Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Die dag op Golgotha

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder Neville. [Broeder Neville zegt: "God zegene u, broeder." – Vert] God zegene u, broeder Neville, dank u zeer. Goedemorgen vrienden. Het is een voorrecht om vanochtend weer hier in de tabernakel terug te zijn om de Here te dienen door de prediking van het Woord en het bidden voor de zieken. Ik ben erg dankbaar voor deze dag.

2 Ik was verbaasd toen ik zojuist binnenkwam. Een broeder liep naar voren en zei: "Ik wil niet zijn zoals de ondankbare melaatse die werd genezen." Het was broeder Wright. Ik had voor hem gebeden en de Here heeft hem volkomen genezen. Hij kwam huilend naar mij toe om mij de hand te schudden en te zeggen dat Hij de Here wilde danken voor zijn genezing. Hij wilde terugkomen om te bedanken. Het is helemaal weg. Hij is nu volkomen gezond. Wij zijn dankbaar voor zulke getuigenissen.

3 En Charlie, u en broeder Jeffries, als u wilt, kom dan hier naar boven en neem deze plaatsen hier. En u bent meer dan welkom, dus u hoeft niet te staan. De andere broeder daar, en broeder Wood, kom gewoon hier boven, er zijn hier nog enkele plaatsen op de bank, zodat u niet hoeft te staan. Er zijn hier geloof ik nog een paar plaatsen. U bent van harte welkom om te komen en deze plaatsen te nemen.

     Wij zijn blij... Ik geloof dat er eens werd gezegd: "Ik was verheugd toen ze tot mij zeiden..." [Een broeder zegt: "Ik houd er altijd van om dicht bij de prediker te zitten." – Vert] Dank u; dank, dank u. "Ik was verheugd toen ze tot mij zeiden: 'Laat ons naar het huis des Heren gaan.'" Dat is het voorrecht en de vreugde van een Christen; om op te gaan naar het huis des Heren. Als ik zo rondkijk, zie ik hier vanmorgen veel van mijn vrienden. Dat doet mij geweldig goed. Ik ben blij om broeder en zuster Dauch hier te zien uit Ohio. Ik zie broeder en zuster Armstrong daar achterin, helemaal uit Ohio. God zegene ook u allen. En o, rondkijkend zie je er gewoon zo veel, het zou gewoon moeilijk zijn om al hun namen te noemen. Zuster Hoover, wij zijn blij u vanmorgen te zien, van Kentucky. En Charlie en Nellie, broeder Jeffries en zijn gezin en zovelen van buiten de stad... Wij verwachten vanmorgen een wonderbare tijd in de Here. Wij verwachten dat God ons op zo'n wijze gaat ontmoeten, dat het onze zielen zal zegenen en dat Hij ons de dingen zal bedienen die wij nodig hebben. En als ik de zaal rondkijk en als ik al mijn vrienden hier zou gaan opnoemen, dan zou het bijna de hele morgen kosten. Het doet me goed om weer terug te zijn in de gemeente en om alle mensen te zien en te ontmoeten.

4 Wat zal het zijn wanneer wij in de hemel komen en wij daar samenkomen voor die geweldige tijd, om voor altijd en eeuwig gemeenschap te hebben rondom de troon van God, en met dezelfde zegeningen die ons allen zo dierbaar waren.

     Daar zullen wij gevormd zijn naar Zijn gelijkenis, naar Zijn beeld, en met Zijn Geest op ons, om Hem te aanbidden en te dienen tot in alle eeuwigheid zonder ooit vermoeid te worden!

     Hebt u er wel eens aan gedacht, dat u niets kunt bedenken wat u graag doet, waar u toch af en toe niet moe van wordt? Charlie, ik denk dat jij en ik meer op eekhoorntjes hebben gejaagd dan wat wij ook maar graag doen op die manier. Maar weet u, je raakt er vermoeid van. En ik houd ervan om te wandelen, om de bergen in te gaan en gewoon te wandelen, maar soms word ik moe en dan wil ik iets anders doen. En ik houd ook van autorijden.

     Soms begin ik moe te worden, uitgeput en uiterst nerveus. Dan spring ik in mijn auto en ga eropuit. Ik houd het stuur stevig vast en zing dan al rijdend: "Ik ben zo blij, dat ik kan zeggen dat ik één van hen ben", of zoiets. Pak gewoon dat stuur en zing en stamp met mijn voet en jubel het uit. Maar na een poosje word ik moe en dan ga ik terug naar huis en begin weer met iets anders. Maar als wij God zullen aanbidden in dat nieuwe Koninkrijk, zal er nooit een moment van vermoeidheid zijn. Het zal gewoon een zegen zijn die steeds doorgaat. Maar dan zullen wij natuurlijk wel veranderd zijn; wij zullen niet meer zijn wat wij nu zijn. Wij zullen anders zijn, andere schepselen dan in deze tijd. Dus wij zijn blij.

5 Ik dacht er juist aan – ik weet niet of ik dit ooit heb aangehaald of niet, broeder Charlie – dat ik enige tijd geleden met hem in Kentucky was, en hij zei: "Broeder Branham, denkt u dat wij in het duizendjarig rijk ook op eekhoorntjes zullen jagen?"

     Ik zei: "Ik denk het niet, Charlie."

     Hij zei: "Maar wij houden er zo van; denkt u dat wij dat zullen doen als wij in het duizendjarig rijk komen?"

     Ik zei: "Nee, er zal in het duizendjarig rijk niets worden gedood."

     En hij zei: "Wel, wij hielden er gewoon van."

     Ik zei: "Charlie, wat als ik jou ervan kon overtuigen, dat jij vroeger een varken was geweest en dat je was opgeklommen tot een hoger wezen, een menselijk wezen. Zou jij dan ooit terug willen gaan om van de genoegens van een varken te genieten?"

     Hij zei: "Nee."

     Ik zei: "Zie, je zou nu als mens zoveel hoger zijn dan een varken, dat je nooit meer een varken zou willen zijn." Ik zei: "Nu, vermenigvuldig dat met tienduizend, en dat is wat je zult zijn wanneer je veranderd zult zijn van wat je hier bent in wat je zult zijn. Je zult nooit meer menselijk willen zijn." Zo is het. Het zal iets anders zijn. Ik verheug me alleen al over de gedachten erover: te weten dat wij op zekere dag hogerop zullen klimmen.

6 Nu, zo de Here wil, zal ik zondag, wat ongeveer zal zijn... Dan zal ik vertrekken om naar Wyoming te gaan, met een goede vriend, of naar Idaho, met een goede vriend van mij, broeder Minor Arganbright, broeder Clayt Sonmore, de Christen-Zakenlieden. Volgende week, de week na de volgende, dat is de zevende, zal ik in Dallas, Texas, zijn, bij de 'Voice of Healing'-conventie, en mijn avond om te spreken is de zevende. En dan keer ik terug om naar Idaho te gaan met broeder Arganbright en de Christen-Zakenlieden. Misschien zullen wij één avond houden in Minneapolis voordat wij vertrekken en dan één Christen-Zakenlieden ontbijt.

     Zo de Here wil, wil ik volgende week zondagochtend hier weer in de Tabernakel terug zijn. En als het goed is en het de wil van de Here is, zal ik dan spreken over het onderwerp 'De wervelwind in de wind'.

7 Ik leek het de hele week op mijn hart te hebben, maar gisterochtend, heel vroeg, om vier uur in de morgen, werd ik wakker en kreeg ik deze gedachte: "Die dag op Golgotha." En daar wil ik vanmorgen over spreken: Die dag op Golgotha...

     En laten wij voor onze Schriftlezing onze Bijbel opslaan bij het Evangelie van Mattheüs, hoofdstuk 27, te beginnen bij vers 27, en een stuk van dit Schriftgedeelte lezen om onze achtergrond te krijgen. Dan zullen wij meteen beginnen; en na de predikingsdienst zullen wij bidden voor de zieken.

8 Sinds de laatste keer hier, net terugkomend in het patroon van mijn nieuwe soort bediening, heb ik vanaf die samenkomst meer getuigenissen teruggekregen, dan ik in lange tijd heb gehad. Er is iets mee, dat je contact moet hebben met de persoon, ongeacht hoeveel er van het bovennatuurlijke wordt getoond. Maar zie, genezing moet gebaseerd zijn op het geloof van de persoon.

     Nu, als iemand geloof heeft... en zij zien hoe de Heilige Geest vaardig is over het gehoor en zegt: "Bepaalde dingen zijn gebeurd; uw naam is Zo-en-zo; u komt uit zo'n plaats, en u hebt dat-en-dat gedaan; zus-en-zo zal gebeuren", en zij zien alles dan precies zo gebeuren, dan zou toch de persoon die daar zit op moeten zien en zeggen: "Dat moet God zijn. Ik aanvaard mijn genezing." Maar in plaats daarvan zegt de persoon: "Leg mij de handen op en bid voor mij, opdat ik genezen zal worden."

9 Maar zo werd het ons hier in Amerika onderwezen, om dat te geloven. En dat is zeker Schriftuurlijk. Maar nu zien wij in Afrika en andere plaatsen... Laat zoiets maar gebeuren en het gehele gehoor reikt in één keer omhoog en aanvaardt zijn genezing, omdat aan hen niets werd onderwezen. Zie, hun werd zelfs geen genezing onderwezen. En als zij dat dan zien, weten zij dat er een God bestaat Die leeft; en als Hij leeft, is Hij almachtig, en geneest Hij, en dat is het! Want de basis is reeds gelegd, het fundament, dat Hij een Heelmeester is, die de mensen geneest. Wanneer zij dan Zijn tegenwoordigheid zien werken onder Zijn gemeente, dan zeggen zij: "Dat bevestigt het. Dat is alles wat wij nodig hebben."

     Maar ons is onderwezen om zieken de handen op te leggen en dergelijke dingen. Dat is de reden dat het niet zo goed werkt in Amerika.

     Nu, onthoud, volgende zondagmorgen, zo de Here wil, broeder Neville zal het natuurlijk aankondigen: 'Een wervelwind in de wind.'

10 Nu, ik heb u wat tijd gegeven om in uw Bijbel Mattheüs 27 op te zoeken. Laten wij beginnen te lezen vanaf het zevenentwintigste vers. Laten wij aandachtig luisteren:

     Toen namen de krijgsknechten van de stadhouder Jezus met zich in het rechthuis, en vergaderden over Hem de ganse bende.

     En toen zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om;

     En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechterhand; en vallende op hun knieën voor Hem, bespotten zij Hem, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden!

     En op Hem gespuwd hebbende, namen zij de rietstok en sloegen op Zijn hoofd.

     En toen zij Hem bespot hadden, deden zij Hem de mantel af, en deden Hem Zijn klederen aan, en leidden Hem heen om te kruisigen.

     En uitgaande, vonden zij een man van Cyréne, met name Simon; deze dwongen zij, dat hij Zijn kruis droeg.

     En gekomen zijnde tot de plaats, genaamd Golgotha, welke is gezegd Hoofdschedelplaats,

     Gaven zij Hem te drinken edik met gal gemengd; en toen Hij die geproefd had, wilde Hij niet drinken.

     Toen zij Hem nu gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, het lot werpende; opdat vervuld zou worden, wat gezegd is door de profeet: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding geworpen.

     En zij, neerzittende, bewaakten Hem aldaar.

     En zij stelden boven Zijn hoofd Zijn beschuldiging geschreven: Deze is Jezus, de Koning der Joden.

     Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linkerzijde.

     En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden,

     En zeggende: Gij, Die de tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf. Indien Gij de Zoon van God zijt, zo kom af van het kruis.

     En evenzo ook de overpriesters met de Schriftgeleerden, en ouderlingen, en Farizeeën, Hem bespottende, zeiden:

     Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelf niet verlossen. Indien Hij de Koning Israëls is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem geloven.

     Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.

     En hetzelfde verweten Hem ook de moordenaars, die met Hem gekruisigd waren.

     En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.

     En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: Eli, Eli, Lama Sabachthani! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!

     En sommigen van die daar stonden, dat horende, zeiden: Deze roept Elía.

     En terstond een van hen, toelopende, nam een spons, en die met edik gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken.

     Doch de anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elia komt, om Hem te verlossen.

     En Jezus, weer met een grote stem roepende, gaf de geest.

     En ziet, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden.

     En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt;

     En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.

     En de hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaakten, ziende de aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden zeer bevreesd, zeggende: Waarlijk, Deze was Gods Zoon!

11 Laten wij een ogenblik onze hoofden buigen voor gebed. Here, wij weten dat Gij God zijt, en nu wij dit gewijde en Heilige Woord hebben gelezen, kunnen wij zien dat Uw natuur nog steeds niet veranderd is. U bent altijd God. En het leek alsof Jezus geen enkele hulp zou krijgen, dat Hij door wrede handen was gegrepen, en stukgeslagen, en bespuwd en bespot, en bloedend en stervend aan het kruis hing. Het leek alsof er nergens meer hulp te vinden was, zo zelfs, dat Hij Zelf uitriep: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Maar Gij grijpt in op het moment dat niets anders het meer kan doen.

     Ons is gegeven om te weten, Here, dat als wij rivieren hebben die wij niet kunnen doorkruisen, als wij bergen hebben waar wij niet doorheen kunnen komen, God Zich specialiseert in het doen van dingen die anderen niet kunnen. U bent een specialist op dat gebied, want U kende de reden van die dag op Golgotha. Omdat U God bent, de Oneindige, wist U dat dit uur moest komen. Maar toen het was vervuld, toonde U dat U God was. U toonde Wie de baas was.

12 U deed de aarde beven en de heiligen die in de grond sliepen, kwamen eruit. U verduisterde de zon in de nacht... als nachtelijk duister, tonend dat U God was; maar U scheen zo lang stil te zijn. Laten wij hieruit deze conclusie trekken, dat zolang wij in de Geest wandelen, geleid door de hand van God, ongeacht wat er verkeerd schijnt te zijn, wij toch onze ogen gericht houden op Golgotha. God zal spreken op het juiste uur, op de juiste tijd.

     Nu, Vader God, wij vragen U om vergeving van onze zonden en overtredingen. Wij vragen U ons te leiden door Uw Geest. Leid ons, zoals de Duif het Lam leidde.

     Laat ons gehoorzaam zijn, wat er ook met ons moge gebeuren, dit wetend dat God alle dingen mede laat werken ten goede en wetend dat het in orde zal komen.

     Wees vandaag met ons in deze dienst. Wij bidden dat U diegenen zult redden, die in een toestand zijn om gered te worden, en die redding zoeken.

     Vul diegenen met eeuwig leven die daarnaar zoeken. Wij bidden dat U degenen zult genezen die ziek en aangevochten zijn en zijn gekomen om genezing te vinden. En wij zullen U ervoor prijzen. Wij vragen het in de Naam van Uw Zoon, onze Verlosser, Jezus Christus. Amen.

13 Nu ik deze morgen spreek, zou ik uw aandacht willen vestigen op de tekst, die ik heb gekozen: "Die dag op Golgotha." Het lijkt of dit niet helemaal de goede tijd is; dit zou op Goede Vrijdag moeten zijn. Golgotha behoorde elke dag herdacht te worden. En wij hebben er al zoveel over gehoord en zoveel over gelezen. Predikers hebben er al sedert het begin van de tijd over gepredikt. Zangers hebben het door de eeuwen heen bezongen. Profeten voorzegden het vierduizend jaar voordat het ooit geschiedde en de profeten van deze dag wijzen terug naar toen het geschiedde. Het is zo'n belangrijke dag.

     Het is een van de allerbelangrijkste dagen van alle dagen die God ooit op deze aarde heeft doen aanbreken. En als Golgotha zo belangrijk is voor het mensdom, dan denk ik dat het goed voor ons is om terug te blikken en te onderzoeken wat het eigenlijk voor ons betekent. Want ik ben er zeker van, in dit late uur waarin wij leven, dat wij naar elk belangrijk ding van God zoeken dat wij kunnen weten; en alles wat wij kunnen ontdekken, wij zijn hier om ervan te leren. Om te zien wat voor óns is, en wat God voor ons gedaan heeft, en te zien wat Hij beloofd heeft voor ons te zullen doen. Dat is waarvoor wij naar de samenkomst komen.

14 Dat is waarom de prediker predikt. Dat is waarom hij studeert en de Schriften overdenkt en zoekt naar inspiratie, want hij is een openbare dienaar voor Gods volk en hij probeert iets te vinden, wat God tot Zijn volk wil zeggen, iets wat hen zou kunnen helpen. Misschien is het om hen in hun zonden te veroordelen, maar het zou een hulp zijn om hen weer op te richten, zodat zij hun zonden zouden verzaken, om daarna op te staan om de Here te dienen. En predikers behoren deze dingen te zoeken.

15 Als deze dag zo belangrijk is, één van de allerbelangrijkste dagen, laten wij dan eens drie verschillende dingen bezien van wat die dag voor ons betekende. Wij zouden er honderden kunnen nemen. Maar vanmorgen heb ik slechts drie verschillende, vitale dingen uitgekozen, waar wij in de volgende paar ogenblikken naar willen kijken, over wat Golgotha voor ons betekende. En ik bid dat het iedere zondaar die hier aanwezig is zal veroordelen, dat het iedere heilige op zijn knieën zal laten gaan, dat het zal maken dat het geloof van iedere zieke zal oprijzen tot God om genezen weg te lopen, iedere zondaar gered, en dat iedere teruggevallene terugkomt en beschaamd zal zijn van zichzelf, en iedere heilige zich zal verheugen en nieuw houvast en nieuwe hoop zal vatten.

16 Het eerste en allerbelangrijkste wat Golgotha voor ons en voor de wereld betekent, is dat het eens en voor altijd het zondeprobleem heeft opgelost.

     De mens werd schuldig bevonden aan zonde, en op zonde stond een straf die geen mens kon betalen. De straf was zo groot dat er niemand was die de straf kon betalen. Ik geloof waarlijk dat God het zo beschikte, dat de straf zo groot zou zijn, dat geen mens die kon betalen, zodat Hij het Zelf kon doen.

     Wel, de straf voor de zonde was de dood. Wij werden allen in zonden geboren, verwekt in ongerechtigheid en wij kwamen als leugenaars ter wereld. Daarom was er niemand van ons die waardig was en konden zij ook niemand anders op aarde vinden die waardig was.

17 En de zonde begon niet op aarde. Zonde begon in de hemel. Lucifer, de duivel, was al een veroordeeld schepsel, wegens zijn ongehoorzaamheid, voordat hij ooit de aarde betrad. Zonde begon in de hemel, waar God de engelen, enzovoort, op dezelfde basis plaatste als waarop Hij de mens plaatste. Kennis, de boom der kennis... de Boom des Levens en de boom der kennis, waar de mens zijn keuze kon maken. En toen Lucifer als eerste zijn keuze kon maken, wilde hij iets beters dan God had. En daar begonnen de moeilijkheden.

18 Er was een vereiste voor de zonde. En die eis was de dood. De dood was de straf, en dat is... Wij zouden hier heel uitgebreid op in kunnen gaan, omdat ik niet geloof dat er slechts één dood is. Er is één leven. Ik geloof dat een mens die eeuwig leven heeft, nooit kan sterven, en ik geloof dat er een totale vernietiging is van die ziel die zondigt. Want de Bijbel zegt: "De ziel die zondigt, die zal sterven." [Ezechiël 18:4] Niet de méns, maar de zíel die zondigt. Dus moet Satan zeker sterven, om volledig vernietigd te worden. Wat verschil ik van mening met de Universalisten, die zeggen dat Satan gered zal worden! Hij zondigde en is de oorsprong van de zonde. Zijn ziel zondigde, en hij was een geest. Die geest zal volledig vernietigd worden, totdat er niets van overgebleven is.

19 En toen de zonde de aarde in den beginne trof, als een laken van zwartheid dat uit de hemel viel, heeft het letterlijk de aarde verlamd. Het wierp elk schepsel op aarde en heel Gods schepping in slavernij. De mens was in slavernij van dood, ziekte, moeite en verdriet. De hele natuur viel mee. Zonde was een verdovingsmiddel dat feitelijk de aarde verlamde! En toen werden wij hier geplaatst, hopeloos, omdat elk schepsel op aarde eraan onderworpen was, en iedereen die op aarde werd geboren eraan onderworpen was. Dus moest het ergens vandaan komen waar geen zonde was. Het kon niet vanaf de aarde komen. Een van ons kon de ander niet verlossen. Het moest van een ander komen.

     Daarom werd de mens, toen hij besefte dat hij was gescheiden van zijn God, een zwerver. Zij weenden, zij riepen, zij zwoegden, zij zwierven rond door de bergen en door de woestijnen, op zoek naar een stad waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester was. Want hij wist, dat als hij ooit terug zou komen in de tegenwoordigheid van God, hij het met Hem zou kunnen uitpraten. Maar er was geen weg terug. Hij raakte verdwaalde, hij wist niet welke kant hij op moest, dus hij begon gewoon te zwerven, op zoek naar ergens waar hij een weg terug zou kunnen vinden naar die plaats. Iets binnenin hem zei hem, dat hij van een plaats kwam die volmaakt was.

20 Er is niemand hier in dit zichtbare gehoor of onder de hoorders van de geluidsband die rond de wereld gaat, of waar anders ook, die niet naar dat volmaakte zoekt. U zorgt ervoor dat uw rekeningen worden betaald en denkt dan dat daarmee alles afgehandeld is. Wanneer u uw schulden hebt betaald, wordt er iemand ziek in uw gezin. Als de ziekte over is, dan krijgt u meer rekeningen om te betalen. Dan begint ineens uw haar grijs te worden en wilt u weer jong zijn. En er is altijd iets, steeds weer, vanwege die golf van zonde. Maar in uw hart, omdat u daarnaar op zoek bent, laat het zien dat er ergens een volmaaktheid is. Ergens is daar iets.

21 Dat is tegenwoordig vaak de reden dat een zondaar nog steeds ronddwaalt. Een mooi jong meisje zal haar haarlokken laten knippen om populair te zijn, haar gezicht verven om er knap uit te zien, kleren aantrekken die haar vormen doen uitkomen, omdat dit het enige is wat zij ergens kan vinden, om te proberen iets tot haar terug te laten komen, als zij mannen naar haar kan laten fluiten, naar haar wuiven of met haar flirten. De jonge mannen zullen hetzelfde doen tegenover de vrouw, proberend om zich aantrekkelijk te maken voor hen. Buren zullen een huis bouwen en het zo maken dat het er een beetje beter uitziet dan het huis van de buren. Zo gaat het steeds. Wij zoeken naar iets, en iets blijft er steeds weer een beetje bovenuit gaan.

22 De jongedame zal een andere jongedame vinden die populairder is dan zij. De buurman zal een huis vinden dat er beter uitziet dan het zijne. De vrouw zal een andere vrouw vinden, die op een bepaalde manier gekleed is en er beter uitziet dan zij. Het is iets in ons dat naar iets op zoek is, en dat toont dat wij verdwaald zijn. Wij willen datgene vinden dat ons tot die tevredenheid zal brengen, iets wat die honger daarbinnen zal stillen; maar het lijkt erop dat wij het niet kunnen vinden.

     Menselijke wezens hebben het door de eeuwen heen geprobeerd. Zij hebben erom gehuild, zij hebben het uitgeroepen. Zij hebben alles gedaan wat zij konden, maar nochtans vonden zij het niet, ronddolend door de wereld.

23 Tenslotte op een dag, dat was die dag op Golgotha, was er Eén Die neerdaalde uit de hemel, Eén Die Jezus Christus heette, de Zoon van God, Die uit de heerlijkheid kwam, en toen werd Golgotha gevormd. Dat was de dag dat de prijs werd betaald, en het zondeprobleem werd voor altijd opgelost, en de weg werd geopend naar datgene waar wij naar hongerden en dorstten. Het bracht een plaats van bevrediging.

     Er is geen mens die ooit Golgotha heeft bezocht en het heeft gezien zoals het was, die ooit nog dezelfde kan zijn. Alles wat hij ooit heeft gewenst of verlangd wordt vervuld wanneer hij die plek bereikt. Het was zo'n belangrijke dag en zoiets belangrijks, dat het de wereld schudde! Het schudde de wereld zoals zij nog nooit was geschud.

24 Toen Jezus stierf op Golgotha en het zonde-vraagstuk betaalde, kreeg deze zondige wereld een black-out! De zon ging midden op de dag onder; zij kreeg een zenuwinzinking, de rotsen schudden, de bergen scheurden, en de dode lichamen braken los uit het graf. Wat was er aan de hand? God richtte Zich op Golgotha. Hij verwondde dat beest, genaamd Satan, voor immer. Sindsdien is hij nog boosaardiger geworden, omdat het licht bracht aan de mensheid. En iedereen weet dat een gewond dier op z'n venijnigst is... rondkruipend met een gebroken rug.

     Nu, Satan werd neergeslagen op Golgotha. De aarde bewees het. De hoogste prijs die ooit werd betaald; en de Enige die hem kon betalen, kwam en voldeed hem op Golgotha. Daar werd de grote prijs betaald. Dat is één van de dingen.

25 God had het vereist. Geen mens was waardig, niemand was er toe in staat, geen mens kon het doen. En God kwam Zelf en werd mens. Hij leefde als een mens, met menselijke verlangens, en werd gekruisigd op Golgotha. En daar, toen Satan dacht dat Hij het niet zou doen, dat Hij er niet doorheen zou gaan, ging Hij door Gethsemané en elke verzoeking waar ooit een mens doorheen is gegaan. Hij ging erdoorheen, net als alle mensen; maar Hij betaalde de prijs! En dat is wat de aarde verduisterde, als de narcose voor een operatie.

     Wanneer een dokter iemand onder narcose brengt, slaat hij hem eerst bewusteloos voordat hij het kan doen. En toen God de kerk opereerde, kreeg de wereld een narcose. De natuur kreeg een stuiptrekking. Geen wonder, want God, in menselijk vlees, was stervend...

     Het was het uur waar de wereld naar had uitgekeken en toch wisten velen van hen het niet. Net als in deze tijd; velen zien uit naar deze dingen en toch herkennen zij ze niet. Zij hebben geen besef van de uitweg. Zij proberen nog steeds naar genoegens en dingen van de wereld te zoeken, proberen hun uitweg te vinden.

26 Er waren veel wegwijzers geweest, die naar die dag hadden gewezen, veel grote voorafschaduwingen. Het was uitgebeeld door het lam, door de os, door de tortelduif, en al deze dingen. Toch kon dat het niet breken. Het kon die dodelijke greep niet breken! Want Satan had de aarde. Dezelfde rotsen waarover hij eens heen en weer liep op de aarde, brandende zwavel – Lucifer was de zoon van de morgen en hij wandelde op aarde toen zij een brandende vulkaan was – diezelfde rotsen die afgekoeld waren toen Jezus stierf op Golgotha, braakten uit van de aarde. De prijs was betaald en de slavernij van Satan was verbroken.

27 God legde in de handen van de mens een weg terug naar wat hij had gezocht. Hij hoefde niet langer te wenen. Toen Hij Satans ruggengraat daar op Golgotha brak, de ruggengraat van zonde, van ziekte, bracht het elk sterfelijk wezen op aarde terug in de tegenwoordigheid van God, met vergeven zonden.

     Halleluja! Onze zonden zijn vergeven. Satan kan ons niet meer van God afscheiden. Er is een hoogweg gebaand. Er staat daar een telefoon. Er is een telefoonlijn naar de heerlijkheid. Het brengt eenieder binnen het bereik van die telefoonlijn.

     Iemand die vol zonde is, werd verbonden met de centrale. Die zonde kan hem vergeven worden. Niet alleen dat, maar er is voor die zonde betaald! Glorie! U hoeft niet te zeggen: "Ik ben niet waardig." Zeker bent u dat niet. U zou het nooit kunnen zijn! Maar een Waardige nam uw plaats! U bent vrij!

     U hoeft niet meer rond te dolen. U hoeft geen genot-zoekend mens te zijn hier op aarde. Want:

Er is een Bron, gevuld met bloed,
Die vloeide uit Immanëls zij,
En zondaars worden in die vloed
Van zondesmetten vrij.

     U hoeft niet verloren te zijn. "Er zal een verheven baan en een weg zijn, die de heilige weg zal genaamd worden; de onreine zal er niet doorgaan." Want hij komt eerst tot de bron; daarna betreedt hij deze verheven baan.

28 Hij brak de macht van Satan. Hij opende de gevangenisdeuren van de hel, voor ieder mens die op deze aarde was opgesloten, in de gevangenissen, die leefde in vrees voor wat de dood hem zou brengen als hij stierf. Op Golgotha opende Hij die celdeuren en liet elke gevangene vrijuit gaan. U hoeft niet langer verscheurd te worden door de zonde. U hoeft niet langer uw leden ten dienste te stellen aan zonde, drinken, roken, gokken en liegen. U kunt eerlijk, rechtvaardig en oprecht zijn; en Satan kan er niets tegen doen, omdat u een lijn vasthebt, een levenslijn, die verankerd is in de Rots der Eeuwen. Niets kan u er van afschudden. Geen storm kan u ervan losschudden. Nee niets, zelfs de dood zelf kan ons niet scheiden van de liefde Gods, die in Christus Jezus is.

29 Dat was de betekenis van Golgotha. Mensen die in gevangenschap waren werden bevrijd. Mensen die eens leefden in angst voor de dood, kunnen de dood niet langer vrezen. Iemand die verlangt naar een stad welker Kunstenaar en Bouwmeester God is, kan nu die verheven baan betreden en opzien naar de hemel, want hij is vrij! Halleluja! Hij is verlost. Hij hoeft niet langer meer te zwerven, want er is een manier om te weten of u goed of fout bent. God geeft ons leven. Onze zonden zijn weggedaan. Die dag op Golgotha betaalde de prijs.

     Wanneer wij dit alles zien, is het geen wonder dat de dichter schrijft [Vrij vertaald]:

Terwijl de hemel verduistert en d' aarde beeft,
Buigt mijn Verlosser het hoofd en geeft de Geest.
De scheurende voorhang ontsloot ook voor mij,
De weg tot de vreugde der eeuwigheid.

30 Abraham hoefde niet meer door het land te zwerven om een stad te zoeken. De zondaar hoeft zich niet meer af te vragen of hij verlost kan worden of niet. De zieke hoeft zich niet meer af te vragen of hij kan worden genezen of niet. De openscheurende voorhang, op die dag op Golgotha, toonde de weg naar de totale overwinning. God gaf ons de krachten van Zijn Geest om zegevierend over al deze dingen te leven; vraagt ons slechts om het te geloven. Dat gebeurde op die dag op Golgotha.

     Nooit was er zo'n dag geweest en nooit zal er zo een meer zijn. Het is niet meer nodig. De prijs is betaald en wij zijn verlost. God zij gedankt, wij zijn verlost. U hoeft niet meer te dwalen; er is geen vraag meer over. Alles is weggedaan. De voorhang... het gordijn werd opzij geschoven en wij zijn op een 'verheven baan' geplaatst. Niet om nog te twijfelen, maar om te geloven en gewoon rechtdoor te lopen. Wij wandelen regelrecht de tegenwoordigheid binnen van God Zelf.

31 Abraham wist, en anderen wisten, terwijl zij de stad zochten... zij wisten dat zij ergens vandaan kwamen. Er was iets gebeurd. Zij leefden op een verlamde aarde. Er kwamen aardbevingen, er kwamen stormen, oorlogen en moorden. De wolf en het lam voedden zich met elkaar... of, de wolf voedde zich met het lam en de leeuw at de os. Het ziet er niet goed uit; er is iets fout! Zij wisten dat er iets verkeerd was. Mannen... broer doodde broer, vader doodde zoon, zoon doodde vader. Er is iets fout. Hij wordt oud, hij sterft, hij kwijnt weg. Ziekte tast hem aan, hij is gebonden. De bomen groeien, maar zijn niet onsterfelijk: ze sterven. De bergen veranderen, de zeeën drogen op, er is tekort aan water... Er is iets verkeerd! En hij zocht een plaats, een stad waar dat niet meer zou gebeuren. Hij wist, dat wanneer hij eenmaal terug zou kunnen komen in de tegenwoordigheid van die Ene Die het eenmaal goed had geschapen, hij het met Hem zou kunnen uitpraten.

32 O wat een voorrecht, zondaar, is het vanmorgen om te weten dat u nu de weg hebt. Die dag op Golgotha ontsloot de weg. Waar al die aartsvaders naar jaagden, naar zochten; Golgotha gaf het u om niet. Hoe zou u het kunnen afwijzen? Hoe zou u het kunnen afwijzen door u bij een denominatie te voegen? Hoe zou u het kunnen afwijzen door er iets anders voor in de plaats te stellen, de genoegens van de wereld? Waarom aanvaardt u het niet?

     Het voorhangsel dat opengaat brengt een mens regelrecht terug in de tegenwoordigheid van God; zonder een spoor van wat voor zonde ook op zich; en het baant een weg voor hem naar wat hij zoekt: de hemel, heerlijkheid, vrede, eeuwig leven... Alles ligt voor hem open.

33 Die dag was de doodsteek voor Satans macht; het beëindigde alles. En ik kan Hem daar zien; Hij was het Lam van Eden, vanaf de allereerste voorafschaduwing ervan, toen Abel God door geloof een uitnemender offer bracht dan Kaïn. Hij moet een druivenrank om de nek van een lam hebben gebonden en het naar de rots hebben gesleept, een steen in zijn hand hebben genomen als lans en zijn kopje naar achteren hebben getrokken, en gehakt en geslagen hebben tot het stierf. En zijn wol baadde in zijn eigen bloed, het wentelde zich in zijn bloed. Het was een afschaduwing.

     Maar die dag op Golgotha was er geen lam van deze aarde, maar het was een Lam van God dat stierf, badend in Zijn eigen bloed. Hij werd gehakt, vermorzeld, geslagen en bespuwd, en getrapt, gemept, en alles, door de wereld, en het bloed drupte van Zijn lokken.

34 Toen Abels lam stierf, stierf het, sprekend in een taal die Abel niet kon verstaan. Het blaatte. En toen het Lam van God die dag stierf op Golgotha, sprak Hij in een taal die niemand begreep: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Het was Gods Lam, aan stukken gehakt en vermorzeld.

     Hij was dát Lam dat Abel in gedachten had, toen hij het beloofde zaad van de vrouw had gezien. Hij was het Lam dat Daniël zag, dat 'zonder handen uit de berg werd afgehouwen'. Hij was het 'rad in het midden van een rad' voor de profeet. Alles wat zij hadden voorzien, werd op die dag vervuld, die dag op Golgotha. Dat bracht de grote zaak binnen. Dat brak de rug van Satan.

35 Ten eerste behoorden wij te zoeken naar wat die dag betekende. Ten tweede moeten wij zien wat deze dag voor ons heeft gedaan. Nu, ten derde, laten wij kijken naar wat wij behoren te doen voor die dag. Wat behoren wíj te doen?

     Eerst moeten we erin kijken, want het is een grote dag, de belangrijkste van alle dagen. De prijs voor de zonde werd betaald. Satans macht werd gebroken. En nu willen wij zien wat wij van onze kant behoren te doen.

     Nu, van onze kant... Toen Jezus stierf op Golgotha, op Golgotha die dag, betaalde Hij niet alleen de prijs voor onze zonde, maar Hij betaalde ook de prijs die de weg opende dat wij Hem konden volgen. Want wij, als de gevallen Adams die verlost werden... Zoals de Geest Adam leidde, de eerste Adam, door de Geest, die de heerschappij had over de hele natuur... zo kunnen wij de tweede Adam... of kan de mens van de aarde, die door Christus is verlost sinds de dag op Golgotha, Hem volgen.

36 Nu, toen Hij stierf op Golgotha, maakte Hij een weg. Hij gaf de Geest, de Heilige Geest, Die het terugzond naar de aarde voor u en mij om daardoor te leven. Dat is wat Golgotha voor ons betekent, om Hem te volgen.

     Bekijk het eerst. Kijk wat het voor ons heeft gedaan, en nu wat wij ermee moeten doen. Wat moeten u en ik doen? Nu, wij zeggen "Wel, ik waardeer dat. Dat is erg fijn." Maar wij moeten het aanvaarden. En het aanvaarden is dat wij Zijn Persoon, Christus, in ons hart accepteren. Dan zijn wij vrij van zonde. Daarom hangen er helemaal geen zondeketenen meer aan ons. God... alsof wij nooit hadden gezondigd.

     Het volmaakte offer heeft ons volmaakt gemaakt, want Jezus zei: "Weest gij dan volmaakt, gelijk uw Vader in de hemel volmaakt is." Dan is er niets meer te doen, maar zijn wij volmaakt gemaakt in de tegenwoordigheid van God.

37 Nu, dat is waar wij onze positie verliezen. Als wij niet oppassen, proberen wij terug te kijken naar wat wij waren; en zolang wij terugkijken naar wat wij waren, betekent het offer niets voor ons. O, kunt u het niet zien, gemeente? Ik zou het niet eens proberen, ik kan het niet en u kunt het evenmin. Het heeft geen zin om het te proberen. U bent om te beginnen al verloren, zolang u terugziet op wat u hebt gedaan. Maar kijk niet naar wat u hebt gedaan, maar kijk naar wat die dag op Golgotha deed voor u!

     Het betaalde uw prijs. Het loste de vraag op. "Al waren uw zonden als scharlaken; ze zijn zo wit als sneeuw. Rood als karmozijn; wit als wol." Dan hebt u geen zonde; u bent volmaakt zondeloos. Ongeacht wat u hebt gedaan of wat u doet, u bent nog steeds zondeloos. Zolang u Jezus Christus hebt aanvaard als uw Zaligmaker, zijn uw zonden vergeven. Alles wat vergeven is, is kwijtgescholden en vergeten.

     Wat doet het dan? Het geeft u, na die conditie, Zijn Geest om Hem te volgen en te doen wat Hij deed, voor anderen die daarna volgen.

38 Hij was slechts één Man, de volmaakte Man. Hij gaf Zijn leven en werd een voorbeeld voor u. Nu, wat moeten wij doen? Nu, het eerste wat ik wil zeggen is: Jezus leefde nooit voor Zichzelf. Zijn leven werd aan anderen besteed. Dat is volmaakt eeuwig leven. Als u zegt dat u naar de kerk gaat en goede dingen doet, dan is dat fijn. Maar als u uw leven voor uzelf leeft, hebt u geen eeuwig leven. Eeuwig leven is leven voor anderen.

     Het werd bewezen toen het in het Lam van God kwam. Hij leefde en had eeuwig leven, want Hij leefde niet voor Zichzelf; Hij leefde voor anderen. En u ontvangt eeuwig leven door die dag te ontvangen, en u leeft niet meer voor uzelf, u leeft voor anderen.

39 Iemand zei: "Hoe kunt u het verdragen en toestaan dat iedereen u zulke slechte namen geeft?" U leeft niet voor uzelf. U leeft voor anderen, opdat u die man zou kunnen verlossen. U wordt zonen; en het probleem is dat de kerk is vergeten dat zij zonen waren. U bent zonen. U neemt de plaats van Christus in. U bent zonen, leef dus niet voor uzelf, leef voor anderen.

     "Wel, broeder Branham, voor deze broeder kan ik leven, want hij is echt een fijne man." Dat is het niet.

     Leef voor die man die u haat. Leef voor die persoon, die u zou willen vermoorden als hij kon. Dat is wat zij met Hem deden. Zij doodden Hem en Hij stierf, opdat Hij hen zou kunnen redden. Dat is eeuwig leven. Wanneer u dat in uw hart ontvangt, dan bent u gericht op de hemel. Maar offer uw eigen zaken op. Geef ze op, zoals de schapen hun wol geven. Richt uw blik op Golgotha.

40 Ik hoop dat dit u helpt om tot een plaats te komen... Dat is wat de Tabernakel, dat is wat alle mensen moeten doen: uitvinden wat u bent en wat het doel is. 'Gemeente' is niet alleen naar de gemeente gaan om muziek te spelen en liederen te zingen. De gemeente is een plaats van correctie. Het oordeel begint bij het huis Gods. Wij moeten onszelf dood achten, en levend voor Christus. Dan heeft Hij de weg gebaand om onszelf te kunnen toewijden aan Zijn dienst, om Hem te volgen. Als wij Hem volgen, dan leiden wij het leven dat Hij leidde. Dat is wonderbaar. Jezus zei en sprak ervan... Laat mij u daar enkele aanhalingen over geven. Luister goed! Mis het niet!

41 Jezus zei dat Hij op die dag de mensen zou scheiden, zoals de schapen en de bokken. En Hij zou tegen de bokken zeggen: "Ga aan de linkerkant staan" en tegen de schapen: "Ga aan de rechterkant staan." En Hij zei tegen de bokken: "Gaat weg van Mij, Ik was hongerig en jullie hebben Mij niet te eten gegeven. Ik zat in de gevangenis en jullie hebben Mij niet bezocht. Ik was naakt en jullie hebben Mij niet gekleed. Ik was dorstig en jullie hebben Mij geen drinken gegeven. Ik was ziek en jullie hebben Mij niet bezocht. Dus ga weg van Mij!" En tot de schapen zei Hij: "Ik was hongerig en jullie gaven Mij te eten. Ik was naakt en jullie hebben Mij gekleed. Ik was ziek en jullie hebben voor Mij gezorgd." Let nu op, mis dit niet, gemeente! Houd dit altijd in uw hart: het werd zo onbewust gedaan. De mensen doen het niet uit verplichting. Wanneer iemand u het een of ander geeft omdat hij het móét doen, of als iemand u voedt omdat hij het wel behóórt te doen, dan heeft hij er een zelfzuchtige bedoeling mee. Het moet werkelijk uw leven zijn, en uw daden.

42 Het was het zo'n verrassing voor deze schapen, dat zij zeiden: "Here, wanneer was U hongerig en hebben wij U geen eten gegeven... wanneer was U hongerig en hebben wij U gespijzigd? Wanneer was U naakt en hebben wij U gekleed? Wanneer was U dorstig en gaven wij U te drinken? Wanneer bent U ziek geweest en hebben wij U bezocht?" Het gebeurde zo automatisch, uit liefde. Dat was gewoon het leven dat in hen was.

     God, laat de mensen zien wat Golgotha voor ons deed. Zo automatisch: "Wanneer was U..., Here. Dat wisten wij helemaal niet." Kijk wat Jezus antwoordde: "Voor zoveel gij dit een van dezen hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan." Onzelfzuchtig leven. Niet bij nader inzien, niet erbij nadenkend, maar u bent zo dood voor de dingen van deze wereld, zo levend in Christus, en zo wandelend op de hoogweg, dat deze dingen gewoon automatisch zijn. U doet het gewoon.

43 U zegt niet: "Wel, de Here zou willen dat ik dat doe." Dat is het niet. U bent gewoon een deel van Hem, Zijn Geest is in u en u handelt zoals Hij handelde. Begrijpt u het? "Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste daarvan is de weg des doods." "Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here! zal ingaan, maar zij die de wil van Mijn Vader doen." Regelrecht uit hun hart, helemaal vrijwillig.

     Nu, die dag op Golgotha betaalde die prijs, zodat wij zo konden zijn. Niet zo van: "Weet u, weduwe Jansen had eens geen kolen meer en toen ben ik erheen gegaan en heb wat kolen voor haar gekocht", of: "Ik zeg u, dat ik pas een broeder zag, die dringend een stel kleren nodig had en ik ben erheen gegaan en heb hem een stel kleren gegeven. Prijs God, ik ben een Christen." O my. U zelfzuchtig, arm en ellendig persoon! U bent een huichelaar. Laat de rechterhand niet weten wat de linker doet, noch de linker weten wat de rechterhand doet. Zo vanzelf 'dood in Christus', dat u het hoe dan ook doet. Het is uw natuur, het is uw instelling. U doet het gewoon. Het is gewoon het leven dat in u leeft. U bent volledig toegewijd aan die Geest en Hij leeft Zichzelf in u.

44 O, voelt u die gezegende Geest, dat leven? "Niet ik leef," zei Paulus, "maar Christus leeft in mij." Gewoon zo automatisch.

     "Wel, ik vertel u, broeder Branham, wij zijn hier Christenen. Wij helpen deze mensen. Wij helpen die mensen." O my, schaam u! Dat is geen Christendom. Christendom zal het gewoon automatisch moeten... het moet gedaan worden. U vergeet het gewoon allemaal... Ga en doe het!

     Christus gaf Zijn leven gewoon volledig over aan God. Hij gaf Zich als een publieke dienaar aan de mensen. Hij gaf vrijwillig Zijn leven. Hij hoefde het niet te doen. Hij deed het niet met tegenzin. Hij zei niet: "Nu, broeders, jullie mogen allemaal wel heel wat van Mij denken, want Ik ben gekomen om voor jullie te sterven." Hij zei er nooit een woord over. Hij stierf hoe dan ook! Omdat het God in Hem was. Het is God in u. Het is God in mij, die ons doet omzien naar anderen.

45 Schapen aan de ene kant... Een van hen zal zeggen: "Wel, Here, ik heb dit gedaan en, Here, ik heb dat gedaan." Hij zal antwoorden: "Ga weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt. Ik heb u nooit gekend."

     Als de gemeente ooit tot die fundamentele feiten kan komen, dat het niet iets is wat u probéért te doen, waartoe u uzelf opwerkt; het is iets wat in u geboren is.

46 Vergeef mij, mijn Pinkstervrienden. Ik ben Pinkster, maar mijn Pinkstervrienden zijn zover gekomen, dat er een heleboel snelle muziek, het ritme van een muziekgroep, handgeklap of tamboerijnen moeten zijn, om gejuich teweeg te brengen. Dat is slechts emotie! Er spelen muziekkorpsen voordat ze de strijd ingaan, om de mensen in oorlogsstemming te brengen. Ik geloof in muziek, ik geloof in handen klappen, maar... ik geloof in deze dingen. Dat is absoluut waar. Wij behoren dat te hebben, maar u hebt de grote dingen ongedaan gelaten. Dat zelfopofferende leven, dat God in u leeft, dat automatisch doet wat juist is, omdat het juist is, gewoon doorgaand, zonder er zelfs bij na te denken; het gewoon levend. Let dan op. U ziet wat er aan de hand is, u bent gewoon... u bent niet... u bent op de 'Verheven baan'. Dat betekende Golgotha voor u, op de 'Hoogweg', die op die dag voor u werd geopend.

47 Nu onthoud, dat u niet half bok en half schaap kunt zijn. Zij zullen zich niet vermengen. Er zijn veel mensen die zeggen: "Ja, weet u wat? Wij hebben een organisatie in onze groep. Wij helpen de armen. Wij doen dit." Dat is in orde, maar u blaast daarmee de loftrompet voor uzelf. Doe dat niet. Geef uw aalmoezen in het verborgene, zei Jezus. Gewoon iets vanzelfsprekends voor u. Het is niet meer dan een glas water gaan halen. U hebt dorst. Als de ander dorst heeft, dan denkt u ook aan hem. Als de ander iets nodig heeft, dan denkt u net zoveel aan hem als aan uw eigen behoefte en schenkt er verder geen aandacht meer aan; u leeft gewoon verder.

48 Nu, u kunt niet half schaap en half bok zijn. Dus als u zegt: "Onze gemeente heeft een organisatie. Wij geven aan de armen. Wij doen dit, doen dat, en doen andere dingen." Als u dat had zonder dat andere, het leven van Christus in u, dan doet u het absoluut tevergeefs. Jezus... Paulus zei in 1 Korinthe 13: "Al ware het, dat ik al mijn goederen tot onderhoud van de armen uitdeelde, en mijn lichaam gaf als een brandoffer, het baatte mij niets." Nu, dat is hard, maar het is de waarheid. U moet tot dat feit komen, dat u herkent wat Golgotha voor u heeft gedaan.

49 Wij kijken ernaar en zeggen: "O ja, dat is fijn." Dat is het niet. Als díe Zoon van God naar Golgotha moest gaan om gekruisigd te worden, dan moet elke zoon die komt eveneens naar een Golgotha gaan. Hij moet eveneens een Golgotha hebben. U moet die dag op Golgotha hebben; ik moet die dag op Golgotha hebben. Dat lost het zondeprobleem op. Niet handen schudden met de voorganger; niet de gemeente in geschud worden; niet binnenkomen door een brief, niet binnenkomen door belijdenis, maar binnenkomen door een geboorte. Hij gaf een brief, Hij gaf nooit een belijdenis, Hij gaf een geboorte. Zo komen wij binnen, en daarna leven wij automatisch een christenleven.

50 Nog een opmerking. Half bok en half schaap, zoiets hebben zij niet. U bent niet half bok en half schaap, u bent of bok of schaap. Nu, als u slechts goede werken doet en denkt dat u daardoor zult kunnen binnengaan, dan was er geen dag op Golgotha nodig geweest. De wet voorzag daarin. Maar de dag op Golgotha was nodig om dat binnen te brengen, opdat wij niet alleen maar kerkleden konden zijn, maar zonen en dochters van God. Dat is wat de dag op Golgotha was. Dat is wat het inhield voor u, dat u zou doen en volgen en handelen als Jezus.

     Nu, de rivier stroomt niet tegelijkertijd naar boven en naar beneden. De rivier stroomt maar één kant op, en de Geest van de Here beweegt slechts één kant op. Er wordt niets mee vermengd. Het gaat dezelfde kant op.

51 Let tot slot op Jezus. Jezus zei: "De werken die Ik doe, zult u ook doen, en u zult meerder doen dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader." Ik zeg dit niet zozeer tot de gemeente hier; u begrijpt het. Maar deze boodschappen worden opgenomen. Tienduizenden horen ze, over de hele wereld. Ik ga deze vraag nu beantwoorden voor de criticus. Er werd vaak tegen mij gezegd... Zij zeiden: "Wel, u gelooft de Bijbel." Jezus zei: "Deze werken die Ik doe, zult u ook doen, en u zult meerder doen dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader."

52 Hoe diep kunt u vallen, meneer! Hoe ver kunt u afdwalen van de onderscheiding, met uw intellectuele theologie, met uw verstandelijke opvatting over alles? Mijn dierbare, verloren vrienden, kunt u niet begrijpen dat deze Bijbel geestelijk wordt uitgelegd? Jezus dankte de Vader, dat Hij het verborgen had voor de geleerden en scherpzinnigen; voor de wijzen en verstandigen, en dat Hij het zou openbaren aan de kinderkens die naar Golgotha zouden komen.

     Nu kijk. Jezus zei (kijk hoe Hij het formuleerde): "De werken die Ik doe..." (Hij doet ze ook nu.) "De werken die Ik nu doe," de zieken genezen, de doden opwekken en de ogen der blinden openen, "die werken zult u ook doen. U zult ze doen, als u in Mij gelooft. U zult deze werken doen; en meerder dan deze zult u doen, want Ik ga heen tot Mijn Vader. Nog een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar gij zult Mij zien. Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot de voleinding der wereld. Ik zal u geen wezen laten. Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven, namelijk de Heilige Geest, Die de wereld niet kan ontvangen, maar gij kunt Hem ontvangen."

53 Let op, de grotere werken waren om de macht in de gemeente te hebben, om niet alleen de zieken te genezen door gebed, of duivelen uit te werpen door gebed, maar om eeuwig leven te geven aan gelovigen. De Heilige Geest kwam en werd in de handen van de gemeente gegeven om leven te geven. O! Dat is wat Golgotha betekende.

     Het nam gebogen, gedegradeerde mannen en vrouwen en verhief hen tot een plaats om zonen en dochters van God te zijn, om de zieken te genezen en eeuwig leven te schenken, door de Heilige Geest te geven aan gehoorzame gelovigen. Mannen die eerst ongelovigen waren, werden veranderd in gelovigen, en schenken geestelijk eeuwig leven.

54 Hoeveel groter is het... Om tot deze zieke vrouw die hier ligt te zeggen: "Ik kan voor u het gebed des geloofs bidden", en dat zij genezen zal worden, dat is iets groots. Dat deed Hij toen ook. Maar Hij zei: "Meerder dan dit zult gij doen. Ik ga u kracht geven, niet alleen om hem voor een tijdje op te wekken, maar om hem eeuwig leven te geven, dat voor eeuwig en altijd zal zijn."

     Arme, blinde, ellendige mensen, hoe kunt u dat missen? Ziet u niet wat het grotere is? Dat is het grootste wat ooit kon gebeuren, om mensen het eeuwig leven toe te delen!

55 Wat is eeuwig leven? Dat is het leven, dat Hij heeft geleid. Het leven dat in Hem was; dat toe te delen aan anderen. Kan een mens dat doen? Een Zoon van God kan het! Jezus zei: "Zo gij iemands zonden vergeeft, die worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, die zijn zij gehouden." [Johannes 20:23] Nu, hier is het waar de Katholieke kerk en vele anderen hun grote fout maken. Zij gaan uit en zeggen: "Ik vergeef u uw zonden." Dat was het niet. Hoe werden hun in de Bijbel de zonden vergeven? Petrus beantwoordde die vraag op de Pinksterdag. Zij zeiden: "Wat kunnen wij doen om behouden te worden? Hoe kunnen wij dit krijgen, wat jullie allemaal hebben?" Hij schreef het recept voor. Hij vertelde hun wat zij moesten doen. Hij zei: "Ieder van u, bekeert u tot God, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus." Waarvoor? "De vergeving van uw zonden." Dáár zijn de grotere werken!

56 Hoeveel van u predikers, hoeveel van u die deze morgen luistert, hoeveel van u die naar mijn woord luistert via de geluidsband, zijn er deze morgen bereid om naar Golgotha te gaan, om te kijken wat God daar voor u heeft gedaan, en om uw denominatie-geloofsbelijdenissen te verlaten en het Evangelie te prediken? Halleluja! Het is nu aan u. Wat gaat u ermee doen? Waarom? "Bekering en vergeving der zonden moet in Zijn Naam gepredikt worden aan de gehele wereld, beginnende van Jeruzalem." [Lukas 24:47] Halleluja! Glorie! Dat is het.

     Wat betekent Golgotha voor u? Wat heeft die dag voor u gedaan? Heeft het u volgestopt met een of andere theologie? Bent u er een opgeblazen leeghoofd van geworden, of maakte het een Christen van u, volkomen overgegeven? Halleluja! Zonden vergeven. "Grotere werken dan deze zult gij doen." U ziet wie de "gij's" zijn, nietwaar? "Grotere werken dan deze", het vergeven van zonden in de Naam van Jezus Christus. Maar geloofsbelijdenissen, denominaties en al die dingen hebben u vastgebonden in een toestand, dat u nog steeds de wereld dient.

57 Vertel mij welke man, vertel mij welke vrouw, naar Golgotha kan komen en proberen een groot iemand te zijn, omdat iemand iets zei. Vertel mij waar u Golgotha in het aangezicht kunt zien, in het juiste licht, die dag op Golgotha... Hoe kunt u uw dag op Golgotha hebben en er vandaan komen als een opschepper? Hoe kunt u daar vandaan komen als een marionet voor de een of andere organisatie, om een door mensen gemaakte leerstelling te prediken? Waarom vernedert het u niet voor het Woord van God? Als u daar ooit heengaat, zult u er nederig vandaan komen. Hoe kunt u verlangen om iets geweldigs te zijn in uw organisatie, met een veer op uw hoed, terwijl Jezus Christus, Gods Zoon, Zich vernederde tot een kapot geslagen lichaam, tot een bespuugd gezicht, totdat Hij beschaamd werd en te schande gemaakt, terwijl ze Hem Zijn kleren uittrokken en Hem kruisigden voor de wereld, de schande niet achtend? Hoe kunt u naar Golgotha gaan en er iets anders vandaan komen dan Hij? Een schande, een beschaming.

     "O", zult u zeggen, "ze zullen mij eruit schoppen." Laten ze u eruit schoppen. Heb uw dag op Golgotha. Dan zal God Zijn weg met u hebben. Laat ik dat nog eens herhalen. Beleef uw dag op Golgotha, en God zal Zijn weg met u hebben. Laten wij bidden.

58 Here, o God, neem ons allen nu mee naar Golgotha. Laat ons weggaan van onszelf, Here, de vrees voor mensen, de angst voor wat iemand anders zal gaan zeggen.

     Wel, de hele wereld lachte Hem uit, bespotte Hem, maar Hij was gehoorzaam tot de dood; Hij was gehoorzaam tot schande. Hij was zelfs gehoorzaam aan de overheid, en wij beseffen dat toen Satan deze aarde sloeg, hij de heerser en autoriteit op deze aarde werd. Hij getuigde hetzelfde voor onze Here en zei: "Deze koninkrijken zijn de mijne. Ik doe ermee wat ik wil." En wij beseffen dat vanaf die dag tot nu toe, deze wereld nog steeds onder de vloek is en wordt geregeerd door degene, die de vloek over haar bracht. Maar God, o Here, wij dienen een Koninkrijk dat niet vervloekt is.

     Vader God, hoe wonderbaar is het, dat U enige grote dingen hebt gedaan in de huidige filmwereld, door films als "De tien geboden" enzovoort uit te laten komen, om aan mannen en vrouwen, die zelfs nog geen schaduw op een kerkdeur zouden werpen, te laten zien wat het is... Gods weg is de door de wereld verworpen weg, want het is alsof wij Rusland binnengaan onder het communisme. Wij zijn in deze wereld, maar wij zijn niet van deze wereld. Wij zijn naar Golgotha gegaan. Wij hebben onszelf gekruisigd, voor Gods Koninkrijk, om een van de Zijnen te zijn. Wat de wereld ook zegt, wij gaan de weg met de weinige verachten des Heren. Wij gaan door naar de opstanding.

     En wij geloven dat dat dicht op handen is, Here, dat wij opgewekt zullen worden in een Koninkrijk dat deze wereld zal overnemen, zoals Daniël het voorzag. En het vermaalde de hele wereld tot kaf, en de wind blies het weg van de zomerse dorsvloer. Maar de berg... de steen groeide uit tot een grote berg die de gehele aarde vervulde. Die steen zal komen! O God, wij willen er een deel van zijn. Laat ons onszelf verloochenen, ons kruis dagelijks opnemen; leven voor Christus en leven voor anderen. Sta het toe, Here.

59 Als hier enigen zijn vanochtend die Hem niet kennen als Verlosser, en die graag gedacht zouden willen worden in het slotgebed, en zouden willen dat dit uw dag op Golgotha zou zijn, zou u dan uw hand willen opsteken en zeggen: "Bid voor mij, broeder Branham; ik wil Hem kennen als mijn Verlosser"? God zegene u, jongeman. Iemand anders? God zegene u, mijn broeder, daar achter. Is er misschien nog iemand die zegt: "Ik wil Hem kennen. Ik wil dat dit een dag op Golgotha voor mij zal zijn. Ik ben ziek en moe. Wat heeft het voor zin als ik hier alleen wat rondhang met juist datgene waarvoor ik werd geboren? Ik werd geboren, geboren om een zoon van God te zijn, en hier houd ik mij nog steeds vast aan de dingen van de wereld. God, laat mij vandaag gekruisigd worden. Laat mij vandaag mijzelf en mijn ideeën kruisigen, opdat ik met Christus zou mogen leven en voor anderen zou leven. Ongeacht wat ze mij aandoen, of ze mij nu bespotten, mij vervolgen en allerlei kwaad van mij spreken en dergelijke, laat mij gewoon nederig doorgaan, zachtmoedig als een lam, zoals Hij deed. Op een dag, heeft Hij beloofd, zal Hij mij weer opwekken in de laatste dagen, zoals Hij heeft beloofd. Ik zie uit naar die dag."

     Zouden er nog wat meer handen omhoog gaan? God zegene u, daar achterin, en u. Goed. Nog meer, gewoon... God zegene u. God zegene u. Nog enigen, voor wij nu gaan bidden.

60 Onze hemelse Vader, zoals er werd gezegd toen Petrus predikte op de Pinksterdag: "Zovelen als er geloofden werden aan de gemeente toegevoegd." Zij geloofden werkelijk met heel hun hart. Deze mensen die zojuist hun hand hebben opgestoken, ik geloof dat zij met hun hele hart hebben geloofd.

     Als dat zo is, dan wacht er hier een waterbad. Als zij willen dat hun zonden worden vergeven, dan is hier iemand die hen kan dopen in die Naam, in de enige Naam die er onder de hemel gegeven is aan de mensen waardoor wij behouden moeten worden. Want zoals ik enige ogenblikken geleden de Schrift aanhaalde: "In Zijn Naam moet bekering gepredikt worden en vergeving der zonden, aan de gehele wereld, beginnende van Jeruzalem." En toen in Jeruzalem bekering en vergeving der zonden werd gepredikt, vertelde de apostel hun van de Schriften en zei dat zij zich eerst moesten bekeren en daarna gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus. Dat was de taak van de prediker. Het was aan hen om zich te bekeren, en aan hem om hen te dopen tot vergeving der zonden. "Zo gij iemands zonden vergeeft, die worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, die zijn zij gehouden."

61 Vader, hoe heeft de wereld ooit zo'n woedeaanval kunnen krijgen als die zij kregen? Waarom niet het eenvoudige Evangelie geloven? En zij nemen daarvoor zelfs de vervangende valse namen, valse dopen, valse dopen van de Heilige Geest, waarbij zij de hand schudden van voorgangers en de titels 'Vader, Zoon en Heilige Geest' gebruiken, wat nergens in de Schrift staat; een document opgesteld door Roomse mensen, geen Christelijke leer, nergens in de Bijbel. Vergeving van zonden; ze kunnen niet vergeven worden door titels, maar door de Naam van Jezus Christus.

     Nu, Vader, wij weten dat dit erg onpopulair is. Uw wegen zijn altijd zo geweest. Maar laat mannen en vrouwen deze morgen tot die dag komen, die dag op Golgotha, die dag waarop Jezus die schande verachtte om ontkleed te worden, verbrijzeld, bespuwd en belachelijk gemaakt door de ganse wereld, door de kerk, door de mensen die Hem hadden moeten liefhebben. Maar ondanks dat alles deed Hij Zijn mond niet open, maar ging Hij de dood in voor die mensen die Hem bespotten.

62 God, breng ons naar Golgotha deze morgen. En als zij zeggen dat wij gek zijn, of dat wij de Schrift verkeerd begrijpen, of wat zij ook willen zeggen; God, zij kunnen niet in de tegenwoordigheid van God staan en zeggen dat het verkeerd is.

     Zij kunnen hun zonden niet met de Bijbel bedekken. De Bijbel legt hun zonden bloot, hun ongeloof; om populair te zijn, om te doen wat de rest van de menigte doet. Laat hen deze morgen naar Golgotha komen en beginnen bij Jeruzalem, waar bekering en "vergeving van zonden gepredikt moet worden in Zijn Naam onder alle volkeren, beginnende van Jeruzalem." Laat hen diezelfde gekruisigde stap zetten om verbrijzeld en bespuwd te worden, en uitgelachen en uitgemaakt voor alles en nog wat, in de trant van religieuze afvalligen, verscheurders van gemeenten, en al wat ze het willen noemen.

     Mogen wij, Here, vanmorgen de weg kiezen van de weinige verachten des Heren. Mogen wij wandelen zoals de apostelen: noch naar rechts, noch naar links afwijkend, en God dienen vanuit de goedheid van ons hart. Geef het, Vader.

63 Genees nu de zieken en aangevochtenen die in de gebedsrij komen. Mogen dezen die hun handen ophieven, zich nu op dit moment in hun hart bekeren. Mogen degenen die zich zo lang hebben teruggetrokken, snel naar het water gaan en hun zonden vergeven zien door de Naam van het Offer, Jezus Christus, de Zoon van God. Amen.

Daar bij het kruis waar mijn Redder stierf,
Daar riep ik om reiniging van de zonde;
Daar werd het bloed aan mijn hart aangebracht;
Glorie voor Zijn...

Glorie voor Zijn Naam!
O, glorie voor Zijn Naam!
O, daar werd het bloed aan mijn hart aangebracht;
Glorie aan Zijn Naam!

Ik ben zo wonderbaarlijk gered van de zonde, (Hoe?)
Jezus verblijft zo lieflijk van binnen,
Daar bij het kruis waar Hij... (Wees een van de Zijnen) ... binnen bracht;
O, glorie voor Zijn Naam! Glorie voor Zijn Naam!

Glorie voor Zijn Naam! (Dierbare naam!)
O, daar... hart was het bloed aangebracht;
Glorie voor Zijn...

64 Doet dat niet gewoon iets met u? Het reinigt je gewoon; geeft hoop in u: leven, eeuwig leven.

     Wat is "met Christus gekruisigd"? Het is leven voor anderen. Wat voor soort anderen? Degenen die u haten, degenen die u niet mogen, degenen die u uitlachen: leef voor hen; wees bij hen; houd van hen. "Bid voor degenen die u haten, die valselijk allerlei kwaad spreken, omwille van Mijn Naam. Zij hebben de profeten, die vóór u waren, vervolgd."

65 Ik dacht dat de boodschap de gemeente vanmorgen waarschijnlijk zou helpen, dat u zou zien dat wij een Golgotha nodig hebben, dat wij een kruisiging nodig hebben.

     Nu, wat is er allemaal gedaan? Het is allemaal betaald. Zuster in de rolstoel, tot de mensen hier die ziek en aangevochten zijn: het is allemaal betaald. Het enige wat u hoeft te doen is geloven dat het van u is; aanvaard het op dezelfde manier en u zult genezen worden.

66 Onthoud nu: wat is het? U zou naar de wereld kunnen gaan om het Evangelie te prediken, de zieken te genezen en eeuwig leven schenken.

     Hoeveel groter zou het zijn: hier ligt een man met... met een tumor, kanker, wat het ook is. (Wij hebben Hem zo vaak Zijn zegeningen zien geven en de man zien genezen, de vrouw genezen; tienduizenden maal duizenden onfeilbare gevallen over de hele wereld, zie, uit veldbedden en uit brancards gehaald; gewoon de schaduw van mensen die door kanker zijn verteerd; vandaag fijne gezonde mensen.) "Deze werken die Ik doe, zult gij ook doen; maar meerder dan dit zult gij doen": "meer dan dit" is juist.

     Wat? Ik gaf hun verlenging van leven, door Jezus' Naam, om hun leven met een paar dagen te verlengen.

     Maar: "Meer dan dit zult gij doen: gij zult hun eeuwig leven geven door Mijn Naam." Whew!

67 Waarom zou u zich schamen voor die dierbare Naam? Waarom zouden mensen het mijden en er voor terugdeinzen? Het is de duivel. Zeker.

     "Berouw en vergeving van zonden moeten in Zijn Naam gepredikt worden aan heel de wereld, beginnende te Jeruzalem." Daar ging de Boodschap voor het eerst uit. Klopt dat? "Bekering en vergeving der zonden zij gepredikt in Zijn Naam, beginnende te Jeruzalem."

68 Nu, eerst zullen wij doen zoals Hij deed: bidden om de zieken te genezen.

     Vervolgens zullen wij de grote gave hebben: het water is hier achter gereed voor iedereen die gedoopt wil worden (er zijn hier kleren voor vrouwen, kleren hier voor mannen), staat klaar voor u om uw zonden te laten vergeven; want onthoud, dat je alleen je zonden kunt laten vergeven volgens de Bijbelse leer. "Want er is geen andere Naam onder de hemel onder de mensen gegeven, waardoor u gered moet worden."

69 Paulus ontmoette enkelen die reeds gedoopt waren. En zij juichten, hadden de overwinning. Hij zei: "Waartoe zijt gij gedoopt?" [Handelingen 19:3-6]

     Zij zeiden: "Tot Johannes."

     Hij zei: "Johannes doopte tot bekering." Nu, neem dit: tot bekering, niet tot vergeving van zonden. Hoevelen begrijpen dat? Niet voor vergeving van zonden. Zij werden goed gedoopt, tot bekering. Ze hadden zich bekeerd: "Jazeker, ik heb me bekeerd. Ik... gelovend dat Hij komt." Zij waren gedoopt tot bekering; dat wil zeggen: "gelovend in de Here Jezus Christus".

     Toen zij dit dan hoorden (dat het Offer reeds gekomen was), werden zij opnieuw gedoopt in de Naam van Jezus Christus. En toen werd aan hen, toen Hij Zijn handen op hen legde, de Heilige Geest geschonken; En zij spraken in tongen en profeteerden.

70 Nu, hoe gaat u dat Schriftgedeelte veranderen? Leg uw vinger op één plaats in de Bijbel waar ooit iemand vergeving van zijn zonden ontving in het Nieuwe Testament en ooit op een andere manier werd gedoopt dan in de Naam van Jezus Christus.

     Toon mij één plaats in de Bijbel waar iemand ooit gedoopt werd in de Naam van Vader, Zoon, Heilige Geest. Of breng een geschiedenis naar mijn bureau, een geschiedenis van de kerk die laat zien waar iemand ooit gedoopt werd in de Naam van Vader, Zoon en Heilige Geest, tot driehonderd en nog wat jaren na de dood van de laatste apostel, toen de Katholieke kerk werd georganiseerd.

71 Nu, ik heb de Pre-Nicea vaderen, en de... Al de historici en alles, gewoon in mijn studeerkamer: de oudste heilige geschiedenis ter wereld; de enige onfeilbare bewijzen die wij hebben.

     Lees Our Sunday Visitor["Onze zondagse bezoeker" – Vert] of de catechismus van de Katholieke kerk, en let op hen, wat zij zeggen: "Sommige Protestanten zullen misschien gered worden, omdat zij echt buigen voor de Katholieke leer. Want hun Bijbel zegt: 'Doop in de Naam van Jezus Christus', maar wij hebben de plechtigheid van de 'Naam van Jezus' weggenomen en er 'Vader, Zoon, Heilige Geest' van gemaakt", en zij geven het toe.

72 Nu, toon mij een Schriftgedeelte dat daar tegengesteld aan is, daar hebt u het, en toch buigt de wereld er regelrecht voor. Waarom? Zij zijn nog nooit naar Golgotha geweest. Dat is het. Zij hebben het nooit gezien.

     Zij zullen u uitlachen en u noemen... zij zullen u zelfs "Heilige-roller", "Jezus alleen" noemen en al die fanatieke namen die ze maar kunnen. Wat maakt het uit hoe zij u noemen? Wat maakte het Hem uit hoe zij Hem noemden? Hij werd gekruisigd. Hij leefde voor God, en voor God alleen. En als diezelfde Geest Die in Hem was, in u is, zal het u hetzelfde laten doen: Zijn Naam dragen. "Wat u ook doet" (zegt de Bijbel) "in woord of daad, doe het alles in de Naam van Jezus, God lof gevend."

73 Waar haalt u die drieënige, heidense leer vandaan? Uit een catechismus, niet uit de Bijbel. Het woord "drie-eenheid" wordt zelfs niet genoemd in de hele Schrift, van Genesis tot Openbaring. Zoiets bestaat niet. Er bestaat niet zoiets als een trinitarische god. Hij is God, God alleen, één God. Is altijd één God geweest. Hij vervulde drie ambten: Hij diende eenmaal als de Vader, onder Mozes. Hij diende eens in het vlees, als een Zoon, Jezus. Hij dient nu als de Heilige Geest. Maar het is één God. Eén God, niet met drie namen. Drie ambten, drie titels in één Naam: Jezus Christus.

74 Alles wat anders is, is heidens; en ik vraag iemand om dat te laten zien, als het niet zo is. Dat klopt. Ik heb dat jaren na jaren na jaren gezegd, en nog niemand heeft het opgepakt, zie, omdat het niet kan. Ik heb de... hier is ten eerste de Bijbel; en er zijn de oude geschiedenissen om te bewijzen dat het precies juist is. En waarom doet de duivel gewoon...? Ik... Wel, de Bijbel zei dat zij op die wijze zouden zijn: "Hoe kunnen zij komen, tenzij Ik hen trek?" Dat is gewoon alles wat ik ervan weet. Dat is wat Jezus zei, dus...

75 Ik zeg dat niet om... Als ik dat zou zeggen en een prediking als deze zou houden, zou ik de laagste huichelaar onder u zijn. Dat klopt. Ik zeg dat omdat het de waarheid is en leven. Zovelen er in Christus gedoopt zijn, doen Christus aan. Zij hebben leven, door Zijn Naam.

     Wij bidden in Zijn Naam, zoeken in Zijn Naam, prediken in Zijn Naam, dopen in Zijn Naam, leven in Zijn Naam, sterven in Zijn Naam, gaan naar de hemel in Zijn Naam, staan op in Zijn Naam. "De hele familie in de hemel heet Jezus." De bijbel zei het: "Het gehele gezin op aarde wordt Jezus genoemd." Hij zei: "Ik kwam in Mijn..."

     U zegt: "Wel, het is de Naam van de Vader."

     Vader is geen naam, het is een titel. Hij zei: "Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader en u hebt Mij niet aangenomen." [Johannes 5:43] Nu, in welke Naam kwam Hij? Uh-huh. Zeker, "... en gij hebt Mij niet aangenomen."

     Dus daar hebt u het; het is gewoon, ja, het is verborgen voor de ogen van de wijzen en verstandigen. [Mattheüs 11:25] Zeker, dat is het zeker, uh-huh.

76 En in Openbaring, zoals wij onlangs onderwezen: daar is de oude prostituéekerk, die de eerste organisatie is; en toen had ze een stel dochters die uit haar werden geboren. [Openbaring 17:5] Ze doen hetzelfde, dezelfde gewoonte. Ze belandt helemaal in Babylon, op dezelfde manier, met een... met de kerk van Rome en een confederatie van kerken van... van de naties; en daar is ze, en het verstrengelt allemaal in hetzelfde, hetzelfde schuitje.

     Maar Gods gemeente (halleluja!), die is een uitgeroepen gemeente, afgescheiden. Hoe is de gemeente gebouwd? Hoe zult u dit weten? Hoe kunt u ooit weten dat dit de Waarheid is? Wanneer God het aan u openbaart. Hoe wist Abel dat het een lam was in plaats van appels? Het werd hem geopenbaard: "Door geloof heeft Abel God een uitnemender offer gebracht." [Hebreeën 11:4 ]

77 Komend van de Berg der verheerlijking, zei Jezus: "Wie zeggen de mensen dat Ik ben?"[Mattheüs 16:13-18]

     Sommigen zeiden: "Elias", "Mozes", enzovoort.

     Hij zei: "Maar Ik vraag u: 'Wie zegt u dat ik ben?'"

     Petrus zei: "Gij zijt Christus, de Zoon van de levende God."

     Hij zei: "U hebt dit nooit geleerd..." Anders gezegd (ik zeg dit, niet om groot te zijn, maar om een duidelijk punt te maken): "U hebt dit nooit op een seminarie geleerd; een mens heeft u dit nooit geleerd; maar Mijn Vader, Die in de hemel is, heeft dit aan u geopenbaard: dat IK BEN..." (Niet Vader, Zoon en Heilige Geest, maar Ik ben Jezus Christus.) "En op deze rots..." (Welke rots? Dezelfde als waar Abel op ging; op diezelfde rots.) "Op deze rots," de geestelijk geopenbaarde waarheid van God, "zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel kunnen haar nooit overweldigen." Dat is juist. Zij proberen het, maar zij zullen nooit zegevieren. Zie?

     Ga dus gewoon naar Golgotha, word gekruisigd, kom terug en ga uw weg met de weinige verachten des Heren, ga verder.

78 Nu, Here, wij dragen alle dingen aan U op. Ik weet niet, van deze groep, wat hier binnen zit. Ik heb er geen idee van om het te weten, Here, tenzij U het zou openbaren. En nu, Vader God, vraag ik U niet om dat te doen. Ik heb het gewoon in de schoot van de mensen gelegd. Daar zijn ze. Moge dit vanmorgen een echt Golgotha zijn; moge het een echte kruisiging zijn voor de eigen wil, en voor de eigen verlangens, en voor de grote dingen van het leven.

     Mogen de mensen nederig worden en gewillig om de weg te gaan met de weinige verachten des Heren. Mogen zij nederig wandelen. Mogen zij geboren worden in dit Koninkrijk, dit grote Koninkrijk van God, dat een geestelijk lichaam is, het hemelse lichaam van Christus op aarde: "Door één Geest zijn wij allen gedoopt tot één lichaam."

     Sta het toe, Here. Of ze nu zwart zijn, wit, geel, bruin of wat ze ook zijn, man of vrouw, slaaf of vrij, we zijn allemaal gemaakt om te drinken van dezelfde Geest.

     Sta het toe, Vader, en moge het zijn met... onder velen, vanmorgen, dat zij het zullen begrijpen; moge U hun begrip openen. Dan zal het voor hen als een nieuwe dag zijn: de zon zal schijnen en het sombere licht van door mensen gemaakte theologieën zal wegdrijven, en het licht van God zal op hun pad schijnen en de sluier doorbreken die dit prachtige licht versluiert. En dan kunnen zij de hoofdweg van heiligheid bewandelen, levend voor anderen, zoals Christus deed.

79 Nu, terwijl wij de gebedsrij binnenbrengen, bid ik dat U Uw dienstknechten vanmorgen zult zalven, ons allen, terwijl wij bidden, de een voor de ander. En sta vandaag toe dat elke zieke die door deze gebedsrij komt, genezen mag worden. Mogen zij terugkeren, zoals het kleine scheel kijkende meisje, en de kleine jongen, en de... en die oudere dame, en broeder Wright, en velen van degenen die er door kwamen, Here, met kwalen en ziekten en iets dat de dokters niet konden genezen; en hier zijn zij vandaag (slechts ongeveer een week geleden), en hier zijn zij, gezond, vandaag.

     God, mogen mannen en vrouwen voorbijgaan met datzelfde geloof, wetend dat zij naar Golgotha gaan om gekruisigd te worden aan hun gedachten en hun ideeën dat zij "voorbij genezing" zijn. Moge de kracht die Jezus uit het graf opwekte, hun leven geven, een groots leven van geloof.

     En dan, onmiddellijk hierna, mogen er velen naar het bad komen voor de doop. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

80 Nu, we hebben nog slechts twintig minuten om de gebedsrij en de doopdienst te houden. Nu, wij hebben geen gebedskaarten. Daar zijn we van teruggekomen, en we zullen proberen het in mijn grotere samenkomsten te verwerken wanneer we beginnen. Ik heb het u allemaal verteld, we hebben het uitgelegd, we hebben het op de band, en waar ik ook ga, die banden zullen vooruit worden gezonden.

81 Het teken wijst alleen op de zegen. Het idee was: "Als u voor de zieken bidt, zorg er dan voor dat de mensen u geloven."

     Ik zei: "Ze zouden me niet geloven."

     Hij zei: "Deze tekenen zullen u gegeven worden en hierdoor zullen zij geloven." De tekenen zijn voortdurend doorgegaan, tien jaar lang rond de wereld, zonder één keer te falen. Er is helemaal geen mislukking in. Hoevelen weten dat dat waar is?

     Wel, als u het teken kunt geloven, geloof dan de Boodschap. Dat is juist. Dat toont het. En zou God een Boodschap in mij willen leggen en het zo volmaakt laten zijn als dat, maar wat... en dat ik u iets verkeerds zou vertellen? God zal me dat niet laten doen. Nee, nee. Beslist niet. Ik vertel u de waarheid.

82 Nu, u allen die wilt dat er voor u gebeden wordt, op deze rij hier, kom alstublieft aan deze kant, als u wilt, daarginds, stel u op in een rij aan de rechterkant. En dan zal dat de mensen erdoor laten terwijl wij bidden. Dan zullen wij de jongens erbij halen, de zaalwachters, en zij zullen opletten. En als ze hier doorheen zijn gekomen, dan aan deze kant, zullen we hen weer naar achteren brengen en hen erdoorheen brengen. Er zal voor iedereen gebeden worden.

     [Iemand spreekt tot broeder Branham – Vert] O nee, nee, dat deed ik niet. Wel, wanneer u maar wilt. Maakt niet uit. U kunt haar brengen, of u... Ik kan... Breng haar daar nu, of een beetje daarna, wanneer ze wil, het maakt niet uit.

83 Nu, laten we zo stil mogelijk worden gedurende deze volgende paar minuten. Ik wil dat u allen nu nadenkt; nu, wat zei de Bijbel? "Het gebed des geloofs zal de zieken behouden." Hoevelen weten dat dat juist is? Hoevelen weten dat de Bijbel zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. De werken die Ik doe, zult gij ook doen"? En wat waren de werken? Hij zei: "Ik kan het, indien gij gelooft dat Ik in staat ben om dit te doen." Klopt dat?

     Wat was mijn vraag? "Ze zullen me niet geloven."

     Hij zei: "Deze tekenen zullen hen doen geloven."

84 Nu, als u gelooft, maak u gereed: dit is uw uur van bevrijding. Precies hetzelfde als dat het zou zijn van zonde, het is dezelfde belofte van dezelfde God.

     Nu, we hebben hier een kleine, zieke vrouw die een maagkwaal heeft, uit New Albany. We gaan eerst voor haar bidden, zodat zij naar een zitplaats kan gaan. Nu, rustig, en iedereen, nu. Ik wil dat de broeders mij hier helpen. En laten wij nu onze hoofden een ogenblik buigen voor gebed.

85 Nu, hemelse Vader, dit is Uw Woord geweest. Ik ben niet verantwoordelijk voor de actie die erop zal worden ondernomen, maar ik ben verantwoordelijk voor het prediken ervan. En dit wetend (en wetend dat ik nu een man van middelbare leeftijd ben, en U op een dag moet ontmoeten): ik heb de Waarheid gepredikt vanuit mijn hart. U weet het. Niet om bevooroordeeld te zijn; als dat zo was, Here, dan heb ik bekering nodig.

     En Vader, ik bid dat U nu zult helpen, terwijl wij voor de zieken gaan bidden. Mogen mijn gebeden verhoord worden, niet alleen mijn gebeden, Here, maar het gebed van deze gemeente, terwijl deze arme mensen... Wat als dit mijn vrouw was die hier stond? Wat als zij dit was, zittend in de rolstoel? Of mijn zus? Mijn moeder? O God, genees deze mensen. Wilt U, Here?

     Kijk, staande in de gebedsrij: hartkwaal, kanker, tumor, allerlei ziekten en kwalen. Velen van hen komen (honderden worden bevrijd, regelrecht van hier, Here), en zij zien het, en zij geloven het, en zij komen in de gebedsrij om de hunne te aanvaarden. Zij komen nu tot een levende Steen, niet Uw dienstknecht, maar tot Uw Zoon, Jezus, Die de Leider van de gemeente is, de geestelijke, mystieke Persoon onder ons. En terwijl wij voortgaan en Zijn Naam aanbieden (U zei: "In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen."), bid ik dat U onze gebeden zult beantwoorden, in Jezus' Naam. Amen.

     Nu, iedereen wees in gebed. Nu, dit is ook een deel van het uwe. Dit is uw gebed.

     Nu, deze kleine vrouw moet sterven, als iets haar niet helpt.

86 Hoevelen kennen broeder Stadsklev? Broeder en zuster Stadsklev? Ik werd onlangs 's avonds drie keer vanuit Duitsland gebeld; hun baby was dood. Zij vroegen: "Broeder Branham, wij hebben u door de Geest van God de doden zien opwekken," (Zij stonden erbij en zagen het. Zie?) "en wij weten dat u een profeet van de Heer bent. Zeg gewoon het Woord."

     Ik zei: "Ik kan het niet zeggen, tenzij het in mijn mond wordt gelegd."

     "Kom naar Duitsland." Ik stond heel snel op. En zij belden: "We hebben een straalvliegtuig dat u in zes uur naar Duitsland kan brengen." Een legerstraaljager die mij naar Duitsland zou vliegen om een dode baby op te wekken. Een straaljager van het leger zou mij in zes uur overbrengen, van Louisville naar München, Duitsland.

87 Ik ging daar naar binnen en ging op mijn knieën en zei: "Vader, wat moet ik zeggen? Spreek in mijn mond." Hij antwoordde me niet. Ik ging naar het bos en zei: "Vader, wat moet ik zeggen? Leg de woorden in mijn mond. Zo niet, dan zal ik tevergeefs gaan." Ik ging terug, Hij antwoordde mij niet. Kwam binnen. De hele nacht bad ik: "Here, leg de woorden in mijn mond." Niets antwoordde.

     De volgende morgen stond mijn vrouw op. Zodra zij wegging... het Woord (ik stond op), Hij zei: "Bestraf dit niet. Dit is de hand van de Heer." Uh-huh.

     Toen snel naar de telefoon: "Ik kan niet komen. Nee, dit is de hand van de Heer. Het zou mij verboden worden." Ziet u welke kracht er op die bestraffing rust? Toen God zei: "Doe dat niet, want het is de hand des Heren."

88 Nu, Mozes werd op een keer verteld iets niet te doen, hij ging en deed het toch. Herinnert u het zich? Dus ik... ik ging niet.

     En ik zou u verklaringen kunnen geven om het aan te tonen van vier verschillende mensen, die dood verklaard waren door dokters, na gebed en bestraffing van de dood. Zie? Wij staan daarin om die zaak te bestraffen. En als God u de macht gaf om iets te doen, kunt u maar beter voorzichtig zijn met wat u doet. Zie? U kunt maar beter voorzichtig zijn. Hij zei: "Doe niet..."

89 Nu, bedenk dat dat misschien niet zo sterk bij u opvalt, maar voor mij betekende het iets. Zie?

     "Bestraf dit niet." De echt lieflijke, vriendelijke stem (ongeveer half zeven, geloof ik, half zeven die morgen) zei: "Bestraf dit niet. Dit is de hand van de Heer."

     Ik zei: "Dank U, Vader. Dank U, Heer. Ik zal het niet doen."

     Als Hij had gezegd: "Bestraf dit. Dit is de vijand die naar binnen is geglipt."

     Ik zou zeggen: "Laten we gaan." En het zou zijn gedaan.

90 Toen die kleine jongen daar in Finland daar lag, dood, verpletterd, zelfs geen gezond been in zijn lichaam, zei de Here dat dat de hand van Satan was; zei: "Bestraf het."

     En ik zei: "Dood, je kunt hem niet vasthouden. Breng hem terug, laat hem los." Daar sprong hij overeind, wel, zelfs geen gebroken bot in zijn lichaam. Dat is het Woord des Heren. Ik kan het Woord des Heren niet gebruiken totdat het Woord des Heren tot mij komt.

     Maar in de Schrift heeft het Woord des Heren mij de opdracht gegeven om voor deze zieke mensen te bidden; heeft u de opdracht gegeven om voor hen te bidden. Nu, "het gebed des geloofs zal de zieken behouden"; laten wij bidden, buig u uw hoofd; we zullen zien wat Hij zegt, terwijl u er doorheen gaat.

91 U bent een Christen, nietwaar? Gelooft u met heel uw hart dat Jezus u gezond zal maken? U hebt een kleine maagkwaal; ik heb er al jaren last van, zuster. Nu, u zult gezond worden, als u zult geloven.

     Nu, Here God, deze jonge vrouw moet sterven, tenzij U haar helpt. Nu bid ik; terwijl ik naar haar kijk, zie ik geen reden voor haar om te sterven.

     En ik voel in mijn geest, Here, dat het nu Uw toegestane wil is, dat ik dit bestraf: Satan, laat haar los!

     In de Naam van Jezus Christus, moge zij gezond worden, naar deze gemeente komen en getuigenis geven van de glorie van God. Amen.

     Nu, zo eenvoudig als dat is, dame, zult u gezond worden.

92 Gelooft u dat, broeder? Gelooft u hier beneden dat u gezond zult worden? Ga nu, begin te eten wat u ook maar... dan zult u in orde zijn.

     Nu, u verwacht de wereld een beroerte te geven en te verlammen; het gaf u een beroerte en verlamt u. Nu, de God des hemels heeft de beroerte van de wereld weggenomen en vergeving van zonden gegeven; door diezelfde Naam kan hij u vergeving geven, de beroerte van u wegnemen en u gezond maken.

     Gelooft U dat Hij dat hart goed kan laten kloppen? Doe dat, dan zult gezond zijn...?...

     Here Jezus, deze arme vrouw moet de rest van haar leven in deze stoel liggen en dan worden weggenomen. Maar wij vragen dat deze macht van Satan van haar wordt weggenomen. Moge zij leven en lopen en net zo normaal zijn als dat zij ooit was. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

93 Gelooft u? Het is een voleindigd werk, het is klaar. Wat is er aan de hand? Zonder angst, zonder... Was het niet...? U bent eens genezen van kanker...?... Laat los, geef alles aan Jezus.

     Here Jezus, ik leg mijn hand op deze vrouw en bestraf haar ziekte. Ik weet dat zij een Christen is, geboren uit de Geest. Ik neem het van haar weg, in de Naam van Jezus Christus' wonderbare Naam. Amen.

94 Here God, voor haar dierbare broeder vraag ik om zijn redding in Jezus' Naam. Sta daarop. Amen. Zal worden gedaan.

     Bent u gereed om uw genezing te ontvangen, zoon? Oké, het is in Zijn hand gegeven.

     Here Jezus, op deze jongeman, die zei dat hij bidt om zijn genezing van U te ontvangen. Als Uw dienstknecht leg ik mijn handen op hem in de Naam van Jezus Christus...?... Amen.

     Nu, gewoon een ieder...?... nu, roep gewoon Zijn Naam aan. Nu, niet... niet mij...?...

95 Vader God, zoals alleen een zoon die eens aan de boezem van de moeder leunde... zij gaf hem klopjes, bad met hem en hield zijn handje vast toen hij een kirrende baby was. Nu heeft Satan haar in een psychiatrische inrichting geplaatst. God, hij is gekomen tot de heilige gemeente van de levende God, een gemeente die geboren is uit de Geest van God, een gemeente waarin de Geest van God woont en Zichzelf bekend maakt. En vandaag, door gebed, bevrijden wij die vrouw uit die inrichting. In de Naam van Jezus Christus bidden wij. Amen.

     Ga naar huis, u bent in orde.

     Dank u dat bent gekomen om voor uw moeder te vragen; dat is een echte zoon.

96 Dit is de dag van uw bevrijding. Here Jezus, voor deze jonge vrouw, voor de redding van haar man en de bevrijding van haar keel, moge zij het ontvangen in de Naam van Jezus Christus, Die zegt: "Kom, geloof het nu", en het is een voltooid product.

     Here, de dokters hebben gezegd, Here, dat het in haar lichaam is en in haar oog komt. Zij is gekomen om bevrijd te worden, boven dit altaar, terwijl deze heilige gemeente bidt en ik om haar bevrijding vraag in de Naam van Jezus Christus. Deze gesel zal haar lichaam verlaten. Het is een voltooid werk.

     Voor haar zoon zegen ik deze zakdoek. Mogen het gehoor en de juiste condities terugkomen in zijn oor...?...

97 Nu spreekt de gemeente; nu is de gemeente het mystieke lichaam van Christus. We bidden allemaal voor u. Zie? Wij beweren niet meer in de wereld te zijn. Wij hebben het niet over ons afvragen waar we heen gaan. We hebben de Weg gevonden. Wij zijn op die manier geboren. Wij zijn de gemeente van de levende God (een deel ervan); natuurlijk is het verspreid over de hele wereld. Maar dit is een groep van hen. Vandaag komen wij samen in Zijn Naam. Wij komen om te doen wat Hij zei om te doen. Wat Hij niet kan openbaren als wij samenkomen. Bid voor de zieken, leg hun de handen op, "het gebed des geloofs zal de zieken behouden."

     Moge uw hartkwaal u verlaten. In de Naam van Jezus Christus, gehoorzaam ik de opdracht die God mij gaf...? ...