Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Het gemeente tijdperk van Efeze

Door William Marrion Branham

     De Here zegene u.

1 Is er iemand hier die rijdt in een Dodge, een nieuwe Dodge, kenteken nr. WX-2129, geparkeerd aan de overkant van de straat? Heeft zijn lichten laten branden, groot licht en al. En degene van wie die auto is, wel, glip naar buiten en draai uw lichten uit. Het is net aan de linkerkant van de straat, aan Eight Street. Ik geloof dat het een nummer van New Albany is, WX-2129. Een rode Dodge, nieuwe Dodge, het is minstens een van '59, '60, of in die buurt. Ik wist niet of er hier binnen iemand was of iemand... van ergens anders. In orde, het was zo. Dat is een goede zaak. Nu ga ik niet zeggen dat alleen dames dit vergeten, want ik doe het ook.

2 Wel, het is zeker goed vanavond weer in de dienst terug te zijn en samen deze fijne tijd van gemeenschap rondom het Woord te hebben. Geniet u ervan? [De samenkomst antwoordt: "Amen." – Vert] Zo is het. We hebben gewoon een geweldige, wonderbare tijd. En wij vertrouwen dat God ons zal helpen verder te gaan.

3 Mijn broer is hier een schoolbord gaan halen, maar het is te laag, het komt niet hoog genoeg. Dus morgen zal ik het hierboven proberen vast te maken, het omhoog schuiven en doe het op die manier... Ik wil wat verschillende dingen uittekenen die ik zou willen verklaren, zodat u precies kunt... dat u zeker bent dat u het werkelijk begrijpt.

4 Er was... Gisteravond, of gisteren was het, dat mijn kleine meid, Sarah... Het was nogal grappig. Moeder en ik bekeken een blaadje papier waarop zij mijn notities had overgeschreven. En zij had alles goed opgeschreven, Jesaja en Mattheüs, enzovoort. En precies aan het einde van het papier had zij: "En de dood... Het graf heeft geen overwinning meer en de vinger [Engels: 'stinger', een verbastering van 'sting' (angel) en 'finger' (vinger) – Vert] van de dood is eruit gerukt." Ze is bijna zeven jaar oud. En dan had zij in plaats van de "Openbaring" [Revelation] "Het boek van revoluties" [revolution] geschreven. Wel, dit laat zien dat zij geïnteresseerd zijn en in ieder geval iets proberen mee te krijgen, is het niet? Ik geloof dat het dochtertje van broeder Collins die daar achteraan zit... Schreven zij "revolutie"? "Dag van revoluties", zegt broeder Neville. Hij is het met haar eens. Ik denk dat wij het allemaal moeten zijn.

5 Wel, wij hebben werkelijk een geweldige tijd. O, de Here is aan het zegenen. Ik ben vanmorgen in de kamer gaan studeren, meteen nadat ik de kinderen naar school had gebracht en ben er zojuist pas uitgekomen. Ik had gewoon een wonderbare tijd. Gisteravond studeerde ik ook tot nogal laat.

6 En ongeveer half drie in de ochtend kwamen er enige mensen uit het noorden. Zij wekten mij om voor een klein meisje te bidden, dat stervende was. En ik ben er zeker van dat de Here haar gezond zal laten worden. Zij kwamen helemaal uit Bedford, Indiana, om gebed te vragen voor het kleine meisje. Twee mannen waren gisteravond in de dienst geweest, die reden daar helemaal heen, toen heel de weg terug, toen helemaal opnieuw terug – waarschijnlijk heel de nacht gereden. Het is dus goed om te weten dat mensen dat soort vertrouwen hebben en God geloven.

7 O, het is een grote dag waarin wij leven. En wij verwachten nu met deze gemeente-tijdperken steeds meer te ontvangen.

8 We proberen iedere avond wat vroeg te beginnen zodat we u vroeg kunnen laten gaan. Vindt u dat beter? Dat zorgt dat de mensen die moeten werken thuis kunnen komen om naar hun werk te kunnen gaan. Gisteravond gingen we ongeveer vijf, of tien minuten over negen uit, of was ik tenminste geëindigd. En we zijn blij alle bezoekende predikers hier vanavond bij ons te hebben. Ik zie broeder Junior Jackson, broeder Carpenter en onze broeder van de kerk daar en vele anderen hier op het podium en in de zaal daar.

9 Mij werd vandaag verteld dat een zeer dierbare vriend van mij, die met me in de zendingsvelden is geweest, broeder en zuster Andrew, helemaal vanuit het binnenland van China, gisteravond in de samenkomst waren. Wat hebben wij samen dit afgelopen jaar een wonderbaarlijke tijd in Jamaica gehad. We hadden een heerlijke tijd, ik was bij hen thuis. En o, het... Ik ben benieuwd of broeder en zuster Andrew hier vanavond in de samenkomst aanwezig zijn. Dit gebouw is niet helemaal goed gebouwd, zodat... Ja, ze zitten helemaal achterin. Ik vraag me af of u zo goed wilt zijn even op te staan, broeder en zuster Andrew. De Here zegene u. We zijn zo blij u te zien, broeder en zuster Andrew. Toen ik daar verleden jaar was nodigde ik hen uit langs te komen.

10 Nu, ik ga het niet zeggen in hun tegenwoordigheid (ik was van plan meer te zeggen, maar ik wil het nu niet doen), maar zij zijn wat ik noem: echte zendelingen. Als zij morgenavond binnenkomen, laat hen hier spreken, vlak voor wij binnenkomen. Ik wil dat u hoort wat een zendingsveld eigenlijk betekent. Toen zij zover in het binnenland waren dat zij zelfs niets hadden om te... Wel, ze zijn... Ik denk dat zij daar jaren en jaren waren en zij hadden al die jaren zelfs nog nooit een auto of trein of iets dergelijks gezien, jarenlang. En hoe de zuster haar brood maakte uit... Hoe zij het kneedde en sloeg. En... Nu, dat is echte zending. Broeder Andrew had een naald en draad en hij was de dokter, hij naaide ze allemaal dicht wanneer men opengereten was. En ik geloof dat als er kinderen kwamen zuster Andrew waarschijnlijk de verloskundige was en broeder Andrew de dokter. Men was van hen afhankelijk.

11 En dan, toen de zendingsposten van Engeland, de Pinkstergenootschappen van Engeland, zeiden dat ze "te oud waren om naar het veld terug te keren"... Ik zal u zeggen op wat voor manier zij zendeling zijn; zij waren niet van plan een behaaglijke stoel te nemen en te gaan zitten; zij gingen regelrecht op hun eentje terug, terug naar Jamaica en bedrijven daar nu zending. Broeder Fred Sothmann en ik hier, hadden het voorrecht naar hun huis te gaan en hen te bezoeken. En wat een heerlijke tijd boden zij ons; zo lieflijk als Christenen maar zouden kunnen zijn. En ik vertel u, dit zeg ik niet om te... Ik geef liever nu een rozeknopje dan een krans nadat zij gestorven zijn. Ik zeg u, ze zijn echte Christenen. Ik vertelde mijn vrouw dat zuster Andrew een van de lieflijkste, fijnste Christelijke vrouwen was die iemand ooit zou kunnen ontmoeten. Ze is gewoon... haar karakter is in Christus gevormd; en dat van broeder Andrew eveneens. Dus zou ik zeker verlangen, indien u ze zojuist hebt zien opstaan, dat heel de gemeente ze een hand geeft en naar hen luistert voor ze weggaan.

12 Nu, morgen, zo de Here wil, zijn we... morgenavond beginnen we aan dit tweede gemeente-tijdperk. Vanavond beginnen we aan het eerste gemeente-tijdperk. Ik weet zeker dat de Here een zegen voor ons in petto heeft.

13 En bedenk, zoals ik al eerder gezegd heb, soms kunnen we het over deze dingen misschien niet eens zijn in zoverre het de theologie betreft. En het merendeel van mijn aantekeningen neem ik uit authentieke geschiedschrijvers, die werkelijk in geen partij geïnteresseerd zijn. Zij schreven gewoon feiten neer, wat de kerken ook deden. En ik... Natuurlijk tracht ik het Goddelijke deel van de interpretatie naar mijn beste weten zelf daarop te plaatsen. En als ik soms een beetje ruw of wat onbezonnen spreek, bedoel ik het niet op die wijze. Iedereen weet dat, die mij kent, dat dit niet mijn bedoeling is. Ik wil gewoon... Maar om een houvast te maken is het net als wanneer u een spijker in een plank slaat. Als u hem er alleen tegenaan tikt zal hij niet houden. U moet hem erin slaan en erop timmeren om hem houvast te geven. En dat probeer ik te doen. Het is niet dat ik probeer het oneens te zijn, want ik spreek voor alle denominaties, enzovoort, dus daar gaat het niet om.

14 Ik zei altijd dat het is zoals het brandmerken van rundvee. Jaren geleden herinner ik me dat ik daar op een dag zat toen men in het voorjaar het vee bijeen dreef, om het vee naar het woud te brengen. En ik hielp met het bijeen drijven van het vee, naar wat men noemde "de omheinde weide", waar het Hereford Genootschap de "Troublesome River"-vallei begraast. Ik zat daar dan met mijn been over de zadelknop bengelend naar de opzichter te kijken, hoe hij dit vee, dat door de omheining gedreven werd, bekeek.

15 Nu behoort men... dan begeef je je op staatseigendom. En je moet in staat zijn een ton hooi te oogsten voor je een koe in de wei mag zetten. En elke veefokkerij produceert zoveel hooi voor zoveel vee; dan kunnen zij ze houden.

16 Nu kwamen zij daar doorheen met allerlei brandmerken op zich. Sommige hadden de "Bar X". De heer Grimes daar precies naast ons had de "Diamond T", een T met aan één kant een diamant. Daar was deze "Lazy K", precies aan de kop van Troublesome River. De onze was de "Turkey Track". Precies beneden ons was de "Tripod". En er gingen allerlei soorten brandmerken door die poort.

17 En ik bemerkte dat de opzichter niet veel aandacht aan die brandmerken schonk. Hij keek er helemaal niet naar. Soms zat het aan de linkerkant van de koe, dus kon hij het merkteken niet hebben gezien. Het was dus niet dat hij het merkteken in de gaten hield. Maar hij overtuigde zich slechts van één ding, dat geen koe daar doorheen ging tenzij die een metalen oormerk had. Het moest een volbloed Hereford wezen, anders kon het niet het woud ingaan. Het brandmerk maakte niet veel uit, maar het ging om het bloedmerk. En ik denk, dat het zo zal zijn bij het oordeel. Het zal niet gaan om welk brandmerk wij dragen, maar Hij zal uitkijken naar het Bloedmerk. "Wanneer Ik het Bloed zie, zal Ik u voorbij gaan." [Broeder Branham praat tegen een broeder over het geluidssysteem – Vert]

18 Nu, we zullen proberen u vanavond opnieuw vroeg uit te laten gaan, om morgenavond terug te kunnen zijn en deze tijdperken te nemen. En ik zeg u dat het mij zwaar valt enkele van die geweldige dingen die langs de kant van de weg liggen achter te houden. Ik probeer ze allemaal in één avond uit te brengen, weet u, dat is zo'n beetje mijn aard. Maar we moeten ons een beetje inhouden, tot elke avond.

19 Net voor we nu het grote Boek gaan openen vraag ik me af of we even een ogenblik zouden kunnen gaan staan om even van houding te veranderen, terwijl we opstaan, zij die kunnen. En laten we nu onze hoofden plechtig buigen voor een woord van gebed.

20 Onze hemelse Vader, wij naderen opnieuw Uw grote heilige troon, komend zonder weifelend geloof, want de reden waarom wij komen is omdat wij zijn uitgenodigd te komen. We zouden niet kunnen zeggen dat wij komen in de naam van een bepaalde kerk of denominatie of in de naam van deze gemeente, of in onze eigen naam, omdat wij er dan niet zeker van zouden zijn of wij deze audiëntie bij God zouden krijgen of niet. Maar als Jezus ons heeft verteld: "Indien u de Vader iets in Mijn Naam vraagt, zal Ik het doen", dan weten wij als we komen in Jezus' Naam, dat U ons zult horen, Vader.

21 We zijn zo blij als wij lezen van de martelaren uit voorbij gegane dagen, hoe zij hun getuigenis met hun eigen bloed verzegeld hebben. Dan, Vader, laat het ons voelen dat wij zo weinig doen in déze dag. En ik bid U, Heer, dat U onze onachtzaamheid, zoals wij zijn omtrent Uw zaak, wilt vergeven. En wij bidden dat U ons opnieuw wilt zalven wanneer we lezen uit Uw Woord en het lijden zien dat in voorbij gegane dagen teweeg gebracht werd om de lijst van heiligen van deze heerlijke verloste gemeente van de levende God te vormen.

22 Ik bid U, hemelse Vader, vanavond door ons te spreken, omdat wij niet weten wat te zeggen; wij wachten en vragen dit gebed hier, omdat wij in de tegenwoordigheid van God in Zijn gemeente zijn en wij vragen dat de Heilige Geest die op deze mensen is, Zijn krachten vanavond wil verenigen en het Evangelie in elk hart zal voort vibreren, opdat het ons een nieuwe positie en een nieuwe hoop zal geven voor het tijdperk dat aanbreekt. Sta het toe, Heer, want wij zien de knoppen van de vijgeboom uitbotten en Israël een natie worden en de dagen van de heidenen wegebben en geteld; en wij kijken uit naar de komst van de grote Verlosser, onze Here Jezus Christus.

23 Wandel in ons midden, Heer, gelijk vanavond werd gezegd: "U wandelt in het midden van de armen der kandelaar." Wandel vanavond dan in ons midden, Heer. Waarschuw onze harten voor het kwaad dat in het vooruitzicht ligt en schenk ons begrip van Uw Woord, want we vragen het in Jezus' Naam. Amen. (U kunt gaan zitten.)

24 Welnu, zoals ik gezegd heb, iedere dag probeer ik zoveel mogelijk van de tijden, plaatsen, enzovoort, op papier geschreven te hebben, omdat het een historische gebeurtenis is die wij benaderen. Het is geschiedenis geweest en we zijn nu zover gekomen het ook vorm te geven naar de tijd.

25 Zondagmorgen en zondagmiddag... of zondagavond liever, hadden wij een glorieuze tijd. Daar ben ik zeker van. Ik had het zelf ook. En van de Openbaring...

26 Wat bestuderen wij nu? De Openbaring van Jezus Christus. En wat zagen wij? Dat God de openbaring toonde en wie Hij was. Het eerste dat wij bemerken, van alle openbaringen, is dat God bekend maakte, wie Hij was. Dat Jezus geen derde persoon van een drieëenheid was, Hij was de volledige drieëenheid. Hij was zowel Vader als Zoon en Heilige Geest. En dat was de openbaring. In ditzelfde hoofdstuk werd er vier keer van gesproken dat Hij de Almachtige God was; Hij die was, die is en komen zal; de Wortel en Scheut van David.

27 Nu vinden we dan uit dat wij in deze dingen de hele zaak zullen proberen op te helderen, omdat ik niet weet wanneer we het ooit weer zullen horen, misschien nooit meer, tot er geen tijd meer zal zijn en deze overgaat in de eeuwigheid. En nu, zoals ik al zei, kunnen misschien vele broeders, leraars, veel bekwamer zijn om dit te bespreken dan ik, die er waarschijnlijk een betere verklaring erbij zouden krijgen. Maar God heeft het op mijn hart gelegd om het te doen en ik zou daarom een huichelaar zijn als ik niet precies zei wat ik dacht dat juist was. Ziet u? Dus wil ik te allen tijde altijd onbezwaard voor God staan, dat "ik niet geschuwd heb", zoals Paulus zei, "u dag en nacht onder tranen te waarschuwen", opdat de gemeente stand mocht houden. Als er dan iemand verloren gaat, is het bloed niet op mijn handen, omdat ik vrij wil zijn van enig menselijk bloed op die tijd. Dus als u verschilt, wel, dat is gewoon op een prettige, vriendelijke manier, dat zal gewoon in orde zijn. Maar misschien wil de Here iets openbaren dat ons allemaal gezamenlijk zal helpen.

28 Nu, allereerst zien we dat Hij Zichzelf openbaarde. Nu begrijpen we wie Hij was.

29 Nu, verder, zoals ik die aanhaling deed omtrent de besprenkeling en doop in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest", wat een Katholieke doop is en geen Protestantse of een Nieuw-Testamentische doop, ik hoop dat ik dit duidelijk gemaakt heb. En ik heb gevraagd, ieder die een tekst uit de Schrift zou willen tonen waar ooit iemand in de Bijbel gedoopt werd – of tot aan het Concilie van Laodicéa [Nicéa – Vert], waar men de Katholieke kerk oprichtte – waar ooit iemand gedoopt werd in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest", om me het alstublieft te laten zien; en dan zal ik op mijn rug laten plaatsen: "een valse profeet" en door de straten gaan. Nu ik opper dit zo, niet om hard te zijn, maar enkel om u te tonen dat het de waarheid is. Begrijpt u?

30 Nu. Dan openbaart de Bijbel Hem hier, dat Hij de almachtige God is, vlees onder ons. Zie? Geen Vader, Zoon, Heilige Geest; het zijn geen drie goden of één God in drieën gehakt. Het is één God die werkt in drie functies: het Vaderschap, Zoonschap en de Heilige Geest. God die neerdaalde van de Hof van Eden om Zijn weg terug te banen en in mensenharten te leven, om weer met Hem zonen en dochters van God te zijn. God boven ons, God met ons, God in ons. Dat is het verschil. Ziet u ?

31 Die dingen nu... de Bijbel openbaart dat en heeft het in het eerste hoofdstuk van Openbaring grondig gezegd; wat het enige Boek in de Bijbel is (in het Nieuwe Testament, de hele canon van het Nieuwe Testament), het is het enige Boek waarop Jezus Zijn eigen zegel drukte. En Hij zei in het begin ervan: "Zalig is hij die leest en die hoort." En aan het einde zei Hij: "Wie hier van af zal doen of iets aan zal toevoegen, van diegene zal zijn deel uit het boek des levens worden weggenomen." Dus is het een vloek voor een ieder om iets weg te nemen. Dit is de volledige openbaring van Jezus Christus. Dus als wij Hem drie maken, weet u wat er gebeurd is. Ziet u, uw naam gaat eruit.

32 En niet één, geen Protestant, geen vroegere kerk heeft ooit geloofd in drie goden. Het was een groot geschilpunt op het Concilie van Nicéa en beide partijen gingen, zo gezegd, een kant op. De belijders van de drieëenheidsleer, de drieëenheidsmensen die geloofden in de drievuldigheid, die zich tenslotte vormden tot de Katholieke kerk, gingen over in volledige drieëenheid en maakten God tot "drie" mensen. En de anderen geloofden dat God "één" was en zij helden over naar de andere kant, die van de unitariër. Beiden zijn verkeerd. God kan niet...

33 Jezus zou niet Zijn eigen Vader kunnen zijn; evenmin kan Jezus een vader hebben en Hem drie goden laten zijn. Het zou niet werken. Want als Hij een vader heeft en een vader is een andere man naast Hem, dan had Hij... en de Heilige Geest is nog een ander, is Hij een onwettig kind. De Bijbel zei dat de Heilige Geest Zijn Vader was. En als wij de Heilige Geest hebben, dan is het niet de Heilige Geest, het is de Vader in ons in de naam van de Heilige Geest, die deze functie in ons gebruikt, omdat het eens in een mens was, de Geest genaamd, die terugkwam en nu in ons is, dezelfde Jehova God. Begrijpt u?

34 Er zijn geen drie goden. Drie goden is heidendom en heidens en het werd overgebracht uit... En als u gedurende de week blijft komen en geen vooroordeel hebt, maar oplet, de geschiedenis neemt... Neem dezelfde geschiedenissen die ik neem of welke geschiedenis dan ook, laat het ons weten. Alle geschiedkundige boeken komen overeen. Die geschiedschrijvers hebben niets te maken met enige richting, ze zijn alleen geïnteresseerd in geconstateerde feiten, wat er is gebeurd. En let nauwkeurig op hoe die zaak binnensloop door Luther en naar buiten kwam door Wesley, en dan in de laatste dagen wordt ontmaskerd, de doop in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest". Let op waar het in de Katholieke kerk komt, in de Middeleeuwen, verder gaat door Luther en verder door Wesley, maar tussen Wesley en Laodicéa aan het einde, zou het ontmaskerd worden. Dat is juist. Welnu, dit is allemaal geschiedenis en niet alleen geschiedenis, maar het is de Bijbel.

35 Vanavond benaderen we de zeven gemeente-tijdperken, welke zeven gemeenten waren die in Klein-Azië lagen in de tijd dat het boek geschreven werd. Deze gemeenten uit die tijd moeten die karakteristieken hebben gehad van de gemeente-tijdperken die zouden komen, want er waren meer gemeenten dan die – de gemeente van Kolosse en vele andere – in die tijd, maar God koos deze gemeenten vanwege hun karakteristieken.

36 Nu zien we dat Hij, die in het midden van de zeven gouden kandelaren staat, zeven sterren in Zijn hand had. En die zeven sterren, zei Hij in het twintigste vers van het eerste hoofdstuk, zijn de zeven engelen aan de zeven gemeenten.

37 Welnu, in de Bijbel begreep men deze Openbaring niet. Want wat voor goed zou het hun doen te waken en te wachten als zij wisten dat het duizenden jaren zou duren voor Jezus kwam? Het was hun niet gegeven.

38 En ik zeg hierop aan u mensen hier, u Katholieken, u Lutheranen, u Methodisten, enzovoort, het licht dat vandaag op het Woord schijnt was niet aan Maarten Luther gegeven, noch was het John Wesley gegeven. John Wesley predikte heiliging waar Luther aan voorbij ging. En het licht komt naarmate wij licht nodig hebben. God zegt het, en het is niet voor ons toegankelijk gemaakt omdat het voor onze ogen verborgen wordt gehouden tot de dag dat God het kan openbaren. Ik vraag me af wat het wezen zal nadat wij vertrokken zijn? Ja, ik ben verzekerd dat er nog zeer veel meer is waar wij niets over weten. Dat is waar. Er zijn zeven zegels, als we alleen het volledige boek van Openbaring nemen, dat aan de buitenkant van het boek verzegeld is. Het is zelfs niet in het boek geschreven. En die zegels moeten geopend worden tijdens dit gemeente-tijdperk en de zeven laatste geheimenissen van God zullen bekend gemaakt moeten worden. O, ik zou graag heel de winter erbij willen blijven om het door te nemen. Jazeker! De zeven gemeente-tijdperken...

39 Gelijk Daniël de zeven donders hoorde en werd verboden... en Johannes de stemmen hoorde en dit boek verzegeld werd. En de achterkant van het boek was verzegeld met zeven zegels; maar in de dagen dat deze zegels geopend moesten worden, zou het geheimenis van God voleindigd worden. Met andere woorden, God zou bekend worden aan Zijn gemeente; niet in drie mensen, maar als één Persoon. "Het geheimenis van God zou geopenbaard worden", en wanneer dat volledig geopenbaard werd, dàn zouden de zeven geheimenissen zich openen aan de gemeente, omdat de gemeente daarbij zou leven onder de inspiratie van de Heilige Geest, Hij die in en uit beweegt en de tekenen dat Hij leeft en in ons midden is laat zien, levend onder ons. En wij aanbidden dan de levende Christus die in ons midden is.

40 Kijk nooit uit naar grote kerken en grote dingen. Wanneer wij komen tot aan dit Pinkstertijdperk, zult u zeker zien waar zij verkeerd zijn gegaan. De gemeente Laodicéa betekent: rijk, heeft niets nodig, en is naakt, ellendig, blind, jammerlijk en ze weten het niet. Zie? Zij gingen achter veel geld en gebouwen aan en al het andere.

41 Terwijl de gemeente altijd het uitvaagsel van de aarde (voor de wereld) is geweest, gehaat door alle mensen, uitgeworpen, in sloppen, overal kunnen ze wonen. Lees Hebreeën 11 en neem de laatste zes of acht verzen ervan; hoe zij rondzwierven in woestijnen, en schaapshuiden en geitenvellen droegen en behoeftig waren en gekweld en gemarteld werden. Die mensen daar, hoe zal ons getuigenis standhouden tegenover het hunne in de oordeelsdag? Ziet u, die mensen in die dag.

42 Nu in dit gemeente-tijdperk... we hebben zeven gemeenten. Nu, ik wil het uitgebeeld krijgen. Ik denk niet dat u het van hier af kunt zien, misschien dat sommigen van u het zouden kunnen, ik betwijfel het zeer, maar ik zal het proberen... het zeven gemeente-tijdperken te maken. (Ik weet dat u hier beneden het niet zou kunnen zien.) Ik zal het in mijn hand houden zodat u het begrijpt.

43 Het begint... de gemeente begon op Pinksteren. Zou iemand dat kunnen ontkennen? Zeker niet! De gemeente begint bij Pinksteren met een pinksterzegen en werd door Jezus Christus verordineerd voort te gaan tot de laatste dag, met dezelfde boodschap en dezelfde zegen in hen werkend. Zijn laatste opdracht aan Zijn gemeente was, Markus 16: "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie... Deze tekenen zullen de gelovigen volgen." Nu, tot waar ergens? "In de gehele wereld." Aan wie? "Elke creatuur." Zwart, bruin, geel, wit, welk schepsel het ook was. "Predikt het Evangelie aan elk schepsel." "Deze tekenen zullen de gelovigen volgen." Nu, vanavond zullen we het benaderen en we beginnen er vanavond gewoon aan te snijden; we snijden er elke avond een grotere plak vanaf, tot we komen aan ons eigen gemeente-tijdperk. We zien dat dit Zijn opdracht was.

44 Het eerste gemeente-tijdperk was de gemeente van Efeze. Het tweede gemeente-tijdperk was Smyrna. Het derde was Pergamus. Het vierde was Thyatire. Het vijfde was Sardis. En het zesde was Filadelfia. En het zevende gemeente-tijdperk was Laodicéa.

45 Het eerste gemeente-tijdperk begon ongeveer AD 53, toen Paulus de gemeente stichtte in Efeze. Op zijn zendingsreis stichtte hij de gemeente in Efeze, de gemeente van Efeze, en hij was er de herder van, tot hij in 66 onthoofd werd, wat hem ongeveer tweeëntwintig jaar herder van de Efeze gemeente deed zijn. Na zijn dood wordt ons dan verteld dat Paulus... of dat de godzalige Johannes de herder van de gemeente werd en het voortzette tot in dit tijdperk, en het gemeente-tijdperk duurt voort tot 170.

46 Dan na het Efeze gemeente-tijdperk, AD 53 – AD 170, kwam het Smyrna gemeente-tijdperk, dat duurde van AD 170 tot AD 312. Dan treedt het Pergamus gemeente-tijdperk in, van 312 tot AD 606. Dan treedt het Thyatire gemeente-tijdperk binnen in 606 dat doorloopt tot 1520, de Middeleeuwen. Vervolgens begint het Sardis gemeente-tijdperk in 1520, dat duurt tot 1750, het Lutherse tijdperk. Dan komt van 1750 het volgende tijdperk van Filadelfia binnen, het Wesleyaanse tijdperk, dat begon in 1750 en duurde tot 1906. En in 1906 komt het Laodicéa gemeente-tijdperk naar voren en ik weet niet wanneer het zal eindigen, maar ik voorzeg dat het tegen 1977 voorbij zal zijn. Ik voorzeg, de Here vertelde het mij niet, maar ik voorzeg het overeenkomstig een visioen dat mij enige jaren geleden getoond werd, waarvan vijf van die dingen (van de zeven) reeds hebben plaats gevonden.

47 Omtrent... Hoevelen herinneren zich dit visioen, hier in de gemeente? Zeker. Het sprak ervan hoe dat zelfs Kennedy gekozen zou worden in deze laatste verkiezingen. Hoe dat vrouwen zou worden toegestaan te stemmen. Hoe dat Roosevelt de wereld tot oorlog zou leiden. Hoe Mussolini zich tegen Ethiopië zou keren, zijn eerste invasie, en het zou innemen. Dat zou het einde zijn, hij zou daarna doodgaan. Hoe deze grote "ismen" zouden oprijzen en allemaal terugvallen in het communisme: Hitlerisme en Mussolini en Nazisme, enzovoort, het zou allemaal verdwijnen in het communisme. En elf jaar tevoren werd gezegd dat wij een oorlog zouden aangaan met Duitsland en Duitsland zou zich versterken achter beton, de Maginotlinie. Het gebeurde precies zo. Dan werd gezegd dat het daarna tot een plaats zou komen dat het geschieden zou dat de wetenschap zo geweldig zou toenemen tot zij een auto zouden uitvinden... De auto's zouden steeds meer eivormig gaan worden. En dit visioen werd precies hier verteld waar nu de "Kerk van Christus" staat, in het oude weeshuis. Charlie Kern, misschien in het gebouw vanavond, woonde indertijd in dat huis. Op een zondagmorgen om ongeveer zeven uur gebeurde het. Daarin werd gezegd dat het zou gaan geschieden dat men een auto zou uitvinden waarin men geen stuurwiel nodig had, het zou bestuurd worden door één of andere kracht. Zij hebben die nu. Zij hebben het nu, een magnetische kracht, bestuurd door radar. Men hoeft zelfs niet... Richt uw radar maar naar waar u heen wilt, het brengt u er vanzelf, u hoeft niet te sturen.

48 Nu, er werd in gezegd dat in die tijd een voorname vrouw zou opstaan in de Verenigde Staten. En zij was prachtig gekleed, maar zij was wreed van hart. En ik heb een tussenzin bij het visioen, het papier is zelfs vergeeld waarop staat: "misschien de Katholieke kerk". En de vrouwen die toegestaan waren te stemmen zouden de verkeerde persoon helpen kiezen voor deze natie. En dat deden zij precies. Hij zei: "Dat zou het begin zijn."

49 Nog een ander ding werd gezegd, dat... Dan onmiddellijk daarna zag ik deze natie een smeulende rookwolk worden, gewoon in stukken geblazen. Welnu, als deze dingen geschied zijn, zal dit andere evenzo geschieden. We zijn zover. Daarom ben ik hier vanavond om te proberen dit uit te brengen en het voor deze mensen in Jeffersonville te plaatsen, omdat ik me tamelijk spoedig weer klaar maak om de zendingsvelden in te trekken en niet weet op welke tijd ik weggeroepen kan worden of weggenomen. Ik... we weten het niet. En ik wil er zeker van zijn dat ik de gemeente het uur laat weten waarin we leven, omdat de almachtige God mij ervoor verantwoordelijk zal houden.

50 Nu, elk van deze gemeenten had, overeenkomstig de Schrift, een engel. En de engel was een... Hoevelen weten wat een engel betekent? Het is een "boodschapper", een boodschapper. En er waren zeven engelen aan de zeven gemeenten, het betekende "zeven boodschappers". En zij waren sterren in Zijn hand. En in Zijn hand waren deze twaalf... deze zeven sterren om het licht van Zijn aanwezigheid, gedurende de nacht waarin we leven, te weerkaatsen. Zoals de sterren de zon weerkaatsen naar de aarde; ze brengen licht zodat we 's avonds kunnen lopen om onze weg te vinden.

51 Nu zien we dan dat elk van deze engelen, gedurende die tijd een positie en een plaats had. En broeders, omdat wij deze engel van de eerste gemeente kennen, gaan we er vanavond niet op in, maar het zal een mysterieuze en glorieuze zaak zijn de engelen van die andere gemeenten te ontdekken en voor uw ogen op te zien lichten uit de geschiedenis. De engel van de eerste gemeente was Paulus. Hij grondvestte die, Gods boodschapper. De engel van de gemeente van Efeze was Paulus, De gemeente... Nu, de reden dat ik...

52 Nu, die anderen, u mocht er misschien mee verschillen, maar ik heb daar dagenlang onder inspiratie gezeten tot ik voelde dat de Heilige Geest mij aanraakte en mij ervoor zalfde. Daarom weet ik het. En beschouw deze mannen die eruit gekozen zijn, als u een geschiedkundige bent; dezelfde mannen die ik hier heb en waarvan ik door openbaring weet dat zij de engelen aan de gemeente waren, die hadden dezelfde bediening als diegenen in het begin. En die bediening kan niet veranderen, het moet heel de weg door pinksteren blijven.

53 Nu zullen geschiedkundigen die hier zitten met mij verschillen omtrent deze man; maar voor de gemeente van Smyrna is het Irenaeüs, waarvan ik weet dat hij de engel van die dag was. Polycarpus, velen van u zullen zeggen dat het eerder Polycarpus was; u zegt dat hij het was. Maar Polycarpus helde meer over naar de organisatie en naar de Katholieke, opkomende religie. Maar Irenaeüs was een man die in tongen sprak en de kracht van God bezat en tekenen volgden hem. Hij was Gods engel-licht en hij droeg het licht verder nadat Polycarpus gekruisigd of vermoord was, door sluipmoord; Irenaeüs was een van zijn leerlingen en Polycarpus was een leerling van Johannes. Vervolgens nam Irenaeüs zijn plaats in en bracht hij het licht.

54 En de engel van het licht van Pergamus was de geweldige Martinus. Ik geloof niet dat er buiten Jezus Christus ooit een groter man op aarde geleefd heeft dan Martinus. Kracht? De beul kwam naar hem toe om zijn hoofd af te hakken (hij geloofde in tekenen en wonderen en de pinksterzegening), en toen zij het wilden uitvoeren – zij waren van plan hem te vermoorden – trok hij zijn mantel naar achteren en strekte zijn nek naar hen uit. En toen de beul het zwaard trok om zijn hoofd af te houwen, sloeg de kracht van God hem compleet achterover en hij kroop op zijn knieën om hem om vergeving te vragen. Amen. Hij was een engel aan de gemeente.

55 Andere dingen, kijk hoe hij... Een van zijn broeders werd opgehangen en hij was op weg om hem te zoeken om te zien wat er gebeurd was. Toen hij daar aankwam hadden zij hem inderdaad opgehangen. Hij lag lang uitgestrekt, dood, zijn ogen puilden uit zijn hoofd. Hij liep op hem af, viel neer op zijn knieën en spreidde zijn lichaam over hem uit, een uur lang, terwijl hij tot God bad. En de kracht van God kwam op de man en hij stond op; hij nam hem bij de hand en wandelde zo met hem weg. Dat is geschiedenis, zoals George Washington, Abraham Lincoln of wie meer. Het is geschiedenis.

56 Jazeker! Martinus was de engel aan de gemeente van Pergamus, wat de gemeente was die hen daarna uithuwelijkte aan het Katholicisme.

57 De engel van de gemeente van Thyatire was Columba.

58 De engel van de gemeente van Sardis, de dode gemeente... Het woord Sardis betekent dood. Verscheen met een naam, die niet Zijn naam was, maar gij hebt de naam dat gij leeft, doch zijt dood. Let op hoe zij in die dag deze doop uitbrachten. Ziet u, ze kwam daaruit. De engel van de gemeente van Sardis was Maarten Luther, de eerste hervormer.

59 De engel van de gemeente van Filadelfia was John Wesley, de boodschapper.

60 En de engel van de gemeente van Laodicéa is nog niet bekend. Het zal op een dag bekend zijn, maar wellicht is hij... op aarde. "Wie een oor heeft..." [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... weet dat dit het tijdperk is waarin wij leven. God zal erover beslissen.

61 Welnu, merk nu op, we zullen nu tot de Schrift komen, terug naar het eerste gemeente-tijdperk. Nu, ik zou graag... ik heb hier enkele dingetjes opgeschreven, waarvan ik zou willen dat u er nauwkeurig naar luistert.

62 De eerste gemeente, de gemeente van Efeze, de werken van de gemeente, waarom God hen veroordeelde, waren werken zonder liefde. Hun beloning was de boom des levens.

63 De gemeente van Smyrna was een vervolgde gemeente die door verdrukkingen heen ging. Hun beloning was de kroon des levens.

64 De derde gemeente, Pergamus, het tijdperk van valse leer, Satans leugen, en de grondvesting van de pauselijke heerschappij, het huwelijk tussen kerk en staat. De beloning was verborgen manna en een witte steen.

65 De gemeente van Thyatire was de gemeente van de pauselijke verleidingen, de Middeleeuwen. De beloning was macht en heerschappij over de naties, en de Morgenster. Dat is de kleine minderheid die er doorheen kwam.

66 De gemeente van Sardis was het reformatie-tijdperk, het grote zendings... of niet zending, maar de verborgen namen, zij hadden hun eigen namen. En de beloning was een wit gewaad en de naam in het boek des levens (die in het oordeel moeten komen). Wij spraken daar onlangs over, het boek des levens; u moet geoordeeld worden uit het boek des levens. De heiligen worden veranderd en opgenomen zonder dat oordeel; zij gaan daar niet heen.

67 Het gemeente-tijdperk van Filadelfia was het tijdperk van broederlijke liefde, het tijdperk van de grote opdracht en het grote zendingstijdperk, de geopende deur. En de beloning was een pilaar. Het openbaren van de namen van God moest in dit tijdperk plaats vinden toen het uitstierf rond 1906. Goed.

68 Het tijdperk van Laodicéa was de lauwe gemeente, rijk, in goederen toegenomen, aan geen ding gebrek; maar was ellendig, arm, blind, jammerlijk en naakt. En de beloning was om op de troon te zitten met de Here, voor degenen die overwonnen in dat tijdperk.

69 Om vanavond te verklaren, om u vanavond wat over de dienst te laten zien, gaan we het tweede hoofdstuk nemen, het eerste gemeente-tijdperk.

70 Hij is geopenbaard en we weten wie Hij is, Hij is God!

71 Het gemeente-tijdperk begint, zoals ik al zei, omtrent 53 tot 170. (a) De stad Efeze, één van de drie grootste steden van Azië, wordt vaak de derde stad van het Christelijk geloof genoemd. (De eerste was Jeruzalem; de tweede Antiochië; de derde Efeze.) (c) Een stad van enorme handel en verkeer. (e) Het bestuur was Romeins. (f) De taal was Grieks. Geschiedkundigen geloven dat Johannes, Maria, Petrus, Andreas en Filippus daar allemaal begraven werden. En Efeze was bekend om haar schoonheid.

72 Christendom in Efeze was waar de Joden woonden, te Efeze. En het werd ongeveer AD 53 of 55 gevestigd. Christendom werd daar door Paulus geplant. Later bracht Paulus drie jaar in Efeze door. Paulus' onderwijzing oefende grote invloed uit op de gelovigen in Efeze. Vervolgens was Timotheüs de eerste opziener van de gemeente te Efeze. Paulus schreef aan de gemeente te Efeze. In Paulus' tijd was het een hele goede gemeente.

73 Efeze betekent... de naam Efeze betekent: "laat gaan, ontspan, teruggevallen." Door God genoemd: "De teruggevallen gemeente." God erkende eerst hun werken, hun arbeid en hun geduld. Dan berispte God hun leven, dat zij hun eerste liefde verlieten, of terugvielen en niet langer het licht droegen. Efeze was geen misleide gemeente, ze faalde zelf door niet verder te gaan in volmaakte liefde.

74 Samenvatting van Efeze's vruchten: zonder liefde, leidde tot afvalligheid. De beloften: het paradijs beloofd aan de overwinnaar van de heiligen van Efeze in het gemeente-tijdperk, gegeven aan de boom des levens.

75 Hier is iets moois. De boom des levens wordt drie keer in Genesis en drie keer in Openbaring genoemd. De eerste keer dat deze in Genesis werd genoemd was in Eden en Christus was de boom. De drie keren dat deze in Openbaring werd genoemd was het Christus in het paradijs. O, dit is kostelijk! De Here zegene u.

76 Nu beginnen we aan het eerste hoofdstuk van Efeze... of het eerste vers van het tweede hoofdstuk, de gemeente van Efeze.

     Schrijf aan de engel der gemeente van Efeze: Dit zegt Hij, Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die in het midden van de zeven gouden kandelaren wandelt:

77 Johannes is de boodschapper uit die tijd. Jezus Christus wandelde temidden van die zeven gouden kandelaren, de almachtige God. Wat doet Hij? Hij zei niet dat Hij in één kandelaar wandelde. Hij wandelde temidden van alle. Wat duidt dat aan? Dat Hij dezelfde God is, gisteren, heden en voor immer in elk gemeente-tijdperk, voor elke gelovige. Hij komt met de Heilige Geest naar elk tijdperk tot elke persoon; Dezelfde, gisteren, vandaag en voor immer.

78 "Die in Zijn rechterhand houdt." Rechterhand betekent: Zijn "autoriteit en kracht". In Zijn rechterhand houdend (onder controle) de zeven boodschappers aan de zeven gemeente-tijdperken. O, daar houd ik van. Kijk Hem rondwandelen door die zeven gemeente-tijdperken, de Christus, Zich bekendmakend aan Zijn volk door deze Middeleeuwen, door elk tijdperk; terwijl de kerk formeel en weggetrokken werd en sommigen gingen de ene kant en sommigen de andere kant op, maar die kleine minderheid van de gemeente bleef volhouden en Christus werkte met hen mede, Zijn Woord bevestigend; leidt ze er dwars doorheen.

79 Het is zo gemakkelijk te zien hoe we gekregen hebben wat we vandaag hebben, wanneer je dit begint te bestuderen. Welnu, in het begin... Ik denk dat u dit allen zo hoog kunt zien. [Broeder Branham illustreert op het tekenbord – Vert] Hier is één gemeente-tijdperk, dat is Pinksteren. Het tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende gemeente-tijdperk. Als u dit nu heel nauwkeurig wilt opmerken, de gemeente begint op Pinksteren. Hoevelen geloven dat? Ziet u wat er op Pinksteren gebeurde? Dan bezien we de gemeente terwijl ze verder trekt. Het begint een beetje meer te verflauwen, een beetje verder, een beetje verder; nog een klein beetje, steeds meer verdwijnt de echte ware gemeente.

80 Nu, de Christus... het geeft niet hoe klein de gemeente is: "Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar zal Ik in hun midden zijn." Wanneer zij in wàt vergaderen? In de naam van de Methodist? Naam van de Baptist? Naam van de Pinkstermensen? In de Naam van Jezus! Waar twee of drie vergaderd zijn, het geeft niet hoe weinig er zijn. En, zei Hij, ze zullen zo gering zijn in de laatste dagen dat Hij snel zou moeten komen en het werk verkorten anders zou er geen vlees worden behouden voor de opname. "Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn!"

81 Nu, de eerste rondwandeling, de apostelen. Nu zien we dat dit het begin is, Pinksteren. Hij wandelt rond, dezelfde grote God. Dezelfde grote tekenen moesten plaats vinden door al die tijdperken heen, omdat Hij wandelde temidden van elk tijdperk. Wat zegende Hij? Zijn mensen die in Zijn Naam vergaderd zijn.

82 Ik wil dat u dit in het oog houdt terwijl we de gemeente doorlopen. Deze gemeente had Jezus' Naam. En Deze gemeente had Jezus' Naam. En Deze gemeente had Jezus' Naam. Maar deze gemeente verloor Hem. Deze gemeente komt tevoorschijn, het Lutherse tijdperk, met "een naam dat gij leeft, maar gij zijt dood." En gaat regelrecht verder tot het einde van dit tijdperk; en tussen dit tijdperk en dat tijdperk is een geopende deur geplaatst die opnieuw die Naam terugbrengt in de gemeente. Let nu op en kijk of dat de waarheid is nadat we het hier in de Schrift krijgen. Daar tussen de tijdperken...

83 Morgenavond zal ik proberen dit hier geplaatst te hebben zodat we het allemaal kunnen zien. En ik zal hier misschien morgenmiddag komen om enige schetsen te tekenen waarover ik tot u wil spreken. En als iemand van u de geschiedenissen heeft, breng ze mee. Of maak notities en ga naar de bibliotheek of zoiets en haal de geschiedenis erbij en lees het en zie of dit juist is.

84 Het eerste vers nu. Wat doet Hij? Hij begroet hen.

     ... aan de engel der gemeente van Efeze:... (aan Johannes.) Schrijf deze dingen, zegt Hij, Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die in het midden van de zeven gouden kandelaren wandelt: (Het is een groet.)

85 Nu, het tweede en het derde vers, Hij prijst hen:

     Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt verdragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die voorgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden;

86 Kijk, die afvalligheid was reeds binnengekomen, in dit eerste tijdperk. Het begon daar reeds, omdat de uitverkoren en ware gemeente die de beginselen van de Bijbel wilde bewaren en die de Woorden die Jezus in Zijn getuigenis sprak wilde behouden... zij waren al begonnen af te wijken. Iets ging gebeuren en er waren valse leraars opgerezen, mensen die verkeerd onderwezen, tegengesteld aan de Schrift, en probeerden iets binnen te brengen of iets toe te voegen.

87 Dat is de reden waarom Hij deze openbaring aan de gemeente gaf en zei: "Wie afneemt of toevoegt, zijn deel zal worden afgenomen uit het boek des levens." Dat betekent verloren, broeder! Knoei niet met Gods Woord! Het geeft niet wie het zeer doet of wat het treft, zeg het toch gewoon. Gewoon zoals het daar geschreven staat, dat is de manier. We hebben niet een groot "iets anders" nodig, we hebben geen priester of iets dergelijks nodig om het voor ons te verklaren. God, de Heilige Geest, is de uitlegger. Hij geeft de verklaring.

88 Nu, als u hebt opgemerkt, zich afkerend van de kwaden en de valse profeten ontdekt hebbende, nadat ze vals bewezen waren te zijn, die een vorm van godsvrucht hebben... Ziet u hoe de gemeente formeel begint te geraken in die tijd? Zij beginnen als het ware de mensen die onder de inspiratie van de Heilige Geest zijn, af te breken, beginnen te veroorzaken dat mensen gekheid over hen maken.

89 Zei Jezus niet: "Zalig zijt gij als ge wordt vervolgd om de gerechtigheid?" Hij heeft nooit gezegd om formeel te gaan worden. Hij zei: "Verheugt u en weest uitermate blij, want zij hebben de profeten die voor u waren vervolgd." Dat zei Hij in de zaligsprekingen in Mattheüs 5: "Zalig zijt gij!" Ja, om mensen te hebben die gekheid over u maken omdat u de Here Jezus liefhebt is een zegen, alleen al dat zij dit doen. Wanneer zij u vervloeken, brengen zij Gods zegeningen op u. Het kaatst op hen terug, zoals indertijd op Bileam. Het ketst op hen terug. Wanneer zij gekheid over u proberen te maken omdat u een Christen bent, wel, het kaatst op hen terug en God geeft een zegen want: "Zalig zijt gij wanneer de mensen u vervolgen terwille van Mijn Naam." Terwille van Zijn Naam zijt gij gezegend!

90 Nu ontdekken we dat ze wilden beginnen te komen in een vorm van godzaligheid.

91 Nu zou ik hier gelijk kunnen stoppen om iets te zeggen. Ik denk dat ik het doe. Hebt u opgemerkt dat elke opwekking... Nu, broeder predikers controleert u dit. Elke opwekking brengt tweelingen voort, net zoals Jakob en Rebekka een tweeling voortbrachten: Ezau en Jakob. Ik bedoel Izaäk en Rebekka, in plaats van Jakob. Izaäk en Rebekka brachten een tweeling voort. De vader was heilig, de moeder was heilig, maar hun werden twee jongens geboren: Ezau en Jakob.

92 Beiden waren godsdienstig. Doch Ezau was, wanneer het op werken en daden aankwam een goede wettische Christen, waarschijnlijk over het geheel genomen een betere jongen dan Jakob. Wist u dat? Jakob was eigenlijk een kleine jongen die gedurig om zijn moeder heen hing. Maar Ezau trok erop uit en werkte, ging op wildbraad uit om het aan zijn oude, blinde vader te geven die een profeet was, hij trachtte voor hem te zorgen. Maar Jakob had slechts één ding in gedachten, hij wilde dat geboorterecht! Het maakte hem niet uit hoe lang hij rond moest hangen of wat hij ook maar moest doen, de hoofdzaak in zijn leven was het geboorterecht! En Ezau verachtte het.

93 Nu, kunt u niet de natuurlijke mens zien? De natuurlijke mens... Wanneer een opwekking komt... Er komen twee klassen mensen uit elke opwekking. Daar gaat een natuurlijk mens en hij komt naar het altaar en zegt: "Jazeker, ik accepteer Christus als mijn Redder." Hij gaat naar buiten en wat gebeurt er met hem? Voor u het weet eindigt hij in een goede, koude, formele kerk, omdat hij denkt: "Wel, als ik naar de kerk ga, ben ik net zo goed als een ander. Ben ik niet even goed als zus en zo? Wat maakt het voor verschil? Zolang ik maar tot de kerk behoor en mijn belijdenis doe." Wel, het maakt heel wat verschil. U moet wedergeboren worden. U moet het geboorterecht hebben.

94 Jakob gaf er niet om hoezeer hij werd uitgelachen. Hij wilde dat geboorterecht en het maakte hem niet uit hoe hij het moest krijgen.

95 Welnu, heel veel mensen willen het geboorterecht niet krijgen omdat zij denken dat het een beetje impopulair is. Zij willen niet bij het altaar neerknielen en een beetje huilen, of het zonder een paar maaltijden doen, en dergelijke. Zij willen het niet. Heel wat vrouwen... met heel wat, weet u, met make-up op, als zij zouden huilen en het zou eraf gewassen worden dan moeten ze het er weer op doen. O, zij... het is... En ik bedoel dit niet heiligschennend, ik hoop niet dat het zo klinkt, maar dat is de waarheid. Zij willen het gewoon niet. Zij willen de nieuwe geboorte niet, omdat de nieuwe geboorte een rommeltje is. Zoals elke andere geboorte. Elke geboorte is een vuile boel. Het maakt me niet uit waar het gebeurt. Of het in een varkensstal of in de schuur is, of dat het in een rose, versierde ziekenzaal is, het is een vuile boel.

96 En zo is de nieuwe geboorte een vuile boel. Amen. Het laat je dingen doen waarvan je niet zou denken dat je het zou doen – op de hoek staan, op de tamboerijn slaan, of zingen: "Ere zij God! Halleluja! Prijs God! Glorie voor God!" Wel, u zult handelen als een waanzinnige. Dat gebeurde bij de apostelen, dat gebeurde bij de maagd Maria, ze gedroeg zich of ze dronken was. Zij was een mislukking in het gezelschap. Maar er is een vuile rommel voor nodig zodat leven kan komen. Amen!

97 Tenzij iets sterft en rot, kan er geen leven voortkomen. Tenzij een mens sterft en verrot aan zijn eigen gedachten, kan Christus niet in zijn hart komen. Wanneer iemand bij zichzelf probeert te denken: "Welnu, als ik naar het altaar loop en zeg: 'Ja Heer, ik ben een goede kerel, ik wil U aannemen. Ik zal mijn tienden betalen, ik zal dat doen...'" U moet daar dadelijk sterven en rotten aan uw gedachten. Laat de Heilige Geest het overnemen en doen wat Hij verlangt met u te doen. Laat het een vuile boel zijn. Dat klinkt afschuwelijk, niet heiligschennend, maar het is de waarheid. Het is de enige manier die ik ken om de zaak eruit te slaan om het u te laten begrijpen.

98 Wat was op die dag een grotere vuile boel voor die deftige groep Joden dan deze mensen naar buiten te zien komen met stamelende lippen? U weet wat een gestamel is? [Broeder Branham demonstreert een gestotter – Vert] Andere tongen en gedrag als dronken mensen. [Broeder Branham demonstreert hoe een dronkaard handelt – Vert] Dat was precies wat zij deden. Zij zagen er wanordelijk uit!

99 En hij zei: "Hebben al deze mensen teveel zoete wijn gehad?"

100 Maar nadat er een een beetje tot zichzelf kwam zei hij: "Laat dit u bekend zijn en neem mijn woorden ter ore, dezen zijn niet dronken zoals u veronderstelt. Maar..." Hij ging regelrecht naar de Schrift: "Dit is wat gesproken werd door de profeet Joël: 'En het zal geschieden in de laatste dagen, zegt God, dat Ik Mijn Geest zal uitstorten over alle vlees.'"

101 Dat is de wijze waarop de gemeente in het begin werd geboren. Hoevelen geloven dat God oneindig is? Dan kan Hij niet veranderen. En als dit Zijn gedachte over een gemeente in het begin was, is dat het soort van gemeente dat Hij zal hebben aan het eind. Hij kan niet veranderen. Dus hoe gaat u een vervangingsmiddel aanwenden zoals handen schudden, of besprenkelen of iets anders wat daar niet gebeurde? Elk van de apostelen ging er regelrecht naar terug nadat zij...

102 Toen de Heilige Geest op hen gevallen was, zei Petrus: "Kunnen wij het water verbieden, als wij zien dat dezen de Heilige Geest hebben ontvangen zoals wij in het begin?" En hij beval hun gedoopt te worden in de Naam van de Here Jezus. Dat is juist.

103 Paulus kwam ergens en vond er mensen aan het juichen die een goede tijd hadden, een groep Baptisten die God verheerlijkten en hij zei, in Handelingen 19: "Hebt u de Heilige Geest ontvangen sinds u geloofd hebt?"

104 Ze zeiden: "Wij weten niet dat er een Heilige Geest is."

105 Hij zei: "Hoe werd u gedoopt?"

106 Zij zeiden: "Wij zijn gedoopt door dezelfde man die Jezus doopte, Johannes de Doper."

107 Hij zei: "Ja, dat zal niet meer werken." Ziet u? Petrus had het op de Pinksterdag verzegeld. Hij had de sleutel, ziet u.

108 Hij zei: "Het werkt niet meer, u moet overgedoopt worden." Dus doopte hij ze weer over in de Naam van de Here Jezus Christus. Legde zijn handen op hen en zij hadden hetzelfde soort resultaat als wat men daar in het begin had. De Heilige Geest viel op hen en ze begonnen in tongen te spreken en te profeteren.

109 Nu, dat is de gemeente door het tijdperk heen geweest. Nu, het startte hier precies in het begin.

110 "Ik ken uw geduld. U bent verbazend verdraagzaam. Dat weet ik. Herinner u nu, dat Ik Degene ben die midden tussen de kandelaren wandelt. Ik ken uw geduld en uw werk en uw arbeid en uw liefde, enzovoort. Ik weet alles wat u gedaan hebt. En Ik weet dat u die mensen beproefd hebt die zich 'profeten, apostelen' noemen en dat u ontdekt hebt dat ze leugenaars zijn." O, dat is tamelijk bot, is het niet? Ik ben daar niet verantwoordelijk voor, dat is Hij. Hij zei dat zij leugenaars waren.

111 Maar de Bijbel heeft gezegd: "Beproef een mens. Indien er iemand onder u geestelijk of een profeet is, of zegt dat hij dit is, Ik de Here zal Mij aan hem bekend maken. Ik zal tot hem spreken in visioenen en in dromen. En als wat hij zegt komt te geschieden, luister dan naar hem; wees niet bevreesd voor hem, ziet u, want Ik ben met hem. Maar als het niet gebeurt, luister dan niet naar hem, hij heeft Mijn Woord niet gekregen." Begrijpt u, als het Zijn Woord was geweest, zou het gebeurd zijn.

112 Welnu, zij ontdekten dat die kerels zich niet gedroegen overeenkomstig de Bijbel. Zij probeerden iets anders te krijgen, ziet u. (Ik wil dat u nu goed nadenkt als we dadelijk op het goudklompje stuiten.) Nu, toen zei Hij: "Ik zie wat u... dat u verdraagzaamheid hebt, en geduldig met ze bent. U hebt ze beproefd en hebt ontdekt dat ze geen apostelen zijn. Ze zijn het niet."

113 Nu, zoals ik in het begin gezegd heb, voor we hiermee opnieuw van wal gaan, elke opwekking brengt een tweeling voort. De een is een geestelijk mens; de ander is een natuurlijk mens, uit de aarde. "Ik heb me bij de gemeente gevoegd, ik ben net zo goed als enig ander." En deze opwekking bracht dat voort. Dit brengt elke opwekking voort. Dat bracht die van Luther voort, dat bracht die van Irenaeüs voort, dat bracht die van Martinus voort, dat bracht die van Columba voort, dat bracht die van Wesley voort en dat bracht Pinksteren voort. Helemaal precies.

114 Ziet u hoe zij gerijpt zijn? Ze bouwden hun kerken en gingen zo verder; grote, prachtige gebouwen. En (mijn goedheid!) ze gaan staan en zeggen de "Apostolische Geloofsbelijdenis" op. "Ik geloof in de Heilige Rooms-katholieke kerk en de gemeenschap der heiligen." Ieder die in de gemeenschap der heiligen gelooft is een spiritist. Iets wat communiceert met de doden is van de duivel. Absoluut waar. Wij hebben één middelaar tussen God en mens, dat is de mens Jezus Christus. Jazeker. Dat is wat Petrus zei.

115 En u dierbare katholieken noemt hem de eerste paus. En Petrus, de eerste paus, die met Jezus wandelde, zei: "Er is geen andere middelaar tussen God en mens." En dezen, u hebt tienduizend anderen vandaag. Waarom is het zozeer veranderd, als de kerk onfeilbaar is en niet verandert? En al uw missen worden in het Latijn gesproken zodat het niet veranderen zal. Wat is er gebeurd? Waar hebt u wel eens de Apostolische Belijdenis in de Bijbel gevonden? Als de apostelen een belijdenis hadden, dan was het: "Bekeert u en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden." Ik heb nog nooit gehoord dat zij een andere geloofsbelijdenis kenden of ooit iets anders aanhaalden.

116 Maar wanneer het komt tot "Heilige Roomse kerk" en al die andere dingen en "God de Almachtige Vader die hemelen en aarde bewaart"... Dat is onzin. Jazeker. Het staat niet in de Bijbel. Zoiets dergelijks is er niet in de Schrift. Het is een kunstmatige geloofsbelijdenis die men verzonnen heeft. Maar het is... al de gebeden en dat alles is een kunstmatige zaak.

117 Vandaag kunnen we zien dat onze Protestanten, wanneer we ons hierin verdiepen, zich volledig van hen afscheidden. En net zoals Billy Graham zondag zei: "De mensen zijn zolang in het verkeerde geweest dat zij denken dat zij in orde zijn, terwijl ze verkeerd zijn." Dat is juist. Het is de waarheid. Ik ben blij dat ik... Natuurlijk, ik weet dat Billy Graham de Heilige Geest ontving onder diegenen van George Jefferies, maar een dezer dagen zal hij daaruit komen. God gebruikt hem daar op het ogenblik, omdat hij dat koninkrijk kan schudden, waar niemand anders waarschijnlijk binnen zou kunnen komen. Maar u kunt aan zijn prediking zien, dat daar iets achter zit, vanwege enige van die handenschuddende Baptisten hier. Jazeker!

118 Welnu:

     Ik weet uw werken,... en uw lijdzaamheid, en dat gij... niet...

119 Laat eens kijken, ik kreeg het.

     Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt verdragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die voorgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden;

120 Hij bevond dat ze leugenaars waren. Hoe hebben ze dat geweten? Zij citeerden niet wat het Woord zei.

121 Nu, als een man zegt: "Deze Bijbel zegt in Hebreeën 13:8: 'Jezus Christus is gisteren, heden en voor immer dezelfde'" en de man zegt: "Ach, de dagen van wonderen zijn voorbij", dan is die man een leugenaar.

122 Als de Bijbel zei: "Ieder van u bekere zich en worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden" en elke plaats in de Bijbel zegt hetzelfde en ieder die ooit in de Bijbelse tijd gedoopt werd, was gedoopt in de Naam van Jezus Christus; en hij draagt ze dan op om gedoopt te worden met besprenkeling of zoiets dergelijks, dan wordt deze man een leugenaar, een valse profeet bevonden.

123 Ik hoop dat ik geen gevoelens kwets, maar ik... Broeder, je kunt dit niet zachtzinnig behandelen, het wordt tijd de handschoenen uit te trekken en het Evangelie te hanteren. Begrijpt u? Dat is de waarheid.

124 Toon mij eens iets anders. Laat mij zien waar iemand ooit op een andere wijze gedoopt werd dan in de Naam van Jezus, behalve door de Katholieke kerk. Dus als u op die manier gedoopt bent, bent u niet in de Christelijke gemeente, u bent in de Katholieke kerk, omdat u gedoopt bent... Hun eigen 'Sunday Visitor', de catechismus stelde de vraag: "Zullen er Protestanten gered worden?" Antwoord: "Velen van hen, omdat zij onze doop hebben en vele dergelijke dingen." Er wordt gezegd: "Zij beroepen zich op de Bijbel en de Bijbel zei 'doopt in de Naam van Jezus Christus' en wij hebben het daaruit weggenomen en er 'Vader, Zoon en Heilige Geest' van gemaakt, en zij hebben zich daaraan gewonnen gegeven." Zeker. Ziet u? Het is geen Christelijke doop, het is een Katholieke doop.

125 Hoorde u mij de vorige avond: Bent u wel ooit gedoopt in de Christelijke doop? Christelijke doop – Christus, "Jezus Christus", niet in een titel.

126 Welnu, het derde vers. In orde, tweede en derde vers. Nu, het derde vers:

     En gij hebt verdragen, en hebt geduld; en gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid, en zijt niet moede geworden.

127 "Voor Mijn Naam." Hebt u opgemerkt dat zij geduld hadden? Gearbeid voor wat? Voor Zijn Naam. Ziet u die Naam die zij vasthielden in die gemeente? Let op, wanneer wij in deze week verdergaan, hoe dit vervaagt en overgaat in een andere naam. "... hebt geduld gehad, gearbeid, enzovoort, om Mijns Naams wil." Ziet u, zij arbeidden voor Zijn Naam.

128 Laat allereerst de Naam van Jezus Christus boven elke kerk, boven al het andere bewaard blijven. "Al wat..." De Bijbel zei: "Al wat gij doet in woord of in daad, doe het in de Naam van Jezus Christus." Is dat waar? "Wat u ook doet in woord of in daad." Als u huwt, een persoon huwt... als u het niet kunt, als zij vol gewetensbezwaren zitten over hun huwelijk, trouw ze dan helemaal niet. Begrijpt u? Als u niet vrijmoedig kunt zeggen: "Ik verklaar u tot man en vrouw in de Naam van Jezus Christus", laat hen gaan. Goed. Als u ze wilt dopen, doop hen in Jezus' Naam.

129 Wanneer u iets moet doen wat u niet in Jezus' Naam kunt doen, blijf er vanaf! Iemand zegt: "Neem een klein glaasje." U kunt dat niet doen in Jezus' Naam, dus blijf er vanaf! Iemand zei: "Speel een spelletje kaart." U kunt dat niet in Jezus' Naam doen, dus blijf er vanaf! Een kleine schuine mop op uw bridge avondje, u kunt dat niet in Jezus' Naam vertellen, laat het dus. Ziet u? U kunt geen korte broeken dragen in Jezus' Naam, blijf er dus vanaf! Ik zou door kunnen gaan, maar we... u weet waarover ik praat. In orde. U kunt dat niet doen. Wat u niet in Zijn Naam kunt doen, laat het gaan! Omdat Hij zei: "Al wat u doet in woord of daad, doe het alles in de Naam van Jezus Christus." In orde nu.

130 Nu gaan we... Dat is de... Hij prees hen daarvoor. Nu ga ik spreken over de klacht in het vierde vers.

     Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten.

131 O! "Ik heb iets tegen u. U bent geduldig geweest, u bent voor Mijn Naam opgekomen." Zou dat niet net iets goeds zijn voor deze tabernakel vandaag? Jazeker! "U bent in orde geweest en u hebt heel wat geduld gehad en een lange tijd verdragen, maar de zaak is... U hebt Mijn Naam hooggehouden. Dat waardeer Ik allemaal. Ik prijs u daarvoor, het is goed. En ik heb gezien dat u beproefd hebt degenen die zeggen apostelen, enzovoort, te zijn, en hebt ontdekt dat ze leugenaars zijn, zij komen niet overeen met het Woord. Ik waardeer dat allemaal. Maar er is iets dat Ik tegen u heb en dat is, dat u uw eerste liefde verlaten hebt. U verliet die liefde die u eens had voor die goede, ouderwetse, Heilige Geest-samenkomsten, en u bent als het ware aan het afglijden naar dat formele, komt binnen met 'Onze Vader...'" Onzin! Ziet u?

132 O, deze kerkelijke gemeente hier, men moet in een wijd gewaad verschijnen (om in het koor te zingen, weet u) en het haar helemaal opgemaakt en bespoten hebben, enzovoort, en een heleboel make-up op hun gezicht en ze zingen als een ik weet niet wat.

133 Hier niet lang geleden, als het Oral Roberts' samenkomst niet geweest was, zou ik er zeker een stel tussenuit hebben geroepen. Ik was op de Zakenliedenconferentie en het werd gehouden... we hadden geen... die avond zou ik gaan spreken. Ze konden het niet in het hotel houden en namen mij naar Oral Roberts' gebouw. En toen ik in Orals studeervertrek zat, was daar een stel "Pinkster" kinderen (o, jonge mannen en vrouwen, zestien, zeventien jaar oud, achttien) die daar bij elkaar stonden; ongeveer dertig of veertig van hen zouden gaan zingen, een soort van een... het klonk voor mij als een soort ouverture van iemand waar mijn Becky over spreekt, Tsjaikowsky, of iets van dien aard, ik weet het niet, enige van dat soort liederen, een klassiek gezang. En daar waren ze dan, de broeders zouden in de samenkomst een collecte houden en elk van hen ging langs en had een klein bakje, deden of ze blind waren. En al de grappen en aanstellerij tussen die jongens en meisjes die u ooit gehoord hebt, een geklets van jewelste. En die meisjes hadden bijna genoeg verf op om Orals gebouw te laten schilderen. En zo bevonden zij zich daar en noemen zich "van Pinksteren". Zij hebben hun eerste liefde verloren!

134 Ik ben het zeker met David du Plessis eens over: "God heeft geen kleinkinderen." Beslist niet! We hebben Methodisten-kleinkinderen. We hebben Baptisten-kleinkinderen. We hebben Pinkster-kleinkinderen. Maar God heeft er niet één! U bent zonen en dochters. U kunt niet binnenkomen door uw mammie of uw pappie omdat zij goede mannen en vrouwen waren, u zult dezelfde prijs moeten betalen als zij. U moet geboren worden zoals zij. God heeft helemaal geen kleinkinderen. U bent een zoon of dochter; maar u bent geen kleinzoon, dat is een ding dat zeker is.

135 Ik ging daar naar een samenkomst, naar een Pinkstervergadering-kerk. Tjonge, u had die vrouwen zich moeten zien verspreiden toen ze mij zagen binnenkomen; met dat kort geknipte polkahaar en die kleine, oude... half gekleed, als een wienerworst bijna, weet u, glad over het vel in die kleding, Pinkstervrouwen, zo sexy gekleed.

136 U zult zich op de oordeelsdag ervoor moeten verantwoorden. U zult schuldig zijn aan het plegen van overspel. Jezus zei: "Wie een vrouw aanziet om haar te begeren heeft reeds overspel met haar gepleegd in zijn hart." En als u zich zo aan een man vertoont, wie is dan schuldig? U of de man? Wees eerlijk! Schuw elke schijn van kwaad! Begrijpt u! Dus daar bent u er.

137 Wat deed u? Verloor hun éérste liefde. O, u zou ze niet op de hoek van een straat kunnen krijgen met een tamboerijn, in hun handen klappend en God prijzend. O nee! Zij zouden iets klassieks zingen, gehuld in een stel wijde gewaden. Ziet u, zij verloren hun éérste liefde. Dat was er met de eerste gemeente aan de hand. Ziet u?

138 Zij moeten gewoon doen als de wereld. Ze moeten zich kleden als de wereld, eruit zien als de wereld, handelen als de wereld en hebben hun favoriete televisiester, weet u, zij kunnen het niet laten om het te zien. "Wij houden van Susie" of zoiets dergelijks, weet u, zij moeten het zien. Zij blijven thuis van de bidstond en al het andere, om dat te zien. En als zij dit niet kunnen dan geven zij hun voorganger een goede uitbrander om ze op tijd uit te laten gaan als dat programma komt, zodat ze thuis kunnen zijn om het te zien. De liefde van de wereld meer dan de liefde van God!!

139 O, te formeel. U kunt geen "Amen!" meer zeggen. Mijn goedheid, het zou hun make-up beschadigen. Zij hebben het niet, nee... Dat is Pinksteren. Dat zijn geen Baptisten. Zij hebben het om te beginnen nooit gekregen... Presbyterianen. Ik spreek over Pinksteren. Jazeker. Ik weet dat u er verschrikkelijk beroerd van wordt, broeder, maar we willen een geboorte uít deze zaak; er moet dood gebracht worden voordat u geboorte kunt hebben. Luister. Het is de waarheid. Maar zo is het met u. U verliet uw eerste liefde.

140 Als God dit tegen déze gemeente had, heeft Hij het ook tegen die! "Omdat gij uw eerste liefde verlaten hebt, heb Ik dit tegen u. Ik heb iets tegen u, dat is Mijn klacht. U hebt eens een goede tijd gehad, maar u liet de wereld binnenglippen en u ging een beetje formeel handelen. U houdt nog steeds Mijn Naam vast en doet nog steeds de dingen die goed zijn en u hebt heel wat geduld, enzovoort, en u arbeidt, en u bent net een muilezel, u zwoegt en werkt maar."

141 O! O! O! Ziet u, u bent weggegaan van genade en geloof en kracht om het te ruilen voor inspanning en werken. "Wel, broeder Branham, ik zal u zeggen dat ik elke weduwe help die ik helpen kan." Wel, dat is een goede zaak, ik prijs u daarvoor. Maar waar is die eerste liefde die u eens had? Waar is die vreugde die u altijd had! Zoals David eens riep: "O Heer, vernieuw in mij de vreugde van mijn redding." Waar zijn die lange gebedsavonden, en tranen op uw wangen? Mijn goedheid, de Bijbel is zelfs stoffig, er liggen spinnewebben op. U leest oude liefdesromans en nieuws en dergelijke; en dingen die zelfs niet gepubliceerd zouden behoren te worden, die in de vuilnisbak thuishoren. En wij Pinkstermensen rapen ze op en zwermen er omheen als een zwerm vliegen op een vuilnisbak. Dat is waar. O, genade! Wat wij nodig hebben is: terug naar onze eerste liefde! Terug naar Pinksteren! O, ik kan er maar beter vanaf stappen. Goed. Maar u begrijpt dit: "Verliet die eerste liefde."

142 Het vierde vers, vijfde vers nu. Een waarschuwing, het vijfde vers, een waarschuwing: "Gedenk en bekeer u!" Ziet u?

     Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt,... (Waar kwam u uit? Uit Pinksteren viel u, tot waar u nu bent, terugvallend...) en bekeer u, en doe de eerste werken; (keer weer terug naar Pinksteren) en zo niet, Ik zal haastig tot u komen, en zal uw kandelaar van z-i-j-n... (ziet u wie het is?) ... zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert.

143 Met andere woorden, wanneer u een God-gevulde voorganger hebt, vervuld met de Heilige Geest en u probeert hem onder de duim te houden en zegt: "Wel, als hij iets over ons zegt, dat wij een koorgewaad dragen, als hij iets over ons dragen van make-up zegt, zullen wij hem excommuniceren." Maakt u zich geen zorgen, God zal het doen voor u de kans krijgt. Hij zal uitgaan en tot de stenen op de straat prediken voordat hij zich ooit in dat soort rommel schikt. U hebt een voorganger die u echt de waarheid vertelt, en u behoorde God te eren en in de Geest te blijven en God te aanbidden, beseffend dat u anders verloren gaat als u het niet doet. Begrijpt u?

144 Maar mensen leven vandaag of dit het enige was wat er is: hier op aarde leven, dat is alles. U beseft niet dat u een ziel hebt die hier weg zal gaan, ergens anders heen. En u bezegelt uw bestemming hier ter plekke door de wijze waarop u leeft en handelt: grieven vasthouden en gemeen zijn en van alles en dan naar de kerk rennen. O genade! Tjonge! Schaamt u.

145 U brengt schande over de zaak van Christus. Is dat niet zo? Doen wij dat niet? De dronkaards doen de gemeente geen kwaad. Dat is het niet. Het is de prostituée niet die de gemeente schaadt. Het zijn de mensen die beweren Christenen te zijn, die brengen de gemeente schade toe. Wij weten wat de dronkaard is en wat de prostituée is. Wanneer onze zusters zich kleden als een prostituée, dat maakt verschil, dàt schaadt de gemeente. Wanneer de man drinkt als een dronkaard, wel, dat is wat de gemeente schaadt. Zij beweren een Christen te zijn en dan doen zij zo. De mensen kijken naar u vanwege die naam... "Laat degene die de Naam van Jezus Christus noemt zich afkeren van de zonde." Ziet u? Ga erbij vandaan.

146 O, we komen zo tekort, broeders. Ik, u, wij allen, wij komen tekort aan wat Christus verlangt dat we zijn. En precies hier in deze dag wordt het tijd iedere zonde die ons zo lichtelijk omringt terzijde te leggen en met volharding de wedloop te lopen die voor ons ligt. Predikers, dat is waar, broeders. Dat is absoluut waar.

147 "Gedenk en bekeer u, of Ik zal het licht van de ster uit zijn plaats verwijderen." Wat is zijn plaats? In de gemeente. "Maar als u zich niet bekeert en niet terugkeert naar de plaats waar u zich allereerst bevond, zal Ik uw voorganger dadelijk van u wegnemen en hem van zijn plaats halen; Ik zal hem ergens anders zetten waar zijn... waar Ik Mijn licht zal weerkaatsen dat zal schijnen." Mmm! Was dat niet ernstig?

148 Het is tijd voor de gemeenten zich te bekeren. Het is tijd voor Pinksteren om heel wat van die opgepoetste geleerden uit de preekstoel te halen en de ouderwetse prediker daarin te krijgen, die u de waarheid vertelt; die niet vleiend rondgaat en de gemeente gebruikt voor z'n boterham, voor een enorm salaris en zoiets dergelijks; en psychologie en enkele paardenwedrennen, en soepmaaltijden en al het andere. Het wordt tijd terug te keren naar het Evangelie. Ik geef er niet om met hoe weinig u bent. "Waar twee of drie vergaderd zijn, daar zal Ik in hun midden zijn."

149 "Bekeer u, anders kom Ik de kandelaar weghalen; zend Ik hem weg ergens anders... om zijn licht elders te laten schijnen."

150 Nu het zesde vers. Hier is nu die ene waarmee we moeite gaan hebben. Nu, tenzij u zich bekeert, zal Hij de voorganger komen weghalen.

     Maar dit hebt gij,...

151 Nu, herinner u. O, mis dit nu niet. Dit zal het overige aaneen sluiten, helemaal tot aan dit tijdperk waarin wij nu zijn. Allereerst, voelt iedereen zich goed? [De samenkomst zegt: "Amen!" – Vert] Hebt u haast? [De samenkomst zegt: "Nee!" – Vert] Goed. Goed, heb dan nog wat geduld. [Een broeder in de samenkomst zegt: "Blijf maar de hele nacht!" – Vert] Welnu, ik dank u.

     Maar dit hebt gij,... (Zij hadden dan iets, is het niet? Nu, wat hadden zij?) dat gij de werken der Nikolaïeten haat, welke Ik ook haat.

152 "U haat die werken van de Nikolaïeten." Toen ik daar vandaag in het studeervertrek zat, schreef ik hier iets over; ik wil dat u nu aandachtig luistert, het staat hier op een paar bladzijden. Het zesde vers prijst en geeft goedkeuring; dit is, dat God en de gemeente overeenstemden over één ding, dat zij de werken der Nikolaïeten haatten. De echte wijnstok, de ware wijnstok, de ware gemeente die in deze gemeente van Efeze was.

153 Vergeet nu niet, dat elke gemeente zijn vormelijke en elke gemeente zijn geestelijke kant heeft. Dit zijn de tweelingen die in iedere opwekking geboren worden en in elke gemeente leven. Zij begonnen hier in dàt tijdperk en eindigen in dìt tijdperk. En tenslotte namen de vormelijken het over in het tijdperk van Thyatire en Luther trok zich er weer uit terug. En nu gaat het er weer in terug. Kunt u die formele religie zien? Tussen dat en Katholicisme is geen verschil. Het is allemaal hetzelfde. Elke organisatie wordt er dadelijk in omgebracht. God heeft Zijn gemeente nooit georganiseerd. Dat is precies wat zij hier probeerden te doen. En let op en zie of dat niet waar is, het laat u zien hoe vervloekt een organisatie is. Het was vreemd voor de nieuwe gemeente, de Nieuw-Testamentische gemeente. Ziet u?

     Maar dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaïeten haat, welke Ik ook haat.

154 De ware wijnstok haatte de formele werken der Nikolaïeten. God ook. Wat werken waren in de gemeente van Efeze, in de gemeente van Efeze, werd een leerstelling in de gemeente van Pergamus. In Efeze, de eerste gemeente, was het nog een werk, in de volgende gemeente werd het een leerstelling. Kunt u het ontvangen? Kunt u het begrijpen? Het was een handeling in Efeze, en let op, hier in Pergamus werd het een leerstelling. Hier begon het nog maar in baby-vorm. In een ogenblik gaan we ontdekken wat dit was. Hier zijn Paulus' wolven: werken der Nikolaïeten.

155 Laten we dit woord ontleden en zien wat we hier hebben voor we verder gaan. Het woord Nikolaïeten is iets vreemds voor mij. Ik heb elk Grieks woordenboek genomen dat ik kon vinden. Nikolaïeten komt van het woord Niko, N-i-k-o. Wacht, ik denk dat ik het hier heb opgeschreven. N-i-k-o, Niko, wat betekent "overwinnen of ten val brengen." [Laos betekent "leken" – Vert] Nikolaïeten: "de leken ten val brengen of overwinnen." Wat ze hier trachtten te doen was, in de gemeente waarin God voorgangers had geplaatst en waar de Geest van God door gaven in de gemeente van de levende God werkte, een leerstelling proberen te starten waarmee zij priesters en bisschoppen en pausen, enzovoort, zouden gaan hebben. Waarvan God zei dat Hij dit haatte! Hij haat het vandaag nog steeds. Nikolaïeten – Niko, "de leken overwinnen of omver werpen". De "laïeten" zijn de gemeente. Hoevelen weten dat "leken" de gemeente is? Goed. Omver werpen of overwinnen, of de plaats innemen van de leken.

156 Met andere woorden, neem alles van de heiligheid, al de kracht van de gemeente weg en draag het over aan de priesters. "Laat de gemeente leven op de manier zoals zij wil, maar de priester is de heilige." De Heilige Geest van de mensen wegnemend en de tekenen en wonderen die hen volgen, en dat wegnemend en aan hen een heilig priesterschap gevend: ze namen de Heilige Geest weg en ruilden het voor een priesterschap. Ziet u wat het was? Het was een... Het werd tenslotte...

     In deze gemeente hier, waren het werken; en in die plaats wordt het een leerstelling; en in Thyatire nam het de overhand. En toen Luther verscheen, kon het zo niet blijven, het ging regelrecht terug en nam weer de overhand: bisschoppen, kardinalen, aartsbisschoppen. Wie ter wereld is het hoofd van Gods gemeente behalve Hijzelf? Amen! Oei! Nu voel ik me godsdienstig. De Heilige Geest werd gezonden om over de gemeente te heersen; niet alleen maar de prediker, de hele samenkomst! Niet alleen de prediker moet heilig zijn, het moet zijn: heel de gemeente heeft de Heilige Geest.

157 En in plaats daarvan, in plaats van de Heilige Geest het te laten doen, hebben ze een wafeltje genomen en een cracker, en wat wijn en noemen het: "De heilige Eucharistie, wat 'Heilige Geest' betekent." Hoe ter wereld kan een cracker en een slok wijn een geest zijn? Welnu, als het op die manier was, zou u Handelingen 2 op deze manier moeten lezen: "Toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, kwam hier een Roomse priester de weg op die zei: 'Steek uw tong uit.' En hij legde de wafel erop, dronk de wijn en zei: 'Nu hebt u de Heilige Geest.'" Nu, wij vinden dit verschrikkelijk en dat is het ook.

158 Laten we verdergaan. Ik werd in een Baptistenkerk ingezegend. Laten we onze Baptisten nemen, de Methodisten. Wat doen wij? "Als gij zult belijden dat 'Jezus Christus de Zoon van God is', bent u gered." De duivel gelooft dat Hij de Zoon van God is en hij siddert erbij; hij gelooft het waarschijnlijk beter dan heel wat kerkleden. De duivel gelooft hetzelfde en beeft, omdat hij weet dat Hij veroordeeld is.

159 Nu nemen we de Methodistenvorm. Zij zeggen dat Johannes niet doopte, dat hij sprenkelde. Er wordt gezegd: "Daar waren heel wat buidelratten in het land en het water komt omhoog de plaats binnen. En hij had een mosselschelp en schraapte een buidelrat-hol uit." En zij prediken dat werkelijk. "Haalde wat water uit het hol van de buidelrat in deze mosselschelp en besprenkelde de mensen." Nonsens! O, broeder!

160 Wel, hier zullen we het nemen: "Toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. En de voorganger kwam eraan en hield een fijne preek en zei: 'Geef me de rechterhand van gemeenschap, en wij zetten uw naam in het boek.'" Dat klinkt niet goed, is het wel? U zou dat misschien vinden in een... U zou dit nog niet in een almanak kunnen vinden, zij weten wel beter. De verjaardagsalmanak voor oude dames is correcter dan dat dit zou zijn.

161 Wat veroorzaakte dat dan? Wel, de Nikolaïeten brachten een stel mannen binnen om de Schrift te verdraaien en een denominatie te vormen die God niet toelaat erin te werken. Het sterft daar ter plekke! Daarom zegt Hij hier: "Gij zijt dood! U hebt een 'naam' dat u leeft, maar u bent dood!" Velen van hen zijn dood en weten het niet.

162 Mijn broer en ik waren aan het vissen; wij waren nog kleine jongens. En ik ving een happende schildpad en ik sneed zijn kop eraf; kreeg hem van de lijn, ik wilde niet spelen met dat ding, en wierp hem daar op de oever. Mijn broertje kwam eraan en zei: "Wat ving jij daarnet?"

     Ik zei: "Een schildpad."

     Hij zei: "Wat heb je met hem gedaan?"

163 Ik zei: "Daar, hij ligt daar en zijn kop ligt verderop."

164 En hij liep erheen. En hij zei: "Is hij dood?"

165 Ik zei: "Tuurlijk! Ik scheidde zijn kop van zijn lijf; hij moet dood zijn."

166 Dus toen pakte hij een stok en reikte naar beneden om deze schildpaddekop terug in de rivier te gooien, de kreek in. En toen hij het deed, greep de oude schildpad die stok. Weet u, zij happen nog een uur of twee. Hij sprong naar achteren en zei: "Hé! Ik dacht dat je zei dat hij dood was!'"

     Ik zei: "Dat is hij ook."

     Hij zei: "Nou, dan weet hij het nog niet."

167 Zo zijn dus heel wat mensen: dood en weten het niet! Nikolaïeten! O! O, Hij zei: "U haat dat." Ze namen al die fijne heilige priesters, heilige kardinalen, heilige bisschoppen.

168 En sommigen van u, Pinkstermensen: "Laat de grote opziener komen. De hoofdopziener, hij zal u vertellen of u hier de genezingsdienst kunt houden of niet." Halleluja! De Heilige Geest is degene die dat zal zeggen. Gods eeuwig Woord.

169 "Goed, broeder Branham, wij geloven dat de Bijbel inderdaad leert 'dopen in Jezus' Naam', maar de hoofdopziener zei dat, als wij in onze kerk hiermee zouden starten, hij ons er allemaal uit zou trappen." Ga uw gang! Dat is goed. Ik zou er liever hier worden uitgetrapt dan daar. Dus, wanneer u hier iets uit wegneemt, zult u er daar toch uitgetrapt worden, dus kunt u er maar beter hier uitgetrapt worden. Als hij u er hier uittrapt, zult u er daar in getrapt worden. Dus dat is precies eender, dus blijf erbij.

170 We willen recht staan. O, het is een ernstige zaak, broeder. We zullen deze zaak moeten recht trekken. We zullen nooit in staat zijn een gemeente te hebben tenzij God een fundament krijgt om het erop te leggen. Hij zal Zijn gemeente nooit bouwen op een hoop nonsens. Hij moet komen op Zijn Woord of Hij komt helemaal niet; precies op Zijn Woord.

171 Iemand zei daarginds, niet lang geleden: "Broeder Branham is naar Chatauqua gekomen." Hoeveel waren te Chatauqua? Tjonge, kijk eens hier, eenderde van de gemeente of meer was te Chatauqua. Welnu, die man beklom die middag het podium en u hebt hem allemaal gehoord, niet wetend dat ik ervan zou weten. God kan hier in de kamer openbaren wat men daar beneden zegt en u weet dat Hij dit deed. Kwam daar en zei: "Ja, broeder Branham, o, hij is een dienstknecht van de Here. Wanneer de Geest op hem is, is hij een gezalfde profeet, hij weet het inderdaad, God vertelt hem wat er is en wat er gaat gebeuren; maar zijn theologie, luister daar niet naar."

172 Wat een kromme gedachte! Hoe kan een mens dat zeggen? Wel, ik heb geen... Als u geen verschil wist tussen spliterwten en koffiebonen, zou u – u weet wel beter dan dat! Hoe kunt u ooit zoiets dergelijks denken? "Hoezo?" Omdat het woord profeet zelf betekent: "een goddelijke openbaarder van het Woord." Hoe kunt u... Het Woord van de Here kwam tot de profeet. Ik zei nooit dat ik er een was, zij zeiden het. Maar daar bent u er. Ziet u?

173 Hoe een mens... Om ergens een leerstelling hoog te houden, omdat hun organisatie er niet mee in zou willen stemmen. Uw geboorterecht verkopen voor een schotel linzen, Ezau! U ellendige huichelaar! Dat is juist. Uw geboorterecht verkopen voor een schotel linzen, een schotel denominatie, een schotel organisatie, wat God haat. Herinner, u zegt: "Organisatie?" God haat het! Het is de zaak die broeders vaneen scheidde en verbrak... Er is menige Methodist, Baptist en Presbyteriaan vanavond die gemeenschap zou willen hebben rondom de tafel van God. Maar als zij het doen, zouden zij er bij de eerste keer dat zij ermee startten direct uitgeschopt worden. Dat is absoluut waar.

174 "Mama behoorde ertoe", en zij zijn gewoon een kleinkind om mee te beginnen. O tjonge! Ik geef er niet om waartoe mama behoorde. Mama leefde in al het licht dat zij had in haar dag. U leeft in een andere dag.

175 De wetenschap bewees eens, ongeveer driehonderd jaar geleden, door een bal snel om de aardbol te laten draaien en zei: "Als een voertuig ooit de geweldige snelheid van vijftig kilometer per uur zou halen, de zwaartekracht het van de aarde zou doen vliegen de ruimte in." Denkt u dat de wetenschap dit vandaag nog gelooft? Men gaat nu drieduizend kilometer per uur. Men kijkt niet om om te zien wat zij zeiden, men kijkt terug... kijken naar wat zij tegemoet kunnen zien.

176 Maar de kerk wil altijd omkijken, om te zien wat Wesley zei, wat Moody zei, wat Sankey zei. "Alles is mogelijk voor degenen die geloven", laat ons vooruit kijken. Het enige in de Bijbel dat achterom keek... Weet u welk dier altijd omkijkt? Het laagste leven dat er is. Hoevelen weten wat het laagste leven is dat beweegt? Een kikker. Een kikker is het laagste leven dat er is en een mens is het hoogste leven dat er is. En een kikker kijkt achterom. Ik houd niet van dat oude, lage leven. Ik verlang ernaar voorwaarts te kijken, te geloven, te vertrouwen en te wandelen in het licht zoals Hij in het licht is, amen, zoals Hij het licht schijnt.

177 Op een keer hield ik een samenkomst in Kentucky en een oude kerel kwam naar buiten en zei: "O, ik geloof die genezing niet."

     En ik zei: "Wel, dat is goed, u bent een Amerikaan."

     Hij zei: "Ik geloof niet iets, tenzij ik het zie."

     En ik zei: "Wel, dat is goed."

178 Hij zei: "Ik heb niets tegen u, maar ik geloof niet wat u zegt."

179 Ik zei: "Het is uw eigen Amerikaanse voorrecht, u hoeft het niet."

180 Hij zei: "Nu, ik neem nooit iets aan tenzij ik het duidelijk kan zien."

181 Ik zei: "Wel, dat is goed, u moet wel van de Missouri zijn."

182 Hij zei: "Nee, ik ben een Kentuckiër." Zie?

183 "Klinkt niet zo best voor Kentucky," zei ik, "maar in ieder geval," zei ik, "als u... dat is hoe u denkt, gaat uw gang." En hij zei – hij zei... Ik zei: "Hoe gaat u naar huis?"

184 Hij zei: "Ik ga de heuvel over. Ik woon over... Wel, ga met me mee naar huis." Aardige man. Hij zei: "Ga mee naar huis, blijf de hele avond, broeder Branham."

185 Ik zei: "Ik wou dat ik kon, broeder. Maar", zei ik, "ik ga hier naar mijn oom." En hij zei... Ik zei: "Wilt u me rijden?"

186 Hij zei: "Nee, ik moet over de heuvel daarginds, deze kant omhoog en langs een afdaling naar beneden en weer omhoog." U weet hoe het daarginds is.

187 En ik zei: "Wel, hoe moet u daar komen?"

188 Hij zei: "Ik ga het pad daar omhoog."

189 "Wat," zei ik, "je kunt zelfs geen hand voor ogen zien?" Ik zei: "Hoe zult u daar omhoog komen?"

190 Hij zei: "Ik heb een lantaarn!"

191 En ik zei: "Wel, hoe doet u... Wat doet u; die lantaarn aansteken en dan ermee lopen?"

192 Hij zei: "Jazeker."

193 Ik zei: "Wanneer u die lantaarn aansteekt, kunt u hem dan zo heel hoog houden? Ik zou graag uw huis willen zien."

194 Hij zei: "U kunt het niet zien."

195 Ik zei: "Hoe zult u daar dan terecht komen?"

196 "O," zei hij, "ik steek gewoon mijn lantaarn aan; en terwijl ik loop, het... ik loop gewoon zoals het licht..."

197 Ik zei: "Dat is het! Amen, wandel gewoon in het licht."

198 Blijf gewoon wandelen! Sta niet stil, anders zult u nooit ergens terechtkomen. Als u gered bent, wandel naar heiligmaking. U zegt: "Hoe komt u daar?" Blijf gewoon wandelen. "De doop van de Heilige Geest na heiligmaking? Hoe krijg ik dat?" Blijf wandelen in het licht. "Zijn tekenen, wonderen en mirakelen...?" Blijf wandelen in het licht. Ziet u? Blijf doorgaan! Telkens als u een stap maakt, zal het licht net een beetje voor u uitspringen, omdat Hij u altijd vooruit is. Hij duwt niet, Hij leidt. Hij is het licht. O, ik ben daar zo blij om. U niet? Hij is het licht, in Hem is geen duisternis.

199 "Gij haat de werken van de Nikolaïeten." Het wordt een leerstelling. Laat eens kijken wat Paulus nu... Nu, wiens gemeente... Wie stichtte deze gemeente nu? Paulus, Efeze.

200 Laat ons nu Handelingen, het twintigste hoofdstuk voor een ogenblik opslaan, Handelingen, het twintigste hoofdstuk en kijken wat Paulus... Gelooft u dat Paulus een profeet was? Jazeker. Zeker was hij dat. Herinnert u zich die avond het visioen op de stormachtige zee, enzovoort? Nu... en alles daarover. Nu, het twintigste hoofdstuk van Handelingen en laten we beginnen bij ongeveer het zevenentwintigste vers en luister nu aandachtig terwijl we lezen. Dit is Paulus, een profeet, die voorspelt wat zou gaan gebeuren.

     Want ik heb niet achtergehouden, dat ik u niet zou verkondigd hebben al de raad Gods.

201 Die gezegende man! O, ik verlang daar te staan op die dag en die martelarenkroon op Zijn hoofd geplaatst te zien worden. Als daar zoiets bestaat als huilen, dan zal ik huilen. Ik zal juichen bij het zien van Paulus.

Kijk onze Paulus, die grote apostel,
Met zijn mantel schitterend en vlekkeloos rein;
Ik weet zeker dat daar een gejuich zal zijn,
Wanneer wij daar allemaal zullen zijn. (U niet?)

202 Welnu:

     ... ik heb niet achtergehouden, dat ik u niet zou verkondigd hebben al de raad Gods.

203 Is dat waar? Nu, Christenen, kijk hiernaar, ik ga u iets vragen. Wie was het die de mensen, die op een andere manier gedoopt waren dan in de Naam van Jezus Christus, gebood te komen om weer overgedoopt te worden? [Samenkomst roept: "Paulus." – Vert] Hij predikte al de raad. Is dat juist? Wel? En wat zei Paulus in... ik geloof dat het... ik ben niet zeker of het Thessalonicensen is, hoofdstuk 1:8. "Indien wij of een engel uit de hemel komt en een ander Evangelie predikt... Als een engel uit de hemel zou komen en een ander Evangelie predikt dan dit..." (dan de mens te gebieden opnieuw gedoopt te worden in de Naam van Jezus Christus en het Evangelie dat Paulus predikte...) "Als een engel uit de hemel..." (laat staan een bisschop of een kardinaal of een algemeen opziener, of een voorganger of iets...) "Als een engel uit de hemel komt en een ander evangelie predikt dan dit, hij zij vervloekt." Jazeker. Is dat juist? Wat hij zei is Galaten 1:8. Het schoot me net te binnen. Goed, Galaten 1:8, als u dit zou willen opschrijven om te zien wat Paulus zei.

204 Nu zegt hij hier... het zevenentwintigste, ik geloof het zevenentwintigste vers:

     Want ik heb niet achtergehouden, dat ik u niet zou verkondigd hebben al de raad Gods.

205 Nu luister, dit is profetie.

     Zo hebt dan acht op uzelf, en op de gehele kudde, waarover u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.

206 Wie heeft verkregen? Wiens bloed was dat? De Bijbel zei: het was Gods bloed. God, met Zijn eigen bloed. Is dat goed?

     ... de gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.

207 De Bijbel zei dat wij gered zijn door het bloed van God. Wist u dat? Beslist. Goed.

     ... verkregen door Zijn eigen bloed.

     Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen.

     En uit uzelf... (Let op, die man kon verder kijken en die zaak zien aankomen.) ... uit uzelf zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich.

208 Jaren later heeft... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... of een groep mensen die een organisatie wil vormen en de heiligheid en de Heilige Geest van de gemeente wegneemt en die legt op bisschoppen, pausen en priesters, zodat zij heilig zijn en de vergadering elk soort leven leeft dat zij maar wensen. En ze zullen de priesters betalen en hij bidt ze dan de hel uit, en dergelijke. Dat is een Nikolaïet! God zei: "Ik haat dat!" Nu luister.

209 Laat eens kijken, en u zegt: "Zei God dat Hij het haatte?"

210 Welnu, laten we zien of Hij het deed.

     Maar dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaïeten haat, welke Ik ook haat.

211 God haat een organisatie. Is dat waar? U ziet nu precies wat zij van plan waren te doen, u ziet wat zij ook deden. Bekijk nu door de gemeente heen of zij dat niet doen. Hij haat een organisatie!

     Die een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt...

212 Paulus' wolven zijn "Nikolaïeten" geworden. Zij probeerden een priesterschap te vormen zoals het Levietische priesterschap, dat vreemd was voor de Nieuw-Testamentische leer. Amen! Het woord Niko, het Griekse woord Nikao betekent "veroveren, overwinnen". Wat overwinnen? De leken, de Heilige Geest. De opgestane Here Jezus met tekenen en wonderen onder de gelovigen, uit de gemeente halen en er een man in stemmen als paus, of een kardinaal, of een hoofdopziener, proberend de Heilige Geest van de leken weg te nemen en het te geven aan een orde, genaamd de heilige orde van mannen die zich boven de leken stelt; men noemt hen geen voorgangers, wat "herders" betekent, maar vader, waarvan Jezus zei: "Noem geen mens 'vader' op deze aarde." Ziet u die kwade zaak? En wat hebben we gedaan?

213 O, konden we maar even stoppen. Ik wou dat we al die avonden niet zo dicht op elkaar zouden hebben. Ik zou morgenavond het twaalfde hoofdstuk van Openbaring willen nemen en u die oude vrouw, die hoer, die daar gezeten is, willen tonen; de hoer. En de reden waarom zij dit was, is omdat zij overspel had bedreven tegenover God en zichzelf een weduwe noemde, en ook was zij een moeder van hoeren. Is dat juist? We weten dat dit Rome was, omdat zij gezeten was op zeven heuvels, en alles precies zo, een man in haar met het getal van het beest, enzovoort. Wij allen weten dit uit voorgaande onderwijzingen, wie het was. Maar het trieste is dat zij de moeder der hoeren was. Dit is hier het begin van haar, begint in Rome als een groep Christenen, zogenaamde Christenen.

214 Luister! God helpe mij het duidelijk te maken! Een groep Christenen in een gemeente als deze. Zij werden formeel en onverschillig en afgetrokken en richtten een organisatie voor zichzelf op. En voegden dit toen in de Middeleeuwen samen met de staat. En kerk en staat werden toen één wat? Eén Christelijke kerk. "Heilige Katholieke kerk" werd het genoemd (het woord Katholiek betekent "universeel, algemeen"), "de grote algemene christelijke kerk." En ze noemden de mensen die in tongen spraken en juichten en de zieken genazen, enzovoort, "ketters". En tenslotte werd dit zodanig afgedwongen dat ieder die op die manier aanbad en betrapt werd, in de leeuwenkuil werd geworpen als zij het Katholicisme niet omarmden. Dat gebeurde toen tijdens die honderden jaren van vervolging. Maar die gemeente stierf nooit. U kunt haar niet uitmoorden. God zei dat ze zou leven tot het einde en dan zou Hij haar een Levenskroon geven. Zij gaat helemaal door die tijdperken van vervolging heen.

215 Dan komt Maarten Luther langs om het tijdperk voort te zetten en hij slingerde de gemeente eruit en bracht haar onder rechtvaardigmaking. Wat gebeurde er toen Luther stierf? Men organiseerde haar, maakte het tot een Lutherse kerk; zij kregen een leer. Toen zij het organiseerden, wat deden zij? Men deed haar weer helemaal terug in Romanisme geboren worden. Precies.

216 Toen trok de Heilige Geest eruit en Wesley zag het. En Wesley en Whitfield, George Whitfield, en menig ander, en Asbury, velen van hen waren grote opwekkingspredikers. Zij hebben de wereld in die dag gered. Zij hebben een opwekking in dat Filadelfia-tijdperk gehad, die Engeland redde en ook de Verenigde Staten. Zij hadden samenkomsten waar ze uitgesmeten werden en "heilige rollers" genoemd werden. U, Methodisten, hebt dat gedaan; zij vielen onder de kracht van God op de vloer en men wierp water in hun gezicht en waaide hun koelte toe. Dat is waar! En ze schokten zo hevig daaronder, tot... dat men zei dat zij de stuipen hadden. Er waren mensen die schokten en schudden onder de kracht van de Heilige Geest. Dit is Methodistengeschiedenis. Daaruit kwamen de Quakers voort, enzovoort.

217 Maar nu hebben zij het georganiseerd. Zij vormden deze Methodist, 'Oorspronkelijke Methodist', en die soort Methodist en dat soort Methodist, tot het zo afgezwakt is dat de Methodisten het "bloed" uit hun zangboeken willen halen.

218 Onlangs hier op een avond, in een televisie-uitzending (mijn moeder had me geroepen) zag je een Methodistenvoorganger, hier in Indiana, die "rock en roll" in de kerk onderwees. Hij zei: "Het is beschamend dat wij niet hebben ingezien dat deze prachtige kunst in de kerk hoort."

219 Dat is de duivel en een valse profeet! Jazeker! Ik wil niet uw gevoelens kwetsen, maar broeder, dat is de waarheid van God. Ik zou u op deze manier liever een beetje boos willen maken, en maken dat u de Schrift gaat bestuderen en misschien in orde komt met God, dan dat u verloren bent aan het eind. U mag me nú misschien niet aardig vinden, maar op een dag zult u uw arm om me heen slaan en zeggen: "Broeder Branham, dat is de waarheid." Het is hier ter plaatse en men neemt er deel aan. Dat is waar zij... Daar is het. De Bijbel zei dat ze dit zouden doen.

220 Dan vanaf Wesley, toen Wesley dit deed, kwamen de Pinkstermensen. En zij kregen het herstel van de gaven, begonnen met spreken in tongen, de doop van de Heilige Geest.

221 Zoals een graankorrel uit de grond omhoog komt. Allereerst rot het. Brengt dan een stel halmen voort. Dan denk je dat je een korenveld hebt gekregen. Die halm groeit op en vormt een aar. Dit eerste was de Lutheraan. De aar, wat was dat? De Methodist; het stuifmeel, de broederlijke liefde, het evangeliseren, het stuifmeel werd naar anderen geblazen.

222 O, zelfs de natuur verkondigt deze gemeente-tijdperken. De Methodist die uit de verwarring komt... Of, ik bedoel, de Lutheraan die uit verwarring komt. De Methodist die zijn broederlijke liefde uitschudt, de tijd van evangelisatie en de tijd van zendelingen. De grootste zendingstijd die de wereld ooit gekend heeft was de Methodistentijd. Dat is juist. Het schudde haar stuifmeel uit.

223 Wat gebeurde daarna? Uit dat stuifmeel komt een korenaar, Pinkstermensen. Een graankorrel, precies hetzelfde als wat de grond inging. Geen blad, geen aar, maar een graankorrel. En de Pinkstermensen hebben nu schimmel op dat graan, zodat het... je kunt zelfs het graan nauwelijks meer zien. Het wordt tijd om het te reinigen. Amen! Wat deden ze? Hetzelfde als wat de Methodisten deden. De een organiseerde zich als een groep en zei: "Wij zijn 'de Vergadering van God'." De ander: "Wij zijn 'Pinkster Heiligheid'." Nog een ander: "Wij zijn 'de Eenheid'." "Wij zijn 'de Twee-eenheid'." En daar is zoveel hiervan en zoveel daarvan. Tjonge! O, een eenbultige kameel, tweebultig, driebultig, van alles. O, ze hebben zestig, of dertig, of veertig verschillende organisaties.

224 Wat hebben zij gedaan? Dit bracht hen dadelijk weer terug in het Romanisme, doopten in de doop van de Rooms-katholieke kerk. Ik vraag enig Pinkstermens mij te tonen waar iemand in de Bijbel werd gedoopt in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest". Ik vraag iedere bisschop, kardinaal, of leraar, mij te tonen waar het ooit werd gedaan buiten de Katholieke kerk. En Luther bracht het met zich mee, hij bracht de catechismus en al het andere mee. De Methodist ging ermee verder. Pinkstermensen u moest zich schamen! Maak schoon schip! Keer terug naar het Woord! Bekeert u of God zal de kandelaar van u wegnemen, het licht dat u hebt gekregen. Amen! In orde.

225 Men neemt de Heilige Geest weg als Leidsman en geeft ze een heilige klasse mensen die boven de leken geplaatst worden. En men noemt ze geen "pastoors, herders", maar "Vader, kardinaal, aartsbisschop of hoofdopziener", terwijl wij worden verondersteld voorgangers, dat betekent "herders", te worden genoemd. De waarachtigen haatten deze zaak! En God bevestigde het voor hen en zei: "Ik haat het ook!" Want Hij wordt verondersteld de Hoofdopziener, de Aartsbisschop, de Paus te zijn. Hij werkt met ieder individueel, geen organisatie, maar met een persoon.

226 Vreemd genoeg... Luister, daar wij aan het einde komen. Wij hebben nog één vers.

227 Hier krijgen we de leer van het beginsel van het Katholicisme, de apostolische opvolging. Hoevelen weten dat? Apostolisch. Nu, de Katholiek zegt: "De paus vandaag is de opvolger van Petrus, de apostolische successie." Zoiets bestaat niet. Hoe kan uw vleselijke, sexueel verlangen... Hoe kon het dat Ezau en Jakob beiden geboren waren uit de heilige vader en een heilige moeder en één van hen was een Christen en de ander een duivel? Ziet u? Hoe kan het? Omdat zonde zonde is en sex is sex, maar God geeft de geboorte.

228 God koos ons vanaf de grondlegging der wereld. Wist u dat? Wacht tot wij komen bij het lezen van deze geschiedschrijvers en let op hoe Irenaeüs... hoe hij God lof brengt dat Hij hem koos voor de grondlegging der wereld; hoe Martinus en al diegenen Hem lof toebrachten, God prezen om die reden. En mensen spreken over hem, zeggend: "Hij was gekozen vóór de grondlegging der wereld." Dat is de Schrift. Die broeders kwamen overeen met God. Maar deze oude, zwarte kerk ging door deze vijftienhonderd jaren van Middeleeuwen, verstikte de hele zaak als een walmende lamp die het licht verduisterde. "Maar het zal licht zijn in de avondtijd", zei de Here.

229 Apostolische successie, de een na de ander... één paus, en het moet in een geslacht van pausen zijn voor men een paus kan worden. O tjonge! Dat is onzin! De leken... niet de heiligen en rechtvaardigen, maar men laat de priesters voor hen bidden om ze uit hun zonden te halen, door hun zonden te vergeven wanneer men betaalt bij het biechten.

230 Protestanten doen hetzelfde! Zij proberen hun dominee een schouderklopje te geven, maar leven als de rest van de wereld. En hij weet niet meer over God dan hij weet... hij laat hen in zijn kerk blijven en noemt hen leden van zijn kerk; en laat hen daarin blijven en verkondigt hen dat zij gered zijn. Wat zullen zij op die dag teleurgesteld zijn als zij niet wedergeboren zijn! Zonder de Heilige Geest bent u verloren. Niemand kan zeggen: "Jezus is de Christus", dan alleen door de Heilige Geest.

231 De ware gemeente te Efeze werd niet misleid door deze beschaafde, intellectuele redevoeringen. Zij haatten het. Zij waren niet misleid. Zij wisten het. De echte gemeente werd niet misleid.

232 Deze knapen, Nikolaïeten genaamd, hadden een valse openbaring die niet overeenstemde met het Woord van God. Vertel mij waar u in de Bijbel onderwezen ziet worden dat je bij een priester moet biechten. Waar ziet u ooit in de Bijbel ergens onderwezen worden dat je besprenkeld moet worden voor de vergeving van zonden? Waar hebt u ooit gezien dat iemand gedoopt werd in de naam van "Vader, Zoon en Heilige Geest" voor de vergeving van hun zonden? Waar ziet u ergens de rechterhand van gemeenschap te geven en je naam in het kerkboek te plaatsen? Waar hebt u ooit zoiets zien staan? Wat is het? Het is een priesterschap of een geestelijk leiderschap dat niet overeenkomt met het Woord en het zijn Nikolaïeten en God zei: "Ik haat hen!" Keer terug naar het Woord! O, ik weet dat het hard is, broeders, maar ik ben niet verantwoordelijk, vecht het maar uit met Hem.

233 Valse openbaring, niet volgens het Woord, maar ze noemden hen "leugenaars, valse apostelen, valse profeten." Maar de ware gemeente hield vast aan de oorspronkelijke onderwijzing van Paulus en de doop van de Heilige Geest, met tekenen die volgden en het Woord bekrachtigden dat Paulus onderwees. Amen! Toon me waar God ooit het woord van sprenkelen zal bekrachtigen. Toon me waar God ooit bevestigt en spreken in tongen en grote dingen brengt, door ergens handen te schudden met de voorganger en uw naam in het boek te zetten; en dan nog steeds te pruimen, te roken, te drinken, leugens te vertellen, kaartfeestjes en een beetje lol hebben... O, genade! Dat is vleselijk, valse profeten, vrienden. Jazeker.

234 De weg van God is heiligheid. Laat dit bekend zijn aan elk lid hier van het lichaam van Christus: tenzij u een heilig leven leidt, zal God uw offer weigeren. Het offer moet met heilige handen gebracht worden. Dat is zeker waar. De hogepriester; voor hij ooit binnen kon komen om het offer te brengen, moest hij geheiligd en toegewijd zijn en gezalfd en geparfumeerd, enzovoort, voordat hij zelfs in de tegenwoordigheid van God kon komen om het offer te brengen. Is dat waar? Hoe kunt u dan hier naar buiten gaan en bedriegen en stelen en ruzie maken en bekvechten met uw buren en van alles en nog wat en zo maar tekeer gaan en dan hier binnenkomen en zeggen: "O Here God! Geprezen zij Jezus! Halleluja!"?

235 Mensen zeggen: "Ik zie ze in tongen spreken." Toch betekent dat niet dat zij de Heilige Geest hebben. "Ik hoor hen juichen." Dat betekent nog steeds niet dat zij de Heilige Geest hebben. De Heilige Geest is het leven.

236 De Bijbel zei: "De regen valt menigmaal op de aarde om haar toe te bereiden, om haar te bebouwen waarvoor zij gereed gemaakt is," (Hebreeën 6) "maar doornen en distelen zijn nabij de verwerping, waarvan het einde uitloopt op verbranding."

237 De zon schijnt op de rechtvaardige en de onrechtvaardige. De regen valt op de rechtvaardige en de onrechtvaardige. De regen komt om de tarwe-oogst (we willen het zo noemen) te vormen en elk kruidgewas dat in het veld is. Als de tarwe dorst heeft, dan heeft het onkruid dorst. En dezelfde regen die de tarwe water geeft, geeft ook het onkruid water. De kleine tarwe zal haar hoofdje opheffen en roepen: "Prijs de Heer! Halleluja! Halleluja! Ik ben zo blij dat ik dit water krijg!" Het kleine onkruid zal roepen: "Glorie voor God! Prijs God! Halleluja! Ik ben blij het te krijgen."

238 "Maar aan hun vruchten zult u ze kennen." Dat is waar. "Aan hun vruchten zult u ze kennen."

239 Vers 7, en dan gaan we eindigen, dit is het laatste van dit gemeente-tijdperk. We zullen nu ongeveer vijf, of tien minuten te laat zijn, nog een ogenblikje.

     Die een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van de boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.

240 Nu kijk, vrienden, hier is de manier waarop u overwint. Eerst moet u overwinnen, dan kunt u de vrucht eten. Voor de overwinnaar! Herinnert u zich de vorige avond, onze onderwijzing van gisteravond? Johannes moest in de Geest komen, voor hij iets zag. En hoe gaat u zitten en zegt: "Als hij geen Baptist is ga ik niet naar hem luisteren"? "Als hij geen Presbyteriaan is ga ik niet naar hem luisteren." "Als hij niet precies leert wat mijn kerk onderwijst, ik..." U zult niet overwinnen, u bent nog niet in de Geest gekomen. U bent geheel uit de orde.

241 Raak in de Geest en zeg: "Here Jezus, ik heb U lief, openbaar mij alles wat U geschikt acht, breng het mij." Dan komt u in orde. Zo is het.

242 Merk op, de Bijbel spreekt drie keer in Genesis over de boom des levens en drie keer in het boek Openbaring. Gisteren spraken wij erover. Herinnert u zich zondag, gisteren? De duivel haat elk stukje van de Schrift dat er is. Maar het ergste haat hij Genesis en Openbaring. Hij valt Genesis aan vanwege de bewezen echtheid ervan, want hij wil de mensen laten geloven dat het niet zo was, dat Genesis niet ongeveer op de wijze gebeurde waarop God zei dat het was, dat iets anders deze schepping en dergelijke, veroorzaakte. Hij valt het op die wijze aan. En hij haalt de mensen weg van Openbaring, omdat het openbaar maakt dat Jezus God is en hij de duivel en dat hij ten dode is gedoemd. En het openbaart de heerlijkheid van de geheiligde gemeente die naar huis gaat, naar God; en de verdoemenis van de valse profeet en al degenen die liegen en van alles doen, om geworpen te worden in de poel des vuurs. Geen wonder dat hij hen ervan weghoudt. Maar onthoud dat beide plaatsen spreken over de boom des levens in het Paradijs.

243 Laten we dit een ogenblik doornemen; de "boom". In Johannes, het zesde hoofdstuk, als u het wilt noteren, zei Jezus: "Ik ben het brood des levens." Onthoud dit.

244 We gaan deze twee pilaren hier als een symbool gebruiken, even tot slot nu. Aan mijn rechterhand is de boom in de Hof, de boom des "levens" genaamd; aan mijn linkerhand is de boom in de Hof die de boom van "kennis" genoemd wordt. Hoevelen weten dat de Bijbel zegt dat er een boom des levens en een boom van kennis was? De mens moest leven door deze boom des levens, en de boom van kennis niet aanraken. Is dat juist? En de eerste keer dat hij deze aanraakte, scheidde hij zich van zijn Schepper. Hij verloor zijn gemeenschap met God toen hij zijn eerste hap van kennis nam. Denk nu goed na en u die noteert geef ik tijd, zodat u het kunt vatten, omdat ik niet wil dat u dit mist.

245 Jezus, in Johannes 6... Zij waren uit een bron aan het drinken en wierpen hun handen in de lucht en waren daar een schijnvertoning aan het maken; dat hun vaderen uit de geestelijke rots dronken, enzovoort. Hij zei: "Ik ben die rots die in de woestijn was."

246 En ze zeiden [Joh. 8:57]: "Hier zegt u dat u nog voor Abraham was en u bent een man van niet ouder dan vijftig jaar. En u zegt dat u Abraham zag? Nu weten wij dat u krankzinnig bent, u bent een duivel." Ziet u?

247 Hij zei: "Voor Abraham was BEN IK." IK BEN was in de struik bij Mozes; de brandende braamstruik. IK BEN. "Voor Abraham was, BEN IK"; niet: "was Ik."

248 Welnu, u mensen die zegt dat de dagen van wonderen voorbij zijn, u zou dat Schriftgedeelte moeten laten luiden: "Ik was de grote Ik was."

249 Niet "Ik was" of "Ik zal zijn"; "IK BEN", dat is heel de tijd. Hij is eeuwig. Het woord "IK BEN" is een eeuwige, heel hun tijdperk, al de tijd, en "IK BEN", niet "Ik was" of "Ik zal zijn". "Ik ben er nu, net zoals Ik het altijd was." (Ziet u?) Altijd, "Ik ben."

250 Ze zeiden: "Onze vaderen... Wij kennen u niet. Wij weten dat u een duivel bent." Ze zeiden: "Onze vaders aten manna in de woestijn gedurende veertig jaar."

251 En Jezus zei: "En ze zijn allen gestorven." Is dat juist? "Ze zijn allen dood. Maar Ik..." Ohh! "Ik ben het brood des levens dat van God uit de hemel komt. (Een brood des levens.) Indien een mens dit brood eet zal hij nimmer sterven."

252 "Wil deze man zijn lichaam geven om dat te eten?" zeiden ze. "Nu is hij gek, absoluut."

253 Het brood des levens was van de boom des levens, waar zij in de Hof van Eden van aten. Hij was de boom des levens. Als nu de boom des levens een persoon was, dan was de boom van kennis een persoon. Zeg nu maar dat de slang geen zaad had! Als leven door een Man komt, komt dood door de vrouw. In orde, zij was de boom des doods.

254 Zodra deze haar verontreinigde, wat hij deed (de slang), zei ze: "De slang heeft mij verleid." Zo is het. Niet een reptiel; hij was de listigste van al de beesten, hij stond tussen de chimpansee en de mens in. Het zaad van een dier zal niet kruisen met een vrouw, zal zich niet mengen; maar deze knaap... hij was de dichtst bijzijnde schakel. En God legde zo'n vloek op hem! Hij liet hem op zijn buik gaan, zonder benen, en nam elke bot in hem en veranderde alles wat op een man leek. De wetenschap probeert het ergens uit de grond op te graven. Dat is verborgen in de geheimenissen van God, in het midden van het Paradijs van God. Daar is uw openbaring.

255 Zij bracht haar eerste zoon voort, welke Kaïn was (is dat juist?), de zoon van Satan. De zoon van Satan. Als dit niet zo was, waar zou dan die boosheid vandaan komen? Uit Adam, die de zoon van God was? Het kwam van de duivel, zijn vader. En hij vermoordde... de eerste moordenaar was de duivel, de zoon van de duivel.

256 Let op wat daarna gebeurde, bekijk het nageslacht van Kaïn. Uit die generatie die volgde na Kaïn was ieder een geleerde en een groot man. Lees de Bijbel. Zij bouwden huizen, ze werkten met metaal en zij waren geleerden. Maar ieder die uit Seth kwam (daar Abel stierf, een type van Jezus, die stierf en Seth nam zijn plaats in. Dood, begrafenis en opstanding)... uit hem kwamen nederige boeren; schaapherders; kwamen uit die lijn.

257 Nu zei Jezus: "Uw vaders aten manna in de woestijn en ze zijn allen gestorven. Maar Ik ben dat brood des levens, (Welk brood des levens? Uit Eden!) opdat een mens moge ete van dit brood en nooit sterven." Welnu, God plaatste een engel rondom die boom des levens om hem te bewaken, zodat niemand hem kon aanraken, anders zouden zij van die boom eten en voor eeuwig leven. Is dat waar?

258 Omdat zij met die andere boom moesten doorgaan en sterven. Is dat juist? Want zolang zij daarvan moesten eten, stierven zij. En zo zeker als u sterft omdat u van die boom der kennis eet... Laten we kijken naar die boom van kennis. Kijk wat het heeft uitgewerkt. Laten we eens zien wat het deed. Allereerst, laat eens kijken, het... Wel, laten we er een bekijken die ze... het vond buskruit uit. Het doodt onze kameraden. Jazeker, men doodt elkaar met buskruit, van de boom van kennis. Het volgende wat we gedaan hebben, o, laat eens kijken, wij vonden de auto uit, van die boom van kennis. Het doodt meer dan het buskruit vernietigt. O zeker! Nu hebben we een waterstofbom. God vernietigt niets. De mens vernietigt zichzelf met zijn kennis.

259 Maar al wat God toebehoort zal God weer opwekken. God verliest niets. Dat zei Jezus, zo is het. "Wie dit brood eet heeft eeuwig leven en Ik zal hem weer opwekken in de laatste dag." Dat is Zijn belofte. Nu, God...

260 Men ging z'n gang, at van de boom van kennis en stierf. Maar zodra men bij deze boom zou kunnen komen, zou men voor eeuwig leven.

261 Dus, in plaats van een engel die hen daar van deze boom weghoudt, is deze nu daar om hen er naartoe te drijven, naar deze boom; de engelen van de gemeenten, om hen terug te brengen tot de Naam van Jezus Christus, die de boom des levens is, die staat in het Paradijs van God. Oei! Tjonge! Ik hoop dat u dit vat. De boom des levens die staat in het Paradijs van God, zodat u deel mag hebben aan Hem en een zoon of dochter van God mag worden en voor eeuwig leven. "Wie Mijn woorden hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en zal niet in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in leven."

262 Broeder, zuster, nu ik ben er zeker van dat ik u gekwetst en pijn gedaan heb. Het was niet mijn bedoeling het op die manier te doen. Ziet u? God weet dat, maar ik moet het zo doen om u te laten zien waar we aan toe zijn. Ik geloof niet dat we hier nog erg veel langer hoeven blijven. Ik probeer niet uw christendom weg te nemen omdat u tot een organisatie behoort. Dat is het niet. De mensen zijn een slachtoffer van de omstandigheden. Zij weten niets anders te doen; al wat hun voorouders altijd gedaan hebben is: naar de kerk gaan, en dergelijke.

263 Maar broeder, nog één ding voor we weggaan, laat me nog dit citaat brengen. De profeet zei... Gelooft u de profeten? De Bijbel gebood naar hen te luisteren. De profeet zei: "Er zou een tijd komen dat er noch dag noch nacht zou zijn, maar het zou een wat sombere dag zijn. Maar in de avondtijd, net voor de zonsondergang, zal het licht zijn." Is dat zo?

264 Nu kijk wat we gehad hebben. Laten we even kijken. Hoe gaat de zon... Waar is de zonsopgang, geografisch? In het oosten. Is dat juist? Hij gaat in het westen onder. Ik wou dat ik... Ik neem morgenavond de kaart mee om het u te tonen. Toen de Heilige Geest in Jeruzalem neerkwam, vormde het een perfect getal acht, op zijn spoor. Het gaat zo recht schuin omhoog naar Ierland, helemaal rond terug, dáárlangs en komt tot de Westkust en valt opnieuw terug, een perfect cijfer acht, waar het Evangelie heen trok. Nu is beschaving met de zon mee gereisd. Hoevelen weten dat? Het is u onderwezen en u weet het. De oudste beschaving die wij hebben vindt u in China en vandaar komt zij dan regelrecht in de Oosterse landen. En toen de Heilige Geest, niet z-o-n, maar Z-o-o-n...

265 Wanneer de zon, de z-o-n, dwars door de mist en nevel van de nacht begint te schijnen; het geeft niet waar het zaad zich bevindt, het zal leven; omdat heel het botanische leven leeft door de zon. Dat weten we. U kunt beton over een stuk grasland storten en waar groeit volgend voorjaar het gras het meest? Precies aan de rand van het beton. Waarom? Het komt door dat leven daaronder, je kunt het echte leven niet verbergen. Dat beetje leven, zodra het weet dat de zon er op valt, zal het zijn weg door bijna een half stadsblok heen kronkelen, proberend onder dat beton vandaan te komen, tot het zijn kopje rechtop in de lucht kan steken om God te prijzen.

266 U kunt leven niet verbergen. Dat is waar. Leven! Wanneer u wedergeboren bent kunt u het niet verbergen. Iets moet het uitschreeuwen wanneer u leven hebt gekregen.

267 Alle dingen die nu zijn gestorven en de kleine zaden die zijn opengebarsten zodat de pulp eruit stroomt en het dood is; maar het leven is er nog steeds. Wanneer de zon in het voorjaar begint te schijnen, zullen de kleine bloemen opkomen en alles zal weer zijn kop omhoog steken (van onder de schilfers van houtblokken en rotsstenen vandaan), het zal weer opkomen en opnieuw leven. Is dat juist? Want de z-o-n schijnt.

268 Op een dag zal de Z-o-o-n schijnen, die de Schepper is van eeuwig leven, en alles wat kiemkrachtig voor Hem geworden is tot eeuwig leven, sprak Hij, "zal Ik opwekken in de laatste dagen." Ziet u wat ik bedoel? Eeuwig leven zal in de laatste dagen worden opgewekt. Al zouden ze u in de zee begraven, uw lichaam verbranden en het naar de vier windhoeken van de aarde strooien, God zal het opwekken in de laatste dag. Als u de buik van een hongerige leeuw moet vullen of in de vurige oven moet gaan, wat al de zestien elementen zoals petroleum en kosmisch licht, enzovoort, uit u wegneemt, God zal het opwekken. "De haren van uw hoofd zijn zelfs geteld." Amen! God zal het opwekken!

269 Kijk nu hier. [Broeder Branham gaat verder met illustreren.] Als ieder mens sterft door de vrouw, dan leeft ieder mens door de Man. Deelhebben aan de vrouw in dat soort van leven, dan weet u dat u zult sterven. Er is geen uitweg, u zult gaan sterven. En zo zeker als u daarvan neemt, zult u gaan leven; er is geen uitweg, u zult leven. Amen! Als dit absoluut dood voortbrengt, brengt dat absoluut leven voort. De enige manier waarop u het kunt ontvangen, is leven te hebben.

270 Nu zei de profeet, dat "het Licht zal zijn in de avondtijd." Nu kijk. Hij zei dat er een dag zal zijn die somber zou zijn, het zou dag noch nacht genoemd worden. Het is een wat bewolkte, nevelige, koude dag, maar toch heeft de Zoon het licht gegeven. Ver boven die mist en wolken, enzovoort, geeft de Zoon het licht. Het geeft genoeg licht dat u kunt lopen en zien kunt waar u moet lopen, maar toch is het geen heldere, mooie dag. Begrijpt u? Welnu, bijna niets kan in die dag leven.

271 U kunt wel iets planten, ergens onder waar de zon niet bij kan komen, maar het wordt in de groei belemmerd. Is dat niet zo? U boeren weet dat. Plant het koren in de schaduw of ergens, let op, het kwijnt weg. Fred, jij moet het wel weten met jouw tarwe. Je zaait het daar uit en als je een slechte zomer hebt, o, koud en regenachtig, belemmert het de groei.

272 Wel, dat is er aan de hand met de kerk door al deze tijdperken, zij is klein gebleven. Ze is door denominaties niet volgroeid. U hebt uw naam in het boek gezet. We hebben genoeg licht gekregen om te weten dat er een God is. Ik ben er blij om. We hebben genoeg licht ontvangen om te weten dat er een Christus is, dat er een komend oordeel is. We hebben licht gekregen; dus hebben we onze naam in de boeken gezet, we hebben de hand van de dominee geschud, enzovoort; dat hebben we gedaan. Goed, maar nu is het avondtijd.

273 De beschaving kwam van het oosten naar het westen en we zijn nu aan de Westkust. We kunnen niet meer verder; als we oversteken belanden we weer in het oosten. We kunnen niet verder gaan, we zijn aan de Westkust.

274 De Bijbel zei: "In de avondtijd zou het licht komen." Wat voor soort zon schijnt er nu in de avondtijd? Verschilt het met de zon die in de ochtend opkomt? Het is dezelfde zon! Is dat juist? Wel, wat heeft God dan beloofd? Nu gaan we hiertoe komen, houdt het vast, regelrecht naar dit tijdperk. De Bijbel zei het; ik zal het bewijzen in deze gemeente-tijdperken bij het verder gaan dat er in de avondtijd plotseling een licht zou gaan schijnen in het Westen, wat opnieuw de zon der gerechtigheid zou terugbrengen met genezing in zijn vleugels. En dezelfde tekenen en dezelfde wonderen die daar in het Oosten werden gedaan zullen hier in het Westen worden gedaan, met een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest in de laatste dagen.

Het zal licht zijn in de avondtijd,
Het pad naar Glorie zult u zeker vinden;
In die waterweg, is het licht vandaag,
Begraven in de dierbare Naam van Jezus.
Jong en oud, bekeert u van al uw zonde,
De Heilige Geest zal zeker binnenkomen;
De Avondlichten zijn gekomen,
Het is een feit dat Christus en God Eén zijn!

O, het zal licht zijn in de avondtijd,
Het pad naar Glorie zult u zeker vinden;
In deze waterweg is het licht vandaag,
Begraven in de dierbare Naam van Jezus.
Jong en oud, bekeert u van al uw zonde,
De Heilige Geest zal zeker binnenkomen;
Die Avondlichten zijn gekomen,...

275 Precies zoals Petrus zei: "Het zij u bekend dat God deze zelfde Jezus, die u gekruisigd hebt, èn tot Here en tot Christus gemaakt heeft. Bekeert u, een ieder van u", zei hij, "en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden."

276 Laat me u iets vertellen. Onlangs sprak ik over 'het recept van de dokter'. Mensen houden er niet van het doktersrecept in te nemen. Als hij een middel heeft dat uw ziekte zal genezen en u weigert het te nemen, is het niet de schuld van de dokter als u sterft. Nee. Het is úw schuld, omdat u weigert het te nemen.

277 Welnu, als de dokter een recept voorschrijft en u neemt dat recept naar een kwakzalver van een apotheker en hij doet er iets in dat er niet in hoort, zal het u eveneens doden. Is dat zo? Die dokter heeft ervoor gestudeerd en hij weet hoeveel vergif er in dat recept zit om die bacillen die in uw lichaam zijn te doden. En er zit genoeg tegengif in om dat vergif ongedaan te maken zodat het u niet zal doden. Het moet in evenwicht zijn. Als u teveel tegengif voorschrijft, zal het de patiënt niet helpen; teveel vergif erin, het zal hem doden. Het hoort in balans te zijn.

278 De vraag was: "Is er geen balsem in Gilead? Is er geen geneesheer daar?" sprak de profeet. "Waarom is dan de ziekte van Mijn dochter niet genezen?" Wat is er met de kerk aan de hand? Hoe komt het dat wij teveel oude zieke kerken hebben? Omdat we enige kwakzalvers van apothekers hebben gehad die het recept verkeerd hebben uitgevoerd. Dat is waar. Hij zei nooit: "Vader, Zoon, Heilige Geest."

279 Hoe luidde het recept? Hier is Petrus. Hoevelen weten dat hij de sleutels van het Koninkrijk had? Jezus zei het. Wat had hij gezegd? Met andere woorden, hij had de "vulpen" voor het recept.

280 Toen zij al dit lawaai daarbuiten hoorden (ze schreeuwden en juichten en spraken in tongen en hadden een geweldige tijd), zeiden zij: "Die mensen zijn vol van zoete wijn!"

281 Petrus zei: "Dezen zijn niet dronken zoals u veronderstelt, want het is pas het derde uur van de dag. Maar dit is wat gesproken werd door de profeet Joël: 'Het zal geschieden in de laatste dagen, spreekt God, dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees. Uw zonen en uw dochters zullen profeteren en op Mijn dienstknechten en dienstmaagden zal Ik uitstorten van Mijn Geest en zij zullen profeteren. En Ik zal tekenen laten zien in de hemelen boven en in de aarde beneden: vuur, rook en damp. En het zal geschieden dat al wie de Naam des Heren aanroept gered zal worden.'"

282 En voorts zegt hij over David, dat hij zei: "Onze aartsvader David heeft het voorzien en zei: 'Bovendien zal mijn vlees rusten in hoop, omdat Hij Mijn ziel in de hel niet zal achterlaten, noch zal Hij toelaten Zijn Heilige ontbinding te doen zien.' Broeders, laat me vrijuit tot u spreken over de aartsvader David. Hij is èn gestorven èn begraven en zijn graf is bij ons tot op deze dag. Maar kijk, hij die een profeet was, zag de opstanding van Christus. Laat het u bekend zijn dat deze Jezus, welke gij met zondige handen gekruisigd hebt, dat God Hem èn tot Here èn tot Christus heeft gemaakt."

283 Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen en zeiden: "Mannen broeders", of "Dr. Simon Petrus, schrijf voor ons het recept. Hoe kunnen we dit krijgen? We willen een geneesmiddel voor zonde." Oh!

284 Let op hem, wat hij zei. Nu zult u ontdekken waar deze gemeenten van het spoor raakten. Hij zei: "Een ogenblikje! Ik ga een recept uitschrijven en het zal een eeuwig recept zijn. Het zal zijn voor u en voor uw kinderen en voor degenen die veraf zijn en voor zovelen als de Here onze God zal roepen."

285 Wat zei hij? Hoe maakte hij het klaar? Zoals de Katholieken het hebben? Zoals de Baptisten het hebben? Zoals de Methodisten het hebben? Elk van hen heeft er iets aan toegevoegd of er iets van afgedaan. Zoals de Pinkstermensen? Zij voegden erbij of namen weg. Maar wat zei hij? "Bekeert u, ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus, voor de vergeving van uw zonden en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen." Een eeuwig recept! "Het is voor u en voor uw kinderen; dit zal duren door alle gemeente-tijdperken heen, geef het aan elk van hen."

286 O God, reinig mijn handen. Reinig mijn hart, Heer. Moge... Al neemt het elke vriend weg die ik heb, laat me het recept op de manier geven zoals de Dokter zei het uit te geven.

287 Daarom heeft men zoveel dode kerken, zoveel dode leden gekregen. U voegt tegengif toe en neemt er zoveel vanaf tot het helemaal het recept niet meer is, het geneest zelfs niets meer; handen schudden, en lid zijn van kerken en besprenkelen. O genade, dat is het recept niet, dat is de dood. Als u leven wilt hebben en de Heilige Geest verlangt, volg dan wat God zei om te doen. Neem het recept! Dat is precies zoals hij het gezegd heeft. "Voeg er niet aan toe of neem er niet van weg." Dan komt de Openbaring hier vlak achter en wordt gezegd: "Wie zal wegnemen of toevoegen, diegene (zijn deel) zal uit het Boek des Levens genomen worden." O, dat is de hoofd-dokter. O, ik houd van Hem. U niet?

288 O, aan dat geweldige tijdperk van Efeze, toen deze ketterij pas begon binnen te sluipen om organisaties te vormen, en voorgangers en diakenen... of geen diakenen, maar voorgangers... geen voorgangers, maar kardinalen, bisschoppen, pausen, opzichters van de kerk, die tegen de Heilige Geest zeggen, tegen de gemeente zeggen: "Nu, dat kunt u hier niet hebben!" Wie is eigenlijk de baas?

289 Petrus werd dat eens gevraagd. Ze zeiden: "U kunt niet meer in Jezus' Naam prediken. U kunt wel prediken als u wilt, maar niet in Jezus' Naam." O, de duivel haat die Naam!

290 Petrus zei: "Is het betamelijk voor mij om..." De Bijbel zei: "Petrus, vol van..." (de denominatie? O.) "... de Heilige Geest!" Hij zei: "Wacht, ik ga de hoofdopziener bezoeken en eens kijken wat hij me zegt dat ik hiermee moet doen."

291 Laat me u vertellen. Wist u dat de "Vergadering van God" een psychiater heeft om te beoordelen, of, dat zij hun zendelingen bij een psychiater laten komen om te zien of die man geestelijk in staat is een zendeling te zijn? Pinkster Vergadering van God. Hoevelen hebben dit wel eens gehoord? Zeker, het gebeurt overal, iedereen weet het. Ziet u? Wie behoort de zendeling te onderzoeken en de beoordeler te zijn, de psychiater of de Heilige Geest? Ziet u, dat krijgt u wanneer u een mens hebt. Zie, menselijke theorieën, menselijke leerstellingen. Wacht tot wij bij dat Pinkstertijdperk komen! God zal die zaak verbranden zo zeker als de wereld. Jazeker. Inderdaad. En u zult zien dat het al maar door vlam vat. Begrijpt u? Precies.

292 Maar op een heerlijke dag zal Hij komen. En vergeet niet, luister, er zijn zeven gemeente-tijdperken. Is dat waar? Er zijn zeven gemeente-tijdperken. En herinner u, toen zij uitgingen om de Bruidegom te ontmoeten waren enigen ingeslapen in de eerste nachtwake (is dat juist?) O, in de tweede wake (kijk, niet stierven, maar vielen in slaap), derde wake, vierde wake, vijfde wake, zesde wake, en in de zevende wake klonk een geroep: "Ziet, de Bruidegom komt! Gaat uit Hem tegemoet!" Wat gebeurde er? Al die maagden, die sliepen, ontwaakten.

     [Broeder Branham begint te zingen – Vert]:

Op die heldere en wolkenloze morgen,
Wanneer de doden in Christus zullen opstaan,

     (Wolkenloos, de avondlichten zullen schijnen)

En de ochtend breekt aan, voor eeuwig, helder en klaar;
Wanneer de geredden op aarde zich zullen verzamelen
Naar hun huis voorbij de hemel,
Wanneer de namen boven worden afgeroepen, zal ik er zijn!

Wanneer de namen afgeroepen worden,
Wanneer de namen afgeroepen worden,
Wanneer de namen afgeroepen worden,
Wanneer de namen worden afgeroepen, zal ik er zijn!

Laat ons werken voor de Meester,
Van de ochtend tot de avond,
Laat ons spreken over al Zijn wond're liefde en zorg;
Wanneer dan alles van het leven voorbij is,
En ons werk op aarde gedaan,
Wanneer het "appèl" daarboven wordt afgeroepen,...

293 Elk kind van God, hef uw handen naar omhoog:

Wanneer de namen boven afgeroepen worden,
Wanneer de namen afgeroepen worden,
Wanneer de namen afgeroepen worden,
Wanneer de namen worden afgeroepen, zal ik er zijn! (Oh, we waarderen u.)

294

In die lieflijke tijd die komt,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die heerlijke kust;
In die lieflijke tijd die komt,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die heerlijke kust.

     Houdt u van die oude liederen van de gemeente? O!

Aan onze overvloedige Vader hier boven,
Willen wij onze huldeblijk van lof offeren,
Voor de glorieuze gave van Zijn liefde,
En de zegeningen die onze dag heiligen.

In die lieflijke tijd die komt,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die heerlijke kust;
In die lieflijke tijd die komt,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die heerlijke kust.

295 Schud nu de hand met iemand naast u, met allen die om u heen staan. Dat is goed.

... lieflijke tijd die komt, (Zeg: "Ik zal u ontmoeten broeder.")
Wij zullen elkaar ontmoeten aan die heerlijke kust;
In die lieflijke tijd die komt,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die heerlijke kust.

We zullen zingen aan die heerlijke kust,
Het melodieuze lied... (Iedereen, zingt het nu.)
En onze geest zal geen verdriet meer kennen,
Geen smacht naar onze zegeningen van rust.

296 Ieder nu met opgeheven handen:

In die lieflijke tijd die komt,

     (Ooh,) gaan wij elkaar aan die heerlijke kust ontmoeten;

In die lieflijke tijd die komt,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die heerlijke kust.

297 Met onze hoofden gebogen nu, laten we dit zeggen [De samenkomst herhaalt nu elke zin die broeder Branham zegt – Vert]: "Here Jezus – ik heb U lief. Ik geloof – dat Jezus Christus – de Zoon van God is. God gemanifesteerd – in het vlees – om mijn zonden weg te nemen. Ik vertrouw niet op mijn verdiensten – ik heb er geen – maar plechtig – vertrouw ik – in de verdiensten van Jezus Christus, Die mijn Redder is – mijn God – mijn Koning. Ik houd van Hem – Amen!"

298 Morgenavond om zeven uur, zo de Here wil, nemen we de gemeente van Smyrna.

In die lieflijke... (met onze hoofden gebogen nu) spoedige stonde,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die heerlijke kust, (spoedig nu!)
In die lieflijke spoedige stonde,
Zullen wij elkaar ontmoeten aan die schone kust.

299 Nu zachtjes, iedereen, lieflijk:

Aan onze overvloedige Vader hier boven,
Willen wij onze huldeblijk van lof offeren,
Voor de glorieuze gave van Zijn liefde,
En de zegeningen die onze dag heiligen.

     [Broeder Branham verlaat het podium terwijl de samenkomst voortgaat met het zingen van het koor – Vert]