23 april
Dag 114
En Jezus, ingekomen zijnde, ging door Jericho. En zie, er was een man, met name geheten Zachéüs; en deze was een overste der tollenaars, en hij was rijk; En zocht Jezus te zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare, omdat hij klein van persoon was. En vooruitlopende, klom hij op een wilde vijgenboom, opdat hij Hem mocht zien; want Hij zou door die weg voorbijgaan. En toen Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zachéüs! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven. En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap. En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot een zondig man ingegaan, om te herbergen. En Zachéüs stond, en zeide tot de Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik de armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel terug. En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied, aangezien ook deze een zoon van Abraham is. Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, wat verloren was.
Eens kwam de overleden meneer Roosevelt naar de kleine stad. (Mijn stad was te klein voor hem.) Maar hij kwam naar New Albany, vlak beneden ons. (Ik denk dat wij er ongeveer eenentwintig duizend hebben; zij hebben er ongeveer zevenentwintig duizend.) Maar hij stopte daar tijdens een van zijn verkiezingscampagnes en het hele land stroomde daar vol mensen om meneer Roosevelt te kunnen zien. Wel, ik was zoals Zachéüs, ik was te klein. Dus om over de menigte heen te kunnen kijken ging ik helemaal naar boven op een heuvel.
En de trein stopte bij de rivier. En hij stond achterop de trein om een kleine speech te houden. Dus ik parkeerde mijn truck tegen een schuur aan en klom bovenop de schuur om te kijken. Ik dacht: “Wel, weet je, niemand weet dat ik nu hier ben; waarschijnlijk weet meneer Roosevelt dat ook niet.” Maar dat is niet zo belangrijk.
Maar ik wil zo leven dat wanneer Jezus komt, dat Hij tot mij zal zeggen wat Hij tot Zachéüs sprak: “Kom nu van die schuur af.” Ik ben er van overtuigd dat wij allen datzelfde gevoel hebben, nietwaar?
Niet lang geleden sprak ik met een broeder die vroeger altijd bij me was en mijn campagnes organiseerde, broeder Baxter, hij heeft hier in Chicago vele keren voor u gepredikt. Hij sprak over de keer dat de overleden koning George en de koningin naar Vancouver kwamen. Dat was voordat hij genezen werd. Hij had maagzweren en een vorm van multiple sclerose en hij kon amper rechtop zitten. Maar toch, zijnde van koninklijke bloede, zat hij daar alsof er niets verkeerd met hem was terwijl hij door de straten reed. En meneer Baxter zei dat hij daar stond en moest huilen omdat zijn koning en koningin voorbij kwamen. Ik dacht: “O, als dat maakt dat een Canadees zich zo kan laten voelen over een aardse koning en koningin, wat zal het dan zijn wanneer Jezus komt?”
Oh, als ik Hem zie wanneer wij Hem kronen tot Koning der koningen en Heer der heren, en ik hoor al die “hosanna”s’; wanneer al de verlosten van alle eeuwen op deze aarde staan en de liederen van lofprijs en verlossing zullen zingen! En rondom de aarde zal een cirkel van engelen staan, met gebogen hoofden. Zij weten niet eens waarover wij het hebben. Zij werden nimmer verlost. Zij hebben geen redding van node; zij vielen nooit. Maar wij, die het gevallen ras van Adam zijn geweest, wij hadden redding nodig. Dus daarom kunnen wij zingen over wat het betekent verlost te zijn. Hij heeft ons verlost, teruggebracht naar God door Zijn bloed.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Elisa de profeet 2 oktober 1956