6 oktober
Dag 280
Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was; Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn; Maar heeft Zichzelf vernietigd, de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende, en is de mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja, de dood des kruises. Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven alle naam is; Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie van hen, die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid van God de Vader.
Soms als God dingen doet, doet Hij het op zo’n eigenaardige manier, een vreemde manier, een aparte manier voor de mensen van deze wereld; het lijkt dwaas voor het vleselijk verstand. Omdat God de dingen zo eenvoudig doet, brengt het de vleselijke gedachten in verwarring. Bijvoorbeeld de maagdelijke geboorte, en vele andere dingen die het vleselijk verstand verwarren. Ze weten niet wat ze ervan moeten denken. Maar God weet het wel.
Zoals toen Johannes de Doper kwam. Wel, de Schrift had hier gezegd, betreffende de inwijdingsceremonie van Jezus daar bij de rivier op die dag, dat: “Elke hoge plaats zou worden vernederd en elke lage plaats zou worden verhoogd. En de bladeren zouden in hun handen klappen en de bergen huppelen als lammetjes.” Denk daar eens aan. En wat was het? Een prediker als een soort bosbewoner, met een baard over zijn hele gezicht als een behaarde worm, en een grote schapenvacht om hem heen gewikkeld die op de modderige Jordaanoever stond en bekering predikte. Amen. (Niets van fijn kant, zijde en satijn of iets dergelijks.)
En daar sprak God van de hemel, en hij zag de Geest van God neerkomen als een duif, die viel op een Man die in een voerbak was geboren. Kijk, wat de wereld groot noemt, noemt God dwaas. En wat de wereld dwaas noemt, noemt God groot. Dat is waar. Vind het dus niet erg om dwaas genoemd te worden, want onthoud, u kunt niet de gezindheid van Christus en tegelijkertijd de gezindheid van de wereld hebben. U kunt niet uw eigen weg gaan en tegelijkertijd Gods weg. U moet uw eigen wegen verlaten om God Zijn weg te laten hebben. Dat is de enige manier hoe u ooit iets zult kunnen doen. U zult weg moeten gaan bij uw eigen gedachten, uw eigen redeneringen. Probeer niet te redeneren, geloof slechts. Wat als Maria had geprobeerd te redeneren over de maagdelijke geboorte? Wat als ze had geprobeerd te zeggen: “Nu, wacht eens even. Kijk nu eens, ik heb geen man. Er is nooit eerder zo’n persoon geweest. Hoe kan ik ooit een kind krijgen? O, dat verhaal geloof ik niet.” Ze wachtte helemaal nergens op. Ze nam eenvoudig God op Zijn Woord en begon God te danken voor de baby. Voordat ze ook maar enig leven voelde, voordat ze iets voelde, voordat er enig teken aan haar werd gegeven, aanvaardde ze het woord van de engel en ging weg, zich verheugend en God prijzend; ze vertelde aan iedereen dat ze een baby zou krijgen zonder een man te kennen. God, geef ons meer Maria’s.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Getuigen 3 maart 1954