6 november
Dag 311
Welgelukzalig is hij, die de God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op de HEERE, zijn God is; Die de hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is; Die trouw houdt in eeuwigheid.
Wist u dat dit lichaam waar u vanmorgen in leeft, hier tien duizenden jaren geleden was, voordat er zelfs een fractie van leven op de aarde was? Toen God dit oude projectiel daar ginds had hangen en het om de zon liet draaien en het zo om zijn as liet draaien, schiep Hij daarin calcium, potas en petroleum, enzovoort. Hij had toen in Zijn grote gedachten dat u vanmorgen aan deze tafel zou zitten. O, halleluja! Hij is de oneindige God.
Als een timmerman een huis gaat bouwen, hoe doet hij dat dan? Hij legt eerst al zijn hout klaar. Hij heeft in zijn gedachten wat hij zal gaan bouwen. God had, voordat er zelfs maar een fractie van leven was, uw lichaam hier al klaar gelegd. Als dat niet zo is, waar komt het dan vandaan? Daarom bewoog Hij haar heen en weer en rolde haar en keerde haar om. Hij wilde dat de zon het zo bescheen om potas te maken en Hij zou het zo omdraaien dat er petroleum werd gemaakt. O, gezegend zij Zijn heilige Naam.
Waar zouden we bevreesd voor moeten zijn? We zouden de meest vrije en gelukkige mensen moeten zijn die er bestaan. En we hoeven er niet naar te raden; God is in ons midden en bewijst het. Dat is juist. En het is in overeenstemming met Zijn Woord en Zijn Geest.
Laten we het nu nemen. Onze lichamen waarin wij nu leven lagen reeds, zelfs voordat de aarde gereed was gemaakt, op de aarde: potas, calcium, petroleum, enzovoort. Laten we nu een klein beeld schetsen zodat we het niet zullen missen.
En nadat de aarde was gevormd en dit daar allemaal lag, was het nog niets anders dan een kale woestijn, er was nog helemaal geen leven op, helemaal niets dat leven kan worden genoemd, maar al het materiaal lag daar om onze lichamen te maken. En ik kan God tot de grote Heilige Geest horen spreken: “Ga er nu heen en broed over de aarde.” Nu, wij weten dat het woord “broeden” betekent: “bemoederen, zoals een hen over haar broedsel, of koeren zoals een duif zijn maatje roept.” “Ga en broed over de aarde.”
Nu, we zullen hier een beeld moeten nemen om een drama uit te beelden. Toen de grote Heilige Geest uitging, spreidde Hij zijn vleugels over de aarde en begon te broeden met een doel. En dat was om iets voort te brengen dat een projectie van God was. Zoals ik gisteravond zei: “Wie was er eerder, een zondaar of een Redder?” Waar gaat het eigenlijk allemaal om? Wat was er eerder, een Genezer of ziekte? Wel, dat is natuurlijk een Genezer. Wel, waarom zijn we dan eigenlijk zondaars geworden? Het moest op die manier zijn. Als God een Redder is, moest Hij iets hebben om te redden. Daarom is er niets verkeerd; het werkt alles volgens Zijn plan. Nu, dit zou ik niet tegen zondaren kunnen zeggen; ik zeg dit tegen predikers en kinderen van God. Alles werkt volgens plan, ongeacht wat wij doen of niet doen; het zal goed aflopen. Want wie God van te voren kende, heeft Hij voorbestemd. Merk nu op, als het zich dan zo beweegt zoals het is, dan moet het goed uit komen; dan hoeven we ons geen zorgen te maken, omdat het in orde zal komen.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- U moet wederom geboren worden 19 juni 1958