen haar had gegeven, voor de wastafel liggen. Ik verknipte het en maakte er een tarzanmantel van voor mijzelf en sliep een week lang in een boom. Ik wilde Tarzan zijn. En toen ik het boek 'De Eenzame Ster Ranger' had gelezen, reed ik uit op een bezemsteel, die een stokpaard was, en probeerde de Eenzame Ster Ranger te zijn.

72 Het is evenzo wat mensen zullen doen; het is wat u leest, de muziek waar u naar luistert. Ga een restaurant binnen, en deze oude rock 'n' roll... Geen wonder dat de mensen gek worden. Dat is genoeg om een menselijk wezen gek te maken.

73 Maar o, ik zal de hele eeuwigheid lang dankbaar zijn voor die ene dag dat ik over Jezus las! Dat bevredigde mij. Ik wil zijn zoals Hij. Dat is mijn verlangen, om in staat te zijn om de andere wang toe te keren of de tweede mijl te gaan, om te kunnen vergeven wanneer alles u tegen zit, niets tegen iemand te houden, hoewel zij u onterecht mishandelen voor uw goede handelwijze, maar hun desondanks lief te hebben. Dat is de wijze waarop ik wil zijn. Zo'n soort persoon wil ik zijn. Ik wil in staat zijn om, wanneer er over mij heen gelopen wordt, het niet terug te doen. Dat is het soort Voorbeeld dat God ons gaf in Jezus Christus. Wij behoren met Hem geïdentificeerd te zijn. Wij zijn...

74 Hoe word je geïdentificeerd met Hem? U zegt misschien: "Broeder Branham, nu, om te worden... Je moet je kleden als de Hollywood-sterren en deze andere dingen doen." Maar hoe word je geïdentificeerd met Jezus Christus? Ten eerste, je bekeert je van wat je al gedaan hebt. En dan wordt je hier met Hem geïdentificeerd in het doopbasin. Ongetwijfeld zullen velen over enige minuten met Hem geïdentificeerd worden in de doop. In het doopbasin wordt u met Hem geïdentificeerd in de doop, want wij worden begraven in Christus, wij worden geïdentificeerd met Zijn dood, begrafenis en opstanding. Daarom worden wij gedoopt. Wij gaan onder in het water en komen weer boven om te getuigen dat wij geloven in de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus. En als wij geplant worden in Zijn gelijkenis, in Zijn dood, gaf God ons een belofte: wij zullen Hem gelijk zijn in de opstanding!

75 Identificeer u met een of andere filmkoningin en zie waar u zult zijn. Identificeer u met een cowboy of een of andere tiener en zie waar u uitkomt. Maar ik daag u vanavond uit; identificeer u met Jezus Christus, in Zijn dood en Zijn opstanding en zie waar u zult zijn bij de opstanding. "Want als wij met Hem lijden, zullen wij met Hem regeren." God heeft ons de belofte gegeven. Mijn hele verlangen is om te zijn zoals Hij. Neem mij, o Heere, en kneed mij, en maak mij, vorm mij opnieuw. En gelijk de profeet, die naar het huis van de pottenbakker ging, verbreek mij en kneed mij opnieuw.

76 In het Oude Testament, als een man geïdentificeerd wilde worden met het huis van God, nam hij het onschuldigste wat hij kon vinden, een lam. En hij wist dat het lam zondeloos was, want het kende geen zonde. En hij ging, nam het lam, legde zijn hand op het hoofd ervan en beleed zijn zonde; en door geloof bracht hij zijn zonden over op het lam, en de onschuld van het lam terug op zichzelf. En dan stierf het lam, omdat het een zondaar was. En de man leefde door een daad van geloof, gehoorzamend wat God had gezegd. Maar wat deed hij? Hij ging rechtstreeks terug de tempel uit met hetzelfde verlangen dat hij had toen hij binnenkwam, omdat wanneer die bloedcel is gebroken (aangezien het leven begint in één bloedcel)... En toen die bloedcel werd verbroken, kon het leven van het lam niet samen vallen of terugkomen in het menselijk leven, omdat het een dierlijk leven was. De man ging weg met hetzelfde verlangen dat hij had; dus daarom beging hij voortdurend keer op keer opnieuw zonden.

77 Maar er kwam een tijd dat God ons een Voorbeeld maakte. En Hij gaf ons de Heere Jezus. En wanneer een zondaar zijn handen op Zijn dierbare hoofd legt en zijn zonden belijdt, en zijn zonden veranderd worden – of overgebracht worden van de zondaar op Jezus en de onschuld van Jezus door de Heilige Geest wordt teruggebracht in die persoon, dan is hij een nieuwe schepping in Christus Jezus. Daarmee wil ik geïdentificeerd worden. De Bijbel zei: "Hij die geen zonde kende, werd zonde voor ons gemaakt." De reden dat Hij leed was voor onze zonden. En het is niet meer dan wat juist is, niet meer dan onze plicht om op deze dingen te zien en te zien dat deze verlangens die wij hebben en die God in ons gelegd heeft, om in ons te scheppen, om ons zo te maken dat wij willen zijn zoals Hij...

78 En nu, als u het door geloof kunt zien, voordat het werkelijke verlangen u ooit treft, kom naar voren, wordt geïdentificeerd met Hem in de doop. En dan, als u geplant bent in de gelijkheid aan Zijn dood, zo zult u ook delen in Zijn gelijkheid in de opstanding. Want toen Hij uit het graf kwam was Hij dezelfde Jezus Die het graf inging. En als wij in Christus zijn (hoe komen wij in Hem? Door de doop van de Heilige Geest), zullen wij op die dag te voorschijn komen en delen in Zijn opstanding.

     Er was altijd een liedje dat ik jaren geleden placht te zingen.

Te zijn als Jezus, te zijn als Jezus,
Op aarde verlang ik om te zijn als Hij.
Door de hele levensreis van aarde tot de heerlijkheid,
Ik vraag alleen om te zijn zoals Hij.

Uit de kribbe van Bethlehem kwam een Vreemdeling voort; (een Vreemdeling voor de wereld.)
Op aarde verlang ik om te zijn als Hij.
Door de hele levensreis van aarde tot de heerlijkheid,
Ik vraag alleen om te zijn zoals Hij.

79 Deel in Zijn zachtmoedigheid en u zult ook delen in Zijn kracht. Deel in Zijn gehoorzaamheid en u zult delen in Zijn opstanding. Doe zoals God zegt om te doen. In mijn hart is het grootste wat ik zou kunnen bedenken, te zijn zoals Jezus Christus, om geïdentificeerd te worden met Hem. Daarom doop ik... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... Jezus Christus, omdat Hij onze identificatie is. Wij dragen de identificatie. "Wat u ook doet, in woord of daad, doe het in de Naam van Jezus Christus, en prijs God ervoor." En wij worden met Hem geïdentificeerd in de doop.

80 Vanavond gaan wij mensen dopen, over enkele minuten, hier in deze ruimte, die hier zijn om gedoopt te worden. En als er enig verlangen in uw hart is dat u wilt... enige grote wereldse verlangens, bekeer u daar nu op dit moment van. Vertel God dat u dorst om slechts zo te zijn als Jezus. Wordt zachtmoedig, nederig. En als u dan uw hand op Zijn hoofd legt en door geloof uw zonden belijdt, zeg: "Heere, ik heb spijt dat ik het gedaan heb." Wat zal er dan gebeuren? God zal al uw schuld overbrengen op Hem en Zijn onschuld nemen en die terug op u plaatsen, en u staat gerechtvaardigd in de tegenwoordigheid van God, omdat u geloofd hebt in Jezus Christus, Zijn Zoon. Wat een reddingsplan! Dan zult u delen in Zijn heerlijkheid. De goedheid van God zal in uw hart komen. De kracht van Zijn opstanding zal u een nieuw persoon maken. Het zal elk verlangen bevredigen.

81 Toen ik een jongen was, probeerde ik alles te doen wat ik... Ik deed alles waarvoor ik groot genoeg was om te doen en een heleboel dingen waar ik niet groot genoeg voor was. Ik probeerde het. Ik hield er altijd van om... Ik houd van jagen. Ik dacht dat dàt het was. Ik dacht erover... Mijn vader was een ruiter. En ik dacht: "Als ik ooit naar het Westen zou kunnen gaan en hun paarden zou kunnen temmen..."

     Wel, broeder, één keer daarginds diep in de bergen in Arizona, waar ik op een avond een kudde vee heenbracht, zat ik daar; en een jongen die Slim heette had een oude kam met een stukje papier eroverheen. Hij was aan het spelen; een andere man zat daar uit Texas, met een guitaar zomaar wat te tokkelen, en zij kwamen tot een lied. Ik had mijn zadel van het paard af, lag daar, en mijn – ik gebruikte die als kussen, en mijn deken over mij heen – lag daar met mijn laarzen nog aan, een paar sporen om mij van de grond af te houden. En hij begon te tokkelen:

Ginds aan het kruis waar mijn Redder stierf,
Daarginds riep ik het uit om reiniging van mijn zonden,
Daar werd het Bloed aangebracht aan mijn hart;
Glorie voor Zijn Naam!

82 Ik probeerde de deken omhoog te trekken en mijn oren dicht te stoppen. Ik keek omhoog en de sterren hingen laag. En de fluisterende pijnbomen in de bergen schenen te roepen: "Adam, waar zijt gij?" O, het fokken van vee was een tweede zaak; ik wilde God vinden. Daarginds ver weg, opgeduwd op een paar van die sporen, zei ik: "God, ik weet niet wie U bent, maar straf mij niet totdat ik het ware kan vinden."

83 Twee dagen daarna, terwijl ik daar in de stad zat, en nadat – enkele dagen daarna, na het bijeendrijven... Ik zat daar op een klein oud parkbankje. Er kwam een klein Spaans meisje langs. En ik zat daar over God te denken, wat het kon zijn. En het kleine juffie (en ik was pas een jongen van ongeveer achttien jaar oud); zij liet haar zakdoek vallen en liep voorbij. Ik zei: "Mevrouw, u liet uw zakdoek vallen." En de gedachten over God hadden mijn verlangen al veranderd. Een arm Iers hart was aan het hongeren. Ik wilde iets, iets dat bevredigt.

84 God heeft mij het voorrecht gegeven om over de hele wereld te jagen, Afrika, Indië, over de bergen, Canada, op sommige van de grootste tochten, en ik heb wereldrecords gevestigd. Dat is allemaal in orde, maar er is niets dat de plaats in kan nemen van die kracht van de levende God ...?... in mijn ziel.

85 Als ik daar kom... Ik houd van de bergen; ik houd van de zonsondergang. Ik zet mijn paard gewoon aan een paal en bind hem vast, en ga op pad naar de top van de bergen, en blijf daar enige dagen, terwijl ik gewoon kijk hoe de zon opgaat en ondergaat, en ik hoor de arend schreeuwen. Het is goed; ik houd ervan om daar te zijn. Maar broeder, mijn hart begint te bonzen en te slaan wanneer ik denk aan: "Onrein, onrein, de kwade geesten verscheurden hem. Alles is in orde wanneer Jezus zijn verblijf komt nemen." Ik begin te denken aan de zieke mensen en die roep... En er is iets in mij dat roept: "Ik zal heel vlug uit deze bergen naar beneden komen! Naar beneden komen naar de mensen daar." Ik wil mij onder de mensen identificeren als Zijn dienstknecht. O, wat houd ik ervan om mij met Hem te vereenzelvigen. Dan komt Hij, dat opmerkend, terug onder ons en identificeert Zich met ons. Hij is hier, vrienden.

86 Het is nu over ongeveer tien minuten tijd om met de doopdienst te beginnen. En ik wil dit ene zeggen voordat wij het doen, voordat wij ermee beginnen. Jezus Christus, de Zoon van God (er is nog heel veel commentaar dat ik had willen geven, maar ik heb de tijd niet) – Jezus Christus, de Zoon van God, heeft Zichzelf geïdentificeerd in Zijn Woord. Jezus Christus, de Zoon van God, identificeerde Zichzelf in de dienst vanmorgen door onderscheiding te geven, en identificeert Zichzelf door de zondaar uit de sleur van zonde te brengen tot een nieuw mens, een nieuwe schepping. Hij neemt de laagste vrouw of de laagste man, de dronkaard, alcoholicus en wat het ook is, en brengt hen op orde, reinigt ze en maakt een heer of een dame uit hen. Dat is mijn Heer. Hij neemt de man die ziek is en aangevochten, en er is geen hoop voor hem, en brengt hem weer omhoog tot een nieuw leven, en verschijnt dan in ons midden en identificeert Zich als dezelfde Jezus die zelfs de gedachten van ons hart kent. Hij staat in ons midden, in Zijn mensen, God in Zijn mensen, Zichzelf identificerend. Hij is nu hier, diezelfde Heilige Geest.

87 Voordat wij hier die samenkomst voor de doop beginnen (terwijl de broeders zich gereed maken), vraag ik mij dit af: Ik vraag mij af of er hierbinnen iemand is voor wie er vanochtend niet gebeden is, terwijl u ziek bent, laat mij dan uw hand zien. Steek uw hand op als u ziek en behoeftig bent en er vanochtend niet voor u gebeden is. Geen gebedskaarten, niets, gewoon ziek en aangevochten. Goed. Laten wij ons hoofd een ogenblik buigen.

88 Heere, met deze dichtgeknepen keel, deze kraakstem, o, bid ik dat U hoe dan ook het zaad in het hart wilt laten zinken, in het hart van de mensen, dat wij geïdentificeerd moeten worden met U, want het is een oud gezegde hier op aarde: "Men kent de vogel aan zijn veren," en: "Zeg mij, met wie gij omgaat, en ik zal u zeggen wie gij zijt." En dierbare Hemelse Vader, wij bidden dat U ons gezelschap zult zijn. Heere, laat ons U hebben al kost het ons alles wat wij op deze aarde hebben. Laat ons geïdentificeerd worden als: "Die man leeft werkelijk met God. Zijn Gezelschap is God."

89 Laat het gezegd worden zoals met Petrus en Johannes, nadat zij door de poort, genaamd de Schone, gegaan waren en zeiden: "Ik heb geen geld; maar wat ik heb geef ik u." En de kreupele man werd gezond gemaakt. En voor het gerecht zeiden de mensen dat zij bemerkten dat zij onwetend en ongeletterd waren; zij hadden geen onderwijs. Maar zij bemerkten dat zij geïdentificeerd waren met het juiste soort gezelschap; zij waren met Jezus geweest. En God, dat is mijn hartsverlangen, om met U geïdentificeerd te worden, als één van Uw dienstknechten, als één die U liefheeft, één die U trouw is en de spreuken van Uw Boek houdt, en alles doet wat ik maar weet goed te doen.

90 Nu, Vader, wilt U Zich vanavond opnieuw onder ons identificeren, opdat de mensen mogen weten dat dit niet gewoon zomaar iets is, o, een of andere speciale tijd, of iets dergelijks, Heere. En laat het vanavond bekend worden dat U dezelfde God bent als Die hier vanochtend was. U hebt dezelfde kracht. En U kunt dezelfde dingen die U vanmorgen deed vanavond opnieuw doen. U beloofde dat die er in de laatste dagen zouden zijn.

91 En velen hier konden niet genoeg geloof opmerken. Wij bidden dat Gij hun nu geloof zult geven. En laat Uw Geest onder ons geïdentificeerd worden, want Gij zei: "De werken die Ik doe zal hij die in Mij gelooft ook doen." Dus ik bid God, dat U zult identificeren dat U hier vanavond met ons bent en ons nog steeds liefhebt. En U wilt dat iedere persoon hierbinnen, die niet gedoopt is, komt en met U geïdentificeerd wordt, opdat zij ook deelhebbers mogen zijn aan deze wonderbare genade die overgebracht kan worden van ons op Hem en van Hem op ons, onze schuld op Hem en Zijn genade tot ons. Sta het toe, Heere. Hoor onze gebeden, want wij vragen het in de Naam van Jezus, Uw Zoon. Amen.

92 Wij staan in de schaduw van het rechtvaardige recht van God. Telkens wanneer er twee of drie vergaderd zijn in de Naam van Jezus Christus, beloofde Hij dat Hij in hun midden zou zijn.

93 Nu, ik weet niet. Ik vermoed dat een deel van de gebedskaarten opgehaald is. Sommigen van u hebben er misschien nog wat. Velen van u hebben geen gebedskaart. Het maakt niet uit of u er een hebt of dat u er geen hebt. Als u ziek bent, bent u ziek. En als deze God, Die deze Bijbel schreef... Gelooft u ernstig in Hem? Als Hij opnieuw in ons midden zal terugkeren om Zichzelf te bewijzen, naast de prediking van het Woord, dat Hij hier is, zondaars overtuigend dat Hij hier is, en als Hij hier is om de zieken te genezen en de oorzaak te openbaren, zoals Hij deed toen Hij hier op aarde was, wilt u dan graag uw genezing aannemen? Als u dat wilt, steek dan uw hand op, gewoon... Hoe dan ook, wij zullen geen... wij hebben geen... Ik zou het niet weten welke gebedskaarten hij gegeven heeft, en wij zullen geen gebedskaarten hebben. U moet gewoon bidden en geloven.

94 En als Hij het zal doen en Zich zal identificeren, dan zou u zich moeten schamen als u zich niet met Hem identificeert. U moet het doen. Nu hier is een rechtstreekse uitdaging: Vanmorgen gaven wij gebedskaarten uit in de gemeente, riepen ze naar het altaar en baden voor hen. En de Heilige Geest schudde met zo'n grote tijd, totdat ik voelde dat zij mij aan de kant trokken; het was tijd om te gaan, omdat ik zwak werd. En nu, hier zeg ik tot u die geen gebedskaarten heeft, of hoe u ook maar daar in het gehoor zit, ik daag u uit om dit te doen, om te geloven dat het verhaal dat ik u verteld heb van Jezus Christus de waarheid is. En u bidt als u ziek bent. Ongeacht...

95 Vanmorgen probeerde ik te zien of ik mensen kon vinden die niet bij de tabernakel waren. Vanavond maakt het mij niet uit waar u vandaan komt. Bid gewoon. En als dan die grote Heilige Geest van God, waarvan wij daar de foto hebben, als Hij in ons midden zal komen... U hebt het mij zo veel horen prediken, dat Hij de dingen beloofde die Hij zou doen, dat... En toen Hij hier op aarde was, en wanneer Hij terug zou komen in ons vlees, Hij zou dezelfde dingen doen.

96 Nu, als u ziek bent, bid. Daag God uit. Zeg: "God, broeder Branham kent mij niet; hij weet niets van mij. Maar als U hem zich slechts naar mij zult laten keren en mij Uw kleed laat aanraken, dan spreekt U... Dan zal ik weten dat U in verbinding staat met deze gemeente. (De gemeente zijn de gelovigen.) Dan zal ik weten dat U Dezelfde bent, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid." En bid u.

97 Ik voel mij gewoon geleid om dit te doen. Ik weet niet waarom ik het deed, maar ik voel mij geleid om het te doen.

     Nu, als u uw hoofden omhoog wilt doen.

98 Hier recht naar mij kijkend, is een kleine vrouw die haar hand op deze manier omhoog had, terwijl zij bad, enige minuten geleden. En zij bidt voor iemand anders dan zij zelf. Ik heb de vrouw nog nooit in mijn leven gezien voorzover ik weet. Zij is een volkomen vreemde voor mij. Maar zij bidt voor haar dochter over een operatie. U bent niet eens uit dit land; u komt uit Texas. Dat is ZO SPREEKT DE HEERE. Hebt u een gebedskaart? Nee? Wel, u hebt er geen nodig. Geloof met uw hele hart.

99 Hoe wist ik waar u over bad? Kunt u niet zien dat de God des Hemels de geheimen van het hart openbaart? Zei Daniël dat niet in zijn dag? God openbaart de geheimen van het hart.

100 Er zit daar een vrouw naast u. Zij was er zo blij over. Zij had hartklachten en wil dat er voor haar gebeden wordt. Dus als u gewoon uw hand op haar wilt leggen. Goed. Nu, gaat u terug naar Chicago en wees gezond. Amen! Ik ken de vrouw ook niet, weet niets van haar af. Maar God kent u! Ziet u, Hij maakt Zich bekend onder ons." Als gij kunt geloven zijn alle dingen mogelijk."

101 Deze kleine Joodse vrouw die hier zit; zij bidt ook. Dat is juist. U was aan het bidden dat ik iets tot u zou zeggen. Ik zag uw problemen vanmorgen, maar ik noemde het gewoon niet. Maar die voeten waar u last van had, die zullen in orde komen; dus maakt u zich geen enkele zorg meer over...

102 Gelooft u ook, kleine dame die hier zit? Gelooft u dat ik Zijn profeet ben – Zijn dienstknecht? Ik ken u niet; God kent u. Maar als Hij Gods Geest is die met ons is, dan zal Hij doen zoals Jezus, u was aan het bidden en het schijnt alsof ik tot u getrokken werd. Daar is de Engel van de Heer bij haar. Als u zult geloven, zal uw hartkwaal ophouden en de gewrichtsontsteking. Uw naam is mevrouw Wisdom. Dat is waar. Ga terug en wees gezond, mevrouw Wisdom. Ik heb de vrouw nog nooit in mijn leven gezien. Maar Hij is God als u het maar gewoon zult geloven.

103 Hier! Kijk hier. Ziet u die kleine dame die daar zit met haar hand op deze manier omhoog naar haar mond? Er is... kunt u dat Licht niet recht boven de vrouw daar zien hangen? Nu, kijk! Het komt rechtstreeks neer tot haar. Ik zie het breken. Zij heeft problemen met de lever, gekweld door een leverkwaal. Het is een galblaaskwaal. U bent mevrouw Palmer. Dat is het. Ik herinner nu wie... Ik had niet... Ziet u, het is gewoon een visioen. Ik zie u zitten bij broeder Palmer. Dat is waar, zuster. Nu ga naar huis en wees gezond en geloof met uw hele hart.

104 Er zit daar ook een kleine vrouw achter haar, die wat verbaasd opkeek, recht achter haar. Denkt u dat de kwaal aan de amandelen van deze twee kinderen hen zullen verlaten, zuster, en die van u ook? Ga dan uw weg naar huis en verheug u en wees blij. Leg uw handen op de baby's, op hen beide met die kwaal; en uw kwaal is ook weggegaan. U bent genezen in de Naam van de Heere Jezus, u allen. U zult gezond worden, gezond zijn.

105 Kunt u zien dat de levende God vandaag leeft? Hij is gewoon in alles even groot, nietwaar? Wilt u niet met Hem geïdentificeerd worden? Zeker. Dat wilt u zeker.

106 Nu, laat ons onze hoofden gewoon een ogenblik buigen voordat ik... Het verzwakt mij zozeer. Hoevelen willen gedacht worden in gebed? Die nu gewoon zeggen: "God, wees mij genadig. Ik wil nu de Heere Jezus geloven. Ik wil dat al mijn problemen nu rechtgetrokken worden." God zij met u.

107 Heere, Die Jezus terugbracht uit de dood, de God des Hemels, ik bid U om hunnentwil dat dit het uur zal zijn dat zij zullen geloven, dat zij naar voren zullen komen als zij het nog nooit eerder hebben gedaan en hier vanavond in dit bad geïdentificeerd worden met Christus. Want de Schrift zegt dat als wij met Hem begraven zijn door de doop en met Hem delen in Zijn dood, wij ook met Hem zullen delen in de opstanding. Dat is een belofte. En de grote Petrus vanouds zei dat wij ons moesten bekeren en gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van zonden, en wij zullen de gave van de Heilige Geest ontvangen. Dit alles zullen wij...

108 Hier zit mijn schoondochter, Heere, kleine Loyce, hongerend, dorstend, vastend en wachtend. Daar zit mijn zuster, achterin, hongerend, dorstend, vastend en wachtend. O Heere, zend de Heilige Geest op dit moment op een of andere manier in dit gebouw en tref hun ziel met de kracht van de opstanding; en mogen zij op hun voeten gaan staan in hun opstandingskracht en geïdentificeerd worden met Jezus Christus in Zijn opstanding. Sta het toe, Heere.

109 Vergeef elke zonde. Laat alles weg wat verkeerd is, Vader, en geef ons Uw genade, want wij bidden het in Jezus Christus' Naam. Amen.

110 Genees alle zieken en aangevochtenen. Heere, Gij zijt hier; Gij zijt God. Gij bewees Uzelf God. En wij bidden dat en kennen de natuur van Uw Geest, dat U enige dingen verrichtte en dan van hen verdween, ergens anders heengegaan was en in een andere stad, weg en verdwenen. Maar U liet het teken achter dat de levende God leefde. En ik bid, Heere Jezus, dat dit een indruk heeft gemaakt op het hart van de mensen die zij nooit zullen vergeten, dat de Heilige Geest aanwezig is om te genezen, te redden, en te vervullen met Zijn goedheid. Wij bidden het in Jezus' Naam. Amen.

111 Nu, hoeveel hier zouden gedoopt gaan worden? Wilt u uw handen opsteken - die uw spullen klaar hebt? U kunt zich over een paar ogenblikken klaar gaan maken voor het water. En nu, terwijl wij wachten op de Heilige Geest, nog een paar momenten, hoevelen hier hebben tot nu toe nog niet de Heilige Geest ontvangen, en verlangen en bidden ernstig om de Heilige Geest te ontvangen?

     Teddy, als u wilt, of iemand van u, direct naar de piano. Wij gaan nu wat koren zingen terwijl de vrouwen die zichzelf gaan klaarmaken voor de doop in de kamer gaan en de mannen in deze kamer die zich klaarmaken voor de doop, terwijl wij ons klaarmaken voor de gebeurtenis.

112 En dan, wij zullen gaan wachten tot de Heilige Geest tot ons komt en ons de dingen openbaart die Hij wil dat wij doen. Dan zullen wij de lichten in de hoofdzaal uitdoen. De voorganger zal hier in het water zijn. En dan zullen wij de doopceremonie hebben.

     Gewoon een ogenblik, juist voordat u het licht uitdoet, broeder Evans; ik wil wat van de Schrift lezen terwijl wij wachten, gewoon voor een moment, als u wilt.

113 Terwijl zij zich beginnen klaar te maken zou ik hier wat uit de Schrift willen lezen. Hoeveel geloven dat God oneindig is? Zeker, Hij is hier op dit moment. Het enige wat u moet doen om de Heilige Geest te ontvangen is op te staan en Hem aan te nemen. Waarom, Zijn kracht heeft bewezen dat Hij hier is. Hoe zouden wij één schaduw van twijfel kunnen hebben? Zijn gezegende, heilige tegenwoordigheid die onze ziel gewoon overstroomt. Ik voel mij alsof ik zou kunnen schreeuwen met alle kracht van mijn stem, van Zijn goedheid en Zijn genade die voor eeuwig en eeuwig duurt. Hij is hier. Mijn hart brandt en is vervuld met vreugde en buitengewone blijdschap vanwege Zijn tegenwoordigheid.

114 Voordat zij de lichten uit zullen doen wil ik lezen uit Handelingen, het eerste hoofdstuk. En ik geloof dat elke man, prediker of persoon hierbinnen, evangelist of wat ook, dat dit er zal zijn: dat God oneindig is. God kan niet het ene ding op de ene manier doen, Zich dan omdraaien en het op een andere manier doen. Hij moet het iedere keer op dezelfde manier doen, is het niet? Dit was de afkondiging die uitging van God:

     Gij Israëlietische mannen, hoort deze woorden: Jezus de Nazarener, een Man van God, onder u betoond door krachten, en wonderen, en tekenen, die God door Hem gedaan heeft in het midden van u, gelijk ook gijzelf weet;

      (Wat voor soort wonderen deed Hij om te bewijzen dat Hij de Messias was? Door de gedachten in hun harten te kennen. Is dat waar? Wel, Petrus zei: "God bewees door tekenen en wonderen dat Hij met Hem was.")

     Deze, door de bepaalde raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen, en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood;

     Die God opgewekt heeft, de smarten des doods ontbonden hebbende, alzo het niet mogelijk was, dat Hij door deze dood zou gehouden worden.

     Want David zegt van Hem: Ik zag de Heere te allen tijde voor mij; want Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet bewogen worde.

     Daarom is mijn hart verblijd; en mijn tong verheugt zich; ja, ook mijn vlees zal rusten in hope;

     Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Gij Uw Heilige overgeven, om verderving te zien.

     Gij hebt mij de wegen des levens bekend gemaakt; Gij zult mij vervullen met verheuging door Uw aangezicht.

     Gij mannen broeders, het is mij geoorloofd vrijuit tot u te spreken van de patriarch David, dat hij beide gestorven en begraven is, en zijn graf is onder ons tot op deze dag.

     Alzo hij dan een profeet was, en wist, dat God hem met ede gezworen had, dat hij uit de vrucht zijner lendenen, zoveel het vlees aangaat, de Christus verwekken zou, om Hem op zijn troon te zetten;

     Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien.

     Deze Jezus heeft God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn.

     (O, dat grijpt mij gewoon aan. Wij zijn nog steeds Zijn getuige. Hij werd opgewekt van de dood; en Hij leeft vanavond.)

     Hij dan, door de rechterhand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes ontvangen hebbende van de Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort.

     Want David is niet opgevaren in de hemelen; maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand.

     Totdat Ik uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten.

     Zo wete dan zeker het ganse huis Israëls, dat God hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die gij gekruisigd hebt.

     (Nu, in welke taal sprak hij, dat al die talen van de wereld hem hoorden?)

     En toen zij... (de mensen) ... dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? (Even daarvoor waren zij krankzinnig voor hen. Nu, na die machtige prediking die voortging tot elke natie die daar stond: "Mannen broeders, wat kunnen wij doen?" Toen kwam het recept.)

     En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.

     Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zovelen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.

     En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: Wordt behouden van dit verkeerd geslacht!

     (Als dat niet hetzelfde Evangelie is dat wij vandaag prediken: "Red uzelf van dit verkeerd geslacht." Vele tekenen en wonderen werden verricht, de tegenwoordigheid van Jezus Christus, Die Zichzelf levend vertoonde, en dezelfde doop die hier werd opgedragen wordt ook hier in de preekstoel vanavond opgedragen.)

     Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op die dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.

115 Dierbare God, diegenen... De ruimten staan vol mensen die met U geïdentificeerd worden in de doop. Ik bid U, Heere, in hun plaats, of U gewoon zo goedgunstig wilt zijn, Heere, in dit uur, en moge er wanneer zij uit het water komen, iets met hen gebeuren, dat hun ziel gevuld zal worden met de Heilige Geest. Mogen zij voortkomen en het water verlaten, voortgaan om U te manifesteren in het prediken van het Evangelie; de zondagsschool onderwijzend; in tongen sprekend; tongen uitleggend; tekenen, wonderen en wonderheden doende; en boven alles de liefde van God die in hun ziel brandt met zachtmoedigheid, matigheid, geduld en nederigheid.

116 Heere, ik vertrouw hen aan U toe. Zij zijn de trofeeën van deze opwekking. En ik bid dat U hen in Uw zorg houdt. En op een dag, als ik hier sta te bidden boven Uw Bijbel nadat ik eruit gepredikt heb en met mijn hele hart verkondigd heb wat ik denk dat de Waarheid is, zoals U het mij zult openbaren...

117 En Heere, wij zijn aan het wachten op hun doop, net zoals wij hier allen in het gehoor staan, wachtend op de opstanding. En op een dag, Heere, terwijl wij samen staan in hemelse plaatsen, moge er een geluid van de hemel komen; de bazuin zal klinken en de doden in Christus zullen eerst opstaan. Mogen wij met Hem opgenomen worden om de Heere in de lucht te ontmoeten en altijd met Hem te zijn. Sta het toe, Vader.

118 Houd ons gezond en gelukkig en vol vuur. Wij vragen niet om geld. Wij vragen niet om gemakkelijke dingen. Wij vragen slechts om gelijk te zijn aan Jezus. Wij willen met Hem geïdentificeerd worden, met de soort Geest die in Hem was, zachtmoedig en vriendelijk, altijd bezig in de zaken van de Vader.

119 Heere, in het sluitende uur van deze opwekking en deze identificatie van vele dierbare mensen, ga verder met U te identificeren door hun de Heilige Geest te geven. Sta het toe, Vader.

120 Zegen deze kleine tabernakel. Zegen iedere prediker, elk persoon die het heeft bijgewoond, elke gemeente die hier geweest is.

121 Heere, ik bid dat U een opwekking zendt in iedere gemeente over de hele wereld. En wij zullen hen samen zien komen, één van hart en eensgezind, opdat de opname-genade van Jezus Christus onder ons gegeven mag worden. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

     [Broeder Branham maakt zich klaar voor de doopdienst – Vert]