31 januari
Dag 31
En toen Jezus hen tot Zich geroepen had, zeide Hij: Gij weet, dat de oversten der volken heerschappij voeren over hen, en de groten gebruiken macht over hen. Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u zal willen groot worden, die zij uw dienaar; En zo wie onder u zal willen de eerste zijn, die zij uw dienstknecht. Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen.
Ongeacht hoeveel wij belijden; wat we bezitten is wat telt. We kunnen geen Christenen zijn als we niet alle mensen liefhebben. We mogen met mensen van mening verschillen. Maar Jezus trad niet naar voren op deze manier: “Welnu, jullie Farizeeën allemaal, jullie gaan allemaal naar de hel en jullie maken geen enkele kans vanwege dit, dat en nog meer, omdat je een Farizeeër bent.” Maar Hij ging naar ze toe en Hij bediende ze en hielp ze. Hij deed al het mogelijke om ze te helpen.
Maar tegenwoordig hebben opleidingen en kerklidmaatschap en wereldse banden de kerk zodanig bij elkaar gebracht dat het intellectuele de plaats van het geestelijke heeft ingenomen. U kunt niet tot God komen tenzij door de Geest. Er bestaat slechts één manier waarop een mens tot God kan komen en dat is door de Heilige Geest. Jezus zei: “Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader hem eerst trekt.” Dat is zo waar als het maar zijn kan, Christenen. We willen vanavond een notitieboekje in ons hart nemen en al deze dingen opschrijven.
Laten we hier over nadenken. O, sommigen van ons beweren alle kennis te bezitten. We hebben degenen die zeggen: “Nu wacht...” Ze houden ervan doctors te zijn en heilige vaders, enzovoort. Maar dit wetende dat, al had je al de kennis, het je totaal geen goed zou doen, tenzij je een geest van liefde in je had. De Bijbel zei: “Al zou ik alle kennis bezitten en had de liefde niet, dan ben ik niets.” En wat voor goed doet onze kennis als iemand zegt: “Ik zou niet naar zo’n opwekking willen gaan, want dat zijn onontwikkelde mensen. Ik zou niet met hen willen omgaan.” Het doet er niet toe of zij hun ABC wel of niet kennen, ze kunnen Christus kennen. Beslist.
U kunt nooit te laag gaan. Moge God die Geest altijd in mij laten blijven. Ongeacht hoe laag, wat hij wel en wat hij niet gelooft, welke leer, kleur of wat dan ook, ik wil mijn hand uitsteken om hem te helpen. Zeker. Ik wil die Geest in mij. Ik wil niet denken dat ik beter ben dan iemand anders. Ik zou m’n borst vooruit kunnen steken en zeggen: “Alle mensen staan op wanneer ik binnen kom.” Of: “Ik had de grootste campagne van allemaal.” Wie ben ik hoe dan ook, dan klei die God heeft gemaakt? Laat mij mezelf verootmoedigen zodat Zijn leven zal worden weerkaatst. Laten alle Christenen zich zo voelen. Kennis brengt ons nergens.
Aanhaling genomen uit de prediking: