11 augustus
Dag 224
Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o HEERE God! Geloofd zij de Heere; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze Zaligheid. Sela.
De Oudtestamentische heiligen zijn Zijn tegenwoordigheid ingegaan, het paradijs werd weggedaan. En de Oudtestamentische heiligen voeren op bij Zijn luide stem, toen Hij schreeuwde en de Geest gaf. Waarom? Het offer, de verzoening voor hun zonden, waarop zij hadden gewacht... Gelovend dat dit volmaakte Lam komende was, hadden zij het offer van het lam geofferd. En toen Hij stierf en de Geest gaf, schreeuwde Hij met luide stem en de Oudtestamentische heiligen ontwaakten. Let op de roep en de stem hier, hetzelfde bij Zijn komst. Ziet u? Hij gaf de geest en toen Hij dat deed was het offer volmaakt, het paradijs stroomde leeg en de Oudtestamentische heiligen kwamen weer naar de aarde, ze wandelden rond op aarde en gingen met Hem binnen bij Zijn opname.
David zei daar: “Heft uw hoofden op, gij eeuwige poorten, wordt opgeheven.”
Hij voerde gevangenen gevangen en gaven gaf Hij aan de mensen. Toen de Oudtestamentische heiligen met Hem binnengingen, zeiden zij: “Wie is deze Koning der gerechtigheid?”
“De Here der heerlijkheid der machtige heerscharen”. Hier komen zij binnen marcheren. Jezus leidde de gevangenen in gevangenschap, en hier komt Hij met de Oudtestamentische heiligen, en ging de nieuwe poorten daar boven binnen en zei: “Heft op gij eeuwige poorten en verheft u, en laat de Koning der ere ingaan.”
De stem klonk van binnenuit en zei: “Wie is de Koning der ere?”
“De Here, geweldig in de strijd”. De poorten vlogen open. En Jezus, de Overwinnaar leidde de gevangenen gevangen, zij die in Hem hadden geloofd, tot wie het Woord kwam. Daar liggen de Oudtestamentische heiligen te wachten. Hij leidde de gevangenen in gevangenschap, voer op in de hoge, nam de Oudtestamentische heiligen mee en ging binnen. Er is al één opname geweest.
De volgende opname die plaatsvindt is die van 1 Thessalonicenzen, voor de Gemeente, de Bruid, om te worden opgewekt voor de opname in de heerlijkheid. “Wij die leven en achterblijven, (dat is het lichaam wat hier op aarde is achtergebleven) zullen hen niet hinderen (of voorgaan), die ontslapen zijn; want de bazuin Gods zal eerst klinken, en de doden in Christus zullen opstaan, (ziet u?) en wij die leven en overblijven zullen samen met hen opgenomen worden.”
Aanhaling genomen uit de prediking: