18 augustus
Dag 231
Alzo houde ons een ieder mens, als dienaars van Christus, en uitdelers der verborgenheden Gods. En voorts wordt in de uitdelers vereist, dat elk getrouw bevonden wordt.
Geen vlees kan zich beroemen voor God. Als er iemand verheerlijkt zou kunnen worden, dan zou dat Jezus moeten zijn. Maar Hij zei: “Ik ben het niet die de werken doet; het is Mijn Vader die in Mij woont; Hij doet de werken.” Is dat juist?
Ze zeiden: “Wij geloven in God.”
Hij zei: “Als u in God gelooft, geloof dan ook in Mij.”
Nu, toen de engel tot uw dienstknecht hier kwam, zei hij: “Als u de mensen kunt laten geloven in u.” Nu, daar is het moeilijke gedeelte. “Als u de mensen er toe kunt krijgen u te geloven.” Hoevelen geloven in God? Ieder van u, nietwaar? U gelooft in Christus, u gelooft in de Heilige Geest.
Nu, dat is de vraag niet vanavond. Ik ben blij dat u dat doet. Dat maakt een Christen van u. Maar dat is het niet wat ik nu probeer tot u te brengen. Daar kom ik toe als ik mijn altaaroproep doe. U moet eerst in ze geloven. Als u niet met ze in verbinding staat, zult u dit nooit begrijpen.
Maar hoeveel u ook in ze gelooft, toch moet u ook geloven dat ik u de waarheid vertel, en wat ik zeg de waarheid is.
Jezus Zijn handen waren gebonden en machteloos voor ieder wonder of iets, enig soort wonderwerk, omdat de mensen Hem niet geloofden.
En juist de mensen die God geloofden doodden Hem. Is dat zo? Ongeacht hoeveel ze in God geloofden. Ze waren erg religieus, orthodox. Zeer religieus. En ze geloofden in God. Maar om Hem te geloven, o nee. Uh-uh. Ziet u? Dat was teveel. Een man? Ze konden niet geloven in een man. Ze konden in God geloven.
En vanavond kunnen zoveel mensen God geloven. Zeker. U gelooft in Christus, u gelooft in de Heilige Geest, enzovoort. Maar wanneer er een man naar u toe komt en u iets vertelt, dan is het moeilijk dat te geloven. “Ik weet niet of ik dat kan geloven of niet, vriend.” Dat is er aan de hand. Ziet u het?
Daarom kan het soms gebeuren wanneer uw herder naar u toe komt, de reden waarom hij u niet kan helpen, is dat u geloof in uw herder moet hebben. U moet geloven dat hij een man van God is, door God gezonden om deze dingen voor Hem te doen.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Gods weg die voor ons is bereid 10 januari 1950