5 april
Dag 96
En Hij zeide tot allen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij. Want zo wie zijn leven behouden wil, die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het behouden. Want wat baat het een mens, die de gehele wereld zou winnen, en zichzelf verliezen, of schade aan zichzelf zou lijden?
Ik kan mij de keren nog herinneren toen de mensen van vroeger door de gangpaden liepen, en door de straten heen en weer liepen, wenend, en tot hun buren spraken. Dat waren Christenen van die dag, die vertelden over de dingen van de Heer.
En tegenwoordig zetten we onze naam in het kerkregister en gaan uit en blijven thuis en zeggen er niet eens één woord over. Onverschillig! “Zolang we maar bij de kerk behoren is het goed.” Ik ben er zeker van dat we daar fout zijn, mensen. Onderzoek uzelf! Want dat zal in het oordeel niet standhouden. Beslist niet. Het zal het niet.
Niets minder dan: “Wie Mij wil volgen, verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en sterve dagelijks.” Blijf dood, daar aan het kruis. Zo is het. Zielestrijd! “De weg, ik zal de weg gaan”, zingt u, “met de weinige verachten des Heren.”
Vandaag denk ik: “In wat een tijd leven we!” Die evangelieprediking brengen ze in grote schittering en ze proberen... Wanneer je de evangelist naar de stad ziet komen, vraag je je af. Ik, mijn samenkomsten zijn aan hetzelfde schuldig geweest. Dat is waar. Ik vraag me soms af wie er naar de stad komt, de evangelist of Jezus Christus? Ik ging hier niet lang geleden ergens binnen, waar een zekere evangelist verondersteld werd te komen. Wel, zij hadden de foto van de evangelist: “De man van het uur”, de man met dìt en de man met dàt.
Ik denk soms aan mijn bediening en zie dan mensen komen. En ik ga dan in een hotelkamer en zeg: “God, wie komen de mensen zien, mij of U? Als zij mij komen zien, zijn zij nog verloren; maar, o God, haal mij naar beneden, neem mij uit de weg, ik wens U te vertegenwoordigen, Degene voor Wie wij op een dag zullen komen te staan, met trillende handen en een bevend zwak lichaam, als Hij naar mij kijkt. Wetend dat mijn ziel afhangt van Uw beslissing.” Laten we Christus verhogen.
Hier niet lang geleden, zag ik een reclame opgesteld, dat een zekere campagne naar de stad zou komen. En het woord van de man, de naam van de man werd in een grote boog vertoond met geweldige grote letters. En onderaan in een klein hoekje stond: “Jezus Christus, gisteren, vandaag en voor immer dezelfde”, helemaal in de hoek. Zie?
Men ontnam Christus alle heiligheid en stopte het in een man, of een kerk of een organisatie. Broeder, ik zal u zeggen, u kunt zich hier redden met glamour, Hollywood-toneel en dergelijke, en het is ook in de kerk. Maar in de tegenwoordigheid van Jezus Christus, is Hij Degene die vereerd moet worden. Zo is het. Welnu, dat is de waarheid, mijn dierbare broeder en zuster. Wees niet boos op me. Bedenk gewoon dat ik tot u predik. Ik wil prediken alsof het de laatste preek is die ik ooit nog in mijn leven zou prediken. Elke preek die ik predik wil ik prediken, alsof ik een man was die op sterven lag en predikte tegen stervende mensen. En dat ben ik ook; mijn lamp is aan het opbranden, iedere dag, de uwe ook. En wij zijn sterfelijke wezens. En een dezer dagen komen we voor de levende God te staan, en we kunnen maar beter diep oprecht hiermee zijn.
Aanhaling genomen uit de prediking: