Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...

1 december

Dag 355

En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathéa, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was. Deze kwam tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus, dat hem het lichaam gegeven zou worden. En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad. En legde dat in zijn nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; en een grote steen tegen de deur des grafs gewenteld hebbende, ging hij weg. En aldaar was Maria Magdalena, en de andere Maria, zittende tegenover het graf.
Matthéüs 27:57-61

De Baptisten, de Presbyterianen, de Eenheidsmensen en al de anderen zitten in dat web, waar een groep mensen bijeenkomt en het beredeneert. En men acht een zeker persoon zo hoog. Hier zit een bisschop die een algemeen opziener is; hij zegt iets en wat gaat de kleine man zeggen? Hij is bang om iets te zeggen. “Ik ben het met u eens. Ja, dat klopt. Uhu! Ja, bisschop of oudste, u hebt helemaal gelijk.” Hij is het met hem eens.

Laten wij hier een alcoholist van de straat nemen, een gewone burger passeert hem en zegt: “Die oude schooier, wat stelt hij voor?” Neem hem mee en stel hem aan bij de politie, geef hem een embleem en een pistool. “Goedemorgen Jan, fijn om je weer te zien.” Zie? Achting voor elkaar.

Jezus zei: “Hoe kunt u geloof hebben als u zo’n aanzien hebt onder elkaar”, als u eer van elkaar verwacht. Zie? Dat kunt u niet doen.

En als mensen samenkomen in een organisatie, nemen ze hun plaats in, en de kleine man is bang om iets te zeggen omdat de bisschop het zo zei, de opziener het zo zei. Minacht de man niet, geloof dat hij een goede man is; maar bedenk altijd dat Gods Woord juist is en al het andere dat ermee in strijd is, verkeerd is. “Laat Mijn Woord waarachtig zijn en het woord van elk mens een leugen.” Ziet u het? Dat willen wij doen, dat geloven.

Nu bedenk, wij zijn niet het Woord, maar wij zijn het Woord. Begrijpt u het nu? Jezus was God niet, maar Hij was God. Hij was een Man, toch was Hij God. Hij kon wenen, maar evengoed kon Hij de doden opwekken. Hij kon wenen over een man die dood was, en hem weer opwekken. Hij was Jehova-Jireh, Jehova-Rapha, Jehova-Manasse; Hij was Jehova, geheel compleet. Hij was Jehova en toch was Hij een Man. Hij bezat de aarde en maakte de aarde en had geen plaats om Zijn hoofd neer te leggen. Hij zei: “De vogels die Ik maakte hebben nesten en Ik heb geen plaats om Mijn hoofd neer te leggen. De vossen die Ik schiep hebben holen in de grond en Ik heb er zelfs niet één om in begraven te worden.” Dat klopt. Hij moest het graf van iemand lenen om in begraven te worden.

Hij schiep een baarmoeder die in een vrouw was. Hij had geen schoot om in geboren te worden; hij moest een baarmoeder lenen. Hij schiep de aarde en had geen plaats om in begraven te worden; Hij moest een gat in de grond lenen om in begraven te worden, Jozef van Arimathéa. Zie? Zij moesten een plaats lenen, toch was Hij God, bewees dat Hij God was.

Begrijpt u het nu? Wij zijn Messiëttes, maar niet die Jezus. Hij is onze Vader; wij zijn slechts gezalfd met Zijn Geest. En dat is de mensen te machtig. Kijk, als u niet neerzit en erover nadenkt, dan doet het de mensen geloven: “Wel, deze knaap zou de Messias kunnen zijn.” Zeker is hij dat. “Deze hier zou het kunnen zijn.” Zij zijn het beiden. Zie? “Wel, hoe kunnen er twee van hen zijn?” Er zijn er duizenden. Zie? Maar ziet u, Zijn leven werd verdeeld op de Pinksterdag. Toen die Vuurkolom neerkwam, verdeelde Hij Zich als tongen en zette Zich op een ieder van hen, God, Die Zichzelf verdeelt onder Zijn volk, omdat de gemeente en Christus één zijn, net zoals de man en de vrouw één zijn.


Aanhaling genomen uit de prediking: