Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...

3 augustus

Dag 216

Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid, want ‘s mensen heil is ijdelheid. In God zullen wij kloeke daden doen, en Hij zal onze tegenstanders vertreden.

Psalm 60:13-14
---o--O--o---

Nu, ik was pas geleden ginds in het Zuiden, waar ik veel kom, voor een kleine vakantie. Met een groep mensen, enkele van die goede oude “crackers” uit Florida. We waren aan het vissen en toen werd broeder Evans gebeten door die ratelslang. Het was twee mijlen ver en ik moest een man van honderd-tachtig pond dragen. Een grote, oude grondratelslang, erger dan uw “zigzagger” hoe dan ook, beet hem in zijn voet en zijn hele been verlamde terwijl hij aan het proberen was mij te helpen met een baars van ongeveer twaalf pond. We stonden in het riet waar alligators en van alles waren. Hij zei: “Broeder Branham, mijn hele zijkant is bevroren en doet heel erg pijn.”

Hoe kon ik een man door dat moeras dragen die ongeveer honderdtachtig pond woog en één meter tachtig lang?

Zijn broer was een paar maanden eerder gebeten, een zondaar, die in een verschrikkelijke toestand naar het ziekenhuis was gebracht.

En ik zei: “O, broeder Evans, genadevolle God; wel, wat kan ik doen?”

Ik dacht aan de Schrift, wat was het? Iemand die aan de deur klopte. “Ik ben de Here, uw God; Ik ben een zeer tegenwoordige hulp in tijd van benauwdheid.” Ik herinnerde me dat Hij zei: “Zij zullen treden op de koppen van slangen en schorpioenen en niets zal hun enig kwaad kunnen doen.” Ik legde mijn hand op zijn voet, terwijl hij schreeuwde, de tranen stroomden langs zijn wangen van de pijn. Ik zei: “Hemelse Vader, ik klop op Uw deur. Wij bevinden ons in een noodtoestand. Heb genade, o God.”

En terwijl we dat zeiden en ik de Schrift aanhaalde, keek ik naar hem en hij lachte. Alle pijn was weg. We visten de rest van de dag.

En z’n broer kwam bij ons op bezoek en we vertelden het verhaal. En zijn zondaar broer zei: “Wacht eens even, Welch.” Zei: “Het is in orde om religieus te zijn, maar wees niet gek.” Hij zei: “Je weet dat ik drie maanden in het ziekenhuis heb gelegen en twee maanden later had ik nog een verband om mijn been door een van die ratelslangbeten.” Zei: “Je moet zo snel als je kunt naar een dokterspost gaan.”

Hij zei: “Luister eens, broer. Je mag een heleboel dingen weten. Maar je weet niet alles. Als God mij kon bevrijden van elf uur ’s morgens tot elf uur ’s avonds, dan kan Hij de rest van de tijd ook voor mij zorgen.”


Aanhaling genomen uit de prediking: