9 november
Dag 314
Daarom, nalatende het beginsel van de leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid voortvaren; niet wederom leggende het fundament van de bekering van dode werken, en van het geloof in God,
Weet u dat er slechts één manier is waarop u in de tegenwoordigheid van God kunt staan? Dat is volmaakt! God kan geen onheilige dingen dulden.
Hoe zult u naar de hemel gaan? U zegt: “Ik heb nooit gelogen in mijn leven. O, die kleine lieveling. Het was gewoon direct al een engel.” Dat is een leugen. Het kan me niet schelen hoe goed u bent, u bent een zondaar. En u hebt niet één ding; er is geen priester, geen bisschop, geen kardinaal, geen paus, noch wie dan ook, die u kan redden, omdat hij in hetzelfde schuitje zit, als waar u in zit. De paus van Rome werd geboren in zonde, geschapen in ongerechtigheid, kwam leugen sprekend ter wereld, geboren door een seksueel verlangen van een man en een vrouw. Hoe zult u daaruit gerechtigheid verkrijgen?
Wel, zijn pappa en mamma werden op dezelfde wijze geboren. En zij werden op dezelfde wijze geboren evenals zijn grootmoeder en grootvader, en zo verder terug. Het is zonde om mee te beginnen.
Dus wie kan zeggen dat dit heilig en dat heilig is. Er is slechts één ding heilig, dat is Jezus Christus, de Zoon van de levende God, die volmaakt werd gemaakt. En onze vereiste is om volmaakt te zijn. Nu, hoe zullen wij het gaan zijn? Probeer het zelf. Ik zou het verschrikkelijk vinden om te proberen naar de hemel te komen op de verdiensten van “Ik werd vijf minuten geleden geboren en ga nu uit de wereld.” Ik zou verloren zijn! Als ik nooit één verkeerde gedachte in mijn leven had, als ik nooit één slecht woord in mijn leven sprak, als ik nooit naar welke kwade zaak ook keek, noch iets kwaads of wat ook dacht, ben ik toch even vuil en zwart als de smerige muren van de hel. Ik ben een zondaar.
Ik zou m’n leven door kunnen brengen in een afgesloten kamer, en net als sommigen van de Karmelieten-zusters of zoiets nooit de wereld zien en daar blijven en heel mijn leven bidden, goed doen, geboren worden als een multimiljonair en alles aan de armen geven, wat ik maar heb, toch ben ik nog steeds een zondaar en zal naar de hel gaan. Jazeker, meneer.
Door de Heilige Geestdoop zijn we in dat lichaam gedoopt en vrij van zonde. God ziet u niet meer, Hij ziet alleen Christus. En wanneer u in dat lichaam bent, kan God dat lichaam niet oordelen. Hij heeft het reeds geoordeeld. Hij nam ons oordeel en nodigde ons binnen. En door geloof, door genade, wandelen we en aanvaarden we onze vergeving. En de Heilige Geest brengt ons in deze gemeenschap met Hem. En we wandelen niet meer naar de dingen van de wereld, maar we wandelen in de Geest; levend gemaakt, het Woord kwam tot ons. Hij stierf in mijn plaats. Ik ben levend gemaakt. Hier ben ik, die eens dood was in zonde en overtredingen, levend gemaakt. Al mijn verlangens zijn om Hem te dienen. Heel mijn liefde gaat naar Hem uit. Heel mijn wandel wil zijn in Zijn Naam, zodat, waar ik ook ga, wat ik ook doe, ik Hem verheerlijk. Of ik op jacht ben of aan het vissen, of als ik een balspel aan het spelen ben, of ik... wat ik ook doe, het moet zijn “Christus in mij”, in zo’n leven dat een mens ernaar zou laten verlangen om op die wijze te zijn; niet babbelen, roddelen, en redetwisten over uw gemeenten. Vat u het? “Door één Geest zijn wij in dat lichaam gedoopt”, en “wanneer Ik dat Bloed zie, zal Ik u voorbijgaan.”
Aanhaling genomen uit de prediking: