9 december
Dag 344
Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemeenschappelijke zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven en u te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is.
Wij stellen dat er één waarachtige, levende God is en dat Hij vanavond net zo levend is als Hij altijd is geweest. En dat wij niet hier zijn met slechts een fictief geloof; we zijn hier niet verwikkeld in allerlei soorten emoties, of psychologie, of enthousiasme. Wij zijn hier in de tegenwoordigheid van de levende, opgestane Jezus Christus, die iedere avond bij ons staat en bewijst dat Hij leeft, opgestaan van de dood, en dat Hij nu hier bij ons is. Het maakt dat het hart van een man of een vrouw zich echt verblijdt met geweldig grote vreugde, te weten dat wij niet iets aan het opvoeren zijn. Ik ben zo blij dat de zaak waarover ik spreek de waarheid is.
Eens werkte ik voor een nutsbedrijf. Ze hielden een actie en ze verkochten elektrische lampen – General Electric – lampen met kleine bol. Het ging er om wie de meeste kon verkopen, geen prijzen, alleen om te kijken wie er de meeste kon verkopen. Van al de anderen was ik degene die de draden naliep en vele anderen waren verkopers. Maar voordat ik ergens naar binnen ging om de lamp te verkopen, voordat ik een miskoop aan de mensen zou aanbieden, moest ik eerst weten wat het was. Dus ik ging naar de maatschappij en ik zei: “Nu, hoe zit het met deze lamp, wat is het? Waar is hij van gemaakt? Wat zou u er mee doen? Hoe staat u er achter?”
En ze vertelden mij er alles over, hoe lang de garantie duurde en zo, totdat ik dacht: “Ik zal er eentje een poosje uitproberen om te zien hoe hij het doet; hoewel ik het woord van de maatschappij ervoor heb, toch wil ik eerst zelf zien hoe hij het doet.” Omdat ik in die tijd een elektricien was, haalde ik het ding uit elkaar, haalde ieder onderdeeltje eruit om precies te ontdekken hoe het was gemaakt, hoe de schakelaar werkte, hoe het zat vastgeschroefd en hoe de draden liepen en de stroom, hoe het geïsoleerd was en hoe de reflector zou werken, en hoe stevig hij was en welk materiaal het was. En ik ontdekte dat het een echte goede lamp was. Dus als ik naar het huis van iemand ging, hoewel ik geen verkoper was, toch verkocht ik er meer dan iemand van hen, omdat ik het daar naar toe bracht met in mijn hart de wetenschap dat het de waarheid was waarover ik sprak.
Ik zei: “Nu, ik kom niet bij u om de lamp te verkopen, ik kom om de lamp hier achter te laten. Probeert u hem, en als hij niet precies is zoals ik u vertelde, dan haal ik hem weer op.” Wel, ik deelde ongeveer twee of drie duizend lampen uit, en ik haalde ongeveer vier of vijf lampen terug van de twee of drie duizend. Ze hadden allemaal kunnen zien dat het de waarheid was, hadden tijd gehad om het te onderzoeken, het te inspecteren, het uit te proberen, en de garantie van de maatschappij stond er achter; en als er één stuk zou gaan, dan kenden ze mij, ik zou direct naar de maatschappij zijn gegaan. De maatschappij zou het met mij in orde moeten maken en ik zou het in orde moeten maken met die persoon. Daarom kon ik met een echt oprecht gezicht doorlopen en ieder mens recht in de ogen zien en zeggen: “Het product is goed als u het wilt.” En op die manier is het met Jezus Christus.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Wanneer liefde zich op iets richt 14 augustus 1956