22 februari
Dag 53
Gij wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht; opdat Hij deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden. Nu dan, vreest niet! Ik zal u en uw kleine kinderen onderhouden. Zo troostte hij hen, en sprak naar hun hart. Jozef dan woonde in Egypte, hij en het huis zijns vaders; en Jozef leefde honderd en tien jaren. En Jozef zag van Efraïm kinderen, van het derde geslacht; ook werden de zonen van Machir, de zoon van Manasse, op Jozefs knieën geboren. En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf; maar God zal u gewis bezoeken, en Hij zal u doen optrekken uit dit land, in het land, hetwelk hij aan Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft. En Jozef deed de zonen van Israël zweren, zeggende: God zal u gewis bezoeken, zo zult gij mijn beenderen van hier opvoeren! En Jozef stierf, honderd en tien jaren oud zijnde; en zij balsemden hem, en men legde hem in een kist in Egypte.
Merk op toen Job stierf, wees hij, voordat hij stierf,de plaats aan waar hij wilde worden begraven . Dat had er iets mee te maken. En voorts kwam Abraham. En toen Sara stierf, zijn lieveling en vrouw, toen zij stierf, was het niet vreemd dat Abraham naar het land ging waar Job was begraven? Hij begroef Sara in hetzelfde land waar Job werd begraven. Merk nu op dat zij beiden profeten waren. Nu, dit was dus niet in de Schrift opgeschreven.
En merk op, toen Abraham stierf, sliep hij bij Sara op dezelfde plaats. Abraham verkreeg Isaäk en toen Isaäk stierf, werd hij bij Abraham begraven. Toen verkreeg Isaäk Jakob en Jakob stierf ginds in Egypte. Maar voordat hij stierf, liet hij zijn zoon Jozef komen en hij moest zijn hand op zijn heup leggen waar de Engel hem had aangeraakt en zijn wandel had veranderd, en liet hem bij God zweren dat hij hem niet in Egypte zou begraven. Ik vraag me af waarom?
Ik vraag me af, waarom? Nu, er stond niets van geschreven, maar zij waren geestelijke mannen. Zij lazen tussen de regels door. En hij zei: “Breng me terug naar Kanaän. Begraaf me daar bij mijn vader Abraham, bij Izak.”
Let op Jozef. Toen hij stierf, zei hij: “Begraaf mijn beenderen niet hier. Maar op een dag zal God u gaan bezoeken, dus neemt u dan mijn beenderen mee en begraaf ze bij mijn vader,” dezelfde plaats waar Job werd begraven, dezelfde plaats waar Sara en Abraham, Isaäk en Jakob en Rebekka en Lea en zij allen waren begraven in het beloofde land. Ik vraag me af waarom? God…
Hier is het: God had geen opstanding beloofd daarginds in Egypte, maar ze wisten dat de opstanding zou plaatsvinden in het beloofde land. En op de dag dat Jezus tenslotte kwam, de Verlosser, deden ze met Hem zoals ze zeiden dat ze zouden doen. Hij stierf, werd begraven, en op de derde dag stond Hij op. En degenen die daar bij Hem waren begraven, Abraham, Isaäk, Jakob en de heiligen, zij kwamen uit het graf. Zij wisten dat de opstanding in Palestina zou plaatsvinden. Omdat het geestelijk aan hen was geopenbaard.
Daarom zeg ik vanavond, dat u de hele wereld kunt hebben met alles wat u wilt, al uw fantastische feestjes, al uw opleidingen en dingen die u hebben wilt, maar begraaf mij in Jezus Christus: Want wie in Christus zijn, zal God met Zich meebrengen in de eerste opstanding. Laat eenvoudig de Heilige Geest dat aan u openbaren. Degenen die in Christus zijn, verlost door Zijn bloed, zal God met Zich meebrengen bij Zijn komst.
Wat maakt het uit hoe de wereld u wil noemen? Fanatiek, of wat het ook mag zijn, blijf slechts in Christus.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Verlossing 19 november 1955