14 januari
Dag 14
Als Abram hoorde, dat zijn broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de ingeborenen van zijn huis, driehonderd en achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe. En hij verdeelde zich tegen hen des nachts, hij en zijn knechten, en sloeg ze; en hij joeg hen na tot Hoba toe, dat ter linkerhand van Damaskus is. En hij bracht alle have terug, en ook Lot zijn broeder en diens have bracht hij terug, alsook de vrouwen, en het volk. En de koning van Sodom trok uit, hem tegemoet (nadat hij weergekeerd was van het slaan van Kedor-laomer, en van de koningen, die met hem waren), tot het dal Schave, dat is, het dal des konings. En Melchizedek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester van de allerhoogste God. En hij zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit! En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft! En hij gaf hem de tiende van alles.
Vanavond zijn wij koningen en priesters. Wat maakt het uit of we hebben of niet hebben? Zo lang wij God hebben zijn wij meer dan overwinnaars. Wij zijn meer dan overwinnaars! Wij zitten in de tegenwoordigheid van God, in de gemeenschap met de Heilige Geest, nemen geestelijk avondmaal aan uit de handen van Hem die getuigde: “Ik ben het die dood was en opnieuw leef en Ik leef voor immer.” Samen gezeten in hemelse plaatsen in Christus Jezus! O, gezegend zij Zijn heilige Naam! Wat voor verschil maakt het?
Een tent of een hut, wat maak ik mij zorgen?
Ze bouwen een paleis daarginds voor mij;
Van robijnen en diamanten en zilver en goud;
Zijn koffers zijn vol, Zijn rijkdom ontelbaar.
Op een dag ontmoette ik Hem toen ik van de strijd terugkwam; ik heb mijn trofeeën neergelegd. Sinds die tijd heb ik geen strijd meer gevoerd, Hij vecht ze voor mij uit. Ik rust eenvoudig op Zijn belofte, dit wetende dat ik Hem ken in de kracht van Zijn opstanding. Dat is het enige belangrijke. Wat doet het andere ertoe?
Wat kunnen wij doen? “Welk voornemen kan een el aan uw lengte toevoegen?” Wat maakt u zich zorgen of u krulhaar hebt of dat u er geen enkele hebt? Wat maakt het uit? Als u oud bent, als u grijs bent, als u voorover gebogen bent, als u het niet bent, wat maakt het uit? Amen! Dit is slechts voor een moment, een korte tijd, maar dàt is voor immer en immer. En wanneer de tijd eindeloos voortrolt en de eeuwen gaan voorbij, dan zult u nooit veranderen gedurende Zijn oneindige eeuwige tijdperken. Wat maakt het voor verschil?
Ik ben zo blij dat ik Hem heb ontmoet. Ik ben zo blij dat Hij me op een dag het avondmaal gaf, diezelfde Melchizédek die Abraham tegemoet ging toen hij terugkeerde van het verslaan van de koningen. Beslist! “De God des hemels”, de Elohim; de grote IK BEN, niet de Ik was, de IK BEN (tegenwoordige tijd).
Aanhaling genomen uit de prediking: