4 december
Dag 339
Die de zonde doet, is uit de duivel; want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. Een ieder, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.
Hebt u ooit uw camera genomen en hem op oneindig ingesteld? Wel, het betekent gewoon van daar af aan. Juist, en er is geen manier meer om hem verder scherp te stellen.
Wel, zo is God, Hij is oneindig; en als Hij oneindig is, kon geen kevertje, geen vlieg, geen vlo, geen muis, geen kikker er zijn, of iets wat ooit op aarde was, of er ooit was, of God kende het voor de wereld ooit werd geformeerd. Dat is een opvatting van oneindig!
Wel dan, de oneindige God Die u hier redt, wetend dat Hij u de volgende week zal gaan verliezen, of de volgende maand of volgend jaar... Wel, Hij verijdelt Zijn Eigen voornemen. Hij kan u niet verliezen! “Hij die Mijn Woorden hoort en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft Eeuwig Leven en zal nooit in het oordeel komen, maar is overgegaan van de dood in het Leven.” Hij kan het niet doen!
Hij die geboren is uit God, doet geen zonde, want het zaad Gods blijft in hem, en hij kan niet zondigen. Hoe kon hij zondigen daar er een zoenoffer voor hem is?
Hoe kan ik ziek zijn terwijl ik volmaakt gezond ben. Hoe kan ik blind zijn terwijl ik zie? O, hoe kan ik in het gebouw zijn en buiten het gebouw tezelfdertijd. Hoe kan ik dronken en nuchter zijn tezelfdertijd. U kunt het niet.
En wanneer u gered bent, bent u onder de verzoening, en uw zonden worden u niet aangerekend. Zei David niet: “Zalig is de man die God zijn zonden niet zal toerekenen, en niet ten laste zal leggen.” God houdt de zonde niet tegen Zijn schepsel. Dat is kras! Dat is geen taptemelk, maar dat is de Bijbel! God zal de zonde niet toerekenen aan de rechtvaardigen. God, door Zijn genade en door voorbestemming, niet willend dat iemand verloren zou gaan, maar dat allen tot bekering zouden komen; maar omdat Hij oneindig is en wist wie zou komen en wie niet, kon Hij alles voorbestemmen om Zijn wil uit te werken. Als Hij het niet deed, waarom stond Hij dan de zonde toe in de eerste plaats? Als er nooit een zondaar geweest was, zou Hij nooit een Redder geweest zijn. Die eigenschap in Hem zou er niet hebben kunnen uitkomen.
Aanhaling genomen uit de prediking: