23 september
Dag 267
Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof van de Zoon van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelf voor mij overgegeven heeft.
Nu is de Heilige Geest ons Teken van God. Onlangs kwam een groot theoloog, een geleerde Baptistenbroeder, (een fijn mens met een fijn karakter) naar mij toe en zei: “Broeder Branham, u spreekt zo over de Heilige Geest, maar dat is toch niets nieuws, wij hebben het door de eeuwen heen al onderwezen”.
Hij zei: “Wij hebben de Heilige Geest ontvangen”.
“Wanneer heeft u het ontvangen?”,vroeg ik.
Hij zei: “Toen ik tot geloof kwam”. (Ik wist dat dát Baptisten-theologie is, dat je als je tot geloof komt, de Heilige Geest ontvangt.)
Ik zei: “Paulus sprak eens in Handelingen 19 tot een groep Baptisten. De Baptistenprediker, één van de bekeerlingen van Johannes de Doper, bewees daar met de Bijbel, dat Jezus de Christus was. Toen hij na door de bovenlanden gereisd te zijn, te Efeze kwam, vond hij deze discipelen en hij zei tegen hen: “Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt?”
Zij zeiden: “Wij hebben zelfs niet gehoord dat er een Heilige Geest is”.
Toen vroeg hij hen hoe zij gedoopt waren. Zij waren namelijk niet in de Naam van Jezus Christus gedoopt, het geofferde Lam. Zij waren helemaal nog niet met Hem geïdentificeerd. Zij geloofden het gewoon. Zoals dat voorbeeld over dat medicijn, waarover ik zoëven sprak, dat daar wel stond, maar niet ingenomen werd. Toen beval Paulus hen, dat zij zich opnieuw moesten laten dopen in de Naam van Jezus Christus. Toen ze dit deden, kwam het Teken op hen, en ze werden betuigd door de werken en tekenen van de Heilige Geest. Zij spraken in tongen, profeteerden en verheerlijkten God.
Zij waren vereenzelvigd met hun offer. De Heilige Geest bevestigt dat wij bij Christus horen, dat we Christenen zijn; niet het lidmaatschap van een kerk, niet ons begrip van de Bijbel, niet hoeveel u weet over de Bijbel; het is hoeveel de Auteur in u leeft.
Het is dat uzelf verdwijnt. U beschouwt uzelf als dood en wat in u leeft is het Teken en dat is niet úw leven, het is van Hém. Paulus zei: “... Nu leef niet meer ik, maar Christus leeft in mij”. Hij leefde een ander leven dan wat hij eerst deed. “Ik ben het niet meer, maar Christus”.
Dat is het betuigde Teken dat God vereist, dat we geïdentificeerd zijn met ons Offer, dat het Leven van onze Redder, de Heilige Geest, in ons is. O, wat een positief Teken. Er kan geen ander Teken zijn.
O, als dit maar tot u door kon dringen. Als ik deze morgen de kracht had om het in woorden uit te drukken en het in uw ziel te leggen... Niet in uw óren, maar in uw ziél. Als u de wáárborg ervan maar kon zien. Het zou u zo ontspannen.
Aanhaling genomen uit de prediking: