31 december
Dag 366
Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!
Als ik zou willen weten hoe laat het was, zou ik naar mijn horloge kijken. Als ik zou willen weten op welke dag van de week wij leefden, of in welke maand, zou ik naar de kalender kijken. En als ik de naderende tijd wil weten van deze grote gebeurtenis, kijk ik naar het Woord van God. Het geeft aan wanneer de tijd nabij is. Want de Bijbel zegt: “Wanneer deze dingen beginnen te gebeuren, heft dan uw hoofd opwaarts, uw verlossing is nabij.” De tijd is nabij.
Het was zo’n geweldige zaak voor Johannes, de openbaarder, op het eiland Patmos, toen hij de voorschouw zag van de komst des Heren. Toen hij de vervloekingen zag die rustten op de ongelovige en de zegeningen die rusten op de gelovige, schreeuwde hij het uit: “Ja kom, Here Jezus!” Het ontroerde zijn hart zo na alles wat hij had gezien -- de gebeurtenissen voor Zijn komst -- dat hij schreeuwde: “Ja kom, Here Jezus!” En toen het gehele gemeentetijdperk in zijn zicht was voorbijgegaan, en hij alles in grote lijnen had gezien, de wijze waarop het zou gebeuren, toen kwam de schreeuw: “Kom, Here Jezus!” Het moet een glorierijk iets geweest zijn dat de komst van de Heer zeer nadert.
Toen de discipelen van Jezus tot een plaats waren gekomen dat zij uitkeken naar de vleselijke of de natuurlijke dingen van de aarde... Nu, wij willen hier even stoppen. Het hoeft niet altijd het vleselijke te zijn dat ons zal wegtrekken; soms zullen gewoon de natuurlijke dingen ons wegtrekken. Jezus’ discipelen wezen Hem op de tempel van de stad Jeruzalem, de grote tempel waarin God was verschenen in Zijn Shekina Glorie in het Heilige der Heiligen. En toen zij Hem zeiden hoe goed de stenen er in waren geplaatst, hoe het grote meesterbrein van God had bepaald dat deze stenen in vele plaatsen van de wereld werden uitgehakt en samenkwamen, zodat er in de 40 jaren van zijn oprichting zelfs geen gegons van een zaag of het geluid van een hamer was. Het was zo meesterlijk samengevoegd. En dat God boven de cherubijnen was binnengekomen en hoe het Zijn Shekina Glorie vertoonde en hoe zij grote hoop hadden in deze grote kerk.
En Jezus zei hun: “Bezie al deze dingen niet.” Toch was het een heilige plaats, het was een goede plaats. Het was een plaats, het huis van de woning des Heren. Maar Jezus zei: “Zie deze dingen niet. Ik moet u iets zeggen dat veel groter is dan dit, want de tijd zal komen dat er niet één steen op de andere zal gelaten worden.”
Het doet er niet toe hoe goed wij proberen ons natuurlijke uiterlijk te verzorgen of hoe hard wij voor onze organisatie werken, hoe hard wij werken voor onze orders in de gemeente, er komt een tijd dat al deze dingen zullen verdwijnen en voorbijgaan.
Aanhaling genomen uit de prediking: