Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Het visioen op Patmos

Door William Marrion Branham

1 Terwijl broeder Neville deze aankondigingen deed, dat... Broeder Moore zei onlangs, toen hij erover sprak dat de Geest des Heren het gebouw binnenkwam... Hij zei: "Het werd daarbinnen zo geweldig dat ik dacht dat de opname was gekomen." En hij zei: "Ik keek om me heen en zag hier nog anderen zitten." Hij zei: "Nee, het is nog niet gekomen, want als zij nog hier zijn, dan weet ik dat ik nog hier ben." Dus soms is de Geest van de Here zo goed voor ons.

2 We zijn zo blij vele vrienden in het gebouw te zien. Teveel om te proberen ze op te noemen. Ik zag zojuist broeder Carpenter de deur binnenkomen, de man die m'n vrouw en mij in het huwelijk heeft verbonden. Broeder Carpenter is hier in de kerk tot grote zegen voor ons geweest en is voor ons een zegen geweest in de vorm van de bediening en predikt bijna overal. We zijn blij hem hier te hebben met, o, nog zoveel anderen.

3 Er ligt hier nog een vraag die mij gisteravond gegeven werd:

     Broeder Branham, worden de vijf dwaze maagden uit Mattheüs 25 gerekend tot het heidense overblijfsel? Ik begrijp dat de vijf dwaze maagden gered waren, maar door de grote verdrukkingsperiode moeten gaan. Is dat juist? Indien dat zo is, wat zal hun eindbestemming wezen? Zouden zij de schapen kunnen zijn die van de bokken gescheiden worden, in Mattheüs 25:33 en 34?

     Tamelijk goede theologie overeenkomstig wat ik... [Leeg gedeelte op de band – Vert] Ik denk het ook, dat zij het overblijfsel zijn. De slapende maagd is het overblijfsel waarvan in Openbaring gesproken wordt; van het vrouwenzaad, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus Christus hebben.

4 Een vrouw neemt een stuk stof en spreidt het uit; wel, dan gaat zij er wat uitknippen... of liever, zij neemt haar patroon en legt dat waar zij het maar wil, op de wijze waarop zij het gaat knippen. En wat zij dan over houdt wordt het overblijfsel (restant) genoemd, doch zij verkiest met haar eigen vrije gedachte het vanuit een bepaalde plek te knippen. En wat overgebleven is wordt het overblijfsel genoemd.

5 Welnu, als u opmerkt zijn er vijf dwaze en vijf wijze maagden; allemaal waren ze maagden, gemaakt van hetzelfde materiaal. Maar, door uitverkiezing... God koos Zijn bruid voor de grondlegging der wereld door uitverkiezing, zette hun namen in het Levensboek van het Lam dat geslacht werd voor de grondlegging der wereld; voordat de wereld ooit begon; God die in Zijn gedachte oneindig is...

6 En wij gebruiken het woord soms als voorbestemming, maar het is echt een hangijzer in dit gemeente-tijdperk waarin wij leven. Het was zeker een geweldige zaak die gebruikt werd in de dagen van de martelaren, omdat zij het stellig geloofden. Maar het is er nu van afgeweken, wat de wettische ideeën betreft, de wettische leer die in de kerk kwam... Wat een goede zaak was, want het was helemaal Calvinistisch geworden in Engeland, totdat men zelfs geen opwekkingen meer hield en John Wesley langskwam en de Arminiaanse leer predikte, wat het in balans bracht. God zal het altijd in evenwicht brengen.

7 Dus de dwaze maagd waren degenen die geen olie in hun lampen hadden, waarvan ik geloof dat zij in de buitenste duisternis werden geworpen, waar wening, weeklagen en tandengeknars zal zijn. Als u dit met uw kanttekeningen wilt vergelijken, zal het regelrecht weer terug verwijzen naar de grote verdrukking. En ik denk dat zij degenen zijn die achterblijven en door de grote verdrukking gaan. Dat is nog een hele les daar, als we tijd hadden om erop in te gaan. Als u...

8 Nu, bedenk, ik heb gezegd bij het eerste woord wanneer u de banden hoort: "Deze dingen zijn overeenkomstig de wijze waarop ik geloof dat ze juist zijn." Ziet u? Nu, als ze verkeerd zijn weet ik niet dat ze verkeerd zijn. En ik kan alleen zeggen wat ik geloof. En ik wil niemands gevoelens kwetsen. We moeten ze gewoon terzijde leggen wanneer we binnenkomen en dan de dingen nemen die gezegd worden en onderzoeken en kijken of het werkelijk de Schrift is of niet. Dat is dan het beste om te doen, want in een tijd waarin wij nu leven, in een land waar het steeds maar weer opnieuw doorgekamd is met van alles en nog wat, dan valt het zwaar om de mensen het werkelijk te laten begrijpen. Als u het vertelt in een ongerept gebied dan geloven zij het, en zo gaat het verder.

9 Maar nu zal de ene langs komen met dit denkbeeld en de ander komt met dat denkbeeld en we hebben ongeveer negenhonderd en nog wat verschillende denominationele kerken, en elk staat met z'n leer tegenover de ander; en er moet iemand verkeerd en iemand juist zijn. Dus het enige bewijs ervoor is, breng het terug naar de Bijbel; laat de Bijbel het bewijzen, ziet u. Menigmaal geven de mensen hun eigen interpretatie. Maar we trachten ons uiterste best te doen geen enkele menselijke verklaring aan te brengen. Lees het gewoon zoals het er staat en zeg: "Zo is het."

10 Voorts heb ik altijd bemerkt dat als je precies neemt wat Hij gezegd heeft, het als een zwaluwstaart allemaal precies in de Schrift past. Het is zo ongeveer als een legpuzzel maken; je moet naar het voorbeeld kijken voordat je de puzzel goed bij elkaar kunt krijgen. Als je dat niet doet, heb ik altijd gezegd: "Dan krijg je in je landschap een koe die boven in een boom gras eet." Dus zou het er gewoon niet goed uitzien.

11 En als wij de Heilige Geest gewoon laten... Wie schreef de Bijbel? Mannen werden gedreven door de Heilige Geest en schreven de Bijbel. Dan zult u zonder de Heilige Geest, het geeft niet hoe goed u geschoold bent, het nooit begrijpen. Omdat zelfs Jezus God dankte dat Hij het voor de ogen van de wijzen en verstandigen verborgen had en het zou openbaren aan baby's, zulken die zouden willen leren. En al de discipelen waren min of meer ongeletterde en ongeschoolde mensen, behalve één, en dat was Paulus. En Paulus zei dat hij alles wat hij ooit geweten had, moest vergeten teneinde Christus te vinden. Zo vertelde hij de gemeente van Korinthe dat hij niet gekomen was met menselijke wijsheid en uitnemendheid van woorden, omdat hun geloof dan zou rusten op de wijsheid van een mens, maar hij kwam tot hen in de kracht en demonstratie van de Heilige Geest, opdat hun geloof zou rusten op de werken van de Heilige Geest overeenkomstig het Woord van God. Daarom proberen wij er nu zo dicht mogelijk bij te blijven, want voor de week voorbij is, of tegen de tijd dat de week voorbij is, zult u zien dat het dat precies geweest is, die kleine draad die helemaal door de tijd gelopen heeft.

12 Dank u wel, dat u het bord wat hoger geplaatst hebt. Dat staat beter.

13 Nu, o, we... Ik wou dat we het heel de winter hadden, zodat we het volledige boek van Openbaring konden doornemen om er helemaal doorheen te kunnen gaan. Daar staan zulke prachtige onderwijzingen in. Ik herinner me, ik denk dat het ongeveer twintig of vijfentwintig jaar geleden is geweest toen de kerk net nieuw was; we begonnen vroeg in de herfst en het duurde tot bijna de volgende herfst om door het boek Openbaring heen te komen.

14 Ik herinner me dat ik het boek Job nam. O, broeder Wright! Ik was daar zo lang mee bezig dat tenslotte een vrouw mij schreef en mij vroeg: "Broeder Branham, krijgt u Job nou nooit eens van die ashoop af?" Wel, ik probeerde iets duidelijk te maken; omdat het daar allemaal op toegespitst werd, naar die plaats; tot het punt waar de Geest van God op hem kwam.

     Toen dan de bliksem begon te flitsen en de donders rolden, kwam de Geest op de profeet en zag hij de komst van de Here. En ik wilde dat dit overkwam, dat is de reden waarom ik hem een lange tijd op de ashoop hield zodat we het doel konden bereiken. En ik wist dat het misschien een beetje langdradig kon worden, enigszins. Ik word ook nerveus als ik iemand ergens omheen hoor draaien en zie ernaar uit dat hij ermee doorgaat en op de zaak ingaat. Maar misschien leidt God die persoon daarin met een reden.

15 Nu weer terug naar dit overblijfsel voordat we van de vraag afstappen. Ik hoop dat ik het u duidelijk kan maken. Ik geloof werkelijk dat het overblijfsel door God uitverkoren is. Ik geloof het, dat God het overblijfsel heeft gekozen voor de grondlegging der wereld en dit door Zijn voorkennis... Niet het woord... Nu, let op dat "voorbestemming", ziet u, omdat het woord de mensen prikkelt. Zie? Maar God verkoos vóór de grondlegging der wereld in Zijn enorme oneindige geest de gemeente, koos Jezus, koos de kerk en kon van den beginne voorspellen hoe het aan het einde zou zijn. Indien Hij oneindig is, is er niets wat Hij niet wist. Hij kende elke vlo die er op aarde zou zijn en hoeveel keer deze met zijn oog zou knipperen. Nu, dat is precies hoe... en hoeveel talg het zou vormen en hoeveel zij allemaal samen zouden produceren. Dat is oneindig, het is oneindigheid. Onmogelijk om het uit te leggen. En God, dat is wat Hij is, de oneindige God.

16 Als u opmerkt zei de Bijbel, dat in de laatste dagen de antichrist op de aarde zou komen...

17 Luister aandachtig! Dit is de enige zwakke plek... Ik denk dat hij er bij mij een miljoen zou kunnen vinden. Maar laatst bij onze dierbare broeder Billy Graham, die opmerkelijke prediking die hij afgelopen zondag predikte, waarvan ik vond dat het zeker een boodschap op zijn tijd was. Maar hij zei, dat "Satan zelfs de uitverkorenen aan het verleiden is".

18 Nee, de Bijbel zei: "Hij zou de uitverkorenen misleiden indien het mogelijk was." Maar het is niet mogelijk omdat God hen verkoos vóór de grondlegging der wereld. Ziet u? Het Lam... Jezus Christus was het Lam, geslacht vóór de grondlegging der wereld. Wat God ook maar in Zijn gedachte neemt, wanneer Hij dat Woord spreekt, kan het nooit veranderen, het kan nooit worden gewijzigd. Want Hij is oneindig, ziet u, en Zijn Woord zal geschieden.

19 Denk eens in, de aarde waarop wij vanavond gezeten zijn is het Woord van God gemanifesteerd. De aarde werd samengesteld door dingen die niet eens verschijnen. Hij zei gewoon: "Laat er zijn" en het was er. Hoe gemakkelijk is het dan voor die God om een ziek lichaam te genezen. Hij kan een schepping verrichten door het gewoon te spreken. Ziet u, Zijn Woord, als we enkel maar geloof konden krijgen om te zien wat Zijn Woord inhoudt! We zijn zo aards gebonden en zo vol gepakt in onze gedachten, dat we... O, ik weet niet. We hebben zoveel onderwijzingen gehad, een injectie van het ene en een injectie van het andere en het heeft ons tot een plaats gebracht dat men helemaal in de knoop is geraakt. Maar als men ooit de hele zaak los zou kunnen schudden en terugkeren om te erkennen dat Hij God is en Zijn Woord evenmin kan falen dan Hij kan falen... En als dat Woord faalt, dan faalt God; en als God faalt is Hij God niet. Ziet u? Dus... En bedenk dat Hij niet hier het ene kan zeggen en daar wat anders. Hij moet bij Zijn eerste besluit blijven om God te zijn. Dus, wij...

20 En Hij heeft ons maar één ding gevraagd: om te geloven dat wat Hij gezegd heeft de waarheid is en Hij zal het laten geschieden. O, hoe prachtig! Je verwacht dat iets spontaan zal gebeuren; soms heeft het een klein beetje geloof nodig. Het zal geen wonder teweeg brengen, maar als u eraan vasthoudt zal het u eruit helpen. Blijf er bij. Zoals Hij zei: "Het mosterdzaad is het kleinste van alle zaden." Maar hebt u wel eens opgemerkt dat mosterd zich nergens mee zal vermengen? U kunt mosterd niet kruisen met iets anders, het zal niet kruisen. En als u geloof hebt, maar een kleine beetje geloof, zal het zich met geen enkel ongeloof of kerkelijkheid of dogma's vermengen. Blijf dicht bij God, blijf er vlakbij, het zal je dwars door de mist voeren en je eruit halen. Ja! Blijf bij dat geloof.

21 Nu, het begin, toen God... De Bijbel zei in Openbaring dat de antichrist in de laatste dagen... Nu, kijk naar deze kerken die allemaal samen gaan. De antichrist in de laatste dagen zou allen op de aarde misleiden, die niet in het Boek des levens van het Lam geschreven stonden van de grondlegging der wereld. Wanneer werd uw naam in het Boek des levens gezet? Voor we ooit een wereld hadden, werd u gekozen om in dit tijdperk de Heilige Geest te ontvangen.

22 Ik stem in met Eddie Pruitt:

Ik heb mijn ziel geankerd in de haven der rust,
En zal de wild golvende zeeën niet meer bevaren.
Hoewel de storm moge woeden, over de wilde, stormachtige diepte,
Zijn wij voor altijd veilig in Jezus.

23 Er is niets wat ons kan scheiden. God kan niet... neemt Zijn Woord niet terug. En als Hij oneindig is en u hier de Heilige Geest geeft, terwijl Hij weet dat Hij u daar weer kwijt zal raken, wat voor zaak is Hij dan aan het runnen? Als u niet bedrogen bent in uw ervaring, als u de Heilige Geest hebt... Maar let op wat de Bijbel zei in Efeze 4:30: "Bedroef niet de Heilige Geest van God, waarmee u bent verzegeld tot..." de volgende opwekking? Klinkt dat goed? "U bent verzegeld tot de dag van uw verlossing." Hoe lang? Tot uw verlossing.

24 Neem een goederenwagon die u gaat laden op de spoorlijn en wanneer die perfect geladen is... Nu kan men die wagon nog niet sluiten, de inspecteur moet langskomen. En hij inspecteert het en kijkt of er iets los zal kunnen schudden. De wagon kan wel vol geladen zijn, maar als er open ruimtes in zitten zal hij deze opnieuw moeten laden. En dàt is er aan de hand waarom heel wat van ons de Heilige Geest niet krijgen; wanneer de inspecteur langskomt, vindt Hij heel wat loze ruimtes, ziet u, dus verzegelt Hij het nog niet.

25 Een groot theoloog kwam onlangs bij me, of niet onlangs, het was drie of vier jaar geleden en hij zei: "Ik wil u iets vragen." Hij zei: "Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend."

26 Ik zei: "Dat is waar, ja."

27 Hij zei: "Wat kon de man meer doen dan geloven?"

28 Ik zei: "Dat is alles wat hij kon doen."

29 Hij zei: "Waar gaat u dan buiten dat met deze Heilige Geest onzin naartoe?" Nu was hij een Baptist, weet u. En hij zei: "Wat gaat u met deze Heilige Geest doen?" Hij zei: "Als de man gelooft! Het moment dat je gelooft, heb je de Heilige Geest ontvangen."

30 Ik zei: "Nee, nee. Nu maakt u een tegenstrijdigheid in de Schriften. De Schrift spreekt zichzelf niet tegen, ziet u. Paulus vroeg hun: 'Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofd hebt?'"

31 En hij zei: "Wel..."

32 Ik zei: "Het is waar dat Abraham, de vader van het geloof, de belofte van God had en God geloofde en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, maar Hij gaf hem het zegel van besnijdenis als een teken dat Hij zijn geloof had aangenomen."

33 Als Hij u nog nooit met de Heilige Geest heeft verzegeld, heeft Hij nog nooit uw geloof in Hem ontvangen, u hebt loze ruimtes. Ziet u? U kunt wel geloven, ja, maar er zijn een heleboel loze ruimtes. Maar wanneer u alle loze ruimtes goed volgepakt krijgt, dan verzegelt Hij u met de Heilige Geest tot de dag van uw verlossing. Dit is Gods bevestiging dat Hij het geloof, dat u beleden hebt in Hem te hebben, aangenomen heeft.

34 Abraham beleed zijn geloof en God zei: "Ik geef u nu een teken dat u... dat Ik u aangenomen heb." En Hij gaf hem het teken der besnijdenis.

35 Wanneer u nu Christus ontvangt als uw persoonlijke Redder en in Hem gelooft en Hem vraagt uw leven te reinigen en wanneer Hij dan terugkomt met de Heilige Geest en u het teken van de Heilige Geest geeft, dan bent u verzegeld tot aan uw verlossing.

36 Deze goederenwagon hier, als het los zit... Nadat het allemaal weer is ingepakt en zij die deur sluiten en er een zegel op doen, is het tot aan zijn bestemming verzegeld. De spoorwegmaatschappij zou u levenslange gevangenisstraf geven als u dat zegel zou verbreken. Het kan niet verbroken worden. Het is verzegeld tot aan zijn bestemming; niet dat elk die langs komt het open kan trekken om erin te kijken en het te onderzoeken en door te kijken en er dan een paar dingen uit te gooien en nog meer dingen erbij te stoppen. Nee, nee!

37 Deze kerk zal zeggen: "Wel, dat is een dogma. Dit is niet goed, dat is niet goed." Wanneer God u de Heilige Geest geeft is het beklonken! U weet waar u staat, u weet wat er gebeurde en u bent heel de weg verzegeld tot de dag van uw verlossing, uw bestemming van deze aardse reis. Wonderbaar! Dat zou moeten veroorzaken dat ieder geloof heeft en God gelooft, en opstaat in de kracht van de Heilige Geest.

38 Welnu, deze maagden die de Heilige Geest niet kregen, herinner u, het enige wat zij misten was olie in hun lampen. Is dat zo? De Bijbel zei, dat olie de Heilige Geest symboliseert; daarom zalven wij de zieken met olie, enzovoort, omdat het een symbool van de Heilige Geest is. Nu, en als dan de Heilige Geest niet op hen gekomen was, hadden zij het niet. En toen Hij kwam, zeiden zij... Nu, aan de maagden die wel de olie hadden, zeiden ze...

39 Ziet u, zij waren terug in het gemeente-tijdperk; er waren sommigen van hen daarin die goede mensen waren, maar zij bevonden zich niet in het licht van de ster, wat ik bedoel, met de lont in de olie gedoopt. Ziet u, hij was eruit. Het was uitgegaan, zij hadden zich afgescheiden. Paulus zei in zijn dag: "Zij hebben zich van ons afgescheiden, schijnbaar het geloof niet hebbend." En gingen van hen weg, ziet u. "Zij gingen uit ons, omdat zij uit ons niet waren." Welnu, het begon daar in dat vroege Efeze-tijdperk en loopt zo door tot in dit huidige tijdperk. Dezelfde zaak, in elk van deze tijdperken, wat bij hen gebeurde liep over in deze tijdperken hier. We zullen er dadelijk dieper op in gaan.

40 Merk nu op dat deze maagd toch binnen ging waar geween, geweeklaag en tandengeknars was.

41 Mijn dierbare, geliefde vriend, laat me dit zeggen; omdat ik gewoonlijk wanneer ik hier in de kerk kom, hier kom om een genezingsdienst te houden en voor de zieken te bidden, en buiten ergens in het land. Maar dit is de tijd waar ik u al een lange tijd over verteld heb, stop uw geweten maar in uw zak. Nu willen wij oprecht en eerlijk met elkander zijn, omdat wij in de laatste dag zijn gekomen. Ja!

42 En daar schoten u dierbare Nazareners en Pelgrim Heiligheid mensen onder heiligmaking te kort. Ziet u? Wist u dat Judas Iskariot in zijn leven tot datzelfde punt kwam? Judas geloofde in de Here Jezus als Redder, nam Hem als Redder aan. En ook hij was geheiligd. Hij werd geheiligd in Johannes 17:17, toen Jezus zei: "Vader, heilig hen door de waarheid, Uw Woord is de waarheid." En Hij was het Woord. Goed!

43 In Mattheüs 10 werd hun macht gegeven de zieken te genezen, de doden op te wekken, duivels uit te werpen. En zij trokken uit naar alle delen van het land en wierpen duivels uit en keerden verheugd en juichend en God prijzend terug. En Jezus zei hun: "Verheugt u niet omdat de duivels aan u onderworpen zijn, maar verheugt u omdat uw namen in het Boek des levens staan." Is dat juist? En Judas was bij hen. Judas was bij hen, maar dat was een jaar en zes maanden voordat Jezus ooit gekruisigd werd.

44 Toen het dan voor Judas tot Pinksteren kwam, om de Heilige Geest, enzovoort, te ontvangen, bekende hij kleur. Hij verloochende Jezus en werd een verrader van Hem. En daar precies kwam die geest helemaal door via Luther; Wesley bracht die gemeente tot heiligmaking met het maagdelijk leven (zuivere, reine, heilige, aardige, de fijnste mensen die u ooit ontmoet hebt), maar wanneer het komt tot... wanneer men in tongen gaat spreken en de Heilige Geest ontvangt, dan zeggen de Nazareners, Pelgrim Heiligheidsmensen, Vrije Methodisten: "Dat is van de duivel." Op dat moment lastert u de Heilige Geest en scheidt u zich voor eeuwig af. "Want wie één woord spreekt tegen de Zoon des mensen, dat zal hem vergeven worden, maar wie de Heilige Geest tegenspreekt, dat zal hem nimmer vergeven worden." Ziet u, ziet u?

45 Bedenk, al de discipelen spraken in tongen. Jezus Christus stierf aan het kruis terwijl Hij in tongen sprak. Zie? Dus als u zich hier niet met hen kunt inlaten, en hier niet vriendelijk tegen hen kunt wezen, hoe dan daarginds? Als dezen dan duivels zijn, waren die het ook. Dus ziet u daar waar kleur werd bekend? Daar komt die maagd, rein als de overigen, met een zuiver leven. Ik neem de ouderwetse Nazarener, Pelgrim Heiligheidsgemeenten, die echt in heiligmaking geloofden, u kunt geen vinger op hun leven leggen; zo rein als ze maar kunnen zijn. Het is een goede zaak als we allemaal zo leefden. Dat is juist, u moet het ook.

46 Nu weten we dat we in Pinksterkerken heel wat nabootsers hebben. Dat is waar. Maar zo lang u een valse dollar ziet, weet u dat die gemaakt werd van een goede, een echte. Zo is het. En er is een echte Heilige Geest, een echte die in tongen spreekt en tekenen en wonderen laat zien en die is er vanaf Pinksteren geweest. Dus moeten wij de nabootsers hebben. We moeten een slechte vrouw hebben die niet goed is om een echte vrouw te laten uitblinken. We moeten de nacht hebben, pikdonker, om te laten zien dat het zonlicht zo heerlijk is. Dat is waar. En u moet ziek zijn om u in goede gezondheid te verheugen. Het is de wet van tegenstellingen. Het is altijd zo geweest en het zal altijd zo blijven, zolang er tijd is.

47 Nu, daar heeft de kerk zichzelf naartoe bewogen.

48 Zei Jezus niet dat in de laatste dag (Mattheüs 24), de twee geesten zozeer op elkaar zouden gelijken dat het, indien het mogelijk was, de uitverkorenen zou verleiden? Ziet u? Maar wie vanaf de grondlegging der wereld uitverkoren was, heeft eeuwig leven. eeuwig leven kunt u niet kwijtraken. Het is net zo eeuwig als God, u kunt evenmin ophouden te bestaan als God kan ophouden te bestaan. Zo is het. Omdat u een deel van God bent, u bent een zoon en een dochter van God, uw leven is veranderd en u bent een deel van God, u hebt eeuwig leven. O, ik houd van Hem, u niet?

49 Nu, iemand heeft mij hier een briefje gegeven, een kleine vraag. We willen nu niet teveel tijd nemen om het te beantwoorden. En bedenk, telkens als u een kleine vraag neerlegt zal ik mijn best doen ertoe te komen als ik kan. Maar dit was een belangrijke vraag:

     Iemand wilde weten of het voor vrouwen verkeerd staat te getuigen, of te zingen, of boodschappen in tongen te geven, de boodschappen uit te leggen, of een profetie te geven in de gemeente.

50 Nee, het is niet verkeerd, zo lang het in de juiste orde wordt gedaan. De gemeente is op orde, en alleen wanneer... De echte, juiste manier om het te doen is voor degenen die in tongen spreken, en dergelijke, of boodschappen; ze worden gegeven voordat de boodschap van de preekstoel gepredikt wordt, dus nooit gedurende die tijd, omdat de Heilige Geest Zich op één plaats tegelijk uit, zoals Paulus ervan sprak.

     Maar vrouwen worden wel gaven van profetie en gaven van tongen en van vertolkingen en alles geschonken; uitgezonderd prediker te zijn. Zij behoren geen prediker te zijn. Hun wordt verboden in de kerken te prediken, dat is waar, of de plaats in te nemen, of een leraar of iets in de gemeente te zijn. Maar wat gaven betreft, heeft de vrouw ze allemaal; ze kan één of welke ook van die negen geestelijke gaven bezitten overeenkomstig 1 Korinthe 12 en staat niet onder slavernij dat haar boodschap niet op de bestemde plaats zou worden uitgebracht.

51 Ziet u, elke boodschap wacht op zijn tijd. Als er iemand in tongen spreekt en er is geen vertolker, laat hem zwijgen tot er een vertolker is. Ziet u? En deze boodschappen worden doorgaans net voor de samenkomst gegeven. Dan, wanneer de profeet... of de prediker – die een Nieuw Testamentische profeet is, een prediker – wanneer hij te voorschijn komt begint God door hem te werken, ziet u. Wanneer hij dan klaar is, dan beginnen boodschappen en dergelijke, zoals net daarvoor. Het is altijd in de juiste orde, altijd. Maar een vrouw heeft zeker het recht.

52 Met de volgende zou ik graag een beetje tijd willen nemen om die te beantwoorden; ik zal het opschrift lezen:

     DE VERTALING VAN ÉÉN BIJBEL VOOR DRIE GELOOFSRICHTINGEN BEGINT.

     Washington, 15 oktober. Katholieke, Protestantse en Joodse geleerden zijn als team begonnen aan een nieuwe gezamenlijke vertaling van de Schriften, wat de langverwachte canonieke Bijbel zal blijken te zijn.

53 Over nog meer dingen hierin zou ik graag wat willen studeren voordat ik de bekendmaking ervan geef. Met andere woorden, u ziet precies waarover wij spreken, precies wat de Schrift zegt, wat in deze dagen zal plaats vinden; dat deze dingen zich zullen verenigen en een beeld voor het beest vormen. Precies. Ze hebben het geprobeerd en er aan gewerkt en nu hebben ze de beste gelegenheid gekregen die ze ooit hebben gehad om het te presenteren, omdat het precies in hun handen ligt. En dit is de reden dat ik deze profetische boodschappen breng, daar ik denk dat het de juiste tijd is.

54 Als er iemand is die elke avond zou kunnen terugkomen, proberen we vroeg te beginnen en vroeg te eindigen. En als ik het onderwerp niet klaar krijg dan zal ik de volgende ochtend aankondigen. Als we vanavond niet door de vastgestelde 19 verzen heen komen, het negende vers tot het twintigste vers, zullen we er morgen om tien uur mee beginnen. We zullen u bij de sluiting van de dienst laten weten hoe we verder gaan.

55 Dan morgenavond beginnen we aan de gemeente van Efeze, achtereenvolgens in de zeven avonden: Efeze (het gemeente-tijdperk van Efeze); van Smyrna, en Pergamus, en Thyatire, en Sardis, en Filadelfia, en Laodicéa de volgende zondag.

56 Wetend dat deze prachtige juwelen langs de weg liggen, is het zo moeilijk mijn handen eraf te houden tot de bestemde tijd. Alleen al ze daar te zien liggen en te voelen hoe de Geest onder de mensen aan het voeden is, het maakt dat ik er meteen op wil springen en er iets over wil zeggen; doch ik moet me inhouden en ze in hun tijdperk en in hun tijd plaatsen. Dus als u 's avonds niet kunt komen, wees zeker de band te krijgen of een manier dat u eraan kunt komen, omdat ik wil dat het overal heengaat. En ik heb dit gedaan omdat ik me door de Heilige Geest geleid voel dit te doen; dat is de enige reden waarom ik het doe. En als ik niet geloofde dat het de gemeente zou helpen... En in deze dag, onthoud, het uur zal spoedig aanbreken waarin wij deze samenkomsten niet meer kunnen houden en u moet het nu doen terwijl we tijd hebben het te doen. Wij weten niet welk moment ze dit nu gaan stoppen, ziet u.

57 Er zal een samengaan van kerken zijn en zij zullen zich samen verenigen, vormen het leiderschap van de federatie van kerken, waarvan ze reeds een groot V.N.-gebouw hebben gekregen en elke denominatie zit er in. En u zult òf moeten behoren bij een van deze denominaties òf uitgestoten worden. En dat is de tijd waarin wij kleur moeten bekennen en zeker moeten weten, geen giswerk, maar weten ZO SPREEKT DE HEER waar u staat. De kleine gemeente is altijd in de minderheid geweest, het is een heel klein groepje dat... een kleine draad, die zich als een rood koord door de Bijbel heen strengelt, maar het is altijd de gemeente. We willen het niet vergeten.

58 Nog even een kleine uitleg voor we weer lezen. Vanmorgen hebben wij de opperste Godheid van de openbaring van Jezus Christus doorgenomen, welke God Hem aan ons geopenbaard heeft vanmorgen als de opperste Godheid: de grote IK BEN (niet Ik was of zal zijn), IK BEN, altijd. En we zien in het eerste hoofdstuk van Openbaring, de Openbaring... Waar is het de openbaring van? Jezus Christus. Wat is het eerste waarin Hij Zich hier openbaart? Als de God des hemels. Geen drieënig God, maar een enig God. Eén God; en Hij openbaart Zich zo in het begin van de Openbaring, en spreekt het vier keer uit in het eerste hoofdstuk zodat er geen vergissing mogelijk is. Allereerst moet u weten dat Hij geen profeet is, Hij is geen lager geplaatste god, Hij is geen ondergeschikte god, Hij ís God. Hij is Gód. Daarom verscheen de openbaring, en wij gaan er vanavond nog steeds mee verder naar gelang wij Zijn zevenvoudige persoonlijkheid van Zijn wezen bezien.

59 En o, moge God ons helpen wanneer we deze woorden onderwijzen. Ik heb het bestudeerd vanuit historisch standpunt, maar wacht tot ik hier in de preekstoel kom voor de inspiratie. Want ik voel dat we in hemelse plaatsen in Christus Jezus bijeen zitten en dat uw Geest, uw deel, de tong van vuur (de Heilige Geest) die op u is, naar een ander komt en van een ander naar een ander. Het steekt het grote lichaam van God aan en zet het in vuur, en dáár is waar openbaringen...

60 De zaak waar we nu over spraken, deze vraag die me gesteld werd: "Zouden vrouwen moeten..." enzovoort. Dit is net eender als wat de gemeente in het begin tot chaos bracht. Zij namen alle plechtige ernst bij het gehoor weg en plaatsten het in de preekstoel. Maar God is de God van de toehoorders. Hij werkt in elk menselijk wezen. Hij leeft in elk hart waarin Hij kan komen. Hij vindt die mensen met gaven en werkt door hen heen. Als de duivel hen niet op een ding kan pakken dan komt hij langs en maakt een geweldig tumult om niets en jaagt de mensen ermee weg. Zoals Paulus zei: "Wanneer u bijeen komt en allemaal in tongen spreekt, als de onwetende dan binnen komt zal hij dan niet zeggen dat u gek bent, dwaas!? Iemand spreekt in tongen en dit en dat is uit de orde en van alles, dat zal niet werken. Maar," zei hij, "als er dan één profeteert en de geheimen van het hart openbaart, dan zullen zij zeggen dat waarlijk God met u is." Als er iemand in tongen spreekt door openbaring en de uitlegging daarvan geeft, iets om de gemeente te stichten, dan wordt de hele gemeente erdoor opgebouwd. Iets dat zal spreken en God spreekt in talen waar wij niets vanaf weten en zal het aan iemand geven en het door een ander laten vertolken; en zegt een bepaald ding dat precies gebeurt op de wijze waarop het is gezegd, dan hebt u de Geest des Heren onder u. En o, laten we daarnaar streven, vrienden; laten we dat vuur brandende houden.

61 Nu voor wij deze grote canon van de Schrift openen, zou het niet te veel gevraagd zijn als we gingen staan om van houding te veranderen terwijl wij bidden.

62 Almachtige God, die de Here Jezus weer terugbracht uit de dood en Hem aan ons heeft voorgesteld (na negentienhonderd jaren) als de onfeilbare God des hemels, wij danken U daarvoor en voor Zijn tegenwoordigheid die dag aan dag met ons is in onze dagelijkse wandel. We zijn zo gelukkig om te weten dat in dit uur van verwarring waarin de wereld niet weet wat te doen... Men graaft holen in de grond en men verschanst zich achter beton, maar o, God, zij kunnen zich niet verbergen voor de wraak van God. Er is slechts één redmiddel, Heer, en we zijn zo blij dat we het hebben geaccepteerd: "Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik u voorbij gaan." O, wat zijn we vanavond blij voor die algenoegzame bescherming van het bloed van het Lam van God, de Hogepriester, staande in heerlijkheid vanavond en die voorspraak doet op onze belijdenis. Wij zijn zo gelukkig Hem bij ons te hebben vanavond, de grote Spreker, de grote Heilige Geest, de grote zalving-gever, de grote Leven-gever.

63 En nu, Here God, terwijl ik deze mensen vanavond hier heb samen geroepen onder dit dak, en we hier als gemeente verzameld zijn, of een deel ervan. We zijn niet vergaderd in de naam van deze tabernakel of in de naam van een individu, maar in de Naam van Jezus Christus. Laat de Geest die Zijn lichaam en Zijn geest beheerste en leidde, in ons komen vanavond om het Woord te verklaren en het Woord te prediken en het aan onze hunkerende harten te geven terwijl wij op Hem wachten. Want wij vragen het in Zijn Naam en voor Zijn glorie. Amen. (U kunt gaan zitten.)

64 Nu, voor u die uw Bijbels hebt, sla het eerste hoofdstuk van Openbaring op, te beginnen bij vers 9. Uw potlood en papier, en ik zal proberen u enkele data te geven enzovoorts, al voortgaande. Nu, dit is eigenlijk... Deze ochtend was meer een soort preek om de fundering te leggen over de Godheid van de openbaring: God die in Christus geopenbaard wordt. Hoevelen geloven dat? God werd geopenbaard in Christus, Jehova in Christus geopenbaard. Nu, waar zou God geopenbaard worden? In Zijn gemeente, bij Zijn mensen, in ons. Dezelfde Geest, dezelfde werken, dezelfde manifestatie, dezelfde liefde, dezelfde vergeving, dezelfde lijdzaamheid, zachtmoedigheid, geduld, vrede, barmhartigheid, alles wat in Christus was is in de gemeente.

65 Herinner, houd dit in gedachte: Al wat God was stortte Hij uit in Christus (Hij was de volheid van de Godheid lichamelijk) en al wat Christus was stortte Hij uit in de gemeente. God boven ons, God met ons, God in ons. De drieënigheid van God. God gemanifesteerd op drie verschillende wijzen: Vader, Zoon, Heilige Geest.

66 De openbaring toonde dat Hij geen drie goden is, evenmin is Hij in drie stukken gehakt. Maar Hij is één God, die God was in de dagen van het Vaderschap, Hij was God in de dagen van het Zoonschap, Hij is God in de dagen van de dispensatie van de Heilige Geest, dezelfde God. Geen drie verschillenden, geen drie personen, geen drie persoonlijkheden. Hij is één Persoon, één persoonlijkheid. U kunt geen persoonlijkheid zijn zonder een persoon te zijn. Sommige mensen hebben gezegd: "Hij is geen drie personen, maar Hij is drie persoonlijkheden." U kunt dat niet scheiden, want als Hij een persoonlijkheid is dan is Hij een Persoon; er moet een persoon zijn om een persoonlijkheid te vormen. Dus is Hij één Persoon, één persoonlijkheid; gisteren, vandaag en voor immer dezelfde; Alfa, Omega; Die was, is en komen zal. O, Hij is gewoon alles. Daar houd ik van.

67 Let op Zijn natuur, Zijn leven. Zijn werken. Het zou in deze Tabernakel hier gemanifesteerd moeten worden zoals het was in Zijn dag. Ik zeg dit niet met vooroordeel, God weet dat. Niet alleen hier, maar over de hele wereld. Ik ben blij dat het gebeurt. Dan weten we waar we staan omdat we diezelfde Geest in ons hebben, die onder ons beweegt en toont dat Hij hier is. Niet wij, het gaat om Hem; wij kunnen die dingen niet doen, het is God. En bovendien heeft Hij in de wetenschappelijke wereld toegestaan dat Zijn foto werd genomen. Met ons, in ons, om ons heen, over ons heen, door ons heen, werkend in en buiten ons. O, hoe wonderlijk!

68 Men zong vroeger een liedje.

Ik BEN het die sprak tot Mozes in de vurig brandende struik;
Ik BEN de God van Abraham, de heldere Morgenster;
Ik BEN de Roos van Saron; o, vanwaar zei u dat Ik kwam?
Kent u Mijn Vader, of kunt u Zijn Naam vertellen?
O, wie zegt u dat IK BEN, of vanwaar zegt u dat IK BEN?
Kent u Mijn Vader, of kunt u Zijn Naam vertellen?
Ik BEN Alfa, Omega, het begin van het eind;
Ik BEN de hele schepping en Jezus is de Naam. (Amen.)

69 O, hoe verbazingwekkend, de openbaring! Bedenk nu, u kunt het niet ontvangen door theologen, het komt niet op die manier. Het zal alleen komen als een openbaring. Dopen in water, waarbij de Naam van Jezus Christus gebruikt wordt, kan enkel gedaan worden door openbaring. Dat Jezus en God dezelfde Persoon is kan alleen als een openbaring komen. De hele Bijbel is gebouwd op openbaring. De hele gemeente is gebouwd op openbaring. Mattheüs 17 zegt: "Want Ik heb gezegd: 'Op deze rots (de geestelijke openbaring) zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet kunnen overweldigen.'" Wij dagen ieder uit om ons ergens te laten zien in de geschiedenis of in de Schrift, waar ooit iemand gedoopt werd in de naam van "Vader, Zoon, Heilige Geest" buiten de Katholieke kerk tot Maarten Luthers tijd. Dan de Protestantse kerk, het was...

70 En elk kwaad... Luister, terwijl we de gemeente-tijdperken binnen gaan. Elk kwaad dat in die eerste gemeente zat, ging over in de volgende gemeente. Ging gewoon verder door tot het tenslotte eindigt in complete afvalligheid in de laatste dag. Elk kwaad blijft elke gemeente overlappen, elk klein 'isme' dat startte. Zoals in Genesis, de wijnstok begon te groeien en kroop zijn weg door de gemeente en komt uit in de laatste dagen. Geen wonder dat de Bijbel zei: "Gezegend zijn degenen die in die dag ontkomen." Ja, die aan al deze dingen ontkomen.

71 Vraag God nu om... terwijl we over Openbaring spreken, vraag Hem om u een openbaring hierover te geven. Want het kan alleen bekend worden door openbaring en u kunt alleen gered worden door openbaring. U hebt er kennis van, intellectueel, maar u kunt niet gered zijn tot het u geopenbaard is. "Geen mens kan Jezus de Christus noemen dan door de Heilige Geest." Dat zegt de Bijbel. Niemand kan zeggen dat Jezus de Christus is totdat hij de Heilige Geest heeft ontvangen. Hij kan wel zeggen: "De voorganger zei het, de Bijbel zei het." Die dingen zijn waar. "De kerk zegt het." Dat is waar. Maar u weet het zelf niet totdat de Heilige Geest het aan u geopenbaard heeft en Hij in u komt. "Niemand kan Jezus de Christus noemen dan door de Heilige Geest." Niet door wetenschap, niet door intellect.

72 Hoe gaan zij nu een Bijbel maken, die men probeert op maat te maken zodat hij geschikt is voor Joden, Katholieken en Protestanten, terwijl zij dag en nacht van elkaar verschillen. Ik dacht dat de Joden wel beter wisten, maar ik geloof dat wellicht het uur ervoor rijp is, waar het allemaal in deze grote afvalligheid moet gaan. Zo is het in alle dingen... Herinner, we kunnen het niet stoppen, maar het enige wat we kunnen doen is het licht uit stralen, misschien onszelf geven als martelaar en wegwandelen, dat is het enige wat wij kunnen doen. Doch velen zullen dat moeten doen. En zo is de Bijbel opgezet en de dingen waarin wij terecht komen. Als ik niet oppas, ga ik er nu al op in.

73 Welnu, het eerste in het boek Openbaring is dat het aanvangt met: het is de openbaring van Jezus Christus; wie Hij is. Nu, Jezus Christus is de almachtige God. Dat weten wij. Hoevelen geloven het? Zeg: "Amen." [Samenkomst zegt: "Amen!" – Vert] Hij is God almachtig en Hij heeft één Naam. Die Naam is de enige naam, onder de hemel gegeven, waardoor u gered moet worden, Jezus Christus. Waarom zij er bang voor zijn bij het doopbasin kan ik me niet voorstellen. Ziet u? Het is omdat die geest helemaal terug in het Smyrna tijdperk binnenkroop en helemaal verder kroop tot in dat grote donkere tijdperk en het een leerstelling maakte en weer regelrecht voor de dag komt in deze laatste dag. Let nu op de geschiedenis en de Bijbel terwijl we deze week er doorheen gaan, hoe deze dingen aan het licht komen.

74 Nu het volgende. Het werd door Christus aan Johannes gegeven door een engel, om gegeven te worden aan Zijn (wat?) gemeenten, om het te openbaren aan Zijn gemeenten. En de zeven sterren in Zijn hand waren de zeven boodschappers van de zeven gemeenten. En iedere man die ooit de boodschap heeft, of zal hebben, heeft dezelfde ware boodschap die startte in het begin.

75 En morgen, wanneer wij op diepere dingen ingaan, om te zien hoe God deze dingen binnenbracht, het is verbazend! Het laat je gewoon jubelen. Ik lees en loop dan een beetje rond en huil en loop terug en ga weer zitten en loop dan weer een poosje rond, ik ben toch zo gelukkig te weten dat... Hoe was God ons ooit zo genadig om ons deze zaak te laten zien in het uur waarin wij leven? Wel, het is zoals Jezus zei: "Iemand verkocht al wat hij had om een bepaalde diamant te kopen." Je verkoopt aan de wereld de dingen van de wereld en alles wat maar betrekking heeft op iets anders, om dit te hebben. Zo is het. Plaats uw gehele anker daar bovenop. Het is het anker van de ziel om Zijn openbaring van Zijn Woord te zien.

76 Goed, wie het leest is gezegend. Is dat waar? En we zeiden vanmorgen, als u niet kunt lezen, wie hoort dat het gelezen wordt is gezegend. Welnu, het vangt aan met een zegen voor degene die er zelfs naar zit te luisteren wanneer het wordt voorgelezen en het brengt een vloek op een ieder die probeert er iets aan toe te voegen of er iets van af te nemen. Als dan de Bijbel ronduit bekend maakt dat Jezus de almachtige God was, wee dan degene die het daaruit wil wegnemen. Ja. Het is een openbaring. Wie er iets aan toe zal voegen... Het is de volledige canon van openbaring; het is Gods laatste Boek, Zijn laatste Woord, Zijn laatste... En elke openbaring die daaraan tegengesteld is, is van een valse profetie, is niet van God; omdat dit de waarheid is.

77 En vergeet niet dat dit het enige boek in de Bijbel is dat Christus zelf bevestigt. Denk daaraan. Het enige boek, het is de openbaring van Hemzelf, het enige boek waarop Hij Zijn zegel zet en Zijn zegeningen en Zijn vloeken plaatst. Zegeningen voor wie het wil ontvangen, vloek voor wie het niet wil ontvangen.

78 Zo, nu gaan we naar het eiland Patmos om van start te gaan met het negende vers. Allereerst willen we zeggen dat de titel is: "Het Patmos Visioen." Het vond plaats in A.D., tussen A.D. 95 en 96. De plaats was op het eiland Patmos. Het is dertig mijl uit de kust van Klein Azië gelegen, in de Egaeïsche Zee, precies ten westen tegenover de gemeente van Efeze, begrensd door de Middellandse Zee. Dat is de lokatie.

79 Denk eens in! Een klein eilandje, dertig mijl uit de kust van Klein Azië in de Egaeïsche Zee. Recht tegenover de gemeente van Filadel... of van Efeze, waar de eerste boodschap werd uitgedragen, waar in die tijd Johannes de herder was. Met andere woorden, als hij keek naar het oosten, keek hij rechtstreeks naar zijn gemeente waar hij vandaan kwam. En de eerste boodschap was gericht tot zijn gemeente die een gemeente-tijdperk vertegenwoordigde.

     Goed, het visioen werd gegeven aan Johannes de Openbaarder, die in die tijd de voorganger van de gemeente van Efeze was.

80 Welke toestand was er dan op dit eiland? Waar was het en in welke toestand? Goed. Het staat in de geschiedenis bekend als een rotsachtig eiland vol met slangen, schorpioenen, hagedissen, enzovoort. Het is dertig mijl in omvang en vol met rotsen. Het werd in de dagen van Johannes gebruikt als een "Alcatraz", een plaats waarheen het Romeinse keizerrijk criminelen verbande, zeer ernstige misdadigers, die zij niet in de gevangenis konden houden, enzovoort, zij werden daar op dat eiland gezet om te sterven; men liet hen daar blijven tot ze gestorven waren.

81 Vraag: Waarom was Johannes daar? Een godvrezend man, een rechtvaardig man, een man met een goede reputatie, goed karakter, nooit in moeilijkheden geweest, waarom was deze man daar? De Bijbel zei: "Voor het Woord van God en de getuigenis van Jezus Christus." Nu hebben we de achtergrond gekregen: het eiland Patmos in de Egaeïsche Zee, dertig mijl uit de kust, circa dertig mijl in omvang, rotsachtig, vol met hagedissen, schorpioenen, enzovoort, en gebruikt als gevangenis zoals "Alcatraz". Als ze een gevangene hebben die men hier niet gevangen kon houden, zo'n verschrikkelijke crimineel, dan zetten ze hem in Alcatraz.

82 En nu namen zij deze geheiligde Johannes, de openbaarder, de laatste van de discipelen en de enige die een natuurlijke dood stierf... Johannes werd, voordat hij naar het eiland ging, beschuldigd een tovenaar te zijn en was vierentwintig uur lang in een vat met olie gekookt, zonder dat het hem schroeide. U kunt de Heilige Geest niet uit een persoon koken. Het is zelf vuur. Men kookte hem vierentwintig uur lang in een kuip met vet, zonder enig letsel. En er werd gezegd dat de reden die de Romeinen opgaven was, dat hij een tovenaar was en het vet betoverde. Wat kan het vleselijk verstand al niet bedenken.

83 Nu, ziet u, wanneer zij ons "gedachtenlezers en toekomstvoorspellers en Beëlzebub" noemen, ziet u waar die oude geest vandaan komt? Maar ziet u waar de eerste Geest vandaan komt? Het is het gemeente-tijdperk. Ziet u? Vierentwintig uur kookten zij hem in heet borrelend vet en het deerde hem zelfs niet eens. O, hoe omlegerde God hem met zijn Heilige Geest. Zijn werk was nog niet klaar.

84 Zij zetten hem op het eiland gedurende twee jaar. En terwijl God hem daar helemaal alleen voor Zichzelf had, schreef hij het boek Openbaring zoals de engel van de Here het hem openbaarde. En zodra dat voorbij was keerde hij terug naar zijn vaderland en was de herder van de gemeente in Efeze; en stierf en werd begraven in Efeze. Johannes, de openbaarder.

85 O, wat een achtergrond! Goed, de gemeente onder Johannes, of onder grote vervolging, Johannes schrijft in het negende vers:

     Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om het getuigenis van Jezus Christus.

86 Met andere woorden, hij nam het Woord van God en bewees dat dit het Woord van God was, en Christus kwam terug door hem en getuigde dat hij gelijk had. Zie daar. Gods Woord in hem gemanifesteerd geworden, bewijzend dat Hij Gods dienstknecht was. Zij konden dat toen niet loochenen, dus moesten zij hen vertellen dat hij een tovenaar was, dat hij het vet betoverde, zodat het hem niet deerde; dat hij de mensen betoverde en zij werden niet genezen; dat hij een waarzegger was die niet kon... die een slecht soort persoon was, een kwade geest, een gemene geest. Daarom brachten ze hem daar; ze dachten dat hij een gevaar voor de maatschappij was. Doch hij voerde enkel maar de wil van God uit en God had een doel met heel deze toestand.

87 Hij zou hem niet kunnen gebruiken en al de verdrukkingen en dergelijke, omdat de heiligen zouden komen: "O, broeder Johannes, wat moeten we hiermee beginnen? En wat zullen we doen?"

88 Johannes was een profeet, dat weten wij. En omdat zij hem deze vragen stelden moest God hem door het Romeinse Keizerrijk laten oppakken en hem daar op het eiland plaatsen. En Hij zei: "Kom, Johannes, Ik wil je iets laten zien wat er gaat gebeuren." De laatste van de apostelen, er was er geen meer over gebleven dan Johannes, om te schrijven. Men plaatste hem daar dus op het eiland Patmos van 95 tot 96 na Christus. En hij schreef het, en zei:

     Ik ben uw broeder... en medegenoot in de verdrukking,...

89 Nu sprak hij niet over de grote verdrukking. Dit was niet de grote verdrukking, die komt niet voor de gemeente. De grote verdrukking komt voor de Joden, niet voor de gemeente. Het was dus niet de verdrukking, de grote verdrukking.

90 Nu het tiende vers:

     En ik was in de Geest op de dag des Heeren; en ik hoorde achter mij de... stem, als van een bazuin,

91 "Ik was in de Geest op de dag des Heren." Welnu, u kunt geen enkel goed doen tenzij u eerst in de Geest geraakt; God kan u niet gebruiken. U bent – u bent... Al uw pogingen zijn tevergeefs, tenzij u het ten eerste in de Geest doet. "Als ik zing wil ik in de Geest zingen. Als ik bid", zei Paulus, "wil ik in de Geest bidden." En als er dan iets door u heen komt wat goed is, moet het mij openbaar worden door de Geest en bevestigd worden door het Woord (gemanifesteerd worden door de resultaten die het oplevert).

92 Met andere woorden, als ik bijvoorbeeld zeg: Jezus Christus beloofde in Zijn Woord dat, als ik mij bekeer en gedoopt word in de Naam van Jezus Christus, ik de gave van de Heilige Geest zal ontvangen. Het eerste wat ik moet doen is me bekeren. Het is mij geopenbaard dat dit waar is. Vervolgens gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, het resultaat is dan, dat ik de Heilige Geest zal ontvangen.

93 Als ik ziek ben en Hij me beloofde wanneer ik zou geloven en de oudsten van de gemeente liet komen om mij met olie te zalven en voor mij te bidden, dat het gebed van geloof de zieke zal behouden. "Here, ik geloof; ik volg uw instructies op." Broeder Neville bidt voor mij en zalft mij met olie. Dat maakt het vast, ga gewoon verder, het is allemaal over.

94 "O", zegt u, "ik voel evenwel geen enkele verandering." Jezus was nog niet geboren toen God Hem slachtte voor de grondlegging der wereld, toen Hij de... Hij was het Lam van God, geslacht nog voor de wereld. Maar in Gods eigen gedachten was Hij reeds geslacht. Ik was toen ook niet hier, u evenmin; maar in Gods Boek, als onze namen daar ooit in stonden, werd het erin gezet voor de grondlegging der wereld.

95 Wanneer God iets zegt moet het plaats vinden. Dus wanneer u aan Gods voorwaarden voldoet, herinner u dan dat God Zich zal manifesteren en zorg zal dragen voor de rest, u gaat gewoon voorwaarts als een voleindigd werk. O, is dat niet wonderbaar? O, denk eens in! Vertel gewoon aan God... God zei: "Doet u dit, dan zal Ik dat doen." Wel, als ik dit ga doen, zal Hij dat doen.

96 De duivel zegt nu: "Kijk, Hij stelt het uit."

97 Dat maakt geen enkel verschil. Daniël bad op een keer en het duurde eenentwintig dagen voordat de engel bij hem kwam. Toch was hij niet ontmoedigd. Hij wist dat hij hoe dan ook zou komen, dus wachtte hij gewoon tot hij er was. Dat is juist. O, dat is wanneer u geloof krijgt. We moeten daar nu vanaf stappen, we zouden zometeen een genezingsdienst hebben, is het niet? Dat is zo. Ja, van geloof. Maar wij willen een genezingsdienst van de ziel hebben, om de binnenkant te genezen, omdat dit zal blijven bestaan; u krijgt eeuwig leven. Eeuwig leven sterft niet weg of veroudert niet, het blijft duren, het blijft hetzelfde.

98 Welnu, hij raakte in de Geest voordat er iets plaats vond. Het eerste wat hij deed... Hij was op het eiland, genaamd Patmos (al deze dingen die hij gedaan had), en hij zei: "Ik hoorde een stem" en al die andere dingen. Maar voordat er iets gebeurde was hij in de Geest. En als u dat in uw Bijbel hebt, staat er met een grote hoofdletter "Geest", Heilige Geest. Amen! Hij raakte in de Geest. O, ik denk dat dit wonderbaar is.

99 "Ik was in de Geest op de dag des Heren." Op welke dag? De dag des Heren. Nu is daar een grote discussie over. Laten we dat voor een ogenblik tot bedaren brengen.

100 Zoals we vanmorgen al zeiden, zeggen er heel wat dat de openbaring van Mattheüs 17 "Petrus" was. De Katholieke kerk heeft gezegd: "Hij bouwde Zijn gemeente op Petrus; hij was de eerste paus." Hoe kon hij een paus zijn geweest en getrouwd zijn? Ziet u? En ze zeiden: "Petrus ging naar Rome en werd daar begraven." Vertel me eens één plaats, geschiedenis of waar dan ook, dat Petrus ooit naar Rome ging. Ziet u? Paulus ging, níet Petrus. In orde.

101 Dus zien we dat al deze ismen en dergelijke er in slopen, begrijpt u? Maar de mensen vandaag zijn... overal waar u gaat, zij... Een zekere grote kerk heeft een bepaalde spijker verkregen die in Zijn hand heeft gezeten. Weet u hoeveel spijkers, authentieke spijkers, zij vandaag hebben? Negentien. Zij hebben beenderen, ze hebben kledingstukken om aan te raken en te betasten. En wij hebben die dingen niet, wij hoeven dat niet. Christus leeft! Hij is in ons, niet een spijker of een lapje stof of een stukje bot of zoiets. Hij is de levende God, die nu in ons leeft. Zichzelf manifesterend. Wij hebben maar één artikel als gedenkteken, dat is het avondmaal, de plechtige gedachtenis van Zijn dood. Maar wat Christus zelf betreft, Hij is met ons en in ons. En dat is wat wij willen uitdragen (de heerlijkheid van de Heilige Geest) aan de wereld. Het uitdragen tot het licht uitgaat. In orde.

102 Nu, de... Dus, ziet u, wij namen die andere kant van de weg. Weet u, ik heb altijd geprobeerd zo te zijn en onze Heer heeft het mij altijd geopenbaard; de ene is extreem en de andere is extreem, maar in het midden van de weg ligt de waarheid. Hebt u in Jesaja opgemerkt waar hij zei dat er een hoofdweg zal zijn? Jesaja 35. En herinnert u zich hoe onze dierbare Nazareense broeders dat lied zongen: "De Hoofdweg van heiligheid. De Hoofdweg van heiligheid." Als u uw Bijbel goed leest, staat er niet "de hoofdweg van heiligheid". Er staat: "Er zal een hoofdweg en een weg zijn en het zal genoemd worden, (niet de hoofdweg van heiligheid, maar) de weg van heiligheid." "En" is een voegwoord dat gebruikt wordt als uw zin geëindigd is. Ziet u? "Er zal een hoofdweg en een weg zijn en het zal genoemd worden de weg van heiligheid", niet een hoofdweg van heiligheid.

103 Ziet u, een weg is gebouwd, een weg... Een goede weg wordt aangelegd met het hoogste gedeelte in het midden, omdat het al het vuil naar beide kanten er af laat spoelen. Dat is het. Wanneer een mens echt tot Christus komt, heeft hij zijn ogen op Christus gevestigd. Als hij een beetje emotioneel is zal hij een fanatiekeling worden. Als hij een beetje koud is, helt hij naar die andere kant en wordt een kille komkommer, naar die kant; begrijpt u, met zijn intellect. Maar het belangrijkste ligt in het midden van de weg: genoeg Geest in u om u warm en in beweging te houden. Amen! U weet genoeg om uzelf onder gehoorzaamheid aan de Heilige Geest te houden, om te bewegen zoals de Geest beweegt; niet daarvoor en niet daarna, maar net zoals de Geest beweegt.

104 De Katholieke kerk zei: "De openbaring was Petrus."

105 De Protestantse kerk zei: "Het was Christus."

106 Maar de Bijbel leert: "Het was de openbaring die Hij gaf, die God hem gaf, van Christus."

107 "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."

108 "Gezegend zijt gij Simon, zoon van Jonas, vlees en bloed heeft dit niet aan u geopenbaard", geen mens, seminarie, of een klooster, of iets, leerde het u. "Maar Mijn Vader die in de hemel is, heeft het aan u geopenbaard, en gij zijt Petrus. Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen."

109 Nu komen we hier bij een ander punt waarover men twee verschillende gedachten heeft. Nu mag ik misschien verkeerd zijn. Als dat zo is, moge God mij vergeven. Maar ik ben het oneens met de zevende Dag Adventisten die zeggen: "Het was de zevende dag waarin hij was, de dag des Heren." De zevende Dag Adventisten broeders, en velen van hen, beweren dat het de sabbatdag was die hij de dag des Heren noemde. De Christelijke kerk noemt de dag des Heren, de zondag, de eerste dag. En wij merken heel wat keren op dat de Christelijke kerk van vandaag, de Protestanten verwijzen naar de dag des Heren, als de zondag. Dat is niet schriftuurlijk. De zondag was in de Bijbel de eerste dag van de week, niet de dag des Heren. Evenmin was het de zevende dag, de sabbat. Het zou onmogelijk een van die twee dagen kunnen zijn omdat Johannes er twee jaar over deed om de Openbaring te schrijven. Als dat zo was (één van die twee dagen) zouden er vele van die zevende en eerste dagen voorbij zijn gegaan.

110 De Bijbel, de Openbaring werd geschreven van 95 tot 96 na Christus, twee jaren. Het was de dag des Heren. De dag des Heren is precies wat het zei en dat is het. Johannes werd in de Geest opgetrokken naar de dag des Heren. Dit is de dag der mensen, maar de dag van de Here zal komen. Verder in de Schrift zullen we zien dat hij in de dag des Heren was, opgenomen in de Geest en overgebracht in de dag des Heren. Amen! Dit is juist. Ziet u? Hij was in de dag des Heren. De Bijbel spreekt over de dag des Heren. We zullen dadelijk de vele Schriftplaatsen doornemen.

111 Allereerst de sabbatdag; zoals wij al zeiden is de sabbatdag niet het houden van een bepaalde dag. Wij hebben geen opdracht om de zaterdag als sabbat te houden. Wij hebben geen opdracht in het Nieuwe Testament om de eerste dag als sabbat te houden. De Bijbel zei in Hebreeën, het vierde hoofdstuk: "Als Jezus hun rust zou hebben gegeven, zou Hij niet daarna over een andere dag hebben gesproken." Dat is juist. Maar er blijft een rust over, of een sabbat-houden, voor het volk van God. Maar wij die geloofd hebben dat wij in Zijn rust zijn binnen gegaan, staakten onze werken zoals Johannes ophield met de zijne.

112 Let op! O! Prijs de Heer. Ik ga me zo goed voelen, dat ik op mezelf vooruit loop.

113 Merk op, in de sabbatdag. God schiep de aarde in zes dagen en de zevende dag ging Hij een rust binnen en keerde nooit meer terug om nog méér werelden te vormen. Toen gaf Hij het aan de mensen als een gedenkteken. Daar u het niet zou kunnen houden, want wanneer u hier de sabbat houdt is het aan de andere kant van de wereld weer zondag. Begrijpt u? Dat toont dat het voor een volk is, gedurende een tijdspanne, voor Israël. Maar dan blijft er een sabbat-houden over voor het volk van God.

     Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust,... hoewel Zijn werken... (Ik haal Hebreeën aan, het vierde hoofdstuk.) ... hoewel Zijn werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren.

     Want Hij heeft ergens van de zevende dag aldus gesproken:...

     Zo bepaalt Hij weer een zekere dag,... door David zeggende,... (U die het noteert, Hebreeën 4.) Zo bepaalt Hij weer een zekere dag, namelijk heden, door David zeggende, zo lange tijd daarna (gelijk gezegd is): Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet.

     Want indien Jezus [Nederlandse vertaling: Jozua – Vert] hen in de rust... (dag) gebracht heeft, zo had Hij daarna niet gesproken van een andere dag.

     Er blijft dan een rust... (of een sabbat-houden) over...

114 Het woord "rust". Sabbat is voor ons een vreemd woord, dat "rust" betekent. Het is een Hebreeuws woord dat een rust-dag betekent, een sabbat-dag; niet werken, rusten.

     Want indien Jezus [Jozua] hen in de rust gebracht heeft, zo had Hij daarna niet gesproken van een andere dag.

     Er blijft dan een rust over... (of een sabbat-houden) voor het volk van God.

     Want die ingegaan is in zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne.

115 Wij keren er nooit op de volgende dag van de week naar terug om overnieuw te beginnen, wij zijn een rust binnen gegaan. Jezus sprak over de zaligsprekingen, Hij zei: "U hebt de ouden horen zeggen: 'Gij zult niet doden.' Ik zeg u: wie zonder reden vertoornd is op zijn broeder, heeft reeds gedood. U hebt de ouden horen zeggen: 'Gij zult geen overspel plegen.' Dat is het gebod. Maar Ik zeg u, wie een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar gepleegd in zijn hart." Is dat juist?

116 Dus al deze zaken waren ter gedachtenis, enkel tekenen, wonderen, wachtend tot de werkelijke tijd zou komen. Toen Jezus Mattheüs 11 beëindigde (de zaligsprekingen), zei Hij: "Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht; en leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig..." (Is dat juist?) "Komt tot Mij, allen die werken en... belast zijn en Ik zal u rust geven voor uw zielen. Of u één dag, tien dagen, vijf jaar, vijfendertig jaar, vijftig jaar, negentig jaar gewerkt hebt en u bent vermoeid en belast, komt tot Mij, Ik zal u Rust geven. Ik neem heel die zondenlast van u af, en kom bij u binnen en geef u volkomen rust en tevredenheid."

117 Wat is nu die rust? Laten we dit een klein beetje vaststellen en zien wat het is. Heel wat van hen zeiden: "O, je wordt lid van een kerk." Nee! "Je zet je naam in het boek." Nee! "O, een bepaalde waterdoop." Nee! Laten we het vaststellen en zien wat het is. Zou u dat willen terwijl wij hier wachten? We gaan zien waar Johannes heen ging. Naar wat voor soort dag ging hij?

118 Toen Jezus op aarde stierf en Zijn werk was beëindigd, trad Hij ergens binnen.

119 Laten we terug gaan naar Jesaja, het achtentwintigste hoofdstuk, vers 8. Ik geloof dat het Jesaja 28:8 is. En laten we Jesaja 28 lezen; Jesaja 28, de profeet sprak er zevenhonderd en twaalf jaar tevoren van voordat het geschiedde. Hoevelen willen weten wat de echte sabbat is, de ware rust? Hier is het. Welnu, hier sprak de profeet ervan en ik zal u tonen waar het plaats vond. Let op, Jesaja 28:8:

     Want alle... (De profeet profeteert over deze dagen.) Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek,... (Mensen nemen het avondmaal, terwijl ze roken en drinken, liegen en stelen.) zodat er geen plaats schoon is.

     Wie zou Hij dan de kennis leren...? Wie zou u vandaag kennis kunnen leren?

120 Hoevelen hebben vandaag Billy Graham gehoord? Het was een wonderbare preek die hij predikte, hoe dat mensen een leugen konden geloven en gewoon in die leugen konden voortgaan en zich zelfs konden rechtvaardigen en denken dat zij deden wat goed was. "Ze nemen het Amerikaanse publiek", zei hij, "en zeggen: 'Het filter van een wijs man en de sigaret van een man die rookt'", een van de leugens van de duivel nemend, in plaats van hem een dwaas te laten zijn, of wat hij ook is als hij zoiets in zijn longen haalt, en te proberen hem een wijs man te maken. Hij is een dwaas om het zelfs te roken, daar het vol zit met dood en kanker en van alles, toch inhaleert hij het in zijn longen. Hij is een dwaas! Geen filter van een wijs man, zoiets bestaat niet. Een wijs man gebruikt die rommel niet.

121 "Er bestaat geen leven tenzij het zit in Oertel's 92", of iets dergelijks. Er bestaat geen leven buiten Christus, dat is het echte ware leven. Hoe komt het dat mannen en vrouwen die rommel drinken? Omdat zij proberen die dorst van binnen te lessen, die God er in heeft gelegd om te dorsten naar Hem en zij proberen het tevreden te stellen met de dingen van de wereld. Daarom hebben wij deze dingen. Daarom gedragen de mensen zich zo, omdat zij die dorst, die in hen is naar God, proberen te lessen en de duivel geeft hun dood in plaats van leven.

122 "Alle tafels zijn vol uitspuwsel." De predikant, enzovoort, spreken erover: "Het is in orde om netjes een beetje plezier te hebben." Zoiets bestaat niet!

     Wie zou Hij dan de kennis leren, en wie zou Hij het gehoorde te verstaan geven? De gespeenden van de melk, de afgetrokkenen van de borsten? (Wij zijn nu geen baby's meer.)

     Want het is gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig.

     Daarom zal Hij door belachelijke lippen, en door een andere tong tot dit volk spreken;

     Tot wie Hij gezegd heeft: Dit is de... (Wat? Het houden van de sabbat?) ... de rust, geeft de moede rust,... ("Komt tot Mij gij allen die vermoeid en belast zijt.") en dit is de verkwikking; doch zij hebben niet willen horen.

123 Wanneer gebeurde dit? Zevenhonderd en twaalf jaar later toen op de Pinksterdag de mensen met stamelende lippen bevangen waren en zij allen vervuld werden met de Heilige Geest en in andere tongen begonnen te spreken. De Heilige Geest nam hun levens over en zij stopten met hun wereldse dingen. Toen gingen ze met Christus de rust binnen. Paulus zei in Hebreeën, het vierde hoofdstuk: "Wij die in Zijn rust zijn binnen gegaan zijn opgehouden met alle wereldse werken, zoals God deed op de dag van Zijn schepping, Hij ging Zijn rust binnen en wij gaan met Hem binnen, daar onze wereldse werken voorbij zijn." Dat is uw echte, ware sabbat.

124 Dus Paulus [Johannes – Vert] werd opgenomen en kwam in die Geest van de sabbat, en werd door de Heilige Geest helemaal overgebracht in de dag des Heren.

125 Waarom hebben we oorlogen gekregen? Waarom hebben we moeite gekregen? Waarom is het ene volk tegen het andere gekeerd? Jezus kwam, de Vorst des Levens en zij doodden Hem.

126 Over een paar weken, of zelfs nu al, worden er hier rendieren en kerstmannetjes en jingle bells en allerlei dingen opgehangen, wat een heidense ceremonie is. Het is een leer van de Katholieke kerk. Mensen betalen hoge prijzen en geven elkaar cadeaus, en dergelijke; heidendom! Kerstmis is een dag van aanbidding.

127 En tussen twee haakjes, Christus werd ook niet op 25 december geboren. Onmogelijk! Als u ooit in Judéa bent geweest, de heuvels liggen dan vol met sneeuw, nog erger dan hier. Hij werd geboren in april, wanneer heel de natuur uitspruit.

128 Maar het is een traditie. En waarom doen wij deze dingen? Omdat wij de tradities van de mens volgen in plaats van de geboden van God. Zoiets is niet ter zake. Ze maken er gewoon een commerciële dag van. Het is een schande, een schandaal dat men zulke dingen doet. Een heidense ceremonie! Sinds wanneer heeft de kerstman iets met Jezus te maken gehad? Sinds wanneer heeft de paashaas of kuiken of eieren verven met een of andere inkt of zoiets, of heeft een wit konijntje iets te maken met de opstanding van Jezus Christus? Ziet u niet hoe de commerciële wereld...

129 Daarom verkopen zij die ouwe "rock and roll" boeken en smerige foto's en vulgaire dingen, omdat de natuur van de mens hunkert naar zulke onzin. Omdat er iets in het hart verkeerd is; zij zijn nooit in die rust met God binnen gegaan en met deze dingen opgehouden. Wanneer zij dáár in komen en de Heilige Geest ontvangen, dan zijn ze met de wereld en de dingen van de wereld gestopt.

130 God zette hem over. O, ik geloof niet dat hij zoals Paulus werd opgenomen in de derde hemel en dingen zag. In orde, de dierbare Heilige Geest deed het een paar weken geleden, hier, liet me zien... Met andere woorden, ik was bevreesd voor de dood en de Heilige Geest nam mij mee en toonde me wat het was. U hebt het getuigenis gehoord! Toen ik dan terugkwam: "Dan, dood, waar is uw prikkel?" Overgezet om te zien wat er achter het gordijn was... Hij liet me terugkomen om u te vertellen dat wij daarginds geen spoken en geesten zijn. Wij zijn mannen en vrouwen, jong, sterven nooit, worden nooit ziek, vlak achter de sluier. De dood kan u niets meer doen dan u meteen in die plaats trekken.

131 Welnu, Johannes werd in de Geest van het eiland Patmos naar de dag des Heren overgezet. Dit is de dag des mensen, mensen vechten, maar de dag des Heren zal komen wanneer deze koninkrijken de koninkrijken van onze Heer en van Zijn Christus zullen worden. Dan zal het grote duizendjarig rijk er zijn, de dag des Heren, de dag van Zijn komst, Zijn oordeel. Dat zal de dag des Heren zijn.

132 Dit is de dag des mensen, daarom valt men u aan en doen ze met u wat ze maar willen, maar er zal een tijd aanbreken... Zij noemen u nu "heilige roller" en "fanaticus", maar er zal een tijd komen dat ze dit niet doen. Zij zullen schreeuwen en weeklagen en aan uw voeten neervallen. De Bijbel heeft in Maleachi 4 gezegd: nadat zij verbrand zijn zult u over de as heen wandelen; laat hun wortel noch tak over. Precies wat de Bijbel zegt: "De rechtvaardigen zullen treden op de as van de goddelozen." Zo is het precies. Hun zal wortel noch tak overgelaten worden, niets om naar terug te keren. Het zal met hen gedaan zijn.

     Welnu, dit is een dag des mensen, menselijke bezigheden, menselijke werken, menselijke kerken, menselijke gedachten, maar de dag des Heren is aanstaande.

133 Hij was in de Geest op de dag des Heren. Goed, en het eerste wat hij hoorde toen hij in de Geest was op de dag des Heren... We zijn nu bij het tiende vers:

     ... in de Geest op de dag des Heeren; en hij hoorde... een... stem, als... een bazuin,

134 Laten we nu geen enkele parabel overslaan. Als we het morgen moeten nemen, dan kunnen we dat doen, ziet u. Laat iemand de klok in de gaten houden, zodat het niet te laat voor me wordt.

135 Goed dan. "In de Geest op de dag des Heren." Vergeet niet dat het eerste wat u moet doen is wat? In de Geest gaan. Hoe zullen deze openbaringen ooit tot u komen? Ga in de Geest. Hoe zult u ooit de Heilige Geest ontvangen? Raak in de Geest. Kom in de Geest!

136 Toen u nog een zondaar was en u ging naar een dansfeest, kwam u in die geest. O, u begon in uw handen te klappen en ritmisch met uw voeten te tikken, heen en weer te wiegen, wierp uw hoed op de grond en tolde rond, gedroeg u dwaas. U was in de geest ervan. Zou u zich een kerel kunnen voorstellen die een dansliefhebber was, die naar een dansfeest ging en zei: "Wel, jullie hebben een tamelijk goeie tijd, veronderstel ik."

137 "O!" zouden ze zeggen, "jij muurbloem, maak dat je weg komt!" Ziet u?

138 Ga naar een balspel en iemand slaat een home-run, of zoiets, en u zit daar te kijken en zegt: "Wel, ik denk dat dit aardig goed was." Nee, u zou geen honkbalfanaat zijn, u zou geen echte... u zou niet in de geest van honkbal zijn. Wanneer iemand een home-run slaat, springt u op en schreeuwt keihard: "Joepie! Tjonge! Win!" U slaat iemands hoed van zijn hoofd af en zo, niemand zegt er iets van.

139 Wanneer u dan in de kerk in de Geest raakt, opstaat en roept: "Glorie! Halleluja! Prijs de Heer!" Dan zegt iemand bij u: "Heilige roller." (O, broeder Wood...)

140 Ik zal u een vraag stellen. Als wij heilige rollers zijn omdat wij zo doen, dan zijn zij daarbuiten ónheilige rollers. Ik ben liever een heilige roller (u ook?) dan een onheilige. My! Absoluut! De onheilige rollers...

141 Nu, hij was in de Geest. Hij kwam in de Geest, toen begonnen er dingen te gebeuren. En toen hij daarin geraakte hoorde hij een bazuin. Een bazuin kondigt altijd het naderen van iets aan. Zoals wanneer een koning nadert zal Hij een bazuin laten schallen. Als Jezus nadert, doet Hij een bazuin klinken. Is dat juist? Als Jozef er aan kwam liet men een bazuin schallen. En nu treedt er iets naar voren; Johannes kwam in de Geest en hij hoorde een bazuin... Hij hoorde een bazuin en hij keerde zich om om te kijken wat achter hem was toen hij de bazuin hoorde; nadat hij in de Geest geraakte.

142 Misschien danste, sprong en rende hij het hele eiland rond. Hij had een fijne tijd, hij was in de Geest. Dus, en hij... Dat mag heiligschennend klinken, maar zo bedoel ik het niet, ziet u. Dat had zo gekund! Ja, hij zou dat gedaan kunnen hebben. Ik geloof dat hij een fijne tijd in de Geest had, gewoon God prijzend, omdat dit precies zo gebeurde toen de Geest op hen viel op die eerste keer. Toen de Heilige Geest op hen viel, waggelden zij als dronken mannen en vrouwen en gedroegen zij zich of zij dronken waren, en brabbelden en gingen tekeer, totdat de mensen zeiden: "Deze mensen zitten vol met nieuwe wijn." Zo gedroegen zij zich de eerste keer. Toen de Geest opnieuw kwam gedroeg hij zich waarschijnlijk op dezelfde manier. Begrijpt u? Hier omtrent is er niets nieuw, dit is een ouderwetse godsdienst. Jazeker.

143 "In de Geest op de dag des Heren." Nu, wij horen het. Nu wat? Wat deed hij? Hij werd nu van het eiland verplaatst, in de Geest, naar de dag des Heren. En zodra hij verplaatst was in de dag des Heren hoorde hij een bazuin. Wat is het? Iemand nadert. Een voornaam Iemand nadert. De bazuin schalt, Iemand komt eraan! Hij keek! Halleluja!

     ... bazuin,

     Zeggende Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste;... (Geen aankondiging van de tweede deelnemer of de derde deelnemer, maar de enige Deelnemer.) Ik ben zowel de Alfa als de Omega,... Voordat Ik je iets laat zien wil Ik je laten weten wie Ik ben! Amen.

144 De voornaamste van al de openbaringen is die van de Godheid, de verheven Godheid van onze Here Jezus Christus. U kunt niet bij het eerste honk komen, tenzij u dat gelooft en vandaar verder gaat. Dat is wat Petrus zei: "Bekeert u en zie dan de Godheid. Wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden en dan bent u gereed om in de Geest te gaan." Het eerste wat u moet kennen is de Godheid van Jezus Christus. "Ik ben de Alfa en de Omega! Ik ben van A tot Z, er is niet meer dan Ik. Ik was in het begin, Ik zal aan het eind zijn. Ik ben Die was, Die is en komen zal, de Almachtige." Denk eens in! Dat zei de bazuin.

145 Wees voorzichtig, Johannes! Je bent binnen gegaan in de Geest. Iets staat op het punt aan je geopenbaard te worden. Wat is het? Een bazuingeschal, het eerste: "Ik ben de Alfa en de Omega." De eerste van alle openbaringen. (O, zondaar, buig je, bekeer je nu, vóórdat de tijd te laat is.) "Ik ben de Alfa en de Omega." Dit is het allereerste, dat Hij hem laat weten wie Hij was. Wie is deze die nadert? Is dit Koning Jezus? Koning God? Koning Heilige Geest? Hij zei: "Ik ben het allemaal! Ik ben van A tot Z. Ik ben het begin en het einde. Ik ben de onsterfelijke Eeuwige!"

146 Wat later slaan wij Hem gade in Zijn zevenvoudige persoonlijkheid, let op wat Hij dàn is. "Ik ben het begin en het einde. Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste. Ik was voordat er een eerste was; en nadat er geen laatste meer is, zal Ik er nog steeds zijn." Met andere woorden: "De eerste en de laatste!"

     ... en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven gemeenten, die in Azië zijn; namelijk naar Efeze,... Smyrna,... Pergamus,... Thyatire,... Sardis,... Filadelfia, en naar Laodicéa.

147 Goed, het eerste van alle openbaringen is de opperste Godheid van Jezus Christus. U moet weten wie Hij is wanneer u de stem hoort. In orde, dezelfde stem die klonk op de berg Sinaï, dezelfde stem die klonk op de berg der Verheerlijking, dezelfde... Eén gelijk de Zoon des mensen.

148 Let nu op in dit volgende vers. Goed:

     En ik keerde mij om... (Het twaalfde vers.)

149 We laten die gemeenten voor een ogenblik met rust, want deze hele komende week gaat het over deze gemeenten. Dus laten we ze nu even liggen, begrijpt u.

150 Maar Hij zei: "Ik ga u instrueren deze boodschap te zenden die Ik u laat zien." Wie is het? "Ik ben de Eerste en de Laatste. Ik ben de Verhevene. Ik ben de Almachtige. Ik ben gekomen om u te vertellen dat Ik u een boodschap ga geven aan de zeven gemeenten. Ik wil dat u deze opschrijft, het gereed maakt." Ziet u? "Aan de zeven gemeenten die in Azië zijn." Het waren daar toen gemeenten met het karakter in zich, die deze komende gemeente-tijdperken vertegenwoordigen.

151

     En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren;

152 "Zeven gouden kandelaren." Nu is het de... De King James vertaling die u waarschijnlijk hebt, of het nu een Scofield of misschien een Thompson Chain, of een andere is; het staat daar niet goed. Er staat niet kandelaren, er staat lamphouders; lamp-standaards, geloof ik, is het juiste, correcte woord, gezegd in de oorspronkelijke vertaling. Ziet u, met andere woorden, deze zeven gouden kandelaren waren zeven gemeenten. Hij zegt een beetje verder, hier in het twintigste vers: "De zeven kandelaren die u zag zijn de zeven gemeenten." Dus, ziet u, als het een kaars was, zou het weldra verbruikt en opgebrand zijn, na een klein poosje. Maar het zijn geen kaarsen, het is een lamp-standaard. Het beduidt een lamp-standaard. "Mij omkerend zag ik Eén gelijk de Zoon des mensen temidden daarvan staan... in het midden van zeven lamphouders."

153 Nu kijk. De kaars zou weldra opbranden en uitgaan, er zou niets meer van over zijn; in een paar uur zou hij afgebrand zijn. Maar een lamphouder, een lamphouder ziet eruit als...

154 Hier, laten we hier een Schriftgedeelte nemen, laten we Zacharia 4:1 opslaan, dan kunnen we uit Zacharia zien wat we willen. Zacharia 4:1, en ik geloof dat we hiermee dan wellicht in staat zijn te verklaren wat we willen. Ik kan Zacharia niet in Zefanja vinden, is het wel? Goed! In orde. Mijn oude Bijbel is ongeveer versleten. Zacharia 4:1, luister nu goed, u krijgt hier een prachtig beeld:

     En de engel...

155 De profeet nu, vijfhonderdnegentien jaar voor Christus:

     En de Engel, Die met mij sprak, kwam weer, en Hij wekte mij op, gelijk een man die van zijn slaap opgewekt wordt, (De profeet is nu in een visioen.)

     En Hij zei tot mij: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie, en ziet, een geheel gouden kandelaar,... (Nu, dit is hetzelfde woord dat met lamphouder vertaald wordt.) en een oliekruikje boven zijn hoofd,... (Dat was de lamp.) en zijn zeven lampen daarop; die lampen hadden zeven en zeven pijpen, die boven zijn hoofd waren; (Ziet u, dezelfde gemeente-tijdperken die eraan komen. Ziet u?)

     En twee olijfbomen daarnaast,... (Nu, wat voor soort... Wat brandden zij in de Bijbelse tijd in die lampen? Weet iemand het? Olie. Welk soort olie? Olijfolie. Twee olijfbomen; wat houdt het in? Het Nieuwe en Oude Testament; twee stonden erbij.) een ter rechterzijde van het oliekruikje, en een aan zijn linkerzijde.

     En ik antwoordde, en zeide tot de Engel, Die met mij sprak, zeggende: Mijn Heere! wat zijn deze dingen?

     Toen antwoordde de Engel, Die met mij sprak, en zeide tot mij: Weet gij niet, wat deze dingen zijn? En ik zeide: Neen, mijn Heere!

     Toen antwoordde Hij, en sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des HEEREN tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heerscharen. (Hij zal Jeruzalem herstellen.)

156 Wat is de kandelaar? Het is een lamphouder. En merk hier op hoe prachtig. Toen hij zich omkeerde zag hij Degene gelijk de Zoon des mensen hier in het midden van de zeven gouden lamphouders, welke de zeven komende gemeente-tijdperken aanduiden. En elke pijp, of lamphouder, is verbonden met het centrale grote olie reservoir. En deze olie komt omhoog naar een apart gevormd "lampje" waarin een lont is bevestigd die in de olie hangt. En zolang zij olie boven in de oliehouder goten, wat de grote hoofdpijp en de grote zijarmen vulde terwijl het verder in de pijpen stroomt, bleef de lamp met de lont in dit pijpje dag en nacht branden. Je hoefde hem nooit aan te steken, hij ging nooit uit, men bleef gewoon olie gieten in de centrale pijp. En deze lamphouders staken op deze manier omhoog en de lampen zaten boven aan de uiteinden daarvan. Het lontje van de lamp liep naar beneden, hier naartoe, kreeg zijn leven hieruit. O, wat een verschil met een kaars. Hoe anders! Het is een lamphouder die olie aanzuigt.

157 Deze lamphouders; het vuur dat op deze kandelaren brandde in het Oude Testament... Wanneer men één lamp aanstak konden zij met hetzelfde vuur dat zij in hun hand hielden níet de volgende lamp aansteken. Zij staken één lamp aan, namen die op en staken de volgende lamp aan; zetten hem dan neer en staken deze lamp aan; en namen die dan en staken deze lamp aan met hetzelfde vuur waarmee zij bij het begin waren begonnen. O, ik hoop dat het niet over uw hoofd heengaat. "Jezus Christus, gisteren, heden en voor immer dezelfde", hetzelfde vuur (Heilige Geest) stak elk van die gemeenten aan gedurende de tijdperken.

158 Zei Jezus niet in Johannes 15: "Ik ben de Wijnstok, gij zijt de ranken"? Welnu, Hij is de hoofd Wijnstok, wij zijn de ranken. De wijnstok draagt geen vrucht...

159 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... u kunt een citrusboom nemen, bijvoorbeeld een sinaasappel en u kunt een tak van een, laten we zeggen van een grapefruitboom nemen, en kerf dan een kleine inkeping in de sinaasappelboom en ent die grapefruit erin; het zal groeien. Of neem een granaatappel en neem die, of enig citrusfruit, een kleine mandarijn of een grote mandarijn, welke van die citrusvruchten ook, ent ze in deze boom en ze zullen gedijen van het leven van die sinaasappelboom; maar ze zullen geen sinaasappels dragen. Het zal grapefruits dragen, het zal grote mandarijnen dragen, het zal een citroen dragen, maar ze groeien van het leven van de echte stam, doch als die stam ooit nog een andere rank... een andere tak voortbrengt, zal het van het zelfde leven zijn dat er binnen in zit, zal het een sinaasappel voortbrengen. Omdat bij het begin in de wortel het leven van de sinaasappelboom zit, maar de anderen takken kunnen ervan leven zolang ze de natuur van citrus hebben. Maar ze kunnen niet de vrucht van de oorspronkelijke boom voortbrengen, omdat ze niet van de oorspronkelijke komen.

160 Zo is het met de gemeente. Zij hebben de Wijnstok gesplitst en de Presbyteriaan, Methodist, Baptist, enzovoort, erin geënt. Ze draagt Baptisten vrucht, Presbyteriaanse vrucht, Methodisten vrucht; maar als die boom ooit nog zelf een rank voortbrengt zal het dezelfde soort wijnstok zijn als degene die werd voortgebracht op de Pinksterdag; de oorspronkelijke wijnstok! Het zal in tongen spreken en kracht en tekenen hebben van de opgestane Christus in zich. Waarom? Omdat het gedijt van de natuurlijke bron waarin het geplant is. Feitelijk is het er niet in geplant, het is er in geboren! Glorie! O my! Ik dacht daar niet direct aan.

161 Ziet u, die anderen zijn er in geënt; zij hebben die in de boom geënt, dus dragen zij hun eigen soort vrucht. Zij kunnen dit niet nemen. Zij geloven daar niet in, omdat zij er nooit iets van geweten hebben. Maar als zij in datzelfde leven, dat uit die boom voortkomt, geboren zijn, is het enige wat zij voort kunnen brengen het leven van de oorspronkelijke stam.

162 Deze lamphouders lopen allemaal uit in een groot bekken, een enorm grote houder en negen verschillende... of zeven verschillende lamphouders komen daar uit. En als dit gebeurde, putte elk van die lichten zijn leven uit de hoofdbron. En haar licht scheen, daar zij haar lont ondergedompeld had in dit hoofdreservoir. O, wat een prachtig beeld van een van deze zeven sterren die dit vertegenwoordigen, met zijn leven hier in vuur van de Heilige Geest. En hij... Door geloof brandt hij met de Heilige Geest en zijn leven is een kaars... of geen kaars, maar een lont die in de Heilige Geest (in Christus) gedompeld is, en door deze lont trekt hij het leven van God naar boven om licht aan zijn gemeente te schenken. O, wat een toonbeeld van de echte gelovige! Welk soort licht geeft hij? Hetzelfde soort licht dat scheen toen de eerste kandelaar werd aangestoken.

163 Toen het eerste gemeente-tijdperk begon, was dit Efeze. Paulus, de engel van die gemeente, één van de sterren... Er zijn zeven sterren, wat zeven engelen betekent, zeven boodschappers. Ik kan deze week de Schrift en de geschiedenis nemen en u bewijzen dat elk van deze waar is in elke engel, en elke engel had hetzelfde licht. Dat is zo. Dan precies tussen deze tijdperken door komt deze Grote.

164 Let op, nu, ze halen het licht uit het hoofdreservoir met olie. Het licht, het leven is gedompeld in Christus. U bent gestorven en uw leven is in Christus verborgen door... of verborgen in God door Christus en verzegeld door de Heilige Geest. Het is onmogelijk u daar ooit vandaan te krijgen. Hoe zou u kunnen? Niemand kan u beroeren. Het uiteinde van uw leven brandt met de Heilige Geest; een gloed die licht geeft. Waar is het andere einde van uw leven in gedompeld? In Christus. U bent dood en verborgen in Christus. De Heilige Geest blokkeert het daar, zodat de duivel u niet kan deren. Amen! Hij kan snuiven en een lawaai maken. Zelfs de dood kan u niet deren. "O, dood, waar is uw prikkel? Waar is uw overwinning? God zij gedankt, Die ons de overwinning schenkt door onze Here Jezus Christus."

165 Laten we het einde van dit vers lezen:

     ... en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren;

     En in het midden van de zeven gouden kandelaren Eén, de Zoon des mensen gelijk...

166 My! Hebt u het opgemerkt? Sterren, kandelaren, lampen. Wat betekent het? Wat betekent dit? Dat de dispensatie waar in wij leven nachttijd is, kandelaren en lichten en sterren duiden op de nacht. En wat doet een ster? Het weerkaatst het licht van de zon tot de zon terugkeert. Gezegend zij de Naam van de Here! En een ware dienstknecht van God weerkaatst geen flikkerlicht, een lucifer, wat brandend kaf; hij weerkaatst de gouden lichtstralen van Christus op de gemeente, dat "Hij dezelfde is en Hij leeft en Hij schijnt op mij." Amen! Dat is het licht dat hij weerkaatst. De ster weerkaatst het licht van de zon, ziet u, zo weerkaatsen wij het licht van de Zoon van God. We doen hetzelfde als wat Hij deed, licht geven. Welk soort licht? Evangelie-licht aan hen die...

167 Laten we Hem nog verder gadeslaan, terwijl we de rest van dit dertiende vers nemen:

     En in het midden... (dat is te midden) van de... gouden kandelaren Eén, de Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel.

168 Hier is nog meer bewijs dat deze lering omtrent de dag des Heren goed is. Hebt u Hem opgemerkt? Gedurende deze tijd was Hij geen priester, evenmin was Hij koning, Hij was Rechter. Merk op, een priester, een hogepriester, wanneer hij het heiligdom binnen ging of binnenging om de dienst te verrichten, om te dienen, omgordde hij zich om z'n middel. Zijn gordel om zijn middel vastgebonden betekende dat hij in dienst was; hij bond het nooit over zijn schouder. Maar hier verschijnt Hij en treedt naar voren met Zijn gordel bovenaan vastgebonden als een sjerp over Zijn schouder; omgord aan de borsten, de borst, met een gouden gordel, bovenaan omgord. Wat is het? Een advocaat, een rechter. De rechter met zijn sjerp over zijn schouder, bovenaan omgord, niet beneden als een priester. Ziet u, het toont hier dat Hij niet in Zijn priesterschap was. Johannes werd helemaal verplaatst tot in de dag des Heren en zag Hem komen als de Rechter.

169 Gelooft u dat Hij een Rechter was? Laten we snel Johannes 5:22 lezen, dan zullen we zien of Hij een Rechter is of niet. Johannes 5:22:

     Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel de Zoon gegeven;

170 Klopt dat? Hij is de Rechter, de opperste Rechter. En Johannes laat zien dat Hij niet in de dag van Zijn profeteren was, als profeet, evenmin was Hij al in de dagen van Zijn koningschap, maar hij was in de dag des Heren als Rechter. Hoevelen weten dat de priester die zijn gordel, zijn koord, om zijn middel draagt, dat het betekende dat hij in dienst was? Iedereen die het Testament leest, die het Oude Testament kent, weet dat. Wanneer een priester hier omgord is, is hij in dienst, is hij een dienaar. Maar Hij was daar bóven omgord, een Rechter.

171 Laten we iets verder lezen:

     ... omgord aan de borsten met een gouden gordel;

172 Dat is juist, bovenaan, ongeveer hier. Hij was de Rechter.

173 Nu gaan wij over de zevenvoudige heerlijkheid van Zijn persoon lezen. O my! Dit laat me juichen nog voor ik er aan toe kom. Merk dit op! O, dit is zo prachtig. Luister maar:

     En Zijn hoofd...

174 Let nu op, Hij heeft zeven dingen die hij hier noemt: Zijn hoofd, Zijn haar, Zijn ogen, Zijn voeten, Zijn stem,... zeven dingen noemde hij hier, de zevenvoudige heerlijkheid van Jezus Christus. Laat me het lezen:

     En Zijn hoofd en Zijn haar was wit, zoals witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuur;

     En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren.

     En in... En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.

175 Wat een visioen! Wat zag hij hier? De verheerlijkte Zoon van God, en een symbool. Laten we nu gereed zijn.

176 O my, ik dacht dat het negen uur was, het is nog maar acht. Ik ben nog niet eens begonnen. In orde. Dat is goed. Nu, sorry voor die broeders die staan. Ik... Het maakt me nerveus hen te zien staan, begrijpt u, omdat ik weet dat hun benen zeer doen. Als ik maar een manier had, broeders, of iets wat ik zou kunnen doen, ik zou het zeker doen. Nu, ik wil zo graag dat u dit begrijpt. Sta nog een poosje en God belone u rijkelijk, is mijn gebed.

177 Welnu, merk op. Het eerste wat we opmerken is dat Zijn hoofd en haar wit gelijk wol was. Zijn hoofd en Zijn haar was wit gelijk wol. Nu, het betekent niet dat dit kwam doordat Hij bejaard was. Dat was de reden niet. Het was niet omdat Hij bejaard was. Het was vanwege Zijn ervaring en bekwaamheid en Zijn wijsheid. Omdat Hij eeuwig is en eeuwigheid kent geen leeftijd. Begrijpt u?

178 Laten we eerst opzoeken, en we zullen – we gaan Hem hier op deze wijze uitbeelden en bezien wat Hij is. Laten we Daniël 7:9 even opzoeken, u ziet dan hetzelfde beeld in Daniël, waar hij komt als... hier als de Oude van dagen. En bijna iedereen, elke Bijbelgeleerde, weet precies waar we nu op aansturen. Daniël 7, het negende vers; ik begin bij het achtste:

     Ik nam acht op de hoornen, en ziet, een andere kleine hoorn kwam daartussen op, en drie uit de vorige hoornen werden daarvoor uitgerukt; en ziet, in die hoorn waren ogen als mensenogen, en een mond, grote dingen sprekende.

     Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden,...

179 Luister. Luister nu aandachtig. Kunt u mij achterin goed horen? Zeg "Amen", als u het kunt. Ik vroeg het mijn vrouw daar. Ik denk dat deze microfoon hier... deze doet het beter, is het niet? Ik schreeuw, denk ik, te hard in deze.

180 In orde, nu Daniël 7:9:

     Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar van Zijn hoofd was als zuivere wol;... (Oude van dagen.) Zijn troon was vuurvonken, en de raderen daarvan een brandend vuur.

     Een vurige rivier vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden dienden Hem, en tien duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het gericht zette zich, en de boeken werden geopend.

181 "Wit haar!" Alle... iedereen weet dat de oude rechters uit vroegere dagen, zoals Engelse rechters, vroeger een sneeuwwitte pruik droegen. Hoevelen herinneren zich dat? Rechters uit vroegere tijden droegen een witte pruik, omdat zij... En hier is Hij om weer te tonen dat Johannes was overgestapt in de dag des Heren; hij zag Hem als de Rechter. Amen! Niet als priester, niet als koning, niet als profeet, maar als rechter. De Vader (Johannes 5:21) heeft het gehele oordeel aan Hem gegeven. En Hij is nu rechter, komt de naties oordelen. O, voor die dag wanneer u Hem zo ziet! Zijn haar was zo wit als sneeuw. Daniël zag Hem, komend tot de Oude van dagen. Zie hoe Hij deze twee in elkaar laat vloeien. Goed.

     ... het gericht zette zich en de boeken werden geopend.

     Toen zag ik toe vanwege... Toen zag ik toe vanwege de stem der grote woorden, welke die hoorn sprak;... (Nee, ik heb de verkeerde plaats, is het niet?)

182 Daniël 7:9, ja, hier is het:

     ... en de raderen daarvan...

     Een vurige rivier vloeide, en ging van voor Hem uit,... en tienduizenden kwamen en dienden Hem.

     Toen zag ik toe vanwege de stem der grote woorden, welke die hoorn sprak; ik zag toe, totdat dat dier gedood, en zijn lichaam verdaan werd, en overgegeven om door het vuur verbrand te worden. (Uh!)

     Aangaande de overige dieren, men nam hun heerschappij weg,... (Dat betekent dat alle heidense machten en koninkrijken zullen vallen.) want verlenging van het leven was hun gegeven tot tijd en stonde toe.

     Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen Zoon,... (Hoe zagen wij Hem vanmorgen komen, in het derde vers? Komend in de wolken des hemels, de Zoon des mensen.) ... met de wolken des hemels, als eens mensen Zoon, en Hij kwam tot de Oude van dagen, en zij deden Hem voor Deze naderen.

     En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natiën en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal... Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden.

183 Kwam tot de Oude van dagen, Wiens haar wit als wol was. En Johannes keerde zich om en zag iemand gelijk de Zoon des mensen temidden van de zeven gouden kandelaren staan met sneeuwwit haar, de Rechter! Niet omgord rond het middel, maar omgord om de borsten, hier boven, een rechter! Met de sjerp van de rechter over Zijn schouder, stond Hij met een gouden, zuivere, heilige, gelouterde gordel, wat Zijn gerechtigheid inhield. Zijn bekleding! Hij was helemaal tot aan de voeten bekleed. Let op de zevenvoudige manifestatie van Zijn persoon en heerlijkheid.

184 Nu, denk ik, het veertiende vers:

     Zijn haar... Zijn hoofd en haar was wit, zoals witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuur;

185 Hoofd, haar; "ogen als vuurvlammen". Denk eens in! Die ogen die eens gevuld waren met menselijke tranen zijn nu vuurvlammen geworden. In toorn staat Hij daar als de toornige Rechter. Waarom hebt u Hem verworpen? O zondaar, denk hierover na! Denk erover, lauw kerklid! Denk er aan, Katholiek, Baptist, Presbyteriaan, Pinkstermens! Denk eraan, Katholiek! Uw maagd Maria moest tot Pinksteren komen en de Heilige Geest ontvangen en waggelen en zich als een dronken vrouw gedragen. De moeder van Christus moest dit krijgen voordat haar de hemel werd toegestaan. Hoe zult u, vrouwen, met iets minder dan dat daar gaan komen? Denk eens in, mannen, ieder van u!

186 Zijn haar en Zijn ogen die eens gevuld waren met menselijke tranen; toch wil ik u iets over deze ogen laten opmerken. Toen Hij op aarde was, waren zij nog gevuld met tranen gelijk een mens, want Hij huilde bij het graf van Lazarus. Dat is zo! Vol medegevoel; Zijn menselijkheid. Hij was bekleed, Hij was God gekleed in menselijkheid om de zonde weg te nemen. Maar toch, achter die menselijkheid had Hij iets daarbij wat regelrecht in het hart van een mens kon kijken en alles over hem kon weten. Waarom? Er was iets achter Hem, toch was Hij gekleed in menselijk vlees.

187 Maar zij wisten niet Wie het was. "Indien u niet gelooft", zei Hij, "dat Ik Hem ben, zult u sterven in uw zonden." Zo is het. "Als Ik de werken van Mijn Vader niet doe, geloof Mij dan niet, maar als Ik de werken van Mijn Vader doe, geloof dan de werken als u Mij niet kunt geloven." O, hoe heeft Hij geprobeerd hun de boodschap te brengen, de openbaring. Hij kon regelrecht in het hart van een mens kijken en alles over hem weten. Wat denk ik daar aan. Die ogen die eens over de bergen tuurden, in het aangezicht van lijden keken en huilen konden als een mens. Maar toch kon Hij de Geest van God achter dat menselijke visioen daar nemen en alle dingen zien; dingen die geweest waren en dingen die waren en dingen die zouden komen, die het einde kon voorspellen vanaf het begin, omdat God achter die menselijke ogen was. Laat God in uw leven komen en u onder Zijn heerschappij nemen en Hij zal u de dingen tonen die gaan komen. Want u bent het niet meer, het is de Heilige Geest in uw leven daar binnen die door die sterfelijke ogen kijkt om de zaken eruit te lichten.

188 O glorie voor God! "Ik zal van Mijn Geest uitstorten op alle vlees en uw zonen en dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien, uw oude mannen zullen dromen dromen." Halleluja! Soms moet Hij u in slaap brengen zodat Hij door u heen kan kijken, maar Hij zal het u zeker menigmaal tonen. "Uw jongemannen zullen visioenen zien, uw oude mannen zullen dromen dromen; op Mijn dienstmaagden en dienstknechten zal Ik van Mijn Geest uitgieten." Niet "op Mijn diakenen en voorgangers en op Mijn..." Op elk die wil. "Op alle vlees, zal Ik Mijn Geest uitgieten." U vraagt zich af waarom ik dit uitschreeuw, maar het zal komen in deze gemeente-tijdperken.

189 Daar was Hij, die ogen. En herinner u, op een dag zullen die ogen, die gevuld waren met tranen, die ogen zullen bij het oordeel staan. Nu, zij zijn als vuurvlammen die heen en weer over de hele aarde flitsen en er gebeurt niets of Hij weet het. O my, het wordt geregistreerd. Ze doorlopen de aarde en slaan elke beweging gade, bespeuren elke gedachte, weten alles wat u doet, de bedoelingen van het hart. Hij weet alles over wat u van plan bent te doen. Hij weet of u Hem liefhebt. Hij weet of uw bedoelingen oprecht zijn om Hem te dienen. Hij weet er alles over. Hoe zal het zijn wanneer u daar staat op die dag wanneer uw zonden open en bloot voor Hem liggen en Hij daar bij het oordeel van de witte troon staat?

190 God verlos mij uit die plaats! Ik wil dat niet beleven. Wanneer een vertoornde God naar voren treedt met vuur dat uit Zijn ogen schiet, met de gerechtigheid, de witte pruik, zo over Zijn hoofd en zijn vuur schietende ogen, Die iedere gedachte van uw hart kent en alles wat u ooit van plan was te doen, weet. Verberg mij in de Rots der Eeuwen die voor mij gekliefd is! De oude man zong altijd: "Wanneer deze wereld in brand staat, sta mij bij. Sta mij bij en laat Uw boezem mijn kussen zijn. Verberg mij in de Rots der Eeuwen." God, ik wil Uw oordeel niet. Ik wil niet Uw... Wat ik wil is Uw genade, Heer. Geef mij Uw genade, niet Uw gerechtigheid. Geef mij slechts Uw genade, niet Uw wetten, geen enkele van de... Geef mij slechts Uw genade, Heer, dat is alles waarom ik kan smeken. Niets breng ik mee in mijn armen (geen goedheid, geen tegoed), ik klem me enkel en alleen vast aan Uw kruis. Dat is al wat ik weet, Heer. Eén kwam om mijn plaats in te nemen.

191 Let nu op Zijn zevenvoudige uitdrukking van Zijn persoon en u zult zien wat Hij deed:

     Zijn hoofd... was wit,... gelijk sneeuw; gelijk wol, wit haar; en... Zijn ogen gelijk... (Laat eens kijken.) Zijn hoofd... was wit,... gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuur;

     En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven;...

192 Let nu op. Wij hebben net opgemerkt waarmee Hij bedekt is, weet u. Kijk. Zijn hoofd, Zijn ogen en nu gaat hij verder naar beneden naar Zijn voeten gelijk koper. Let op de tegenstelling met dat beeld dat Johannes zag van Jezus en wat Daniël zag van het wereldrijk; het hoofd van goud, enzovoort.

193 Kijk hoe dit hier was, daar staande, koper. Waar spreekt koper van? Koper spreekt van oordeel, Goddelijk oordeel. Het laat zien dat Zijn volledige doel, dat hier op aarde gaat komen, God vlees gemaakt is, en Hij stierf voor ons om de oordelen van God op Zich te nemen, het Goddelijk oordeel, en heeft een Koningschap ontvangen dat van koper is en stevig, dat niet bewogen kan worden. Niets is harder dan koper en men heeft nog niets uitgevonden waardoor het te verzachten is.

194 oordeel! Koper spreekt ervan dat Goddelijk oordeel gekomen is. Kijk naar de koperen slang in de woestijn. Wat vertegenwoordigde die koperen slang? De slang vertegenwoordigde de zonde; maar omdat het koper was, was zonde reeds geoordeeld.

195 Welnu, merk ook de dagen van Elia op, toen men Elia als profeet had verworpen, die kleine lont van het oude gemeente-tijdperk. Een dezer dagen zal ik ter sprake brengen en u tonen dat Israël ook zeven gemeente-tijdperken heeft gehad die precies met deze zijn te typeren. En in hun gemeente-tijdperk, in de dagen van Elia, wezen zij hem af. En gedurende drie jaren en zes maanden was er geen regen. En de profeet vanouds zei dat de hemelen eruit zagen als koper: Gods oordeel op de volken voor het verwerpen van God en het luisteren naar Izebel.

196 Koper vertegenwoordigt ook Goddelijk oordeel bij het altaar waar het slachtoffer werd gedood, het koperen altaar. Geslacht... Het onderstel bestond uit koper, het oordeel. Hij trad de wijnpers van de brandende toorn van God en nam ons oordeel op Zich. Sla Openbaring 19:15 even op en laten we eens zien wat Hij deed. Openbaring 19:15, laat ons even lezen, als ik het kan vinden. Ja, laten we beginnen bij ongeveer, laat eens kijken, bij het twaalfde vers:

     ... en Zijn ogen waren als een vlam vuur, en op Zijn hoofd waren vele kronen; en Hij had een naam geschreven, die niemand wist, dan Hijzelf.

     En Hij was bekleed met een kleed, dat met bloed gekleurd was; en Zijn naam wordt genaamd het Woord Gods. (Herinner nu, Zijn Naam wás niet het Woord Gods, Zijn Naam werd zo genoemd... Ziet u?) ... Zijn naam wordt genaamd het Woord Gods.

     En de heerlegers in de hemel... de heerlegers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in wit en rein fijn lijnwaad.

     En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt... (Wat is dat?) ... treedt de wijnpersbak van de wijn van de toorn en van de gramschap van de Almachtige God.

197 Wat deed Hij? De toorn van God was op ons omdat wij zondaren waren. Is dat juist? Niemand kon zichzelf redden. Er is niets wat wij zouden kunnen doen; wij zijn allen geboren in zonde, geschapen in ongerechtigheid, kwamen leugen sprekend in de wereld. En wat deed Hij? Hij kwam naar de aarde (Halleluja) en betrad de wijnpersbak! Alle toorn van de Almachtige God werd op Hem uitgestort. "Gij zijt waardig, o Lam van God, want Gij werd geslacht." Hij nam de zonden van de wereld op Zich en Hij droeg onze zonde, zodat God de heftigheid van Zijn toorn op Hem uitgoot. "En Hij werd verwond voor onze overtredingen, verbrijzeld voor onze ongerechtigheid, de straf voor onze vrede was op Hem, en door Zijn striemen werden wij genezen." Er is nooit een man gestorven zoals deze man! Hij leed tot het bloed en water zich scheidde in Zijn lichaam. En druppels bloed liepen van Zijn voorhoofd, nog voor Zijn dood.

     ... treedt de wijnpersbak van de wijn van de toorn en van de gramschap van de Almachtige God.

198 Eenmaal zullen deze koperen voeten van gerechtigheid (Glorie!), wanneer Hij als Rechter komt, de antichrist en al Zijn vijanden vertreden. Halleluja! Hij zal over de aarde wandelen met een ijzeren roede in Zijn hand. Amen. O, bekeer u, zondaar-vriend terwijl u een kans tot bekering hebt. U probeert het uit te stellen en denkt dat het maar een verhaaltje is dat niet zal gaan gebeuren. Het zál gebeuren! "Het zal mij niet overkomen." Het zál u overkomen!

199 Voeten van koper, die Zijn vijanden vertreden. Omdat Hij leed en de wijnpersbak betrad van de gramschap van God om voor onze zonden te betalen. En dan wij, schuldige, arme, ellendige wormen die wij zijn, steken onze neus in de lucht en lezen een of andere atheïstisch boek en proberen te denken dat er geen God bestaat, en zeggen dat er zoiets niet is en dat het oordeel niet kan komen. Hij zal met die koperen voeten Zijn vijand eruit schoppen. Hij zal over de antichrist heen denderen. Hij zal die afvallige kerken nemen en ze in de eeuwigheid daar beneden werpen, ergens in een verterend vuur, waar zij vernietigd en ermee afgedaan zal worden. En Hij zal op aarde regeren, Hij en Zijn gemeente voor immer. Glorie!

200 "Hoofd, wit als wol", rechtvaardigheid, ervaring, welsprekendheid, bekwaam, wijsheid. Bejaard wit spreekt van wijsheid, oud. Hij weet wat Hij doet. Hij is de bron van wijsheid. Hij is de bron van ervaring. Hij is de bron van elk goed ding, daarom heeft Hij Zich hierin voorgesteld als de Zoon des mensen, was gekleed met dit witte haar dat naar beneden hing. Daniël zag Hem vele honderden jaren, zevenhonderd jaar daarvoor en zei: "Hij was de Oude van dagen. En één gelijk de Zoon des mensen kwam in kracht en verenigde zich met deze Oude van dagen en het gericht zal zich nederzetten."

201 Ik wil u even iets vragen. Ik spreek tot u, lauwe kerk. Tien maagden gingen uit om de Heer te ontmoeten, vijf van hen waren wijs, vijf dwaas; zoals wij vanmorgen deze geënte boom doornamen. Bedenk nu, toen zij uitgingen om God te ontmoeten... Let op, de Bijbel zei: "De boeken werden geopend." Daniël 7:9: "De boeken werden geopend." Dit is het boek van de zondaar: "En een ander boek werd geopend." Wie kwam met Hem mee? De gemeente van de opname. O...! "Tienduizenden keer duizenden keer duizenden van duizenden kwamen met Hem en dienden Hem." Zijn vrouw, de bruid. O, glorie! Zijn vrouw kwam met Hem mee, de gemeente.

202 Het gericht was gezet en de boeken werden geopend. En nog een boek werd geopend, welke de slapende maagd was en elk mens werd aldus uit het boek geoordeeld. U zult gevraagd worden een reden te geven waarom u het niet deed en wat dan? U weet nu beter, u weet beter. U mocht het niet eerder geweten hebben, maar nu weet u het. Ziet u? Waar, als deze rechtvaardige nauwelijks gered zal worden, waar zal die zondaar en goddeloze verschijnen? Degene die verwerpt, die beter weet en het dan verwerpt. Waar zullen zij verschijnen? Zijn voeten gelijk koper, Goddelijk oordeel.

203 Laat eens kijken, we zullen weldra aan het einde van de bladzijde zijn.

     Haar als wol... en Zijn ogen gelijk een vlam vuur;

     En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren.

204 "Een stem van vele wateren." Wat stelt wateren voor? Als u het wilt noteren, sla Openbaring 17:15 op en u zult zien dat de Bijbel zei: "De wateren die gij gezien hebt zijn natiën en menigten en volken en talen." Goed, "Stem." Wat verschrikkelijk voor een heen en weer slingerende ziel op de levenszee! Geen gids om hem te leiden, losgeslagen, meedrijvend op het getij, om het bulderen van de grote watervallen, de vallen, te horen. Wat een verschrikking zou het wezen voor een meegesleurde ziel. "De stem van vele wateren." Wat is Zijn stem? Het is het oordeel; de stem van de predikers, door de Heilige Geest, die het tot de mensen in elk tijdperk hebben uitgeroepen, die daar staan. De stem van vele wateren riep het uit tot volken en menigten. De stem van die zeven sterren in Zijn hand, tot elk gemeente-tijdperk, die de doop van de Heilige Geest predikten, de doop in Jezus' Naam, spreken in tongen, de kracht van God, de opstanding van Christus, de tweede komst, Goddelijk oordeel. De stem van vele wateren die voortkwam van Deze, die eruit zag als de Zoon des mensen, vele wateren.

205 Wat zal het zijn, te weten dat u in samenkomsten hebt gezeten en hoorde dat u in orde moest komen met God en de Heilige Geest moest ontvangen en dan voor een afgedreven ziel díe stem te horen spreken uit die samenkomst waarin u hebt gezeten, waarin u de oordelen van God hebt horen prediken, en hebt het afgewezen. De grote ondergang is precies beneden u, de grote waterval die u naar uw eeuwige veroordeling zal voeren.

206 De stem van vele wateren, vierde persoonlijkheid van Hem, de stem van vele wateren. Hoe ga je het maken wanneer het in de heerlijkheid is opgenomen, wanneer de stem vanavond wordt opgenomen? Uw stem wordt opgenomen. Uw gedachten worden opgenomen. "Zoals een mens denkt in zijn hart, zo is hij." Bedenk dat uw stem in de hemel luider klinkt dan uw... ik bedoel dat uw gedachten in de hemel luider klinken dan uw stem op aarde. Jazeker. God kent de gedachten en de bedoelingen van het hart, Hij weet er alles over.

207 Hij zei tegen de Farizeeërs: "Gij huichelaars, hoe kunt u goede dingen spreken, wanneer uit de volheid des harten de mond spreekt? Om Mij goede Meester te noemen; en Ik weet het. Ik kijk dwars door u heen en zie dat u huichelaars bent. U meent dat niet."

208 O, wat zal dat zijn op die dag, wanneer die stem buldert vanuit vele wateren, vele gemeente-tijdperken die zich opstellen?

209 Nu wil ik u iets anders vragen. Laat me iets zeggen tot u mensen die gered zijn, laat me dit tot u zeggen.

210 U, afgedreven ziel, u arme voortgedrevene, die naar die grote waterval wordt meegevoerd, wees voorzichtig. Het zal iets verschrikkelijks zijn wanneer u weet dat er voor u dan geen redding is. U kunt dan niet meer gered worden, u weet dat uw vonnis vlak voor u ligt. Wanneer u weet dat u binnen enkele ogenblikken die stem zult horen uitspreken: "Gaat weg van Mij, gij werker der ongerechtigheid, in het eeuwigdurende vuur, dat voor de duivel en zijn engelen is bereid." U zult het weten wanneer u die enorme watervallen van die stemmen uit die samenkomsten hoort bulderen, wanneer u sterft. O, wat een verschrikking, wat een nachtmerrie! Laat het u niet overkomen, mensen. Bekeert u, kom nu in orde met God, terwijl u in orde kunt komen.

211 Nu wil ik u iets anders vragen. Wat is nog heerlijker voor een mens die geankerd is, die zich onder de groen blijvende boom neerlegt terwijl hij het kabbelen van de beek hoort? O! Dat is de gemeente die in hemelse gewesten is gezeten met de stem van God die lieflijk ruist en tegen hen praat in... Ziet u wat het is? Het is een veroordeling voor de zondaar en een zegen voor de verloste. Een mens die zijn boot veilig op de Rots Christus Jezus heeft geankerd en gewoon ligt te luisteren, wat kan hij rusten! Ga die rust binnen.

212 Wat houd ik ervan om te komen bij het stromende water. Als wij wel eens gaan vissen of iets anders, probeer ik gewoonlijk een plaats te vinden waar het water kabbelt, omdat het je rust geeft. U hoort het gewoon de hele nacht praten. O my!

213 Is het niet heerlijk wanneer u echt uw ziel in Christus kunt ankeren, in zodanige plaats waar u stil kunt worden voor Zijn aangezicht en Zijn stem tot u hoort spreken: "Ik ben de Here die u geneest. Ik ben de Here die u eeuwig leven geeft. Ik heb u lief. Ik kende u vóór de grondlegging der wereld. Ik heb uw naam in het Boek gezet, gij zijt van Mij. Vrees niet, Ik ben het. Wees niet bevreesd, Ik ben met u." Dan zing ik:

Ik heb mijn ziel geankerd in de haven der rust,
Ik bevaar de woeste zeeën niet meer;
De orkaan mag woeden over de wilde stormachtige zee,
Maar in Jezus ben ik voor immer veilig.

214 Bedenk dat dezelfde stem die lieflijk tot u spreekt, de zondaar zal veroordelen. De vloed die Noach redde, vernietigde de zondaar. Ziet u wat ik bedoel? De stem van vele wateren.

215 Let nu op; "Haar gelijk wol en ogen als vuurvlammen, voeten als koper en een stem van vele wateren."

     En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand;...

216 "zeven sterren." Laten we hier nu het twintigste vers nemen:

     De verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechterhand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen... (of zeven boodschappers, zeven predikers) van de zeven gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten.

217 Hij verklaarde het voor hem, zodat er absoluut geen vergissing kon zijn. Een engel voor elk gemeente-tijdperk. O, dat gaat deze week prachtig worden, wanneer wij terugkeren in de geschiedenis en die engelen eruit vissen en de bediening zien die zij hadden. Zij hadden dezelfde bediening. Precies hetzelfde door alle tijdperken heen in die kleine gemeente.

218 Enige tijd geleden zei iemand: "Weet u, over de Katholieke kerk, het is een goede uitspraak te zeggen dat het de echte kerk is, omdat ze door alle eeuwen heen stand hield."

219 Ik zei: "Dat is geen raadsel, als ze heel de regering en al het andere achter zich had om dan stand te houden en de stormen te trotseren. Maar het mysterie voor mij is hoe die zeer kleine minderheid ooit de storm kon trotseren, die in stukken werden gezaagd en voor de leeuwen geworpen, die uitgerekt werden en opgegeten en verbrand en door de leeuwen gedood, enzovoort, en hoe zíj het overleefden." Het toont dat Gods hand met hen was. Dat is alles. En nog heden brandt haar licht nog steeds. Amen! Jazeker!

220 Nu, "De zeven sterren die in Mijn rechterhand waren." Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand, wat de zeven predikers van zeven tijdperken betekent. O, het is prachtig. Hoe we teruggaan en de prediker vinden die de boodschap aan de Efeze-gemeente bracht. En de prediker die de boodschap bracht en er niet van afweek tot de dood, door naar de Smyrna gemeente en de Pergamus-gemeente, die van Thyatire en zo door het tijdperk, zelfs tot in dit tijdperk nu. De predikers die het licht bewaarden en voortdroegen; en het vasthielden zoals het oorspronkelijke in het begin, en het licht verder droegen. Hij hield hen in Zijn rechterhand.

221 Bedenk! Rechterhand betekent niet precies dat Christus gezeten is aan Gods rechterhand. Het betekent niet dat God een rechterhand heeft, omdat God een Geest is. Maar Christus was de rechterhand van kracht. De man aan uw rechterhand, uw rechterhand, de man die u bijstaat, die het dichtst bij u staat.

222 En vergeet niet dat de zeven sterren in Zijn rechterhand waren. Denk eens na, zij verkregen hun stroom, hun licht van Hem. Zij stonden volledig onder Zijn controle, in Zijn rechterhand. O...! Elke echte dienstknecht van God vergaat het zo. Hij hield hen... Wie kan hen schaden? Wie kan hen deren? Zoals een van de engelen het uitriep, daar terug in den beginne... Herinner u, een engel betekent "boodschapper". We zullen later in de week dieper op deze dingen ingaan. Een "engel" betekent "boodschapper". En hij zei: "Wat kan ons scheiden van de liefde van God, welke in Christus is? Ziekte? Gevaar? Naaktheid? Het zwaard? De dood? Ik ben verzekerd", zei Paulus, "dat niets ons kan scheiden van de liefde van God die in Christus is", want wij hebben ons volledig overgegeven in Zijn rechterhand.

223 Als iemand zegt: "Heilige roller! Heilige roller!" Dat hindert hun geen zier. "U bent een religieuze fanaticus!" Zij horen het niet eens. Zij zijn volledig overgegeven en verkrijgen hun licht van Zijn rechterarm van kracht, Zijn leven weerkaatsend in deemoed en vriendelijkheid en tederheid en geduld; tekenen en wonderen en mirakelen. Laat de wereld het maar "hekserij" noemen, of wat zij maar willen, het maakt voor ons geen verschil, omdat wij weten dat wij overgegeven en in Zijn rechterhand zijn. Is dat niet heerlijk? Tjonge!

224 Laten wij nu voortmaken, omdat we u niet willen uitputten. "In Zijn rechterhand, zeven sterren."

225 Nu, de zevende en laatste voorstelling van Zijn persoon:

     ... en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard;... (Ik bedoelde dat dit de zesde is.) ... uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard;...

226 Nu, de stem van vele wateren, en uit Zijn mond... In Zijn rechterhand had Hij de sterren.

     ... en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard;...

227 Weet u wat het tweesnijdend scherp zwaard van de Bijbel is? Laten we het even oppakken zodat u het weet. Neem Hebreeën 4:2, even een paar bladzijden terug en u zult het vinden, ziet u. Hebreeën is vlak voor de Openbaring hier: Judas, en dan de Hebreeën. Nu komt het. Of... Hebreeën, het vierde hoofdstuk van Hebreeën, hier is het. Goed, Hebreeën 4 vers 12:

     Want het woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling van de ziel, en van de geest, en van de samenvoegselen, en van het merg, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.

228 En dan noemen ze u een "gedachtenlezer". Het is het Woord van God in Zijn gemeente gemanifesteerd! Scherper dan een tweesnijdend zwaard.

229 Hé, ik dacht zojuist aan iets daar over. Ik weet niet of ik een Schriftgedeelte heb opgeschreven... Sla even Openbaring 19 op. Laten we dit weer opslaan, ik denk dat het juist is. Ik ben misschien... Openbaring 19, ongeveer vers 11:

     En ik zag de hemel geopend; en ziet, een wit paard,... (Hier komt wit opnieuw, oordeel.) en Die erop zat, was genaamd Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert krijg in gerechtigheid. (U weet wie dat was, is het wel? Goed.)

     En Zijn ogen waren als een vlam vuur,... (Wie was Hij?) en op Zijn hoofd waren vele koninklijke hoeden;... (Oh, oh... Hij is nu gekomen in het Koninkrijk.) en Hij had... en Hij had een naam geschreven, die niemand wist, dan Hijzelf.

     En Hij was bekleed met een kleed, dat met bloed gekleurd was; en Zijn naam wordt genaamd het Woord Gods.

     Wat ging uit Zijn mond? Wat ging heen? De ruiter van het witte paard. En ook in Openbaring 7, toen... ik geloof 8. Toen het witte paard... nee, het is 6. Toen de ruiter van het witte paard uittrok, werd hem een boog gegeven, om te veroveren en te overwinnen.

230 En een zwaard ging uit Zijn mond. Wat was Hij? De ruiter van het witte paard van Openbaring. Let op het zwaard. "Uit Zijn mond gaat een tweesnijdend scherp zwaard", het Woord. En tenslotte, door Zijn Woord; wanneer het aan al de zonen van God gemanifesteerd is, zal Hij elk land met Zijn Woord vertreden, door dit scherpe zwaard. Kijk wat hier gebeurde, terwijl we het doornemen.

     ... in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.

231 "Een tweesnijdend scherp zwaard." Wat kwam uit de mond van deze Persoon? Het Woord van God. Het is een tweesnijdend scherp zwaard. Wat deed het? Het onderscheidt de gedachten van het hart, de bedoelingen; gaat zelfs dieper dan het vlees: het vlees, de bloedcellen, in het gebeente, door tot in het merg van het been, en nog verder dan dat, zelfs tot het onderscheiden van de gedachten en bedoelingen van het hart. Dat doet het Woord van God.

232 "En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons." En nu is het Woord vlees gemaakt in Zijn gemeente, wonend onder ons; Zijn engelen in Zijn hand, predikend. God rekent op Zijn gemeente. God verlaat zich op ons, van dit tijdperk, om dit Evangelielicht uit te dragen aan een stervende heidens gerichte, traditionele wereld. God legt de last op mij en u. Wee ons als de heiden sterft zonder het te weten. O, zij brachten lezen, schrijven, rekenen en enige godsdienstige traktaten en zij hebben niet meer dan een stel bekeerlingen gemaakt. Ik bedoel het Evangelie! Het Evangelie is niet alleen het Woord. Dat zei Paulus. Paulus zei: "Het Evangelie kwam niet tot ons in woorden alleen, maar dat Woord moet worden gemanifesteerd."

     Wanneer het Woord, door de Heilige Geest, wordt... Het Woord wordt in het hart geplant, dat de Heilige Geest heeft en brengt voort wat het Woord zegt dat het zou doen. En het Woord kan de gedachten en bedoelingen van het hart onderscheiden! Glorie! Tjonge! Een onderscheider van de gedachten en bedoelingen van het hart, dat doet het Woord.

233 Gaat uit Zijn mond een tweesnijdend scherp zwaard, om de heidenen te doen ontwaken... Er zal een dezer dagen iets gebeuren. Ja! Het Woord van God, Zijn Naam was het Woord Gods, het gemanifesteerde Woord. Kijk, Jezus zei: "Gaat heen in de gehele wereld", Markus 16, Zijn laatste groet aan de gemeente voordat Hij terugkeert om Zich in het gemeente-tijdperk te openbaren. Hij gaf de gemeente opdracht: "Gaat heen in de gehele wereld en predik het Evangelie aan elk schepsel." Wat? Predik het Evangelie. Markus 16: "Predik het Evangelie tot elk schepsel." Wat is dat? Met andere woorden, demonstreer de kracht van de Heilige Geest. Zo moest het wezen.

234 Denk erom, dan is het niet alleen maar het Woord onderwijzen. Hij heeft nooit gezegd: "Gaat heen, onderwijst het Woord." Hij zei: "Gaat heen, predikt het Evangelie." Niet onderwijs het Woord, maar predik het Evangelie. "En deze tekenen zullen degenen volgen die dit Evangelie geloven; in Mijn Naam zullen zij duivels uitwerpen, ze zullen met nieuwe tongen spreken, indien zij een slang zouden oprapen of iets dodelijks drinken, het zou hun niet schaden; als zij op zieken de handen leggen, zullen ze herstellen."

235 "En zij gingen heen," zei de Schrift, "overal predikend; en de Here werkte met hen, bevestigde het Woord door tekenen die volgden." Dat is het Evangelie, het Evangelie in demonstratie.

236 Deze tekenen zullen volgen, hoevelen? Tot het einde der wereld, voor elk tijdperk. Daar is die kleine minderheid die er doorheen komt, die dat licht vasthoudt. Geen wonder dat Jezus zei: "Vrees niet, kleine kudde, het is uws Vaders welbehagen u het Koninkrijk te geven." De kleine kudde; altijd de minderheid, niet in de meerderheid.

237 Goed, nog één aanhaling. En we namen het twintigste vers, laten we nu kijken naar dit vers hier. Nu, het zestiende:

     En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand;...

238 Laten we nu de... en de... Zijn aangezicht nemen:

     ... uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.

239 Sla nu op... laten we Mattheüs 17 gaan bezien. Laten we het hier meteen nemen terwijl we eraan toe zijn; we geven het zo gewoon door en velen van deze mensen die het opzoeken, of opschrijven, we laten het hun lezen, zodat we het zullen weten. Mattheüs 17, goed:

     En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hoge berg alleen.

     En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht.

     Hij was van gedaante veranderd. Wat deed Hij? Bracht Zichzelf in gedaanteverwisseling, naar de dag van Zijn komst.

240 Nu, denk eraan, dat Jezus net enkele uren ervoor, in het vorige hoofdstuk, deze uitspraak deed: "Voorwaar, Ik zeg u, dat hier enigen staan..." Hoevelen weten wat ik ga zeggen? "Sommigen die hier staan zullen niet heengaan, niet sterven, voordat zij de Zoon des mensen in heerlijkheid zien komen." Is dat juist? En Hij had Petrus, Jakobus en Johannes, de drie getuigen meegenomen, omdat in het Oude Testament alles, elk woord, werd vastgesteld door drie getuigen; en nam hen mee de berg op.

241 Merk op wat eerst komt. O, ik kan hier gewoon niet stoppen, ik moet dit even nemen. Kijk! Wat is het eerste wat zij zagen? Zij namen Jezus mee de berg op... of Hij nam ze mee en Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd, omgevormd. Zijn gewaad scheen als de zon in de sterkte van haar kracht, en daar verschenen Hem Mozes en Elia. In welke gedaante zal de Zoon des mensen nu komen? En het eerste wat zal verschijnen, dat zullen Mozes en Elia zijn.

242 Nu, merk op, voordat Jezus naar de aarde terugkeert... Nu, dit loopt wat vooruit, maar de Geest van Elia zal naar de aarde terugkeren en de harten der kinderen terugbrengen tot de vaderen. Dat heeft de Bijbel gezegd. Jezus zag hem hier, de apostelen zagen hem hier, de volgorde van de komst van de verheerlijkte Zoon des mensen. Hij zal verheerlijkt moeten worden en terugkomen. Het eerste voordat zij Hem zagen was wat? Elia. Wat vervolgens? Mozes; Israël daarginds terugkerend, die de wet hielden, en dan de verheerlijkte Zoon des mensen. Halleluja! Ziet u de volgorde van Zijn komst? De Geest van Elia, of de getuige van het laatste gemeente-tijdperk (Begrijpt u?), komend in kracht om Hem te manifesteren.

243 Vervolgens honderdvierenveertig duizend Joden die zich op de berg Sinaï verzamelen... Terwijl Israël zelf een natie is geworden; de oudste natie ter wereld, de oudste vlag in de wereld; heeft haar eigen natie, haar eigen vlag, haar eigen leger, haar eigen geld, en al het andere. Zij is een van de leden van de Volkenbond, omdat zij een natie is. Jezus zei dat zij nooit verworpen zouden worden totdat alle dingen vervuld waren.

244 Het mysterieuze ervan, hoe die groep Joden die overal vervolgd en eruit gezet werden en verdreven en verworpen, zoals de gemeente door al die tijdperken van verwerping; en toch zei Jezus: "Wanneer u de vijgeboom ziet uitbotten (dat volk ziet terugkeren om weer een natie te zijn), is de tijd nabij, zelfs aan de deur. Voorwaar zeg Ik u, deze generatie zal niet voorbij gaan tot al deze dingen zijn vervuld." Deze druk... Deze mensen zullen niet sterven. Hitler probeerde hen te doden, Mussolini trachtte hen te doden, Stalin heeft geprobeerd hen te doden, ieder ander, maar zij zullen nooit vernietigd of van de aarde verbannen worden; zij zullen een volk zijn en een natie die daar stand houdt. Amen.

245 Daar zullen Mozes en Elia komen. O...! Ik hoop dat u het begrijpt.

246 Goed; "De zon die schijnt in haar kracht." Zijn aangezicht, veranderd, verheerlijkt. Nu nog iets, in Openbaring 21:23, als u het wilt opschrijven. In het Nieuwe Jeruzalem (21:23), is Hij het Lam dat in de stad is, welke het licht ervan is, en schijnt; want men had in de stad geen licht nodig, de zon zal er niet in opgaan, omdat het Lam dat Zich temidden van de stad bevindt, het licht ervan zal zijn. En de volken die gered zijn zullen wandelen in het licht van het Lam! Amen! Hij is het licht van het Lam. O, bent u daar niet blij om?

247 Dat niet alleen, Hij is bovendien in de komst (Johannes zag Hem in de dag des Heren) ook de Zon der gerechtigheid. Laten we Maleachi opslaan. Maleachi de laatste profeet van het Oude Testament. Maleachi, het vierde hoofdstuk.

248 Ik heb een kort verhaal te vertellen over mijn dierbare vrouw die daar achteraan zit. Ik bezorgde haar een moeilijke tijd voordat we getrouwd waren. Ik heb geprobeerd het weer goed te maken nadat we getrouwd waren. Ik wist niet of ik weer getrouwd wilde zijn of niet en dus raakte zij helemaal verscheurd. Ik vond haar een te goed meisje om zo haar jeugd te laten voorbij gaan, wilde dat ze met een goede man zou trouwen die voor haar zou zorgen. En ik dacht dat ik het zelfs niet waard was; en ik ben het vanwege haar vriendelijkheid hoe dan ook niet. Dus was zij helemaal verscheurd en wist niet wat te doen. Dat is jaren geleden, ongeveer twintig jaar geleden. Ze was zo verscheurd dat ze dag en nacht huilde. En ik probeerde me van haar los te maken; niet omdat ik haar niet liefhad, maar omdat ik haar tijd niet wilde nemen, zodat ze iemand kon vinden, een goed persoon, want zij was een te goed meisje om haar op die manier door te laten gaan en ik neem... om met haar op dergelijke manier door te gaan. En ik dacht dat ze van mij hield en ik wist dat ik van haar hield. Dus toen dacht ik: "Wel, ik zal gewoon proberen... ik maak een afspraak met een ander meisje om mee uit te gaan, en zorg dat ze erg teleurgesteld over mij is." Het scheen of ik haar doodde; ik vond het verschrikkelijk daarna; ze was helemaal kapot. Ik vertelde haar, ik zei: "Je bent een te goed meisje, ik – ik wil op die manier niet je tijd nemen."

249 En ze zei: "Maar ik houd van jou, Bill, en dat is de enige die ik kan liefhebben." Ze zei: "Ik heb altijd van je gehouden."

250 Ik zei: "Ik waardeer dat. Maar", zei ik, "weet je," zei ik, "ik ben een kluizenaar." Ik zei: "Ik ben van plan om als een kluizenaar te leven. Zie je, ik ga helemaal niet trouwen."

251 Maar zij was zo vastberaden, weet je, het arme meisje. Zij liep naar buiten naar de schuur. En toen ze daar kwam, knielde ze neer en zei: "Heer, ik weet niet wat ik moet doen. Ik wil U niet ongehoorzaam zijn, en toch houd ik van Bill. Ik weet niet wat ik moet doen. Heer, wilt U mij een beetje troost geven? Wilt U mij een klein beetje helpen? Ik heb U dit nog nooit eerder in mijn leven gevraagd, Heer, en ik hoop dat ik het U nooit meer hoef te vragen, maar als U me enkel wilt helpen; laat me deze Bijbel open doen en geeft U mij dan een Schriftgedeelte. Ik heb mensen horen vertellen dat U dit deed." En toen zij hem open deed was het Maleachi 4:

     Ziet, Ik geef..., of zend u de profeet Elia, eer dat die... vreselijke dag des HEEREN komen zal.

252 Ze zei: "Ik stond op, net zo voldaan dat wij hoe dan ook zouden gaan trouwen." Ziet u?

     Want ziet, die dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen, en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal ze in vlam zetten, zegt de HEERE der heerscharen, Die hun noch wortel, noch tak laten zal.

     U daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon... (Z-o-n) ... Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen;...

253 "De zon schijnend in haar kracht." O! De kracht van de Zoon van God, die vanavond in ons midden schijnt, Die temidden van de zeven houden kandelaren in Zijn zevenvoudige persoonlijkheid staat als Rechter. Als Degene die heeft geleden en voor ons is gestorven en het Goddelijk oordeel op Zich genomen heeft en de wijnpersbak betreden heeft, de brandende toorn van God. Voor de zondaar is Hij een gruwelijke waterval, een verloren ziel op de levenszee. En voor de gemeente, een lieflijke Redder – geankerd in rust, luisterend naar de kabbelende beek terwijl u ligt en volkomen voldaan rust in Christus. Wat een tijd! Schijnend op ons met Zijn warme stralen: "Vrees niet, Ik ben Degene die was, die is en zal komen. Ik ben de Almachtige, buiten Mij is er geen. Ik ben zowel Alfa als Omega en Ik zal degene die dorst heeft geven van de fonteinen van het water des levens om niet." O, wat een belofte en wat een liefdesverhouding is dit! En het Lam in het midden van de stad die geen licht nodig heeft; Hij is de Zon der gerechtigheid met genezing onder Zijn vleugels.

Hij is de Lelie der Valleien, de heldere Morgenster.
Hij is de Schoonste uit tienduizend voor mijn ziel.
In verdriet is Hij mijn troost, in moeite is Hij mijn steun.
Hij zegt mij elke zorg op Hem te wentelen. Halleluja!
Hij is de Lelie der Valleien, de heldere Morgenster.
Hij is de Schoonste uit tienduizend voor mijn ziel.

254 Jazeker! O, die grote Morgenster, wanneer hij zich vertoont om te schijnen en de nieuwe dag begroet en aankondigt, zeggend: "De dag staat op het punt aan te breken, de Zon komt dichtbij." En Hij trekt Zich terug vanachter al die andere sterren vandaan (o my) met genezing onder Zijn vleugels.

255 Nu, terug naar onze boodschap. We gaan nu sluiten, om gereed te komen voor morgenavond, omdat het kwart voor negen is, en we willen niemand te lang houden, zodat we weer hier kunnen zijn.

256 In orde, de Zon der gerechtigheid met genezing onder Zijn vleugels. Nu, Zijn aangezicht... Hij was een Rechter, weer iets dat toont dat hij in de dag des Heren was. Gelooft u dat? Hij stapte over in de dag des Heren en zag de Here als Rechter; niet als priester, niet als Koning, maar als Rechter. Hij is de Rechter. Gelooft u dat niet? De Bijbel zegt dat Hij de Rechter is. En hier was Hij geheel gekleed als de Rechter, tonend wat Hij gedaan had; wat Hij was, wat Hij voor de zondaar was, wat Hij voor de Christen was. En hier staat Hij nu met de stem van vele wateren en Zijn aangezicht was gelijk de zon schijnt in zijn kracht.

257 Nu het gevolg daarvan, het zestiende vers. "En..." Nee, pardon, het zeventiende vers:

     En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten;...

258 My! De profeet kon het niet langer meer uithouden, om zo'n visioen te zien. Zijn kracht was gewoon uitgeput en hij viel als door aan Zijn voeten. Let nu op:

     ... en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;

259 O my! Geen profeet, God! "Ik ben de Eerste en de Laatste. Ik ben de eerste van de Openbaring, de laatste van de Openbaring. Ik ben Hij die was, Ik ben Hij die is, Ik ben Hij die komen zal." Laat eens kijken:

     ... en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;

     En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. (Nu... En toen schreeuwde hij het uit:) Amen; en Ik heb de sleutels van de hel en van de dood.

260 Wordt niet bevreesd. Waarom zouden wij vrezen? Waarom zou de gemeente in gebreke blijven om te houden... te denken aan Zijn Woord? Laten we hier even stil blijven staan, omdat we gaan sluiten. Waarom zou deze gemeente ooit vrezen? Wat heeft Hij ooit beloofd, dat Hij niet voor ons gemanifesteerd heeft? Waarom zou u een straf vrezen of een hiernamaals? "Vrees niet! Ik ben Die was, Die is en komen zal. Ik ben de Eerste en de Laatste. Ik heb de sleutels van hel en dood hier bij me." Waarom? "Ik heb overwonnen en veroverde zowel de hel als de dood (dat is zowel het graf als het dodenrijk; de dood zelf, het dodenrijk zelf) voor u. Ik heb het allemaal overwonnen. Ik overwon hel, dood en graf." Toen Hij hier op aarde was, was Hij de enige...

261 Menige man is erop uit getrokken om te veroveren. Wist u dat? Napoleon trok erop uit om de wereld te veroveren en hij deed het. Op drieëndertig jarige leeftijd... Op de leeftijd van zeventien tot vijfentwintig was Napoleon een voorstander van het drankverbod, hij geloofde niet in drinken of dergelijke dingen. Hij ging naar Frankrijk. Hij was geen Fransman. Hij was afkomstig van een eiland en was er heen getrokken om het Frankrijk betaald te zetten, omdat hij er niet van hield, hield niet van Frankrijk. Maar hij was overwonnen. En hij trok erop uit en veroverde Frankrijk en nam de Fransen en veroverde daarmee de wereld. En op drieëndertigjarige leeftijd zette hij zich neer en huilde, omdat er niemand meer was om veroverd te worden, en stierf als een alcoholist, verslagen. Hij kon niet eens zichzelf overwinnen. Ziet u? En vond toen zijn "Waterloo" bij Waterloo, en vond zijn dood te Waterloo. Ik ben daar geweest en zag de oude historische tekenen van de overblijfselen en dergelijke, toen we daarginds in het land waren. Welnu, als wij die overwinnaar nemen; hij begon als een jongeman, nam de verkeerde kant om te overwinnen en hij stierf als een schandvlek.

262 Maar op een keer was er een andere jonge Man in de wereld gekomen, Hij stierf op drieëndertigjarige leeftijd en Hij overwon alles wat er te veroveren was. Toen Hij op aarde was veroverde Hij driften, trots, Hij overwon ziekte, Hij overwon duivels. Toen Hij stierf, overwon Hij de dood. Toen Hij verrees overwon Hij de hel. Hij ging er binnen en overwon alles wat tegen de mensheid werd gehouden en trad de wijnpers van God en verpletterde en overwon dood, hel, graf, ziekte, formaliteiten, enzovoort, en overwon het allemaal en verrees op de derde dag en veroverde alle atmosferen in de lucht en hakte die mist tussen God en mens vaneen en heeft hemel en aarde met elkaar verbonden. Glorie! O my! Oei!

263 Daar staat Hij, de machtige Overwinnaar, sinds Hij de sluier in tweeën scheurde, daar is Hij. "Ik heb de sleutels van dood en hel allebei aan Mijn zijde hangen. Vrees niet." Legde Zijn rechterhand (Zijn kracht) op hem en rees hem op door de kracht van Zijn rechterhand en zei: "Vrees niet, Ik ben Die was en Die is en komen zal. Ik ben de Eerste en de Laatste. Ik ben Die leefde en stierf en weer leeft voor eeuwig. Amen!" O!

Zie! Aanschouw de machtige Overwinnaar,
Zie! Aanschouw Hem in duidelijk zicht,
Daar staat Hij, de machtige overwinnaar,
Sinds Hij de sluier in tweeën scheurde.

264 Amen! Hij hakte elke hindernis van het menselijk wezen af, opdat zij weer verenigd mochten zijn zoals in de Hof van Eden. Nu, de mens... Ik was van plan het in te slikken, maar ik ga het toch zeggen: de mens is almachtig. Dat gelooft u niet, maar hij is het wel. Een mens die zich volledig aan God heeft overgegeven is almachtig. Zei Hij niet in Markus 11:22: "Wat gij ook zegt, en gij twijfelt niet in uw hart, het zal geschieden. U kunt hebben wat u gezegd hebt"?

265 Wat gebeurt er wanneer twee almachtigen elkaar ontmoeten? Wanneer God en mens bijeen komen, twee almachtigen, moet er iets gaan trillen. Wat u ook zegt met die scheppende kracht van Gods almacht, wetend dat Hij het heeft beloofd en Hij het zei in Zijn Woord, het schept een kracht die ginder uitgaat en dingen teweeg brengt, dingen die er niet zijn worden beschouwd alsof ze er zijn, omdat twee almachtigen elkaar ontmoet hebben. Daar staat Hij! O, is Hij niet wonderbaar!

266 Even kijken of we nog meer goede dingen hebben. Het achttiende vers, nu het negentiende vers. Johannes; wat gebeurde er toen hij Zijn aangezicht zag? Het gevolg? Hij viel aan Zijn voeten; hij kon niet meer blijven staan, zijn menselijk leven vloeide uit hem weg. Hij kon niet meer. Hij was een overwinnaar, Hij had reeds overwonnen.

267 Nu geeft Hij een opdracht, en dan gaan we het hoofdstuk beëindigen met dit negentiende vers:

     Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen:

268 We namen het twintigste vers:

     De verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechterhand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten.

269 O! Het is adembenemend, vriend. Zie Hem staan in de soevereiniteit van Zijn Godheid. Hij is de Rechter, de Priester, de Koning, de Arend, het Lam, de Leeuw, de Alfa, de Omega, de Vader, Zoon, Heilige Geest; Hij die was, die is en komen zal. Betrad de wijnpersbak van de gramschap van God en voldeed alles, totdat God aan het kruis zei... Toen Hij Zich oprichtte, zei Hij: "Het is volbracht!" Het behaagde God zo, dat de Geest die Hem had verlaten terugkeerde op Paasmorgen en Hem oppakte en Hem weer liet opstaan voor onze rechtvaardigmaking.

270 Daar keek Johannes op en zag Hem staan met voeten van koper, ogen als vuurvlammen die heen en weer flitsten over de aarde. Daniël zag Hem zevenhonderd jaar daarvóór, in dezelfde positie, hetzelfde, daar stond dezelfde Man, de Oude van dagen en één gelijk de Zoon des mensen met Hem verbonden en heel het oordeel werd Hem toevertrouwd, staande in het witte troon gericht.

271 Wat voor mensen behoorden wij te zijn bij het zien van deze dingen, vrienden? God zegene u, is mijn gebed. Ziet u? Hebt u Hem lief? Gelooft u Hem? Hebt u uw ziel in Hem verankerd?

272 Laten we een moment onze hoofden buigen. Rustig en zacht, terwijl wij zachtjes zingen: "Ik heb mijn ziel geankerd in de haven der rust. Ik zal nooit die ruisende watervallen horen om mijn ziel weg te zenden, maar het zal lieflijke rust tot mijn ziel spreken." Zachtjes nu, eerbiedig, iedereen.

Ik heb mijn ziel geankerd in de haven der rust,
Ik zal de ruwe zee niet meer bevaren;
Hoewel de storm moge woeden over de woeste, stormachtige diepte,
Ben ik in Jezus veilig voor altijd.

Ik heb mijn ziel geankerd in de haven der rust,
Ik zal de ruwe zee niet meer bevaren,
Hoewel de storm moge woeden over de woeste, stormachtige diepte,
Ben ik in Jezus veilig voor altijd.

273

Schijn op mij (Laat de stralen van glorie schijnen, Heer),
Heer, schijn op mij,
Laat het licht van de vuurtoren schijnen op mij;

O, schijn op mij, Heer, schijn op mij,

     (Laten we onze handen opheffen naar Hem.)

Laat het licht van de vuurtoren schijnen op mij.

Te zijn als Jezus (ja, Heer), te zijn als Jezus;
Op aarde verlang ik te zijn als Hij;
Door heel de levensreis, van aarde naar heerlijkheid,
Vraag ik slechts te zijn als Hij.

[Broeder Branham begint het refrein te neuriën – Vert.]

O, wond're Verlosser,
Op aarde verlang ik te zijn als Hij;
Door heel de levensreis, van aarde naar heerlijkheid.
. . . .

274 Zou u graag willen dat Zijn leven in u woonde, Zijn tegenwoordigheid weerkaatsend? Als u het verlangt en u hebt het nog niet, zou u dan willen gaan staan voor gebed, degenen die in gebed gedacht willen worden? God zegene u.

Van Bethlehems kribbe... (Blijf nu gewoon staan, blijf gewoon...)
Kwam een Vreemdeling voort; (u zult een vreemdeling voor de wereld zijn),
Op aarde verlang ik te zijn als Hij;
Door heel de levensreis, van aarde naar heerlijkheid,
Vraag ik slechts te zijn als Hij.

Te zijn als Jezus, te zijn als Jezus; (dat is mijn verlangen)
Op aarde verlang ik te zijn als Hij;
Door heel de levensreis, van aarde naar heerlijkheid,
Vraag ik slechts te zijn als Hij.

[Broeder Branham begint te neuriën – Vert.]

... deemoedig, nederig en bescheiden.

275 Nu, Hemelse Vader, velen staan er die U willen ontvangen. Zij zijn moe van dit rondzwalken, en ze weten niet waar ze heen drijven daar op het levensgetij; en weten, als misschien voor het daglicht aanbreekt het hart zal stilstaan, dan staat de grote waterval voor hun ogen, een meegesleurde ziel. Ze zijn gelijk zichzelf geweest, ze zijn gelijk de wereld geweest, maar ze willen nu zijn gelijk U, Here. Ontvang hen in Uw Koninkrijk, zij zijn de Uwen, Vader, omdat U hun harten kent en de bedoelingen van hun harten.

     U hebt het zo geschreven en met Uw eigen lippen gezegd: "Wie Mijn Woorden hoort en Hem geloven zal die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven." Heer, U hebt ook gezegd: "Zalig degene die leest en degene die de woorden der profetie van dit Boek hoort, want de tijd is nabij." Zij beseffen dat de tijd nabij is. Zij kunnen niet langer heen en weer slingeren, Heer. Werp de reddingslijn uit, trek hen binnen in U, Heer. Mogen zij vanaf vanavond voortgaan en het licht van Jezus Christus weerkaatsen. Ik beveel ze aan U, Vader God, in de Naam van Jezus Christus.

     Mogen zij nederig de Here in de doop volgen, hier in de kerk; bekleed hun leven met de Heilige Geest, zodat zij de rest van hun dagen als Jezus kunnen zijn. Wij vragen het in Zijn Naam.

Te zijn als Jezus, te zijn als...

276 Sommigen van u die dichtbij staan of achter deze mensen zitten, die Christenen zijn, steek hun de hand toe en schud hun hand. Leg uw hand op hen en prijs God voor hun ziel. Onze altaren zijn hier allemaal bezet met kinderen, enzovoort, we kunnen ze niet hier naartoe laten komen.

Door heel de levensreis, van aarde naar heerlijkheid,
Vraag ik slechts te zijn als Hij.

Schijn op mij, o schijn op mij,
Laat het licht van de vuurtoren schijnen op mij;
O schijn op mij, Heer, schijn op mij,
Laat het licht van de vuurtoren schijnen op mij.

277 Voelt u zich werkelijk goed? Voelt u zich niet goed? Bent u niet blij dat u een Christen bent? Schud iemand die naast u zit nu de hand, terwijl we een lied gaan zingen: "We wandelen in het licht", dit heerlijke licht, het licht van de Here Jezus Christus, gemanifesteerd in vlees.

Wij zullen wandelen in het licht, zulk een wonderbaar licht,
't Maakt dat de dauwdruppels van genade schitteren;
Schijn volkomen om ons heen bij dag en bij nacht,
O Jezus, het Licht van de wereld.

278 Zing het, iedereen:

Wij zullen wandelen in het licht, het is een heerlijk licht,
't Maakt dat de dauwdruppels van genade schitteren;
Schijn volkomen om ons heen bij dag en bij nacht,
O Jezus, het Licht van de wereld.

Komt, al gij heiligen van het licht,
Verkondig Jezus, het Licht der wereld;
Dan zullen de klokken des hemels luiden:
O Jezus, het Licht van de wereld.

279 Hef uw hand nu op:

Wij zullen wandelen in het licht, in 't heerlijke licht,
't Maakt dat de dauwdruppels van genade schitteren;
Schijn volkomen om ons heen bij dag en bij nacht,
Jezus, het Licht van de wereld.

Wij zullen blijven wandelen in dit licht, het is zulk een heerlijk licht,
Het maakt dat de dauwdruppels van genade schitteren;
O schijn toch volkomen om ons heen bij dag en bij nacht,
Jezus, Hij is het Licht der wereld.

Wij zullen wandelen in dit licht (Evangelie licht), prachtig licht,
't Maakt dat de dauwdruppels van genade schitteren;
Schijn volkomen om ons heen bij dag en bij nacht,
Jezus, het Licht van de wereld.

280 Destijds, in het begin, met Pinksteren, toen de Heilige Geest op de gemeente viel; de boodschap ging verder naar Smyrna; daar stond Irenaeüs, de grote heilige van God, sprekend in tongen, in de kracht van God, wekte de doden op, genas de zieken. Hij wandelde in het licht. Na hem kwam Columba, de grote krachtige heilige van God. Velen van de andere grote heiligen droegen de boodschap verder, wandelend in het licht, het Evangelielicht, hetzelfde licht dat scheen op de Pinksterdag; Christus die staat temidden van Zijn volk, van die zeven gouden kandelaren die Zijn schittering weerkaatsten gelijk de zon in het heetst van de dag.

281 Hier zijn wij in 1961:

Wij wandelen in dit licht, het is zo'n prachtig licht,
't Maakt dat de dauwdruppels van genade schitteren;
O schijn volkomen om ons heen bij dag en bij nacht,
O Jezus, het Licht van de wereld.

282 Laten we gaan staan:

Wij zullen blijven wandelen in dit licht, het is zo'n prachtig licht,
't Maakt dat de dauwdruppels van genade schitteren;
Schijn volkomen om ons heen bij dag en bij nacht,
Jezus, het Licht van de wereld.

283 Hebt u Hem lief?

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Want, enkel omdat Hij mij eerst lief had,
En mijn verlossing betaalde op Golgotha's kruis.

284 Om nooit meer terug te keren naar de dingen van de wereld. Ik ben dood voor de wereld en de wereld is dood voor mij. Ik wandel alleen in Christus, geleid door de Heilige Geest. Ik heb Hem lief omdat Hij mij lief heeft en Zijn zegeningen op mij laat schijnen en mij de rechterhand van gemeenschap in Zijn koninkrijk heeft aangereikt. Nu zijn wij zonen en dochters van God en het is nog niet zichtbaar wat wij zullen zijn aan het einde; maar we weten dat we een lichaam zullen hebben als Zijn eigen verheerlijkte lichaam, want we zullen Hem zien zoals Hij is.

Dan zullen wij wandelen in het licht, een prachtig licht,
Dat komt waar de dauwdruppels van genade schitteren;
Schijn volkomen om ons heen bij dag en bij nacht,
Jezus, het Licht van de wereld.

285 Hebt u Hem lief? Weet u, nadat de boodschap heeft gehakt, enzovoort, houd ik ervan de mensen in gezang en aanbidding te horen gaan en in de Geest te zingen. Er bestaat niets dat mooier is dan goed ouderwets zingen. Jazeker. Ik houd van goede, ouderwetse Pinksterzang; niet die getrainde stemmen die aanhouden tot ze piepen en blauw in het gezicht worden en niet weten wat ze zingen. Ik heb graag iemand die misschien totaal geen wijs kan houden, maar toch heeft hij een Pinksterzegen ontvangen en nu zingt hij erover. O, hoe heerlijk zijn die melodieuze gezangen van het kruis!

286 Nu ons slotlied:

Neem de Naam van Jezus mede,
Kind van kommer en verdriet;
Het zal u troost en vreugde geven,
Neem hem mee waarheen u gaat.

287 Morgenavond om zeven uur, precies om zeven uur, begint de dienst.

Op de Naam van Jezus buigend,
Val ootmoedig aan Zijn voet,
In de hemel zullen wij Hem tot Koning der koningen kronen,
Wanneer onze reis beëindigd is.

288 Laten we het nu allemaal zingen:

Neem de Naam van Jezus mede,
Kind van kommer en verdriet;
Het zal u troost en vreugde geven,
O, neem hem mee waarheen u gaat.

Dierb're Naam, o hoe lieflijk!
Hoop der aarde en vreugde des hemels;
Dierb're Naam, o hoe zoet! (Hoe zoet!)
Hoop der aarde en vreugde des hemels.

289 We hebben het nu vanavond afgemaakt. Er werd me net gevraagd of er morgenochtend dienst is. Nee, niet morgen, neem morgen een goede rust. Misschien zal ik morgenavond niet in staat zijn die boodschap over te brengen, dus dan zal ik het de volgende dag doen. Telkens als ik niet de complete boodschap kan afmaken, ga ik er de volgende dag mee verder. Maar we hebben dit vastgelegd. Ik geloof dat u allemaal gereed bent voor de gemeente-tijdperken, nietwaar? Goed.

290 Laten we nu onze hoofden buigen terwijl we nu rustig zingen.

Op de Naam van Jezus buigend (iedere tong zal hem belijden),
Val ootmoedig aan Zijn voet,
Koning der koningen zullen we Hem in de hemel kronen,
Wanneer onze reis beëindigd is.

Dierbare Naam, o hoe lieflijk!
Hoop der aarde en vreugde des hemels;
Dierbare Naam, o hoe zoet! (Hoe zoet!)
Hoop der aarde en vreugde des hemels.