29 juli
Dag 211
Maar de kinderen Israëls overtraden door overtreding met het verbannene; want Achan, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit de stam van Juda, nam van het verbannene. Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen de kinderen Israëls.
Weet u dat uw gedrag zelfs zo’n invloed op iemand kan hebben dat hij niet wordt genezen? Uw verkeerd gedrag, de onbeleden zonden van u die gelovig bent kunnen veroorzaken dat deze gemeente jammerlijk faalt. En op de oordeelsdag zult u daarvoor volledig verantwoordelijk worden gesteld. “O,” zegt u, “wacht eens even, broeder Branham...” Nee, dat is de waarheid. Laat dat eens tot u doordringen!
God gaf Jozua, nadat hij was overgestoken naar het beloofde land, de belofte dat... Denk u eens in dat er een volledige veldtocht werd ondernomen, zonder één man te verliezen, zonder zelfs een schrammetje op te lopen, zonder ook maar één verpleegster te hoeven hebben of een E.H.B.O.-dienst, of verbandtrommels. God zei: “Het land is het uwe, ga en vecht.” Denk u eens in, een veldslag leveren, zonder Rode Kruis, en dat er niemand gewond zal raken!
Ze versloegen de Amorieten en de Hethieten, maar niemand van hen werd gewond totdat... er zonde in het kamp kwam. Toen Achan dat Babylonische kleed had weggenomen en die staaf goud en ze onder zijn tent had verborgen, verloren zij de volgende dag zestien man. Jozua zei: “Stop! Stop! Wacht een ogenblik! Er is iets verkeerd! Er is hier iets fout. We zullen zeven dagen van vasten uitroepen. God heeft een belofte gedaan: er zou niemand gewond raken. Onze vijanden zouden aan onze voeten vallen. Er is hier iets fout. Iets ging ergens verkeerd, omdat we hier zestien doden hebben liggen. Het zijn Israëlische broeders en ze zijn dood!”
Waarom stierven deze onschuldige mannen? Omdat één man uit de pas ging! Ziet u de reden waarom het nodig is dit te onderwijzen? In die gemeente die zich richt naar het Woord van God, in orde komt met God en in orde komt met elkaar, volmaakt wandelt, oprecht en verstandig ten opzichte van alle mensen en God vrezend, was één man die een kledingstuk stal, die iets deed wat hij niet behoorde te doen. Die ene ongehoorzaamheid kostte zestien man het leven! Ik geloof dat het er zestien waren, misschien meer. Ik dacht dat het er zestien mannen waren die stierven.
Jozua riep en zei: “Er is iets verkeerd! God deed de belofte! Er is iets misgegaan!”
Wanneer wij de zieken naar voren laten komen en ze worden niet genezen, dan is het nodig dat er een plechtig vasten wordt uitgeroepen, dat er een samenkomst bijeen wordt geroepen. Ergens is dan iets niet in orde. God, die de belofte deed, moet Zich ook aan die belofte houden en Hij zal het ook doen.
Jozua riep een vasten uit. Toen wierpen ze het lot om het uit te vinden. En Achan beleed het. Hierop doodden ze Achans gezin en alles wat hun toebehoorde en verbrandden het met vuur en lieten het daar achter als gedenkteken. Jozua ging regelrecht door met de strijd, alles innemend, zonder een schram of wond op te lopen. Daar hebt u het.
Aanhaling genomen uit de prediking: