22 november
Dag 327
Toen maakte zich Jona op, en ging naar Ninevé, naar het woord des HEEREN. Ninevé nu was een grote stad Gods, van drie dagreizen. En Jona begon in de stad te gaan, een dagreis; en hij predikte, en zeide: Nog veertig dagen, dan zal Ninevé worden omgekeerd.
En God zag hun werken, dat zij zich bekeerden van hun boze weg; en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, en Hij deed het niet.
Is er geen bekering, dan zal er zeker oordeel komen! Hizkia bekeerde zich. Ninevé bekeerde zich.
Achab bekeerde zich nooit. Nebukadnezar bekeerde zich nooit. De mensen in Noachs tijd bekeerden zich nooit en het oordeel trof hen voluit. Ziet u? Maar Hij waarschuwt eerst iedereen. Iedereen krijgt een waarschuwing.
Nu, als we zien dat de tijd nabij is, laat dan iedereen die voelt dat er een waarschuwing is, zich snel bekeren vóór de wraak van God toeslaat.
Een man, meneer Dauch, vroeg me niet lang geleden, hij zei: “Broeder Branham, ik word oud. Ik word zwak, eenennegentig.” Hij zei: “Denkt u dat ik gereed ben om te sterven? Denkt u dat ik gereed ben om te gaan? Denkt u dat ik ben gered?”
Ik zei: “Meneer Dauch, ging u wel eens naar een dokter voor een medisch onderzoek?”
Hij zei: “Ja.”
Nu, wat doet de dokter, hij heeft daar een boek liggen en hij pakt dat boek en begint te onderzoeken. ‘Nu, het eerste wat ik behoor te doen is zijn hart controleren’. Hij pakt dus een stethoscoop en plaatst hem in zijn oren, controleert zijn hart.” En ik zei: “Dan, het volgende wat hij doet is dat hij zijn bloeddruk gaat nazien, met een drukmeter op zijn arm. Dan, het volgende wat hij doet is een urinemonster nemen en wat dies meer zij en neemt wat bloed af en al deze verschillende dingen. Hij gaat ze allemaal na en als hij niets kan vinden... Neemt een röntgenfoto. Als hij niets kan vinden, zal hij zeggen: ‘Meneer Dauch, u bent lichamelijk gezond’.”
“Nu”, zei ik, “in dit geval zal ik een ziel-onderzoek doen. En God heeft voor de ziel maar één instrument, dat is waar, dat is Zijn Woord. Jezus zei in Johannes 5:24, ‘Hij die Mijn Woord hoort’. Nu, dat horen betekent niet slechts luisteren naar een geluid. Dat horen betekent, ‘het ontvangen’. ‘Wie Mijn Woord kan ontvangen’, amen, ‘hij die het hoort’. (Niet stilstaan en het ‘nonsens’ noemen, ‘dat spul, daar is niets mee. Ik geloof dat niet’.), ‘Hij die Mijn Woord hoort!’ Dat is het Woord van Jezus, want Hij is het Woord. Zo is dat. ‘Indien u Mijn Woord kunt horen’, zei Hij, ‘en geloven in Hem, die Mij gezonden heeft, is overgegaan van de dood in het Leven; en zal zelfs niet in het oordeel komen, maar is er reeds doorheen gekomen’. Amen!” Ik zei: “Hoe slaat uw hart nu?”
Hij zei: “Ik geloof het. Ik heb het gehoord. Ik heb het ontvangen.”
Ik zei: “Dan, overeenkomstig wat de Hoofdspecialist zegt, de hoogste chirurg, de hoogste dokter van Eeuwig Leven, ‘bent u overgegaan van de dood in het Leven en zult u nooit in het oordeel komen’.”
Aanhaling genomen uit de prediking: