17 maart
Dag 77
En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen. Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden. En hen, die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken. Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden.
Dat doet mij denken aan een dame in Chicago. Haar zoon ging weg naar een seminarie om voor prediker te leren, een zekere Bijbelschool, seminarie. En terwijl hij weg was, werd de oude moeder ernstig ziek. Ze stuurden dus een bericht naar de jongen om hem te laten weten dat zijn moeder zeer hoge koorts had; ze had longontsteking en er werd gezegd dat het een dringende oproep was. Dus de zoon pakte zijn kleren in en maakte zich gereed. Tenslotte, de volgende dag, hij had gedurende die nacht geen bericht meer ontvangen, de volgende dag hoorde hij: “Alles is in orde.”
Ongeveer een jaar later keerde hij terug van de school in het oosten, een belangrijke school voor onderwijs. En hij kwam thuis en hij begroette zijn dierbare moeder en hij zei, nadat ze een poosje hadden gepraat, hij zei: “Moeder, ik heb nog helemaal niet de kans gehad te vragen wat er is gebeurd. Op een avond vertelden ze mij dat ik me gereed moest houden en de volgende morgen zeiden ze dat u in orde was. Welk medicijn heeft de dokter gegeven?”
Zei: “Lieverd, de dokter heeft niets gegeven.”
Hij zei: “Wel, hoe deed u het dan?”
Zei: “Je weet toch waar die kleine zendingspost is hier bijna om de hoek, daar bij het plein?”
“Ja.”
Ze zei: “Daar was een dame. Ze hadden daar op een avond een gebedssamenkomst – een arm nederig groepje mensen – en een ervan werd geïnspireerd om hierheen te komen om mij te bezoeken. En er kwamen twee vrouwen en ze vroegen mij of ze hun voorganger mochten meebrengen om voor mij te bidden en mij met olie te zalven en hun handen op mij te leggen, opdat ik gezond zou worden.” En zei: “Weet je, ik vertelde hun dat ik dat zeker goed vond. En ze brachten de voorganger mee en hij legde zijn handen op mij en bad. En, lieverd, hij las hardop voor uit de Bijbel, Marcus het zestiende hoofdstuk, waar staat: ‘Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven.’ Weet je wat er gebeurde? De dokter was zo verbaasd, de volgende morgen, hij wist niet wat hij moest doen. Ik had geen koorts meer.”
“Oh,” zei hij, “moeder, je gaat toch niet om met die groep, is het wel? Kijk, wij hebben op school geleerd dat Marcus 16 vanaf het 9de vers niet is geïnspireerd.”
Ze zei: “Glorie voor God!”
“Wel”, zei hij, “moeder, je begint je te gedragen zoals die mensen.”
Ze zei: “Ik dacht juist aan iets. Ik heb de hele Bijbel doorgelezen en ook andere beloften op andere plaatsen die er aan gelijk zijn. En ik dacht er juist aan dat als God mij kon genezen met het ongeïnspireerde, wat zou Hij dan niet kunnen doen met wat echt is geïnspireerd?” Dat is juist.
Wat mij betreft is alles geïnspireerd. God, geef mij geloof om het te geloven en het te bevestigen.
Aanhaling genomen uit de prediking: