26 januari
Dag 26
En Jakob had een kooksel gekookt; en Ezau kwam uit het veld, en was moede. En Ezau zeide tot Jakob: Laat mij toch slorpen van dat rode, dat rode daar, want ik ben moe; daarom heeft men zijn naam genoemd Edom. Toen zeide Jakob: Verkoop mij op deze dag uw eerstgeboorte. En Ezau zeide: Zie, ik ga sterven; en waartoe mij dan de eerstgeboorte? Toen zeide Jakob: Zweer mij op deze dag! en hij zwoer hem; en hij verkocht aan Jakob zijn eerstgeboorte. En Jakob gaf aan Ezau brood, en het linzenkooksel; en hij at en dronk, en hij stond op en ging heen; alzo verachtte Ezau de eerstgeboorte.
Kijk nu eens naar Ezau. Ezau was een goed man, zedelijk, zoals een goed kerkganger vandaag is. Wat deed hij? Hij was een jager. Hij trok er op uit. Natuurlijk, dat deden zij toen voor de kost. Hij verzorgde de veestapel voor zijn vader. Zijn vader was blind. Een profeet, een profeet van de Here was blind en werd misleid door zijn eigen zoon; een profeet, Izaäk; uit hem kwam Christus voort. U kunt hem een profeet noemen, de Bijbel zegt het. En hij was blind? Waarom genas hij zichzelf niet? En waarom wist hij niet dat het Jakob was in plaats van Ezau? God vertelt Zijn profeten niet alles. Hij vertelt hun wat Hij hun wil laten weten. Ziet u?
God had toen een plan ontworpen, en vervolgens moest hij daarin meewerken. Als u zich aan God overgeeft, zal God u laten werken volgens Zijn plan.
Nu, merk op wat deze man deed. Ezau trok er op uit en probeerde te zorgen voor zijn blinde vader; en Jakob, het schijnt dat het hem niet zozeer kon schelen wat er met hem zou gebeuren. Maar er was één ding dat Jakob wilde hebben, en dat was het geboorterecht. Ongeacht wat er kwam, hoe hij het moest krijgen, op welk niveau hij terecht moest komen, dat geboorterecht was alles waar hij om gaf. En Ezau, zegt de Bijbel, verachtte zijn geboorterecht; de Bijbel zegt dat. En de Bijbel zegt: “Dat er geen onheilige hoereerder onder u kome, zoals de kwade persoon Ezau die zijn geboorterecht verachtte en het verkocht voor een pot soep.”
Nu, wat is een geboorterecht? Het is uw recht. Dat is nu juist wat ik u wil vertellen. De Heilige Geest is uw Geboorterecht; dat is uw Geboorterecht. Dat is uw door God gegeven recht. Nu, de mensen zeggen vandaag: “Ik ga naar de kerk. Ik ben net zo goed als iemand anders. Maar moet ik doen zoals die heilige-rollers? Nee, ik niet hoor.” Dan bent u Ezau! Het is precies hetzelfde: verachting van het geboorterecht.
Wel, hij ruilde het voor een pot soep. En de wereld verkoopt het voor een hoop minder dan dat...
Ezau had honger. Maar, ziet u, als goedheid zou meetellen... Als wij daar eens een paar dagen rondom die tent konden staan, dan hadden we Ezau de beste bevonden. Maar in zijn hart wilde Jakob het geboorterecht hebben. Hij gaf niets om al het andere; hij wilde dat geboorterecht. En dat was alles wat hij wilde.
Aanhaling genomen uit de prediking: