5 juli
Dag 187
Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. Welgelukzalig is de mens, die de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.
Wist u dat een werkelijke Christen zelfs geen enkele zonde wordt toegerekend? David zei: “Zalig de man die God de zonde niet toerekent.” Wanneer u gewassen bent in het Bloed van het Lam (niet door schijngeloof, maar werkelijk door het Bloed van het Lam) rekent God u niets toe van wat u hebt gedaan, omdat u onder het Bloed bent en Hij het niet ziet. Er is een Bloedoffer; het enige waarin Hij u kan zien, is zoals Hij u zag voor de grondlegging van de wereld, toen Hij uw naam zette in het Boek des levens des Lams. Dat is alles waarnaar Hij kan kijken, omdat u verlost bent van alles wat ooit werd gedaan, u bent gewassen in het Bloed van het Lam. Daarom is er geen gal in u, is er geen onreine gewoonte in u, omdat het Bloed van het Lam dit heeft gedaan; en God kan u geen zonde toerekenen, nadat u een zondoffer hebt gekregen wat op u ligt te wachten.
“Wel”, zegt u, “dat geeft mij dan ruimte genoeg, broeder Branham, om te doen wat ik wil.” Ik doe dat altijd; altijd. Maar wanneer een mens werkelijk kan begrijpen wat Jezus voor hem deed en zich dan afwendt en iets tegen Hem doet, toont het dat hij Christus nooit heeft ontvangen.
Ik heb daar achterin een kleine vrouw zitten, zij is tien jaar jonger dan ik en is grijs net als ik. De reden daarvan is omdat zij tussen mij en de buitenwereld heeft gestaan. Als ik overzee ging, zou dit niet een bepaald soort gezin zijn om in te leven, als ik mijn gezin rond mij zou verzamelen en ik zou zeggen: “Kijk eens hier, mevrouw Branham, besef goed dat ge mevrouw William Branham zijt. Gij zult geen andere echtgenoot hebben, terwijl ik weg ben. Kijk niet naar welke andere man ook”, en al deze dingen. “Flirt helemaal niet. Als gij het doet, zal ik, wanneer ik terugkom, van u gaan scheiden.”
En zij zou van haar kant zeggen: “Nu, mijn goede man, ik wil u ook iets vertellen: “Gij zult geen enkele andere vrouw mee uitnemen terwijl u weg bent. Gij zult dit niet doen en dat niet doen. Als u het toch doet, beschouw uzelf maar als gescheiden wanneer u thuiskomt.”
Nu, zou dat geen liefhebbend gezin zijn? Ziet u? Nee! Als ik haar werkelijk liefheb... Hoewel ik geloof dat als ik werkelijk een fout maakte... Als ik een misstap zou begaan en iets verkeerds zou doen, geloof ik dat zij mij zou vergeven omdat zij mij liefheeft. En als zij het deed, geloof ik dat ik het haar zou vergeven, zeker, omdat ik haar liefheb. Maar zolang ik op die wijze van haar houd, heeft zij geen zorg. Hoewel zij mij zou vergeven, zou ik haar voor niets willen kwetsen. Ik zou mij de schuldigste man ter wereld voelen. Ik zou het moment niet kunnen afwachten dat ik haar zou vertellen wat ik had gedaan, omdat ik haar liefheb. Wel, als ik haar zo met phileo-liefde liefheb, hoeveel te groter zou mijn agapao-liefde voor Jezus Christus zijn?
Hoewel ik een sigaret zou mogen roken, (ik deed het nooit in mijn leven, maar al zou ik het doen, zou Hij het mij kunnen vergeven; ik geloof dat Hij het zou doen. Als ik een glaasje zou drinken, (ik deed het nooit in mijn leven), maar ik geloof dat Hij het mij zou vergeven. Maar ik houd teveel van Hem. God helpe mij, ik wil niets dergelijks doen; ziet u, omdat ik Hem liefheb. Dat spul heeft afgedaan voor mij, omdat toen Hij mij veranderde van een kraai in een duif, dat veroorzaakte een verandering, mijn trek erin en dergelijke verliet mij; dan wordt zonde mij niet toegerekend, omdat het niet mijn opzet is om het te doen, het is niet in mij om het te doen.
Aanhaling genomen uit de prediking: