25 september
Dag 269
Doch ik zeg, zo lange tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles; Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd door de vader te voren gesteld.
Welnu, deze jongen moest, nadat hij een bepaalde leeftijd had bereikt, in dezelfde familie worden geadopteerd als waarin hij geboren was. Iedere prediker weet dat dit het plaatsen van de zoon was. Hij moest worden aangenomen in de familie waarin hij geboren was. Kunt u zich dat voorstellen? Maar dat wordt geleerd in het Oude Testament. Paulus haalt dit hier aan in Efeziërs. De gemeente van Efeze.
Nu, als de vader gewaar werd dat deze jongen niet waardig was dan onterfde hij hem niet. Hij was nog steeds zijn zoon. Maar hij kon geen vertrouwen in hem stellen. Hij werd te ver weggevoerd met allerlei wind van leer. Dat is wat de Schrift zegt: “Word niet weggevoerd door allerlei wind van leer maar wees standvastig, altijd overvloedig in het werk des Heren, wetende dat uw arbeid niet tevergeefs is in de Here.”
Maar let dus op deze vader; de dag kwam dat deze jongen misschien helemaal in orde was en een waardig persoon was geworden. Hij luisterde naar zijn vader; hij nam instructies aan; hij was een goede jongen. Dan nam de vader hem mee in het openbaar en ze deden hem speciale kleding aan. En dan hield de vader een ceremonie en nam deze zoon in zijn familie aan. Paulus zei hier: “En heeft ons voorbestemd tot aanneming (ziet u?), tot adoptie.” En als die zoon daarna optrad, dan was hij niet langer zoals de diensknecht onder een leermeester. Hij was de baas. Amen. Ik hoop dat dit echt diep inzinkt. Ik ga u straks verlaten.
Laten we heel diep gaan. Deze zoon stond niet meer onder een leermeester maar hij was gelijk aan de vader. En zijn vader gaf hem bepaalde taken te doen. Misschien heeft de vader hem verteld: “Jij draagt de zorg over deze velden hier; of jij doet dit ding hier. Jij let op de slaven; jij draagt zorg voor deze dingen.” Hij was in het volle bezit (amen), want hij was aangenomen in deze familie. En zijn naam op een cheque was evengoed als die van z’n vader.
Nu, als we zien wat God heeft gedaan, de reden waarom we deze dingen zien, dan kunnen we weten dat er iets verkeerd is, vrienden. We zien de beloften van God; we zien het in het Woord van God. Maar God is pas begonnen, naar mijn nederige opinie, Zijn zoon aan te nemen, roept hem in positie naar een bepaalde kant, geeft hem een bepaalde bediening, zalft hem voor dat doel, en zendt hem uit. Let op wat er gebeurt als Hij dat doet. Alles wat Hij hem als bezitting heeft gegeven zal aan hem toekomen. God nam Zijn Zoon op dezelfde wijze aan. Jezus ging rond als een gewone man, maar op een dag op de berg der Verheerlijking, nam Hij drie getuigen mee: Petrus, Jacobus en Johannes; hoop, geloof en liefde. Riep hen en Hij scheidde Jezus van hen af en Hij overschaduwde Hem. En in de Bijbel staat dat “Zijn kleed schitterde als de zon in haar kracht.” Wat was dat? Die speciale mantel; God die Zijn eigen Zoon aannam.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Jezus Christus Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer 16 januari 1955