14 maart
Dag 74
En terstond, toen Hij nog sprak, kwam Judas aan, die een was van de twaalven, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, gezonden door de overpriesters, en de Schriftgeleerden, en de ouderlingen. En die Hem verried, had hun een overeengekomen teken gegeven, zeggende: Die ik kussen zal, Die is het, grijpt Hem, en leidt Hem voorzeker heen. En toen hij gekomen was, ging hij terstond tot Hem, en zeide: Rabbi, Rabbi, en kuste Hem.
De duivel is zo religieus als hij maar kan, knap, geleerd, voornaam, maar toch weet hij niets meer over God dan een konijn verstand heeft van sneeuwschoenen. En hier komt hij aanlopen, loopt naar voren en valt neer en aanbidt Jezus, deze maniak. Wel, u zegt: “Kan dat de duivel zijn?” Wel, Judas kwam zelfs en kuste Hem en verraadde Hem met een kus.
Religieuze geesten, dat zijn ze beslist. Deze man ging verder met schrijven en zei: “Wel, religieuze geesten, kom niet in de buurt van die Pinkstermensen. Als u dat doet, komt die geest op u. Dat is van de duivel.”
Luister. Hij zei: “De Bijbel zegt, ‘Geloof niet iedere geest, maar beproef hen en zie of ze uit God zijn.’” Dat is precies wat men in de Bijbel deed. En Jezus zei: “Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven.” Kijk of dat waar is of niet, onderzoek het door de Geest. Zeker.
En de religieuze geest is door ieder tijdperk heen een ontkenner geweest. De geest van de duivel die religieus is heeft de echte, ware Geest ontkend. En iedere keer wanneer Gods Geest komt, volgen tekenen en wonderen de Geest.
Kijk daar terug in de dagen van Kaïn toen hij aanbad. Hij had een vorm van godzaligheid. Hij bouwde een altaar; hij bouwde een kerk; hij bouwde van alles, net zo godsdienstig als Abel was. Dus kijk, in de dagen van Kaïn en Abel, merk op, toen was Kaïn precies zo godsdienstig als Abel was. En merk op, toen hij aanbad, bouwde hij zijn altaren; hij maakte ze mooi , precies zoals een fijne grote kerk. Hij was geen ongelovige; hij boog zich neer en aanbad. En God verwierp hem totaal.
Als God rechtvaardig is en slechts geloof in Hem vereist, als God slechts geloof vereist, slechts offerande vereist, slechts lidmaatschap van de kerk vereist, dan zou God onrechtvaardig zijn om die jongen te veroordelen. Want hij was absoluut een gelovige in God. Hij beleed hetzelfde in het publiek, hij was een gelovige in God.
Hij bouwde een kerk voor de Here, een altaar; hij bracht zijn vruchten er naar toe en maakte het prachtig, en bracht een offer en deed zijn geloften en aanbad de Here. Broeder, dat is een behoorlijk goed kerklid vandaag. Is dat waar? En God weigerde hem. Maar kijk naar Abel, die hier aankwam zonder werken. Bond een kleine wijnrank om de nek van dit oude schaap en hier komt hij aan en trekt hem mee, gooit hem op het altaar en begint op zijn keel te slaan, en doodde hem. Waarom? Abel had een openbaring. We zullen dat even diep laten inzinken.
Het was een openbaring die Abel had die hem rechtvaardig maakte. Hij had een openbaring van wat de almachtige God vereiste, en hij bracht een lam. En dat is de enige manier hoe u ooit in staat zult zijn Goddelijke genezing te zien, de doop met de Heilige Geest, het zal door openbaring zijn
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Maniak van Gardara 20 juli 1954