Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

De openbaring van Jezus Christus

Door William Marrion Branham

1 U kunt gaan zitten. Ik geloof dat er eens werd gezegd: "Ik was verheugd toen zij tot mij zeiden: 'Laten we naar het huis des Heren gaan.'"

2 Nu, het spijt ons dat we geen ruimte hebben, of zitplaatsen voor allen die aanwezig zijn en waarschijnlijk zal het aantal mensen die binnenkomen deze week toenemen als ze van de samenkomst horen.

3 Maar de reden voor deze speciale tijd was omdat we wilden... De Heilige Geest had deze waarschuwende overtuiging op mijn hart gelegd dat de gemeente in deze dag deze boodschap moest krijgen. Want ik geloof dat dit de belangrijkste boodschap van de Bijbel is, omdat het Christus in deze tijd in Zijn gemeente openbaart.

4 Voorts kan niemand geloof hebben of weten wat hij doet of waar hij heengaat tenzij hij iets heeft om zijn gedachten en geloof op te baseren. Daarom, als de Schrift Christus aan ons heeft geopenbaard in deze laatste dagen en de toestand van de tijd, dan zou het goed voor ons zijn het te onderzoeken en te ontdekken waar we staan.

5 Welnu, het spijt ons dat onze kerk niet groter is, maar we hopen dat een dezer dagen te hebben.

6 En speciaal gedurende deze laatste vier dagen toen ik studeerde op dit historische gedeelte van het boek Openbaring, ben ik op dingen gestuit waarvan ik nooit had gedacht dat ze ooit echt waren gebeurd. En het heeft me zelfs het gevoel gegeven dat ik na deze zeven gemeente-tijdperken (als ik daarmee klaar ben) nog zo'n serie zou willen brengen over de ware gemeente en de valse gemeente, samen, en helemaal door de geschiedenis en de Schrift; zoals ik eens een poging deed met een prediking waar ik de ware wijnstok en de valse wijnstok nam zoals in de Bijbel wordt gevonden.

7 We zullen proberen nog wat stoelen te halen. Terwijl ik er aan denk, en de mensen proberen een zitplaats te krijgen, zullen we proberen nog wat stoelen te halen om de ruimten hier achter mee te vullen en daarbuiten en nog wat in het rond, zodat we een paar mensen meer kunnen laten zitten gedurende de diensten.

8 Nu wat dit betreft zou ik een ieder van u willen vragen – die echt in deze dingen zijn geïnteresseerd – of u iedere keer zou willen komen als we het gaan uitleggen. Nu, ik zou dit niet ondernemen, of zelf bedenken... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ondernemen om... [Leeg gedeelte op de band – Vert] dit geweldige boek van de Openbaring, van de zeven gemeente-tijdperken... Maar ik verlaat mij ernstig op God om het aan mij te openbaren terwijl ik het benader.

9 De gewone geschiedenis werd genomen uit de best bekendstaande geschiedschrijvers die ik ken. Er liggen op dit moment ongeveer vijf of zes commentaren in mijn studeerkamer: Two Babylons van Hislop, het Book of the Martyrs van Foxe en andere belangrijke boeken, zoals het Pre Nicene Council, ongeveer vier boeken daarover met ongeveer vierhonderd bladzijden per boek. Daarbij het Nicene Council [Concilie van Nicéa], en al de mogelijke geschiedschrijving. Want hierna zullen we vanaf de magnetische band een commentaar schrijven over de zeven gemeente-tijdperken om aan de hele wereld toe te zenden – als we kunnen – want we bevinden ons in de laatste dagen. We zijn in de eindtijd.

10 Het werd me nooit zo duidelijk in mijn hart als bij de laatste verkiezing; toen zag ik waar we aan toe zijn. En de Heilige Geest begon mij te openbaren om de mensen te waarschuwen en dit te plaatsen. En ik kan het niet op een behoorlijke manier doen in een kerk zoals deze. Als ik echter ga zitten en alleen het boek schrijf... Ik heb het gevoel dat als ik naar de preekstoel ga en de inspiratie van de Heilige Geest op de Christenen komt om me te helpen, dat ik dan beter in staat zal zijn het boek te schrijven, nadat ik het van de band overneem; want daar zou ik de inspiratie door krijgen. Natuurlijk zullen de boeken wat bijgeschaafd worden want we zullen er hier dingen in brengen die we niet in het boek kunnen zetten. We zouden teveel tijd nemen met onszelf te herhalen – wat ik doe – en dan zal het in het boek allemaal worden bijgeschaafd. Maar we zullen proberen – zoveel als we kunnen – om alles op banden te krijgen.

11 Welnu, de jongens zullen de banden van iedere avond, en literatuur, enzovoort, daar buiten het gebouw hebben.

12 Misschien ben ik niet iedere avond in staat – zoals we op ons hebben genomen om het te proberen voor de glorie van God – om deze zeven gemeente boodschappen, of zeven gemeente-tijdperken in zeven avonden te brengen; één tijdperk nemend per avond. Bijvoorbeeld maandagavond Efeze; dinsdagavond Smyrna; woensdagavond Pergamus; donderdagavond Thyatire; vrijdagavond Sardis; en zaterdagavond Filadelfia; en op zondagmorgen en zondagavond dat van Laodicéa, het gemeente-tijdperk waarin wij leven. Om het historische deel van de oorspronkelijke gemeente te geven en de schrijvers en de geschiedschrijvers en de engelen van dat tijdperk en de boodschappen en de loop van de gemeente zoals het gekomen is tot deze tijd. Het is verbazingwekkend te zien hoe iedere voorzegging van dat Schriftgedeelte precies overeenkomt met de geschiedenis, helemaal precies. Om er aan te denken... Het verbaasde mij zozeer – tot gisteren heb ik gelezen – tot ik het gevoel had dat mijn ogen uitpuilden.

13 Ik liep de kamer uit en zei tegen mijn vrouw: "Ik zelfs nooit kunnen dromen dat het op die manier zou zijn." Ziet u, zo geweldig was het!

14 Nu, misschien ben ik niet in staat het allemaal in één avond over te brengen, de gemeente... de boodschap aan de gemeente. En als ik het 's avonds niet af kan krijgen, dan de volgende morgen om tien uur. Het zal iedere avond worden aangekondigd voor degenen die willen komen luisteren naar de rest ervan, want we zullen proberen het op de band te krijgen. Dan zal ik diensten hebben vanaf tien uur 's morgens tot twaalf uur overdag, om te proberen het te beëindigen (de rest van de boodschap) want dan kunnen ze het op de band zetten. Niet...

15 We hebben aangekondigd dat er geen genezingsdiensten zullen zijn, omdat we proberen onder de profetische uitleg van de Bijbel te blijven. Tenslotte hebben we hier vrij recent een genezingsdienst gehad. Als dan deze diensten voorbij zijn, dan zullen we op deze plaats weer een genezingsdienst hebben.

16 Nu wil ik dit echt duidelijk maken, zodat iedereen het zich kan herinneren, dat het hierbij diep kan raken en scheuren en ons allemaal geweldig kan schokken. Maar ik ben voor niets anders verantwoordelijk dan voor het prediken van het Woord, alleen me te houden aan het Woord. En het is mogelijk dat het bij deze gemeente-tijdperken vele keren kan gaan over iemands denominatie. En als dat gebeurt, wordt het niet bedoeld met hardheid. Het is alleen het naar voren brengen van wat de Schrift heeft gezegd, en de openbaring die ik er over heb. En als u denkt dat ik er verkeerd in ben, houd het dan niet tegen mij, bid slechts voor mij dat God mij zal tonen wat juist is, want ik wil beslist in orde zijn.

17 En dan nog een ding, ik besef de verantwoordelijkheid die ik in een samenkomst als deze heb om de mensen te onderrichten, want de Heilige Geest zal mij verantwoordelijk houden voor de woorden die ik in de preekstoel zeg. Dus u ziet hoe ernstig wij dit benaderen!

18 Nu, onze... Ik had dit ergens anders naar voren willen brengen, maar omdat het onderwijzing is, in onze... Buiten in de evangelische diensten heeft ieder van ons een idee, of onderscheiding, of iets wat er gedurende het tijdperk is geweest en wij hebben onze eigen kerken en wat onze kerken ons hebben geleerd en wat we geloven. Wij... Ik houd er niet van om naar iemands kerk te gaan, of bij andere mensen, om iets te zeggen dat tegengesteld is aan wat de mensen is onderwezen. Want uiteindelijk heb ik geprobeerd duidelijk te maken wat mijn standpunt is over een... Als een man Katholiek is en hij rust op de Katholieke kerk voor redding, dan is hij verloren. Als hij als Baptist op de Baptistenkerk rust, is hij verloren. Of als een Pinksterman op de Pinksterkerk vertrouwt om hem te redden, dan is hij verloren. Maar... en iedere kerk. Maar als die individu plechtig rust op het geloof in de volbrachte werken van Christus op Golgotha, dan is hij gered, het maakt me niet uit tot welke kerk hij behoort: "Want door geloof bent u gered en dat door genade."

19 Nu, soms als we dit doen... Als ik er dan aan denk, hier in mijn eigen kleine gebouw waar we vele jaren geleden in begonnen, alleen met een oude... een stapel betonblokken, en dergelijke. En het is voor ons zoiets als een heilige plek. We zien het op een bepaalde manier niet graag veranderd worden, want dit is waar God voor het eerst begon bij ons te komen, toen we er zelfs nog geen vloer in hadden. Maar het is nu zover gekomen dat het oud begint te worden en we zijn hier nu met een bouwprogramma bezig om op deze plaats een kerk neer te zetten.

20 Tot die tijd voel ik, dat wanneer ik van het veld terugkeer waar ik de broeders niet wil kwetsen met boodschappen, enzovoort, dat het mij het recht geeft om mijn eigen mening uit te dragen vanuit mijn... vanaf de preekstoel hier. Dus als u zegt: "Ik ben een beetje anders onderwezen", dan zou ik... Trouwens, we nodigen iedereen uit die wil komen. Kijk, er is niemand die dit sponsort of zoiets, het is de Tabernakel hier. En iedereen die wil komen is gewoon welkom om te komen; kom eenvoudig langs. Dus ik nodig u uit in iedere dienst uw Bijbel mee te nemen en breng pen en papier mee.

21 En nu, met alle commentaren, enzovoort; ik zou niet alle boeken mee kunnen brengen, dus ik schreef... schrijf hier iedere keer op papier kleine aantekeningen op vanuit de geschiedenis en de commentaren, enzovoort, zodat ik in staat zal zijn het hier van de aantekening af te lezen in plaats van dat ik het boek heb en daarin moet bladeren. Wanneer het echter komt tot de Schrift, dan zullen we de Bijbel gebruiken. Dan zal ik uitleggen wat in het commentaar staat, of de geschiedenis; wie de geschiedschrijver was die het zei, enzovoort. Dan, vervolgens... rekening houdend met het komende boek, kunnen we het allemaal goed uittypen, zodat we alles in orde zullen krijgen.

22 Nu, we zullen alles doen wat we kunnen om vroeg te beginnen en u zo vroeg mogelijk uit te laten gaan. En er zullen gedurende acht dagen diensten zijn, van zondag tot zondag.

23 Vanmorgen begin ik met het eerste hoofdstuk van Openbaring, van het boek Openbaring; en Openbaring is in drie gedeelten verdeeld. We zullen ons gedurende deze acht dagen bezighouden met de eerste drie hoofdstukken, hoewel één gemeente-tijdperk ons een maand zou kunnen kosten. Maar we zullen slechts de hoogtepunten moeten aanroeren, zoals we dat noemen; als u dan het boek krijgt, zal het meer gedetailleerd beschreven zijn.

24 De eerste drie hoofdstukken van Openbaring behandelen de gemeente; dan verdwijnt de gemeente, we zien haar niet meer tot de eindtijd. Van Openbaring 1 tot 3 is het de gemeente; Openbaring 4 tot 19 is Israël als natie en 19 tot 22 zijn ze beide tezamen en de plagen en de waarschuwingen, enzovoort, aan het eind. Verdeeld in drie gedeelten, ziet u. En wij nemen de eerste drie hoofdstukken die aan de gemeente toebehoren en het gemeente-tijdperk waarin wij leven.

25 Welnu, het mag in het begin wat droog lijken omdat we moeten teruggaan om een ondergrond te leggen. Ik heb gebeden en gestudeerd en alles gedaan wat in mijn vermogen lag om het gevoelen van de Heilige Geest te krijgen, voor de wijze om dit zo voor de mensen te plaatsen dat ze het zullen zien. Opdat u bij het zien ervan verlicht zult worden en het veroorzaakt dat u dichter tot Christus komt, want wij zijn in de eindtijd.

26 Het is zo'n wonderbare zaak, terwijl ik aan het studeren was, om te ontdekken hoe iedere gemeente begon en hoe ze achteruitging en wat er gebeurde en om te zien hoe dat kleine zaad van God door ieder van deze tijdperken er doorheen kwam; op één plaats ging het bijna uit.

27 Nu, morgenavond zullen we beginnen met hier een kaart op te hangen; geen kaart maar een schoolbord, omdat ik min of meer vanaf een schoolbord wil onderwijzen. Ik geloof dat één van de zondagsschoolonderwijzers een schoolbord heeft. Ik zie het achterin. Ik zal de koster vragen het hier naar boven te brengen, om het hier vooraan neer te zetten zodat ik vanaf het bord kan onderwijzen en het opschrijven zodat u er zeker van kunt zijn en u het op papier kunt overtekenen en we het zo duidelijk mogelijk kunnen maken.

28 Maar ik wil dit zeggen voordat we beginnen. Om het begin van het gemeente-tijdperk te zien en de apostelen te zien, de leerstellingen en dergelijke, die zij onderwezen en de principes van de Bijbel! En om dan te zien hoe die gemeente ongeveer bij de tweede ronde van apostelen begon te verflauwen (ten opzichte van de echte, ware onderwijzing). Bij de derde ronde nog erger. Bij de vierde ronde was het tot lauw verworden. De gemeente had een lauwe gemeente voortgebracht.

29 Dan, een Geestvervulde gemeente... (wat ik zeg met Goddelijk respect voor ieders geloof), maar vanaf het begin tot deze tijd is de echte, ware gemeente een Pinkstergemeente geweest. Het is waar, God heeft Zijn gemeente bewaard.

30 En dikwijls vroeg ik mij af, waar Jezus de uitspraak deed en zei: "Vrees niet, klein kuddeke, het is uws Vaders welbehagen u het Koninkrijk te geven", dikwijls vroeg ik mij af wat het betekende, maar nu begrijp ik het.

31 Vorige week hadden we een samenkomst in Shreveport, Louisiana, de geweldigste geestelijke samenkomst waar ik ooit in mijn leven naartoe ging: Shreveport.

32 Ik had een paar dagen vakantie en ik ging naar Kentucky met broeder Wood hier, een van de diakenen van de gemeente, of beheerders liever, om te jagen. En we gingen de bossen in.

33 Ik had de eerste eekhoorn geschoten en ik zei: "Ik zal even wachten", want iemand was voorbij gekomen met een paar honden. En ik zei: "Ik zal even wachten tot de eekhoorns weer uit hun holen komen." Ze zaten hoog in de bomen, in de holen, en hadden zich verborgen. "Als ze eruit komen... ik ga hier zitten wachten." Want het was echt koud en het vroor en je oren gloeiden, weet u, een ijskoude wind kwam door de dalen. Ik zei: "Ik zal hier even wachten tot de eekhoorns weer te voorschijn komen."

34 Ik zat nog maar nauwelijks of de Heilige Geest zei: "Sta op en ga naar de plaats die u 'Sportman's Hollow' noemt. Daar zal Ik tot u spreken."

35 Ik ging naar die plaats die ik 'Sportman's Hollow' noemde. De reden waarom ik deze 'hollows' een naam geef is opdat ik weet waar ik mij bevind. 'Sportman's Hollow' heet zo omdat ze hadden... ik ging daarheen en zag zestien eekhoorns in één boom zitten, schoot de limiet, liet de overigen gaan en ging weg (en dat is de sport, wat je moet doen); dus daarom noemde ik het 'Sportman's Hollow'. [Engels 'hollow' is laagte, verdiept gedeelte, vallei – Vert]

36 En Hij wees mij op: "De plaats die u 'Sportman's Hollow' noemde." Niet dat Hij het zo noemde, maar dat ik het zo had genoemd.

37 Toen ging ik naar het begin van die laagte en ging onder een witte eik zitten en wachtte ongeveer een half uur en er gebeurde niets. Ik ging op de grond liggen, strekte me op de grond uit, strekte mijn armen uit. Toen sprak Hij tot me.

38 En toen Hij dat deed en het Woord aan mij openbaarde (over precies deze Schriftplaats waar we vanmorgen toe komen), toen had ik dat nooit eerder daarvoor in m'n hele leven gezien.

39 En toen ik daarna naar Shreveport, Louisiana, ging, een vrouw – die een vrouw met gaven is – haar naam is mevrouw Shrader...

40 Vele jaren geleden toen de Engel des Heren voor de eerste keer tot mij kwam hier bij de rivier, en in dat licht verscheen, en de woorden die Hij daar sprak... elf jaar later, toen ik een samenkomst binnenliep, stond deze kleine vrouw op en sprak in tongen en legde het uit. Het was woord voor woord hetzelfde als wat de Engel had gezegd.

41 En deze zelfde kleine vrouw, toen ik de tabernakel binnenliep in... of de plaats in Shreveport waar we in waren, de Life Tabernakel, bewoog de Heilige Geest op die vrouw en zij zei woord voor woord wat Hij daar tegen mij op de heuvel had gezegd. Toen begon de Geest te bewegen en gaf uitleggingen, voorzegde dingen door openbaring, door profetie, de dingen die de volgende avond in de samenkomst zouden gebeuren; en niet één keer miste het.

42 Daarvóór was een kleine vrouw opgestaan in de samenkomst, een Baptistenvrouw, was daar gekomen en wist niet wat ze moest doen. En ze stond temidden van de samenkomst en de Heilige Geest viel op haar en ze begon in tongen te spreken, een Baptistenvrouw van de Eerste Baptistenkerk in Shreveport; en toen wist ze niet wat ze had gedaan. En voordat ze iets kon zeggen, gaf de Heilige Geest de uitleg en sprak: "ZO SPREEKT DE HERE: 'Binnen drie maanden zal de Geest van Mozes, Elia en Christus in deze tabernakel bedienen.'" Daar gebeurde het, volmaakt.

43 Een Baptist uit Meridian, Mississippi, begon zijn hand op zijn koelkast te leggen om iets uit de koelkast te halen en de Geest van God kwam op hem: en hij sprak in tongen, niet wetend wat hij deed. En voordat hij kon begrijpen wat hij aan het doen was, sprak de Heilige Geest opnieuw en zei: "Ga naar Shreveport, Louisiana. Mijn dienstknecht zal u vertellen wat u moet doen."

44 En hij kwam daar en zei: "Ik begrijp dit niet, het is nog nooit eerder gebeurd."

45 Oh! We leven in de laatste dagen, vlak voor de komst des Heren.

46 Die kleine gemeente is altijd in de minderheid geweest, de Pinkstergroep. Ik bedoel niet de denominationele Pinkstermensen, die bedoel ik niet, maar de mensen met de Pinksterervaring. Pinksteren is geen organisatie, Pinksteren is een ervaring die gaat naar elk die wil: Katholiek, Jood, Proseliet, Methodist, Baptist. "Elk die wil, kan komen." Het is een ervaring waarbij de individu... God handelt niet met een denominatie, noch handelt Hij met de heidenen als een ras of een volk; Hij handelt met individuen. "Elk die wil", of hij nu wit, zwart, geel, bruin, Methodist, Baptist, Protestant, Katholiek is, wat hij ook is: "Elk die wil kome!" Ik ben zo blij dat Hij het op die manier maakte. Ik...

47 Zoals de man die eens zei: "Ik zou liever hebben dat Hij dàt zei, dan dat Hij mijn naam noemde: 'Laat William Branham komen', want er zouden er meer dan één William Branham kunnen zijn. Maar omdat Hij: 'Een ieder', zei, weet ik dat ik word bedoeld."

48 Dus dat is de manier dat wij het allen kunnen voelen: "Elk die wil, kan komen."

49 Welnu, ik weet dat er hier buiten veel mensen wachten in de hotels en motels die vanuit de hele wereld komen. Zie? Er zijn hier mensen uit Ierland en verschillende plaatsen die wachten op deze afspraken. Maar ik kan dat op dit ogenblik niet doen. Ik wil mijn tijd hier aan geven, begrijpt u.

50 Als ik terugkom van deze reizen, kom ik meestal terug voor iemand die ik kan bedienen, want zij wachten op hun afspraken. Maar op dit ogenblik moeten we ze hiervoor laten gaan.

51 Nu, nog één ding voordat we met dit boek beginnen. In het begin was het een Pinksterkerk. En die Pinksterkerk trad naar voren in de kracht van de Geest en schreef een boek der Handelingen. Bij de tweede ronde begon het te verflauwen, de gemeente werd formeel; het tweede gemeente-tijdperk was echt formeel, maar dat kleine zaad van Pinksteren bleef doorkomen, het geestelijke. Daarna kwam het tot een plaats van donkere eeuwen, wel veertienhonderd jaar en nog wat, van donkere vervolging. Dat kleine Pinkstertijdperk bleef daar doorheen in leven. Hoe het dat overleefde, vraag me dat niet, het was Gods hand, het enige wat het zou hebben kunnen doen.

52 Want ze bonden ze vast aan palen. Namen de mannen mee en bogen ze over een stuk hout en namen houten pinnen en dreven die door hun benen en lieten de dieren (honden) ze van achteren opeten, trokken hun ingewanden eruit zelfs vóór ze stierven. Namen de vrouwen, sneden hun borsten er zó met een snee vanaf, hun rechterborst, lieten ze daar staan en lieten dat bloed er zo uitstromen tot hun leven uit hen was weggevloeid. Namen de baby's van de zwangere vrouwen en voerden die aan de honden en zwijnen terwijl ze ernaar keken. In de veronderstelling dat het Christendom was; maar de Bijbel zei en Jezus zei: "Het zal komen te geschieden dat zij u zullen doden, menende God een dienst te bewijzen." Ziet u?

53 En die zaak sloop binnen naar een volgend tijdperk tot het tenslotte uitkwam. Dan merken we op dat de gemeente er in de reformatie uitkomt. Ze raakte vanaf die tijd verder en verder weg, weg van de Geest, raakte bij de Geest vandaan, regelrecht tot in dit laatste tijdperk waarin ze gereed staat zich te bestendigen en een beeld te vormen voor het beest.

54 Maar die kleine Geest zal in de harten van de mensen leven totdat Jezus komt! Het moet zo zijn.

55 Onthoud dat. We zullen het op de kaarten uittekenen, de geschiedenis nemen, enzovoort, en u laten zien dat het exact op die wijze is. Neemt u zelf de geschiedenis en lees het, kijk wat de Bijbel zei en wat de geschiedenis zei, kijk hoe het precies met elkaar overeen komt.

56 O! Mogen wij dit allen niet slechts als een lezing opvatten, maar mogen wij ernstig, ernstig de waarschuwingen van de Heilige Geest aannemen en dag en nacht bidden. Laat niets u verhinderen te bidden.

57 Als we erop ingaan zal het de levens van grote mannen daar terug opgraven, hoe zij offerden. U zult zien hoe weinig u hebt gedaan. Het maakt dat ik me soms over mezelf schaam, hoe wij alles zo gemakkelijk willen hebben terwijl zij alles zo moeilijk hadden. "Doolden rond", zei Paulus in Hebreeën 11, "in schapenvachten en geitenvellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling." Hoe zal ons getuigenis staande blijven naast dat van hen? Hoe zal het daarmee een vergelijk kunnen doorstaan? En wij willen alles zo fijn hebben.

58 Nu, uit respect, voor we het Boek openen, zou ik willen vragen of wij allen die kunnen, willen opstaan voor een moment van gebed. Nu, met de oprechtheid van uw hart, fluister een woord van gebed tot God.

59 Here God, de Schepper van hemel en aarde, de Auteur van eeuwig leven en de Schenker van alle goede en volmaakte gaven. Wij zouden U eerst willen vragen, Here, om ons alle onverschilligheid en onze zonden en onze overtredingen tegen U en tegen elkaar en onze naaste te vergeven.

60 Moge deze kleine tijd van samenkomen niet alleen zijn voor de opbouw van onze eigen zielen, maar moge het ons zodanig verlichten en inspireren, dat wij het aan anderen gaan vertellen. Moge het een tijd zijn van hernieuwde toewijding, van vereniging met het volledige lichaam van Christus en gereed te zijn voor de opname.

61 Vader God, niet vanwege mijn eigen gevoelen, wetend dat Uw dienstknecht en alle andere dienstknechten onbekwaam zijn voor deze grote taak. In het besef hoe grote mannen in het verleden het op hun hart hadden om te proberen dit te openbaren, of om commentaar te geven op de grote Openbaring... Dan beseffen wij dat wij nog meer onbekwaam zijn dan zij. Maar Gij zijt onze bekwaamheid.

62 En ik bid, hemelse Vader, dat U gedurende deze tijd iets speciaals zult doen, dat de Heilige Geest in ieders hart de voorrang zal hebben; besnijd de lippen die spreken en de oren die horen. En als dit allemaal voorbij is en wij het aan U opdragen, mogen wij dan onder de bovendorpel van dit huis doorlopen en zeggen: "Het was goed voor ons daar te zijn; de Heilige Geest sprak tot ons terwijl we daar zaten. En nu zijn we vastbesloten alles te doen wat we kunnen terwijl de avondlichten schijnen." Sta het toe, Here.

63 Moge het gedurende deze samenkomst veroorzaken dat mannen en vrouwen opnieuw een houvast nemen. Wilt U sprekers in tongen doen opstaan, uitleggers van tongen. Wilt U gaven van profetie doen opstaan. Doe predikers opstaan, herders, evangelisten, enzovoort, opdat de gemeente mag worden gesticht. Doe zendelingen opstaan om ginds het veld op te gaan om dit heerlijke Evangelie te doen voortgaan. Waar het Woord ook zal heengaan, moge het in goede grond vallen, honderdvoudig voortbrengen; want we geloven dat we aan het eind van het tijdperk zijn, de voleinding is op handen.

64 Sta deze dingen toe, Vader. En boven alle dingen, Here, op deze tijd, helpt Gij mij, degene die het nodig heeft. Want ik vraag het terwijl ik mijzelf voor deze diensten aan U opdraag. In Jezus Christus' Naam. Amen.

65 [Een zuster spreekt in een andere taal. Een broeder geeft een uitleg – Vert]

66 Machtige God, die Jezus opwekte uit de dood, wij zijn zo blij te weten dat Uw Geest in ons midden woont. Hij is altijd waarachtig en er is nimmer een woord onwaar. En nu, Vader, bevestig verder Uw Woord als wij lezen voor Uw glorie. En moge ieders hart, zoals U hebt gezegd, toebereid zijn en gereed, want er zal iets naar voren komen. Het kan zijn dat de mensen hun laatste waarschuwing zullen ontvangen om zich af te wenden van de dingen die zij nu doen tot de juiste weg. Wij danken U, heilige God, in de Naam van Uw Zoon, de Here Jezus. Amen.

67 We slaan nu het boek Openbaring op, het eerste hoofdstuk. Ik wil het begin lezen, de eerste drie verzen van Openbaring:

     De openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft;

     Die het woord Gods betuigd heeft, en het getuigenis van Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft.

     Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden van deze profetie, en die bewaren, hetgeen daarin geschreven is; want de tijd is nabij.

68 Zoals ik eerder heb gezegd, we proberen nu hierbij een kleine uiteenzetting te geven over het boek zoals het vermeld staat in de geschiedenis, enzovoort. En iedere keer dat u mij bladzijden hoort aanhalen die ik hier heb opgeschreven, dan is dat materiaal dat ik uit commentaren en dergelijke, heb gehaald.

69 Nu, de schrijver van dit boek is Johannes, de apostel Johannes, die het schreef voor de komende generaties (A); (B) gericht tot de zeven engelen van de zeven bestemde perioden van het Christelijke tijdperk; een tijdperk vanaf de dagen der apostelen tot de komst des Heren. En de... Nu, de tijdperken verschijnen na elkaar, elk ervan, vanaf het weggaan van onze Heer tot Zijn wederkomst. Ieder tijdperk heeft een beschrijving van zijn geestelijke toestand. (E) Ieder tijdperk kan zichzelf herkennen aan Zijn schriftuurlijk en geestelijk spreken tot hen; zoals de Geest spreekt, zo kan ieder tijdperk zichzelf zien. Ieder tijdperk droeg de ware wijnstok van Christus, de wijze maagd; en ieder tijdperk droeg de geënte wijnstok, de dwaze maagd.

70 Historici zijn het erover eens dat dit Johannes' leven is; Johannes leefde zijn laatste jaren in de stad Efeze en stierf daar. Hij was op het eiland Patmos ten tijde dat hij het boek Openbaring schreef. Het was niet de geschiedenis van zijn leven, maar de geschiedenis van Christus in toekomstige tijdperken. Kijk, het was een profetie. Niet over het leven van Johannes, niet over het leven van Christus, maar profeterend over een tijdperk dat zou komen. Het waren niet zijn profetische uitingen, maar de plechtige uitspraken van de Heer. Het was niet de openbaring van Johannes de openbaarder, maar de openbaring van Christus de Heer.

71 Het is het laatste boek van het Nieuwe Testament. Toch spreekt het van het begin en het einde van de dispensatie van de Evangeliën. Bijbelgeleerden zijn het daarover eens.

72 De brieven aan de zeven gemeente-tijdperken werden profetisch geschreven aan de toekomstige tijdperken. Paulus schreef over het leven en de glorie van de zeven gemeenten die in zijn dag bestonden. Johannes schreef over het leven en de glorie van de zeven gemeenten in de toekomst, waarbij Johannes ze adresseerde aan de zeven herders of boodschappers... rechtstreeks aan alle Christenen onder deze zeven verschillende engelen.

73 Nu, het boek Openbaring. We zullen dit nemen... terwijl we dit uitleggen deze morgen en deze avond... we zullen proberen u ongeveer om elf uur of half twaalf uit te laten gaan; zoiets dergelijks. En dan beginnen we vanavond weer om zeven uur.

74 Nu de inhoud van dit eerste hoofdstuk:

     Het eerste vers spreekt echt voor zichzelf omdat het de openbaring is van Jezus Christus.

     Tweede vers: Johannes de openbaarder is de schrijver en dienstknecht.

     Derde vers: de zegeningen worden uitgesproken.

     Het vierde tot en met het zesde vers: de groet aan de gemeente.

     Het zevende vers: de aankondigingen.

     Het achtste vers: de opperste Godheid van Jezus Christus.

     Het negende tot en met het twintigste vers: het visioen op Patmos.

75 En ook het veertiende en vijftiende vers beschrijven de zevenvoudige heerlijkheid van Zijn Persoon. O, het is prachtig als wij Christus zien in Zijn zevenvoudige persoonlijkheid van Zijn... zevenvoudig wezen van Zijn persoonlijkheid in Zijn glorieuze opstanding.

76 Nu, de titel beschrijft het karakter: "De openbaring van Jezus Christus."

77 Niet de openbaring van Johannes de openbaarder, maar de openbaring van Jezus Christus, de Zoon van God.

78 Nu, het Griekse woord voor openbaring is apocalypse, wat "de onthulling" betekent. Ik nam dat woord en onderzocht het; het betekent dat de apocalypse is om te... Zoals een beeldhouwer die een groot standbeeld heeft gemaakt en het helemaal heeft bedekt met een kleed. Dan komt hij en trekt dat kleed weg en openbaart wat hij achter die omhulling had. Het is een onthulling.

79 En dit boek is niet zozeer de onthulling van de Persoon van Jezus Christus (hoewel het spreekt van Zijn Godheid en Zijn zevenvoudige persoonlijkheid, en ook van de dingen die Hij is, zoals Priester, Koning, enzovoort), maar het is de openbaring van de toekomst van Zijn werken in Zijn zeven gemeente-tijdperken die zullen komen. Het...

80 Toen onze Heer op aarde was, vroegen de discipelen Hem en zeiden: "Meester, zult U op deze tijd het Koninkrijk weer aan Israël herstellen?"

81 En Jezus zei: "Het is niet aan u om dat uur of die tijd te weten." En niemand zou dat weten; Hij zei dat "zelfs de Zoon" het toen niet wist.

82 Maar na Zijn dood, begrafenis, opstanding en opvaren naar de heerlijkheid, ontving Hij van God de toekomst van de gemeente. Toen keerde Hij terug om deze boodschap aan de gemeente te brengen en deze boodschap van Zijn komst en de toestand van Zijn gemeenten gedurende het tijdperk.

83 Hij kon dat niet doen vóór Zijn dood, begrafenis en opstanding omdat Hij het toen nog niet wist. Maar hebt u opgemerkt hoe het hier in de Schrift staat?

     De openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft (aan Christus) ...

84 Hoe dat God de Vader de openbaring aan Zijn Zoon Jezus Christus gaf. Hij zond Zijn engel tot Johannes om deze dingen te kennen te geven die waren, die zijn en die er zullen zijn. O, het staat er zo mooi.

85 Welnu, in dit geweldig toekomstige tijdperk dat Johannes zag... Nu, deze openbaring werd hem nauwkeurig gegeven om het specifieke voornemen van Christus te ontsluieren, wat en hoe Hij in ieder tijdperk zou zijn. Om die reden zei ik vanmorgen: houd uw aandacht op de ware gemeente gericht. De ware gemeente begon op de Pinksterdag.

86 Er bestaat geen theoloog, Bijbelgeleerde of geschiedkundige die ooit kan zeggen dat het begon in de dagen van Maarten Luther, Wesley, het Katholieke tijdperk of enig ander tijdperk. Het begon op Pinksteren, dat was de inwijding van de gemeente. Dat was het begin. Als u dus met iemand discussieert, ga daar bij die poort van Pinksteren staan en ze kunnen nergens anders uitkomen.

87 Precies zoals een konijn in het veld. Je weet waar iedere ingang is, dus je stopt ze dicht en hij zal naar precies dezelfde plek moeten terugkomen waar hij naar binnen is gegaan.

88 Wel, zó is het als iemand praat over kerken en gemeente-tijdperken en de werking van de Heilige Geest, je zult moeten terugkomen bij het oorspronkelijke begin. Het moet daar wel naar terugkomen omdat God oneindig is en Hij is almachtig. Daarom, omdat Hij oneindig is, kan Hij niet iets hier doen en daar iets tegenovergesteld. Hij moet het iedere keer op dezelfde manier doen als dat Hij het de eerste keer deed.

89 Zoals Petrus zei op de dag dat de heidenen de Heilige Geest ontvingen, hij zei: "Kunnen wij het water weigeren nu wij zien dat zij de Heilige Geest hebben ontvangen zoals wij in het begin?"

90 Toen Jezus op aarde was, sprak Hij en zei: "Het..."

91 Iemand kwam en vroeg: "Is het voor ons geoorloofd onze vrouwen weg te zenden om allerlei redenen?"

92 Jezus zei: "Hij die de man maakte, maakte de vrouw; om die reden zal een man..."

93 Hij zei: "Maar Mozes stond ons een scheidbrief toe."

94 Jezus zei: "Maar van den beginne is het niet zo geweest."

95 Ga terug naar het begin! Daarom, als we zullen gaan spreken over het gemeente-tijdperk, moeten we teruggaan naar het begin en iedere uitspraak die iemand gedurende het tijdperk heeft gemaakt terzijde leggen.

96 Dit is het meest officiële boek van alle boeken in de Bijbel. Dit is het enige boek waar Christus Zijn zegel op plaatste. Het begint met een zegen en eindigt met een vloek. "Gezegend is hij die leest en vervloekt is hij die er iets vanaf neemt."

97 Het is het enige boek van de hele Bijbel dat Christus Zelf schreef. Hij schreef de tien geboden met Zijn vingers, dat is waar, de Joden houden daaraan vast. En vandaag is het de Openbaring.

98 En als Satan enig boek in de Bijbel haat, dan is het wel de Openbaring. Er zijn er twee. Hij haat de hele Schrift en dat is het hele geschreven Woord van de Schrift. Maar als er iets is wat hij het meest verafschuwt, dan is het wel de Openbaring en Genesis; want Genesis vertelt het begin en Openbaring openbaart wat er met hem in de laatste dag zal gebeuren. Hij zal duizend jaar worden gebonden. Dan zullen hij en de valse profeet en het beest levend in de poel van vuur worden geworpen.

99 En hij zal het boek Genesis aanvallen op zijn echtheid. Hij zal zeggen dat het niet authentiek is. En hij zal de gedachten van de mensen verwarren. Let op wat de duivel doet met dat boek Genesis of het boek Openbaring, het eerste en het laatste.

100 En in het boek Openbaring staan meer symbolen dan in alle andere boeken van de Bijbel. Het bevat meer symbolen omdat het een boek van profetie is. Het is een profetisch boek. Daarom moet het worden begrepen door een profetische klasse. Dit boek is niet voor iedereen bedoeld. Er is nauwelijks iemand die het kan begrijpen. Dit boek is gemaakt voor een bepaalde klasse mensen. In Deuteronomium wordt gezegd: "De verborgen dingen zijn des Heren." [Deuteronomium 29:29 – Vert] Dat is waar. En Hij openbaart aan ons, Zijn kinderen, de verborgen dingen. Dus het gaat niet...

101 Het vleselijke verstand kan deze grote dingen van de Schrift niet bevatten, want het is dwaasheid voor hen. Maar voor degenen die het Woord van God liefhebben, voor hen werd het boek geschreven, voor de gemeente: "De openbaring van Jezus Christus aan de gemeente te Efeze, aan de gemeente te Smyrna, aan de gemeente... aan de verdere gemeenten." De openbaring van Jezus Christus aan de gemeente. Daar houd ik van.

102 En merk op, het is ook de vervulling van de Schrift, de totale voleinding . En de plaatsbepaling is ook juist, aan het einde van de Bijbel. De openbaring van de hele zaak is hier achterin geplaatst met een zegen voor wie het leest en hoort en met een vloek voor degene die eraan zal toevoegen of van zal weglaten. Het is de complete canon. O, het absoluut! Niets kan eraan worden toegevoegd. En wanneer een man probeert er iets van weg te nemen of er iets aan toe te voegen; God zei dat Hij zijn deel uit het boek des levens zou wegnemen. Ziet u? Hij zou zijn deel uit het boek wegnemen als hij eraan toe zou voegen.

103 Als wij dus de meervoudige openbaring van onze Heer zien, Wie Hij is, wat Hij is, als iemand dáár iets aan toe zal voegen of dáár iets van af zal nemen, dan is dat een valse profetie. Velen hebben geprobeerd te zeggen dat zij erna nog iets hadden. Maar dàt is de volledige openbaring van de Here Jezus in Zijn gemeente-tijdperk en in Zijn dagen. Een openbaring van onze Heer!

104 Nu, ontsluiering, het Griekse woord, is iets wat verborgen is geweest openbaren, Christus openbaren.

105 Nu, in het volgende vers zien we... in het tweede vers.

106 Het eerste vers ontsluiert Christus. De openbaring of de onthulling. Wat was het laatste tijdperk en de komst des Heren bedekt voor de apostelen! Zij stelden de vraag, maar slechts één ervan leefde om de openbaring te krijgen; toch begreep hij het niet omdat de geschiedenis nog niet was vervuld.

107 Welnu, de geschiedenis van dit boek, of de uitingen van dit boek waren gericht aan de zeven gemeenten in het toenmalige Klein-Azië. Het was gericht aan deze zeven gemeenten. Er bestonden meer dan die zeven gemeenten in die tijd, maar elk van deze gemeenten was tekenend voor de karakteristiek in die gemeente, die gedurende het tijdperk zou volgen; de karakteristiek van die gemeente. Zoals Efeze een karakteristiek had. Smyrna, Pergamus en zo verder, Filadelfia, elk van deze gemeenten had een kenmerk dat weer in de toekomende eeuwen zou verschijnen.

108 O! Als u slechts... Iedereen kan de geestelijke toepassing van de Schrift zien, en dan nog zeggen dat het niet is geïnspireerd! Uw eigen houding, de motieven, de doelstellingen van de mensen – wel, het bewijst dat de Schrift geïnspireerd is. Om te zien hoe God deze dingen toepast. Precies wat u doet heeft er hier een type van.

109 Zoals Abraham die Izaäk offerde, zijn enige zoon; een type van God, die honderden jaren later Zijn Zoon gaf. Hoe Jozef werd verkocht en in de gevangenis zat, gehaat door zijn broeders en geliefd door zijn vader: Jezus in type. Hoe de Geest door Jozef werkte, een man, en precies het leven van Christus volmaakt typeerde. Hoe David... De Zoon van David stond op dezelfde berg... Toen David als koning werd verworpen en de heuvel over trok, de Olijfberg, keek hij om en weende als een verworpen koning; een paar honderd jaar daarna beklom de Zoon van David dezelfde heuvel, als een verworpen Koning en weende over Jeruzalem. De Geest in type en vorm.

110 O! Kunt u dan de grote Pinksterkerk zien in deze laatste dag? Kunt u zien hoe God haar op de Pinksterdag inwijdde? Die Geest moest gedurende alle tijdperken in de gemeente blijven. Ze werden formeel en onverschillig. Ze wilden beslist een denominatie hebben. Ze moesten kerk en staat met elkaar verenigen en tenslotte deden ze het en het veroorzaakte honderden jaren van vervolging. Toen met de Reformatie kwamen ze eruit... En ieder jaar deden ze meer afbreuk aan de Geest en voegden aan het natuurlijke toe; van de Geest af en voegden aan het natuurlijke toe; tot nu toe, ze staan klaar om het opnieuw te doen. We leven in deze laatste afsluitende uren, de voleinding van de gemeente. We zijn in het tijdperk van Filadelfia... of Laodicéa.

111 Nu, het eerste hoofdstuk, eerste vers, werd aan Johannes geïntroduceerd. Wie was de schrijver? Johannes. Het was geen openbaring van Johannes, en wij weten dat het dat niet was, want het was de openbaring van de Here Jezus Christus. Hij werd als discipel uitgekozen. En het boek zelf openbaart de zaak dat het Jezus Christus was in Wie Hij openbaarde. Hij...

112 En het werd gezonden aan de... "En heeft dit door Zijn engel aan Johannes te kennen gegeven." Wij weten niet wie de engel was. De Bijbel zegt niet wie de engel was. Maar wij weten dat het een profeet was, want de Bijbel zei later: "Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om te getuigen van deze dingen die weldra zullen komen te geschieden."

113 Dan ontdekken we dat, toen Johannes de engel begon te aanbidden, de engel zei: "Doet u dat niet!" Ik geloof dat het Openbaring 22 is. En hij zei "Want ik ben een van uw mededienstknechten en van de profeten." Het zou Elia hebben kunnen zijn. Het kan een van de profeten zijn geweest... Johannes was een apostel, maar deze profeet werd gezonden. En Johannes die een apostel was... Kijk naar het karakter van de rest van zijn brieven; dat bewijst dat het niet Johannes was die het schreef, omdat het niet de natuur van Johannes heeft. Neem 1 Johannes en 2 Johannes, enzovoort, en lees het. En kijk naar het karakter daarvan en kijk dan naar het karakter hiervan. Johannes was een schrijver en was een apostel, maar dit is de geest van een profeet. Het is een totaal andere persoon. Ziet u? Het was niet het schrijven van Johannes, het was niet de openbaring van Johannes, het was Gods openbaring van Jezus Christus aan de gemeenten. En het moest... Johannes was slechts een schrijver, de schrijver, en het boek verklaart hetzelfde.

114 Welnu, het was niet aan Johannes gericht, het was aan de gemeente gericht. In orde. Johannes was in die tijd de herder van de gemeente in Efeze. En het boek is gericht aan Johannes... of aan de gemeente, niet aan Johannes.

115 Nu, het derde vers, Hij kondigt de zegeningen aan, luister hiernaar:

     Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden van deze profetie, en die bewaren, hetgeen daarin geschreven is; want de tijd is nabij.

116 Welke tijd is nabij? De tijd dat deze dingen plaats vinden, wanneer deze openbaring van Jezus Christus in ieder gemeente-tijdperk is vervuld.

117 Nu, de reden waarom Hij het op deze manier schreef... Als Hij had gezegd... Welnu, als Hij... Ze keken naar Hem uit om te... als het was geopenbaard. Als hij... Als aan Johannes was geopenbaard dat Hij zou komen zodra die gemeenten daar waren afgelopen... Dat was hoe Johannes erover dacht. Maar als het zo was met deze gemeenten, dat zij, zodra zij ophielden, werden... Als hij het had geweten, als aan hem was geopenbaard dat er zeven lange gemeente-tijdperken zouden komen van een paar duizend jaar, of enige honderden jaren, dan zou er geen reden zijn geweest om te wachten, ze zouden slechts hun gemeente-tijdperk hebben uitgeleefd.

118 Daarom sprak God het en werd het niet aan hen geopenbaard. Aan Maarten Luther werden niet de dingen geopenbaard die John Wesley over de Schrift wist. Het is niet aan de Baptisten geopenbaard wat de Pinkstermensen weten over de Schrift. Want het is in een ander tijdperk, het is een andere tijd en God openbaart Zijn dingen precies op de goede tijd.

119 O! Je kunt geen maïs in het voorjaar planten en het in dezelfde tijd oogsten! Je plant een zaad en het groeit naar volwassenheid. God plant Zijn Woord en dan groeit het omhoog en dan kijken we om en zeggen: "Daar was het." Welzeker, wij zien het nadat het is geopenbaard.

120 Nu: "Zalig", het woord, de aankondiging van de zegen (bij het derde vers) tot degenen die lezen of zijn geheimenissen horen. Het vleselijk verstand mijdt het, omdat het vleselijk verstand er niets over weet. Geen wonder dat het vleselijk verstand het niet weet, want het is Satan in dat vleselijk verstand; en Satan wordt tentoongesteld en Satan wil niet tentoongesteld worden.

121 Wist u hoe verschrikkelijk het voor Satan is als hij eraan denkt, dat hij zal worden tentoongesteld? Let op in een van de diensten, let op het gedrag van de mensen. Let daar eens op in mijn samenkomst. Vlak voordat Satan over een bepaald persoon zal worden ontmaskerd, kunt u hun gezicht zien veranderen. Zie je, ze weten niet wat ze ervan moeten denken. Opeens komt de Heilige Geest neer en ontmaskert die duivel. O! Hij haat zo'n soort samenkomst. Dat is de reden waarom we zo'n strijd hebben gehad, omdat het Woord van God de duivel ontmaskert. Ziet u? Het zegt wat hij is.

122 Bijvoorbeeld, je zegt: "Deze vrouw die hier zit," onder de inspiratie van de Heilige Geest, bijvoorbeeld, "haar naam is mevrouw Jones. Ze komt uit Zo-en-zo." Wat veroorzaakt dat? Het maakt contact met haar geest, brengt die omhoog naar een plaats.

123 "Hoe kent u mij? Die man kent mij niet, dus het moet een bepaalde geest zijn. Welk soort geest is het?"

124 "Het is de Geest van God."

125 "Hoe? Wat is er met mij aan de hand?"

126 "U hebt tuberculose gehad, kanker," wat het ook is, "maar ZO SPREEKT DE HERE..."

127 "O!" O, wat haat Satan dat! Omdat het hem ontmaskert.

128 Nu, het vleselijk verstand kijkt ernaar en zegt: "Gedachten lezen, geestelijke telepathie." Ze weten het niet. Het is dwaas voor hen.

129 Maar voor diegenen die weten wat het is, o, wat een zegen! Wat is het? Een openbaring. Een openbaring van wie? Van de man in de preekstoel? Van Jezus Christus in dit laatste gemeente-tijdperk! Zichzelf openbarend zoals Hij beloofde dat Hij zou doen. Het is een openbaring. Ziet u?

130 Satan haat dat. Tjonge, wat haat hij dat. Hij is ontmaskerd, het ontmaskert zijn plannen. "Satan haat Openbaring en Genesis", heb ik hier opgeschreven. Dat is helemaal juist. Welnu, waarom haat hij een openbaring? Waarom is hij zo tegen openbaring? Het komt omdat de hele canon van Gods woord en Gods gemeente plechtig zijn gebouwd op openbaring.

131 Het zal nooit door middel van een school komen. Het doet er niet toe hoeveel fijne bijbelscholen we hebben. Zij bevinden zich in het verleden, in het verduisterde tijdperk. De Bijbel en de gemeente zijn absoluut een openbaring.

132 Laten we opslaan... Ik heb hier een paar schriftgedeelten opgeschreven: Mattheüs, het zestiende hoofdstuk, vers 18. Laten we even kijken naar Mattheüs 16:18, zien waar de Schrift is... waar het staat over openbaring. Ze kwamen van de berg af, het zeventiende vers:

     En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.

     En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.

133 Nu zegt de Katholieke kerk: "Hij bouwde haar op Petrus." Wel, dat is echt vleselijk bedacht. Je kunt je niet voorstellen dat een geestelijk verstand zoiets dergelijks zou kunnen bevatten, terwijl God... terwijl Zijn eigen Zoon daar staat en zou Hij dan Zijn gemeente bouwen op een gewone, alledaagse, in zonden geboren man? De man bewees het. Met diezelfde geest op hem vervloekte hij Jezus en verloochende Hem recht in Zijn gezicht. Het was Petrus niet, evenmin was het een steen die daar lag, zoals sommige kerken beweren; het was geen steen, want Petrus...

134 De steen waarover Hij sprak was niet Petrus, evenmin was Hij het zelf.

135 Nu, velen van de Protestantse mensen beweren: "Het was op Jezus. Op Hem werd de gemeente gebouwd. Hij!" Nee, dat is nog steeds verkeerd. Als u opmerkt is het op Jezus noch Petrus, het was op de openbaring.

     ... vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is gaf deze openbaring.

136 Kijk! Ik wil u iets vragen. In de Hof van Eden bestond geen geschreven Schrift. Toen waren er twee jongens, Kaïn en Abel, die beiden een offer wilden brengen om in de gunst te komen bij God. Toen zij dit deden kwam Kaïn en bouwde een altaar; Abel bouwde een altaar. Wel, als dat alles was wat God vereiste, dan zou God onrechtvaardig zijn om Kaïn te veroordelen. In orde, dus Kaïn bracht een offer en Abel eveneens. Beiden brachten een offer. Kaïn aanbad en Abel eveneens. Kaïn deed alles wat Abel deed!

137 Dus als het gaan naar de kerk, tot een kerk behoren, offers brengen en bidden en God aanbidden alles is wat God vereist, dan zou God onrechtvaardig zijn om Kaïn te veroordelen voor juist datgene wat Hij had gezegd om te doen.

138 Maar ziet u, Abel wist, door een openbaring, dat het geen vrucht was die hen uit de Hof van Eden had verdreven (zoals vele vleselijk gezinde mensen vandaag denken). Abel kwam en offerde de vruchten van het land en God weigerde het, maar het was geopenbaard... ik bedoel Kaïn, neemt u mij niet kwalijk. Kaïn offerde de vruchten van het land, omdat hij dacht dat dit het was wat hen uit de Hof van Eden had gedreven. Let op die openbaring. Let op hoe het wedersproken wordt. Let op hoe hard het tegenwoordig aankomt. Maar het waren geen vruchten die hen eruit verdreven. Eva at nimmer appels. Absoluut! Hoe kwam zij tot het besef dat zij naakt was, als zij appels at? Het kwam voort uit het sexuele leven. Het moest wel!

139 We moeten dit als een studie nemen, dat hebben we gedaan, om terug te gaan... Ze hebben er geen enkele Schriftplaats voor.

140 Sommigen zeggen: "Wel, ze zei: 'Ik verkreeg een zoon van de Here.'" Zeker, dat deed de prostituée ook. God moet al het leven maken.

141 Maar het is een verdraaid leven. Kijk naar de natuur van die jongen. Hij was uit zijn vader, de duivel, vol haat, gemeen, een moordenaar. Ziet u?

142 En dan hoe Abel... Toen zijn ouders dit mogelijk aan hem vertelden dat het... De bomen droegen vruchten, enzovoort. Maar het werd aan Abel geopenbaard. Abel ging heen en nam een lam, voor bloed; nam leven. Geen vruchtboom; bracht geen appels en bananen en peren. "Maar Abel offerde door geestelijke openbaring", Hebreeën 11, "aan God een meer welgevallig offer." God legde er getuigenis van af, want het werd aan hem geopenbaard door geloof.

143 Dáár bouwde God Zijn gemeente op. "Want vlees en bloed hebben dit nooit aan u geopenbaard. (U hebt dit nimmer op een bijbelschool geleerd. Nimmer heeft iemand u dit ooit ergens onderwezen.) Maar Mijn Vader die in de hemel is heeft dit aan u geopenbaard." Daarop, de hele zaak is op openbaring gebouwd, de gehele gemeente. "Op deze rots van openbaring van Jezus Christus zal Ik Mijn gemeente bouwen."

144 U mag nemen wat de voorganger zegt. U mag nemen wat het seminarie onderwijst. U mag nemen wat de kerk zegt. En toch is het niet goed! U mag in staat zijn het met welsprekendheid uit te leggen. Maar totdat God aan u heeft geopenbaard dat Jezus Christus Zijn Zoon is en u bent gered door Zijn bloed, op die openbaring dat "Hij mijn Redder is"...

145 "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel kunnen haar niet overweldigen."

146 Daarom, ziet u, is Satan zo tegen het boek Openbaring. Elk ding dat is geopenbaard – geestelijke openbaring – daar is Satan tegen. Daarom is hij vandaag zo tegen de bediening gekant. Omdat... Wat is het? Het openbaren van Christus.

147 Laat de kerk maar doorgaan met haar grote denominaties en organisaties en haar nietszeggende bloemrijke predikingen, enzovoort, laat ze maar doorgaan, Satan maakt zich daar niet druk over. Zij hebben geen moeilijkheden. Iedereen klopt ze op de schouders.

148 Maar dan komt er een tijd dat God door de Heilige Geest opnieuw Christus in de gemeente openbaart met de kracht en demonstratie van het genezen van de zieken en het doen van de tekenen waarvan Hij zei dat ze de gelovigen zouden volgen. Dan draait Satan zich om in zijn bed en doet er iets aan. Tot die tijd maakt Satan zich er niet druk over hoeveel u voor de kerk doet, het maakt hem niet uit hoeveel. Maar wanneer Christus aan u openbaart dat Hij de Zoon van God is en dat u ook de werken doet die Hij deed – geen andere werken, maar dezelfde werken...!

149 "Wie in Mij gelooft..." In Johannes 14 staat: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij eveneens doen (dezelfde werken), en grotere dan deze." Want Christus kon de doop van de Heilige Geest niet prediken, dit zou groter zijn. Hij kon dat niet tot hen brengen, omdat de Heilige Geest niet was gegeven. Maar toen Jezus kwam en Zijn leven offerde en de Heilige Geest terugkeerde, toen konden zij eeuwig leven aan de mensen toedienen. Dat is het "grotere".

150 Maar Jezus zei duidelijk in Markus 16 over tekenen en wonderen: "Gaat heen in de hele wereld en predikt aan ieder schepsel het Evangelie." Hoever? In de hele wereld! Hoevelen? Aan ieder schepsel! Zolang dit Evangelie wordt gepredikt, zullen deze tekenen degenen die geloven volgen. En wanneer dat een openbaring wordt, broeder, dan bent u dicht bij het Koninkrijk! "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel kunnen haar niet overweldigen."

151 Maar de man of de vrouw die ooit, zoals Mozes, daar alleen achter in die woestijn is geweest en de openbaring van God is aan hem gemanifesteerd door de Heilige Geest, deze kan door niets meer bewogen worden. Hij is net zo gezond en solide als hij maar kan zijn.

152 Satan haat openbaring. Hij houdt er helemaal niet van; het verstoort zijn plannen.

153 De natuur van het boek laat zien dat Johannes het niet schreef. Dat is juist. Want ze zijn... Ze zijn voor andere... Ze zijn door hem geschreven, maar het is niet zijn inspiratie. Het is Gods inspiratie die het boek schreef.

154 In orde, laten we zien wat het nu zegt:

     Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden van deze profetie, en die bewaren, hetgeen daarin geschreven is; want de tijd is nabij.

155 Nu: "De tijd is nabij." Wat? Wanneer de gehele openbaring van Jezus Christus is bekend gemaakt aan Zijn gemeenten. En terwijl de tijdperken voorbijgaan wordt het gaandeweg aan hen geopenbaard.

156 Welnu we zijn precies in de eindtijd aangekomen, dus we zijn nu echt aan het einde van de wereld. We zijn aan de voleinding van de wereldgeschiedenis. En voordat deze week voorbij is, en God met ons is en ons helpt, zullen we bewijzen dat we aan de voleinding zijn van de gemeente-tijdperken. We zijn in het gemeente-tijdperk van Filadel... of van Laodicéa, de voleinding van alle tijdperken. We zijn aan de voleinding van de politieke wereld. We zijn aan de voleinding van de natuurlijke wereld. We zijn aan de voleinding van alle dingen. We zijn aan het einde van iedere natuurlijke zaak, gereed om binnen te gaan.

157 Toen ik onlangs onderweg was, ik geloof dat ik naar Shreveport ging of ergens langs kwam, keek ik en zei: "De bomen zijn aan het sterven. Het gras is aan het sterven. De bloemen zijn aan het sterven. Ik ben stervende. De wereld is stervende. Alles is stervende. Alles in deze wereld is stervend." Wij zitten hier vanmorgen, stervend!

158 Er is beslist ergens een wereld waar dit alles niet sterft! Als er een is waar alles sterft, moet er een zijn waar alles leeft! Daar verlangen wij naar, om naar die plaats te gaan waar de bomen onsterfelijk staan. Daar heengaan waar alles onsterfelijk is en staat in de glorie van God.

159 Nu, de eerste drie verzen hebben we nu gehad om de achtergrond te krijgen. Het eerste: de openbaring van Jezus Christus. Het tweede: het werd door een engel aan Johannes gegeven. Het derde is: "Zalig", de zegening voor degenen die lezen. En als u niet kunt lezen: "Zalig hij die hoort." Als u niet kunt lezen, hoort u er dan naar, dat is alles. "Zalig is hij die leest" en als u niet kunt lezen: "Zalig is hij die hoort, want de tijd is nabij."

160 Probeer nu te bedenken wat de bedoeling van dit schrijven van Johannes is – de auteur ervan – als hij dit opschrijft. ... Dit hier is Johannes die alleen "zalig is" zegt, enzovoort. Nu, wat ik erover denk dat het was: in het Oude Testament stond de priester iedere morgen op en las de Schrift. De samenkomst luisterde. Velen konden niet lezen. Daarom zei hij: "Zalig is hij die voorleest en hij die hoort." Ziet u, de voorlezer en de toehoorder. Degene die leest èn die luistert is zalig. Dus als u alleen maar zit en ernaar luistert, bent u gezegend. "Zalig is hij die voorleest en hij die hoort; want de tijd is nabij."

161 Welnu, van vers 4 tot en met 6 is een begroeting aan de gemeente. We willen nu dit vierde tot en met het zesde vers nemen.

162 En voordat we erop ingaan wil ik dat iedereen nu hard nadenkt. Wat is het nu? Het is de openbaring van Jezus Christus waar God de sluier van de tijd wegnam. Hier is de tijd die Jezus niet kon zien toen Hij hier op aarde was; de gemeente-tijdperken, wat er zou plaats vinden. Dus God nam de sluier weg, trok haar weg en liet Johannes erin kijken en zien wat ieder gemeente-tijdperk zou gaan doen en schreef het in een boek en zond het naar de zeven gemeenten.

163 Wat is het? Christus geopenbaard in de dagen van Zijn activiteiten. Het boek is vol actie. En het is een profetisch boek dat Christus heeft gegeven... God aan ons heeft gegeven door Zijn engel, door Johannes geschreven, en een zegen voor een ieder die het zal lezen of het hoort voorlezen. Want de tijd is nabij dat dit alles is vervuld.

164 We hebben nu een goede ondergrond. En onthoud, we houden de gemeente in gedachten. Aan de ene kant begint de gemeente, aan de andere kant eindigt de gemeente. Als we maandagavond met de gemeente-tijdperken beginnen, zullen we er dieper op ingaan.

     Johannes aan de zeven gemeenten, die in Azië zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn;

165 We komen nu in de mysterieuze en diepe gedeelten van de symbolen. Het is geadresseerd aan de zeven gemeenten die in Klein Azië zijn. Ze hadden... de tijdperken van dat moment lagen nog in de toekomst. En hij prees hen en waardeerde hen voor hun werk en wat ze hadden gedaan. Maar nu, het is geadresseerd aan deze gemeenten, de zeven gemeenten die in Klein Azië liggen.

166 Klein Azië was niet alles van Azië, het continent Azië. Het was slechts een klein gedeelte. Ze beweren dat het een gebied was met de afmetingen van de staat Pennsylvania of zoiets dergelijks, of Indiana; slechts een klein gebied waar deze zeven gemeenten lagen. Er waren toentertijd meer dan deze gemeenten, maar het openbaarde hun karakter. Nu lees ik hier voor wat ik heb verkregen door te lezen over hun geschiedenis.

167 En hij gaat... "Vervloekt is een ieder die hoort en... of, en er niet naar luistert."

168 We komen nu tot de tijd van dit vierde vers, waarvan we hier iets willen verklaren: "Van Hem die was en die is en die komen zal; en de zeven geesten heeft... en van de zeven geesten die voor Zijn troon zijn." Nu, tot de "geesten" zullen we later komen.

169 Hier wordt uitgedrukt, als u daarop let... Ook in het zevende vers, of achtste vers komt Hij erop terug en... spreekt dit weer uit. Merk nu op, het wordt zo tot de zeven gemeenten gericht: "Van Hem die is, die was en die komen zal." Die was (eens), nu is en die komen zal. Hij drukt hier Zijn drievoudig – zijn drievoudige manifestatie van Zijn werk uit.

170 As u nu het achtste vers neemt – we komen er zo dadelijk op – maar neem het achtste vers:

     Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.

171 We houden het vierde en achtste vers in het oog; beide zijn hetzelfde. Ten eerste zegt Hij: "Van Hem die was, die is, die komen zal." Wat probeert Hij de gemeente voor te houden? Zijn Goddelijkheid. Tegenwoordig proberen mensen Hem een profeet te maken. Hij is meer dan een profeet. En sommige mensen proberen Hem drie goden te maken. Hij is niet drie goden. Hij is één God die in drie bedieningen leefde, drie manifestaties van dezelfde God.

172 Onthoud nu, dit is de Openbaring: "Wie dit hoort en de inhoud van dit Boek niet bewaart, diens deel zal worden weggenomen uit het boek des levens." Jezus openbaart Zichzelf niet als drie goden, maar als één God in drie bedieningen. O! Het zal na verloop van tijd diep worden, wanneer we ingaan op deze gemeente-tijdperken en zien waar zij dat zijn kwijt geraakt. Het veroorzaakte een grote scheuring op het Concilie van Nicéa. Ze raakten allebei het spoor bijster.

173 Ze hebben in deze laatste dagen dezelfde zaak opnieuw gedaan, precies opnieuw als een pre-Nicéa Concilie. Want er zal er nog één komen, net zo zeker als ik hier sta. De Katholieke en Protestantse kerken zullen iets bij elkaar voegen of met elkaar overeen stemmen. Kijk daarginds naar de aartsbisschop van Canterbury. Het stapelt zich daar precies op. En er bestaat geen lering in de Bijbel over een drieënig God! Er is één God.

174 En hier in het boek Openbaring wordt het geopenbaard, opdat al de geschriften van de Bijbel hier zouden worden bewezen en Christus plaatste Zijn zegel erop. Dit is het. Indien iemand er vanaf neemt of eraan toevoegt, dat zal wat hem betreft worden weggenomen uit het boek des levens. Benader dit dus niet zelfzuchtig, benader dit met een open hart en een open verstand.

175 Welnu, op het Concilie van Nicéa kwamen ze uit op twee grote beslissingen over de... O, velen van hen in die tijd van de oude kerkvaders. Ze hadden twee uiteenliggende gezichtspunten. De één was van een drieënig God, een drieëenheids gelovige. En de andere was: één God. Die beiden kwamen in bestaan en splitsten zich beiden af in rechte lijnen, zoals dat. De 'drieëenheid' werd een plaats van een drie goden-persoon. De 'eenheid' werd een eenheidsgelovige, even verkeerd als de ander. Ze bogen dus beiden af, maar precies hierin wordt de waarheid geopenbaard.

176 Jezus kon Zijn eigen Vader niet zijn. Evenmin... Als Hij een Vader had benevens de Heilige Geest, dan was Hij een onwettig kind en niet... De Heilige Geest verwekte Hem en Hij zei dat God Zijn Vader was. Dus de Heilige Geest en God... Dat is Mattheüs 1:18. Als... de Heilige Geest en God moeten dezelfde Persoon zijn, anders had Hij twee vaders. En Hij werd Immanuël genoemd, hetgeen betekent "God met ons". Hij beweerde, toen Hij hier op aarde was, dat Hij en de Vader één waren.

177 Ik heb hier al de Schriftplaatsen opgeschreven zodat u ze zou kunnen vinden als we deze vraag zouden krijgen, of zoiets.

178 Nu, toen werd Hij hier gemanifesteerd als een drievoudige bediening van Zijn wezen: "Hij die was, Hij die is, Hij die komen zal, de Almachtige!" Er zijn geen drie goden. Er is één God.

179 En in het Nicéa Concilie, om dit te doen, om hiertoe te komen, moesten ze een drieëenheid aannemen, omdat ze in de Romeinse wereld vele goden hadden. Ze baden tot hun dode voorouders. (Ik heb de geschiedenis precies hier bij mij, zodat het kan worden aangehaald, ziet u.) Ze baden tot hun dode voorouders, daarom hebben zij de heilige Cecilia en de heilige Markus en heilige, heilige, heilige, heilige, heilige, heilige...

180 Terwijl de apostel Petrus zei: "Er bestaat geen andere middelaar tussen God en de mens dan de Mens Christus Jezus." Eén!

181 Ze hadden een drieënig God nodig, dus ze... Ze hadden Jupiter, Mars, Venus. En "het was niet juist om alles aan één God toe te schrijven", dus daarom splitsten ze het eenvoudig op en maakten van de drievoudige bedieningen van God drie verschillende goden.

182 Maar hier in Openbaring zegt Hij duidelijk wie Hij is: "Ik ben Hij die was, Hij die is en Hij die komen zal, de Almachtige!" We zullen hier dadelijk krijgen waar Hij zei: "Ik ben de Alfa en de Omega," A tot Z, het geheel (dat Griekse alfabet), "de Lelie der valleien, de Roos van Saron, Vader, Zoon, Heilige Geest; Hij die was, die is en komen zal, de wortel en het geslacht van David." Hij is God! God met... 1 Timotheüs 3:16: "En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees, is gezien van de engelen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid." God! Niet een derde persoon of een profeet, maar God zelf geopenbaard in menselijke gedaante! Nu, dit is een openbaring, onthoud dat.

183 Nu was God in het begin de grote Jehova die in een Vuurkolom woonde, boven Israël hing en hen leidde. Dat was God, de Engel des verbonds. Toen Hij neerkwam op de berg vatte de hele berg vlam; er vloog vuur van de berg af en dat schreef de Tien Geboden. Hij werd het "vaderschap van God" genoemd voor Zijn kinderen, Zijn uitverkoren mensenras, de Joden.

184 Toen werd diezelfde God gemanifesteerd in een maagdelijk geboren lichaam dat Hij schiep in de schoot van Maria. En leefde en verbleef en zette Zijn tent (als het ware) op tussen menselijke wezens. En diezelfde God werd vlees gemaakt en woonde onder ons. De Bijbel zei het. "God was in Christus." Het lichaam was Jezus. Jezus, in Hem woonde de volheid van God lichamelijk. U kunt Hem niet drie mensen maken, niet voor drie goden dopen; er is één God. Ziet u? Eén God. Nu, diezelfde God werd vlees gemaakt: Hij zei: "Ik kwam van God en Ik ga naar God."

185 Nadat Hij van de aarde was verdwenen (na Zijn dood, begrafenis en opstanding en hemelvaart), ontmoette Paulus Hem op de weg naar Damascus (toen hij nog "Saul" werd genoemd). En er kwam een stem die zei: "Saul, Saul! Wat vervolgt gij Mij?"

186 Hij zei: "Wie bent U?"

187 Hij zei: "Ik ben Jezus."

188 En Hij was een Vuurkolom, een licht dat de ogen van de profeet verblindde. Hij was teruggekeerd! Dezelfde Jezus was weer God de Vader geworden. Om die reden zei Hij: "Hier ben Ik, de Almachtige!" Dezelfde gedaante als waarin Hij was voordat Hij werd vlees gemaakt. En Zijn lichaam waarin Hij leefde werd Jezus genoemd, de man die wij kennen, Jezus.

189 Welnu, zoals velen van u dierbare Eenheidsmensen dopen in de Naam van Jezus. U bent fout! Er bestaan vandaag in de wereld honderden Jezussen, maar er is slechts één Here Jezus Christus. Hij werd als Christus geboren. Er zijn vele Jezussen, ik heb er velen ontmoet. Maar er is één Here Jezus Christus, Hij is God.

190 Vader, Zoon en Heilige Geest zijn geen namen, het zijn titels die bij één Naam behoren. Bijvoorbeeld: "Dopen in de naam van Vader, Zoon en Heilige Geest." Vader is geen naam en Zoon is geen naam en Heilige Geest is geen naam; het is een titel. Zoals "mens", dat is wat hij is. De Heilige Geest, een mens... of een geest, Heilige Geest. Of: "In de naam van de Vader." Kijk naar de vaders en de zonen van uw zonen. Kijk naar de mensen hier binnen. Ziet u? Vader, Zoon en Heilige Geest is geen naam. Het is een titel die behoort bij de Naam van de Here Jezus Christus.

191 Op die manier doopte de apostolische kerk in het begin. En ik vraag iedereen één tekst uit de Schrift of één keer in de geschiedenis te noemen waar ooit iemand in de Christelijke kerk werd gedoopt op een andere manier dan in de Naam van Jezus Christus totdat de Katholieke kerk werd gevormd en zij "Vader, Zoon en Heilige Geest" als leerstelling aannamen. Breng uw geschiedenis naar voren, enigen van de historici. Ja, er bestaat zoiets niet. Na 304 na Christus, 304, kwam de drieëenheidsdoop van een drieënig God: "God de Vader, God de Zoon, God de Heilige Geest." Dat is heidendom!

192 Voordat deze week voorbij is, zal ik het u uit de boeken voorlezen en het u door de Bijbel laten zien. Deze morgen spreken we over de Openbaring en bewijzen we waar het binnenkwam en hoe het ontstond. Terug naar de waarheid, broeder, we zijn in de laatste dag.

193 Wacht totdat we die Efeze gemeente krijgen en het typeren met die van Laodicéa, en kijk dan naar wat daartussen gebeurde. U zult zien hoe die zaak binnensloop. Komend in het tijdperk van Luther wordt gezegd: "U hebt de naam dat u leeft maar u bent dood!" Het woord Sardis betekent namelijk "dood". Zij verloren het gedurende de vijftienhonderd jaren van donkere Middeleeuwen. Ieder van die gemeenten behield de naam tot die tijd. Daarna, toen zij dat Nicéa Concilie hadden in 606... Toen schaften ze die Naam af en maakten er drie goden uit.

194 Hij zei hier: "Ik ben die was, die is en komen zal, de Almachtige!"

195 Zeker, Hij had een drievoudig wezen op aarde. Toen Hij op aarde was, was Hij een drievoudig Wezen. Op aarde was Hij een Profeet. In de hemel is Hij eveneens een Priester. En wanneer Hij opnieuw naar de aarde komt, zal Hij een Koning zijn. Profeet, Priester en Koning; Hij die was, die is en komen zal. "Hij die was", was Jezus, een Profeet. "Hij die nu was", is een Priester die geestelijke offeranden brengt, een Hogepriester die kan worden aangeraakt door het gevoelen van onze zwakheden, en Zichzelf bekend maakt en bewijst dat Hij in ons midden is. Profeet, Priester en Koning; maar één God.

196 Toen Hij op aarde was, was Hij een Profeet: het Woord. "De getrouwe getuige" noemt de Bijbel Hem wat later; een getrouwe getuige is de profeet. Hij was Priester en wanneer... Hij is nu Priester. En wanneer Hij komt zal Hij Koning zijn.

197 Als u Openbaring 15:3 opslaat en het leest, dan kunt u het in Openbaring 15:3 vinden. Laten we het opslaan en zien wat Hij... of Hij Koning zal worden, of Hij Koning is wanneer Hij komt. We gaan nu naar Openbaring, het vijftiende hoofdstuk, het derde vers:

     En zij zongen het gezang van Mozes, de dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Here, Gij almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen!

198 Wat was Hij op aarde? Profeet! Hoe wisten de mensen dat Hij een profeet was? Hij deed het teken van de Messias, wat een profeet was. O, gezegend zij de Naam des Heren! Hoe misten zij Hem? Omdat ze naar iets anders uitkeken. En Hij deed het teken van de Messias, maar zij wilden er niet naar luisteren. Hij was een Profeet.

199 Mozes zei: "De Here uw God zal een profeet doen opstaan zoals ik. En het zal komen te geschieden dat als zij naar deze Profeet niet zullen horen, zij zullen worden afgesneden van het volk."

200 Op aarde was Hij een Profeet. Omdat Hij wat was? "De getrouwde getuige van Gods Woord." Amen! Hij was Gods Woord bekend gemaakt.

201 Johannes, het eerste hoofdstuk:

     In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.

     En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond.

202 Hij was de trouwe en waarachtige getuige van Gods eeuwig Woord. Hij was het Woord; Hij was Gods Woord. En omdat Hij het Woord was, was Hij een Profeet. Want het Woord van God stroomde door Hem; Hij sprak slechts de dingen... "Ik kan niets uit Mijzelf doen, maar slechts wat de Vader Mij toont om te doen." "Ik ben het niet die de werken doe. Maar de Vader die in Mij woont, Hij doet de werken." "Ik en de Vader zijn één. Mijn Vader is in Mij", zei Jezus, de man, de tabernakel.

203 God heeft vele titels. Jehova, Jehova-jireh, -rapha, -Manasse. O, vele. Hij heeft zeven samengestelde namen van verlossing. Hij heeft vele titels (Roos van Saron, Lelie der valleien, Morgenster, Vader, Zoon, Heilige Geest, dat allemaal), maar Hij heeft één menselijke naam. God had slechts één naam en dat was de Here Jezus Christus.

204 Toen Hij, Christus de Here, was geboren, noemde de Heilige Geest acht dagen later Zijn Naam "Jezus". Zijn moeder liet Hem besnijden, en noemde Hem Jezus. Hij werd als Christus geboren zoals ik als Branham werd geboren. Toen ik werd geboren was ik een Branham en mij werd de naam "William" gegeven. Amen. En Hij werd geboren als Christus de Verlosser, en toen Hij acht dagen oud was werd Hem de naam "Jezus" gegeven. En Hij was de Here der heerlijkheid die bekend werd gemaakt, dus is Hij de Here Jezus Christus: de God der heerlijkheid onder ons gemanifesteerd. O, daar is Hij.

205 Op aarde was Hij een Profeet; in de heerlijkheid is Hij een Priester; bij Zijn komst is Hij een Koning. O, daar houd ik van. Profeet: getrouwe getuige van het Woord. Priester: met Zijn eigen bloed voor God. Koning: Koning der heiligen. Nu, niet de koning der wereld, Hij is Koning der heiligen. Wij hebben aardse koningen over deze mensen. Maar wij hebben ook een Koning en een Koninkrijk. Dat is de reden dat wij anders handelen.

206 Zoals ik niet lang geleden zei over mijn vrouw; we gingen hier naar een winkel toe en we zagen bijna een wonder. Het was zomertijd; een vrouw had een jurk aan. En ik zei: "Dat is een vreemde zaak. Als ik mijn camera had, zou ik een foto van de dame maken." Ziet u? Want we... dat was de eerste vrouw die we zagen met een rok aan, weet u, gekleed zoals het een dame betaamt. Alle vrouwen...

207 Ze zei: "Wel, hoe komt het, Bill, dat onze mensen zich zo kleden; komt het omdat wij gedwongen worden?"

208 Ik zei: "Het zijn niet onze mensen, het zijn Gods mensen. Gods volk vereist heiligheid."

209 Ze zei: "Wel, gaan zij niet naar de kerk?"

210 Ik zei: "Daar loopt een dame die in een koor in een bepaalde kerk hier zingt."

211 "Wel, dan, hoe kan dat?"

212 Ik zei: "Omdat haar niet iets anders is onderwezen." Dat is geheel juist.

213 Daar is die vleselijk gezinde kerk waar we deze week op in zullen gaan; de geestelijke kerk, de vleselijke kerk. Ze drijven allemaal regelrecht terug naar de mensen-gemaakte kerken. De Bijbel zei in Openbaring 17 dat zij het zouden doen. Ze keren op dit moment terug, ze handelen allemaal in de zin van organiseren: "Jongen, wij zijn een bepaald iets. Wij organiseren. Wij zijn dit en we zijn dat." Zo was het niet in het begin. Men neemt al de kracht uit de gemeente weg en legt het op een bisschop of paus. God is in Zijn gemeente, onder zijn volk, manifesteert Zichzelf door de leken en overal. Maar in deze dag...

214 Ze zei: "Wel, zijn wij geen Amerikanen?"

215 Ik zei: "Nee. Wij wonen hier, maar we zijn geen Amerikanen. Wij zijn Christenen, ons Koninkrijk is van boven."

216 En als ons leven van hierboven vandaan komt, dan handelen wij dienovereenkomstig. Want wij komen... Ons leven komt van een heilige plaats; het ziet er anders uit, het kleedt zich anders. De vrouwen daarboven hebben lang haar en ze dragen geen manicure op hun gezicht, en ze dragen geen shorts. Ze dragen rokken en lange jurken en klederen en ze hebben lang haar, en dergelijke. Dus de natuur van daarboven weerkaatst op ons.

217 De mannen roken, pruimen, liegen en stelen niet. Ze komen... hun geest komt van een heilige plaats, het maakt dat ze zich heilig gedragen, elkaar als broeders erkennen. Begrijpt u? Dat is het. Wij zijn van een Koninkrijk en we hebben een Koning! En Hij is de Koning der heiligen. En het woord heilige komt van het woord de "geheiligden".

218 Als dan een persoon is geheiligd, begeeft Christus, de Heilige Geest, Zich in het hart en wordt daar Koning over. O! Dat behoort aan te komen. O! Wanneer het geheiligde vat van God... Christus de Koning, de Heilige Geest, binnenkomt en Hij... een koning heeft een domein. O! Amen! En uw hele wezen wordt geregeerd door de Koning der heiligen! Een Koninkrijk! Ieder koninkrijk op aarde zal bewogen worden, worden vernietigd door atoomkracht. Maar de Bijbel zegt: "Wij ontvangen een Koninkrijk dat niet bewogen kan worden!" Koning der heiligen...

219 Ik wil dat u ook op de symbolen van Christus let, in de Bijbel en hier op aarde. Op de aarde was Hij een profeet. Gelooft u dat? Een profeet is het Woord. Wij weten dat. Het woord profeet betekent "een goddelijke uitlegger van het Woord." Het goddelijk Woord wordt geschreven en de profeet heeft de goddelijke Geest van God binnen in zich. En u weet dat de profeet in het Oude Testament "god" werd genoemd. Hoevelen weten dat?

220 Jezus zei: "Als zij hen goden noemden... Staat er niet in uw wet geschreven dat zij... u goden bent? En als zij hen 'goden' noemden tot wie het Woord van God kwam (de profeet), hoe kunt u Mij dan veroordelen als Ik zeg dat Ik de Zoon van God ben?"

221 Want hij werd "god" genoemd omdat hij in zich het Woord van God droeg, ZO SPREEKT DE HERE. Daarom betekent het woord profeet een... Zijn uitleg valt niet te vermengen. Ziet u? Als de God... Hij zegt: "Als er iemand onder u is die geestelijk is, een profeet, dan zal Ik, de Here, tot hem spreken. Als wat hij spreekt komt te geschieden, hoor hem dan omdat Ik met hem ben. Maar als het niet komt te geschieden, luister dan niet naar hem; Ik heb hem niet gezonden." Dat is de manier waarop u het weet. Voorts, ziet u, moet de goddelijke uitleg van het Woord overeenstemmen met deze laatste openbaring aan de gemeente.

222 Hij is God, de Almachtige. Op aarde was Hij een profeet, wat een arend is. Hoevelen weten dat een profeet beschouwd wordt als een arend?

223 Een arend is de sterkste vogel die we hebben, de krachtigste. Soms meten hun vleugels ruim vier meter, van de ene vleugelpunt tot de andere. Hij kan opstijgen en zo hoog vliegen dat als een andere vogel hem zou proberen te volgen, hij uit elkaar zou spatten, de veren zouden uit hem vallen en hij zou erbij neervallen. Waardoor? Hij is speciaal gebouwd. En wat voor nut heeft het voor hem om zo hoog te komen als hij niet kan zien wat hij doet als hij daarboven is? Over een haviksoog gesproken, u zou een arendsoog moeten zien!

224 Een havik zou een kip kunnen zien. Dat is juist, dat is er aan de hand met sommige van deze hedendaagse havikken. (Ja.) Maar ik vertel u, een arend gaat zo... Als een havik zou proberen hem te volgen zou hij sterven, hij zou stikken. Hij kan niet in die sferen komen waar de arend komt. Daarbij heeft hij ogen gekregen die zover kunnen kijken als hij daarboven is. Dus daarom noemde God Zijn profeten "arenden". Hij gaat daar omhoog en hij is een arend, hij kan heel ver zien.

225 En Christus was op aarde een arend. Toen Hij stierf was Hij een priester, dus dat maakte Hem een lam. Is dat waar? En wanneer Hij terugkomt is Hij Koning, dus dan zal Hij een leeuw zijn. Amen! De Leeuw uit de stam van Juda! Amen! Hij is een Arend, een Lam, en een Leeuw (Amen); Vader, Zoon en Heilige Geest. Profeet, Priester en Koning. Hij die was, die is en komen zal, de Almachtige! Alfa en Omega, van het begin tot het eind. De eeuwige God!

226 Ik wil enigen van u dierbare Katholieke mensen vragen, die dat het eeuwige zoonschap van God noemen; God, eeuwig zoonschap van Jezus Christus bij God. Hoe kunt u zo'n woord noemen? Ik ben een domoor met zeven jaar lagere school, maar ik weet wel iets beters. Het woord zoon moet een begin hebben. Hoe kan Hij dan eeuwig zijn en een zoon zijn? Eeuwigheid heeft begin noch eind. Dus Hij kan geen zoon zijn, een eeuwige zoon en dan een begin hebben, omdat er niet zoiets bestaat als een eeuwige zoon. Een zoon had een begin, dus kan hij niet eeuwig zijn.

227 Kijk, Hij is de eeuwige God, niet de eeuwige Zoon. Glorie! De Almachtige, Jehova-jireh, Jehova-rapha, gemanifesteerd in het vlees. "In Hem woonde de volheid van de Godheid lichamelijk."

228 En hebt u opgemerkt op de Pinksterdag, toen die Vuurkolom boven de mensen neerkwam, dat die Zichzelf verdeelde? En tongen van vuur zetten zich op ieder van hen: Vuur zoals tongen zetten zich op een ieder. Wat was God aan het doen? Verdeelde Zichzelf in de gemeente, onder een ieder; gaf de vrouwen, de mannen en aan allen delen van Zijn Geest, verdeelde Zichzelf onder Zijn gemeente.

229 Hoe kan een man aan komen lopen en zeggen: "De heilige man is de paus, de heilige man is de bisschop?" De heilige man is Christus, de Heilige Geest in ons. Hoe kunt u zeggen dat de leken geen woord te zeggen hebben? Elk van u heeft iets te zeggen. Elk van u heeft een werk te doen. Elk van u heeft een boodschap uit te dragen. Glorie!

230 De Heilige Geest verdeelde Zichzelf op de Pinksterdag. God verdeelde Zichzelf: "Op die dag zult u weten dat Ik in de Vader ben, de Vader in Mij; Ik in u en u in Mij." Op die dag, de Heilige Geest "over allen, in allen, door allen". Amen! Daar is het. De Heilige Geest heeft het recht te bewegen waarheen Hij maar wil, op een ieder waarop Hij maar wil. U hoeft niet te nemen wat een bisschop of priester zegt. Hij is onze enige Priester. (Juist.) Een Hogepriester. Nu: Profeet, Priester en Koning...

231 Nu:

     En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden,... (we zullen daarop ingaan) en de Overste van de koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.

232 Het woord gewassen betekent eigenlijk in het Grieks "ontbinden". Hij maakte ons los van onze... Wij waren door onze zonden aan de aarde gebonden. We konden niet zien, konden niet horen, hadden geen begrip van de hemel of wat dan ook. Maar toen het bloed tot ons kwam, sneed het de lijn door en werden we bevrijd.

233 Ik las eens een verhaal dat hier goed bij zou kunnen aansluiten. Een boer ving een kraai en hij bond hem vast. En hij zei: "Ik zal de andere kraaien een lesje leren." Dus hij bond de oude kraai met een touw aan een poot vast en het arme, oude ding hongerde bijna uit. Hij was zo zwak dat hij nauwelijks kon lopen.

234 Dat is hoe sommige van deze organisaties en kerken de mensen hebben vastgebonden. Kunnen eenvoudig niet... "Wel, verder dan dit kun je niet gaan. De tijd van wonderen is voorbij." Ja, u bent gewoon gebonden. Dat is alles. "Zoiets als de Heilige Geest bestaat niet. Hij spreekt niet meer in tongen zoals Hij vroeger deed."

235 Hij is God. "Hij is nog evengoed dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Hebreeën 13:8, levend in al de gemeenten. We zullen er toe komen na de dienst van vanmorgen. Kijk, Hij is God die in ieder gemeente-tijdperk leeft. Hij zal in ieder gemeente-tijdperk leven en zal tot in eeuwigheid in Zijn volk leven. Want wij hebben nu eeuwig leven binnenin ons.

236 Dus deze denominatie had hem gebonden, ziet u: "Wel, de dagen van wonderen zijn voorbij. Zoiets als Goddelijke genezing bestaat niet." De arme, oude kerel hobbelde zo lang door totdat hij zo mager was dat hij nog nauwelijks kon lopen.

237 En op een dag kwam er een goede man voorbij en hij zei: "Weet je, die arme, oude kraai; ik heb medelijden met hem. Tenslotte mag hij toch wel een beetje maïs hebben, dat is de enige manier om in leven te blijven, hij moet wàt te eten hebben. Want hij wist het verschil niet, hij zat daar gewoon wat maïs te eten." Dus als... Toen pakte hij z'n mes en sneed de oude kraai los. En weet u...

238 Hier komen de andere kraaien over vliegen en ze riepen: "Kom op, Johnny Kraai, laten we naar het zuiden gaan, het koude weer komt eraan."

239 Weet u wat? Die kraai wilde slechts zover gaan als hij daarbuiten kòn gaan en hij zei: "Dat kan ik niet. Het is niet... Het is eenvoudig niet voor ons in deze dag. We kunnen het echt niet doen." Ziet u? Hij was zo lang gebonden geweest, dat hij dacht dat hij nog steeds vastgebonden zat. Zie?

240 En dat is er met heel veel mensen aan de hand. U bent gebonden aan leerstellingen en denominaties vanwege de oude moederprostituée daarginds, die u vertelt dat "Jezus Christus niet dezelfde is en er bestaat niet zoiets als genezing. Er is geen doop van de Heilige Geest. Al dergelijk spul bestaat er niet." Proberend u te vertellen dat die... U bent zo lang gebonden geweest dat u denkt dat u nog steeds vastzit.

241 De goede Man, Christus, gaf Zijn bloed, opdat Hij ons van onze zonden zou mogen wassen en losmaken. Wat is zonde? Ik vraag iedereen mij dat te vertellen. Wat is zonde? Zonde is ongeloof. Dat is juist: "Wie niet gelooft is reeds veroordeeld."

242 En uw zonde is het enige wat u ervan weerhoudt om vrij te zijn. Want God heeft u losgehakt van uw ongeloof, maar u bent zo gebonden aan geloofsbelijdenissen, dat u denkt dat u nog vastzit. Gewoon uitgehongerd, ziet u, rond hobbelend: "Ik ben Presbyteriaan. Ik ben Methodist. Ik ben Baptist. Ze vertellen mij... Ik ben van de Kerk van Christus. De dagen van wonderen zijn voorbij, iets dergelijks bestaat niet."

243 U arme uitgehongerde kraai, waarom komt u er vanmorgen niet bij? Waarom vliegt u niet weg? Halleluja! Sla uw vleugels uit op een morgen en vlieg weg naar de Zon der gerechtigheid met genezing onder Zijn vleugelen. Amen. Dat is het. Dat is het, broeder, zuster. O! Wie door de Zoon is losgesneden is waarlijk vrij! Beslist!

244 "Wel, mijn voorganger..." Niets mee te maken, de Bijbel zei dat u vrij bent! Dat is juist. U bent vrij.

245 "Mijn kerk..."

246 Wel, word losgemaakt. Heeft ons gewassen en ons vrijgemaakt van onze denominaties in Zijn eigen bloed. En heeft ons vrijgemaakt zodat wij voor onszelf kunnen denken en voor onszelf kunnen beslissen en voor onszelf kunnen spreken en voor onszelf kunnen handelen.

247 "Wel, als ik terugga en tegen de voorganger zeg dat ik moet worden overgedoopt, dan zal hij..."

248 Hoe zit het met: "U bent vrij?" Dit is een openbaring, weet u. In orde. U bent vrij!

249 Als u bent besprenkeld met zo'n kleine zoutstrooier, in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest", dan is hier een doopbad aanwezig; het staat vanmorgen gereed, met water erin. Ziet u? Jazeker, het is niet juist.

250 Dus u bent niet meer gebonden. U bent vrij, maar misschien weet u het nog niet. Maar laat mij u dit vanmorgen vertellen, de Bijbel zei: "Hij bevrijdde ons van onze zonden, ons ongeloof, opdat wij de openbaring van Jezus Christus zouden mogen ontvangen." Ga heen in vrijheid! Neem niet wat een kerk erover zegt. Neem wat God erover zegt. Hier is Zijn openbaring, openbarend Wie Hij is.

251 "Ik geloofde altijd dat God de Vader een lange, witte baard had, wit haar; en dat de Zoon een man van middelbare leeftijd was; en dat de Heilige Geest een jongen was zoals een mascotte." Broeder, dat is heidendom. Dat is heidens, u gelooft in drie goden.

252 Het allereerste gebod... Wat is het eerste gebod? "Hoor, o Israël, Ik ben de HERE uw God, één God."

253 Dat is het, Hij is één God, niet drie goden. Hij leefde in drie bedieningen, diende op drie plaatsen. Hij is Profeet, Priester en Koning. Hij is Adelaar, Lam en Leeuw. Hij is de Lelie der valleien, de Roos van Saron, de Lelie der valleien en Morgenster. Hij is de wortel en het geslacht van David. Hij is van A tot Z. Hij is Vader, Zoon en Heilige Geest. Hij is dat allemaal, maar Hij is één! Hij is één God. Dat zijn titels die bij Hem horen, maar er is één God.

254 Nimmer werd iemand (op enige bladzijde van de Bijbel of in enig geschiedenisboek, totdat de Katholieke kerk er was) ooit gedoopt door onderdompeling in de naam van "Vader, Zoon, Heilige Geest".

255 Als u mij de bladzijde kunt aantonen of zoiets, schrijft u het dan op en leg het vanavond hierboven voor me neer en ik zal deze kerk uitlopen en zeggen: "Ik ben een bedrieger, ik heb de mensen verkeerd onderwezen." Als u mij één tekst uit de Schrift kunnen laten zien of één geschiedenisboek, oorspronkelijke geschiedenis, dat mij aantoont waar mensen ooit in de Bijbel werden gedoopt in de naam van "Vader, Zoon, Heilige Geest"; of breng mij één schrift... of één geschiedenisboek, één bladzijde, één aanhaling in de geschiedenis waar iemand ooit werd gedoopt in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest" tot aan het Nicéa Concilie van de Katholieke kerk, kom het me brengen en ik zal een bord op mijn rug vastbinden en door Jeffersonville lopen en u rijdt achter me aan, terwijl u met een claxon toetert, en ik zal erop schrijven: "Een valse profeet die de mensen misleidt."

256 En, voorganger, als u hier vanmorgen bent en u doet dàt, zou u mij dat bij u moeten laten doen. Ziet u, dat toont hoevelen er bevreesd zijn.

257 Nu, wat is dit? Dit is de Openbaring. Dit is de Openbaring. En dit is de Heilige Geest, Christus, die Zijn boodschap aan de gemeenten zendt. Hoor het. Hoor het. Dat is wat de Bijbel leert.

258 Waar kwam het naar binnen? Als u maar niet boos wordt en wegloopt, dan zult u gedurende de week... Neemt u het Concilie van Nicéa, neem van Hislop de Twee Babylons, neem...

259 Welnu, de geschiedschrijving van Josephus is in orde, maar hij schreef één paragraaf over Christus en zei: "Er was een man genaamd Jezus die rondging en de mensen genas. En Hij stierf, of Pilatus doodde hem, of Herodus, of bracht Hem ter dood en toen kwamen de discipelen en stalen Zijn lichaam en verborgen het. En iedere avond gaan ze erheen en snijden er een stuk vanaf en eten het; dus waren zij kannibalen." Zij namen het avondmaal, ziet u. Het vleselijk verstand... Josephus is niet iemand om naar te luisteren.

260 Maar neem van Foxe het Boek der Martelaren, dat is echt authentiek. Foxe's Boek der Martelaren, hoevelen hebben het weleens gelezen? Zeker. De Vroegere Eeuwen van Pember, of Twee Babylons van Hislop, of een andere grote authentieke. Maar de allergrootste die we hebben is het Concilie van Nicéa, het pre Nicéa Concilie en het Nicéa Concilie. En u zult daar ontdekken dat er nooit iets werd genoemd, geen personen...

261 Neem de heilige Schrift en kijk of er ooit iemand in de Bijbel werd gedoopt met gebruikmaking van deze titels, genaamd "Vader, Zoon en Heilige Geest". Het duidt op drie goden. Het is voor een heidense ceremonie. En Katholicisme is niets anders ter wereld dan een heidense vorm van Christendom. En uit de Katholieke kerk kwam Maarten Luther, John Wesley, Baptisten, Presbyterianen, enzovoort.

262 Maar in de laatste dagen werd daar tussen in een deur neergezet, die de waarheid opnieuw opende, dat de Bijbel het zó zei! En de grote profeet die in de laatste dagen op de aarde zou komen, en wij geloven dat hij komende is... Let op, en hij zal een gemeente hebben. Welnu, we zullen dit zien.

263 Onthoud nu dat dit de Openbaring is. U kunt er niet vanaf nemen. Wat een uitdaging. Vind één persoon in de Bijbel, één plaats waar ze ooit iemand doopten in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest" of ooit iemand besprenkelden (vind dat in de Bijbel!) voor de vergeving van hun zonden. Dat deden ze nooit! En iedereen, ongeacht hoe ze waren gedoopt, moest komen om te worden overgedoopt in de Naam van "Jezus Christus" om de Heilige Geest te ontvangen.

264 Handelingen 19: "Paulus trok langs de bovenkust van Efeze en vond enige discipelen." Hij zei: "Discipelen", ze hadden een geweldige samenkomst. Ze volgden een man met de naam Apollos, die een bekeerde rechtsgeleerde was, een Baptist die in Johannes de Doper geloofde en door de Schriften bewees dat Jezus de Christus was.

265 Paulus kwam voorbij en ontmoette Aquila en Priscilla, in het achttiende hoofdstuk van Handelingen. Toen ging hij mee voor een diner of zoiets, met Aquila en Priscilla. Ze vertelden hem over deze grote man. Ze gingen ernaar toe om hem te horen, hij luisterde die avond naar hem. Hij zei: "Hij is erg goed. Dat is echt fijn. Dat is goed, maar", zei hij, "hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u tot geloof kwam?"

266 Wat met u arme Baptisten daarginds, die gelooft dat u de Heilige Geest ontving toen u geloofde?

267 Hij zei: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofde?"

268 Iemand zei: "Dat stond daar niet geschreven."

269 Daar neem ik het tegen op. Ik heb hier het originele Grieks en ook het Hebreeuws. De Bijbel zegt zowel in het Grieks als in het Hebreeuws en ook in het Aramees, in alle drie, ik heb ze precies hier bij me, er staat: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofde?" Dat is juist. "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u tot geloof kwam?"

270 Welnu, hij zei: "Wij weten niet of er wel een Heilige Geest is."

271 Toen zei hij: "Waarin werd u dan gedoopt?"

272 Ze zeiden: "Wij zijn al gedoopt volgens de man die de Here Jezus Christus doopte. Wij zijn met Johannes' doop gedoopt;" (misschien in dezelfde waterplas) "dezelfde man."

273 Paulus zei: "Dat werkt niet. Hij doopte alleen tot bekering, niet voor de vergeving van zonden."

274 Nu, sommigen van u Eénheidsmensen komen en dopen op die manier verkeerd. U doopt voor redding. Het water redt een man niet; het is het bloed, bekering. Niet de wedergeboorte door dopen. Beslist niet. Wedergeboorte komt door de Geest. Dopen is een uiterlijke uitdrukking van een innerlijk werk van de wedergeboorte die heeft plaats gevonden. Begrijpt u het?

275 In orde, merk op. Hij zei: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofde?"

276 Ze zeiden... hij zei: "Wij weten niet of er wel een Heilige Geest is."

277 Hij zei: "Hoe werd u gedoopt?"

278 Ze zeiden: "Wij zijn gedoopt volgend Johannes."

279 Hij zei: "Johannes doopte wel tot bekering, tot bekering, zeggende dat 'u moest geloven in Hem', het Lam, het Offer dat moest komen, in de Here Jezus Christus." En toen zij dit hoorden werden ze weer overgedoopt in de Naam van Jezus Christus. En Paulus legde zijn handen op hen en zij ontvingen de Heilige Geest en spraken in tongen en profeteerden.

280 Vertel mij of dat niet de Schrift is en toon mij ergens waar iemand ooit anders werd gedoopt in het Nieuwe Testament dan in de Naam van de "Here Jezus Christus". Toon het mij.

281 Agabus en vele anderen die waren gedoopt gedurende de tijd tot het Concilie van Nicéa, ieder van hen werd gedoopt in de Naam van Jezus Christus. De zendelingen bewerkten het veld met de Naam van Jezus Christus.

282 Maar toen het Nicéa Concilie kwam, moesten ze drie goden hebben. Ze haalden Paulus neer... of haalden Jupiter neer en zetten er Paulus voor in de plaats. Ze haalden Venus neer en zetten er Maria voor in de plaats. Ze hadden allerlei goden, allerlei heiligen en al het andere en maakten een drieënige doop en voerden dat aan de Protestanten! En ze slikken het nog steeds door.

283 Maar nu zijn de avondlichten gekomen. De profeet zei: "Het zal licht zijn in de avondtijd."

Het zal licht zijn in de avondtijd,
Het pad naar de heerlijkheid zult u zeker vinden.
In de waterweg, daar is het licht vandaag,
Begraven in de dierbare Naam van Jezus.
Jong en oud, bekeert u van al uw zonden,
De Heilige Geest zal zeker binnen komen.
De avondlichten zijn gekomen;
Het is een feit dat God en Christus één zijn.

284 Gelooft u dat? Petrus zei op de Pinksterdag: "Laat u dit bekend zijn, huis van Israël, dat God deze Jezus die u gekruisigd hebt, zowel tot Here als Christus heeft gemaakt." Het zestiende vers van het tweede hoofdstuk. Ja! "God heeft deze Jezus die u gekruisigd hebt, zowel tot Here als Christus gemaakt; laat het gehele huis van Israël dit zekerlijk weten."

285 Ik sprak niet lang geleden tot een Jood, hier bij het Huis van David, hij zei: "U heidenen kunt God niet in drie stukken hakken en Hem aan een Jood geven. Wij weten wel beter."

286 Ik zei: "Dat is het precies, rabbi. Wij hakken God niet in drie stukken." Ik zei: "U gelooft de profeten?"

     Hij zei: "Zeker."

     Ik zei: "Gelooft u Jesaja 9:6?"

     Hij zei: "Ja."

     Ik zei: "Over wie sprak de profeet?"

     "De Messias."

     Ik zei: "In welke relatie zal de Messias staan tot God?"

     Hij zei: "Hij zal God zijn."

     Ik zei: "Dat is juist." Amen.

287 Ziet u, alstublieft. Dus u kunt Hem niet in drie stukken hakken.

288 Als u zendelingen hier... Eén van hen hier gaat naar de Joden; ik geloof deze man die hier zit. Probeert u nooit God te geven... de Joden, Vader, Zoon en Heilige Geest te geven; hij zal u ogenblikkelijk vertellen dat hij weet waar dat vandaan komt: "Het Nicéa Concilie." Hij zal daar niet naar luisteren. Maar laat u hem zien waar God vlees werd gemaakt en dat Hij de enige God is die er is. God vlees gemaakt in menselijke gedaante en dat Hij onder ons leefde om ons te heiligen, dat Hij werd weggenomen zodat Hij Zelf kon terugkomen in de vorm van de Heilige Geest. God de Vader, Heilige Geest, is dezelfde Persoon.

289 De Bijbel vermeldt in de geslachtsregisters van Jezus Christus, in het eerste hoofdstuk van Mattheüs... er staat: "Abraham verwekte Izaäk, Izaäk verwekte Jakob." En verderop staat... En toen... Laat me het lezen, dan weet u precies waarover ik praat. Mattheüs, het eerste hoofdstuk en laten we bij het achttiende vers beginnen:

     De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want toen Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit God de Vader.

290 Staat dat er op die manier? Van wie zwanger bevonden? De Heilige Geest. Ik dacht dat God de Vader Zijn Vader was? Dan zijn God de Vader en de Heilige Geest dezelfde Geest, anders had Hij twee vaders.

     Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet openbaarlijk te schande wilde maken, was van wil haar heimelijk te verlaten.

     En alzo hij deze dingen in de zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in de droom, zeggende: Jozef, gij zoon van David! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit... (God de Vader, hù?) de Heilige Geest.

291 Wie was dan de vader van Jezus Christus? De Heilige Geest. Wat is dat in u? Wel, dat is ook God de Vader. Nietwaar? Zeker.

     En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam noemen JEZUS;

292 Hier is God de Vader. Hier is God de Heilige Geest. En hier is God de Zoon. Ziet u? Dat zijn drie goden. Dat zegt de Bijbel niet. Deze twee moeten dezelfde zijn anders had Hij twee vaders. Ziet u? Hij kan geen twee vaders hebben. U weet dat.

     Zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam noemen JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

     En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen door de Heere gesproken is, door de profeet, zeggende:

     Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuël; dat is, overgezet zijnde, God met ons.

293 Dat is het eerste hoofdstuk van Mattheüs.

294 Nu Mattheüs 28:19, waar Jezus zei: "Gaat heen, doopt in de Naam van Vader, Zoon en Heilige Geest." Wat is de Naam van Vader, Zoon, Heilige Geest? Jezus Christus natuurlijk.

295 Als u een liefdesverhaal leest, staat er: "Jan en Marie leefden nog lang en gelukkig." Wie zijn Jan en Marie? Ga terug naar het begin van het verhaal en ontdek het. Als er niet zoiets bestaat, geen naam "Vader, Zoon of Heilige Geest", wie deed dan... Wiens naam is het dan? Ga terug naar het begin van het verhaal en kijk over wie Hij sprak.

296 Petrus zei op de Pinksterdag: "Bekeert u, ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van 'Jezus Christus' voor de vergeving van zonden." Hij had de openbaring.

     Johannes had de openbaring.

297 Jezus was de Openbaring, Hij bracht Zichzelf hier regelrecht in de Schrift naar voren: "Ik ben Hem die was, die is en komen zal, de Almachtige." Oei!

298 In orde, laten we nu heel snel het zevende vers nemen, zodat we zo snel mogelijk kunnen uitgaan [Openbaring 1:6 – Vert]:

     De Almachtige... kracht... de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.

     En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.

299 Ziet u die openbaring daar? Hoe is het geopenbaard? Hoe God... Mensen krabben zich op het hoofd en trekken aan hun haren, en dergelijke, om te proberen te ontdekken wat Vader, Zoon en Heilige Geest is; maken er drie in één. Trek niet aan uw haar en krab niet op uw hoofd, kijk slechts omhoog; openbaring komt van boven. Dat is waar. Hij zal het openbaren. Het is niet Vader, Zoon en Heilige Geest, het zijn drie bedieningen waar één God in leefde.

300 Hijzelf was in de bediening "Geest", omdat het menselijk wezen afdaalde. Toen maakte Hij voor Zichzelf een lichaam, leefde erin om Zijn eigen bloed te produceren; niet door sexueel leven zoals het in de Hof van Eden was, maar om een geschapen lichaam te produceren. En door dat maagdelijk geboren lichaam gaf Hij Zijn bloed dat ons heiligde en ons bevrijdde van ons ongeloof om Hem te geloven. Als wij dat dan doen, ontvangen wij Hem in ons hart en dat is God in ons. God: Vader, Zoon en Heilige Geest; ziet u, precies zoals Profeet, Priester en Koning. Dat is dezelfde zaak.

301 In orde, nu het zevende vers, dit is de aankondiging. De aankondiging is:

     Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven;

302 O! Hoeveel tijd hebben we nog? Dit hier is prachtig. Hebt u nog ongeveer dertig... twintig minuten over? Hebt u dat? In orde. Nu, dan morgen... vanavond zullen we proberen de rest van het Patmos visioen te nemen; vanavond. Vandaag zullen we de aankondigingen afmaken.

303 O! Voelt u zich goed? Houdt u van deze oude Bijbel? Is dit alles waar? Het is de openbaring van wat? Wat is het? God reikt in dit Boek naar beneden en neemt de sluier weg, zegt: "Daar is Hij: Profeet, Priester, Koning, Vader, Zoon, Heilige Geest, Hij die was, die is en komen zal; al deze dingen. Het is God!"

304 Laten we nu voor een paar ogenblikken de sluier wegnemen, als de Here ons helpt. De sluier van onze ogen wegnemen en krijg...

     Ziet, Hij komt met de wolken...

305 Nu, hoe komt Hij? "Met de wolken." Welk soort wolken? Wolken van heerlijkheid. Niet een van deze donderwolken, regenwolken, maar wolken van heerlijkheid. Als u opmerkt met welk soort wolk Hij omhuld was toen Petrus en de anderen Zijn visioen zagen op de Berg der verheerlijking. Een wolk overschaduwde Hem, Zijn kleed blonk. Hij was omhuld met een wolk: de kracht van God.

306 O, we komen hiertoe in deze zeven tijdperken, ik kan u vertellen dat het mijn diepste wezen doortrilt als ik daar aan denk. Wat Zijn komst... Ik zie dat deze dag waarin wij leven, waar niets... er is geen hoop overgebleven dan Zijn komst.

307 We zullen dit nu snel nemen. Onthoud dit:

     ... alle oog zal Hem zien,...

308 Nu, dat was toen niet de opname. Was het dat? Zie? Het was de opname niet. Het was de opname niet. Waar verwees Hij naar? De tweede komst.

     ... ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven;

309 We zullen nu teruggaan en wat geschiedenis nemen. Laten we teruggaan naar Zacharia, en het twaalfde hoofdstuk van Zacharia opzoeken. Zacharia, in orde.

310 "En de Here voegde dagelijks toe aan de gemeente, zodanigen er gered wilden worden." Hoe dankbaar zijn wij voor de goede openbaring van Jezus Christus. Bent u niet blij over Hem? We zullen dit zo snel we kunnen voor de mensen in boekvorm uitbrengen en dan kunt u het hebben om in alle rust van uw kamer of zo, te kunnen lezen en het voor uzelf te bestuderen.

311 In orde, Zacharia, het... Zacharia, het twaalfde hoofdstuk van Zacharia. En we willen dit nu echt in gebed benaderen. Ik wil dit doen voor de glorie van God. Nu, Zacharia 12, laten we bij het negende vers beginnen. Luister aandachtig, Hij spreekt over Zijn komst. Zacharia 12 en we beginnen bij het negende vers:

     En het zal te dien dage geschieden,... (Zacharia profeteert 487 jaar voor de komst van Christus.) En het zal te dien dage geschieden, dat Ik zal zoeken te verdelgen alle heidenen, die tegen Jeruzalem aankomen. (Denk daaraan!)

     Doch over het huis van David, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben,...

312 Welnu, wanneer keert het Evangelie terug naar de Joden? Wanneer de dagen der heidenen zijn beëindigd, dan is het Evangelie gereed om naar de Joden te gaan. O, ik kon... Als ik maar een klein ding zou kunnen voorzeggen wat hier op het punt staat plaats te vinden. Ziet u? Precies in deze dag, ziet u. Het staat op het punt plaats te vinden. We krijgen het in het gemeente-tijdperk. En deze grote zaak die op het punt staat te gebeuren zal doorgaan naar Openbaring 11 en deze twee profeten oppakken, Elia en Mozes, om weer terug te gaan naar de Joden. We zijn er klaar voor. Elk ding staat op z'n plaats, geheel op orde. Deze heiden-boodschap zal, zoals de Joden het naar de heidenen brachten – zo zullen de heidenen het precies weer zo naar de Joden terugbrengen. En de opname zal komen.

313 Onthoud nu, wat hier komt, na de verdrukking... De gemeente gaat niet door de verdrukking. Wij weten dat, de Bijbel zegt het. Zie? In orde.

314 Nu, Hij zal "uitstorten over het huis van Israël." Wat? Dezelfde Heilige Geest. Ziet u? Nadat de heidengemeente is weggegaan.

     ... en zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklacht over een enige zoon; en zij zullen over Hem bitter kermen, gelijk men bitter kermt over een eerstgeborene.

     Te dien dage zal te Jeruzalem de rouwklacht groot zijn, gelijk de rouwklacht van... in het dal van Megiddon.

     En het land zal rouwklagen, elk geslacht afzonderlijk; het geslacht van het huis Davids afzonderlijk,... en het geslacht van het huis van Nathan afzonderlijk,... en elk huis afzonderlijk.

315 Als ze Hem zien, wat zal er dan gebeuren? Wat zal er plaats vinden als Hij in de wolken van heerlijkheid komt, bij Zijn tweede verschijning en wanneer deze Joden die Hem hebben doorstoken... U weet dat een andere Schriftplaats zegt dat zij Hem zullen vragen: "Waar kreeg Hij deze wonden?"

316 Hij zei: "In het huis van Mijn vrienden."

317 En het zal niet alleen een tijd van rouwklacht zijn voor de Joden die Hem verwierpen als Messias, maar het zal een tijd van rouwklagen zijn voor die achtergelaten heidenen hier die hebben aangenomen... of die Hem hebben verworpen als hun Messias van deze dag; zij zullen weeklagen en huilen. De slapende maagd zal weeklagen, dat is die gemeente die weigerde olie te krijgen voor haar lampen.

318 Er waren tien maagden die uitgingen, allemaal goede mensen, maar vijf van hen hadden olie in hun lampen. De andere vijf waren goede mensen, goede mensen, maar bleven in gebreke om olie in hun lampen te krijgen. En zij werden in de buitenste duisternis geworpen waar ze zullen huilen, weeklagen en tandenknarsen. Hier staat het: "Er zal rouwklagen zijn." De Bijbel zegt hier: "Er zal rouwklagen zijn en zo gebroken van hart dat zij zelfs..."

319 Hier, ik zal u er nog een geven, Genesis 45, als u dat wilt opzoeken. Laten we daar even naartoe gaan en dat ook lezen in Genesis, het... ik geloof dat het het vijfenveertigste hoofdstuk van Genesis is. Ik zou dit hier willen nemen waar Jozef zichzelf bekend maakt aan zijn familie. En we zullen dit nemen om de types te nemen van wat er in die dag zal plaats vinden. Dan zullen we het met elkaar verbinden.

     Toen kon zich Jozef niet bedwingen voor allen, die bij hem stonden, en hij riep: Doet alle man van mij uitgaan! (Onthoud nu dat Jozef, die zichzelf bekend maakt, roept: "Laat iedere man bij mij weggaan!") En er stond niemand bij hem, toen Jozef zich aan zijn broeders bekend maakte.

     En hij verhief zijn stem met wenen, zodat de Egyptenaars het hoorden, en dat Farao's huis het hoorde. (Hij moet het hebben uitgeschreeuwd.)

     En Jozef zeide tot zijn broeders: Ik ben Jozef! leeft mijn vader nog? En zijn broeders konden hem niet antwoorden; want zij waren verschrikt voor zijn aangezicht.

     En Jozef zeide tot zijn broeders: Nadert toch tot mij! En zij naderden. Toen zeide hij: Ik ben Jozef, uw broeder, die gij naar Egypte verkocht hebt.

     Maar nu, weest niet bekommerd, en de toorn ontsteke niet in uw ogen, omdat gij mij hierheen verkocht hebt; want God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis des levens. (O, wat mooi.)

     Want het zijn nu twee jaren van de honger in het midden des lands; en... er zullen nog ... waarin geen ploeging noch oogst zal zijn.

     Doch God heeft mij voor uw aangezicht heen gezonden, om u een overblijfsel te stellen op de aarde, en om u bij het leven te behouden, door een grote verlossing.

320 Laat mij dat nu nemen en het een ogenblik vergelijken met het twaalfde hoofdstuk van Zacharia. Nu, wij weten dat in type... Ik geloof dat wanneer je in types predikt, je het altijd goed krijgt, als je het typeert.

321 Nu, toen Jozef was geboren, werd hij door zijn broeders gehaat. Is dat waar? Nu wil ik u tonen dat Jozef de Geest-vervulde gemeente vertegenwoordigt. Jozef werd gehaat door zijn broers. Waarom? Omdat hij geestelijk was. Jozef kon het niet helpen dat hij visioenen zag. Hij kon het niet helpen dat hij dromen droomde, zie, en dromen kon uitleggen. Hij... Dat was wat in hem was. Hij kon niet iets anders uitdrukken dan wat in hem was.

322 Wel, dan haatten zijn broeders hem zonder reden. Maar zijn vader had hem lief, omdat zijn vader een profeet was. Ziet u hoe het met Jezus was? God hield van Zijn Zoon; maar de broeders, de Farizeeën en Sadduceeën haatten Hem omdat Hij de zieken kon genezen en dingen voorzeggen en visioenen zien en uitleggen. Begrijpt u wat ik bedoel? "Zij haatten Hem zonder oorzaak."

323 En wat deden ze met Jozef? Ze wendden voor dat hij dood was en ze gooiden hem in een put. Namen een bebloede mantel van zeven kleuren die zijn vader...

324 Er zijn slechts zeven kleuren in de regenboog. En de regenboog; wij weten dat de... We komen er wat later toe, ik denk vanavond. Hier is de regenboog boven Hem – Jezus – die het aanzien had van de steen jaspis en sardius, en een regenboog. [Openbaring 4:3 – Vert] Een regenboog is een verbond. En dat was Gods verbond met Jozef.

325 Toen deden ze bloed op zijn mantel en brachten die terug bij de vader en er werd aangenomen dat hij dood was. Maar hij werd uit de put omhoog gehaald en werd gezet in een... verkocht aan Farao, ergens in Egypte, en een generaal hield hem. En toen ze dat deden werd er een slechte zaak tegen hem opgezet en ze gooiden hem in de gevangenis. Daar profeteerde hij en vertelde twee mannen waar de een zou heengaan en waar de ander zou gaan; de schenker en de bakker, wat hun dromen betreft.

326 Toen werd hij daar vandaan verhoogd tot de rechterhand van Farao. En niemand kon tot Farao komen dan via Jozef.

327 Let hier op, nu... Toen Jozef aan de Egyptenaren werd verkocht... En let erop hoe alles wat hij deed Christus typeerde. Kijk naar de schenker en deze bakker daar, zij hadden allebei een droom. En Jezus, toen Hij in Zijn gevangenis was... Bedenk, Jozef was in de gevangenis. En toen Jezus in Zijn gevangenis was (hoe? vastgenageld aan een kruis), toen werd er één gered en één was verloren. Toen Jozef in zijn gevangenis was, werd er één gered, één was verloren.

328 En merk op dat, nadat Jezus van het kruis was afgenomen, Hij in de hemel werd verhoogd en gezeten is aan de rechterhand van de grote Geest, Jehova. "Niemand kan tot God komen dan door Mij." Niet door "Wees gegroetjes", niet door gezegende dit of gezegende dat; maar door Jezus Christus, de enige Middelaar die er is tussen God en de mens; dat dierbare lichaam waarin God temidden van ons woonde, dat Gods Naam aannam. En God nam de naam van mens aan. God nam...

329 Kijk hier. In het begin, toen Adam... Ik kan er niet bij vandaan komen, het lijkt of iemand die hier ergens zit het niet begrijpt. Kijk! In het begin... Laat mij u iets tonen, opnieuw, de Heilige Geest waarschuwt mij dat te doen. Ik zal mijn onderwerp een ogenblik laten rusten. Toen het eerste bericht de hemel bereikte dat de zoon verloren was (Adam), zond God toen een engel? Zond Hij een zoon? Zond Hij iemand anders? Hij kwam Zelf om Zijn verloren zoon te verlossen. Halleluja! God vertrouwde het niemand toe dan Zichzelf. God werd vlees gemaakt en woonde onder ons en verloste zelf de mens. Het is het... "Wij zijn verlost", zegt de Bijbel, "door het bloed van God." De sterfelijke God werd... De onsterfelijke God werd sterfelijk om zonde te kunnen wegnemen, om Zelf het Lam te zijn; om de heerlijkheid binnen te gaan, met de voorhang, en met Zijn eigen bloed voor Hem uit, achter de voorhang.

330 Nu, toen Jozef in Egypte kwam, werd hij verhoogd van zijn gevangenis tot de rechterhand van Farao en werd gemaakt tot zaakgelastigde. En alles was voorspoedig in de dagen van Jozef.

331 Welnu, wanneer Jezus terugkeert, zal zelfs de woestijn bloeien als een roos. Hij is de zoon van voorspoed, type van Jozef.

332 Men zette Jozef in... De generaal had hem in zijn huis en alles wat hij deed was voorspoedig. Ze zetten hem in de gevangenis en de hele gevangenis had voorspoed. Alles wat ze deden was voorspoedig. En toen hij op z'n allerhoogst werd verhoogd, vlak onder Farao, toen ging alles in Egypte voorspoediger dan iets anders ter wereld.

333 Als Hij terugkeert zal het een land van voorspoed zijn. De oude woestijn zal bloeien en er zal overal voedsel zijn. Wij kunnen allemaal onder onze eigen vijgenboom zitten en lachen en ons verheugen en voor immer in Zijn tegenwoordigheid leven, als Hij als Koning terugkeert.

334 Hij was de Zoon des mensen: Profeet. Amen! Hij was de Zoon des mensen: Offer, Priester. Hij is de Zoon des mensen; als Koning: de Zoon van David die op de troon zit van Zijn majesteit. Zoon des mensen! Hij is God gemanifesteerd als Zoon des mensen; Hij kwam neer en werd mens om de zonden van de wereld weg te nemen. Hij werd een mens als een profeet; Hij werd een mens als een priester; Hij werd een mens als een koning. Koning des hemels, Koning der heiligen, de eeuwige Koning; was altijd Koning, zal altijd Koning zijn; Eeuwige Koning!

335 Let nu op Jozef, voordat Jozef uitging moesten ze eerst op een bazuin blazen. De mensen schreeuwden: "Buig uw knieën voor Jozef!" Ongeacht wat een man aan het doen was, of hij een product verkocht op straat, als de bazuin schalde, boog hij zijn knieën. Als iemand op het punt stond z'n geld uit zijn zak te halen, moest hij zijn knieën buigen want Jozef kwam eraan. O! En de kamerling stond op het punt zijn dienst te doen, en wat deed hij? Hij moest stoppen. "Jozef komt eraan." De bazuin klonk.

336 Een dezer dagen zal alles, zelfs de tijd, stilstaan: "Als de bazuin des Heren klinkt en de doden in Christus zullen opstaan en de morgen aanbreekt, eeuwig, klaar en rein..." Alles zal z'n knieën buigen: "Iedere knie zal zich buigen, en iedere tong zal het belijden." Begin er nú mee. Van sommigen gaan hun zonden vooruit, van anderen volgen zij na.

337 Maar let nu op wat er gebeurt. Wat heerlijk! Toen Jozef, nadat hij met een heidense was getrouwd, een gezin kreeg; Efraïm en Manasse waren zijn zonen... Hebt u aan het eind opgemerkt toen Jozef... Jakob begon Efraïm en Manasse te zegenen. Toen hij zijn handen begon te plaatsen, zette hij Efraïm rechts en Manasse links, zodat de rechterhand de oudste zou zegenen. Maar toen hij begon te bidden kruisten zijn handen en gaf hij de jongste de rechtshandige zegening in plaats van degene die rechts stond.

338 En Jozef zei: "Niet zo, vader, u hebt de zegening op Manasse gelegd in plaats van op Efraïm." [Het is andersom – Vert]

339 En hij zei: "God heeft mijn handen gekruist."

340 Wat? Van de Joden, de oudsten, de eerstgekozenen van God – door het kruis komt de zegening naar de heidenen toe om de bruid te krijgen! Zegen komt door het kruis, van de Joden naar de heidenen. Verwierpen, ze verwierpen het kruis, daarom nam Hij de heidenbruid.

341 Hiervoor, toen Jozef door zijn broeders kwaad werd behandeld... Ze hadden jaren geen contact met elkaar gehad. De Joden...

342 Let nu op, we gaan nu terug naar Zacharia, waar zij rouwklagen en treuren en wenen; en families zullen zich zelfs van andere families afzonderen, weggaan en zeggen: "Hoe deden wij dat? Hoe hebben we dat ooit kunnen doen?" Ze zullen zeggen: "Waar kreeg U die littekens, die nagelwonden in Uw handen?" Zelfs degenen die Hem doorstaken. Hij zal in de wolken komen en ze zullen Hem zien, zelfs die Hem doorstoken hebben. En ieder huis zal rouw bedrijven en zij zullen treuren. Ze zullen niet weten wat te doen.

343 En toen Jozef... U kent het verhaal. Toen hij z'n broers zag deed hij alsof hij geen Hebreeuws kon spreken en nam de tolk om voor hem te vertalen. Hij kon geen Hebreeuws spreken, zo deed hij, maar hij wilde iets te weten komen. En toen brachten ze tenslotte op een dag zijn kleine broer. Hebt u er op gelet dat het Benjamin was die Jozefs ziel in vuur zette?

344 Wat zal er vandaag Zijn ziel in vuur gaan zetten, onze Jozef, Jezus? Die jonge gemeente die daarginds in Iran is geweest, die de geboden van God heeft gehouden; en er is een nieuwe generatie mensen in Palestina tezamen gekomen, opnieuw terug bij elkaar. De zespuntige Davidsster, de oudste vlag ter wereld; gedurende de laatste paar jaar is er een natie geboren. Daar is Israël.

Naties breken, Israël ontwaakt,
De tekenen door de Bijbel voorzegd.
De heidendagen zijn geteld, met verschrikkingen bezwaard;
Keert terug, o verstrooiden, naar uw bezit.

De dag der verlossing genaakt,
De harten der mannen bezwijmen van vrees. (Kijk naar de bom, de atoombommen.)
Weest vervuld met de Geest, uw lampen schoon en klaar;
Kijk omhoog! Uw verlossing genaakt.

Valse profeten liegen, Gods waarheid ontkennen zij,
Dat Jezus de Christus is onze God. (Glorie! Maar de openbaring is gekomen!)
Dus wij zullen wandelen waar de apostelen traden. (Precies in hun voetsporen.)

Want de dag der verlossing genaakt,
De harten der mannen bezwijmen van vrees.
Weest vervuld met Gods Geest, uw lampen schoon en klaar;
Kijk omhoog! Uw verlossing genaakt. (O!)

345 O, als Jozef de kleine Benjamin daar ziet staan! Dat is zijn kleine broer. U ziet de kleine Benjamin daarginds zitten, zo jong nu. De stammen der aarde, of van de Joden, keren daarheen terug waar er honderdvierenveertig duizend van hen zullen staan om Christus te ontvangen wanneer zij Hem zien komen. Ze zullen zeggen: "Kijk, dit is onze God op Wie wij hebben gewacht." Dan zien zij de doorstoken... "Waar kwam dat vandaan?"

346 Hij zei: "In het huis van mijn vrienden."

347 En ze zullen rouw bedrijven en ze zullen huilen. En iedere familie, de stammen van David en Naftali en allen zullen zich afzonderen, iedere familie, en samen wenen wanneer zij Hem in de lucht zien staan, Degene die zij doorstaken.

348 Wat zal Zijn boodschap zijn? Merk op wat Jozef zei. Toen hij zei...

349 Let op nog een ander ding. Toen Jozef de kinderen voor zich kreeg, keek hij naar ze en hij zag de kleine Benjamin. Hij zag Efraïm... hij zag de overigen daar, Gad en al de anderen. En hij... De twaalf stammen, toen de tien stammen, die voor hem stonden. Hij zag ze allemaal voor zich staan. Hij wist dat ze zijn broers waren. En toen hij rechtstreeks naar de kleine Benjamin keek, begon z'n keel dicht te snoeren. Hij wist dat ze de zijnen waren. Wat zei hij? "Laat iedereen mij verlaten!" Wat gebeurde er met zijn vrouw en kinderen? Zij gingen het paleis binnen.

350 Waar zal de heidengemeente bij de opname heengaan? In het paleis. De bruid, halleluja, de bruid zal van de aarde worden weggenomen in de opname. Als Hij daarna terugkeert, is Zijn bruid daar niet wanneer Hij Zichzelf aan Zijn broeders, de Joden, bekend maakt; degenen die Hem doorstaken, degenen die Hem verwierpen. Maar zijn vrouw en zijn geliefden, zijn naaste vrienden daar, zijn eigen door God gezonden vrouw, zaten in de tempel.

351 En toen ze keken; hij zei dat ze waren... Zij wisten het niet, zij stonden voor deze grote prins en ze begonnen met elkaar over dingen te spreken die ze hadden gedaan.

352 Ik geloof dat het Efraïm was... of niet Efraïm, maar ik ben vergeten wie dat zei: "Wel, we hadden onze broeder Jozef niet moeten doden." Hij zei: "Zie je wel, nu worden we teruggepakt." Ruben. Ruben zei: "We hadden onze broeder niet moeten doden, zie je, nu worden we gestraft voor wat we hebben gedaan."

353 En Jozef die daar bij stond, ze dachten er niet aan dat hij Hebreeuws kon verstaan, maar hij kon het wel.

354 Sommigen denken: "Hij verstaat geen spreken in tongen", maar Hij weet er alles over. Ja, Hij kan het. Het koninkrijk der heidenen begon met spreken in tongen en uitleggingen in het hoofd van goud (het eerste hoofd) voordat het viel. Wat beëindigde die eerste heiden-dispensatie? Een handschrift in onbekende tongen op de muur, en een man daar die het kon uitleggen en vertellen wat het betekende. Het eindigt op dezelfde manier. Amen! Kwam zo binnen en gaat op dezelfde manier weg.

355 Ze dachten dat hij die tongen waarin hij sprak niet kon verstaan, maar hij kon het wel.

356 En ze zeiden: "Zie je waar we in terecht zijn gekomen?"

357 En toen zag Jozef dat ze spijt hadden over wat ze hadden gedaan. Nu ziet Hij hun verdriet en spijt omdat zij Hem verworpen hebben, dus Zijn keel snoert nú dicht. Hij staat gereed Zijn gemeente van de aarde weg te halen, haar in de heerlijkheid op te nemen. Dan keert Hij terug en dan zullen alle stammen der aarde weeklagen.

358 Wat deden zij? Ruben en al de anderen begonnen te huilen, ze zeiden: "O! O!" Ze waren bevreesd en zeiden: "Dit is hem. Nu weten we dat we in de val zitten. Nu zal hij òns doden. Nu zal hij... Wij weten dat we zo direct zullen worden omgebracht, want dit is Jozef die zo lang bij ons vandaan is geweest. Dat is Jozef, onze broeder, nu zitten we echt in de val."

359 Hij zei: "Wees niet boos op jezelf. God deed dit om levens te sparen."

360 Wat deed God? Waarom verwierpen de Joden Jezus? Zodat wij heidenen, zodat de mensen die Hij eruit riep terwille van Zijn Naam... God deed dit om het leven van de heidengemeente te sparen, de bruid.

361 Al de stammen die Hem verwierpen zullen rouwklagen. Ze zullen zich in holen en rotskloven, en dergelijke, verbergen. Ze trekken de bergen in. Ze verwierpen Hem. Al de stammen der aarde zullen rouwklagen vanwege Hem. En iedere familie daar in Israël zal zich afzonderen, families zullen zich afzonderen en zeggen: "Waarom hebben wij dat gedaan? Hoe kwamen wij ertoe Hem te verwerpen? Hoe? Daar staat Hij. Daar is de God op Wie wij hebben gewacht. En daar is Hij met nagelwonden in Zijn handen, en wij deden dat!"

362 Dat is exact wat die broers zeiden toen zij daar terugkwamen en zeiden: "Daar is Jozef, die wij hebben verkocht."

363 Hij zei: "Ik ben Jozef, jullie broeder, die jullie naar Egypte hebben verkocht."

364 "Oh!" Ze waren bevreesd en ze klaagden en huilden en renden naar elkaar toe. "Wat kunnen we doen?"

365 Hij zei: "Wees niet boos op jezelf, want God heeft dit allemaal gedaan. God heeft mij vooruit gestuurd."

366 God schiep alle mensen: de blanke, zwarte, bruine, gele, ieder mens. God schiep ieder mens. Hij schiep de heiden, schiep de Jood. Hij schiep ze allen en het is allemaal voor Zijn heerlijkheid. De Joden moesten verworpen worden zodat Hij een heidenbruid kon nemen.

367 Dat is de reden van al deze typen. Dus de heidenbruid en haar nageslacht met haar – die glorieuze Pinkstergemeente, gewassen in het bloed van het Lam, met al de kracht van de opstanding levend in hen – zal op een dag in de opname staan (in een ogenblik, een oogwenk) om in de tegenwoordigheid van Jezus te gaan zijn, terwijl Hij teruggaat en alles afsluit om Zichzelf bekend te maken aan Zijn broeders.

368 Let op wat de Schrift hier zegt, bij het sluiten. O!

     Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien,... (Hij spreekt hier over de tweede komst, niet de opname) ook degenen, die Hem doorstoken hebben;...

369 Het zevende hoofdstuk, vers 1... Of hoofdstuk 1, vers 7:

     ... alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.

370 Daarna doet Hij die geweldige, geweldige uitspraak. Wie is dit? Wie is deze waar zij naar zullen gaan uitzien?

     Ik ben de Alfa en de Omega,... Ik ben A en Z... (het Griekse A en Z, Griekse alfabet.)

371 Handelingen 2:36; zoals Petrus zei: "Er is onder de hemel geen andere naam gegeven waardoor de mens zal worden gered." Of nee, neem me niet kwalijk, ik haal het verkeerd aan, hij zei: "Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die gij gekruisigd hebt."

372 Johannes 14:7 en 12, waar Thomas zei: "Here, toon ons de Vader, dan zullen wij tevreden zijn."

373 Hij zei: "Ben Ik zo lang bij u geweest en kent u Mij nog niet?" Hij zei: "Wie Mij heeft gezien heeft de Vader gezien. Waarom zegt gij: 'Toon mij de Vader'? Ik en Mijn Vader zijn één."

374 Ik zei dat eens tegen iemand. De dame zei: "Even een ogenblik, meneer Branham. U en uw vrouw zijn ook één."

     Ik zei: "Maar niet op die manier."

     Ze zei "Wat bedoelt u?"

     Ik zei: "Ziet u mij?"

     Ze zei: "Ja."

     Ik zei: "Ziet u mijn vrouw?"

     Ze zei: "Nee."

375 Ik zei: "Dan is het op een andere manier. Hij zei: 'Als u Mij ziet hebt u de Vader gezien.'" Dus dat was afdoende wat dat betreft.

376 Dus in Johannes, of 1 Johannes 5:7 en 8, voor u die het opschrijft, 1 Johannes 5:7 en 8, zegt de Bijbel... de spreker, precies dezelfde man die deze Openbaring schreef die Jezus hem gaf, hij zei: "Er zijn er drie in de hemel die getuigenis afleggen: de Vader, het Woord (het Woord is de Zoon)... de Vader, het Woord en de Heilige Geest, en deze drie zijn één. Er zijn er drie die op aarde getuigenis afleggen: water, bloed en Geest, en deze stemmen samen, zijn niet één, maar zij zijn totéén."

377 U kunt de Vader niet hebben buiten de Zoon. U kunt de Vader of Zoon niet hebben zonder de Heilige Geest te hebben. Juist. Maar u... En water, bloed en Geest zijn de elementen die nodig zijn om in Zijn lichaam te komen.

378 Wat is het eerste dat gebeurt tijdens de natuurlijke geboorte als een vrouw een baby krijgt? Het eerste is water, het tweede is bloed (klopt dat?), het volgende is geest: de baby hapt lucht en begint te ademen.

379 Water, bloed en geest, daaruit bestaat de natuurlijke geboorte, en de geestelijke geboorte eveneens. Waterdoop in de Naam van Jezus Christus; rechtvaardiging door geloof, gelovend in de Here Jezus Christus; water. Wat is het volgende? Bloed, heiligmaking, gereinigd worden, eruit vandaan komen.

380 Op dat punt bleven u Nazarener mensen in gebreke. U ging maar tot zover en ging niet verder. Het vat dat op het altaar is gereinigd is gereed voor dienst maar niet in dienst. "Zalig zijn zij" (de zaligsprekingen) "die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden." Het vat dat is geheiligd, dat is waar.

381 Precies zo met de maagd. Het woord maagd betekent "zuiver, heilig, ongerept, geheiligd". Vijf hadden olie en vijf hadden het niet; vijf waren vervuld en de anderen bleven slechts in heiligmaking. "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofde?" U Baptisten? Presbyterianen?

382 "Wij weten niets af van een Heilige Geest."

383 "Hoe werd u dan gedoopt?"

384 Nadat hij zijn handen op hen had gelegd, werden zij, nadat ze waren gered en geheiligd, vervuld met de Heilige Geest. Juist.

385 Water, bloed, Geest. Jezus kwam om een gemeente te wassen en te reinigen en te heiligen, opdat Hij zou mogen komen om erin te leven. Met Zijn eigen bloed; Hij gaf Zijn eigen uit God geboren bloed, opdat Hij ons zou kunnen reinigen van onze sexuele geboorte om aan ons een gereinigd, geheiligd vat te geven om er Zelf in te kunnen komen.

386 "Een korte wijl en de wereld ziet Mij niet meer; toch zult gij Mij zien, want Ik (persoonlijk voornaamwoord) zal met u zijn, zelfs in u tot de voleinding der wereld." Amen! "Gedurende de hele weg zal Ik met u zijn en in u. De werken die Ik doe zult u ook doen. Deze tekenen zullen degenen die geloven volgen." God in de gemeente. O! Godheid. "Er zijn er drie die in de hemel getuigen: Vader, Woord (Zoon), Heilige Geest; zij zijnéén."

387 Nu, u kunt gered zijn zonder geheiligd te zijn. U kunt geheiligd zijn en toch de Heilige Geest niet hebben, dat is juist, een geheiligde geest zonder te zijn vervuld. U heiligt uw hart, reinigt uw hart zonder het met iets op te vullen. Daar is van toepassing waar men zegt dat de onreine geest uit iemand is weggegaan: "Hij gaat rond in dorre plaatsen. Komt terug en vindt het huis versierd en komt binnen. De laatste toestand van die persoon is vele malen (zeven keer) erger dan in het begin."

388 Dàt gebeurde er met u Pilgrim Holiness en Nazareners, enzovoort. U nam het aan; en toen de Heilige Geest kwam, in tongen begon te spreken en tekenen en wonderen gaf, toen noemde u dat "de duivel" en lasterde de werken van God, noemde dat "een onrein iets". En hebt u gezien waar uw kerk heenging? Kom eruit! Het uur is hier, de openbaring van Jezus Christus wordt onderwezen, God geopenbaard in de kracht van Zijn demonstraties van de Heilige Geest. Amen. De dag van verlossing is nabij.

389 Welnu, Godheid in Hem, 1 Timotheüs 3:16:

     En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees,... is gezien van de engelen,... is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.

390 O, we kunnen maar doorgaan en doorgaan. Maar waar zijn we nu? Aan het einde van het achtste vers.

391 Vanavond beginnen we bij het negende vers: Het Patmos Visioen. O, er liggen geweldige dingen op ons te wachten. Hebt u Hem lief?

Ik min Hem, ik min Hem,
Omdat Hij mij eerst liefhad.
En mijn redding kocht
Op Calvarie's kruis.

392 Doet u dat echt? Heeft God Zich aan u bekend gemaakt? Is het geopenbaard dat Hij de Zoon van God is, Jezus Christus? God gemanifesteerd in het vlees om zonde weg te nemen. Hij heeft Zichzelf in deze laatste dagen geopenbaard in Zijn gemeenten, Zichzelf bekend gemaakt.

393 Nu, deze dingen die in de kerk bezig zijn, let op en kijk aan het einde van deze boodschap of de Bijbel niet zei dat deze dingen zouden plaats vinden. Geheel juist. Kijk of ze dat niet precies zo deden in het Efeze tijdperk en in Pergamus, Thyatire en zo verder; ieder tijdperk.

394 Het vertelt wat Luther zou doen en wat Wesley zou doen. En hoe deze Pinksterdenominatie zal overgaan in Laodicéa, een lauwe toestand. Maar temidden daarvan zal Hij de mensen eruit trekken. Dat is juist. Geheel juist. Wij zijn aan het einde. O, ik ben zo blij. Ik... O, als ik mezelf zwakker zie worden en naar mijn vrienden kijk, en dergelijke, en de wereld zie en de chaos die er heerst. En dan bedenk dat de komst des Heren zo nabij komt. Wij zijn aan het einde van het tijdperk.

395 De harten der mannen bezwijmen van vrees. Overal, iedereen... ontstellende berichten op de radio, de hele tijd: "Maak u gereed voor een luchtaanval. Haal dit in huis, koop dat, ga naar beneden de kelder in." Hoe zult u zich daarvoor kunnen verbergen? U kunt zich daarvoor niet verbergen. Dat ding zal vijfenveertig meter de grond inslaan, tweehonderdvijfentwintig kilometer in het rond. Wel, de schok ervan zou... als het hier inslaat zou het Indianapolis tot op de grond verwoesten. Wel, het zou Indianapolis gewoon opblazen, als een daarvan hier op Louisville zou vallen. Het is moeilijk te zeggen wat ze buiten dat nog meer hebben.

396 En kijk, u hoeft niet... u hoeft niet... Rusland hoeft dat niet te doen, Cuba kan het doen; ieder klein landje. Een heel klein landje met de afmeting van Alcatraz daarginds kan het doen, kan de hele wereld bestrijken. Het enige wat ze hebben te doen is het in gereedheid brengen en in werking stellen. Je hebt geen leger nodig, je hebt maar één fanaticus in de handen van de duivel nodig om het te doen. Dat is precies juist. Hij zal het doen en dan is de hele zaak voorbij. Dan is alles voorbij.

397 Maar o, laat mij u deze gezegende zaak geven, terwijl wij zien dat het zo dichtbij is, als wij zien dat het voor de ochtend zou kunnen gebeuren. Onthoud, de gemeente gaat naar huis vóór dat gebeurt. De opname vindt daarvoor plaats.

398 Nu, opdat u niet verward zult raken, onthoud, Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Noach, zoals het was in de dagen van Lot." Onthoud, voordat er enige regen viel was Noach in de ark. Ziet u? Noach was in de ark. Hij werd gedragen over de... Nu was Noach een type van de Joden, maar Henoch ging naar huis zonder te sterven. En toen Noach Henoch zag weggaan, wist hij dat het tijd was om aan die ark te beginnen. Zo is het. Dat was Noachs teken, toen Henoch naar huis ging. En zodra de heidengemeente is weggenomen, zal Hij Zichzelf aan Israël bekend maken. Ziet u? Dat is juist.

399 Onthoud dat die engel in de dagen van Lot (zoals Jezus zei), voordat er een vonkje vuur op de aarde viel, zei: "Haast u! Snel! Ga hieruit vandaan, want ik kan niets doen totdat gij aangekomen zijt." Voordat er maar iets van vuur viel waren Lot en zijn familie eruit weg. Dus de opname zal komen voordat de verdrukking inzet.

400 Wat de verdrukking betreft zijn veel mensen in de war, maar zo de Here wil zullen we dat deze week uiteen zetten, met de hulp van de Heer. Onthoud, u ziet uit naar een grote verdrukkingsperiode, dat was – als u dat wilt typeren in de Bijbel – dat waren de dagen van Jakobs benauwdheid, ziet u, toen hij in benauwdheid was. Dat had niets met de heidenen te maken, de heidenen hadden daar niets mee te maken. In de Bijbel is daar geen type van. De heidengemeente is opgenomen!

401 Als u uitziet naar het water dat in bloed zal veranderen, en dergelijke, dat komt weer in Israël terug, ginds met Mozes en Elia. Wanneer zij terugkeren; Elia keert voor de vierde keer terug. En de geest van... Geen van beiden was dood, of Mozes stierf, en ze wisten niet waar zij hem begroeven. Hij moet wel ergens tussen toen en daar zijn opgestaan want op de Berg der verheerlijking stond hij met Jezus te praten. Of niet? Ziet u?

402 Dus ze zullen terugkeren en worden gedood en in de geestelijke straat genaamd "Sodom" liggen waar onze Here werd gekruisigd, Jeruzalem. Ze zullen tot de Joden prediken en de aarde slaan en de hemelen sluiten, en dergelijke. En het einde van de heidenbedeling zal verder gaan en daarbij aansluiten en de heidenen zullen naar huis gaan en die bediening zal doorgaan. Dan zal het oordeel over alle dingen komen. Tweederde van de aarde viel in en al het andere. Als deze dode lichamen drie dagen op straat liggen, let dan op wat er achter zat.

403 Kijk naar deze foto's, die ik uit Zuid-Amerika heb gekregen, van die Pinksterzendeling daar en zijn vrouw, die ze doodden en die daar op straat lagen. Hij en twee kleine kinderen, een klein meisje met haar buikje zo opgezwollen, ze wilden hen zelfs niet begraven. Liepen er langs en spogen zó op hen, gedurende drie of vier dagen. Broeder Kopp heeft de foto genomen, ik heb ze thuis. Ziet u de manier waarop ze handelen? Dan sturen ze geschenken naar elkaar.

404 Kijk hoe dat in de Bijbel wordt getypeerd; u ziet welke kerk dat zal gaan doen. Dat is juist. En voor de deur, het beweegt zich er nu reeds in als een slang, net zo sluw als het maar kan; het teken van deze dingen, reeds nu.

405 Kijk naar de profetie die de Here me in '33 heeft gegeven, hoe het zou gebeuren. Zij zouden vrouwen toestaan te stemmen en bij het stemmen zouden ze de verkeerde persoon kiezen. Er werden zeven dingen gegeven en vijf ervan zijn reeds gebeurd. Het volgende was een grote vrouw, een kerk of macht of zoiets, zou het in de Verenigde Staten overnemen en het overheersen. Toen zag ik het daar liggen als as, toen het tot het einde kwam. Het was de eindtijd.

406 Het zei dat ze een machine zouden hebben die kon rijden... die geen chauffeur nodig had. Ze hebben die kortgeleden geproduceerd. Hij zei elf jaar... de Heilige Geest zei tegen mij... Daar staat het in de krant, u kunt het niet... het kan niet worden ontkend. Daar staat het in de krant zoals de Heilige Geest het zei. Elf jaar voordat de Maginotlinie werd gebouwd, zei ik: "De Duitsers... Amerika zal eenvoudig... president Roosevelt zal de grootste dwaas van hen allen zijn." En dat is waar, dat was hij; niet om uw gevoelens als Democraat te kwetsen. Maar ik vertel u dat het nu geen Democraat of Republikein is waar we over spreken, maar Jezus Christus de Zoon van God. Ik ben noch Democraat, noch Republikein, ik ben een Christen. Dus toen zij... wat het ook was... maar let daarop.

407 En kijk hier, pasgeleden, als u wilt opmerken wat een stel afvalligen het zijn die deze telmachines namen en maakten dat men iedere keer als je voor meneer Nixon stemde tegelijkertijd op die andere kerel stemde. Oh! J. Edgar Hoover haalde die telmachines er tussen uit. Hoevelen hebben het gelezen? Welzeker, het staat in alle kranten, op het nieuws en al het andere. Ziet u waar we zijn aangeland?

408 Er is niets meer eerlijk, behalve Christus. Amen. O, dat gezegende oude Boek! Dat is het! Dat is het enige dat u vertelt wie u bent, waar u vandaan komt en waar u heengaat. Jazeker, dit gezegende oude Boek. O, dat maakt dat ik Hem liefheb. U niet?

Geloof in de Vader, geloof in de Zoon,
Geloof in de Heilige Geest, deze drie zijn één.
Demonen zullen beven en zondaars ontwaken;
Geloof in Jehova doet alles schudden. (Amen!)

409 Wat ligt er een grote dag vóór ons, vrienden. De Openbaring van Jezus Christus die God aan Zijn engel heeft gegeven, die kwam om het aan Johannes uiteen te zetten, opdat het gedurende de gemeente-tijdperken bekend mocht zijn wat ons te wachten staat.

410 Moge de Here ons nu zegenen als we opstaan. En wie ook de piano bespeelt, wilt u ons een klein akkoord geven van Neem de Naam van Jezus mede.

411 Luister nu. Ongetwijfeld zijn er vanmorgen hier vreemden in ons midden; ik wil dat u ze de hand schudt. Nodig ze uit met u mee te gaan naar huis, enzovoort, laat iedereen zich welkom voelen. Ik wil er zeker van zijn dat iedereen dat doet.

412 En onthoud, de dienst zal vanavond om zeven uur beginnen en om half acht zal ik spreken over Het visioen op Patmos. Zo de Here wil, zal ik morgenavond spreken over het eerste gemeente-tijdperk van Efeze, over het gemeente-tijdperk.

413 We zullen nu Neem de Naam van Jezus mede gaan zingen, ons kleine slotlied van de Tabernakel. En laat iedereen nu zingen; in orde.

Neem de naam van Jezus mede,
Kind van kommer zorg en smart;
Die schenkt u de ware vrede,
Draag die naam steeds in uw hart.

Dierb're naam, o hoe zoet;
Hoop der aard en 's hemels vreugd.
Dierb're naam, o hoe zoet;
Hoop der aard en 's hemels vreugd.

414 Voordat we het volgende vers zingen wil ik dat u allen, u Methodisten, Baptisten, Pinkstermensen, Katholieken, Nazareners, Pilgrim Holiness, om u heen handen schudt met iemand voor u, naast u, achter u en zegt: "Christenpelgrim, vriend, ik ben blij dat u vanmorgen hier bent, blij om gemeenschap met u te hebben rond de dingen van God. Ik weet dat we een geweldige tijd hebben gehad en hoop u hier vanavond weer te zien." Zoiets dergelijks, terwijl u de hand schudt van mensen voor u, achter u of naast u.

Wil op Jezus' Naam vertrouwen,

     (Ik zie u vanavond, broeder) ... neer.

Spoedig zult gij Hem aanschouwen,
Jezus, aller heren Heer.

O dierb're naam, o hoe zoet;
Hoop der aard en 's hemels vreugd.
Dierb're naam, o hoe zoet;
Hoop der aard en 's hemels vreugd.

Nu tot wederzien, nu tot weerzien,
Zij het hier of aan de Gods-rivier;
Nu tot wederzien, nu tot weerzien,
God zij met u, nu tot wederzien!

415 Nu met onze hoofden gebogen:

Nu tot wederzien, nu tot weerzien;

     [Broeder Neville eindigt met gebed – Vert]