Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...

Hoofdstuk 2

Het visioen op Patmos – Openbaring 1:9-20 – Johannes op Patmos

Openbaring 1:9:

Ik Johannes, die ook uw broeder ben en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods en om het getuigenis van Jezus Christus.

Deze gezichten over de Openbaring van de Persoon Jezus Christus kwamen achtereenvolgens tot Johannes toen hij naar het eiland Patmos was verbannen. Dit kleine eiland in de Aegeïsche Zee ligt op ongeveer achtenveertig kilometer van de kust van Klein-Azië. Daar het een rotsachtig oord was en er veel slangen, hagedissen en schorpioenen huisden was het voor de handel van weinig betekenis en was het door het Romeinse Rijk als strafkolonie aangewezen voor misdadigers en politieke gevangenen, met wie men geen raad meer wist.

U zult hebben opgemerkt, dat Johannes zich tot de Christenen wendt als "een broeder in de verdrukking". In deze tijd ging de eerste gemeente door grote verdrukking. Niet alleen vond hun godsdienst overal "tegenspraak", maar men werd in de gevangenis geworpen en gedood. Johannes, evenals zovele anderen, leed nu gevangenschap om het Woord van God en om het getuigenis van Jezus Christus. Toen hij gevangen genomen werd trachtte men hem te doden door hem vierentwintig uur lang in olie te koken; doch tevergeefs. De woedende en machteloze overheid verbande hem toen naar Patmos alsof hij een tovenaar was. Maar God was met hem en hij werd gespaard om het eiland weer te verlaten en terug te keren naar Efeze, waar hij tot zijn dood toe weer voorganger werd.

De door Johannes ontvangen visioenen bestreken een periode van twee jaar (van 95 tot en met 96 na Christus). Van alle visioenen, die in het Woord beschreven zijn, zijn deze de meest opvallende. Het gehele boek Openbaring is geschreven in symbolen en is daarom het doelwit van veel kritiek en onenigheid. Het draagt echter het zegel Gods en dat maakt het authentiek en van geweldige waarde voor allen die zijn heilige pagina's lezen of er naar luisteren.

In de Geest op de dag des Heren

Openbaring 1:10:

En ik was in de geest op de dag des Heren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin.

"Ik was in de Geest."
Is dat niet prachtig? O, daar houd ik van. U zou deze woorden "het volmaakte van het Christelijke leven" kunnen noemen.

Indien wij willen gaan leven als Christenen, dan moeten wij in Zijn Geest zijn. Johannes sprak niet over het zijn in zijn eigen geest. Dat zou deze visioenen niet hebben kunnen veroorzaken. Het moest de Geest van God zijn. Ook voor ons geldt dat het de Geest van God moet zijn, of al onze pogingen zullen op niets uitlopen. Paulus zei: "Ik zal bidden in de Geest, ik zal zingen in de Geest en ik zal leven in de Geest." Indien er iets goeds is dat tot mij komt dan moet het gemanifesteerd worden door de Geest, bevestigd worden door het Woord en bewezen worden door de resultaten die er op volgen. Zo zeker als Johannes in de Geest moest zijn om deze geweldige openbaringen vers van Jezus te ontvangen, zo moeten ook wij in de Geest zijn om de openbaring te begrijpen die God ons gegeven heeft in Zijn Woord om door te leven, want het is dezelfde Geest.

Bekijk het eens van deze kant. Maar al te veel lezen in de Bijbel het hoofdstuk uit Handelingen waar staat: "Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen" (Handelingen 2:38) en lezen er dadelijk overheen. Zij zien het niet. Indien zij het zouden zien door in de Geest te geraken, dan zouden zij weten, dat indien zij de Heilige Geest willen ontvangen zij zich moeten bekeren en zich moeten laten dopen in de Naam van de Here Jezus Christus en dan zou God Zijn Woord gestand moeten doen door hen te vervullen met Zijn Geest. Zij zullen nimmer in Zijn Geest geraken of het zal precies zo moeten gaan als het Woord zegt. Bidt God om een openbaring van Zijn Geest. Dat is de eerste stap. Weest in de Geest.

Laat ik nog een voorbeeld geven. Veronderstel dat u genezing van node hebt. Wat zegt het Woord? Wel, wij hebben het tientallen malen gelezen, doch kwamen niet in de Geest toen wij het lazen. Hebben wij God gevraagd ons door Zijn Geest de ware toedracht bekend te maken? Zo ja, dan zouden wij de oudsten hebben laten roepen, onze zonden belijden en wij zouden gezalfd worden met olie en er zou voor ons gebeden worden en daarmee is de zaak rond. Misschien zou de genezing niet direct komen, maar in Zijn Geest is alles geschied. Er is geen andere pleitgrond. God zal Zijn Woord waar maken. O, wij moeten in de Geest geraken, en dan zullen er dingen gaan gebeuren. LEES NIET EERST DE HANDELINGEN DER APOSTELEN, GERAAK IN DE GEEST EN LEES DAN DE HANDELINGEN EN ZIE WAT GOD GAAT DOEN.

Is het u ooit opgevallen hoe de wereld in de geest geraakt van de dingen van de wereld? Zij gaan naar hun balspelen, hun sportevenementen en hun danspartijen. Zij komen onder de geest van deze dingen. Zij zitten daar niet als muurbloemen of als zoutzakken. Zij komen dadelijk onder de bekoring van de dingen en nemen er deel aan. Maar o, wat hebben zij een hekel aan de Christenen wanneer deze in de Geest van Gods Woord komen. Zij noemen ons fanatici en dwepers. In alles zullen zij hun misnoegen en antipathie laten blijken. Maar schenk er geen aandacht aan. U kunt het verwachten, want u weet uit wiens koker het afkomstig is. Ga echter voort en kom in de Geest van aanbidding.

Onze geest is rein. Zij is fris. Zij is zuiver en waarachtig: zij is sober en nuchter, maar ondanks dit alles toch vervuld van de blijdschap des Heren. De Christenen moeten eigenlijk minstens zo uitbundig en vreugdevol zijn in de Here, als de wereld pleegt op te gaan in de genoegens en pleziertjes. Zowel de Christenen als degenen, die uit de wereld zijn, zijn mensen. Beiden kennen hun emoties. Maar het verschil is, dat de harten en de emoties van de Christen zuiver zijn afgestemd op de Here der Heerlijkheid en op Zijn liefde, terwijl de wereld het vlees voldoening schenkt.

Nu staat er hier, dat Johannes in de Geest was op de dag des Heren. Neen maar! Dit is nu werkelijk een vers, dat heel wat meningsverschillen doet ontstaan! Niet dat het nodig is of zo moest zijn; maar sommigen zien eenvoudig niet wat er feitelijk in het Woord staat.

Allereerst zijn er nogal wat goedbedoelende mensen, die de dag des Heren uitmaken voor de Sabbatdag; deze is voor hen de zaterdag. Anderen noemen de dag des Heren de zondag, de eerste dag der week. Maar hoe kan het één dier dagen zijn of zelfs beide dagen tezamen, als Johannes in de Geest was en deze visioenen kreeg gedurende een periode van twee jaar? Wat er in feite gebeurde, was dat Johannes in de Geest opgevoerd en naar de dag des Heren werd verplaatst, die nog komen moet. De Bijbel spreekt van de dag des Heren als één die in de toekomst komt en Johannes ziet nu de dingen, die in die toekomstige dag gaan gebeuren. Maar laten we eens, om even onze gedachten te bepalen, precies nagaan wat er in de tegenwoordige tijd nu eigenlijk met de Sabbat bedoeld wordt.

De Sabbat – zoals uit het Nieuwe Testament blijkt – betekent NIET dat men de een of andere dag houdt. Wij kennen geen gebod om de zaterdag als een Sabbatdag in acht te nemen; er is ook geen gebod, dat ons voorschrijft de eerste dag der week, de zondag, te houden. Hier volgt de waarheid over de Sabbat, hetgeen "rust" betekent. Hebreeën 4:8–10: "Want indien Jezus hen in de rust (of rustdag) gebracht heeft, dan had Hij daarna niet gesproken van een andere dag. Er blijft dan een rust (het houden van de Sabbat) over voor het volk van God. Want die ingegaan is in Zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne." Hebt u goed geluisterd naar het laatste gedeelte van het vers, waar alles om draait? "God heeft van Zijn werken gerust." De zevende dag werd door God als Sabbatdag aan Israël, als herinnering aan Zijn eigen werk – waarin Hij de wereld en al wat daarin is geschapen heeft en daarna ophield te scheppen – gegeven. Hij rustte van Zijn werken. Hij rustte. Nu was het goed dat er een Sabbatrust gegeven werd aan een volk dat op een zeker tijdstip geheel op één plaats bijeen was, zodat zij allen een zekere dag konden onderhouden. Tegenwoordig is de helft van de wereld in duisternis, terwijl de andere helft in het licht is en dus zou het helemaal geen zin hebben. Maar dat is slechts een argument vanuit een natuurlijk standpunt.

Laten we eens gaan zien wat de Bijbel ons leert over deze Sabbatrust.

"Want die ingegaan is in Zijn rust." Dit ingaan houdt niet slechts een ingaan in, maar ook een "blijven in" de rust. Het is een eeuwige rust waarvan de zevende dag slechts een beeld of een type is. "Zeven" geeft de volheid aan. "Acht" is weer de eerste dag. De opstanding van Jezus was op de eerste dag der week en gaf ons het eeuwige leven en een eeuwige Sabbatrust. En zo zien we dus waarom God ons geen bepaalde dag van de week als Sabbat (rust) kon geven. Wij zijn "ingegaan in" en blijven absoluut in onze rust, hetgeen Israël niet kon, daar het slechts een afschaduwing kende van het ware waarin wij ons verheugen. Waarom zouden wij teruggaan naar een afschaduwing terwijl wij de werkelijkheid kennen?

Hoe ontvangen we deze rust, of deze voortdurende Sabbat? Het is op de uitnodiging van Jezus. Hij zei in Matthéüs 11:28–29: "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u en leert van Mij,... en gij zult rust vinden (ofwel het houden van de Sabbat, niet een dag, maar het eeuwige leven, Sabbat) voor uw zielen." Het doet er niet toe hoelang u hebt getobd onder de last van uw zonden, of het nu tien, twintig, dertig of vijftig jaar of nog langer geduurd heeft, kom met uw afgetobde moede leven en u zult Zijn rust vinden, de ware Sabbat. Jezus zal u rust geven.

Wat is nu precies die rust, die Jezus u wil geven? Jesaja 28:8–12: "Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats schoon is. Wie zou Hij dan de kennis leren, en wie zou Hij het gehoorde te verstaan geven? De gespeenden van de melk, de afgetrokkenen van de borsten? Want het is gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig. Daarom zal Hij door belachelijke lippen, en door een andere tong tot dit volk spreken; tot wie Hij gezegd heeft: Dit is de rust (Sabbat), geeft de moeden rust (ofwel het onderhouden van Zijn Sabbat), en dit is de verkwikking; doch zij hebben niet willen horen." Hier staat het geprofeteerd, precies hier in Jesaja. En het kwam zo'n zeven honderd jaar later op Pinksteren te geschieden, toen zij allen vervuld werden met de Heilige Geest precies zo als gezegd was hoe het zou zijn. Dit is de ware Sabbat, die beloofd was. Toen zij zo vervuld werden met de Geest rustten zij van hun wereldse werken, wereldse praktijken en hun boze handelingen. De Heilige Geest nam hun levens in beslag. Zij gingen in de rust. Daar is uw rust. Dat is uw Sabbat. Het is niet een dag of een jaar, het is een eeuwigheid van het vervuld zijn en gezegend zijn in de Heilige Geest. Het is uw rusten en God die werkt. God werkt het willen en werken in u naar Zijn voornemen.

Laat ik hier nog een opmerking maken over de "Zaterdagsamenkomers", die beweren dat wij er verkeerd aan doen op de eerste dag van de week, de zondag, samen te komen. Hier volgt wat Justinus ervan zei in de tweede eeuw:

"Op zondag wordt een samenkomst gehouden voor allen die in dorpen en steden wonen en er wordt dan een gedeelte voorgelezen uit de gedenkschriften van de apostelen en de geschriften, zolang de tijd dit toelaat. Als men klaar is met lezen, vermaant en waarschuwt degene die voorgaat in een toespraak tot het navolgen van deze edele dingen. Hierna staan allen op voor een gezamenlijk gebed. Na afloop hiervan – zoals wij hebben beschreven – wordt brood en wijn voor ons neergezet en de dankzegging uitgesproken waarop de gemeente met 'Amen' antwoordt. Het brood en de wijn wordt uitgedeeld en een ieder neemt een deel, waarna de diakenen het brood en de wijn naar de huizen van hen die niet aanwezig waren brengen. De rijken en die dat willen, geven gaven overeenkomstig hun vrije wil en deze collecte wordt aan degene die voorgaat afgedragen, die er de wezen, weduwen en de gevangenen en vreemdelingen in hun behoeften mee voorziet." We zien dus dat zij die beweren, dat de vroege gemeente de Judese traditie in stand hield door op de laatste dag der week samen te komen, helemaal niet kennis hebben genomen van wat de geschiedenis in werkelijkheid leert. Zij zijn daarom het vertrouwen ook niet waardig.

Och, dat de mensen toch tot Hem kwamen en die rust zouden vinden! Er is een schreeuwend verlangen in aller harten naar die rust, maar de meesten weten er niet het antwoord op. Daarom trachten zij het verlangen te bevredigen door godsdienst te bedrijven: het houden van bepaalde dagen of het aanvaarden van de belijdenissen en dogma's van de godsdienstige groeperingen. Maar als dat hun niet voldoet, proberen velen het met drinken, zwelgpartijen en meer van die lichamelijke uitspattingen en ze denken door wereldse genietingen enige bevrediging te vinden. Maar daarin bestaat geen rust. Ze roken en slikken pillen om hun zenuwen te kalmeren. Maar er is geen rust te verkrijgen door het nemen van aardse drankjes. Zij hebben Jezus nodig. Zij hebben de hemelse geneeswijze van node, de rust die de Geest geeft.

Dan gaan de meesten van hen nog 's zondags naar de kerk. Dat is allemaal wel goed, maar zelfs daar hebben zij er geen idee van hoe zij tot God moeten naderen en hoe zij Hem aanbidden moeten. Jezus heeft gezegd, dat de echte aanbidding is in Geest en in Waarheid. Zie Johannes 4:24. Maar wat voor aanbidding kunt u verwachten in een kerk, die zo weinig van God afweet, die met Kerstmis een kerstboom en met Pasen paashaasjes heeft? Hoe komen ze daaraan? Ze hebben het overgenomen van de heidenen en het tot een onderdeel van hun kerkleer gemaakt. Maar als er iemand is, die zich tot de Here wendt en vervuld wordt met de Heilige Geest dan houdt hij met al dit gedoe op. Hij heeft rust voor zijn ziel gevonden. Hij begint werkelijk te léven, God lief te hebben en Hem te vereren.

Laten we nu terugkeren tot ons Schriftgedeelte. Wij weten nu wat de dag des Heren niet is. Maar als het niet de zaterdag en niet de zondag is wat is het dan wèl? Laten we het zo stellen: De tegenwoordige tijd is stellig niet de dag des Heren. Dit is de Dag des mensen. Het is de mens, die bezig en aan het doen is; het is een kerk van de mens, het is de menselijke opvatting over aanbidding, alles van de mensen, want het is de wereld van de mens (kosmos), MAAR DE DAG DES HEREN IS AANSTAANDE. Absoluut zeker. Juist op dit moment uit de Openbaring van Jezus Christus werd Johannes opgenomen door de Geest en door de Geest verplaatst naar die Grote Dag, die aanstaande is. De dag des Heren breekt aan zodra de dag des mensen voorbij is. De koninkrijken dezer wereld zullen dan de koninkrijken van onze God worden. De dag des Heren breekt aan als de oordelen komen, en daarna komt het Duizendjarig Rijk. Juist in deze tijd nu, doet de wereld met de Christen naar believen. Ze schelden hem uit voor alles wat goed en lelijk is, maken grapjes over hem. Maar die grote belangrijke dag gaat komen en dan zullen zij wenen en rouw bedrijven, want zij zullen het Lam zien komen in grimmigheid om de wereld te oordelen. Dan zullen de rechtvaardigen hun dag bij de Here hebben, want de goddelozen zullen verbrand worden en de rechtvaardige zal over hun as het Duizendjarig Rijk binnengaan. Maleachi 4:3: "En gij zult de goddelozen vertreden; want zij zullen as worden onder de zolen van uw voeten, te dien dage, die Ik maken zal, zegt de HERE der Heerscharen."

De Stem als van een bazuin

Openbaring 1:10:

... en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin.

Johannes was in de Geest en hierdoor zag hij de grote en wonderbare dag van de Here Jezus Christus met al Zijn heilige kracht. Het ogenblik was genaderd, dat de toekomst ontvouwd zou worden, want God stond op het punt hem onderricht te geven. Johannes had niet gezegd dat het een bazuin was. Het was ALS een bazuin. Het blazen van een bazuin nu, duidt erop, dat er iets gewichtigs staat te gebeuren. Het is als de heraut, de boodschapper des konings, die tot het volk komt. Hij blaast een bazuin. Het is een dringende oproep. De mensen verzamelen zich om te luisteren. (Israël werd altijd bijeenverzameld door het blazen van een bazuin.) Er staat iets belangrijks te gebeuren. "Luister ernaar!" Deze stem had dus dezelfde dringende oproep als bij de bazuin het geval was. Deze was helder en luid, bracht schrik teweeg en riep op tot een ontwaken. Och, dat wij toch de stem van God mogen horen, die als een bazuin weerklinkt in deze dagen, want het is de "Evangelie Bazuin", die het "PROFETISCH WOORD" voortbazuint, om ons bewust te doen worden en gereed te maken voor wat over de aarde gaat gebeuren!

Het bevel om te schrijven

Openbaring 1:11:

Zeggende: Ik ben de Alfa en de Oméga, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven gemeenten, die in Azië zijn, namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicéa.

Hier heeft u het. De Eerste en de Laatste, de Alfa en de Oméga: dat is ALLES ervan. De ene ware God. De stem en het Woord van God. Werkelijkheid en waarheid zijn nabij. Wat is het geweldig om in de Geest te zijn! Neen maar! In Gods aanwezigheid te zijn en van Hem te horen!...

"Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven gemeenten." Die stem, die het Woord uitbazuinde in de Hof van Eden en op de berg Sinaï, de stem die ook in de verheven heerlijkheid gehoord werd op de Berg der Verheerlijking, weerklonk opnieuw, ditmaal gericht tot de zeven gemeenten met een volledige en laatste openbaring van Jezus Christus.

"Schrijf deze visioenen op, Johannes. Teken ze op voor de tijdperken die moeten volgen, want het zijn echte profetieën, die vervuld MOETEN worden. Schrijf ze op, zend ze uit en maak ze bekend."

Johannes herkende die stem. Oh, u zult ook die stem herkennen als Hij u roept en u één der Zijnen bent.

De gouden kandelaren

Openbaring 1:12:

En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren.

Johannes zegt hier niet, dat hij zich omdraaide om de persoon te zien waarvan hij de stem hoorde, neen, hij draaide zich om teneinde de stem te zien. Oh, daar houd ik van. Hij draaide zich om teneinde de stem te zien. De stem en de persoon zijn één en dezelfde. Jezus is het Woord. Johannes 1:1–3: "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is." Als u er ooit toe kunt komen het Woord echt te zien, dan zult u Jezus zien.

Toen Johannes zich omdraaide zag hij zeven gouden kandelaren. In feite waren het lamphouders. En volgens vers 20, zijn het de zeven gemeenten. "De zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten." Om de zeven gemeenten voor te stellen konden het eigenlijk geen kaarsen zijn. Een kaars brandt slechts een ogenblikje en gaat dan uit. "Hij sterft uit." Daarmee is het afgelopen. Maar lampen hebben een langere levensduur dan kaarsen.

Als u een prachtig beeld over de lamp wilt hebben dan moet u Zacharia 4:1–6 eens lezen. "En de Engel, Die met mij sprak, kwam weer; en Hij wekte mij op, gelijk een man die van zijn slaap opgewekt wordt. En Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie, en ziet, een geheel gouden kandelaar, en een oliekruikje boven zijn hoofd, en zijn zeven lampen daarop; die lampen hadden zeven en zeven pijpen die boven zijn hoofd waren; en twee olijfbomen daarnaast, een ter rechterzijde van het oliekruikje, en een aan zijn linkerzijde. En ik antwoordde, en zeide tot de Engel, Die met mij sprak, zeggende: Mijn Here! wat zijn deze dingen? Toen antwoordde de Engel, Die met mij sprak, en zeide tot mij: Weet gij niet, wat deze dingen zijn? En ik zeide: Neen, mijn Here. Toen antwoordde Hij en sprak tot mij, zeggende: Dit is het Woord des HEREN tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HERE der heerscharen."

Hier is nog een lamp van zuiver goud. Deze brandt helder omdat hij een overvloed aan olie ontvangt van de twee olijfbomen, die aan elke kant staan. De twee bomen stellen het Oude en het Nieuwe Testament voor en de olie duidt natuurlijk op de Heilige Geest, die de enige is, die het licht van God kan geven aan de mensen. De engel, die tot Zacharia sprak, zei zoveel als: "Wat u hier ziet betekent dat de gemeente niets kan doen uit eigen kracht, maar geheel afhankelijk is van de Heilige Geest."

Let nu eens op deze lamp. Het zal u opvallen, dat hij een grote schaal ofwel reservoir heeft, waarin zeven armen uitmonden. De schaal is met olijfolie gevuld en deze vloeit door zeven pitten, die zich in de zeven armen bevinden. Dit is dezelfde olie, die brandt en een licht geeft aan het eind van de zeven pijpen. Dit licht ging nooit uit. De priesters vulden steeds het oliekruikje bij.

De lamp werd op een bijzondere wijze aangestoken. De priester nam eerst vuur van het gewijde altaar; dit altaar was oorspronkelijk door het vuur Gods ontstoken. Hij stak allereerst de lamp aan, die helemaal bovenaan het oliekruikje was. Vervolgens stak hij de tweede lamp aan met het vuur van de eerste. De derde lamp kreeg zijn vuur van de tweede lamp, evenals de vierde het van de derde kreeg, enzovoort, totdat alle zeven lampen brandden. Dit heilig vuur van het altaar, dat van lamp tot lamp ging, is een prachtig beeld van de Heilige Geest in de zeven tijdperken der gemeenten. De oorspronkelijke uitstorting op Pinksteren (die direct van Jezus van de Genadetroon kwam) bekleedt Zijn gemeente door alle zeven gemeente tijdperken heen en laat op een volmaakte wijze zien dat Jezus Christus dezelfde is, gisteren, heden en tot in eeuwigheid, de altijd Onveranderlijke God, zowel in Zijn wezen als in Zijn handelen, onveranderlijk.

Jezus zei in Johannes 15: "Ik ben de ware Wijnstok en gij zijt de ranken." Hij is de stam van de Wijnstok, die uit de oorspronkelijke wortel te voorschijn komt, uit het oorspronkelijke zaad, dat het leven in zich heeft. De wijnstok draagt geen vrucht; dat doen de ranken. Let nu goed op: U kunt in een citrusboom, zoals bijvoorbeeld een sinaasappelboom, een grapefruittak enten of een citroentak, een tangelotak en andere variëteiten, en u zult bemerken, dat al deze takken gaan groeien. Maar de takken, die in de sinaasappelboom geënt werden, zullen géén sinaasappelen voortbrengen. In geen geval. De citroentak zal citroenen voortbrengen en de grapefruittak grapefruit, enzovoort. Toch zullen deze takken leven putten uit de boom. Maar als deze boom ooit een nieuwe tak doet uitspruiten, zal het een sinaasappeltak zijn die sinaasappelen draagt. Waarom? Omdat het leven in de tak en het leven in de stam een en hetzelfde leven is, terwijl dit niet zo is met de geënte takken. Het leven van deze geënte takken is van andere oorsprong, uit andere bomen; uit andere wortels; uit andere zaden afkomstig. Zeker, ze zullen hun vrucht geven, maar het zal geen sinaasappel zijn... Dat kan ook niet, want ze zijn niet uit het oorspronkelijke.

Dit is ook het geval met de kerken. De wijnstok is gespleten en er zijn ranken ingeënt. Zij hebben er Baptistenranken, Methodistenranken, Gereformeerde ranken en Pinksterranken ingeënt. En die ranken dragen Baptisten-, Methodisten-, Pinkster- en Gereformeerde vruchten. (Zaden van geestelijke groeperingen van waaruit zij hun vrucht voortbrengen). Maar als de wijnstok ooit een nieuwe rank voortbrengt uit zichzelf, dan zal die rank precies zijn als de wijnstok zelf. Het zal dezelfde soort rank zijn als die op de Pinksterdag te voorschijn kwam. Deze zal in tongen spreken, profeteren, en de kracht en tekenen van de opgestane Jezus Christus in zich hebben. Hoe komt dat? Omdat hij zich voedt van de natuurlijke bron der wijnstok zelf. Ziet u, déze was niet in de wijnstok geënt; deze was in de wijnstok GEBOREN! Toen die ranken er in geënt werden konden zij alleen maar EIGEN vrucht voortbrengen, want zij waren niet geboren uit die wijnstok. Zij weten niets af van dat oorspronkelijke leven en de oorspronkelijke vrucht. Dat kan ook niet, want ze waren er niet uit geboren. Zouden zij er wel uit geboren zijn, dan zou hetzelfde leven dat in de oorspronkelijke stam (Jezus) is, door hen gestroomd hebben en zich door hen hebben geuit. Johannes 14:12: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en zal meerder doen, dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader."

Denominaties die door mensen geleid worden kunnen niet uit God geboren zijn; want het is DE GEEST, NIET DE MENS, Die levend maakt.

Hoe treffend is het als we bedenken, dat deze zeven lampen hun licht en leven krijgen van de rijkdommen uit dezelfde centrale schaal, omdat hun pit daarin gedoopt was. Hier staat iedere boodschapper aan de gemeente afgebeeld. Hun leven staat in vuur en vlam door de Heilige Geest. Zijn pit (leven) is ondergedompeld in Christus. Door die pit ontleent hij leven aan Christus en geeft hierdoor licht aan de gemeente. En wat voor licht straalt hij uit? Precies hetzelfde licht, dat ook de eerste lamp had toen hij werd aangestoken. En door alle eeuwen heen tot op deze tijd van de boodschapper der laatste dagen toe wordt hetzelfde licht en leven geopenbaard door een leven, dat met Christus verborgen is in God.

Wij kunnen niet alleen zo over de boodschappers spreken, maar ook wordt hier elke ware gelovige op aanschouwelijke wijze uitgebeeld. Allen putten zij uit dezelfde bron. Zij zijn allen in dezelfde schaal gedompeld. Zij zijn dood voor zichzelf en hun leven is met Christus verborgen in God. Zij zijn verzegeld door de Heilige Geest.

Efeze 4:30: "En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door Welke gij verzegeld zijt tot de dag der verlossing." Niemand kan hen uit Zijn hand roven. Aan hun leven kan men niet komen. Het zichtbare leven brandt en schijnt, terwijl het licht geeft en uitingen van de Heilige Geest. Het innerlijke, onzichtbare leven is verborgen in God en wordt gevoed door het Woord des Heren. Satan kan hen niet aantasten. Zelfs de dood kan hen geen schade doen, want de dood heeft haar prikkel verloren; het graf heeft haar overwinning verloren. God zij gedankt! Zij hebben deze overwinning in en door de Here Jezus Christus! Amen, ja, amen.

Niet langer meer de priester

Openbaring 1:13:

En in het midden van de zeven kandelaren Eén, de Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel.

Daar staat Hij, Iemand als de Zoon des mensen. Zoals de edelsteen fraaier wordt door de zetting van een ring, zo staat Hij daar verheerlijkt temidden van de gemeenten. Het is de dag des Heren: Johannes ziet Hem immers niet als priester staan, maar als de komende Rechter. De gouden gordel omgordt niet langer Zijn middel, waar de priester ze moet dragen als hij dienst doet in het Heilige der Heiligen, neen, deze is nu om Zijn schouders, want Hij is nu niet de priester, maar de RECHTER. Nu gaat Johannes 5:22 in vervulling: "Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel de Zoon gegeven." Zijn dienst is bewezen. Het priesterschap is voorbij. De dagen der profetie zijn beëindigd. Daar staat Hij, omgord als de RECHTER.

De zevenvoudige heerlijkheid van Zijn Persoon

Openbaring 1:14–16:

En Zijn hoofd en haar was wit, zoals witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuur;

En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren.

En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was gelijk de zon schijnt in haar kracht.

Wat aangrijpend en inspirerend was de verschijning van Jezus aan Johannes, die terwille van het Woord in ballingschap was, en zie, het levende WOORD staat nu voor hem! Wat werpt dit visioen een licht op de dingen, want elk beschrijvend onderdeel heeft een betekenis. Welk een openbaring van Zijn schitterend Wezen is dit!

1. Zijn haar wit, gelijk sneeuw.

Johannes bemerkt en noemt allereerst de witheid van Zijn haar. Dit was wit en schitterend als sneeuw. Niet vanwege Zijn ouderdom, maar vanwege Zijn ervaring, volwassenheid en wijsheid. De Eeuwige God kent geen ouderdom. Wat betekent tijd voor God? Tijd heeft weinig te betekenen voor God, maar wijsheid betekent veel voor Hem. Net als bij Salomo, toen deze God om wijsheid vroeg, zodat hij Israël zo kunnen richten. Nu komt Hij, de Rechter der ganse aarde. Hij zal met wijsheid gekroond zijn. Ziedaar, dit is het waar het witte en schitterende haar op duidt. Zie ook wat er in Daniël 7:9–14 staat: "Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol; Zijn troon was vuurvonken, en de raderen daarvan een brandend vuur. Een vurige rivier vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden dienden Hem, en tien duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het gericht zette zich, en de boeken werden geopend. Toen zag ik toe vanwege de stem der grote woorden, welke die hoorn sprak; ik zag toe, totdat dat dier gedood, en zijn lichaam verdaan werd, en overgegeven om van het vuur verbrand te worden. Aangaande ook de overige dieren, men nam hun heerschappij weg, want verlenging van het leven was hun gegeven tot tijd en stonde toe. Verder zag ik de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen Zoon, en Hij kwam tot de Oude van dagen, en zij deden Hem voor Deze naderen. En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natiën en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden." Daar heeft u het! Daniël zag Hem met dat witte haar. Hij was de Rechter, Die de boeken opende en hieruit oordeelde. Daniël zag Hem komen met de wolken des hemels. Dat was precies hetzelfde wat Johannes te zien kreeg. Beiden zagen zij precies hetzelfde! Zij zagen de Rechter met de oordeelsgordel over Zijn schouders daar staan, zuiver en heilig, vol wijsheid en volkomen bevoegd om de wereld te oordelen in gerechtigheid. Halleluja.

Zelfs de wereld verstaat deze symboliek, want in oude tijden verscheen de rechter en riep het volkscollege bijeen, bedekt met een witte pruik en gekleed in een lang gewaad, dat op zijn absolute gezag duidde (een tot de voeten reikend gewaad) om gericht te houden.

2. Ogen gelijk een vlam vuur.

Denk u dit eens in! Deze ogen die eens vol tranen waren vanwege verdriet en bewogenheid. Bij het graf van Lazarus weenden deze ogen van bewogenheid. Die ogen, die het kwaad der moordenaars, die Hem aan het kruis hingen, niet zagen, maar die in diepe droefheid uitriepen: "Vader, vergeef het hun!" Nu zijn die ogen een vlam vuur, de ogen van de Rechter, die degenen die Hem verwierpen zal vergelden naar hun werken.

Van alle menselijke ontroering die Hij toonde toen Hij als Zoon des mensen verscheen, was deze wel het grootst; dikwijls weende Hij. Maar achter dat wenen en achter die droefheid was God er toch nog steeds.

Diezelfde ogen zagen visioenen, zij zagen diep in de mensenharten en lazen hun diepste gedachten en kenden al hun handelingen. Het was God die, door sterfelijke ogen, tegen hen die Hem niet kenden voor wat Hij was, uitvoer: "Indien gij niet gelooft, dat Ik Die ben, zult gij in uw zonden sterven." Johannes 8:24. "Indien Ik niet doe de werken Mijns Vaders, zo gelooft Mij niet; maar indien Ik ze doe (de werken Mijns Vaders), en zo gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken;..." Johannes 10:37–38. Zoals Jeremia van ouds, was Hij de wenende profeet, want men nam het Woord van God niet aan en men sloeg geen acht op de Openbaring.

Deze vurige en vlammende ogen van de Rechter leggen zelfs nu reeds het leven van alle vlees vast. Terwijl zij de gehele aarde doorlopen is er niets wat Hij niet weet. Hij kent de verlangens van elk hart en ieders overleggingen worden door Hem gekend. Er is niets verborgen, wat niet geopenbaard zal worden, want alle dingen zijn open en bloot voor Hem voor Wie wij rekenschap hebben af te leggen. Denk u dat eens in! Hij weet op dit moment waar u over nadenkt!

Ja, daar staat Hij, de Rechter, met vlammende ogen om gericht te houden. De Dag der Genade is voorbij. Oh, dat de mensen zich mochten bekeren en Zijn aangezicht in gerechtigheid zoeken, nu het nog de tijd is! Oh, dat ze Zijn boezem tot hun kussen maken, voordat de wereld in vuur zal wegsmelten.

3. Voeten gelijk blinkend koper.

"En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven." Koper staat bekend vanwege zijn enorme hardheid. Er is niets bekend waarmee het harder gemaakt zou kunnen worden als het erbij gedaan werd. Maar dit koper, dat zijn voeten beschrijft, is nog opmerkelijker; het heeft namelijk de proef van de vurige oven doorstaan, een proef die nog geen ander metaal doorstaan heeft. Want koper duidt op Goddelijk oordeel: een oordeel dat God uitsprak en gestand deed. Johannes 3:14–19: "En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alreeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de Eniggeboren Zoon van God. En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos."

Numeri 21:8–9: "En de HERE zeide tot Mozes: Maak u een vurige slang, en stel ze op een stang; en het zal geschieden, dat al wie gebeten is, als hij haar aanziet, zo zal hij leven. En Mozes maakte een koperen slang, en stelde ze op een stang, en het geschiedde, als een slang iemand beet, zo zag hij de koperen slang aan, en hij bleef levend." Israël had gezondigd. Zonde moest geoordeeld worden. Daarom gebood God Mozes een koperen slang op een staak te plaatsen, en wie er op zag werd verlost van de straf voor zijn zonde.

De koperen slang op de staak is het symbool van de zonde die in de Hof van Eden werd bedreven, alwaar de slang Eva verleidde doordat hij haar tot zonde aanzette. Koper spreekt van oordeel zoals dat ook blijkt uit het koperen altaar, waar de straf der zonde werd verzoend door het slachtoffer op het altaar. Toen God Israël oordeelde vanwege haar zonden ten tijde van Elia, liet Hij het niet regenen en de vurige hemel werd als koper. In deze illustratie zien wij dat de slang op de staak de reeds veroordeelde zonde voorstelt, want hij is gemaakt van koper, hetgeen aantoont dat het Goddelijk oordeel reeds over de zonde was geveld. Daarom werd iedereen, die naar de slang, die op de staak was, keek, gezond door de betekenis ervan te aanvaarden, want deze was het werk of de verlossing van de Here.

De slang op de staak wijst ook op Jezus' komst naar deze aarde en op hetgeen Hij moest volbrengen. Hij is vlees geworden opdat Hij de oordelen van God voor de zonde op Zich zou kunnen nemen. Het fundament van het reukofferaltaar was van zuiver koper, hetgeen duidt op het Lam, dat geslacht is voor de grondlegging der wereld. Het oordeel was reeds op Hem gelegd, toen er zelfs nog geen zondaars waren. Daar de verlossing geheel des Heren is, betrad Hij de wijnpersbak der gramschap van de toorn Gods geheel alleen. Zijn klederen waren met Zijn eigen bloed karmozijnrood geverfd. De gloeiende oven van het rechtvaardige oordeel en van de toorn Gods was Zijn deel. Hij leed, de Rechtvaardige, voor de onrechtvaardige. "Gij zijt waardig, o Lam van God, want Gij zijt geslacht en hebt ons gekocht met Uw (eigen) bloed." Voor onze overtredingen werd Hij doorboord. Voor onze ongerechtigheid is Hij verbrijzeld, en de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden. De Here heeft al onze ongerechtigheden op Hem doen neerkomen. Hij leed als geen ander mens. Ja, zelfs zweette Hij voor het kruis grote druppels bloed daar Zijn bloed zich in de hevige zielsbenauwdheid waarin Hij verkeerde, uit zijn aderen afscheidde. Lukas 22:44: "En in zware strijd zijnde, bad Hij te ernstiger. En Zijn zweet werd gelijk grote druppels bloed, die op de aarde afliepen."

Maar de dag komt dat deze voeten van koper op de aarde zullen staan. En Hij zal de Rechter der ganse aarde zijn, en Hij zal de mensen in gerechtigheid en volkomenheid oordelen. Er zal geen mogelijkheid zijn om dat oordeel te ontlopen. Geen wending van die gerechtigheid. Er zal geen verzachting mogelijk zijn. Wie vuil is, zal nog vuiler zijn; wie onrechtvaardig is, nog onrechtvaardiger. De Onveranderlijke zal ook dan niet veranderen, want Hij is nimmer veranderd en zal ook nimmer veranderen. Deze voeten van koper zullen de vijand verbrijzelen. Zij zullen de antichrist, het beest en het beeld daarvan en alles wat een gruwel is in Zijn ogen, vernietigen. Hij zal de kerkelijke stelsels vernietigen, die Zijn Naam hebben aangenomen alleen om haar Zijn schittering te ontnemen, en Hij zal ze tezamen verbrijzelen mèt de antichrist. Alle goddelozen, de godloochenaars, de agnostici, de modernisten, de vrijdenkers, ja, zij allen zullen daar zijn. De dood, de hel en het graf zullen daar zijn. Jazeker, zij zullen daar zijn. Want als Hij komt zullen de boeken worden geopend. Dan zullen zelfs ook de lauwe gemeente en de vijf dwaze maagden verschijnen. Hij zal de schapen van de bokken scheiden. Wanneer Hij komt zal Hij het Koningschap op Zich nemen, want Hem behoort het toe en mèt Hem zullen daar zijn de duizend maal duizenden, Zijn bruid, om Hem te dienen. Glorie! O, het is nu of nooit! Bekeert u, éér het te laat is! Ontwaakt te midden der doden en zoekt het aangezicht Gods, wordt vervuld met Zijn Geest, of u zult het eeuwige leven aan u voorbij zien gaan. Doe het nu, nu het nog tijd is!

4. Zijn stem was als een stem van vele wateren.

Welnu, wat stellen wateren voor? Luister naar Openbaring 17:15: "De wateren, die gij gezien hebt,... zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen." Zijn stem was gelijk het spreken van een grote menigte. Wat is het? Het is het oordeel. Want dit zijn de stemmen der vele getuigen, die door alle eeuwen heen door de Heilige Geest van Christus hebben getuigd en Zijn Evangelie hebben verkondigd. Het zal de stem van iedere man zijn, die zich in het oordeel verheft tegen de zondaar die alle waarschuwing in de wind geslagen heeft. De stemmen der zeven boodschappers zullen helder en duidelijk gehoord worden. Deze getrouwe predikers, die de reddende kracht van Jezus predikten, die de waterdoop in Jezus' Naam predikten, die de vervulling en de kracht van de Heilige Geest predikten die meer aan het Woord vasthielden dan aan hun eigen leven; zij allen waren de stem van Jezus Christus, door de Heilige Geest door alle eeuwen heen. Johannes 17:20: "En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven zullen." Hebt u er wel eens bij stil gestaan hoe verschrikkelijk het is voor een mens als hij hulpeloos naar een waterval toedrijft? Denk eens aan dat bulderend geruis als hij zijn zekere ondergang tegemoet gaat. En precies zo zal ook de dag des oordeels zijn, wanneer het bulderen van de menigte stemmen u veroordeelt, omdat u er geen acht op hebt geslagen toen het nog niet te laat was. Sla er op dit moment acht op. Want op dit ogenblik worden uw gedachten in de hemel vastgelegd. Daar spraken uw gedachten harder dan uw woorden. Zoals de Farizeeër, die met de mond zoveel beweerde, maar, daar hij niet luisterde naar de Here werd zijn hart verdorven en slecht totdat het te laat was, zo zal het juist misschien nu wel uw laatste kans zijn om het Woord te horen en het aan te nemen ten eeuwigen leven. Het zal te laat zijn als u het bulderend geraas van de vele stemmen van oordeel en verdoemenis nadert.

Maar is het u ooit opgevallen hoe zacht en rustgevend het geluid van water kan zijn? Ik houd van vissen en ik zoek graag een plekje waar het water kabbelt. Ik kan gewoon op mijn rug liggen en het horen spreken van vrede en vreugde, van tevredenheid tot mijn hart. Wat ben ik blij dat ik in de veilige haven verankerd lig, alwaar de stem des Heren van vrede spreekt, zoals het Woord van de wateren der afscheiding het heeft verkondigd. Wat zouden we eigenlijk dankbaar moeten zijn voor het horen van Zijn stem van liefde, zorg, leiding en bescherming. En op zekere dag zullen wij diezelfde zachte stem horen spreken, niet in het oordeel, maar ter verwelkoming van ons wier zonden door Zijn bloed zijn kwijtgescholden, wier levens met de Geest vervuld zijn geweest, en wier wandeling in het Woord was. Wat zou kostbaarder kunnen zijn dan het horen van de menigte verwelkomende stemmen en omringd te zijn door die menigten die geloofd hebben ten eeuwigen leven? O, daar is niets mee te vergelijken! Ik bid dat u Zijn stem zult horen en niet uw hart verhardt, maar Hem aanneemt als uw Koning.

O, als u het slechts zou zien! De wereld werd vernietigd door de wateren, maar diezelfde wateren redden Noach en daarmee de gehele wereld met Noach. Hoor naar Zijn stem, de stem Zijner dienstknechten, wanneer deze tot bekering ten leven roept.

5. Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand.

"En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand." Wij weten natuurlijk reeds uit vers twintig wat die zeven sterren in feite zijn. "De verborgenheid der zeven sterren,... zijn de engelen (boodschappers) van de zeven gemeenten." Hier is dus geen enkele vergissing mogelijk, aangezien Hij het voor ons verklaart. Deze zeven sterren zijn boodschappers aan de zeven opeenvolgende tijdperken der gemeente. Zij worden niet bij name genoemd. Zij worden alleen vermeld als zeven, aan ieder tijdperk één. Van het Efeze tijdperk af tot aan dit Laodicéa tijdperk bracht iedere boodschapper de boodschap van Gods waarheid tot de mensen, zonder ooit erin te falen haar het Woord van God te doen blijven zijn voor dat bijzondere tijdperk. Een ieder hield zich aan dat Woord. Ze waren onwankelbaar in hun trouw aan het oorspronkelijke licht. Terwijl ieder tijdperk zich van God afkeerde, bracht Zijn getrouwe boodschapper dat tijdperk weer terug naar het Woord. Hun kracht was van de Heer, anders zouden zij nooit het getij hebben kunnen stuiten. Zij waren veilig onder Zijn hoede, want niets kon hen uit Zijn hand rukken, noch kon iets hen scheiden van de liefde Gods, of het nu ziekte, gevaar, naaktheid, hongersnood, zwaard, leven of dood was. Zij hadden zich waarlijk overgegeven aan Hem en werden bewaard door Zijn almacht. Zij waren niet bezorgd over de vervolging die op hun weg kwam. Moeite en bespotting was hun deel en dat deed hen juist God grootmaken, omdat zij waardig geacht werden voor Hem te lijden. Uit dankbaarheid voor Zijn heil, brandden zij met het licht van Zijn leven en weerspiegelden Zijn liefde, geduld, zachtmoedigheid, matigheid, vriendelijkheid en trouw. God steunde hen met wonderen, tekenen en dergelijke dingen. Zij werden ervan beschuldigd fanatiekelingen te zijn en 'heilige rollers'. Zij werden openlijk door de organisaties veroordeeld en bespot maar zij bleven trouw aan het Woord.

Nu is het niet moeilijk om op te gaan staan en trouw te blijven aan een belijdenis. Dat is gemakkelijk, want de duivel staat daar juist volkomen achter. Maar het betekent nog wat anders als men getrouw is aan Gods Woord en als men terug keert naar wat het Woord oorspronkelijk voortbracht, na Pinksteren.

Niet zo lang geleden zei een man tegen mij dat de Rooms-katholieke kerk de ware kerk moest zijn, daar zij trouw was gebleven aan wat zij door de eeuwen heen geloofd heeft en toch steeds groter werd zonder te veranderen. Dat is echter volstrekt onjuist. Elke kerk, die de overheid achter zich heeft staan en die haar eigen belijdenis er op na houdt – die niets van doen heeft met het Woord – die geen duidelijk zichtbare bediening heeft, waarmee de duivel wakker geschud wordt, kan zich zonder meer staande houden. Dat was niet waar het om ging. Maar wanneer u denkt aan dat kleine groepje, wier leden doormidden gezaagd en voor de leeuwen geworpen werden, vervolgd en overal verjaagd werden en die nochtans trouw bleven aan het Woord, dat moest duidelijk van God zijn. Hoe zij hun geloofsstrijd overleefden en nog steeds volhardden: DAT is het wonder!

Deze troost is echter niet alleen voor de zeven boodschappers der gemeenten bestemd. Ieder waar gelovige is in Gods hand en kan putten uit Zijn liefde en kracht. Iedere gelovige kan de volle zegen, die God voor de Zijnen heeft, deelachtig worden. Wat God aan de boodschapper geeft; de wijze waarop Hij deze zegent en gebruikt is een voorbeeld voor alle gelovigen van Zijn goedheid en zorg, die Hij ook aan ALLE leden van Zijn lichaam wil geven. Amen.

6. Het tweesnijdend zwaard

"En uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard." In Hebreeën 4:12 staat: "Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling van de ziel, en van de geest, en van de samenvoegselen, en van het merg, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten." Uit Zijn mond ging het scherpe tweesnijdende zwaard, dat is HET WOORD VAN GOD. Openbaring 19:11–16: "En ik zag de hemel geopend en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, was genaamd Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert krijg in gerechtigheid. En Zijn ogen waren als een vlam vuur, en op Zijn hoofd waren vele koninklijke hoeden; en Hij had een naam geschreven, die niemand wist, dan Hijzelf. En Hij was bekleed met een kleed, dat met bloed gekleurd was; en Zijn Naam wordt genaamd het Woord Gods. En de heerlegers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed met wit en rein fijn lijnwaad. En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de toorn en van de gramschap van de almachtige God. En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: KONING DER KONINGEN, EN HERE DER HEREN."

Johannes 1:48–49: "Jezus zag Nathanaël tot Zich komen, en zeide tot hem: Zie, waarlijk een Israëliet, in wie geen bedrog is. Nathanaël zeide tot Hem: Van waar kent Gij mij? Jezus antwoordde en zeide tot Hem: Eer u Filippus riep, daar gij onder de vijgeboom waart, zag Ik u." Daar ziet u het. Wanneer Hij komt zal het Woord zijn tegen alle mensen en alle volkeren. En geen mens zal weerstand kunnen bieden. Het zal openbaren wat in ieder hart leeft, zoals Hij bij Nathanaël deed. Het Woord van God zal laten zien wie de wil van God deden en wie niet. Het zal de verborgen werken van elk mens openbaren en de drijfveer daartoe. Het zal vaneen scheiden. Romeinen 2:3: "En denkt gij dit, o mens, die hen oordeelt, die zulke dingen doen, en ze doet, dat gij het oordeel Gods zult ontvluchten?" Dan vervolgt het gedeelte door te zeggen hoe God de mensen gaat oordelen. Hier vindt u het, in de verzen 5 tot 17. Het harde en onbesneden hart zal geoordeeld worden. De werken zullen geoordeeld worden. De beweegredenen zullen geoordeeld worden. Bij God zal geen enkel aanzien des persoons zijn, maar ALLEN zullen door dat Woord geoordeeld worden, zonder dat er één aan ontkomt. Degenen die hoorden doch niet wilden luisteren zullen geoordeeld worden overeenkomstig hetgeen zij gehoord hebben. Zij die er in berustten, door te zeggen dat zij het geloofden maar er niet naar leefden zullen geoordeeld worden. Elke verborgenheid zal aan de dag komen en van de daken verkondigd worden. O, dan zullen we pas werkelijk de geschiedenis begrijpen. Niet één geheimenis uit de tijdperken zal achtergelaten worden.

Want wist u ook dat Hij de verborgenheden van de harten van mannen en vrouwen openbaart in dit tijdperk, waarin wij leven? Wie anders zou de verborgenheden des harten kunnen blootleggen dan het Woord Zelve? Hebreeën 4:12: "Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling van de ziel, en van de geest, en van de samenvoegselen, en van het merg, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten." Dat is het Woord. Het volvoert datgene waartoe het gezonden was, want Het (het Woord) is vol kracht. Dezelfde Geest, Die in Jezus (het Woord) was is thans weer aanwezig in de kerk van dit laatste tijdperk als een laatste teken om te proberen de mensen van het oordeel af te brengen, want zij, die Hem verwerpen zijn nu reeds in het oordeel gekomen daar zij Hem opnieuw kruisigen. Hebreeën 6:6: "Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht geweest zijn... en afvallig worden, die, zeg ik, weer te vernieuwen tot bekering, daar zij voor zichzelf de Zoon van God weer kruisigen en openlijk te schande maken."

Nu heeft Paulus gezegd, dat het Woord zowel in kracht kwam als in een stem. Het gepredikte Woord demonstreerde feitelijk Zichzelf. Als een vlammend, snijdend zwaard drong het door tot de gewetens der mensen en als het mes van een chirurg sneed het de ziekten weg en maakte gevangenen vrij. Overal waar die eerste gelovigen heengingen gingen zij uit, het Evangelie, het Woord predikende, terwijl God hen bevestigde met de tekenen die er op volgden. De zieken werden genezen, duivelen werden uitgedreven en zij spraken in nieuwe tongen. Het Woord was aldus in actie. Dat Woord heeft nimmer gefaald in de monden van gelovige Christenen. En in dit laatste tijdperk in de ware Woord bruid is het sterker en krachtiger dan ooit te voren. Och, klein kuddeke, gij kleine minderheid, klem u vast aan het Woord, vul uw mond en hart met het Woord en God zal u Zijn Koninkrijk geven.

7. Zijn aangezicht was gelijk de zon.

"En Zijn aangezicht was gelijk de zon schijnt in haar kracht."

Matthéüs 17:1–13: "En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder en bracht hen op een hoge berg alleen. En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht. En ziet, van hen werden gezien Mozes en Elia, met Hem samensprekende. En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus: Here! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, voor U één, en voor Mozes één, en één voor Elia. Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd. En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet. En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen. En toen zij van de berg afkwamen, gebood Jezus hun, zeggende: Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden. En Zijn discipelen vroegen Hem, zeggende: Wat zeggen dan de Schriftgeleerden, dat Elia eerst moet komen? Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Elia zal wel eerst komen, en alles weer oprichten. Maar Ik zeg u, dat Elia nu gekomen is, en zij hebben hem niet gekend; doch zij hebben aan hem gedaan, al wat zij hebben gewild; alzo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden. Toen verstonden Zijn discipelen, dat Hij hun van Johannes de Doper gesproken had."

Nu had Jezus in Matthéüs 16:28 – dat voorafgaat aan Matthéüs 17:1–13 – gezegd: "Er zijn sommigen van die hier staan, die de dood niet smaken zullen, totdat zij de Zoon des mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk." En de drie apostelen hebben dat juist gezien – de volgorde van Zijn tweede komst. Zij zagen Hem verheerlijkt daar op de bergtop. Zijn gewaad was blinkend wit en Zijn gelaat scheen gelijk de zon schijnt in haar hoogste punt (zenit). Terwijl Hij daar verscheen stonden Mozes en Elia aan Zijn zijde. Zo zal Hij ook precies wederkomen. Waarlijk, Elia zal eerst komen en de harten der kinderen (de bruid) terugkeren tot de Apostolische Woord doctrine der vaderen. Maleachi 4:5–6: "Ziet, Ik zend u de profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEREN komen zal. En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen terugbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met de ban sla."

Israël is reeds een natie. Het is nu gevestigd met haar legers, vloot, poststelsel, vlag en alles wat een natie eigen is. Maar nog steeds moet het Schriftgedeelte vervuld worden waar staat: "Wordt een volk... op eenmaal geboren?" Jesaja 66:8 (Nieuwe vertaling). Die dag gaat spoedig komen. De knoppen van de vijgeboom zijn uitgebot. De Israëlieten wachten op de komst van de Messias. Zij verwachten Hem en hun verwachtingen staan op het punt in vervulling te gaan. Israël zal opnieuw geestelijk geboren worden, want zijn Licht en zijn Leven staan op het punt aan haar openbaar te worden.

In Openbaring 21:23 staat: "En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in haar zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars." Dit is het nieuwe Jeruzalem Het Lam zal in die stad zijn en vanwege Zijn tegenwoordigheid, zal er geen licht van node zijn: de zon zal niet opkomen en er schijnen, want Hij is haar Zon en haar Licht. De volkeren die daar binnen gaan, zullen in Zijn Licht wandelen. Bent u niet verheugd dat die dag voor ons ligt? Johannes zag die dag komen. Amen, ja, kom Here Jezus, kom haastig.

Maleachi 4:1–3: "Want ziet, die dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen, en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn; en de toekomstige dag zal ze in vlam zetten, zegt de HERE der heerscharen, Die hun noch wortel, noch tak laten zal. U daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen; en gij zult uitgaan, en toenemen, als mestkalveren. En gij zult de goddelozen vertreden; want zij zullen as worden onder de zolen van uw voeten, te dien dage, die Ik maken zal, zegt de HERE der heerscharen."

Daar is het weer. De ZON, stralend in al haar kracht. O, de kracht van de Zoon van God schijnt temidden van de zeven gouden kandelaren. Daar staat Hij, de Rechter, de Ene, die leed en stierf voor ons. Hij liet de toorn van het Goddelijk oordeel op Zichzelve neerkomen. Hij treedt de wijnpersbak van de gramschap van de toorn van de Here der heerscharen. Zoals we reeds gezegd hebben is Zijn stem voor de zondaar als het geluid van een waterval of van de branding die met haar golven des doods beukt op de rotsachtige kusten. Maar voor de heilige is Zijn stem als het zachte ruisen van een beek als u ligt te rusten, veilig en wel in Christus. Als Hij met Zijn verwarmende liefdestralen op ons schijnt en zegt: "Vrees niet, Ik ben Degene Die is, en Die was, en Die komen zal; Ik ben de Almachtige. Buiten Mij is er geen. Ik ben de Alfa en de Oméga, de ALLES in allen." Hij is de Lelie der Valleien, de Blinkende Morgenster, Hij is de Liefste uit Tienduizend voor mijn ziel. Ja, die grote dag staat op het punt aan te breken en de Zon der Gerechtigheid zal opgaan met genezing onder Zijn vleugelen.

De Zegevierende Christus

Openbaring 1:17, 18:

En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;

En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van de hel en van de dood.

Geen menselijk wezen kon de volledige uitwerking van dat gezicht doorstaan. Daar zijn kracht hem nu volkomen begeven had, viel Johannes als dood voor Zijn voeten, doch de hand des Heren raakte hem in liefde aan en de zegenende stem zei: "Vrees niet. Wees niet bang. Ik ben de Eerste en de Laatste. Ik ben het Die leef en Die dood geweest ben, en zie Ik ben levend tot in alle eeuwigheid." Wat is er te vrezen? Het oordeel dat op Hem neerkwam op het kruis, in het graf en toen Hij nederdaalde, was voor ons bestemd. Hij nam de volle straf voor de zonde op Zich en daarom is er thans geen veroordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn. Zie dan, onze "Voorspraak" is onze "Rechter". Hij is zowel "Voorspraak" als "Rechter". Als Rechter is het pleit beslist – het is volbracht. Er is nu geen veroordeling meer. Waarom zou de gemeente bevreesd zijn? Welke belofte heeft Hij niet voor ons waargemaakt? Waarom zou ze voor straf of dood bevreesd zijn? Hij heeft alles overwonnen. Hier is de machtige overwinnaar. Hier is de Ene Die zowel de zichtbare als de onzichtbare wereld overwonnen heeft. Niet zoals Alexander (de Grote), die op drieëndertig jarige leeftijd de wereld veroverde en geen andere mogelijkheid zag nog meer te veroveren en die het slachtoffer werd van zonden en een losbandig leven en stierf. Niet zoals Napoleon, die geheel Europa veroverde maar uiteindelijk bij Waterloo verslagen en naar Elba verbannen werd, slechts om te constateren dat hijzelf overwonnen was. Maar er bestond niets dat over Christus had kunnen zegevieren. Hij, Die afdaalde, is thans boven allen verheven en aan Hem is een Naam boven alle naam gegeven. Ja, Hij zegevierde over dood, hel en graf en wat Hij bindt is gebonden. Er is niets aan te veranderen. Er was geen overwinnaar voor Hem en er is geen buiten Hem. Hij alleen is de Heiland, de Verlosser, Hij is de ENIGE God en Here Jezus Christus is Zijn Naam.

"Vrees niet, Johannes. Vrees niet, klein kuddeke! Van al het Mijne zult gij erfgenaam zijn. Al Mijn macht is u gegeven. Mijn almacht is de uwe terwijl Ik temidden van u sta. Ik ben niet gekomen om vrees en ontsteltenis te brengen, maar liefde, moed en bekwaamheid. Mij is gegeven alle macht en zij behoort u toe om er gebruik van te maken. Spreekt gij het Woord, Ik zal het volvoeren. Dat is Mijn verbond dat nimmer falen kan."

De zeven sterren en kandelaren

Openbaring 1:20:

De verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechterhand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen (boodschappers) van de zeven gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten.

We hebben reeds de waarheid van deze twee geheimenissen ontsluierd. O, we hebben nog niet geopenbaard wie deze zeven boodschappers waren, maar met Gods hulp zullen we het wel, en ook dat geheimenis zal voleindigd zijn. Wij kennen de zeven tijdperken. Zij staan opgesomd in het Woord en wij zullen elk behandelen totdat wij tot het laatste tijdperk komen, waarin wij leven.

Maar met een laatste blik op het hoofdstuk, zie Hem daar staan, temidden van de gouden kandelaren, met de zeven sterren in Zijn rechterhand. O, hoe adembenemend als wij Hem daar zien staan in Zijn absolute Godheid. Hij is de Rechter, de Priester, de Koning, de Adelaar, het Lam, de Leeuw, de Alfa, de Oméga, het Begin en het Einde, de Vader, Zoon en Heilige Geest. Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige, de ALLES IN ALLEN. Daar staat Hij, de Schepper en Voleinder aller dingen. Waardig is het Lam! Hij heeft Zijn waardigheid bewezen door Zelf voor onze verlossing te betalen. Nu staat Hij in al Zijn kracht en al Zijn heerlijkheid en alles is aan Hem als Rechter overgegeven.

Ja, daar staat Hij, temidden van de kandelaren, met de sterren in Zijn hand. Het is nacht, want 's nachts worden lampen gebruikt om licht te verspreiden en 's nachts zijn de sterren te zien. Ze schijnen, daar zij het licht van de zon weerkaatsen. Het is donker. De gemeente wandelt door geloof in de duisternis. Haar Heer verliet deze aarde, maar de Heilige Geest schijnt nog steeds door de gemeente en geeft licht aan deze oude door de zonde vervloekte wereld. Die sterren weerkaatsen ook Zijn licht. Het enige dat ze hebben is Zijn licht. Wat is het donker – wat geestelijk koud en kil. Maar toch, wanneer Hij in haar midden komt is het licht en warm en de gemeente ontvangt kracht en zij doet door Hem de werken die Hij gedaan heeft.

Och, dat we ook maar een glimpje van Hem zouden opvangen evenals Johannes. Wat moeten we eigenlijk voor mensen zijn als wij op die dag voor Hem staan!

Als u nog niet uw leven aan Hem gegeven hebt, strek dan uw hart op dit moment uit naar God en kniel neer daar waar u bent en vraag vergeving voor uw zonden en wijd uw leven aan Hem. Dan zullen wij samen pogen de zeven tijdperken der gemeenten te benaderen en terwijl we dat doen, bid ik dat God deze onwaardige dienstknecht zal helpen Zijn Woord aan u te openbaren.