Hoofdmenu  
Home English (United States)

Sidney Jackson heeft ongeveer vijfentwintig jaar moeten wachten voordat het woord van de Here betreffende Holland in vervulling kwam. In 1976 ontmoette onze voorganger Sidney Jackson in Duitsland en werd geleid door de Here om hem uit te nodigen naar onze gemeente in Rotterdam.

Samenkomst
Samenkomst met Sidney Jackson in de Leeuwensteinstraat, Rotterdam

Toen Sidney Jackson het getuigenis hoorde van Harry van der Stel, van de grote werken die de Here had gedaan in Rotterdam en hoe de Here tot Harry gesproken had, verheugde hij zich zeer. Hij gaf aan dat je van deze dingen niet hoorde rond de wereld en Sidney reisde op dat moment regelmatig naar meerdere landen.

William Branham sprak eens tot Sidney Jackson dat hij een oude man zou worden en Sidney was ongeveer zesenzeventig jaar oud toen hij Rotterdam voor het eerst bezocht in 1976. Sidney Jackson kwam met zijn vrouw Johanna, en zij waren een grote zegen voor onze gemeente. Van 1976 tot en met 1981 hebben zij onze gemeente in Nederland elk jaar bezocht.

Vanaf 1969 tot 1981 waren Sidney Jackson en zijn vrouw Johanna, naast de samenkomst in Zuid-Afrika, ook veelvuldig in Tucson, Arizona aanwezig, in de samenkomst van Pearry Green. Broeder Sidney was daar een “associate minister” en Pearry Green zei eens dat Sidney Jackson drie “huizen” had: een huis in Zuid-Afrika, een huis in Tucson, Arizona en een huis in Rotterdam, Holland.

Groepsfoto 1977
V.l.n.r. Sidney Jackson, Reg & Gloria Searle, Harry & Annie van der Stel met hun zoon Samuël, Barrie Bonamour, Lukas de Beer en Gene Long in de Leeuwensteinstraat te Rotterdam, 1977.

Sidney ging diep in op het Woord dat de Here door William Branham had geopenbaard, en gaf aan welke belangrijke predikingen het eerst vertaald zouden moeten worden. Het hoofdonderwerp dat hij bracht was de opening van de Zeven Zegels, met de verborgen waarheden van God die daaruit voortkwamen. Buiten alle samenkomsten om in Rotterdam, sprak Sidney Jackson vaak urenlang, tot midden in de nacht, over de Boodschap en alles wat de Here had gedaan.

Ook sprak de Here in Rotterdam ’s nachts tot Sidney Jackson als hij in aanbidding was. Eens vroeg hij Harry van der Stel om iemand in Amerika te bellen, aangezien de Here hem ’s nachts had verteld dat de dochter van deze persoon in een ernstig auto-ongeluk betrokken was, maar dat alles goed zou komen. Toen Harry de dag daarop naar Amerika belde, bleek dit precies te kloppen en kon hij doorgeven wat de Here gesproken had tot broeder Sidney, dat de dochter in orde zou zijn.

Schiphol 1977
Afscheid van Sidney Jackson en de broeders uit Zuid-Afrika in 1977 op het vliegveld

Sidney Jackson schaamde zich niet voor de kleine nederige groep in Rotterdam, want hij kende zijn roeping. Op het vliegveld was hij gewoon zijn handen in de lucht te steken terwijl hij zei: “Dank God voor Rotterdam”. Sidney Jackson was enthousiast over de gebeurtenissen in Rotterdam. Eens bezocht een prediker uit Singapore onze samenkomst en hij vertelde hoe Sidney Jackson in Amerika vijfenveertig minuten lang tot hem getuigd had over het werk van de Here in Rotterdam.

De samenkomsten met Sidney Jackson waren erg gezegend en hij zette onze gemeente op orde door te bevestigen dat broeder Harry de voorganger was en door de overige bedieningen aan te wijzen, zoals die van broeder Vriesema als oudste. In een profetie uitgesproken door Sidney Jackson sprak de Here tot Harry van der Stel wat zijn roeping was, en werd de precieze opdracht uitgesproken die hij had aangaande zijn bediening voor de Bruid van Christus.

In een prediking in 1979 gaf Sidney Jackson aan het einde van de dienst een profetie aangaande de gemeente te Rotterdam, waarvan hier de letterlijke vertaling volgt:

Vijanden zullen trachten om te kwetsen. Maar God zal ons verbergen.
Al zijn legerscharen aanwenden. God zal hun omkeren.
Wat u lijkt kwaad te doen. In eeuwige vreugde.
Dat is de boodschap aan de gemeente.

In 1979, op 29 mei, vertelde Sidney Jackson in de samenkomst van Rotterdam, hoe hij die dag, terwijl hij naast Harry van der Stel op de bank zat in zijn woonkamer, de volledige openbaring kreeg van wat de Here hem verteld had in 1952 over Duitsland en Holland. Enige citaten uit deze opgenomen prediking zijn hier gegeven:

Broeders en zusters, in mijn geest kan ik gewoon neervallen en wenen voor God. Het was niet dan tot op deze dag, dat ik de volle openbaring heb gekregen, dat wat God in Zijn gedachte had, toen Hij tot me sprak in 1952 en Hij zei dat ik naar Duitsland zou gaan en Hij zei dat ik naar Holland zou gaan. De grote nadruk lag op Holland, Holland, Holland en ik realiseer me dat het Gods liefde en verlangen was voor een bezoek hier aan Holland...

En waarom Hij Rotterdam gekozen heeft; waarom Hij gewoon in zo’n eenvoudige plaats kwam als deze, willen wij ons niet eens afvragen. Maar ik weet dat God iets heeft gedaan. En deze middag denkende, kon ik zelfs op de vloer liggen, hier zittende terwijl mijn broeder aan het spreken was. Ik weet dat God hier een werk gedaan heeft. Ik weet dat er grond bereid is. En we hebben het juiste Zaad van dit uur. Het is het Gesproken Woord Zaad voor dit uur...

Nu geef ik het aan u: in 1952 sprak de profeet en hij gaf me die brief. Om naar Holland te gaan. En ik denk dat de Here Holland zei: ‘Holland, Holland, Holland’, drie keer. Ik zei tot broeder Branham: ‘De Here zei me naar Holland te gaan’. Ik was zelfs nog geen voltijds. Ik was nog steeds op mijn boerderij. Ik rebelleerde, ik wilde de boerderij niet verlaten. Ik had er een zeer zware hypotheek op.

Maar in 1953 nam de Here me eruit; Hij nam alles van me weg. We waren gedurende negen jaren op de weg, in een caravan, een caravan van 5 meter. We reisden overal heen, regelrecht tot aan Belgisch Kongo. Overal, waar we gingen, was God met ons, voor ons zorgende. Maar weinig wist ik ervan, dat wat God sprak in ’52, hier gemanifesteerd zou worden, dat ik het vanavond zie. U mag het misschien niet begrijpen, maar ik dank God dat mijn broeder er een inzicht in heeft... Mijn hart is vol van dank tot God. Pas deze middag begreep ik wat God bedoelde, toen Hij zei ‘jij gaat naar Holland’.