Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...

5 november

Dag 310

Aangezien dan de kinderen het vlees en bloed deelachtig zijn, zo is Hij ook eveneens die deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou degene, die het geweld des doods had, dat is, de duivel; En verlossen zou al degenen, die met vreze des doods, gedurende heel hun leven, aan de dienstbaarheid onderworpen waren. Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad van Abraham aan. Waarom Hij in alles de broeders moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn, in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden van het volk te verzoenen. Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij degenen, die verzocht worden, te hulp komen.

Hebreeën 2:14-18
---o--O--o---

Jezus was een mens. Hij was volkomen en totaal mens. Hij kon wenen als een mens. Hij kon eten als een mens, Hij is helemaal als een mens geworden. In Zijn lichamelijke gestalte was Hij door en door mens, maar in Zijn Geest was Hij totaal, volledig God. Daarom maakte Hij Zijn vlees ondergeschikt aan de Geest, Die in Hem was. U weet, dat Hij in alle dingen op gelijke wijze werd verzocht als wij. Want Hij was een mens, geen engel. Hij was mens! Hij had evenzeer verlangens en verzoekingen als wij. De Bijbel zegt ons dat. Hij was een mens, geen engel die boven de verzoekingen staat. In Hebreeën 2:7 staat geschreven, dat Hij een korte tijd beneden de engelen werd gesteld. Hij was mens, Hij was volledig mens. God nam dus een volkomen man, om een volkomen bevrijding te schenken, Hij vervulde Hem met Zijn Geest. De Heilige Geest was in Hem zonder mate. Toch werd Hij verzocht zoals wij, hoewel Hij ook volkomen God was. Hij bewees het, toen Hij de doden opwekte, toen Hij de natuur, de onstuimige zee, en de machtige wind Zijn bevelen gaf. Toen Hij tot de vijgenboom sprak enzovoort, gehoorzaamde hij Hem. Hij was God, van binnen. Hij had ook mens kunnen zijn, want Hij wàs een mens; maar als mens had Hij Zich geheel en al overgeleverd in Gods hand om Hem te dienen.

En Hij is ons voorbeeld...

Wij zijn mannen en vrouwen. Maar ook zijn wij Christenen. Wanneer Hij ons voorbeeld is, laten we ons dan volkomen in Zijn handen leggen door de Heilige Geest, opdat wij waarlijk onderdanen zouden mogen zijn van Gods Koninkrijk.

Hij was volkomen mens, Hij was ook volkomen God, maar Hij gaf al het natuurlijke, al het fysieke op: Zijn eigen denken, Zijn eigen doen, Zijn eigen zorgen, om altijd te doen wat Zijn Vader behaagde. [Johannes 8:29.] Zo is het. Hij was totaal bevrijd van menselijke wezens. Als de priesters tot Hem kwamen, die grote mannen, en zeiden: “Rabbi Zus-en-zo...”, om te proberen Hem voor hun denominatie en verenigingen te winnen, dan bleek Hij volkomen bevrijd te zijn van zulke zaken: Hij vertrouwde op God.

Was het de psalmist niet, die zei: “Gij verlost degene, die volkomen op U betrouwt.” Ziet u: “Ik zal Mijn Knecht bevrijden van de heidenen, want Hij heeft op Mij vertrouwd.”

Het uur komt, dat wij aan het einde van onze levensweg komen. Dan zou ik voor mij willen -- en u zou denkelijk hetzelfde willen -- dat ik Hem zou kunnen horen zeggen: “Ik bevrijd hem uit de kaken van de dood, want hij heeft op Mij vertrouwd. Ik zal hem uit het graf bevrijden op de opstandingsmorgen. Ik zal hem totaal bevrijden, naar geest, ziel en lichaam. Want hij heeft op Mij vertrouwd.”


Aanhaling genomen uit de prediking: