4 juni
Dag 156
Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.
Wanneer u in zo’n soort huis komt in een oostelijk land, Palestina, dan komt het knechtje u tegemoet bij de deur, hij gaat naar één van de putten en neemt een grote teil met goed helder water, en dan doet hij uw sandalen uit, of uw schoenen, en plaatst uw voeten over zijn knie heen, en dan wast hij al deze troep en stof en mest en spul van uw lichaam af. En dan neemt hij een andere doek en veegt uw voeten schoon, en hij wast ze en zet ze weer neer.
En dan neemt hij uw sandalen en zet ze op zoiets als een rekje, zet ze bij de deur van binnenkomst. Dan gaat hij even weg en zoekt een paar fijne satijnen, zijden slippers; ze zitten zacht. Dat hoort bij de begroeting van de gastheer. Hij doet dat; hij heeft ze daar staan; hij past ze aan je voeten totdat hij er eentje vindt die u comfortabel past. Dan zijn uw voeten gewassen. Dan neemt hij u naar een andere plaats, en dan is daar een man die u bij de deur ontmoet, en hij heeft een kleine kan in zijn hand, zoiets als een oliekruikje. En hij pakt hem op en giet een beetje olie in uw handen. Welnu, die olie wordt uit zeer fijne nardus gemaakt.
En zij geven u dat, en u wast er uw handen mee. Vervolgens geven ze u een doek waarmee u uw handen afdroogt. Vervolgens geven ze u er nog iets meer van, en u doet het op uw nek, de achterkant van uw nek, op uw wangen en op uw voorhoofd. Zowel de mannen als de vrouwen in Palestina moeten dit doen, omdat de zonnestralen zo heet zijn. Zij doen dat en dat geeft een geur. Daarna, nadat u het merendeel ervan hebt afgeveegd, bent u verfrist. Uw voeten zijn gewassen; u bent gewassen; uw handen zijn schoon; uw gezicht is schoon.
Dan wordt u in de ruimte gebracht waar de gastheer is. En wanneer u hem dan ontmoet, neemt hij zijn rechterhand en legt hem op uw linkerschouder, en dan buigt u. Daarna legt u uw rechterhand op zijn linkerschouder en dan maakt hij een buiging. Dan kust hij u, van de ene kant van de wang naar de andere kant van de wang; en dat is het welkom, de rechterhand van gemeenschap. Wanneer de gastheer u kust dan bent u een broeder; u bent welkom.
De Farizeeër was erg zorgvuldig om doctor Jones’ voeten te gaan wassen. Hij was erg zorgvuldig jegens de beroemdheden, maar hier zat Jezus met vuile voeten. Hier zit de niet verwelkomde Jezus, zonder olie op Zich. Hier zit Jezus, zonder kus. En toch liet Hij Zijn werk liggen om de hele weg door Palestina te gaan om Zijn belofte te houden.
Ik veronderstel dat Hij zich miserabel voelde toen Hij daar zat. Al de overigen daarginds en de Farizeeër waren daar aan het getuigen over verschillende dingen die gebeurd waren, terwijl de arme Jezus daar zat met vieze voeten, met een ongezalfd gezicht, zonder kus. Jezus wil gekust worden. Er is een Schriftgedeelte in Psalm 2 dat zegt: “Kus de Zoon, opdat Hij niet boos worde.” “Kus de Zoon.” Oh, u zult nooit weten wat het betekent totdat u eenmaal de Zoon gekust hebt. Kus de Zoon. Maak dat Hij Zich welkom voelt in uw hart.
Maar daar zat Hij, niet gezalfd en met vieze voeten. Oh, hoe ongemakkelijk zat Hij daar. De Farizeeër had een geweldige tijd; hij had het te druk met het bezighouden van die belangrijke mensen van de stad, om te weten dat Jezus niet onderhouden werd. Maar Hij kwam hoe dan ook. Oh, mijn God, hoe kon het gebeuren, hoe kon die dienstknecht bij de deur het over zijn hart verkrijgen om Zijn voeten niet te wassen? God, ik wenste dat ik zijn baantje had. Wat zou ik graag Zijn voeten hebben gewassen bij de deur. Wat had ik Hem graag willen onderhouden en mijn teil met water willen nemen, wanneer ik had geweten dat Hij daar zat.
Aanhaling genomen uit de prediking: