7 januari
Dag 7
Want indien gij de mensen hun misdaden vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven. Maar indien gij de mensen hun misdaden niet vergeeft, zo zal ook uw Vader uw misdaden niet vergeven.
Als er één ding in mijn leven is dat mij geholpen heeft te begrijpen dat het de Heilige Geest was die daar toen in mij kwam, is dat het wel. Ik was een heethoofd, vurig, een Ier in hart en nieren. En meestal kon ik niet eten omdat mijn mond meestal door iemand in elkaar geslagen was, omdat ik opsprong waar ik niet had moeten opspringen. Sommige van mijn tanden zijn nu gebroken en zijn nu gevuld, omdat ik sprak waar ik eigenlijk mijn mond had moeten houden... en ik zei dingen... Altijd was ik in moeilijkheden.
Tot mijn onderwijzeres op school zei ik: “Juffrouw, ik kan het niet helpen.” Ziet u, ik was altijd in moeilijkheden. En ik zei: “Ik kan het niet helpen.” Arme, oude juffrouw Temple, zij is kortgeleden naar de heerlijkheid gegaan. En zij zei: “Wel, luister nu eens jongen.” Zij nam mij op schoot en in haar armen en begon te huilen. De eerste keer dat zulke liefde aan mij betoond werd door iemand anders, een oude vrouw. Zij had geschreid over mij, en zei: “Billy, ik ga iets voor je doen, jongen; ik zal je een stuk touw geven.” Ik was zo’n twaalf jaar oud en erg driftig. En de onderwijzeres zei: “Neem dat touwtje Billy, en als je weer zo driftig wordt, dan stop je en maak je negen knopen in dat touwtje en dan breng je dit touwtje naar mij. Ik verzeker je dat je drift dan over is.”
Ik zei: “Juffrouw Temple, ik vind dat erg fijn van u, ik zal het proberen.” Ziet u? Zodoende stopte ik het touwtje in mijn broekzak. En ik was nog geen vijf minuten buiten of er kwam een jongen aanlopen en die gaf mij er eentje recht in mijn gezicht. Wel, toen ging... Ik greep naar mijn touwtje en probeerde er een knoop in te maken; maar... ik gooide het touwtje al gauw weg, en daar ging ik. Ziet u. Ik kon het gewoon niet.
Ik zei: “Ik zal nooit een Christen kunnen zijn.” Maar laat mij u vertellen, die avond daar beneden bij Ohio Avenue, toen de Heilige Geest in mij kwam, Dat nam mijn drift weg. Het was over. Ik zei: “Ik zou het niet kunnen. Ik zou nooit een Christen kunnen worden, omdat ik uit eigen kracht mijn drift niet kon kwijtraken.” Ik zei: “Daar is iets in mij geboren.” Ik zei: “Mijn vader was een heethoofd; en mijn moeder was half Indiaans, dus genoeg temperament zoals u wel ziet.” Ik zei: “Ik... O jongen, iedereen die mij lastig valt, nou die krijgt er van mij flink van langs; reken daar maar op, al moet ik op een hoge ladder klimmen om ze te pakken te krijgen, ik zal het doen.” Ziet u?
Maar nu, u zou mij hier weg kunnen trekken en mij een klap kunnen geven... Ziet u? Waarom? Ik niet! Wat ik probeer uit te leggen is dit. Er gebeurde iets! Die oude kracht, die oude William Branham, stierf, en Iemand anders is in mij gekomen. Het maakt dat ik medelijden heb met mijn vijand. Wanneer iemand iets kwaad doet, bid ik niet tegen hem maar voor hem.
En dat is waar de Heilige Geest mij die test gaf, die avond in Nieuw Engeland, voordat dat hier gebeurde. Toen Hij de kracht gaf, en zei: “Spreek maar wat je wilt tegen die mensen.” De manier waarop zij gehandeld hadden... En ik keek op hen neer en zei: “Ik vergeef u.” Dat is precies wat Hij wilde dat ik zou doen. Ziet u, vergeef uw vijand.
Aanhaling genomen uit de prediking: