2 december
Dag 337
Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis van zijn weg; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.
De dwaasheid is in het hart van de jongen gebonden; de roede der tucht zal ze ver van hem wegdoen.
Soms vraag ik mij af of wij, intellectuele Amerikanen, genoeg onderscheiding hebben om goed van kwaad te onderscheiden. Speciaal de jeugdrechtbanken bewijzen dat wij het niet bezitten om goed en kwaad te onderscheiden voor onze kinderen. En zij schijnen een goed psychologisch antwoord te hebben, bijvoorbeeld zoals dit: Als zoonlief naar zijn papa komt en hij stampt met zijn kleine voet en hij schreeuwt het uit en hij schudt zijn hoofd en zegt: “Pa, het kan me niet schelen wat je zegt, ik wil een sportwagen.” (Dat is typisch Amerika.)
En de vader zegt: “Goed junior, ik zal hem voor je kopen.”
U zou tot die vader kunnen zeggen: “Waarom deed u het?”
“O, ik heb hem lief.”
Herinner je, pa: Junior zal gaan opgroeien om een man te gaan zijn op een dag. En hij zal trouwen en een gezin hebben. God helpe die vrouw die leeft met een jongen, die zo is opgevoed om zijn zin te krijgen in alles wat hij wil. Kan geen goed van kwaad onderscheiden. Dat is geen liefde, dat is pure onkunde. De Bijbel is juist. Spaar de roede en u bederft uw zoon.
Kleine Fanny zal naar moeder toekomen en zij wil naar de rock en roll gaan! Moeder zegt haar dat zij dat niet kan doen. “Maar o, moeder, je bent wreed voor mij.” Natuurlijk, u houdt van Fanny en u laat haar gaan. Zij zou daar terecht komen onder dat stel gangsters bij al die nonsens. Komt binnen en trekt haar kleine geverfde lipjes samen en vertelt u een leugen dat er niets kwaads bij zit. God zij de man genadig, die zoiets als dat zou trouwen als vrouw! Goed van kwaad onderscheiden. Wij kunnen het bij ons zelf niet onderscheiden.
Aanhaling genomen uit de prediking: