16 oktober
Dag 290
Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; Dat een ieder van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer; Niet in kwade beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen. Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben. Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot heiligmaking.
We zijn een geweldige natie geweest. We zijn een geweldig volk geweest. We zijn een geweldige kerk geweest. We zijn in alles geweldig geweest. Maar ik vertel u: elk sterfelijk ding zal moeten vergaan. En de tijd is aanstaande. Ik vertel u: alles ligt daarin besloten. En de wereld is geworden tot één grote chaos van corruptie en stank voor God. Deze natie met haar whisky drinken, bier drinken; en onze belastingen hebben voor deze whisky betaald en allerlei rommel die onze natie ondersteunt,en het is bloedgeld.
Als u vindt dat het drinken van whisky verkeerd is en u zegt: “Laat het gaan, prediker, u behoort niets over drinken te zeggen. Het is ons Amerikaans recht.” Ik weet dat het uw Amerikaanse rechten zijn, maar het zijn niet uw hemelse rechten.
En broeder, als u voor God gewillig bent, zult u in uw hart ieder smerig recht dat u hebt, opgeven om de Here te dienen en zult u zich in uw hart voornemen dat u zich niet met de dingen van de wereld zult bevuilen.
U zegt: “Broeder Branham, andere Christenen roken. Waarom kan ik niet roken?” U zou een recht mogen hebben als Amerikaans burger om te roken, maar u hebt niet het recht dat te doen als een Christen. Omdat het een struikelblok is op iemand anders zijn weg. Dat is precies juist. En u behoorde dat niet te doen; u veroorzaakt een struikelblok.
Al die andere dingen. En uw kleding; u zegt: “Wel, de rest van de vrouwen, zij kleden zich zo, en de andere meisjes. Ze kleden zich zo; ze doen dit. Waarom kan ik dat niet doen?” Ik weet dat het uw Amerikaans recht is. “De wet zegt niet dat ik dit niet kan doen.” Dat weet ik. Het zegt nauwelijks iets. U kunt doen wat u maar wilt.
Maar broeder, het is niet in het hart van een Christen om dat te doen. Als u zich in uw hart hebt voorgenomen dat u rein en zuiver voor God wilt leven, dan zal de natuur zelf u leren dat deze dingen verkeerd zijn.
Maar hier bevinden we ons. We hebben deze plaats bereikt. Wat is het? Het komt omdat we aan het einde van de weg zijn gekomen. Neem u vanavond in uw hart voor om nimmer meer, nimmer meer, zo lang als de wereld bestaat of zolang als u leeft, dat u uzelf nimmer meer zult verontreinigen met dat deel van het zogenaamde Amerikaanse leven. Nu, de oude Amerikaanse manier van leven was fijn. Wees goed voor uw buren en eerlijk enzovoort, dat is goed. Maar deze moderne manier van uw naakt zijn en drinken en brassen en scheiden en trouwen en trouwen tussen verschillende rassen en al deze onzin. Neem u in uw hart voor om daarbij vandaan te blijven zolang als u leeft.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Het handschrift op de muur 2 september 1956