1 augustus
Dag 214
Toen sprak Jozua tot de HEERE, ten dage als de HEERE de Amorieten voor het aangezicht van de kinderen Israëls overgaf, en zeide voor de ogen der Israëlieten: Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, in het dal van Ajalon! En de zon stond stil, en de maan bleef staan, totdat zich het volk aan zijn vijanden gewroken had. Is dit niet geschreven in het boek des oprechten? De zon nu stond stil in het midden van de hemel, en haastte niet onder te gaan omtrent een volkomen dag. En er was geen dag aan deze gelijk, voor hem noch na hem, dat de HEERE de stem van een man alzo verhoorde; want de HEERE streed voor Israël.
Zoals ik onlangs predikte over ‘Een Paradox’ toen Jozua de zon stopte. Becky, daar achterin, zei: “Pappa, hij zou de zon niet kunnen stoppen. De wereld zou moeten stoppen. Hij stopte de wereld.”
Ik zei: “Hij stopte de zon.” God maakt geen fouten in Zijn Bijbel.
Ze zei: “Hoe zou hij de zon kunnen stoppen, de zon beweegt zelfs niet? De zon staat stil.”
Ik zei: “Dat hemellichaam daar buiten, maar daar sprak Hij niet over. Deze zon die reisde en het licht over de aarde deed komen, dat is de zon die Hij stopte.”
Ik weet niet wat God deed, om het te doen gebeuren, maar Hij stopte de zon. De zon ging die kant op, de zon op aarde, de reflectie van de zon. Dat hemellichaam daar buiten, zouden wij niet kunnen zien in een miljoen of miljoenen mijlen ervan. Maar de reflectie van de zon die over de aarde reisde van dag tot nacht, dat is wat Jozua beval stil te staan en het stopte. Een paradox is iets dat “ongelooflijk maar waar” is. Dat is dus ongelooflijk, maar toch waar.
Hoe kan God een zondaar nemen, arrogant, snel uit zijn humeur, een twistziek man, en een heilige van God uit hem maken? Hoe kan Hij een vrouw nemen die zo laag is, dat de honden zich zelfs niet tot haar zullen wenden op straat, en een heilige van God uit haar maken? Ik kan het u niet zeggen. Maar Hij deed het! Het is een paradox. Zeker is het dat! Al Gods grote werken zijn paradoxen.
Aanhaling genomen uit de prediking: