18 mei
Dag 139
En op de laatste dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Die in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn buik vloeien. En dit zeide Hij van de Geest, Die ontvangen zouden, die in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog niet, aangezien Jezus nog niet verheerlijkt was.
Soms heb ik mensen ontmoet die zeiden: “O, prijs God. De Here wil dat ik een zeker iets doe. Hij wil dat ik naar Afrika, naar India ga.” Ik zei: “Heb je ooit al aan de melkboer gevraagd of hij gered was? Heb je ooit aan de krantenjongen gevraagd of hij al wederom geboren is? Hoe staat het met uw buren, zijn zij gered?” Nu, dat is de vraag. Enige tijd geleden ontmoette ik hier in Florida een vrouw. En de kleine vrouw, ik ben de rechter niet. Maar er is hier een kleine prediker geweest die op dit podium predikte. En de kleine knaap was in een ander land getrouwd en had een vrouw, drie of vier kinderen. En deze vrouw was een weduwe. En zij waren samen uit Texas gekomen, hier samen in een grote Cadillac. En de vrouw kwam binnen. En zij heeft het recht om zich te kleden op elke wijze die zij wil, dat maakt mij niets uit, maar als Christenvrouw kleedde zij zich niet zoals het behoort. Zij had (oh) van die grote lange oorbellen (of hoe u ze noemt) die zo neerhingen en zij had enorm veel van dat spul op haar mond; en haar wenkbrauwen waren geëpileerd en ze had met een penseel andere wenkbrauwen aangebracht. En ze zei: “Broeder Branham, de Here roept mij naar een vreemd land.”
Ik zei: “Echt waar?”
“Ja.” En ze zei: “Ik zal er met deze man naartoe gaan.”
En ik zei: “Wel, als de Here u roept, wel, in orde.” (Maar door hun vrucht... Het zag er voor mij niet zozeer uit alsof...)
En ze zei: “Gelooft u niet dat de Here...?”
Ik zei: “Dat moet u mij niet vragen. Als de Here het u verteld heeft, doet u dan wat de Here u vertelde te doen. Maar wat mij betreft, ik geloof het niet, wat mijzelf betreft. Ik zal eerlijk met u zijn.”
Ze zei: “Wel, waarom denkt u dat?”
Ik zei: “Ten eerste ziet het er niet erg goed uit dat u als getrouwde vrouw met deze getrouwde man hier samen in de stad verblijft. Als er iets tot schande strekt is het dat wel. Zie?” Ik vraag mij af wat er met die vrouw zou gebeuren? Ze was blijven rondscharrelen zonder de Heilige Geest te ontvangen net zoals vandaag die vrouw daarginds, die mij opbelde en met die man wilde trouwen en haar eigen man wilde verlaten om met de man te trouwen. Zij was in zo’n plaats gekomen, misschien was ze eenmaal met God in contact gekomen, maar had lust gekregen naar de dingen van de wereld. En ik vroeg haar; ik zei: “Hebt u de Heilige Geest ontvangen?”
Ze zei: “Nog niet, maar ik zoek Hem.”
Ik zei: “U moet eerst de Heilige Geest ontvangen en Hij zal u vertellen welke man u moet hebben.” Dat is juist. Dat is het. Als u Hem niet hebt zult u geestelijk sterven. God spreekt heel wat vanavond. Maar Hij heeft zo vele malen aan uw hart geklopt. En een dezer keren zal Hij de deur sluiten en is genade voorbij.
Aanhaling genomen uit de prediking: