2 september
Dag 246
Als hij kwam tot Lechi, zo juichten de Filistijnen hem tegemoet; maar de Geest des HEEREN werd vaardig over hem; en de touwen, die aan zijn armen waren, werden als linnen draden, die van het vuur gebrand zijn, en zijn banden versmolten van zijn handen. En hij vond een vochtig ezelskinnebakken, en hij strekte zijn hand uit, en nam het, en sloeg daarmee duizend man. Toen zeide Simson: Met een ezelskinnebakken, een hoop, twee hopen, met een ezelskinnebakken heb ik duizend man geslagen. En het geschiedde, toen hij geëindigd had te spreken, zo wierp hij het kinnebakken uit zijn hand, en hij noemde die plaats Ramath-Lechi.
Ik kan me kleine Simson voor de geest halen met zijn zeven krulletjes die neerhingen. O, sommige mensen schilderen hem af alsof hij schouders had als de deuren daar achterin, een enorme krachtpatser. Dan zou het niet zo mysterieus zijn om een dergelijke man een leeuw te zien doden, of duizend Filistijnen neer te slaan met een ezelskinnebak. Het zou geen geheimenis zijn om hem de stadspoorten te zien nemen en ermee weg te lopen, een man van die omvang. Maar Simson was een klein garnaaltje met krulhaar, ongeveer zo groot, een klein kereltje. Maar hij was slechts een klein kereltje. Vandaag zouden we hem en garnaal noemen, een slappelingetje, zeven gouden lokjes hingen aan zijn hoofd; liep rond als een kleine slappeling. Maar om hèm een leeuw te zien doden… Halleluja!
O broeder! Het is niet de grootte van de hond in het gevecht, het is de grootte van de vechtlust in de hond die telt. Dat is juist. Dat is wat er nodig is: het is iemand die die moed en dat geloof in God heeft om daar te staan en te zeggen: “ZO SPREEKT DE HERE.” Geloof komt naar binnen en al het andere vindt plaats (amen), wanneer geloof binnenkomt. Maar geloof komt door het horen.
Ik kan die kleine garnaal met zijn krullenkop daar op weg zien gaan om zijn vriendin te bezoeken. Terwijl hij daar onderweg was, kwam er een leeuw aanrennen en hij stond hulpeloos. En de Geest des Heren kwam op hem; hij pakte de leeuw beet, scheurde hem in stukken en gooide hem neer. O, dat was het geheimenis. Beslist. Waarom? Wat veroorzaakte die verandering in die man? De Geest des Heren kwam op hem.
Laat mij eens een kleine, oude, laffe kerk zien, die te bang is om God te vertrouwen, of een familie, en laat de Geest van God die familie treffen, of dat individu, of die kerk, en let op wat er gebeurt. Broeder, ik vertel u, die sceptisch zijn zullen als kakkerlakken in de zomertijd wegvliegen wanneer je het licht op ze laat schijnen. Dat is absoluut waar. Ja. Elk ding verdwijnt. Geloof komt binnen en: “Ik ben de baas,” zegt geloof. Het overige verdwijnt. Het maakt niet uit wat iemand anders zegt; Gods Woord is eeuwig waar.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Geloof komt door horen 20 maart 1954